Gewetenloozer
kon het al niet
DE SCHEEPVAART EN DE OORLOG.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD
BUITENLAND
RECHTSZA KPN
Ik ben in deze tijd bijzonder voorzichtig"
ik neem nu inplaats van de scherpe
zepen, die het goed bederven
Zelpi het houdt mijn
goed prachtig fris en helder."
!ZmP
GEMENGD
Nieuwe veiligheidsmaatregelen.
Staatsblad no. 567 bevat een besluit van
1 Maart 1940 tot wijziging van het sche
penbesluit. Onder meer is aan genoemd be
sluit een nieuwe bijlage toegevoegd met als
titel „Bijzondere maatregelen in dreigende
oorlogsomstandigheden".
Art. 2 van deze bijlage luidt
Aan boord van elk schip moeten de mid
delen aanwezig zijn noodig om de kentee-
kenen te voeren, die in verband met de
grootte en aard van het schip door het
hoofd van de scheepvaartinspectie worden
voorgeschreven.
Artikel 5 luidt als volgt
1. Aan boord van schepen, waarvoor twee
of meer reddingbooten zijn voorgeschreven,
moet, voorzoover deze schepen niet vallen
onder artikel 58 van het schepenbesluit,
tenminste één boot voorzien zijn van een
ruw-oïiemotor van voldoend vermogen als
voortstuwingswerktuig en van een inrich
ting om te sleepen. Dit voorschrift is niet
van toepassing op schepen, welker reizen
beperkt blijven tot de Oostzee, de Noordzee
en het Kanaal begrensd door de lijnen Pe
terheadEkersund en Lands EndKaap
St. Mathieu.
2. Aan boord van elk schip, geen passa
giersschip zijnde, moeten, boven het voor-
geschrevene in artikel 56 van het schepen
besluit, reddingvlotten of sloepen aanwezig
zijn naar den volgenden maatstaf
Voor de eerste 10 opvarenden voor 100
voor de volgende 20 opvarenden voor 60
voor de volgende 20 opvarenden voor 40
en voor de overigen voor 25 van het
aantal.
Deze vlotten of sloepen moeten vrij kun
nen opdrijven. Bovendien moeten drijvende
toestellen voor ten minste 25 van het
aantal opvarenden aan boord zijn.
3. Aan boord van passagiersschepen moe
ten, boven het voorgeschrevene in de arti
kelen 56 en 57 van het schepenbesluit, red
dingvlotten of sloepen voor tenminste 10
en drijvende toestellen voor tenminste 25
van het aantal opvarenden aanwezigzijn.
Deze vlotten of sloepen moeten vrij kunnen
opdrijven.
4. Aan boord van elk schip moeten, boven
het aantal reddinggordels, aangegeven in
artikel 54 van het schepenbesluit, een aan
tal reddinggordels aanwezig zijn, overeen
komende met 25 van het aantal opva
renden aan boord van passagiersschepen en
50 van het aantal opvarenden aan boord
van schepen, geen passagiersschepen zijnde.
Deze reddinggordels moeten op doelmatige
plaatsen over het schip verdeeld worden
geborgen.
Artikel 14
1. De kapitein, die van een oorlogsschip
of militair vliegtuig bevel krijgt te stoppen,
moet daaraan onmiddellijk gevolg geven en
tevens de vaart uit het schip doen halen.
2. Het is verboden, wanneer een militair
vliegtuig of onderzeeboot in het zicht is,
zonder noodzaak koers en/of vaart te wijzi
gen. Zig-zag varen is verboden.
3. De kapitein is verplicht zorg te dragen,
dat noch in Nederland, noch op zee buiten-
landsche vlaggen worden geheschen, terwijl
bij het aanloopen van buitenlandsche ha
vens, dit slechts mag geschieden, indien het
ter plaatse is voorgeschreven.
4. De kapitein is verplicht, indien het
schip door een oorlogsschip of militair
vliegtuig wordt opgemerkt, zorg te dragen,
dat de radiotelegraaf- en/of radiotelefoon-
installatie niet wordt gebruikt.
Artikel 15
De kapitein van een passagiersschip is
verplicht vóór het vertrek uit de laatste
haven, voordat gevaarlijk gebied wordt bin
nengevaren, een sloepenrol te doen houden,
waarbij de booten moeten worden uitge
draaid en zoo noodig tot het inschepings-
dek gevierd, en de passagiers en bemanning
met aangetrokken reddinggordels in de boo
ten moeten plaats nemen."
