Breskensche Courant
(ÜoiCaA
Dagblad voor Zeeland, waarin opgenomen de
Na zeven maanden strijd nog steeds op het
doode punt.
Blokkade en handelsoorlog de
voornaamste wapenen.
Nieuwe aardschokken
in Turkije.
Activiteit boven de
Noordzee.
Churchill opperste
leider van de Britsche
landsverdediging.
EERSTE BLAD
SelneMriewissew
van
Len
lag
Partij-actie tegen de
Fransche regeering.
Meer Russische
troepen in Estland.
Het geschil tessclien den Minister van
Binnenlandsche Zaken en het hoofdbestuur
van de Ned. Ver. voor Luchtbescherming.
VJissiitgsche Courant
78ste JAARGANG
DONDERDAG 4
NUMMER 80
APRIL 1940
Abonnementsprijs: 17 ct. per week of ƒ2.20 pei
Kwartaal. Franco per post 2.50 Afzonderlijke
nummers 5 ct. Voor het buitenland neme men eeD
abonnement op het postkantoor zijner gemeente
AdvertentieprijsVan 1—5 regels ƒ1.25, iedere
regel meer 25 cent. Br) abonnement speciale
prijs. Kleine advertenties van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent (max. 10
regels) Derde plaatsing gratis. Vooruitbetaling
Uitgave: Firma fV AJN OF VELDE Jr., Bureaux
VValstr. 58-60, Tel. 10 (2 lijnen), Giro No. 66287
Eigen kantoren te: Breskens,Dorpsstraat,Tel.21 r
^^)ost- en West-Soubnrg, Kanaalstraat 45, Tel. 35
HET EINDE NOG NIET IN ZICHT.
Een militaire medewerker schrijft ons:
Na zeven maanden oorlog staan de beide
partijen nog steeds dreigend tegenover el
kaar zonder een slag van beteekenis te
hebben kunnen toedienen. Alle voorspel
lingen omtrent het verloop van een heden-
daagschen oorlog schijnen beschaamd.
Niettemin is dit slechts schijn. De heden-
daagsche krijgskunde wordt beheerscht
door twee tegengestelde krachten. De
eerste kracht, die aanvankelijk het meeste
indruk op de menschheid heeft gemaakt
men zou kunnen spreken van de „po
sitieve kracht" leidde tot voorspellingen
betreffende een zg. „Blitzkrieg" en is be
lichaamd in het bombardementsvliegtuig,
den vechtwagen en de verderegemechani
seerde en gemotoriseerde strijdkrachten.
Daartegenover ontwikkelde zich echter de
laatste jaren een voortdurend sterker
wordende tegenkracht, een „negatieve
kracht", die streeft naar het verhinderen
van een snelle beslissing'. Deze kracht ver
toont zich in de imposante gedaante van
geweldig versterkte gebieden, bezaaid met
mijnen, overdekt met mitrailleur- en ge-
schutkazematten, doorkerfd door tank
grachten. Het is een oude kracht, die
eeuwen geleden heeft geleid tot een tach
tigjarigen oorlog, waarin vesting na ves
ting moest worden veroverd; een kracht,
die reeds dood was gewaand, doch die zich
thans opnieuw doet gelden.
Positieve en negatieve kracht
in Polen en Finland.
Bij den veldtocht in Polen kon de posi
tieve kracht tot volledige- ontwikkeling ko
men, daar de negatieve kracht vrijwel
geheel ontbrak. De Polen toch hadden
verzuimd, zich in versterkte gebieden te
verschansen. In achttien, dagen was het
pleit beslist en een leger van 800.000 man
van den aardbodem weggevaagd.
In Finland bood de negatieve kracht
gedurende vier maanden weerstand aan
het geweld der Sovjet-Russische troepen.
Eerst toen moest zij, zonder nochtans te
zijn gebroken, het pleit gewonnen geven.
In het Westen van Europa houdt de nega
tieve kracht, zich vertoonend als West-
wall" en „Maginotlinie", de positieve
krachten, belichaamd in de aanvalslegers
der beide partijen, tot dusver volkomen in
evenwicht. Een poging, dit evenwicht te
verbreken, zou een ongehoord bloedoffer
vragen.
