Gewetenloozer kon het al niet DE SCHEEPVAART EN DE OORLOG. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD BUITENLAND RECHTSZA KPN Ik ben in deze tijd bijzonder voorzichtig" ik neem nu inplaats van de scherpe zepen, die het goed bederven Zelpi het houdt mijn goed prachtig fris en helder." !ZmP GEMENGD Nieuwe veiligheidsmaatregelen. Staatsblad no. 567 bevat een besluit van 1 Maart 1940 tot wijziging van het sche penbesluit. Onder meer is aan genoemd be sluit een nieuwe bijlage toegevoegd met als titel „Bijzondere maatregelen in dreigende oorlogsomstandigheden". Art. 2 van deze bijlage luidt Aan boord van elk schip moeten de mid delen aanwezig zijn noodig om de kentee- kenen te voeren, die in verband met de grootte en aard van het schip door het hoofd van de scheepvaartinspectie worden voorgeschreven. Artikel 5 luidt als volgt 1. Aan boord van schepen, waarvoor twee of meer reddingbooten zijn voorgeschreven, moet, voorzoover deze schepen niet vallen onder artikel 58 van het schepenbesluit, tenminste één boot voorzien zijn van een ruw-oïiemotor van voldoend vermogen als voortstuwingswerktuig en van een inrich ting om te sleepen. Dit voorschrift is niet van toepassing op schepen, welker reizen beperkt blijven tot de Oostzee, de Noordzee en het Kanaal begrensd door de lijnen Pe terheadEkersund en Lands EndKaap St. Mathieu. 2. Aan boord van elk schip, geen passa giersschip zijnde, moeten, boven het voor- geschrevene in artikel 56 van het schepen besluit, reddingvlotten of sloepen aanwezig zijn naar den volgenden maatstaf Voor de eerste 10 opvarenden voor 100 voor de volgende 20 opvarenden voor 60 voor de volgende 20 opvarenden voor 40 en voor de overigen voor 25 van het aantal. Deze vlotten of sloepen moeten vrij kun nen opdrijven. Bovendien moeten drijvende toestellen voor ten minste 25 van het aantal opvarenden aan boord zijn. 3. Aan boord van passagiersschepen moe ten, boven het voorgeschrevene in de arti kelen 56 en 57 van het schepenbesluit, red dingvlotten of sloepen voor tenminste 10 en drijvende toestellen voor tenminste 25 van het aantal opvarenden aanwezigzijn. Deze vlotten of sloepen moeten vrij kunnen opdrijven. 4. Aan boord van elk schip moeten, boven het aantal reddinggordels, aangegeven in artikel 54 van het schepenbesluit, een aan tal reddinggordels aanwezig zijn, overeen komende met 25 van het aantal opva renden aan boord van passagiersschepen en 50 van het aantal opvarenden aan boord van schepen, geen passagiersschepen zijnde. Deze reddinggordels moeten op doelmatige plaatsen over het schip verdeeld worden geborgen. Artikel 14 1. De kapitein, die van een oorlogsschip of militair vliegtuig bevel krijgt te stoppen, moet daaraan onmiddellijk gevolg geven en tevens de vaart uit het schip doen halen. 2. Het is verboden, wanneer een militair vliegtuig of onderzeeboot in het zicht is, zonder noodzaak koers en/of vaart te wijzi gen. Zig-zag varen is verboden. 3. De kapitein is verplicht zorg te dragen, dat noch in Nederland, noch op zee buiten- landsche vlaggen worden geheschen, terwijl bij het aanloopen van buitenlandsche ha vens, dit slechts mag geschieden, indien het ter plaatse is voorgeschreven. 