Sport
TWEEDE BLAD
VLISSINGSCHE COURANT
Vlissingen vóór 625 jaar tot stad verheven.
B; i even uit België en
Luxemburg.
Uit de Courant
van vóór 50 iaar.
BUITENLAND
waarin opgenomen de BrCSketlSChe COUfailt
ZATERDAG 30 MAART 1940 NUMME R 76.
2 APRIL 1315.
Vlissingen niet de oudste stad op Walcheren. Het heeft al in de 13e
eeuw een gasthuis. Vlissingen einde 13de eeuw reeds een strategisch
punt tegenover Vlaanderen. Eischen, waaraan voldaan moet wor-
den, om stad of oppidum te worden. De Vlissingers mogen
TOLVRIJ varen door Holland en Friesland en Zeeland.
't Is wel merkwaardig, dat het 600-jarig
jubileum van Vlissingen door den wereld
oorlog onopgemerkt is voorbijgegaan en
nu, een kwarteeuw later, zijn we weer
onder dezelfde omstandighedentoch
schijnt het niet van belang ontbloot, dit
feit te herdenken, zij het dan maar in ge
schrifte.
Want belangwekkend is het toch wel en
niet alléén voor den Vlissinger, prat op de
stad zijn geboorte, dat deze grijze Schelde-
stad, toch nog eeuwig jong in zijn aspi
raties, nog van jeugdige stoere werkkracht
daverend, steeds naar nieuwe bestaans-
perspectieven speurend en ze ook vindend,
altijd zich weer assimileert aan de moder
ne eischen. Het bestaat meer dan zes
eeuwen en toen, als nu, leefde en streefde
het, zich rekkend en strekkend en nooit
den kamp opgevend. Het werd in waarheid
geen doode stad, maar alle dreiging en
onheilen ten spijt verhief het zich weer
en zoekt in werken zijn kracht èn zijn
welvaart.
Vlissingen is niet het oudste Zeeuwsche
stadje, Middelburg kan er op bogen bijna
een eeuw vroeger te zyn verheven tot „op
pidum" (1217), zelfs Westkapelle genoot
ook bijna een eeuw eerder dat voorrecht
(1223), Domburg eveneens in 1223, terwijl
Zierikzee alle Walchersche plaatsen in
ouderdom overtreft, maar Vlissingen en
Middelburg zijn dan toch belangrijke ste
den gebleven en onze eigen stad heeft
de oudere in inwoneraantal overvleugeld.
Wil men nog eenig ander vergelijkings
materiaal buiten Zeeland, want ouderdom
is vaak interessant als men hem relatief
bekijkt, dan noem ik bijv. Rotterdam, dat
juist vóór zes eeuwen, Dordrecht dat in
1252 stadsrechten kreeg. Den 2en April
1315 ging Vlissingen van grafelijk domein
goed over tot „oppidum", met stedelijke
rechten en verplichtingen. Het privilege
van graaf Willem in is de eigenlijke
stichtingsbrief van de stad Vlissingen.
De parochie Vlissingen bestond natuur
lijk reeds langer. Van Vlissingen als pa
rochie wordt het eerst gesproken in een
charter van 28 Mei 1247 l). Er was toen
een kerk, een pastorie aan het veer naar
Vlaanderen, aan den handelsweg naar
Sluis, Rodenburg, Brugge enz.; een tegen
hanger dus van Veere dat in het noorden
van Walcheren een dergelijke bestaans-
oorzaak had.
Bij den passantenweg behoort een gast
huis in den ouden zin des woords, waar de
reizigers den nacht konden doorbrengen,
wachtend op gunstig tij, weer en wind en
inderdaad was dit ook aanwezig. Den 18en
October 1271 vermaakte vrouwe Aleid van
Avesnes, voogdesse en tante van graaf
Ploris V „hospitali in Vlissinghem quinque
libras" (dus 5 ponden Tournois of 30
gulden aan het gasthuis in Vlissingen).
