ie in ICTORIA L Kruisende r wegen Wat 'n verschil in Hijfte" eld op 5 U vanaf U naar horloge ivangt U voor 10 U dus it ook aakt met koopjes. EO, DERDE BLAD Vlissingsche Courant BINNENLAND KERK- EN SCHOOLNIEUWS SCHEEPVAARTBERICHTEN ok- 4.98 iken- 2.18 2.39 1.39 J aschkas- i 7.38 :ht- 3.49 A.'ELS i reclame lapbed lersoons 0.98 lapbed gezond. Ssmatras i.98 >.18, 8.18 eplaatst. del 14.98 6.98 8.48 nu eischt ezondheid betere itrus t!l :iet U van beter ef nog k kan. 10.48 18.48 29.98 35.98 36.15 dagblad voor Zeelandwaarin opgenomen de Breskensche Courant Vrijdag 5 April 1940 - No. 81 PRINS BERNHARD OP WAALHAVEN. Z.K.H. Prins Bernhard heeft hedenmor gen. namens H. M. de Koningin een bezoek gebracht aan het vliegveld Waalhaven. NEDERLANDSCHE GEZANT TE KOPENHAGEN. Binnenkort is de benoeming te verwach ten van dr. Ph. C. Visser, thans gezant te Ankara, tot Hr. Ms. gezant te Kopenhagen. Heffingen ten behoeve van het Leeningfonds 1940 goedgekeurd. MINISTER DE GEER SPREEKT IN DE TWEEDE KAMER. De Tweede Kamer heeft gistermiddag het wetsontwerp heffingen ten behoeve van het leeningfonds 1940 na stemming aan genomen, zij het niet geheel ongewijzigd. Nadat een amendement van den heer Van Gelderen c.s. (s.d.), dat beoogde de heffing op koffie een tijdelijk karak ter te geven en wel tot 30 April 1941 met 54 tegen 24 stemmen wasl verworpen en een overeenkomstig amen dement betreffende de verhooging van den suikeraccijns door den minister was over genomen, diende deze een wijziging in, waardoor de geldigheidsduur van de wet voor andere heffingen beperkt wordt tot 1 Mei 1943. Met 75 tegen 5 stemmen werd het ontwerp aangenomen, tegen stemden de communisten, de nationaal-socialisten en de heer Van Houten (c.d.u.). De verschillende geuite wenschen be sprekende, zei minister De Geer, het te betreuren, dat indertijd het wetsont werp, dat heffing van inkomens en ver mogens van in het buitenland wonende Nederlanders inhield, door de Kamer was verworpen met o.m. de r.k. tegen en de s.d. en de c.h. voor. Inderdaad verdient het aanbeveling een dergelijk ontwerp nog maals in te dienen, doch dan als duur zame maatregel, ten bate van den nor malen dienst. Bij verhooging van de cou ponbelasting en belastingheffing op andere renten is er eigenlijk sprake van inkom stenbelasting, doch gecamoufleerd. Het eenige middel, waaraan in dit ver band gedacht kan worden, achtte de mi nister toepassing van de couponbelasting op onderhandsche leeningen. De suikeraccyns. Wat de heffing op den suikeraccijns betreft, hier had de .minister overwogen de opcenten te vervangen door verhooging van de omzetbelasting op weelde-artikelen van tien op twaalf en een half procent. Voorloopig is dit denkbeeld echter ver worpen. De verhooging van de successie belasting zal vermoedelijk de volle vijftien jaren van het bestaan van het leening- fiends, zoo niet langer, van kracht blijven. De heffing ineens is het eerst in 1914 aan de orde gesteld, doch men zag vrij spoedig de nadeelen in. Zij werd vervan gen door drie verdedigingsbelastingen in 1916. Het oogenblik voor iets dergelijks fcchtte de heer De Geer nog niet aange broken; als de oorlog lang duurt, 2al men hiertoe tusschentijds moeten komen en als hij korter duurt na afloop. Daarom had de minister geen bezwaar tegen de ver langde tijdelijkheid der nu voorgestelde heffingen; in dat verband gevoelde hij het meest voor een termijn van drie jaren. IV Replieken. Bij de replieken diende de heer De Vis ser (comm.) een motie in. o.m. inhoudende een verzoek om maatregelen te doen voor bereiden om te komen tot extra progres sieve heffingen op de vermogens boven 30.000 en op de inkomens boven 8.000 per jaar. Deze motie werd onvoldoende ondersteund en kwam niet in behandeling. Voorts repliceerden nog de heeren Van Gel deren (s.d.), Teulings (r.k.), De Wilde (a.r.) en Bijlsma (v.d.). In zijn dupliek zei de minister nog, dat hij niet kan meegaan met het verlangen om de heffing op koffie tot één jaar te beperken. Wèl kon hij meegaan met een dergelijke beperking voor de heffing op den suikeraccijns, doch dan zal hij later met een verhooging van de omzetbelasting moeten komen. Het begrootingsontwerp van het leening fonds 1940 voor het loopende jaar werd na een kort debat, zonder hoofdelijke stem ming aanyaard met eerstgénoemden spre ker tegen. Eveneens zonder hoofdelijke stemming vereenigde de Kamer zich met de begroo ting van het werkloosheidssubsidiefonds voor dit jaar. Sneeuwruimen geen staatstaak. De eenige spreker was de heer Tjalma (a.r.), die ontkende dat het sneeuwruimen staatstaak wordt, als het fonds in de toe te kennen loonen participeert. Uitvoerig heeft de minister van Sociale Zaken, de heer Van den Tempel, den spreker beant woord. Zonder debat en zonder stemming wer den voorts aangenomen de wetsontwerpen verhooging en van de defensiebegrooting voor 1939 en bekrachtiging van een door den gouverneur-generaal van Neder- landsch-Indië vastgestelde ordonnantie be treffende verlenging van het defensie uitvoerrecht. De Kamer komt Dinsdagmiddag weder bijeen. WEGGEBRUIKERS LET OP UW LICHTEN Er zal scherper toezicht worden geoefend. De minister van justitie heeft aan de procureurs-generaal een schrijven gezon den, waarin erop wordt gewezen, dat de naleving van het voorschrift, dat motor rijtuigen op meer dan twee wielen voorzien moeten zijn van één of twee achterlichten, welke achterwaarts duidelijk zichtbaar voor het achterkomend verkeer een rood licht uitstralen, te wenschen overlaat. De minister verzoekt daarom te bevor deren, dat op de naleving van dit voor schrift nauwlettend toezicht wordt uitge oefend, evenals zulks zal dienen te ge schieden ten aanzien van de naleving der bepalingen betreffende de verboden ver blindende verlichting. Eenzelfde gedragslijn moet worden ge volgd ten opzichte van het verbod, om over een weg te rijden met een motorrijtuig of een aanhangwagen, die met inbegrip van de lading 3 j/2 meter boven den weg reikt. Ten aanzien van het voeren van roode achterlichten door wielrijders is den mi nister de wenschelijkheid gebleken terug te komen op de tot dusver toegelaten tege moetkomende regeling, daar de practijk heeft uitgewezen, dat hoewel deze rege ling ten aanzien van te1 goeder trouw zijnde overtreders zeer voldeed, deze rege ling ten gevolge had, dat een deel der wielrijders hiervan misbruik maakte. Mede wordt als een bezwaar tegen be doelde regeling aangevoerd, dat dit tege moetkomende optreden op den duur het politiegezag niet ten goede zou komen. In verband hiermede heeft de minister thans bepaald, dat in den vervolge ook dan verbaliseerend moet worden opgetreden, indien de in overtreding zijnde wielrijder ter plaatse van aanhouding en binnen korten tijd er niet in slaagt het achterlicht in behoorlijk brandenden toestand te bren gen. CHR. GEREF. KERK. Belangrijke elassisvergadering. De classis Dordrecht van de Chr. Geref. Kerk vergaderde in de catechisatiekamer van het kerkgebouw der Chr. Geref. Ge meente aldaar. Nadat op gebruikelijke wijze was geopend, werd het moderamen als volgt samengesteld dr. R. E. Sluiter van 's-Gravendeel, praeses ds. J. P. Meije- ring van Zwijndrecht, assessor, ds. W. Meijnhout van Vlissingen, scriba, en ouder ling J. van Dongen, van Dordrecht, quaes tor. De agenda van de morgenvergadering bevatte o.m. de emeriteering van ds. R. E. Sluiter, meldt de Rott. 