4. De kapitein is verplicht, indien het schip door een oorlogsschip of militair vliegtuig wordt opgemerkt, zorg te dragen, dat de radiotelegraaf- en/of radiotelefoon- installatie niet wordt gebruikt. Artikel 15 De kapitein van een passagiersschip is verplicht vóór het vertrek uit de laatste haven, voordat gevaarlijk gebied wordt bin nengevaren, een sloepenrol te doen houden, waarbij de booten moeten worden uitge draaid en zoo noodig tot het inschepings- dek gevierd, en de passagiers en bemanning met aangetrokken reddinggordels in de boo ten moeten plaats nemen." Voorts bevat de bijlage nog talrijke voor schriften met betrekking tot de uitrusting van schip en reddingbooten, de radio-instal latie, de plichten van den kapitein en voor schriften van technischen aard. Hoop doet leven. Eindelijk hebben wij de zon weer eens zien schijnen en eindelijk heeft een malsche regen de uiteindelijke schoonmaak gebracht, waarnaar wij vele weken hebben gehun kerd. Nu hebben wij weer ons schoone stadje terug en wandelen wij weer langs blanke straten en glanzende wegen. De teistering van ijs en sneeuw hebben ons lang genoeg dwars gezeten, doch wij herademen thans. Onze eerste wandeling door de duinen deed ons wel zien hoeveel kwaad de vorst hier waarschijnlijk gesticht heeft. Het zal ons benieuwen in hoeverre de zomer-zon in staat zal zijn te herstellen en in het leven terug te roepen wat diep rampzalig in dood- sche kaalheid thans kwgnt. Het is toch altijd al een toer de boomen en planten te redden van de kille zee-winden, die onbarm hartig kunnen teisteren. Misschien valt het mee omdat de sneeuw ook gedeeltelijk als een beschermende man tel dienst doet. Het was er weer mooi in de duinen, die de laatste jaren zgn gerestau reerd en met kundige hand den ouden vorm hebben aangenomen, die helaas door de niets ontziende wandelaars en meer nog door de ravottende kinderen waren wegge trapt. Het is jammer dat alles met gaas en prikkeldraad is afgezet, maar het is de eenige mogelijkheid om dit terrein te red den van een wissen ondergang. Ook voor de winkeliers is de ijsperiode een heel slechten tijd geweest, omdat het publiek niet dan in hoogste noodzakelijkheid er op uitging om inkoopen te doen. Natuur lijk zal ook dit wel ingehaald worden als het beter weer wordt, maar het was juist de uitverkoop-tijd die gelijk met de koude woedde. Waarschijnlijk zal de laatste wel verschillend op de eerste hebben gewerkt. Opmerkelijk is het dat de bioscopen er wel bij gevaren hebben. Men zat daar warm en gezellig en genoot wat van de onaangename verschrikkingen van den dag. In minder prettige tijden vindt het meer oppervlakkige vermaak altijd veel aftrek. Dit schijnt nu eenmaal de beste remedie tegen dreigende somberheid des geestes te zijn. Zwaarwich tige kunst is bij andere misschien iets in trek omdat z\j ernstig vullen blijven, maar de groote massa wenscht meer verstrooiing en afleiding. En voor dit laatste zorgt de bioscoop natuurlijk te allen tijde, vooral se dert men het systeem der doorloopende voorstellingen heeft uitgevonden en de uit spanning in een uur is afgeloopen In deze tijden is wel gebleken, dat de bouw van onze steden en van de woningen niet berekend is op het winterseizoen. Het is alles veeleer „mooi-weertje-bouw" zooals men dat pleegt te noemen. Bij de meest eenvoudige onderdeel en is niet aan de mo gelijkheid van strenge vorst gedacht. De platte daken zijn in een oogwenk sneeuw velden die intact blijven. Maar o wee als de zon die velden gaat ontdooien Dan blijken de afvoerkanalen veel te klein, want zij zijn alleen op wat regen berekend, die dadelijk wegvloeien kan. Hetzelfde is met den afvoer van het water op de straten het gevalook daar onmiddellijk een opéénhooping zonder behoorlijken afvoer als het wat erger wordt dan heel normaal. De Zwitsersche bouw doet ons zien, dat men de daken een breed stuk over de ran den van het huis laat uitsteken. Zware slag buien krijgen daardoor minder gelegenheid om tegen de muren aan te slaan en als de sneeuw gaat smelten loopt het water niet langs de muren. Het oude systeem van