Aan haar had Wisse, Heer van Koude-
kerke, den 20en September 1264 zijn
„steenen huis" (domum meam lapidamï
staande in „Vlissinghe" opgedragen, doch
had het, naar de gewoonte dier dagen in
leen terug ontvangen met de bepaling, dat
het steeds voor haar en haar erven zou
openstaan, dus als 's graven „herberg" zou
dienen, eveneens een gewoonte in de mid
deleeuwen men moest den graaf en zijn
gevolg op de doorreis herbergen. Over dit
„Steenhuis" werd in de 14e eeuw meer
malen door den graaf beschikt, maar toen
reeds had, en wel sinds 1294, Wisse zoo
wel zijn bezittingen te Koudekerke als die
onder Vlissingen aan den graaf moeten
verkoopen ter regeling van zijn schul
den 2). Zeker is, dat het in de 17e eeuw
reeds zoo onbekend is, dat de historicus
Jacob van Grijpskerke het met Alva's
citadel kon verwarren. Alleen de namen
Kasteelstraat en Steenhuisstraat brengen
dezen feodalen tijd nog in herinnering
het stond niet ver van eerstgenoemde
straat af.
We zien dus dat de bodem van Vlis
singen ter beschikking stond van graaf
Ploris V, van Vlissingen voer men in het
voorjaar van 1295 uit om Guy van Vlaan
deren te bestoken, de ontijdige geweldda
dige dood van den bekenden graaf in den
zomer van 1296 is waarschijnlijk de oor
zaak, dat aan graaf Willem III beschoren
bleef er van te maken, wat anders zijn zoo
tragisch omgekomen voorganger wel ge
daan zou hebben.
Want Vlissingen was een strategisch
punt van belang, juist tegenover den erf
vijand Vlaanderen, waarmede de Holland-
sche graven voortdurend over Zeeland
Bewesten Schelde krijg voerden, tegenover
Engeland, waarmee toen reeds geregeld
handel gedreven werd, waarmede boven
dien Floris telkens in connectie stond,
ook door zijn huwelijk. Zeker is, dat Melis
Stoke verhaalt, dat jonker Willem in 1302
„met enen sconen hei leger) te Vlis
singhe ginc an dat mere", doch „Dat heere
keerde op dien dach (St. Jorisdag) ende
ghinc t'Amemuiden waert". Jonker Wil
lem werd verslagen op één dag te Veere
en voor Arnemuiden, maar in 1304 nam hij
wraak bij Zierikzee. Graaf geworden in
hetzelfde jaar besloot hij Middelburg, dat
door de Vlamingen bezet was en gedeelte
lik verbrand, weer te versterken en de
haven en het veer van Vlissingen te ver
beteren. De tweede Vlissingsche haven
werd aangelegd (13041308), nu Bellamy-
plein en Spuistraatals restant van de
oud-Vlissingsche haven kan men een deel
van den Spuikom beschouwen, ten oosten
waarvan het oudste Vlissingen, de straks
genoemde parochie en het „Steenhuis" lag.
Wilde een dorp, een parochie een stad
worden, „dan moesten twee elementen altijd
bij elkaar komen, nl. een economische en
een juridische basis." Naast de boeren
moesten zich allerlei handwerkslieden vesti
gen, zoodat er een geregeld verkeer ont
stond tusschen platteland en parochie, daar
de boeren hun producten moesten afzetten
en de handelaars hun waren. Zoo ontstaat
de behoefte aan een markt. Maar tegelijk
ook willen de tot kooplieden geworden han
delaars hun waren verder brengen dan de
omgeving en daarvoor was hier een bij uit
stek gunstige gelegenheid. Immers als veer-
en visschersplaats was de oude parochie
ontstaan, de visscher werd hier tevens
vrachtvaarder en nog één stap verder dan
kwam men van visscher tot schipper, van
schipper tot koopman. Vroeger toonde ik
reeds aan 3), dat aan het einde der 13e eeuw
reeds scheepjes naar Engeland voeren, en
met kolen beladen, maar ook met huiden en
andere waren terugkeerden. Zelfs hadden
de Zeeuwen partij getrokken van het ver
bod van den Engelschen koning aan zijn
onderdanen om met Vlaanderen handel te
drijven, zoodat de overvloed van wol nu naar
Zeeland verscheept werd en verder verhan
deld. De zoutnering begon te bloeien (de
beide Zelke's herinneren er nog aan de
zelke of asch door het verbranden der zout
houdende derrie vormde tenslotte heuvels),
de kleinvisscherij bevredigde niet meer, de
haringvangst op de Schotsche kust bood
nieuwe perspectieven en werd tevens een
gelegenheid het zeeproduct op de Brabant-
sche markten te ruilen voor de voortbreng
selen der hoogere beschaving uit dit wel
varend, bloeiend hertogdom, waarvan Ber
gen op Zoom en Antwerpen de uit- en in
voerhavens waren. 4)
Zoo was zeker de economische basis voor
het tot stad verheven worden aanwezig.
