Moderne
Accessoires
DESSOUS en
Nachtkleeding
KNIPPATRONEN
Practi^ch etui
OUD MAAKT NIEUW
voor distributiekaarten
Een en ander over het
strijken van wol,
kunst wol enz.
De kleeding staat
in het teeken van
eenvoud, hetgeen
evenwel niet ver
hindert, dat er
talrijke details
zijn, die een apar
te noot aan kun
nen brengen, mits
zij met zorg wor
den gekozen. Ou-
derwetsche siera
den, die jarenlang
op den bodem van
een bijouteriedoos
rustten, worden
niet alleen aan
de vergetelheid
ontrukt, doch heb
ben de volle be
langstelling van
Vrouwe Mode. Be
halve edele meta
len en echte stee-
nen ziet men ook
veel imitaties dra
gen, o.a. goud-me
talen colliers, die
soms zeer zwaar
wichtig aandoen
en zich slechts
leenen voor vrou-
men met slanke
halzen.
Te vaak wordt
vergeten, dat men
niet straffeloos alles kan dragen, wat men
mooi vindt, doch wel degelijk bij de keuze
van sieraden rekening moet houden met
vele factoren. Zulks geldt niet alleen voor
colliers, doch ook voor ringen en armban
den.
Een vrouw met korte, dikke vingers moet
geen breede ringen dragen, terwijl een
korte hand niet aan slankheid wint, indien
een breede armband de pols omsluit. Kleu
rige halfedel- en synthetische steenen in
vele facetten geslepen en omlijst door mar-
kisieten blijven altijd mooi, terwijl men
zelfs onder de meer eenvoudige sieraden
alleraardigste dingen vindt. Een enkel bijou
maakt menigmaal alle garneering overbo
dig; zoo zal een markisiet-clips het uitste
kend doen op een zwarte middagjurk.
Handschoenen zijn evenals schoenen en
tasschen een onderdeel der mode gewor
den, dat de volle aandacht vraagt.
Vele bekende Par ij sche modezaken, zoo
als men die o.m. in de Rue de Rivoli en in
de Rue Saint Honoré heeft, komen met 1-
lerlei modesnufjes uit, ondanks de tijdsom
standigheden. Enkele dezer details vindt
men op bijgaande schets aangegeven, zoo
als b.v. de peau de suède handschoenen
met strik van slangenleer, die met een
zwarte gesp bijeen gehouden wordt en
waarbij een ceintuur in dezelfde uitvoering
behoort.
Een ander type ceintuur, op zichzelfstaand
geheel, vindt men bovenaan; ook deze is
van zwart suède gemaakt en heeft een gar
neering van groene zijden koord, dat door
een metalen kokertje wordt geleid. De cor
sage is van groen flexible suède vruchtjes
met goudleeren blaadjes, een aardige gar
neering voor een zwarte japon.
Een groote verscheidenheid van tasschen
vindt men bij de collectie Marjorie Dunton,
waaronder zich buitengewoon groote
avondtasschen bevinden, die meer dan der
tig cm. lang en bijna even breed zijn. Bui
tenkant bedekt met pailletten en afwerking
met goudgalon. Iets grootere middagtas-
schen van zwart suède worden op meer be
scheiden wijze en ook meer in overeen
stemming met tailleurs en gekleede man
tels afgewerkt met zwart passement.
Ika geeft bij de voorjaarscollecties en-
veloppe-modellen, die min of meer zakelijk
aandoen. Sluiting met drukknoop onder
den puntigen overslag. Nieuw zijn de inge
haalde, eveneens vrij groote avondtasschen
van suède, die tevens ruimte bieden voor
een electrische zaklantaarn. Bovengenoem-
gelyke zelf gemaakte étui's hebben het
voordeel, dat ze sterk zijn, hetgeen vooral
noodig is, naarmate zij langer en meer ge
bruikt worden.
Als gereedschap heeft men noodig: een
scherp mes, een driehoek en een liniaal, als
materiaal: karton, papier en effen linnen,
in een frissche kleui beplakt (afb. 2 a en
b). De buitenste stof reepen worden, langer
geknipt om aan onder- en bovenkant omge
slagen te kunnen worden.