Voorts bevat de bijlage nog talrijke voor
schriften met betrekking tot de uitrusting
van schip en reddingbooten, de radio-instal
latie, de plichten van den kapitein en voor
schriften van technischen aard.
Hoop doet leven.
Eindelijk hebben wij de zon weer eens
zien schijnen en eindelijk heeft een malsche
regen de uiteindelijke schoonmaak gebracht,
waarnaar wij vele weken hebben gehun
kerd. Nu hebben wij weer ons schoone stadje
terug en wandelen wij weer langs blanke
straten en glanzende wegen. De teistering
van ijs en sneeuw hebben ons lang genoeg
dwars gezeten, doch wij herademen thans.
Onze eerste wandeling door de duinen
deed ons wel zien hoeveel kwaad de vorst
hier waarschijnlijk gesticht heeft. Het zal
ons benieuwen in hoeverre de zomer-zon in
staat zal zijn te herstellen en in het leven
terug te roepen wat diep rampzalig in dood-
sche kaalheid thans kwgnt. Het is toch
altijd al een toer de boomen en planten te
redden van de kille zee-winden, die onbarm
hartig kunnen teisteren.
Misschien valt het mee omdat de sneeuw
ook gedeeltelijk als een beschermende man
tel dienst doet. Het was er weer mooi in de
duinen, die de laatste jaren zgn gerestau
reerd en met kundige hand den ouden vorm
hebben aangenomen, die helaas door de
niets ontziende wandelaars en meer nog
door de ravottende kinderen waren wegge
trapt. Het is jammer dat alles met gaas en
prikkeldraad is afgezet, maar het is de
eenige mogelijkheid om dit terrein te red
den van een wissen ondergang.
Ook voor de winkeliers is de ijsperiode
een heel slechten tijd geweest, omdat het
publiek niet dan in hoogste noodzakelijkheid
er op uitging om inkoopen te doen. Natuur
lijk zal ook dit wel ingehaald worden als
het beter weer wordt, maar het was juist
de uitverkoop-tijd die gelijk met de koude
woedde. Waarschijnlijk zal de laatste wel
verschillend op de eerste hebben gewerkt.
Opmerkelijk is het dat de bioscopen er wel
bij gevaren hebben. Men zat daar warm en
gezellig en genoot wat van de onaangename
verschrikkingen van den dag. In minder
prettige tijden vindt het meer oppervlakkige
vermaak altijd veel aftrek. Dit schijnt nu
eenmaal de beste remedie tegen dreigende
somberheid des geestes te zijn. Zwaarwich
tige kunst is bij andere misschien iets in
trek omdat z\j ernstig vullen blijven, maar
de groote massa wenscht meer verstrooiing
en afleiding. En voor dit laatste zorgt de
bioscoop natuurlijk te allen tijde, vooral se
dert men het systeem der doorloopende
voorstellingen heeft uitgevonden en de uit
spanning in een uur is afgeloopen
In deze tijden is wel gebleken, dat de bouw
van onze steden en van de woningen niet
berekend is op het winterseizoen. Het is
alles veeleer „mooi-weertje-bouw" zooals
men dat pleegt te noemen. Bij de meest
eenvoudige onderdeel en is niet aan de mo
gelijkheid van strenge vorst gedacht. De
platte daken zijn in een oogwenk sneeuw
velden die intact blijven. Maar o wee als de
zon die velden gaat ontdooien Dan blijken
de afvoerkanalen veel te klein, want zij zijn
alleen op wat regen berekend, die dadelijk
wegvloeien kan. Hetzelfde is met den afvoer
van het water op de straten het gevalook
daar onmiddellijk een opéénhooping zonder
behoorlijken afvoer als het wat erger wordt
dan heel normaal.
De Zwitsersche bouw doet ons zien, dat
men de daken een breed stuk over de ran
den van het huis laat uitsteken. Zware slag
buien krijgen daardoor minder gelegenheid
om tegen de muren aan te slaan en als de
sneeuw gaat smelten loopt het water niet
langs de muren.