luifels vóór de voordeuren was heusch niet zoo mal. Daar door werd de deur al aardig beschermd. Het moderne Ersatz is de portiek, die al dade lijk ruimte van het huis in beslag neemt en als regel een modderpoeltje wordt, dat niet wegvloeit. Van galerij-bouw voor winkels heeft men klaarblijkelijk nooit veel willen weten. Slechts op een heel enkele plaats is dit toegepast. Het z.g. passage-systeem heeft ook niet veel navolging gevonden. Men vindt dat te onfrïsch, vooral in de zo- mermanden. De groote warenhuizen zijn voor de wintermaanden eigenlijk het meest geschikt. Als men daar maar eenmaal bin nen is, is men gevrijwaard van de straat- plagen. Men kan er ongestoord rondwan delen, vindt er van alles en zelfs een lekker kopje koffie voor weinig geld. Het is dan ook niet te verwonderen dat er daar nog altijd vele bezoekers waren al was dit mis schien ook om zich eens even te warmen. Misschien geeft de koude-periode de ar chitecten aanleiding om zich eens te bezin nen op het vraagstuk van een meer op den winter ingestelden bouw van de woningen. Het probleem der lucbtverversching is meer van belang dan dat van een aardig geveltje, de wijze waarop de tocht buiten gesloten is heeft meer beteekenis dan een aardig hal letje in het huis een tegen vorst bescherm de aanleg van de waterleiding bespaart meer narigheid dan eenig ander z.g. aardig heidje aan genoegen kan geven. De Woningwet heeft veel goeds gedaan, maar een scherper toezicht op den bouw zelf ware ook niet te versmaden en dat toe zicht is niet altijd aanwezig. Bjj de straten aanleg en de stedenbouw in het algemeen heeft men nu weer eens de nadeelen van een al te ruimen aanleg der steden onder vonden. Behalve dat het niet mogelijk was spoedig tot algemeene reiniging over te gaan al gaf men er kapitalen voor uit, het gemis aan verkeersmiddelen toen de fiets haar diensten moest weigeren, heeft zich wel ernstig doen gevoelen. Negen maanden winter en drie maanden geen zomer, aldus kwalificeeren de Nurksen ons klimaat. Heelemaal juist is dit niet, maar het is wel juist dat de minder gunstige dagen het van de gunstige winnen. Daar mede houden wg alle rekening en daarmede dient men bjj de huizenbouw en den steden- aanleg ook terdege rekening te houden. Het publiek kan zich er niet bij aanpassen om dat het machteloos staat als van te voren niet op alle eventualiteiten is gerekend. Enfin, het leed is dit jaar weer geleden en lyij zeggen optimistisch dat de zomer misschien iets goed maakt van de ellende, die de winter ons bezorgd heeft, al is het weer geen betrouwbare leverancier in dit opzicht. Maar hoop doet leven. DE DUITSCHE VERGISSING IN BELGIË Schadevergoeding toegezegd. In een officieel Belgisch communiqué d.d. gisteren wordt verklaard „De ambassadeur van Duitschland heeft vanochtend een bezoek gebracht aan minis ter Spaak. De Duitsche regeering geeft van het in- sident van Zaterdag de volgende lezing: een Duitsch vliegtuig was uit Frankrjjk terug gekeerd, waar het een zeker aantal Engel- sche jachtvliegtuigen slag had geleverd. De bestuurder gaf er zich geen rekenschap van dat hg boven België vloog (St. Hubert ligt op ongeveer zes minuten vliegens van de grens). Toen hij een patrouille van drie vliegtuigen van Engelsch type opmerkte, meende hij te doen te hebben met vijanden en bond hij den strijd aan. De rijksregeering betuigt aan de Belgi sche regeering, wegens dit incident haar oprecht leedwezen en geeft de verzekering, dat aan de bestaande instructies, waarbij het vliegen boven neutraal gebied verboden is, met kracht zal worden herinnerd. De rijksregeering is bereid, ieder verzoek om schadevergoeding, dat