's Middags werd de vergadering voort gezet. Voor afgevaardigde naar de parti culiere synode werden aangewezen, als primi ds. Hoogendoorn van Zierikzee, ds. Meijering van Zwijndrecht, ds. H. Visser van Dordrecht, en de ouderlingen H. Al- blas van 's-Gravendeel, J. van Dongen van Dordrecht en P. de Kroo van Middelburg, en als secundi ds. Meijnhout van Vlissin gen, ds. Tolsma van Zaamslag, ds. Smits van Sliedrecht, en de ouderlingen W. Kor poraal, C. Verburg en H. C. Vos. Ds. Visser deelde mee, dat de jaarlijk- sche classicale zendirigsdag te Dordrecht, is bepaald op 31 Juli. Naar aanleiding van een schrijven van de kerk van Vlissingen, werd er op aange drongen, de samenkomsten, welke worden gehouden te Breda, in kerkelijke banen te leiden. Een voorstel van' Vlissingen, om naar de Generale Synode via de Particuliere Sy node, door te zenden een verzoek om mon delinge gedachtenwisseling met de Geref. Kerken, werd afgewezen, wijl men deze aangelegenheid meende te moeten over laten aan de hiervoor benoemde deputaten. Vlissingen verzocht voorts, om vragen vast te stellen voor het .doen van openbare belijdenis. Ook dit verzoek werd niet door gezonden naar de Particuliere Synode, om dat deze kwestie daar toch aan de orde zal komen. Verder vulde Vlissingen de Particuliere Synode verzoeken, om den kerkeraden vrijheid te verleenen voor uitzending van radiokerkdiensten. Na breedvoerige bespre king werd besloten, dit verzoek niet door te zenden. Ds. Joh. A. Raams 25 jaar predikant. Donderdag 11 April a.s. viert ds. Joh. A. Raams, predikant bij de Ned. Herv. Ge meente van Feijenooid, zijn zilveren ambts jubileum. De jubilaris werd 7 April 1889 te Alm- kerk, waar zijn vader hoofd der school was, geboren. Hij bezocht het Stedelijk gymna sium te Doetinchem en studeerde aan de Rijksuniversiteit té Utrecht theologie. Als student was ds. Raams rector van Unitas Studiosorum Rheno-Trajectima. In 1914 candidaat geworden in Friesland werd de jubilaris 11 April 1915 te Asch (Geld.) door zijn broer, ds. E. Raams van Hoek (Z.) in zijn eerste gemeente bevestigd, waaraan hij zich verbond sprekende over Matth. 17 8b. In 1917 verwisselde de jubilaris zijn standplaats met Breskens om zich in 1921 aan de gemeente van Rijswijk (Geld.) te verbinden. In 1926 vertrok hij vandaar naar Kloetinge en 14 Juni 1936 deed hij zijn intrede in zijn tegenwoordige gemeente sprekende over Hand. 18 9b en 10, na door zijn broer ook in deze gemeente be vestigd te zijn. Belangrijke beroepen heeft ds. Raams in den loop van zijn dienstjaren gehad, o.a. Groningen, Rotterdam-C. en Vlissingen. Na afloop van den wereldoorlog in 1918 nam ds. Raams tijdens zijn verblijf in Bres kens een krachtig aandeel in de actie tegen de annexatie van Zeeuwsch-Vlaanderen. Hij was voorzitter van het plaatselijk comité en had ook in het gewestelijk comité zit ting. In Breskens nam ds. Raams het ini tiatief tot den bouw van een nieuwe kerk, waarvoor het grondkapitaal werd bijeenge bracht. Zoowel hier als in Rijswijk had met name het jeugdwerk zijn