Breskensche Courant
DE VLOOTUITBREIDING.
EERSTE BLAD
Dagblad voor Zeeland waarin opgenomen de
Alleen slagkruiserbouw afdoende geacht
voor Indië.
lag
Rusland bouwt een
fortenlinie langs de
Duitsche grens.
Hotel „Britannia" wordt heropend.
Vreemde vliegtuigen
boven Gelderland.
VJissingsche Courant
78ste JAARGANG NUMMER 78
DINSDAG 2 APR I L 1940
Abonnementsjirys: 17 ct. per weeK of t 2.2(1 pei
Kwartaal. Franco per post 2 50 Afzonderlijke
nummers 5 ct. Voor het buitenland neme men een
abonnement op het postkantoor zijner gemeente.
Advertentieprijs: Van 1--5 regels 1.25, iedere
regel meer 25 cent Bij abonnement speciale
prijs. Kleine advertenties van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent imax. 10
regels). Derde plaatsing gratis. Vooruitbetaling
Uitgave: firma e.Vib OEVBIDK Jt,Bureaux
Walstr. 58-60, Tel. 10 (2 lijn™), Giro No. 66287
Eigen kantoren te:Breskens,Dorpsstraat,Tel.21:
Oost-en West-Souburg, Kanaalstraat 45, Tel 35 -
V. S
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, IN
EXPLOITATIEKOSTEN 13'/2 MILLIOEN PER JAAR.
Personeelsvoorziening is verzekerd.
De minister van Koloniën heeft aan de
Tweede Kamer een afschrift met memo
ries doen toekomen ter toelichting1 van
het wetsontwerp tot verhooging van de
Defensiebegrooting voor 1940, waarbij gel
den worden aangevraagd voor de aange
kondigde vlootuitbreiding, zooals dit ont
werp bij den Volksraad is ingediend.
Aan de memorie van toelichting wordt
het volgende ontleend.
In verband met de veranderingen, welke
de laatste jaren zijn opgetreden in de al-
gemeene politieke situatie, zoo in Oost-
Azië als in Europa, is de regeering tot de
overtuiging gekomen, dat het noodzakelijk
is de maritieme verdediging van Neder-
landsch-Indië op een belangrijk hooger peil
te brengen.
Doel moet zijn de beschikking te verkrij
gen over een zeemacht, welke Nederlands
neutraliteit ook in dit deel der wereld kan
doen eerbiedigen en zoo noodig met klem
Nederlands rechten in het Verre Oosten
kan handhaven.
Onaantastbaarheid van Indischen
archipel niet te garandeeren.
De regeering heeft zich bij haar be
slissing gerealiseerd, dat geen enkele
uitbreiding, die in verband met de fi-
nencieele consequentie uitvoerbaar is,
ons een beheerschende maritieme
machtspositie in en bij den Indischen
archipel zou kunnen verschaffen, zoo
danig, dat van onaantastbaarheid van
dit gebied zou kunnen worden gespro
ken. Wat echter wel kan worden be
reikt is een uitbreiding van zoodani-
gen aard en omvang, dat een schender
van onze souvereine rechten wordt ge
dwongen tot de grootst mogelijke
krachtsinspanning bij maritieme ope
raties in of bij onzen archipel.
Een dergelijke krachtsinspanning be
staat indien een eventueele schender, hetzij
van onze eenzijdigheid, hetzij van onze
territoriale integriteit, daarbij tot het in
zetten zijner zwaarste machtsmiddelen
moet overgaan. Echter, om te bereiken,
dat dit niet slechts tijdelijk noodig zal zijn,
moet de aard onzer vlootuitbreiding dan
tevens een zoodanige zijn, dat de kern
onzer maritieme strijdkrachten door het
optreden van de zwaarste eenheden van
een tegenstander niet zal kunnen worden
geneutraliseerd, doch intact kan blijven om
voor den tegenstander een voortdurende
bedreiging te vormen.
Door spëcialiseering van den opbouw
onzer marine in een bepaald wapen, is
zulks naar de vaste overtuiging der regee
ring nooit te bereiken.
Noch het onderzeebootwapen, noch
het luchtwapen en evenmin de in dit
verband wel eens genoemde motor
torpedoboot zijn in staat een tegen
stander tot den inzet zijner zwaarste
machtsmiddelen, te weten zijn slag
schepen, te dwingen.