Beide partijen verklaren echter om strijd,
dat zij het imperialisme van den tegen
stander eens en voorgoed zullen breken.
Welke wegen zullen- zij inslaan, om dit
doel te bereiken?
De wederzijdsche strijdkrachten tellen
geweldige luchtstrijdkrachten, die nog
steeds aangroeien. Aanvankelijk was het
overwicht aan Duitsche zijde. Geleidelijk
halen de geallieerden, krachtig gesteund
door de Vereenigde Staten, echter den ach
terstand in. Volgens de leer van Douhet
zouden deze luchtmachten moeten worden
ingezet om het luchtoverwicht te bevech
ten en vervolgens ook den weerstand op
den grond te breken, zoo noodig door de
vijandige bevolking te terroriseeren. Bij
den veldtocht in Polen is de Duitsche
luchtmacht volgens deze beginselen inge
zet en heeft zij zeer veel tot de overwin
ning bijgedragen.
Een dood en verwoesting zaaiende
luchtoorlog in het Westen.
Hier was echter de overmacht in getal
volkomen aan Duitsche zijde, terwijl buiten
dien de Polen hadden verzuimd, hun vlieg
tuigen behoorlijk gedekt en gecamoufleerd
op te stellen. Ook vielen bij den snellen
Duitschen opmarsch reeds spoedig tal van
grondinstallaties van het Poolsche lucht-
wapen in handen van de Duitschers.
In Finland was het overwicht aan de
zijde van den aanvaller nog veel grooter,
bijna onbeperkt, niettemin slaagde het
Finsche luchtwapen er tot aan het einde
van den strijd in zich aan vernietiging te
onttrekken en een hartig woordje te blij
ven medespreken.
In het Westen zou het ongetwijfeld nog
veel minder gelukken, de luchtmacht van
den tegenstander in korten tijd buiten ge
vecht te stellen, zeker niet, nu beide lucht
machten zeven maanden den tijd hebben
gehad om zich voor te bereiden. Indien
een der partijen trachtte, op korten ter
mijn een beslissing af te dwingen door de
luchtmacht op groote schaal in te zetten,
zou dit o.i. niet gelukken, doch leidden tot
een dood en verwoesting zaaienden lucht
oorlog, die West-Europa geleidelijk in een
puinhoop zou herscheppen, zooals zulks
door den Engelschen schrijver Wells is
voorspeld, o.m. in zijn ook in het Neder-
landsch vertaalde boek „De wereld in
wording".
Wij mogen hopen en verwachten, dat er
hog genoeg wijsheid bij de wederzijdsclie
leiders is overgebleven, om dit aspect nio
in werkelijkheid te doen verkeeren.
De weg van blokkade en
handelsoorlog.
Een langzamere weg vormt die, welke
tot dusver door beide partijen is inge
slagen, namelijk om door miduel van blok-
kaae en handelsoorlog het binnenlandsche
front van den tegenstander tot ineenstor
ting te brengen. Het is de oude methode,
uit onze vaderlandsche geschiedenis maar
al te bekend, om een vesting door den
honger tot overgave te nopen, thans op
duizendvoudig grooter schaal herhaald.
De geallieerden beheerschen de zee en
kunnen zoo den toevoer naar Duitschland
uit het Westen bijna geheel verhinderen.
Zij worden daarin echter belemmerd door
de neutrale staten Nederland en België.
Wel is waar streeft Engeland er naar, niet.
meer in deze landen te laten binnenkomen
dan voor de eigen consumptie noodig is,
doch het zal er niet in kunnen slagen, het
handelsverkeer met Duitschland geheel te
beletten. Dergelijke lekken bevinden zich
even zoo in het Noorden, waar uit Scan
dinavië in het bijzonder ijzererts aan
Duitschland wordt geleverd. Den weg over
de Oostzee afsnijden kunnen de geallieer
den niet; wel oefenen zij een steeds' ster
ker druk op Nooiwegen uit om het vervoer
door de Noorsche territoriale wateren te
belemmeren.