Het karton wordt aan de vier hoeken be
plakt met de stof (3), waardoor zij steviger
worden. Buitenkant beplakken met een of
ander bedrukte papiersoort, die men even
als het karton in huisvlijtwinkels kan koo-
pen. Twee rechthoeken van 19 x 26 worden
vervolgens geknipt en de twee hoeken ge
lijkmatig afgeschuind, zoodat zij precies
tegen de stof aankomen (afb. 4). Het papier
wordt met een of andere kleefstof bestre
ken en op het karton geplakt, zorgt dat
het glad komt, zonder blazen en slaat de
de modellen vallen zeer in den smaak der
Parisiennes.
De mof heeft reeds vele seizoenen ge
tracht de plaats te heroveren, die haar lan
ge jaren geleden was toegedacht. In den
aanvang waren het slechts schuchtere po
gingen, die zij hiertoe aanwendde, doch zij
heeft voet bij stuk gehouden, maakt steeds
grootere veroveringen en zal zich wel
licht zelfs onmisbaar weten te maken.
Inderdaad is de keuze van modellen, zoo
wel als van materialen groot; men kan een
mof of „mofje" kiezen, terwijl de combi
natie taschmof tevens een practischen kant
heeft.
Allerlei bontsoorten leenen zich voor
moffen, mits men deze in overeenstemming
neemt met de bontgarneering van de man
tel; dit is inderdaad een eisch, die de mode
stelt. Indien de aanschaffing van een bon
ten mof het kleedgeldbudget overschrijdt,
kan men zijn toevlucht nemen tot een flu
weel garnituur.Dieprood velours voor mof
of toque zal zich uitstekend leenen om bij
een zwarten mantel of donkergrijze tail
leur gedragen te worden, zelfs tot ver in
het voorjaar. Oudere dames kunnen haar
keus bepalen op zwart fluweel, dat als al
tijd flatteus is en waarop een bouquetje
viooltjes als coquet attribuut niet behoeft
te ontbreken.
We zouden nog tallooze vele accessoires
kunnen noemen, want op dit gebied is veel
wat inderdaad zeer apart werkt. We be
sluiten evenwel met enkele Amerikaansche
bijkomstigheden te noemen, die thans iii.de
badplaatsen up-to-date zijn.
In de eerste plaats dan de „waterme
loen strandtasch" een ontwerp van
Mainbocher. vorm en kleur zijn natuurge
trouw weergegeven. Verder worden er zeer
veel parasols gedrager van blauw of rood
katoen met witte moezen bij beigekleurige
strandcostumes. Profetieën voor komende
maanden, die evenwel thans, nu sneeuw en
vorst zegevieren in ons land, nog zeer on
wennig aandoenI
Een stevig étui voor het bewaren van
distributiekaarten geeft bijgaande schets te
zien, die heel gemakkelijk zelf of door
schoolgaande kinderen, die wat aan slöjd
gedaan hebben, gemaakt kan worden. Der-
zijn niet minder aan
mode onderhevig dan
de bovenkleeding van
dames en kinderen. Al
hoewel de fijne weef
sels nog steeds den bo
ventoon voeren, valt er
toch een tendens waar
te nemen om vooral
in de wintermaanden
iets dikkere onderklee-
ding te dragen. De
weefsels, die men hier
toe thans vervaardigt,
voldoen aan de hoogste
eischen en de pasvorm
der dessous is dan ook
onberispelijk te noe
men. Wollen en wol
met zijden camisoles
zijn warm en toch zóó
dun, dat men niet be-
noeft te vreezen, dat de
lijn in het gedrang zal
komen.
Voor kinderen zal
warme onderkleeding
steeds gewenscht zijn,
omdat zij door hun be
wegelijkheid gauw kou
vatten. Men zal deze
steeds poreus moeten
kiezen, opdat er een
luchtlaag blijft tusschen
huid en weefsel.
Dat de nachtkleeding ook in het mode
beeld is opgenomen, bewijzen beide aar
dige pyama's voor meisjes, die als de
nieuwste modellen gelden en toch eenigs-
zins ouderwetsch aandoen, omdat ze aan
de nachtjakken van onze groot- en over
grootmoeders herinneren, uitgezonderd de
mouwen, die zeer zedigjes lang gedragen
werden.