Al de genoemde gelegenheidswapens zul
len hem meer of minder groote verliezen
kunnen berokkenen, doch hen overigens
slechts dwingen tot een bestrijding, welke
met het inzetten van licht materieel uit
voerbaar is en althans niet vordert, ja het
zelfs niet wenschelijk maakt, dat zwaar
materieel wordt aangetrokken. En van dit
lichte materieel bezit iedere groote zee
mogendheid meer dan voldoende aantallen
eenheden.
De eenige mogelijkheid om een be
langrijk hooger peil van maritieme
kracht, dus ook van preventieve wer
king, te bereiken, ligt in de belang
rijke verhooging der artilleristische
kracht van onze zeegaande vloot.
De artilleristische kracht van het ope
ratieve orgaan in Nederlandsch-Indië
wordt thans gevormd door de aanwezig
heid van lichte kruisers en flottieljeleiders.
Het behoeft geen betoog, dat, hoe goed de
bemanningen dezer lichte artillerie-eenhe
den ook geoefend mogen zijn, een zeemo
gendheid van eenige beteekenis niet meer
dan een zekere aantal zwaardere kruisers
noodig zou hebben, om de zeegebieden in
den Indischen archipel te beheerschen.
Ook een zelfs aanzienlijke uitbreiding
van het aantal lichte kruisers onzerzijds
brengt in dezen toestand geen verandering,
aangezien wederom een aantal kruisers,
zoowel lichte ais zware, dat groote zeemo
gendheden tot haar beschikking hebben,
zeer veel grooter is dan het aantal dat wjj
redelijkerwijs in zee zouden kunnen bren
gen.
Het zenden van een belangrijk aantal
kapitale schepen, een deel dus van haar
slagvloot, naar den Nederlandsch-Indischen
archipel, zal, voor welke zeemogendheid
ook, beteekenen, dat zij elders haar positie
in aanzienlijke mate verzwakt, hetgeen
haar kan nopen om van een maritieme
onderneming als hier bedoeld af te zien.
Bovendien komen in een archipel als de
onze, de gelegenheidswapens als onderzee
boot, mijn en vliegtuig in een veel beter
positie als er kostbare, zware schepen
moeten verschijnen dan wanneer een te
genstander het met licht materieel af kan.
Een vijand zal dus rekening moeten hou
den met ernstige verliezen, waardoor een
mogelijke verzwakking van zijn slagvloot
een rol bij het opzetten van zijn plannen
zal moeten spelen.
Welke kapitale schepen moeten
worden gebouwd.
Ten aanzien van het kaliber van het te
voeren geschut is de minister van Defensie
van oordeel, dat het doorborings-vermogen,
ook op groote gevechtsafstanden zoodanig
moet zijn, dat met enkele treffers een
zware kruiser van het gangbare type
(10.000 ton waterverplaatsing), buiten ge
vecht wordt gesteld. Het kaliber zal onder
het „zware" geschut moeten kunnen wor
den gerekend omdat op de in de praktijk
grootste gevechtsafstanden ook een vijan
delijk slagschip schade moet kunnen wor
den toegebracht. Het aantal kanonnen moet
zoo gekozen worden, dat snel inschieten
onder practijkomstandigheden gewaarborgd
is. Mitsdien werd als eisch voor de artillerie
vastgesteld: een batterij van 9 kanonnen
van 28 cm.
De pantsering.
De bescherming met pantser der Neder-
landsche kapitale schepen zal zoodanig
moeten zijn, dat ook op de kleinere ge
vechtsafstanden (een geval, dat zich uit
sluitend bij slecht zicht zal kunnen voor
doen) ons pantser niet doorboord wordt
door de zgn. pantserspringgranaten van
20.3 cm. Het kaliber van 20.3 cm. is toch
dat van de artillerie van den zwaarsten
kruiser (10.000 ton) en de Nederlandsche
eskadercommandant moet, menschelijker-
wijze gesproken, de zekerheid hebben, dat
de jacht op alle vaartuigen van den vijand,
van den zwaarsten kruiser van 10.000 ton
af tot de lichte eenheden toe, d.w.z. op
alle vaartuigen van den vijand, die zwak
ker zijn dan slagschepen, voor hem niet
zoodanige schade kan medebrengen, dat
hij het gevechtsterrein moet verlaten.