Het grootste gat in de blokkade bevindt
zich echter in het Oosten, waar de Duit
sche legers Polen bezetten en daarmede den
weg naar Rusland open houden. De vraag,
of het Duitsche organisatievermogen er in
zal slagen landbouw, industrie en trans
portwezen in Sovjet-Rusland zoodanig te
hervormen, dat belangrijker uitvoer naar
Duitschland mogelijk wordt, zal o.i. voor
een zeer groot deel over den uitslag van
den oorlog beslissen. In verband hiermede
is Duitschland gèdwongen, bèlangrijke
krachten in Polen te laten, niet alleen om
dit land in bedwang te houden, doch tevens
als machtsvertoon tegenover de Sovjets.
Pressie op de Balkanstaten.
Op machtsvertoon berust ook voor een
belangrijk deel de positie in het Zuid-
Oosten van Europa. De handel met de
Balkanlanden vormt, naast toevoer uit
Rusland, eveneens een levensbelang voor
Duitschland. Terwijl, nu de Finsche oor
log is afgeloopen, de geallieerden weinig
kunnen doen om pressie uit te oefenen op
Rusland, kunnen zij dit wèl doen t.o.v. de
Balkanstaten. Turkije is „non-belligerent",
maar nauw met de geallieerden verbonden.
In het Fransche mandaatgebied bevindt
zich, onder bevel van generaal Weygand.
een geallieerd leger van 300.0Q0500.000
man. Hiermede zijn de geallieerden niet
alleen in staat Turkije ruggesteun te ver-
leenen, doch kunnen zij dit tevens doen ten
opzichte van de Balkanstaten. Deze zijn
zoodoende niet geheel overgeleverd aan
druk van Duitsche zijde, doch kunnen zich
veroorloven ook het oor te leenen aan de
geallieerden wenschen. Niet de minst be
langrijke taak van het leger van Weygand
is voorts, om de Engelsche en Fransche
oliepypleidingen en het Suezkanaal te be
waken. De beheersching van dit kanaal,
waardoor o.m. het Italiaansche verkeer met
Abessynië plaats vindt, stelt den geallieer
den in staat, druk op Italië uit te oefenen.
Italië tenslotte blijft nog steeds „non-belli
gerent". Met zijn 8000 km. kustlijn zal dit
land niet licht de wapenen opvatten tegen
Engeland en Frankrijk, die de zee be
heerschen. Het onderwerpt zich aan de
geallieerde handelscontröle en kan zoo
doende, niet al te veel naar Duitschland
uitvoeren.
Na zeven maanden oorlog worstelen de
beide hoofdtegenstanders derhalve nog
steeds om het verkrygen van een zoo gun
stige positie, dat de tegenstander het
vruchtelooze van den strijd inziet. De ge
weldige legers dienen daarby als druk
middelen, doch komen niet in actie voor
een beslissenden slag. Hoewel niemand in
de toekomst kan zien, valt niet te ver
wachten dat dit spoedig anders zal wor
den. De beide worstelaars houden elkaar
in evenwicht en de beslissing verschuift
zich steeds verder.
EEN STAD EN DERTIG DORPEN
OVERSTROOMD.
Uit Ankara wordt gemeld, dat vannacht
in het noorden van Anatolië opnieuw he
vige aardschokken zijn gevoeld.
De aardschokken gingen gepaard aan
ongekend hoog water, in hegebied van
Amassia. De stad Amassie en dertig dor
pen werden overstroomd en de verschrikte
bevolking vluchtte. Men vreest, dat een
aantal menschen om.het leven ir gekomen.
LUCHTAANVALLEN OP BRITSCHE
CONV OOIEN.
Verschillende toestellen g$an verloren.
Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben
Woensdagmiddag in het noorden van de
Noordzee koopvaardijschepen aangevallen,
die in Britsch convooi voeren.