haar vanwege de Belgische regeering zal worden gedaan, onverwijld te onderzoeken en te regelen". DUITSCH PROPAGANDA-ORGAAN TE BRUSSEL IN BESLAG GENOMEN. Het Belgische parket heeft een publi catie in beslag genomen, welke den titel droeg „Paris Noir", naar het Fransche blad,, Paris-Noir". Dit Duitsche propagan- da-orgaan werd in communistische kringen verspreid. SUMNER WELLES TE LAUSANNE. De Amerikaansche onderstaats-secretaris van buitenlandsche zaken, Sumner Welles, is gistermiddag van Berlijn te Lausanne aangekomen. Hij begaf zich onmiddellijk naar zijn hotel. Hij zag er vermoeid uit. Woensdagax-ond zal hij naar Parijs gaan. Men veronderstelt, dat hij gedurende zijn verblijf te Lausanne een rapport op zal stellen over zijn bezoek aan Berlin, be stemd voor het Amerikaansche ministerie van buitenlandsche zaken. Dr. Schacht uitgenoodigd De Berlijnsche correspondent van de Zwitsersche „National Zeitung" meent te weten, dat Sumner Welles bij zijn bespre kingen te Berlijn dr. Schacht, den vroege- ren gouverneur van de rijksbank, heeft uit genoodigd naar de Vereenigde Staten te komen, ten einde de mogelijkheid van een ontwikkeling van de economische betrek kingen tusschen beide landen te bestudee- ren. GEEN DUITSCHERS TEGEN DUITSCHERS. Genaturaliseerde Duitsche uitgewekenen, die thans Britsche onderdanen zijn, zullen niet worden opgeroepen om te strijden in divisies, die in rechtstreeksch contact staan met den vijand, behalve wanneer zij den wensch daartoe schriftelijk te kennen geven, aldus heeft volgens Havas sir Victo Warrander, de financieele secretaris va het Britsche ministerie van oorlog ver klaard. VREEMD VLIEGTUIG BOVEN DENEMARKEN. In den nacht van Zaterdag op Zondaf heeft men boven Deensch gebied, zoo meld Keuter uit Kopenhagen, even ten noorde: van de Duitsch-Deensche grens, de aanwe zigheid meenen te kunnen constateeren va: een vreemd vliegtuig, waarvan men echte niet de nationaliteit heeft kunnen vaststel len. KALMTE AAN HET WESTFRONT. Het Fransche avondlegerbericht van gis teren luidtIn den loop van den dag ver minderde bedrijvigheid. Hedenochtend wérd medegedeeld „Niets te melden". Te kwart over twee gistermiddag werd in Noordwest Frankrijk luchtalarm ge maakt. De alarmtoestand duurde tot 15.22 uur. Er werd geen melding gemaakt van incidenten. GRENSPOST DOOR BENDE AANGEVALLEN. Naar Stefani verneemt heeft een bende komitadjis Zondagnacht de Roemeensche grenspost Filidcai in de Dobroedsja aange vallen. Twee Roemeensche grenswachters werden ernstig gewond, twee komitdajis werden gedood. De gemengde Bulgaarsch- Roemeensche commissie voor grensinciden ten is terstond bijeengekomen om de ver antwoordelijkheden vast te stellen en de schadeloosstellingen, die den benadeelden zullen moeten worden uitbetaald, waarna het incident gesloten zal worden verklaard. AANSLAG OP DUITSCH FUNCTIONARIS IN POLEN. Naar de „Nationalsozialistische Partei- korrespondenz" meldt, is, aldus het D.N.B., op 23 Februari 1940 de lasthebber van de Duitsche organisatie voor de volkswelvaart in Zeran (gouvernement generaal Polen), Reinhold Marielke, in zjjn woning door Poolsche bandieten overvallen. De tot dus verre onbekende daders bewerkten hun slachtoffer en zijn echtgenoote met messen dusdanig, dat de vrouw onmiddellijk over leed, terwijl Marielke zelf na drie dagen in het ziekenhuis te Warschau aan zijn ver wondingen bezweek. DE VERJAARDAG VAN ROOSEVELTS REGEERING. Gisteren is de zevende verjaardag van het aan de macht komen van president Roosevelt te Washington gevierd. De pre sident zelf woonde een godsdienstoefening in de Episcopale kerk van Sint Jan bij en 's avonds werd