Voor dit desideratum, dat den minister
van in het oog springend belang voorkomt,
is noodig den Nederlandschen schepen een
gordelpantser te geven van 225 mm. Waar
voor deze schepen er bovendien rekening
mede gehouden moet worden, dat op zeer
groote gevechtsafstanden de artillerie-
strijd ook met zwaar geschut niet behoeft
te worden gevreesd, is het noodig een drie
tal pantserdekken van te zamen 130 mm.
op de Nederlandsche schepen aan te bren
gen, opdat de op grooten afstand steil in
vallende zware projectielen geen ernstige
schade zullen kunnen aanrichten, evenmin
trouwens als vliegtuigbommen, die in uit
zonderlijke gevallen (bijv. ten anker lig
gend) het schip zouden kunnen treffen.
Door deze eischen op het gebied van be
scherming, zal met inachtneming van de
reeds genoemde artilleristische eischen en
de nog te noemen snelheidseisch een ge
wicht van plm. 12.000 ton, alleen voor
pantser, in het project moeten worden uit
getrokken.
De snelheid.
De in de tropen vol te houden maximum
vaart van onze schepen dient op 33 mijl
per uur te worden gesteld, zijnde belang
rijk hooger dan die van slagschepen, ook
van de grootste soort. Beschikkende over
zulk een snelheid en bovendien over een
uitstekende verkenning met name door de
groote vliegbooten, welke de Koninklijke
marine reeds bezit, is het zeer onwaar
schijnlijk dat de Nederlandsche zware
schepen in het uitgebreide zeegebied zou
den kunnen worden verrast en in zooda
nige uitsluitingspositie gebracht, dat zij
tegen een overmachtige combinatie van
zware vijandelijke schepen een gevecht on
der ongunstige omstandigheden zouden be
hoeven aan te gaan.
De regeering meent, dat, waar alle mo
derne inzichten omtrent de bescherming
tegen geschutvuur en onderwater-explosies
hier kunnen worden toegepast, de schepen
deugdelijke waarborgen bieden tegen be
langrijke averq door treffers, dat het be
zwaar van te veel op één kaart te willen
zetten, ondervangen is en dat dus met het
kleinste aantal, dat uit krijgskundige of
gevechtstactische overwegingen noodig is,
kan worden volstaan.
De bosten.
Van een dergelijk schip zjjn de volledige
bouw- en uitrustingskosten berekend op
71 millioen, hetgeen voor 3 schepen een
uitgave van 213 mililoen beteekent. De
exploitatiekosten zijn berekend mede
aan de hand van buitenlandsche gegevens
te stellen op zeker niet meer dan 4'/2
millioen per schip in Indië, gevende voor
3 schepen in dienst in Indië en bedrag van
13'/2 millioen.
Hierna had 'de regeering zich te beraden
over de consequenties ten aanzien van den
aanbouw van lichter materieel,
dat, gevoegd bij hetgeen op, dit gebied
reeds aanwezig- is of wordt aangebouwd,
voldoende zou zijn om de actie der groote
schepen, die men snelle slagschepen of
extra gepantserde slagkruisers zou kun
nen noemen, tot zijn recht te doen komen
en hun veiligheid te waarborgen. Hierbjj
moet in de eerste plaats de nadruk worden
gelegd op een goede verkenning. Lichte
kruisers, flottieljeleiders en torpedoboot-
jagers zjjn hiervoor noodig benevens ver
kenningsvliegtuigen. Slechts wat deze
laatste betreft, wordt een uitbreiding van
de organiek sterkte met nog 12 groote
zeeverkenners noodig geoordeeld, hetgeen
een totale uitgave van 6 millioen vor
dert. De sterkte van de hier genoemde
varende materieel is na voltooiing van den
onderhanden zijnden aanbouw zeker vol
doende voor het beoogde doel.
De beveiliging der zware schepen ver-
eischt slechts een voorziening met betrek
king tot. het onderzeebootgevaar.
Teneinde de aangevraagde kapitale
schepen te kunnen doen vergezellen door
onderzeebootjagers, is een totaal bedrag
van 7.2 millioen noodig voor 12 snelle
motorbooten, bewapend met dieptebom
men en mitrailleurs van 20. mm.