interesse. In de Gewestelijke zendingsvereeniging als in het Ned. Bijbelgenootschap had hij in Zeeland zitting. In Kloetinge mocht ds. Raams een nieuw vereenigingsgebouw in gebruik ne men. Tijdens zijn verblijf aldaar maakte hij ook deel uit van het classicaal bestuur van Goes en was hij voorzitter van het prov. comité Zeeland van den Chr. Nat. Werk mansbond alsmede van den Kamerkring Zeeland der Chr. Hist. Unie. Er heeft zich in de gemeente een comité gevormd dat op 11 April a.s. in de Wilhel- minakerk den jubilaris een receptie bieden zal. Zondagavond 14 April zal ds. Raams in dit kerkgebouw een gedachtenisrede uit spreken. BELGISCH SLEEPSCHIP TIJDENS STORM OP DE OOSTERSCHELDE GEZONKEN. Sleepboot was onderbemand en het sleep- schip had geen kleeden op de luiken. De commissie, bedoeld bij artikel 2 van de binnenvaartrampenwet, heeft onlangs te Dordrecht en Rotterdam zitting gehouden om een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van het vergaan van het Belgi sche kanaalschip „Philegon" op 19 Novem ber 1939, waarbij de schipper, diens echt- genoote en hun twee kinderen zijn ver dronken. Aan het thans verschenen verslag van deze commissie wordt ontleend Op 19 November 1939, des voormiddags te ongeveer 4 uur, verliet de sleepboot „Silani", met den kapitein van Eysden en machinist Kooyman als eenige bemanning, de haven van Wemeldinge met bestem ming Dordrecht. Als eenig vaartuig werd gesleept het Belgisch kanaalschip „Phile gon", groot 1000 ton, afgeladen met beton ijzer. Beide schepen verkeerden in goeden staat van onderhoud. De luiken van de „Philegon" waren gesloten, doch niet met kleeden afgedekt. Behalve schipper F. de Roeck waren aan boord diens vrouw, een 16-jarige zoon als knecht en een 3-jarig zoontje. Kapitein van Eysden verliet de haven van Wemeldinge min of meer tegen zijn zin. Had het alleen aan hem gelegen, dan zou hij in verband met de slechte weers omstandigheden in de haven zijn blijven liggen, doch op het herhaalde en uitdruk kelijke verzoek van schipper de Roeck, die blijkbaar met het eerste tij Dordrecht hoopte te kunnen bereiken, heeft de sleep om 4 uur 's morgens de haven verlaten. Het woei toen al hard uit het Z.Z.W. De derde gasboei in het Brabantsch vaarwater werd gepasseerd, doch de sleep is, koersende naar de zwarte gasboei boven in de Wittetonnenvlije, zoodanig verlagerd, dat de „Philegon" strandde op de slikken van den Dortsman. De „Silani" moest wegens den zwaren zeegang en het feit, dat ze zelf ook stootte, den sleepdraad uit zelfbehoud losgooien. De „Philegon" is kort daarop gezonken. De vier opvarenden zijn daarbij om het leven gekomen. Slechts het lijk van de schippersvrouw is in den loop van den dag nabij Wemeldinge aangespoeld. Als oorzaak van deze binnenvaartramp kan dan ook worden opgegeven het slechte en zware weer met hooge zeeën en windstooten van orkaankracht hetwelk ten tijde van het vastloopen heerschte op het Brabantsch vaarwater. Bij gebrek aan andere gegevens is de commissie niet in staat, omtrent het ge beurde een welgefundeerde meening te ge ven, al is bij haar twijfel gerezen, of de sleepbootkapitein wel voldoende rekening gehouden heeft met wind en drift, waar door dan te verklaren zou zijn, dat de „Phi legon" op de slikken van den Dortsman is gestrand. Ware een handige en ervaren dekknecht cp de „Silani" als derde opvarende aanwe zig geweest voor het werken aan dek on der deze uiterst moeilijke omstandigheden vooral toen de 62-jarige