te zijner eere door de leden van de regeering een diner aangeboden. Zooals verwacht werd, heeft hij geen enke le mededeeling gedaan over zijn voorne mens bij de a.s. presidents-verkiezingen. De spionnage-affaire te Schiebroek. VIJF JAAR GEVANGENISSTRAF TEGEN BEIDE VERDACHTEN GE- EISCHT. Gistermiddag heeft de Rotterdamsche rechtbank de spionnagezaak behandeld van den 47-jarigen marconist P. G. B., die in zijn woning te Schiebroek een zendappa raat had, waarmede hij weer- en bodem- berichten naai' Duitschland zond Tevens stond terecht de 35-jarige Duitsche jour nalist H. Dreves, die B. ertoe had aan gezet. Den Nederlander was ten laste gelegd, dat hij art. 100 van het wetboek van strafrecht had overschreden, nl. het in ge vaar brengen van onze neutraliteit en overtreding van art. 21 van de neutrali- teitsproclamatie, waarin staat, dat het verboden is zendapparaten te exploiteeren ten dienste van oorlogvoerende buiten landsche mogendheden. Na een uitvoerig verhoor eischte de ver tegenwoordiger van het O.M. tegen beide verdachten een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek van de preventieve hech tenis. B., die oorspronkelijk een groot pension te Amsterdam dreef, vertoefde in Sep tember 1938 te Dusseldorp in Duitschland en maakte hier kennis met den Duitschen geheimen inlichtingendienst en werd kort hierop door deze instantie als spion naar Frankrijk gestuurd. Toen zijn taak ge ëindigd was, keerde hij terug en ontving het verzoek ergens in de buurt van Rot terdam een kortegolfzendtoestel te plaat sen en door middel hiervan weer- en bodemberichten naar Duitschland te zen den. B. nam dit aan en vestigde zich aan den Molensingel te Schiebroek. Er werd een contract opgemaakt, waarin stond, dat B. per maand 250 benevens vergoeding van zijn onkosten zou ontvangen en dat hij tweemaal per dag in een bepaalde code zou zenden. Het zendapparaat werd hem op 1 November 1939 van Duitschland uit toegestuurd en B. monteerde het, geheel alleen, onder den vloer. Op een golflengte van 50 meter zond B. toen dagelijks, nl. 's morgens en 's avonds omstreeks 7 uur berichten in een afgesproken, steeds wisselende, code over het weer, de be wolking, het zicht, de barometer- en thermometerstand, de bodemgesteld heid, enz. Zoo nu en dan ontving B. van den ge- heimen dienst berichten, dat alles goed overkwam. Ook met de salarieering liep alles vlot. B. werd maandelijks vooruitbe taald. Voor de maand November kreeg hg het geld toegzonden. Begin December ont ving hij een telegram, onderteekend met „Bommer", dat iemand het honorarium over de maand December zou komen brengen. Hiertoe moest hij op 11 Decern- ber in „Lido" te Amsterdam zrjn. B. ontmoette hier „Bommer", die later de journalist Dreves bleek te zijn. Deze droeg hem het geld af en deelde mede, dat B. ergens een schroefje in het toestel wat vaster moest draaien, dan zou de ont vangst nog beter worden. Alles ging goed, tot de politie argwaan kreeg en op 21 December een inval deed. B. ontkende een zendapparaat, in zjjn woning te hebben, doch toen de beide heeren een seinsleutel ontdekten, wat het toestel spoedig gevonden. B. vernietigde de geheime instructie, doch kon niet ver hinderen, dat een onderdeel van de code in beslag genomen werd. B. werd opge sloten in het huis van bewaring en ont ving daar zijn salaris voor Januari be nevens 60 onkostenvergoeding en nog wat later een koffer van droge batte rijen. Bij het verhoor van den rechtercommis saris gaf B. toe, dat hg het gewicht van deze berichten voor 's lands neutraliteit we. degelijk had beseft. De officier van justitie voerde als ver zachtende omstandigheid