Zelfs een strategische basis kwam hier nog
bij. Wat de juridische basis betreft, door het
verleenen van stadsrechten erkende de
landsheer, dus hier de graaf, de collectieve
burgers „als een zelfstandig lichaam, toege
rust met eigen rechten en plichten tegen
over hem". „De burgers kregen nu een van
het gewone landrecht verschillend recht,
dat het stadsbestuur zelf kon toepassen, al
geschiedde dit meestal te zamen met een
vertegenwoordiger van den landsheer."5)
Graaf Willem Hl was begonnen met de
haven te laten graven tusschen 1304 en
1308. Nieuw Vlissingen verrees langs en aan
de nieuwe haven, een nieuwe kerk werd in
1308 gebouwd, de tegenwoordige Groote
Kerk, weldra zou een stadhuis (op de plaats
der tegenwoordige panden Breestraat 13 en
15) verrijzen als logisch gevolg van den
grafelijken giftbrief.
Hoogstwaarschijnlijk heeft Willem Hl
zijn nieuwe schepping in 1308 zelf aan
schouwd, zeker is, dat hij einde Mei van dat
jaar in Middelburg was en 21 Juni nog. 6)
Toen hij echter zijn befaamden giftbrief uit
vaardigde en wel „des Woensdaghes na be
loken Paesschen in 't jaer ons Heeren duy-
sent driehondert ende vijftiene" vertoefde
hij in Schiedam. g
Waar het de plicht van den graaf is, zoo
vngt het handvest aan, zijn landen te „ver
beteren" en zijn onderzaten te sterken,
heeft hij ten algemeenen nutte van het land
en van de bewoners „gemaect ene nieuwe
havene in onse poert te Vlissinghe". Om
echter deze haven beter tot haar recht te
laten komen en de stad zelf „te meerdere",
dus vooruit te doen gaan, en opdat de
vreemdeling er veilig moge zijn en de koop
man er in gerustheid kan komen en gaan,
heeft hij de inwoners dier „poort" stad)
binnen de grenzen de volgende rechten en
vrijheden gegeven. De grenzen der Vlis
singsche vrijheden en rechte.n loopen van
Cornelisaerts weg tot aan zee en van de
„herewech die oesten komt" tot het Mo
lenwater en van den dijk van dit Molen
water tot aan zee. De begrenzing dus ruw
geschetst is aldus: Bellamypark, hoek
Groenewoud is de Zuidgrens van het be
bouwde gebied. Wat ten zuiden en oosten
daarvan lag is het Groenewoud, nl. boom
gaarden en kaphout, oostwaarts liep de
wetering, waar de naam Schuitvlotstraat
aan herinnert, men volgt deze in zijn ver
beelding tot de Vlamingstraat, dan noord
waarts en een weg die overeenkomt met de
Oprit en dan langs den havendijk naar zee
loopt.