Het oude systeem van luifels vóór de
voordeuren was heusch niet zoo mal. Daar
door werd de deur al aardig beschermd. Het
moderne Ersatz is de portiek, die al dade
lijk ruimte van het huis in beslag neemt en
als regel een modderpoeltje wordt, dat niet
wegvloeit. Van galerij-bouw voor winkels
heeft men klaarblijkelijk nooit veel willen
weten. Slechts op een heel enkele plaats is
dit toegepast. Het z.g. passage-systeem
heeft ook niet veel navolging gevonden.
Men vindt dat te onfrïsch, vooral in de zo-
mermanden. De groote warenhuizen zijn
voor de wintermaanden eigenlijk het meest
geschikt. Als men daar maar eenmaal bin
nen is, is men gevrijwaard van de straat-
plagen. Men kan er ongestoord rondwan
delen, vindt er van alles en zelfs een lekker
kopje koffie voor weinig geld. Het is dan
ook niet te verwonderen dat er daar nog
altijd vele bezoekers waren al was dit mis
schien ook om zich eens even te warmen.
Misschien geeft de koude-periode de ar
chitecten aanleiding om zich eens te bezin
nen op het vraagstuk van een meer op den
winter ingestelden bouw van de woningen.
Het probleem der lucbtverversching is meer
van belang dan dat van een aardig geveltje,
de wijze waarop de tocht buiten gesloten is
heeft meer beteekenis dan een aardig hal
letje in het huis een tegen vorst bescherm
de aanleg van de waterleiding bespaart
meer narigheid dan eenig ander z.g. aardig
heidje aan genoegen kan geven.
De Woningwet heeft veel goeds gedaan,
maar een scherper toezicht op den bouw
zelf ware ook niet te versmaden en dat toe
zicht is niet altijd aanwezig. Bjj de straten
aanleg en de stedenbouw in het algemeen
heeft men nu weer eens de nadeelen van
een al te ruimen aanleg der steden onder
vonden. Behalve dat het niet mogelijk was
spoedig tot algemeene reiniging over te
gaan al gaf men er kapitalen voor uit, het
gemis aan verkeersmiddelen toen de fiets
haar diensten moest weigeren, heeft zich
wel ernstig doen gevoelen.
Negen maanden winter en drie maanden
geen zomer, aldus kwalificeeren de Nurksen
ons klimaat. Heelemaal juist is dit niet,
maar het is wel juist dat de minder gunstige
dagen het van de gunstige winnen. Daar
mede houden wg alle rekening en daarmede
dient men bjj de huizenbouw en den steden-
aanleg ook terdege rekening te houden. Het
publiek kan zich er niet bij aanpassen om
dat het machteloos staat als van te voren
niet op alle eventualiteiten is gerekend.
Enfin, het leed is dit jaar weer geleden
en lyij zeggen optimistisch dat de zomer
misschien iets goed maakt van de ellende,
die de winter ons bezorgd heeft, al is het
weer geen betrouwbare leverancier in dit
opzicht. Maar hoop doet leven.
DE DUITSCHE VERGISSING IN BELGIË
Schadevergoeding toegezegd.
In een officieel Belgisch communiqué d.d.
gisteren wordt verklaard
„De ambassadeur van Duitschland heeft
vanochtend een bezoek gebracht aan minis
ter Spaak.
De Duitsche regeering geeft van het in-
sident van Zaterdag de volgende lezing: een
Duitsch vliegtuig was uit Frankrjjk terug
gekeerd, waar het een zeker aantal Engel-
sche jachtvliegtuigen slag had geleverd. De
bestuurder gaf er zich geen rekenschap van
dat hg boven België vloog (St. Hubert ligt
op ongeveer zes minuten vliegens van de
grens). Toen hij een patrouille van drie
vliegtuigen van Engelsch type opmerkte,
meende hij te doen te hebben met vijanden
en bond hij den strijd aan.
De rijksregeering betuigt aan de Belgi
sche regeering, wegens dit incident haar
oprecht leedwezen en geeft de verzekering,
dat aan de bestaande instructies, waarbij
het vliegen boven neutraal gebied verboden
is, met kracht zal worden herinnerd.
De rijksregeering is bereid, ieder verzoek
om schadevergoeding, dat haar vanwege de
Belgische regeering zal worden gedaan,
onverwijld te onderzoeken en te regelen".