Officieel wordt te Londen medegedeeld,
dat de toestellen vijftien bommen op een
convooi hebben laten vallen. De Duitsche
toestellen veroorzaakten echter geen scha
de en werden door de begeleidende oor
logsschepen verdreven. Een Heinkelvlieg-
tuig viel een tweede convooi aan, doch
werd eveneens verdreven.
Engelsch en Duitsch toestel aan de
Engelsche kust gevallen.
Voor het eerst sedert het begin van den
oorlóg is volgens Reuter gisteren bij de
kustverdediging een Britsch vliegtuig ver
loren gegaan. Voor de kust van Yorkshire
is des middags een Spitfire toestel door
een Duitsch vliegtuig neergeschoten en in
brand geraakt De bestuurder werd gered.
In een haven aan de kust van Yorkshire
zijn gisteren 5 Duitsche vliegers, van wie
twee gewond waren, door een patrouille
vaartuig aan land gebracht. Men ver
neemt, dat hun toestel door een Britsche
machine is neergeschoten. De bemanning
van het patrouillevaartuig had het lucht
gevecht gadegeslagen en er aan deelgeno
men door kanonvuur. Toen het Duitsche
vliegtuig néerkwam, trachtten de inzitten
den van hun rubberboot gebruik te maken,
doch zij slaagden daarin niet. Het patrouil
levaartuig nam hen aan boord. Een der
gewonden is in een ziekenhuis opgenomen.
Gistermiddag zijn ook vier Duitsche vlie
gers in een rubberboot aan de noordzijde
van liet Deensche eiland Samsoe in het
Kattegat aan land gekomen. Zij verklaar
den des ochtends met e r tweemotorig mi
litair vliegtuig ten itnii-dwesten van het
eiland te zijn gedaald en zich vervolgens
ongedeerd met de rubberboot te hebben
gered.
Duitsch vliegtuig boven Noordzee
neergeschoten.
Naar heden officieel te Londen werd
medegedeeld, heeft een Britsche vliegboot
gisteren boven de Noordzee den strijd aan
gebonden met zes Duitsche vliegtuigen.
Een der Duitsche toestellen werd neerge
schoten, waarop de anderen het gevecht
opgaven.
DUITSCH VLIEGTUIG IN NOORWEGEN
GEDAALD WEGENS MOTORSTORING.
Bemanning stak het toestel echter in
brand.
Een Duitsch legervliegtuig is gisteren
verongelukt bij een landing in de buurt
van Stavanger (Noorwegen).
De Noorsche militaire autoriteiten heb
ben hierover het volgende officieele com
muniqué uitgegeven.
Een Duitsch tweemotorig Junkervlieg
tuig was om half vijf gistermiddag bij Feie
boven Noorsch grondgebied verschenen.
Een Noorsch watervliegtuig ging het tege
moet. Het Duitsche vliegtuig verklaarde
motorstoring te hebben en vroeg, waar het
kon dalen. Den Duitschers werd gevraagd
te Sola te dalen. Zy werden derwaarts ge
ëscorteerd door twee Noorsche vliegtuigen.
Om half zes daalde het Duitsche vliegtuig
bij Moseid, op een halve mijl van Sola. De
bemanning, welke ongedeerd was, stak het
vliegtuig in brand. Een Noorsche militaire
patrouille werd uitgezonden. De beman
ning werd geïnterneerd.
WIJZIGINGEN IN DE REGEERING.
Officieel wordt medegedeeld, dat de vol
gende wijzigingen zullen worden gebracht
in de Britsche regeering
Lord Chatfield treedt af als minister
voor coördinatie. Samuel Hoare wordt mi
nister van luchtvaart. Winston Churchill
zal, als oudste van de ministers van de de
partementen van de landsverdediging,
voorzitter worden
van de commissie
van deze ministers
(nl. leger, vloot
en luchtmacht) die
regelmatig zullen
vergaderen met de
chefs van de drie
staven als advi
seurs om ten be
hoeve van het oor
logskabinet de
voornaamste fac
toren van. den
strategischen toe
stand te bestudee-
ren,alsmede den
vooruitgang in de operaties. Van tijd tot
tijd zal deze commissie aan het oorlogs
kabinet voorstellen doen ten aanzien van
de oorlogsvoering.