Alle kooplieden, die de haven en de stad
zullen bezoeken, zullen overal in ons land
vrijgeleide hebben, als het tenminste geen
vijanden zijn. Degenen, die binnen de vrijheid
van Vlissingen wonen of zullen komen wo
nen, mogen handeldrijven, tappen, bakken,
brouwen te hunnen nutte. Wie versche
visch koopt of haring, zal, voor hij van den
visscher-schipper wegvaart, metgereed geld
moeten betalen doet hjj dat niet, dan zal
hij zoolang aan boord gehouden mogen wor
den totdat hij aan zijn verplichtingen vol
daan heeft. De Antwerpenaars kwamen bijv.
te Vlissingen van de visschers de haring
opkoopen en namen van Vlissingen ook zout
mede. 7) Ook kreeg Vlissingen een vasten
marktdag en wel op Dinsdag. Zeer belang
rijk voor den handel naar buiten was de
bepaling „Soe hebben wij onsen lieven ende
glietrouwen poorters van Vlissinghen sulke
gracie gedaen, dat wij hem hun)
ghegheven hebben tolnevrij te varen mit
alle haren goede doer alle onse land, ende
van Vriesland, ghedurende tot onsen wille
ende tot onsen wedersegghen." Dit was wel
een zeer ver strekkende bepaling, waardoor
Vlissingens scheepvaart en handel zich kon
gaan ontplooien. Dit kon juist onder Wil
lem IH, die de gewesten Holland en Zee
land niet alleen in rechte van den Duitschen
keizer in November van het vorige jaar
(1314) gekregen had met Friesland, maar
ze ook vast in de hand had en de macht der
edelen brak door de bevoorrechting der ste
den een politiek waarmee de Henegouwer
die van Floris V bestendigde en voortzette.
Nu stond voor den Vlissingschen schipper
de handelsweg open naar het Midden-Euro-
peesche achterland, waarvan de Rijn de
voornaamste verkeersader was men kon
deze zonder te letten op de zoo beperkende
tolbepalingen bereiken over de Zeeuwsch-
Hollandsche stroomen. Door den waterweg
naar Antwerpen, Bergen op Zoom stond
men ook in verbinding met den belangrijken
landweg over Antwerpen, Brussel, Leuven,
Maastricht, Aken. Van hoeveel belang dat
was, blijkt uit den steeds in omvang toe-
nemenden export van haring, aangevuld
werd met de waren, die men uit Engeland
en Vlaanderen betrok.
Waren deze bepalingen belangrijk voor de
economische structuur, niet minder interes
sant waren de juridische grondslagen die
door Willem in datzelfde privilege werden
gelegd. Hierover in mijn slotartikel.
H. G. VAN GROL,
Archivaris.
1) Van den Bergh, Oorkondenboek Dl. I,
no. 437 Deel II, no. 215.
2) Van den Bergh, Oorkondenboek, H,
no. 853.
3) Vgl. mijn „Geschiedenis der oude ha-
vans", Vlissingen 1931, blz. 5.
4) Vgl. mijn „Geschied, der oude havens",
enz., blz. 13.
5) Vlg. Dr. R. Post in Brugmans' Ge
schied. van Nederl. Dl. I, Amsterdam 1935,
blz. 260.
6) Vlg. Frans v. Mieris, Charterboek,
Leiden 1754, Deel n, blz. 76.
7) VgL Floris Prims, Geschied, van Ant
werpen, H, De XHIe eeuw, Brussel 1929,
blz. 119 en volg.
De zenuwen-oorlog.
Het eenige offensief dat den laatsten
tijd onverdroten wordt voortgezet is dat
van den zenuwen-oorlog. Enkele dagen ge
leden meldde de Fransche radio weer eens,
dat de Nederlandsche bevolking in „zenuw
achtige stemming" verkeerde, wijl het land
wemelde van spionnen en aan de Duitsch-
Nederlandsche grens groote troepenver
plaatsingen waargenomen waren, zoodat
een Duitsche invasie gevreesd werd. Reeds
enkele dagen van te voren was een zelfde
alarmbericht over België uitgezonden,
hetgeen in het gebied der Belgische oost
grens en vooral in het Luikerland onrust
verwekte, met het gevolg dat weer men-
schen op eigen hand begonnen te „evacu-
eeren". Te Verviers, biivoorbeeld, hebben
duizend gezinnen een aeei van hun huis
raad dieper het land in doen brengen. Zij
die daar wel bij varen zijn in hoofdzaak
Brusselsche transportondernemers, die op
ruime schaal en ongestoord propaganda
voeren voor „de vrijwillige evacuatie".