DUITSCH PROPAGANDA-ORGAAN TE
BRUSSEL IN BESLAG GENOMEN.
Het Belgische parket heeft een publi
catie in beslag genomen, welke den titel
droeg „Paris Noir", naar het Fransche
blad,, Paris-Noir". Dit Duitsche propagan-
da-orgaan werd in communistische kringen
verspreid.
SUMNER WELLES TE LAUSANNE.
De Amerikaansche onderstaats-secretaris
van buitenlandsche zaken, Sumner Welles,
is gistermiddag van Berlijn te Lausanne
aangekomen. Hij begaf zich onmiddellijk
naar zijn hotel. Hij zag er vermoeid uit.
Woensdagax-ond zal hij naar Parijs gaan.
Men veronderstelt, dat hij gedurende zijn
verblijf te Lausanne een rapport op zal
stellen over zijn bezoek aan Berlin, be
stemd voor het Amerikaansche ministerie
van buitenlandsche zaken.
Dr. Schacht uitgenoodigd
De Berlijnsche correspondent van de
Zwitsersche „National Zeitung" meent te
weten, dat Sumner Welles bij zijn bespre
kingen te Berlijn dr. Schacht, den vroege-
ren gouverneur van de rijksbank, heeft uit
genoodigd naar de Vereenigde Staten te
komen, ten einde de mogelijkheid van een
ontwikkeling van de economische betrek
kingen tusschen beide landen te bestudee-
ren.
GEEN DUITSCHERS TEGEN
DUITSCHERS.
Genaturaliseerde Duitsche uitgewekenen,
die thans Britsche onderdanen zijn, zullen
niet worden opgeroepen om te strijden in
divisies, die in rechtstreeksch contact
staan met den vijand, behalve wanneer zij
den wensch daartoe schriftelijk te kennen
geven, aldus heeft volgens Havas sir Victo
Warrander, de financieele secretaris va
het Britsche ministerie van oorlog ver
klaard.
VREEMD VLIEGTUIG BOVEN
DENEMARKEN.
In den nacht van Zaterdag op Zondaf
heeft men boven Deensch gebied, zoo meld
Keuter uit Kopenhagen, even ten noorde:
van de Duitsch-Deensche grens, de aanwe
zigheid meenen te kunnen constateeren va:
een vreemd vliegtuig, waarvan men echte
niet de nationaliteit heeft kunnen vaststel
len.
KALMTE AAN HET WESTFRONT.
Het Fransche avondlegerbericht van gis
teren luidtIn den loop van den dag ver
minderde bedrijvigheid.
Hedenochtend wérd medegedeeld „Niets
te melden".
Te kwart over twee gistermiddag werd
in Noordwest Frankrijk luchtalarm ge
maakt. De alarmtoestand duurde tot 15.22
uur. Er werd geen melding gemaakt van
incidenten.
GRENSPOST DOOR BENDE
AANGEVALLEN.
Naar Stefani verneemt heeft een bende
komitadjis Zondagnacht de Roemeensche
grenspost Filidcai in de Dobroedsja aange
vallen. Twee Roemeensche grenswachters
werden ernstig gewond, twee komitdajis
werden gedood. De gemengde Bulgaarsch-
Roemeensche commissie voor grensinciden
ten is terstond bijeengekomen om de ver
antwoordelijkheden vast te stellen en de
schadeloosstellingen, die den benadeelden
zullen moeten worden uitbetaald, waarna
het incident gesloten zal worden verklaard.
AANSLAG OP DUITSCH
FUNCTIONARIS IN POLEN.
Naar de „Nationalsozialistische Partei-
korrespondenz" meldt, is, aldus het D.N.B.,
op 23 Februari 1940 de lasthebber van de
Duitsche organisatie voor de volkswelvaart
in Zeran (gouvernement generaal Polen),
Reinhold Marielke, in zjjn woning door
Poolsche bandieten overvallen. De tot dus
verre onbekende daders bewerkten hun
slachtoffer en zijn echtgenoote met messen
dusdanig, dat de vrouw onmiddellijk over
leed, terwijl Marielke zelf na drie dagen in
het ziekenhuis te Warschau aan zijn ver
wondingen bezweek.
DE VERJAARDAG VAN
ROOSEVELTS REGEERING.