Links een bedrukt katoenen pyama met
ronde halsefwerking, opgestikte zakken en
eenvoudige rechte mouwtjes.
Het grootere meisje heeft een rood-wit-
gestreepte pyama, waarvan het weefsel ons
sterk herinnert aan de pepermuntstokken,
waarvan we in onze jeugd zoo plachten te
genieten.
Het model is vrijwel hetzelfde, alleen
heeft de hals een vierkante uitsnijding en
is. evenals de pas, afgewerkt met wit bor
duursel: de pyama kan met zoom en
elastiek worden afgewerkt of met een
heupstuk.
(G. C. M.—S.)
overstekende buitenkanten om. Binnenkant
beplakken met wit papier. De rechter bin
nenkant krijgt een taschje om de kaarten
in te bewaren (afb. 5), van zeer soepel
karton (afb. 6), knipt men dit naar het
model en wel zóó, dat de buitenkanten
gevouwen kunnen worden, plakt men de
drie kanten op het karton.
Afb. 7 geeft voor zoo'n binnenvakje nog
een andere mogelijkheid, n.l. om drie ree
pen papier op te plakken met afgeschuinde
VKK 2122.
Gekleede japon van wollen stof. De rok
heeft een klokkende onderlijn. Mooi kleedt
de jabotkraag.
Patroon verkrijgbaar in de maten 46, 48,
50 en 52. Prijs f 0.40.
Ben. stof 3 M. 1.30 breed.
JURK VOOR MEISJES VAN
3—5 JAAR.
VKK 1830.
Deze jurk, die doorloopende baantjes
heeft, kan wellicht uit een bestaande japon
gemaakt worden en anders wordt donker
blauw of roode stof gekozen. De knoopen
kunnen afstekend zijn op een blauwe jurk,
b.v. rood, op de zakjes en mouwen komt
een kleiner formaat knoop.
W*
3,830
De achterbaan is uit één stuk, terwijl
aan de voorzijde het midden baantje op de
zijkanten wordt gestikt. Aan den hals een
klein splitje en piqué of fluweelen kraagje.
Gladde mouw met stofreep afgewerkt.
Besteladres: Het Practisch Modeblad
oostbus 36. Den Haag, giro 203203 Bij be
stelling het verschuldigde bedrag m post
zegels bijsluiten of opzenden per post wis
sel of per giro.
kanten, zoodat de zijkant over de beide
andere kanten komt.
Afb. 8 geefl drie over elkander geplak
te vakjes van verschillende grootten te
zien, terwijl 9 a en b een eventueele slui
ting met band aangeven, waartoe men aan
den binnenkant kleine insnijdingen geeft,
waardoor het opgeplakte band aan den
buitenkant gestrikt kan worden.
De verschillende weefsels stellen aan *t
strijken bijzondere eischen. Het gewone
waschgoed wordt ingevocht, liefst met lauw
water, daarna stevig opgerold, opdat het
water er in kan trekken, waarna het ge
streken wordt.
Een uitzondering hierop maken zuiver
zijden blouses, die men niet volkomen
droog Iaat word doch vochtig strijkt.
Het eerst laten drogen en daarna invoch
ten geeft veelal vlekken, die niet verdwij
nen, alvorens men zoo'n blouse óf weer op
nieuw óf door en door nat maakt.
Om wollen en kunstwollen kleedingstuk-
ken zelf te wasschen, brengt altijd een ze
ker risico met zich mee, want meermalen
komt men tot de ontdekking, dat de be
handelde japon, rok of wat het ook moge
zijn, aanmerkelijk gekrompen is. Men
tracht zoo'n stuk wel weer „uit" te strij
ken, doch vergeet, dat het oorspronkelijke
model hierdoor geheel verloren gaat.
Deskundige behandeling in casu laten
stoomen, is dan ook het meest aan te be
velen.
Over het algemeen verdient het aanbe
veling om verschillende weefsels thuis niet
m behandeling te nemen, alvorens een
staaltje gewasschen te hebben en niet al
leen proef te nemen op kleurechtheid, doch
tevens na te gaan of de oorspronkelijke
grootte behouden is.