Winston Churchill blijft eerste lord van
de admiraliteit. Kingsley Wood wordt
privy seal, lord Woolton wordt minister
voor het voedingswezen, majoor Try on
wordt kanselier voor het graafschap Lan
caster, Ramsnotham rijkscommissaris voor
de werkverschaffing, wordt minister voor
opvoeding en graaf Delawarr, de minister
van opvoeding wordt commissaris voor de
werkverschaffing. Morrison wordt minister
van P.T.T., de parlementaire secretaris van
het ministerie van marine, Shakespeare
wordt minister voor don overzeeschen han
del. Warrender, de financieele secretaris
van het ministerie van oorlóg wordt parle
mentair en financieel secretaris van het
ministerie van marine. Sir Edward Grigg,
parlementair secretaris van het ministerie
van inlichtingen, wordt financieel secre
taris van het ministerie van oorlog.
Kingsley Wood wordt voorzitter van de
commissie voor binnenlandsche politiek,
welke alle sociale vraagstukken en andere
binnenlandsche kwesties zal behandelen.
Ook zal hij voorzitter worden van de com
missie voor de voedingspolitiek, welke het
voedsel'vraagstuk en den landbouw zal be-
stuöeeren.
Sir John Simon blijft minister van finan-
ciën en zal voorzitter van de commissie
voor de economische politiek blijven.
Sir Samuel Hoare zal op het ministerie
van luchtvaart worden by gestaan door
lord Riverdale als vice-voorzitter van den
raad voor de voorraden van het ministerie
van luchtvaart, welke zich bezighoudt met
de productie van vliegtuigen.
In de officieele mededeeling wordt ge
zegd, dat het feit, dat sommige ministers
een minder belangrijken post aanvaarden,
niet ten doel heeft hen achteruit te zetten,
doch alleen om van iederen minister in tijd
van oorlog het beste gebruik te maken.
Er zal geen minister van coördinatie
worden benoemd in opvolging van lord
Chatfield, het ministerie voor de voorra
den is gevoegd by de commissie, waarvan
Winston Churchill voorzitter is.
Dit nummer bestaat uft 2 bladen.
Weer luchtaanvallen op de scheepvaart.
(Pag. 1, eerste blad)
Tal van wijzigingen in de Britsche re
geering. (Pag. 1, eerste blad)
Opnieuw richten aardschokken schade
aan in Turkije. (Pag. 1, eerste blad)
ZIE VERDEK EVENTUEEL
LAATSTE BERICHTEN
IVVLKk /yft'rv
WAT HEEFT REYNAUD TE LONDEN
05#DERTEEKEND
Een zekere beroering kan thans opge
merkt worden in Fransche politieke krin
gen, vooral radicale en zekere deelen van
links. Op een vergadering van radicale af
gevaardigden hebben aldus Reuter Dinsdag
o.m. de oud-ministers Bonnet en Guy La-
chambre krachtige critiek uitgeoefend op
de regeering. Er verluidt, dat zy geëischt
hebben te vernemen, wat Reynaud in Lon
den heeft onderteekend. Tenslotte werd een
delegatie benoemd onder leiding van Bon
net, met als taak Daladier op de hoogte
te brengen der opvattingen van de partij.
De delegatie heeft niet bekend gemaakt,
wat zij Daladier had mede te deelen, doch
volgens de „Populaire" wenschte zij, dat
Daladier het partijbestuur zou bijeenroe
pen, dat dan tegen Reynaud zou moeten
optreden, zooals jaren geleden het congres
te Angers de regeeringPoincaré ten val
bracht. Indien dit zoo is, schijnt Daladier
aan dien vvensch geen gevolg te hebben
gegeven. Hij steunt Reynaud en wijdt zich
niet aan partij-aangelegenheden, doch aan
de nationale verdediging.
De Britsche pers en de nieuwe
regeering.