Gisteren is de zevende verjaardag van
het aan de macht komen van president
Roosevelt te Washington gevierd. De pre
sident zelf woonde een godsdienstoefening
in de Episcopale kerk van Sint Jan bij en
's avonds werd te zijner eere door de leden
van de regeering een diner aangeboden.
Zooals verwacht werd, heeft hij geen enke
le mededeeling gedaan over zijn voorne
mens bij de a.s. presidents-verkiezingen.
De spionnage-affaire te
Schiebroek.
VIJF JAAR GEVANGENISSTRAF
TEGEN BEIDE VERDACHTEN GE-
EISCHT.
Gistermiddag heeft de Rotterdamsche
rechtbank de spionnagezaak behandeld van
den 47-jarigen marconist P. G. B., die in
zijn woning te Schiebroek een zendappa
raat had, waarmede hij weer- en bodem-
berichten naai' Duitschland zond Tevens
stond terecht de 35-jarige Duitsche jour
nalist H. Dreves, die B. ertoe had aan
gezet.
Den Nederlander was ten laste gelegd,
dat hij art. 100 van het wetboek van
strafrecht had overschreden, nl. het in ge
vaar brengen van onze neutraliteit en
overtreding van art. 21 van de neutrali-
teitsproclamatie, waarin staat, dat het
verboden is zendapparaten te exploiteeren
ten dienste van oorlogvoerende buiten
landsche mogendheden.
Na een uitvoerig verhoor eischte de ver
tegenwoordiger van het O.M. tegen beide
verdachten een gevangenisstraf van vijf
jaar met aftrek van de preventieve hech
tenis.
B., die oorspronkelijk een groot pension
te Amsterdam dreef, vertoefde in Sep
tember 1938 te Dusseldorp in Duitschland
en maakte hier kennis met den Duitschen
geheimen inlichtingendienst en werd kort
hierop door deze instantie als spion naar
Frankrijk gestuurd. Toen zijn taak ge
ëindigd was, keerde hij terug en ontving
het verzoek ergens in de buurt van Rot
terdam een kortegolfzendtoestel te plaat
sen en door middel hiervan weer- en
bodemberichten naar Duitschland te zen
den. B. nam dit aan en vestigde zich aan
den Molensingel te Schiebroek.
Er werd een contract opgemaakt,
waarin stond, dat B. per maand
250 benevens vergoeding van zijn
onkosten zou ontvangen en dat hij
tweemaal per dag in een bepaalde
code zou zenden. Het zendapparaat
werd hem op 1 November 1939 van
Duitschland uit toegestuurd en B.
monteerde het, geheel alleen, onder
den vloer. Op een golflengte van 50
meter zond B. toen dagelijks, nl. 's
morgens en 's avonds omstreeks 7 uur
berichten in een afgesproken, steeds
wisselende, code over het weer, de be
wolking, het zicht, de barometer- en
thermometerstand, de bodemgesteld
heid, enz.
Zoo nu en dan ontving B. van den ge-
heimen dienst berichten, dat alles goed
overkwam. Ook met de salarieering liep
alles vlot. B. werd maandelijks vooruitbe
taald. Voor de maand November kreeg hg
het geld toegzonden. Begin December ont
ving hij een telegram, onderteekend met
„Bommer", dat iemand het honorarium
over de maand December zou komen
brengen. Hiertoe moest hij op 11 Decern-
ber in „Lido" te Amsterdam zrjn. B.
ontmoette hier „Bommer", die later de
journalist Dreves bleek te zijn. Deze droeg
hem het geld af en deelde mede, dat B.
ergens een schroefje in het toestel wat
vaster moest draaien, dan zou de ont
vangst nog beter worden. Alles ging goed,
tot de politie argwaan kreeg en op 21
December een inval deed.
B. ontkende een zendapparaat, in zjjn
woning te hebben, doch toen de beide
heeren een seinsleutel ontdekten, wat het
toestel spoedig gevonden. B. vernietigde
de geheime instructie, doch kon niet ver
hinderen, dat een onderdeel van de code
in beslag genomen werd. B. werd opge
sloten in het huis van bewaring en ont
ving daar zijn salaris voor Januari be
nevens 60 onkostenvergoeding en nog
wat later een koffer van droge batte
rijen.
Bij het verhoor van den rechtercommis
saris gaf B. toe, dat hg het gewicht van
deze berichten voor 's lands neutraliteit
we. degelijk had beseft.