kapitein dooi de zeeën uit de stuurhut en in het gang boord werd geslagen, waardoor hij aan het hoofd werd gewond wellicht ware deze verschrikkelijke ramp, waarbij vier perso nen jammerlijk om het leven zijn gekomen, voorkomen. Uitvaren bij opkomend stormweer met een sleepboot, die onderbemand is, is naar het oordeel der commissie nooit verant woord. Evenmin is het verantwoord, dat de luiken van de „Philegon" niet van klee den waren voorzien, geschalkt en gekegd. HET VERGAAN VAN DE „AMELAND". Was het een magnetische mijn of een torpedo De raad voor de scheepvaart te Amster dam heeft gistermiddag een onderzoek in gesteld naar de oorzaak van het vergaan van het 4537 bruto reg. ton metende stoomschip „Ameland" van de N.V. Stoom vaart Mij. Rotterdam, dat op 18 Februari jl. door een ontploffing werd getroffen en nabij Schouwenbank is gezonken, kort na dat het schip den Nieuwen Waterweg had verlaten op weg naar Nederlandsch-Indië. De 48 opvarenden werden gered door het zich in de nabijheid bevindende stoom schip „Montferland". Toen de Belgische loodsboot no. 15 in de buurt kwam, werd besloten, dat de gered den daar op zouden overgaan, opdat de „Montferland" zijn reis naar Zuid-Amerika zou kunnen voortzetten. De loodsboot bleef in de buurt van het zinkende schip totdat omstreeks een uur de sleepboot „Zwarte Zee" uit Vlissingen arriveerde. Drie ge wonden, die geen van allen in gevaar ver keerden, werden door de Belgische loods boot naar Vlissingen gebracht, waar zij in het St. Jozef ziekenhuis werden opgeno men de overige 45 opvarenden gingen over aan boord van de „Zwarte Zee", die naar Maassluis terugkeerde. Als getuigen waren opgeroepen de ka pitein van de „Ameland", de heer A. Kok- ké, 'en de derde machinist de heer F. Kragt. Kapitein Kokké vertelt. Kapitein Kokké, deelde mede, dat de Bespiegelingen van B. Spiegel Verzekeringsagent. maakt zoo'n 500 gld. Die jongen W. bijvoorbeeld. Van daag vertelt hij mij ineens dat hij filiaalhouder isgeworden - een prachtbetrekking. Vereischte was o.a. een borgstelling van f. 500.- en die had zijn vader bij de hand door die Spaarverzekering van ons. Thuis waren ze overgelukkigt vertelde hij. Ikherinner me nog, wat een moeite ik indertijd gehad heb om zijn vader van her nut van een Spaarverzekering te overtuigen. Dat overkomt ons dagelijks. De menschen denken dat ik 7.0 iets wil „aanpraten", maar ik weet uit ervaring, dat de stap die zij over wegen, verstandig is, ja, een nood zaak. Heusch, volgt U mijn raad en vraag eens inlichtingen over Spaarverzekering bij N.V. VERZEKERINGSBANK KEIZERSGR, 126-128 AMSTERDAM TELEFOON W960 lading o.a. inhield een groote hoeveelheid carbid en 66 ton trotyl. Voor het vertrek waren alle 48 opva renden, onder wie ook Chineezen en Java nen, iii de sloepenrol ingedeeld. Er waren twee sloepen, elk met een capaciteit van 52 personen, wat achteraf een groot geluk bleek, omdat een der sloepen vernield werd, zoodat alle 48 opvarenden in de eenig overgebleven sloep moesten gaan. De beide sloepen waren uitgedraaid. De „Ameland" was voorzien van twee para vanen, die bij het vertrek waren opge tuigd en klaar om te vieren en die bij de Maasbank-boei waren gevierd. Het Engelsehe consulaat te Rotterdam had twee te volgen routes opgegeven, nL over den Westhinder of over den Noorö- hinder. De kapitein diad de voorkeur ge geven aan die over den Noordhinder, om dat men dan de beschikking heeft ovot een radio-baken. Op het oogenblik van de