Voor de onderzeebootbestrqding in de
nabijheid van de basis Soerabaja wordt
een 6-tal onderzeebootjagers-mijnenveger
aangevraagd, waarvan de bouw in totaal
een bedrag van 6 millioen beloopt.
Verder zrjn in het kader van deze plan
nen nog noodig gebleken een tweede tank
boot en het inrichten als mijnenlegger van
2 in Indië aan te bouwen gouvernements-
vaartuigeri, weermede in totaal 4 mil
lioen gemoeid is.
De verdediging van Soerabaja.
Tenslotte omvatten de ingediende voor
stellen een versterking van de verdediging
van Soerabaja en de uitbreiding van wal-
inrichtingen en havenwerken benevens een
verbetering der outillage aldaar om deze
vlootbasis geschikt te maken voor de ver
zorging der grootere vloot. Daarbij is
voor verdedigingswerken uitgetrokken een
bedrag van 15 millioen, grootendeels be
stemd voor den bouw eener zware kust-
batterij, terwijl daarboven een bedrag van
2 millioen voor mijnen en dieptebommen
noodig is.
Voor de verbetering en uitbreiding van
walinrichtingen, havenwerken en outillage
wordt totaal 25 millioen aangevraagd.
Het bedrag, dat met de uitvoering
dezer voorstellen is gemoeid beloopt
283,2 milloen, waarvan verreweg het
grootste deel in Nederland verwerkt
zal worden, aangezien de bouw der
schepen op Nederlandsche werven
plaats zal hebben.
Uiteraard is bij het overwegen van de
mogelijkheid van uitvoering van de voor
gestelde bouwplannen nauwkeurig nage
gaan of de
personeelsvoorziening
gewaarborgd is.
In 16 van de 20 voornaamste catego
rieën zal in den loop van 1945, zijnde het
jaar waarin de derde slagkruiser gereed
komt, de vereischte sterkte worden be
reikt, bij verschillende categorieën zal dit
reeds eerder het geval zijn. Slechts in 4
categorieën waarvan die der zeeoffi
cieren en der officieren van den marine
stoomvaartdienst de voornaamste zijn
zullen alsdan nog de geringe tekorten van
4 tot 7 bestaan.
Dit bovendien tijdelijk tekort is
van zoo weinig beteekenis, dat het volko
men gerechtvaardigd is om het bemannen
van het aan te bouwen materieel verze
kerd te noemen.
Ongetwijfeld is een uitgave van ruim
280 millioen voor deze groote en belang
rijke versterking van de defensie van
Oost-Indië een zeer aanzienlijk bedrag. Dit
door het Nederlandsche volk te brengen
offer zal evenwel ongetwijfeld in het bui
tenland den indruk vestigen, dat het Ne
derland ernst is met het streven om zijn
plaats in de wereld te behouden.
Een korte beschouwing moge hieraan
nog worden toegevoegd. Men zou uiteraard
voor een bedrag van ruim 280 millioen
ook een uitbreiding van anderen aard kun
nen verkrijgen, bijv. bestaande uit kruisers
(lichte en/of zware), torpedoboot jagers,
onderzeebooten, vliegtuigen en verder licht
materieel. Een uitbreiding der basis te
Soerabaja van ongeveer geljjken omvang
als die welke is voorgesteld zou evenwel
ook dan niet achterwege kunnen bljjven.
Verder rekening houdende met een uit
breiding van het zeer lichte materieel en
blijvende binnen het kader van het ge
noemde bedrag, zou dan een versterking
met bijv. 4 zware kruisers (10.000 ton wa
terverplaatsing en geschut van 20.3 cm.)
en nog 2 of 3 lichte kruisers kunnen wor
den verkregen. Echter en daar gaat het
om, de verhooging van de preventieve en
represieve waarde van de aldus uitgebreide
krijgsmacht voert niet tot het niveau, dat
de regeering daarvoor in de omstandighe
den van dit tijdsgewricht noodzakelijk
acht.
De jaarlijksche exploitatiekosten van een
dergelijke kruiservloot zouden ook aanmer
kelijk hooger zijn dan het hierboven reeds
genoemde bedrag van 13.5 millioen voor
de 3 slagkruisers.