De officier van justitie voerde als ver
zachtende omstandigheid aan, dat B. fi
nancieel omhoog zat, doch het feit dat,
terwijl de Nederlandsche regeering al het
mogelijke doet om de neutraliteit te be
waren, verd. om een handjevol geld onze
onzijdigheid in gevaar brengt, is volgens
spr. toch wel zeer schandelijk. Verd. is
wel niet de eenige, er zijn nog meer zen
ders in Nederland, doch die zullen te
zijner tijd wel opgespoord worden. Hier
moet getoond worden, hoe het een spion
vergaat, onverschillig voor welke mogend
heid bg zijn werk verricht. De officier
heid bij zijn werk verricht. De officier
eischte vijf jaar gevangenisstraf met af
trek van de voorloopig hechtenis.
«3 3
Den Duitscher Dreves wa. ten laste ge-
legd uitlokking en medeplichtigheid aan
den diefstal. Deze man staat in dienst van
de Duitsche contraspionnage, de zgn
„Abwehr" en fungeert hierbg als ver
bindingsofficier of koerier tusschen deze
instantie en de spionnen. Op 11 December
ontmoette hij B. in „Lido", overhandigde
hem de 250 en ga. hem aanwijzingen
omtrent het zendtoestel. Verd. gaf dit toe,
ook is h$ degeen, die verantwoordelijk is
voor het sturen van het jN ovember-salaris,
den brief met 310 naar het huis van
bewaring en den koffer met droge batte
rijen. Verd. verklaarde evenwel, zoo ge
handeld te hebben, omdat dit hem was
bevolen door zijn opdrachtgevers.
Uitspraak zal volgen op 18 Maart.
HOOGWATER TE VLISSINGEN
EN BRESKENS
Dinsdag 5
Woensdag 6
11.37
12.25
23.56
EN NOOIT ZEEP VAN ONBEKENDE HERKOMS'
FEUILLETON
21
Naar het Engelsch
„Op het oogenblik ia zij nog te zeer
geschokt, maar morgen zal ze even goed
in je gelooven als ik nü!"
Er volgden een paar minuten van stil
zwijgen. Cecily maakte zich voorzichtig
los uit zijn omarming en hij liet haar
gaan.
„Vertel jij mij nu eens de heele ge
schiedenis!" zei hij met grooten nadruk.
„Kunnen wij niet samen een eindje op-
loopen?"
Terwijl zij naar boven ging om Ruth
te waarschuwen, wachtte hij buiten en
toen zij een minuut later met hoed en
mantel beneden kwam, wandelden ze naast
elkaar voort, in de bleeken winterzonne
schijn.
Eenvoudig vertelde zij hem de heele toe
dracht. Intusschen waren ze heuvel- af
waarts geloopen en kwamen nu bij een
oud, grijs-steenen bruggetje over de beek.
Vlak daarbij lagen eenige balken, die een
zitplaats boden.
„Je bent moe. Is het te koud, denk je,
om hier even te gaan zitten?" vroeg hij.
„O, neen, volstrekt niet!"
„Was er niemand binnen- of buitens
huis, dien je verdacht?" vroeg hij.
„Niemand. De meeste bedienden waren
er al lang geweest en stonden hoven alle
verdenking verheven; of tenminste lady
Rosmer en mrs. Blair hielden het er
voor."
„Wie is mrs. Blair?"
„De getrouwde dochter van lady Ros
mer."
„Wat voor menschen zijn die Rosmers?"
„Ze zijn van eerste familie; niet rijk,
maar wel heel trotsch. Ik was eigenlijk
wat bang voor lady Rosmer; zrj en mrs.
Blair behandelden mü zoo uit de hoogte,
of ik anders was dan zij. Maar mrs. Ros
mer was heel aardig oor mij en de kin
deren waren allerliefst.
„Van wien waren de kinderen?"
„Van sir Edward."
„Was dat de oudste zoon?"
„Ja. De kinderen zijn opgevoed bg hun
grootmoeder, sinds den dood van hun
moeder."
„Woont sir Erward daar ook?"
„Als hij thuis is. Maar hij is in het
leger in Frankrijk. Hij is over geweest
met verlof, maar weer vertrokken;
juist op den ochtend, dat dit alles ge
beurde."