ontploffing be vond de kapitein zich, reeds geheel ge kleed, nog in zijn hut. Hij liep terstond naar de brug en zette de telegraaf op stop. De draadlooze installatie was reeds dadelijk onbruikbaar. De waterdichte deur tusschen de tunnel- ruimte en de machinekamer was niet ge sloten en kon, toen het water evenwel binnenkwam, niet meer gesloten worden. Magnetische mijn of torpedo? De voorzitter Denkt u aan een andere oorzaak dan aan een mijn Kapitein Kokké Ik heb niets gezien dat verdacht was. Maar een verankerde mijn of een drijvende mijn is uitgesloten, want die. zouden door de paravanen on schadelijk zijn gemaakt. Het zou daii nog een magnetische mijn geweest kunnen zijn, of tóch een torpedo. De heer Julsing: Bestaan er instructies inzake het sluiten van de waterdichte deu- FEÜILLETON „Daar gaan toch wel een paar dagen overheen." Robert haalde Daisy's pas te voorschijn en nu keek zelfs de flegmatieke Hixley verbaasd op. „Maar dat is immers „De pas van een familielid", viel Robert hem haastig in de rede, terwijl hij zijn gastheer dringend aankeek. Deze begreep onmiddellijk, waar Eschberg heen wilde. „Met dien pas wil je dus miss Berne- kamp over de grens zien te krijgen?" „Ja." „Maar wat moet jedat familielid van je dan zonder pas beginnen?" „Daar kan ik mij op het oogenblik niet mee bezig houden. Bovendien heeft haar vader hier voldoende relaties. Hij zal er heusch wel in slagen een nieuwen pas voor zijn dochter te krijgen. De Russische auto riteiten hebben er het grootste belang bij met hem op goeden voet te blijven. Bijzon dere moeilijkheden zal dat wel niet opleve ren. Je zult moeten toegeven, Hixley, dat het de eenige manier is om het gewenschte doel zoo snel mogelijk te bereiken." Hixley ging er niet dieper op in. Hij dacht er niet aan hier veel woorden aan te verspillen. Wanneer een man als Eschberg eenmaal tot een besluit was gekomen, dan deed men het beste daar maar niet al te lang over te praten." „Dan zullen wij dus allereerst een foto van miss Bernekamp moeten hebben. Op dj foto van deze dame kan zij niet reizen." Robert wendde zich tot Lisaweta. „Geef mij uw Sovjetpas eens even." Lisaweta voldeed zwijgend aan het ver zoek. Vein haar werd slechts verlangd, dat zij zich schikte in hetgeen de man, die zoo plotseling in haar leven was gekomen, met haar voor had. Zij voelde zich als in een maalstroom van gebeurtenissen, die niet meer bij te houden waren en waarbij zij zich willoos moest laten leiden. Waar dit alles tenslotte zou eindigen, was niet te overzien en het echt Russische fata lisme was haar nu eenmaal niet vreemd. „Wij zullen die foto's dus moeten ver wisselen", constateerde Hixley zakelijk. Hij nam de beide passen en verdween er mee in het aangrenzende vertrek. Na een paar minuten was hij alweer terug. In Daisy's pas preikte nu Lisaweta's conterfeitsel. „Er is nog een moeilijkheid, Eschberg. Die dame van de foto heeft blond haar en miss Bernekamp is donker." „Onder een reismuts of zoo is dat wel te verbergen", antwoordde Robert haastig. „Lastiger dunkt het me 0111 onmiddellijk een vergunning het land te mogen ver laten van de Sovjetautoriteiten te krijgen. Die heeren hebben dat hier wel aardig voor elkaar. Als je er eenmaal in bent, ben je er nog niet uit. Wat dat betreft, is het hier je reinste muizenval." „Maar een val, die met geld te openen isl Laat dat maar aan mij over. Ik heb in de betrokken kringen goede relaties en Engelsehe ponden vinden nog steeds af trek." Hixley