De Britsche pers verwelkomt de benoe
ming van Churchill tot opperste leider van
de landsverdediging, doch de overige wijzi
gingen in het kabinet worden met ge
mengde gevoelens ontvangen. Men be
treurt over het algemeen, dat geen klein,
compact oorlogskabinet is gevormd. De
„Times" is van meening, dat de wijziging
geen groot enthousiasme te weeg zal bren
gen, het voornaamste doel schijnt de capa
citeiten van verscheidene ministers op ver
schillende plaatsen te onderzoeken.
De „Daily Telegraph" had gaarne een
soort coalitie-kabinet gezien, doch het blad
merkt op, dat dit niet mogelijk is door het
besluit van de socialistische partij, dat
geen van haar leden een minister-zetel zal
aanvaarden. De „Daily Mail" dringt aan op
de vorming van een oorlogskabinet.
IN STRIJD MET DE OVEREENKOMST.
De Uusi Suomi meldt uit Tallinn, dat
onlangs in Estland aanzienlijke Russische
troepenafdeelingen en een groote hoeveel
heid munitie en militaire uitrustingen zijn
aangekomen. De nieuwe afdeelingen zyn in
hoofdzaak samengesteld uit de troepen, die
op de Karelische landengte hebben ge
vochten. Terwijl gedurende den Finschen
oorlog een groot deel der in Estland ge
legerde troepen naar het front werd ge
zonden, verneemt men thans uit goede
bron, dat een aanzienlijk grooter aantal
manschappen naar Estland zou zijn gezon
den, hetgeen overigens in strijd zou zijn
met de Russisch-Estlandsche overeen
komst.
Minister van Boeyen over de oorzaken en gevolgen van dit conflict.
Op uitnoodiging van den minister van
Binnenlandsche Zaken, den heer H. van
Boeyen, zijn gistermiddag de vertegen
woordigers der Nederlandsche pers bijeen
gekomen voor een conferentie, waarin de
minister een uitvoerige uiteenzetting heeft
gegeven over het geschil tusschen Z.Exc.
en het hoofdbestuur der Nederlandsche
Vereeniging voor Luchtbescherming, zijn
oorzaken en zijn gevolgen.
Als algemeene inleiding deelde de minis
ter o.m. mede dat de oorzaken, die tot dit
geschil aanleiding gaven, in wezen van za-
kelijken aard zijn.
Zij dateeren reeds van vóór zijn optre
den. Toen de minister in 1937 de porte
feuille van Binnenlandsche Zaken aan
vaardde, verkeerde de vereeniging als cen
trale organisatie reeds in een précaire po
sitie. Zij ontving een rijks-subsidie van
5000 's jaars. Het algemeen bestuur had
geen kans gezien met dit bedrag rond te
komen, noch zich andere inkomsten weten
te verwerven.
Een en ander had er toe geleid, dat de
vereeniging als centrale organisatie onder
een in verhouding tot haar inkomsten zwa-
ren schuldenlast gebukt ging.
Een aanvrage tot verhooging van het
subsidie van 5000 op rond 100.000 vond
de minister onder de stukken, die hij bij
zijn optreden aantrof.
Onmiddellijk na zijn opt- ader. heeft de
minister in samenwerking met zijn toe-
maligen ambtgenoot van defensie een
commissie onder leiding van den secre
taris-generaal van zijn departement in
gesteld om een urgentieprogramma van
den op- en uitbouw van de luchtbe
scherming te ontwerpen. Deze commissie
stelde voor om het subsidie aan de veree
niging als centrale organisatie te verhoo-
gen tot 12 000. Over 1937 zag de minister
kans om het subsidie van 5000 alsnog op
te voeren tot 11.500.
Enkele weken na zijn optreden bij de
eerste aanraking met het bestuur van de
vereeniging, verzocht hy aanstonds om een
intense aanraking tusschen bestuur en de
inspectie van de luchtbescherming en ver
zocht aan het bestuur de inspectie toegang
tot alle bestuursvergaderingen te verlee-
nen.
Het boterde niet tusschen het alge
meen bestuur en de inspectie.
Intusschen bereikten hem klachten over
onvoldoende samenwerking tusschen het
algemeen bestuur en de inspectie.
In een bespreking met het bestuur van
de vereeniging wees de minister op de