„Waren er geen logé's in huis?"
„Enke1 miss Lancaster."
John bleef een paar minuten nadenken
en zei toen:
„Toch zal een van de bedienden de
schuldige zijn; het is alleen de vraag:
wiè! Daar had men dadelijk moeten zien
achter te komen. Nu er een halfjaar over
heen gegaan is, zal uit het onderzoek niet
vergemakkelijken."
„Het zal nooit uitkomen, nóóit!"
„We zullen er nog niet aan wanhopen.
Morgen ga ik naar Londen en dan zal
ik, als je 't goed vindt, de zaak in han
den geven van een particulier detective
bureau. Je moet mij de namen zeggen
van al de bedienden, die er op dat oogen
blik in huis waren, dan zal er onderzoek
worden ingesteld naar hun varleden en
hun verdere loopbaan. We kunnen niet
verwachten, dat die onderzoekingen nog
zoo heel gauw met succes bekroond zul
len worden. Maar we zullen ons best
doen, om geduldig te zijn en samen zullen
we daar veel beter in slagen, dan dat
ieder van ons alléén er op uit zit te
kijken!"
Hij sloeg haar gade met teederen, maar
toch bijzonder droeven blik en ging voort:
„Je hebt laatst mijn aan: "k geweigerd,
omdat toen nog dat geheim tusschen ons
was. Nu is er dat niet meer. Liefste,
kom tot mij Laat ik voor mgn vrouwtje
mogen strijden!"
Hij sloeg den arm om haar heen en
sloot haar vlak tegen zich aan. Even leek
het, of zij zou toegeven; toen vroeg ze
voor de tweede maal:
„Enje moeder?"
„Moeder hield immers zooveel van je,
dat gevoelen zal bij haar herleven."
„Is ze nu heel boos op mij?"
„Voor het oogenblik, ja."
„Ik heb ook heel slecht gehandeld tegen
over haar! Hoe kan ze het mij ooit ver
geven, waar ze mij zooveel vriendelijkheid
schonk en ik haar slechts misleidde!"
„Ze zal het je vergeven, als ze tot
nadenken komt. Je had zooveel gedragen;
je wilde opnieuw beginnen. Wie kan je
dit nu kwalijk nemen, liefste!Ze is
rechtvaardig, Cecily. Ze zal tot inzicht
komen, maar je moet haar den tijd geven.
Als je ééns mijn vrouwtje bent
„Maar dat kèn niet!" antwoordde het
jonge meisje overtuigd. „Dat zou immers
een breuk beduiden tusschen jou en haar.
Dit zeg je nu wel niet, maar ik voel, dat
je weet, hoe dit zoo is, John
„Al kwam het dan ook tot een breuk,
dan zou dit niet van langen duur zijn.'*
„Vervreemding van jou zou haar 't hart
breken. Je mag haar liefde niet op zoo'n
proef stellen!"
„Joüw liefde verlang ik, kind! Jothv
liefde! Niet die van mijn moeder!"
„Je hèbt mijn liefde
„Ja, maar als ik tusschen haar en jou
moet kiezen, dan is mijn keuze bepaald.
Je bent de mjjne en niéts zal er tusschen
ons komen. Dat heb ik haar trouwens
ook gezegd."
Toen ze al dicht bij het huisje van de
„Heb je dan al met haar gekibbeld?"
Hg beantwoordde die vraag niet en
innig-droef riep Cecily:
„O, wat zal ze mij haten!"
„Als ze onredelijk is, dan moet ze dit
zelve weten. Maar dat zal niet zoo blij
ven! Ze heeft zich nog nooit tegen mijn
wenschen verzet en dat zal ze ook nü
niet. Beloof mij, dat je met mij trouwen
zult. Dat je de mijne zult z\jn, eer de
oorlog uit is! En van mrjn kant zal ik
je dan beloven, dat mijn moeder zal ver
welkomen de dochter, die ik haar breng."
Cecily was opgestaan en antwoordde
vriendelijk en zacht, maar met de grootste
beslistheid:
„Nèèn en nog eens nèèn!"
Samen bestegen ze den heuvel weer;
hij steed zgn zaak bepleitend. Zij luister
de, maar bleef onvermurwbaar.