In Nederland, zoo vernemen wij, be
staat zooiets niet, géén zenuwachtige stem
ming en nog minder „vrijwillige evacua
tie" op initiatief van belanghebbende ver
huizers. Hetgeen den strategen van den
zenuwen-oorlog inmiddels niet weerhoudt
met hun onrust-colportage voort te gaan.
De oorlogspropagandisten, die zich tot taak
stellen het terrein van den oorlog uit te
breiden en neutrale slagvelden te zoeken,
denken nog altijd de bewonderenswaardige
kalmte van het Nederlandsche volk te kun
nen breken. Zij gaan daarbij de vergissing,
het volk van Nederland te vereenzelvigen
met het Belgische volk, dat, vooral in Wal
lonië, veel minder tegen den zenuwen
oorlog bestand blijkt.
In Wallonië meent men vast, dat
Duitschland ook ditmaal weer België zal
binnenrukken en in de Waalsche bladen
kan men, dag aan dag, opwindende ar
tikelen lezen, waarin de Belgische regee
ring verweten wordt, dat zjj voor de Waal
sche industriegebieden geen voldoende be
schermingsmaatregelen getroffen en de
verdedigingslinie te diep in het land ge
legd heeft. Vooral de Luiksche bladen
maken zich hevig ongerust en sommige
Waalsche Kamerleden laten geen gelegen
heid voorbijgaan om onder de bevolking
noodelooze opwinding
te veroorzaken. Om daarvan een idee te
geven, vermelden wij het volgende, over
genomen uit „Het Laatste Nieuws" van
Brussel, een blad dat om zijn bezadigdheid
op het gebied een goede reputatie heeft:
„Thans wordt aangekondigd, dat de heer
Truffaut, volksvertegenwoordiger voor
Luik en uitgever van de extremistische
„Action Wallonne", gevraagd heeft om in
de Kamer te interpelleeren over het ver
plaatsen van zekere nijverheidsinstellingen
uit het Luiksche naar andere streken, ter
wijl hij eveneens van de regeering de uit
drukkelijke verklaring verlangt, dat het
doel voor onze landsverdediging is en blijft
het land van Luik te vrijwaren tegen een
inval. Men vraagt zich af, zoo gaat „Het
Laatste Nieuws" verder, waarom de heer
Truffaut niet meteen eischt, dat de plan
nen van onze landsverdediging openbaar
gemaakt en toegelicht zouden worden. De
wijze, waarop de heer Truffaut de ge
moederen wil ophitsen, heeft hem reeds
een bestraffing bezorgd van de „Etoile
Beige", die er aan herinnert hoe de vrien
den van den heer Truffaut te Luik in 1930
te keer gingen tegen de credieten voor de
landsverdediging, terwijl hij thans de wet
zou willen stellen."
Een ander Vlaamsch blad wijst op de
alarm-campagne der Luiksche pers, welke
in het industrieele Verviers reeds geleid
heeft tot een begin van vrijwillige evacua
tie, die het normale zakenleven zeer be
lemmert. Het blad laat een Engelsch mi
litair deskundige aan het woord, die een
Duitschen inval in België onwaarschijn
lijk acht, terwijl ook Engeland en Frank
rijk de dwaasheid niet zullen begaan vóór
hun deur een uitbreiding van het oorlogs
front te zoeken. De Engelsche militaire
deskundige schrift namelijk: „Onder de
tegenwoordige omstandigheden zou het
AMSTERDAM KRIJGT PERMANENTE SCHUILKELDERS.
Het aantal schuilplaatsen dat ten behoeve van de burgerbevolking voor be
schaming bij iuclngevaar worden gebouwd, breidt zich nog steeus uit. Het
nieuwste model is geheel van gewapend beton gemaakt en biedt, naast grootere
bescherming, ook beter weerstand aan de invloeden van ons wisselvallig kli
maat. De bouw van een nieuwe schuilplaats. De bewapening voor het beton
is duidelijk te zien.
voor Engeland en Frankrijk dwaasheid zijn
in het vesten een zuiver offensieve strate
gie te beproeven. Dit wordt bjj de een
voudigste berekening duidelijk, daar zij
slechts 60 tot 70 divisies op de been kun
nen brengen tegenover 120 Duitsche of,
indien men Italië meerekent, 210 Duitsche
en Italiaansche samen. In verband met
deze omstandigheden zou niets gevaar
lijker zijn voor het vermogen van Engeland
en Frankrijk, dan zich over te geven aan
een gecombineerd algemeen offensief, dat
met zware verliezen zou worden terug
geslagen. De droom eener overwinning in
een modernen oorlog, waar legers van
groote mogendheden tegenover elkaar
staan, steunt op niet veel meer dan specu
latie en er staat het harde feit tegen
over van de reeds lang bewezen superiori
teit der moderne tactische verdediging."