dacht een oogenblik na. „Blijven jullie beiden nu voorloopig hier. Ik hoop binnen een uur met alles klaar te zijn. Om twee uur vertrekt een vlieg tuig naar Koningsbergen. Ik denk, dat jullie dat wel zullen kunnen halen. Na tuurlijk kan je niet zonder bagage reizen, dat zou te veel opvallen. Ik zal je twee vau mijn eigen koffers geven, die kan je me dan wel later wel eens terug sturen. "Voorts zal ik dan nog voor vliegkleeding voor Miss Bernekamp zorgen; daarmee is dan tevens het vraagstuk van de vermom ming opgelost. Hopenlijk valt jullie het wachten niet te lang. Misschien besluit je intusschen toch nog tot ^.en lunch. Ik zal James wel even instrueeren." „Goed, anders heb je toch geen rust, Hixley." Robert schudde zijn zakenvriend hartelijk de hand. „Ik dank je voorloopig, Hixley. Je bent een patente kerel!" „Nonsens," bromde Hixley. Hij scheen niet goed te kunnen hebben, dat men hem voor zijn bereidwilligheid bedankte. „Tot over een uur dar", herhaalde hij nogmaals, terwijl hij vluchtig op zijn hor loge keek. „En als je dat visum nu eens niet kunt krijgen?" Robert vroeg het uitsluitend voor Lisaweta om een geruststellend ant woord te hooren. „Ik heb tot dusver nog altijd gekregen, wat ik verlangde, zelfs in Sovjet-Rusland", zei Hixley. Nauwelijks was hij vertrokken, of de on volprezen James, die blijkbaar zijn maat regelen had getroffen, verscheen met een tablet, waarop een schaal echte Russische Sakoeska en een paar warme schotels. „Als mevrouw of meneer nog bijzondere wenschen hebben ik ben in de keuken", zei hij en verdween weer. Lisaweta's gezicht verried een hevigen innerlijken tweestrijd. „Ik kan toch niet weg begrijpt u me toch, AlexeiHaar stem klonk on vast." „Ook voor hem zal Hixley zorgen maakt u toch niet zoo ongerust", smeek te Robert. „U begrijpt toch wèl, dat geen van ons beiden zich op het oogenblik op straat kan vertoonen. Wij kunnen niet meer terug. Daarvoor hebben wij ons al te zeer in gevaar begeven. Wij moeten er nu doorheen. Begrijpt u wel? Maakt u het dus niet moeilijker dan het al is. Ik heb immers ook al mijn krachten noodig." Wederom zweeg Lisaweta na deze repri mande. Zij moest zich laten leiden; er bleef haar zooals voorheen niets anders over. IX. Als Robert Eschberg later nog eens te rug dacht aan deze laatste uren op Rus- sischen bodem, dan kostte het hem telkens weer moeite de details daarvan volledig voor zijn geest te halen. Eigenlijk wist hij zich die bijzonderheden nooit meer precies te herinneren. Veel was werktuigelijk langs hem heen gegaan, omdat er tenslotte slechts een ding was geweest, dat zijn aan dacht volkomen in beslag nam: Hixley's terugkeer. Lisaweta had onbeweeglijk in een fau teuil gezeten. Hij daarentegen, had het op zijn stoel niet uitgehouden en afleiding ge zocht in een eindelooze wandeling door de kamer. Wel honderd maal had hij een blik op zijn armbandhorloge geworpen, zonder den tijd in zich te op te nemen. Nooit had hij geweten, dat een uur zoolang kon du ren, als men niets anders had te doen dan wachten. Bij elk geluid van een autoclaxon op straat schrok hij op. Waren zijn achter volgers hem reeds op het spoor? Kwam daar Terschilow om Lisaweta te arres teeren? Was Hixley er niet in geslaagd een visum te bemachtigen? Had men ont dekt, dat de pas vervalscht was? Of had Daisy bemerkt, dat zij haar pas kwijt was en daarvan aangifte gedaan? .(Wordt vervolgd.], -

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1940 | | pagina 9