„Laatst zei je, dat ik tegen mijn eigen
hart in redeneerde en dat was wéé,r. Van
daag redeneer je zélf tegen je eigen ge
weten in. Je dringt mij, om te doen, wat
je zelf leelijk zou vinden, è.ls ik het deed-
Je moeder* aanbidt je; je bent al wat zij
heeft op de wereld. En ik ben haar dan-
baarheid verschuldigd voor al de vriende
lijkheid, die ze mij bewezen heeft. Daar
omsla ik je aanzoek af!"
Hij blééf argumenteeren, maar zij bleef
bij haar besluit.
Mumforas waren, haalde John langzaam
en onwillig een brief uit den zak.
(Wordt vervolgd.)
loopjongen ging
van zijn patro
wekeu
Een 16-jarige loopje
oen firma in de Spuis
werd de vorige week
stad ingestuurd. De j
een totaal bedrag va
in plaats van naar de
keeren, smeet hij zijn
tegen een boom, reed
station en nam een en.
doorn. Hier kocht hij
zaklantaarn en een sig
besprak een mooie
hotel ter plaatse.
De hotelhouder kw;
dacht voor, temeer
het jongmensch mind
geld bij zich had.
politie, die den oneerl
transport heeft gestel
waar hij in bewaring
het niet de eerste kee
heeft getoond onbetrc
h
VERKEERS ON(
doodelijke:
Gistermiddag is te 1
ongeluk gebeurd, waa
om het leven is gekome
De landbouwer P. K
den kanaaldijk. Door i
oorzaak is de man doe
uit Wapenveld gegrepei
dood.
Het slachtoffer was
twee kinderen. De vra
genomen.
DIEF OP HEETERI
De eigenaar van een
confectie in de Rapenl
sterdam zag vanmorgt
afloopen. Het individu
schuil houden, zoodat c
wist te doen dan hem
probeerde zich los te
manoeuvre vielen drie
zijn jas uit.
De politie nam den t
na bleek, dat deze 43-;
die al heel wat meer o;
TWEE BERUCHTE
DE POLITIE
Het forceeren van w
liers schijnt in de oogei
gewoonte van hebben
van anderen te ontvre
bedrijf te zijn. Kort gele
gelijke poging bij een
het Koningsplein en in
is hetzelfde geschied,
zeer snel kon overgaan
de vermoedelijke dader
Vanmorgen vroeg
cheur, dat een auto
door de Kalverstraat
reed. Hij noteerde het
gen en ging daarna op
dig bleek, dat inbreker
door het forceeren van
juwelierswinkel, toebeh
Goldmann, voorheen S<
straat, een grooten slag
zijruit in het portiek t
sneden of uitgeslagen,
net groot genoeg om
ken. In de etalage lag
kostbare sieraden, wel
den van ongeveer 20.
sieraden lagen doore<
oogenblik niet kon wor
iets was vermist.
De politie informeer<
van de auto met het
Toen bleek, dat deze
aan een woonwagenbi
lem. De Haarlemsche
zoek aan het woonwag
de auto als de woonw
nen. Inmiddels was ooi
politie verder op onde
naam W. heeft geen
niet omdat de gebroed
beide behoorden tot hei
che werden gevolgd.
Daar F. W. een huis
bewoont, ging men di
trachten W. te arrestee
schafte de politie geer
deur werd geforceerd,
broers werd daarop
De politie vermoedde!
in Amsterdam ophield,
de binnenstad worden
Men kon ons bij de
niet inlichten of er iet
kruiend ijs in 1
Schotsen over den
geacht
Gistermiddag is het
ib den omtrek van Ur
gevolge hiervan zgn
veer twee kilometer
nialige eiland, over e
meter over den dijk
staat ernstig gevaar
d$jk. De werking van
grooter.
URK WEER
Tengevolge van vera
hchting zijn rondom
komen aandrgven. Hie
Per boot met den vast
J(jk.
Gisteren heeft de
Jog een poging tot
net jjs was zoo zwaar
door kon komen. De
haven van Urk terugg
meisje bij aanr
GE WC
omstree
weg
po
Vanochtend un
den provincialen
Jet achttienjai'
velsen, dat op
J'erkt, door ee
toen zij den we
Jeloos opgenomei
beenfractuur,
hoofdwonden
m Zaandam
stig.
een fal
i auto
g overs
en
nun., een
- naar het
vervoerd.