V redes verlangen.
Meer dan Wallonië, waar Fransche
sympathieën sterk spreken, is Vlaanderen
zich bewust van de noodzaak der vaste
handhaving eener strenge zelfstandigheids-
politiek. Alle streven is er daar op gericht,
buiten den oorlog te blijven. Daarbij uit
zich een sterk vredesverlangen, want men
ontvemst zich niet, dat de neutralen
het, bij een langen duur van den oorlog,
steeds moeilijker zullen krijgen. Het is
deze overweging die ten grondslag ligt
aan de propaganda voor den wereldvrede,
welke in Vlaanderen tot uiting komt bij
iedere gepaste gelegenheid. Zoo schreef
het te Gent verschijnende katholieke dag
blad „De Tijd" in een Paaschartikel„Het
mag niet langer oorlog blijven. Op de
honderd menschen die men ontmoet zijn
er honderd die naar vrede snakken. Vrede
is niet de vrucht van den oorlog. De vrucht
van den oorlog is: ontreddering van de
maatschappij, verwarring in de gemoe
deren, verarming van de volkeren, ver
woesting van dorpen en steden, vernieling
en dood. Frankrijk en Engeland mogen
Berlijn gaan bezetten en den laatsten sol
daat gevangen nemen; Duitschland mag
triomfantelijk Londen en Parijs binnen
rukken en het laatste Engelsche schip in
den grond boren; hoe schitterend de zege
praal van een der beide partijen ook weze:
hoe totaal verslagen de overwonnen partij
ook zou zijn; als de vrede moet worden
opgelegd door het zwaard van den over
winnaar, dan zal het jongere geslacht geen
vyf-en-twintig jaar ouder zijn zonder een
paar nieuwe oorlogen te hebben beleefd.
De vrede is geen vrucht van den oorlog,
de vrede is een vrucht van gerechtigheid,
de ware vrede moet voortspruiten uit het
erkennen en eerbiedigen van de wetten van
rechtvaardigheid en liefde. Men hoeft dus
niet te wachten om een wereldcongres
voor den vrede te beleggen, tot bommen
werpers, kanonnen en onderzeeërs een be
slissing hebben afgedwongen van een der
oorlogvoerende partijen. Het is zelfs beter
daar niet op te wachten!"
SCHAKEN
Euwe wint het tournooi van Boedapest
met 41/2 uit 5.
In de vierde ronde van het internationaal
tournooi te Boedapest won dr. Euwe gis
teren van Balla, terwijl prof. Vidmar remi
se speelde met Barcza. Euwe leidde toen
met 4 uit 4, terwijl prof. Vidmar 3 punten
noteerde. In de laatste ronde werd de par
tij tusschen onzen landgenoot en prof.
Vidmar remise, terwijl Barcza, die uitste
kend in de vorige ronden had gespeeld,
eveneens een remise wist te bevechten, nl.
tegen Szabo. Het eindresultaat werd, dat
dr. Euwe de eerste plaats bezette met 4>/2
punt, gevolgd door prof. .Vidmar met 3'/2
punt. Derde werd de Hongaar Barcza met
3 punten.
BILJARTEN
Willie Hoppe uitblinker in driebandspel.
In het tournooi om het wereldkampioen
schap der professionals driebanden te Chi
cago, waarvan de inzet 20.000 dollars be
draagt, maakte Willie Hoppe in een partij
tegen Arthur Thurnblad de 50 punten vol
in 25 beurten, dus spelend met een gemid
delde van 2. Indien men bedenkt, dat het
wereld-record gemiddeld in een partij dei
amateurs op naam van den Argentijn Ver
gez staat met 1.162, gemaakt in het we
reldkampioenschap September 1938 te
Buenos Aires, dan springt de phenomenale
prestatie van Hoppe duidelijk in het oog.