Wol en kuhstwól worden steeds over een
vochtigen doek gestreken en wel op den
verkeerden kant. Bij zware wollen weef
sels zal men een dichtgeweve- strijkdoek
moeten gebruiken. Bij het strijken van na
den moet er op gelet worden, dat deze niet
doorgeperst worden op den goeden kant
der stof, hetgeen het aanzien van een klee-
dingstuk doet verminderen. Men gaat met
het ijzer luchtig over de vochtige stof heen
en denkt er aan, dat kunstwol nooit te
warm gestreken mag worden. Kunstzijde
Overtrekken van on
derdeken.
Meermalen komt het in
een gezin voor, dat men een
onderdeken heeft, die feitelijk
te dun is, om voldoende
warmte te bieden, doch nog
uitstekend dienst kan doen
voor een kinderbedje, indien
hij althans gevoerd wordt.
Men vouwt de deken dubbel
en hecht beide deelen op el
kander me* groote rijgsteken,
daarna stikt men een overtrek
van cretonne of chintz aan
drie kanten in elkander,
brengt den dubbelen deken
er in en naait den vierden
kar met overhandsche ste
ken dicht. Ten slotte kan
men het overtrek met wille
keurige motieven op de de
ken hechten. De rijgsteken
moeten met een groote naald
en stevig garen of paarlka-
toen uitgevoerd worden en
wel zóó, dat de vier lagen
opgenomen worden.
De randen kan men b.v
met rechte lijnen rijgen en
in het midden geeft men
blokken of ruiten aan. die met
krijt of spelden aangegeven
worden. Men kan op deze
wijze met. weinig moeite en
voor weinig geld een war
men bovendeken maken.
De lange einden van kou
sen kan men gebruiken voor
stof- of wrijfdoeken. Legt er meerdere op
elkander, die men met rijgsteken kan ver
binden, op de wijze, zooals dé afb. links te
zien geeft. Buitenkant omfestonneeren. Op
deze wijze kan men ook pannenlappen ma
ken, eventueel van Kleine restjes flanel
Groo'ere stukken, b.v. van flanellen la
kens afkomstig worden eveneens omgefes-
tonneerd of omgehaakt en kunner
poetsdoeken veranderd word-.ii. Het
werken voorkomt het rafelen, hetgeen t
alleen slordig staat, doch tevens maak
dat de rafels overal aan blijven hangen
Laat men deze poet doeken niet te vuil
worden, doch wascht. men ze regelmatig
uit, dan gaan ze nog langen tijd mee.
wordt op den verkeerden kant gestreken
met een niet te warm ijzer, hetgeen ook
voor zuivere zijde geldt. Fluweel vraagt
een bijzondere behandeling, onverschillig
of het zijden ol katoen fluweel betreft,
doch het meest gevoelig is velours chiffon,
dat slechts boven de stoom gehouden en
daarna tegen den vleug in geborsteld mag
worden. De naden worden over den punt
van een opstaand ijzer gehaald, een werk
je, dat het best met behulp van een ander
gedaan kan worden. Geplette deelen wor
den over het ondervlak van het ijzer ge
haald, dat niet t e warm mag zijn. Fluweel
wordt natuurlijk op den verkeerden kant
behandeld. Katoen fluweel kan in sommige
gevallen over een vochtigen doek gestre
ken worden, doch slechts zeer luchtigjes.
Bij grootere str\jkvlakken wordt het ge
wicht niet naar de punt, doch naar dén
achterkant van het ijzer gebracht.
Ingehaalde kant Ic-ngs kragen e.d. kan
men het gemakkelijkst strijken, indien men
deze laatsten met den linkerhand eenigs-
zins rond trekt. Bij kleedingstukken wordt
eerst de garneering gestreken, daarna de
kraag, en de mouwen en ten slotte de groo
tere vlakken. Om te voorkomen, dat de
stijfsel van gesteven waschgoed aan het on
dervlak van het ijzer blijft kleven, wikkelt
men een stuk kaars in een lapje en strijkt
et ijzer hier meerdere malen over heen.
De electrische ijzer® hebben bewezen een
>re uitkomst voor dr huisvrouw te zijn
i steeds worden technische verb~'or;r»gen
ngebracht. die het werk meer en meer
argemakkelijken.