Ingevolge de regelen, welke worden toe
gepast ten aanzien van de verdeeling der
vlootkosten tusschen Nederland en Neder-
lahdsch-Indië, zou van het totaal der ge
raamde kosten een bedrag van 236.2
millioen ten laste van het moederland
moeten komen en de rest namelijk de
kosten voor verbetering en uitbreiding der
vlootbasis, voor de verdedigingswerken al
daar, voor een drijvend dok en voor de
mijnen en dieptebommen ten laste van
Nederlandsch-Indië.
Deze kostenverdeeling komt der regee
ring voor het huidige plan minder wen
schelijk voor, omdat dit plan als een een
heid moet worden beschouwd.
Mede met het oog op de toeneming
van de exploitatiekosten, welke aan de
uitvoering van het onderhavige plan
in de toekomst zullen zijn verbonden,
wordt voorgesteld de uitgaven voor
den aanbouw geheel ten laste van de
rjjksbegrooting te brengen.
Op grond van practische overwegingen
zullen de uitgaven voor uitbreiding, ver
betering en verdediging van de vlootbasis
te Soerabaja, voor zoover de betrekkelijke
uitgaven in Nederlandsch-Indië moeten
worden gedaan, op den buitengewonen
dienst van de begrooting van Neder
landsch-Indië worden aangevraagd en als
kapitaalsverstrekking ten laste van de de
fensiebegrooting aan dat gebiedsdeel wor
den gerestitueerd.
Het vraagstuk van de dekking van de
rente en aflossing van de geldleeningen,
welke ter verkrijging van het aanbouw-
kapitaal moeten worden gesloten, kan het
best worden bezien in het verband van de
geheele financieele positie van het moeder
land. De regeering meent derhalve haar
beschouwingen te dien aanzien te moeten
uitstellen tot de begrooting voor het jaar
1941.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
§d>eurlc«i»sscw
van
len
De opperbevelhebber in Zeeland.
(Pag. 2, eerste blad)
Verdere bijzonderheden over het slag
kruiserplan.
(Pag. 1, eerste blad)
Ernstige overstroomingen in Penn-
sylvanië. (Pag. 2, eerste blad)
8 Mei wordt Britannia heropend.
(Pag 1, eerste blad)
Rusland bouwt een fortenlinie langs
de Duitsche grens.
(Pag. 1, eerste blad)
ZIE VERDEK EVENT CEEL
LAATSTE BEKK'HTEN
Uit Cernauti wordt aan Havas gemeld,
dat de Russen snel een linie van betonnen,
versterkingen langs de RussischDuitsche
grens bouwen. De bevolking is uit het
grensgebied weggevoerd tot ongeveer 100
km. van de verdedigingslinie.
OP WOENSDAG 8 MEI A.S.
De plannen van de nieuwe directie.
Wij zijn thans in staat om iets meer po
sitiefs te vertellen over de plannen met
betrekking van hotel Britannia. Hoewel de
notarieele akte nog moet worden geteekend,
staat het toch wel vast dat het hotel zal
overgaan naar een N.V., waarbij noch de
Maatschappij „Zeeland", noch één of andere
brouwerij is geïnteresseerd. Als directeur
van Britannia is benoemd de heer J. P. Tol-
huisen, die zijn sporen op dit gebied weJ
heeft verdiend. De heer Tolhüisen was o.a
directeur van het bekende hotel „De Hooge
Vuurschè", dat kort geleden is afgebrand.
Wij mochten met den nieuwen directeur
van Britannia een onderhoud hebben, in
welk onderhoud hij ons het een en ander
van zijn plannen heeft verteld.
In de eerste plaats staat het nu wel
vast dat Britannia op Woensdag 8 Mei,
dus Woensdag voor Pinksteren, offi
cieel zal worden heropend. Het ligt in
de bedoeling dat deze openingsplechtig
heid op grootsche wijze zal geschieden.
Zoo zal een groot aantal notabelen
uit geheel Zeeland en van ver daarbui
ten worden uitgenood!gd, bij deze ope
ning tegenwoordig te zijn.