12de week 1890.
Het nieuwe gebouw van het Leger des
Heils aan de Gravestraat, zal op Zaterdag
29 Maart in gebruik genomen worden. De
groote benedenzaal, waar de bijeenkom
sten gehouden worden, is ruim en luchtig
gebouwd en meet circa 26 bij 9 meter. Het
kan, in gewone omstandigheden, ongeveer
600 personen bevatten, waarvoor een vol
doend aantal net geschilderde en gemakke-
kelijke banken zitplaatsen biedt. Het zoo
genaamde platform is 9 bij 5 meter groot
en zooals men dit meestal in Engeland
ziet amphitheatersgewijze ingericht, met
trappen aan weerszijden. Ruim 100 perso
nen kunnen er plaats nemen. De vloer der
zaal is hellende in de richting van het plat
form (helling 40 cM.).
Kolonel Nicol uit Londen, den algemee
nen buitenlandschen secretaris van het Le
ger, zal den dienst leiden.
Sr
Van 15 tot 21 Maart vervoerden de mail
booten van de Mg. Zeeland 1067 passa
giers, nl. 504 uit Queenboro en 563 uit
Vlissingen.
it
In het district Goes hebben 2772 van de
4042 kiezers voor een lid van de Tweede
Kamer hun stem uitgebracht. Er waren
39 blanco stemmen. Gekozen is de heer mr.
L. W. C. Keuchenius met 1548 stemmen.
De heer J. H. C. Heijse verkreeg er 1153.
Ds. G. W. A. de Veer te Middelburg heeft
bedankt voor het beroep naar de Ned.
Herv. gemeente te Sirjansland.
DUITSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN
BELGISCH GEBIED.
Gisterochtend hebben vreemde vliegtui
gen herhaalde malen boven Belgisch ge
bied gevlogen. Twee hunner werden vol
gens Belga herkend, het waren toestellen
van Duitsche nationaliteit. Het luchtaf
weergeschut kwam op verscheidene plaat
sen in actie.
DE BELGISCHE KUSTVERDEDIGING.
Op uitnoodiging van de militaire autori
teiten heeft een aantal journalisten gis-
steren een bezoek gebracht aan de Bel
gische kustverdedigingswerken. Aan de
Kust staan kustbatterijen en zwaar geschut
op rails opgesteld, teneinde een eventu-
eelen aanvaller te beletten op de kust
te landen en ook om de havens Oostende
en Zeebrugge te verdedigen welke voor
België belangrijke ravitailleeringsbases
zijn.
TWEE DUITSCHE TOESTELLEN
NEERGEHAALD.
Parijs meldt:
Het Fransche legerbericht van Vrijdag
avond luidt:
„Plaatselijke actie der elementen, die
met den vijand in contact zijn. Vrij groote
bedrijvigheid der beide luchtvloten. Een
twee-motorig Duitsch vliegtuig is in onze
linies door het afweergeschut neergescho
ten. Bovendien is op 28 Maart een Duitsch
verkenningsvliegtuig boven ons territoir
neergehaald".
DE DUITSCHE METAALINZAMELING.
Doodstraf voor hen die zich aan het metaal
verrykt of bet aan zyn bestemming
onttrekt.
De Duitsche ministerraad voor de rijks
verdediging heeft gisteren een verorde
ning ter bescherming van de metaalin
zameling van het Duitsche volk uitgevaar
digd. Volgens deze verordening wordt hij,
die zich verrijkt aan het ingezamelde of
voor de inzameling bestemde metaal of dit
metaal op andere wijze aan zijn bestem
ming onttrekt, met den dood gestraft, om
dat door een dergelijk misdryf schade aan
den groot Duitschen vrijheidsstrijd wordt
gedaan, aldus het D.N.B.
I00GWATER. TE VLISSINGEN
EN BRESKENS
Maart
Zaterd.L.K. 30
Zondag 31
6.01
7.07
18.34
19.44