De heer Tolhüisen, die voordien geheel
onbekend was met Britannia en ook met
Vlissingen, blijkt ten zeerste verrast te zijn
over de ligging van Vlissingen in het alge
meen en Britannia in het bijzonder, waar
door, volgens hem, Vlissingen een eerste
klasse badplaats kan worden. Hij vindt het
badstrand en de boulevards hier nog
mooier dan die van Cannes of andere Ri-
vière-steden, waar de zee wel blauwer, doch
de behuizing buiten de luxe-hotels veel
smoezeliger is.
De directeur is dan ook vol goeden moed
bij het aanvaarden van de directie van Bri
tannia. De tijdsomstandigheden behoeven
volgens hem, geen noemenswaardige rol te
spele- voor een herleving van Britannia,
dat terecht een algemeene bekendheid ge
niet. Mede daardoor heeft de heer Tolhüisen
de beste verwachtingen voor het a.s. sei
zoen. Het doel van den nieuwen directeur
is in de eerste plaats het hotel te maken tot
een bedrijf van standing en rust.
Ingrijpende veranderingen te
verwachten.
De inrichting zal geheel veranderd moe
ten worden, doch daar de tijd van voorbe
reiding voor het a.s. seizoen thans te kort
is, moet nu worden volstaan met het hoog-
noodigste, zooals schilderwerk en andere
kleinigheden. Is het seizoen voorbij, dan zal
onmiddellijk worden begonnen, de inrichting
van de kamers te veranderen en in een stijl
tè brengen zooals deze was in het vorige
bedrijf waarvan de heer Tolhüisen de direc
tie voerde. Ook in de benedenzalen zullen
ingrijpende' veranderingen worden aange
bracht, zoodat Britannia een luxe bedrijf
zal worden.
De prijzen zullen in overeenstemming ge
bracht worden met gelijke bedrijven en
varieeren van 6.50 tot 8.
Wat betreft
het amusement,
is het de bedoeling van de directie, dit
eveneens in overeenstemming te brengen
met den opzet van de exploitatie.
Een klein ensemble van goede mu
sici zal uitsluitend voor de gasten en
oar-bezoekers optreden, zoodat een „show"
voor het buitenstaande publiek niet zal
voorkomen. Vanzelfsprekend ligt het ook in
de bedoeling de groote zaal niet uitsluitend
te bestemmen voor congressen of te gebrui
ken als dinerzaal, doch deze tijdens het sei
zoen mede te gebruiken voor avonden van
kleinkunst. Een publieke dansgelegenheid
zal beslist worden uitgeschakeld, als niet in
overeenstemming met de standing van het
hotel.
Over congressen gesproken, daarvoor
zjjn reeds vele aanvragen, zooaat daar
aan geen gebrek zal zijn.
Reeds hebben vele gasten besproken voor
het a.s. seizoen en speciaal voor de Pink
sterdagen zijn reeds tal van aanvragen ge
komen. Daarover maakt de directie zich
niet de minste zorg.
Tot slot van ons onderhoud verklaarde de
heer Tolhüisen ons nog dat hij blaakte van
enthousiasme en energie om een mooi be
drijf, met een warme sfeer, te vestigen.
Ook 's winters geopend.
Het ligt in de bedoeling Britannia ook
's winters geopend te houden en beschik
baar te stellen voor uitvoeringen, vergade
ringen enz., in denzelfden geest als dat
altijd geweest is.
Geen personeelvraagstuk.
De nieuwe directeur acht het personeel
vraagstuk voor Vlissingen niet moeilijk,
daar hij zelf een kern van personeel mee
brengt, dat gewerkt heeft in de „Hooge
Vuurschè". De aanmelding van het nog be-
noodigde personeel had, zoover tot nu toe
bleek, een vlot verloop.
Geen damesbediening.
Damesbediening zal ook in de toekomst
niet meer plaats vinden. Daarvan is de
directeur een persoonlijk tegenstander.
NIET HERKEND WEGENS GROOTE
HOOGTE.
De regeeringspersdienst meldt:
Gistenr zjjn boven gedeelten van
Gelderland vreemde vliegtuigen gesigna
leerd, welke zich op zóó groote hoogte
bewogen, dat de nationaliteit niet herkend
lion worden. Verschillende jachtpatrouilles
zijn opgestegen, waarna de vliegtuigen ons
rechtsgebied verlieten.