aan, dat B. fi nancieel omhoog zat, doch het feit dat, terwijl de Nederlandsche regeering al het mogelijke doet om de neutraliteit te be waren, verd. om een handjevol geld onze onzijdigheid in gevaar brengt, is volgens spr. toch wel zeer schandelijk. Verd. is wel niet de eenige, er zijn nog meer zen ders in Nederland, doch die zullen te zijner tijd wel opgespoord worden. Hier moet getoond worden, hoe het een spion vergaat, onverschillig voor welke mogend heid bg zijn werk verricht. De officier heid bij zijn werk verricht. De officier eischte vijf jaar gevangenisstraf met af trek van de voorloopig hechtenis. «3 3 Den Duitscher Dreves wa. ten laste ge- legd uitlokking en medeplichtigheid aan den diefstal. Deze man staat in dienst van de Duitsche contraspionnage, de zgn „Abwehr" en fungeert hierbg als ver bindingsofficier of koerier tusschen deze instantie en de spionnen. Op 11 December ontmoette hij B. in „Lido", overhandigde hem de 250 en ga. hem aanwijzingen omtrent het zendtoestel. Verd. gaf dit toe, ook is h$ degeen, die verantwoordelijk is voor het sturen van het jN ovember-salaris, den brief met 310 naar het huis van bewaring en den koffer met droge batte rijen. Verd. verklaarde evenwel, zoo ge handeld te hebben, omdat dit hem was bevolen door zijn opdrachtgevers. Uitspraak zal volgen op 18 Maart. HOOGWATER TE VLISSINGEN EN BRESKENS Dinsdag 5 Woensdag 6 11.37 12.25 23.56 EN NOOIT ZEEP VAN ONBEKENDE HERKOMS' FEUILLETON 21 Naar het Engelsch „Op het oogenblik ia zij nog te zeer geschokt, maar morgen zal ze even goed in je gelooven als ik nü!" Er volgden een paar minuten van stil zwijgen. Cecily maakte zich voorzichtig los uit zijn omarming en hij liet haar gaan. „Vertel jij mij nu eens de heele ge schiedenis!" zei hij met grooten nadruk. „Kunnen wij niet samen een eindje op- loopen?" Terwijl zij naar boven ging om Ruth te waarschuwen, wachtte hij buiten en toen zij een minuut later met hoed en mantel beneden kwam, wandelden ze naast elkaar voort, in de bleeken winterzonne schijn. Eenvoudig vertelde zij hem de heele toe dracht. Intusschen waren ze heuvel- af waarts geloopen en kwamen nu bij een oud, grijs-steenen bruggetje over de beek. Vlak daarbij lagen eenige balken, die een zitplaats boden. „Je bent moe. Is het te koud, denk je, om hier even te gaan zitten?" vroeg hij. „O, neen, volstrekt niet!" „Was er niemand binnen- of buitens huis, dien je verdacht?" vroeg hij. „Niemand. De meeste bedienden waren er al lang geweest en stonden hoven alle verdenking verheven; of tenminste lady Rosmer en mrs. Blair hielden het er voor." „Wie is mrs. Blair?" „De getrouwde dochter van lady Ros mer." „Wat voor menschen zijn die Rosmers?" „Ze zijn van eerste familie; niet rijk, maar wel heel trotsch. Ik was eigenlijk wat bang voor lady Rosmer; zrj en mrs. Blair behandelden mü zoo uit de hoogte, of ik anders was dan zij. Maar mrs. Ros mer was heel aardig oor mij en de kin deren waren allerliefst. „Van wien waren de kinderen?" „Van sir Edward." „Was dat de oudste zoon?" „Ja. De kinderen zijn opgevoed bg hun grootmoeder, sinds den dood van hun moeder." „Woont sir Erward daar ook?" „Als hij thuis is. Maar hij is in het leger in Frankrijk. Hij is over geweest met verlof, maar weer vertrokken; juist op den ochtend, dat dit alles ge beurde." „Waren er geen logé's in huis?" „Enke1 miss Lancaster." John bleef een paar minuten nadenken en zei toen: „Toch zal een van de bedienden de schuldige zijn; het is alleen de vraag: wiè! Daar had men dadelijk moeten zien achter te komen. Nu er een halfjaar over heen gegaan is, zal uit het onderzoek niet vergemakkelijken." „Het zal nooit uitkomen, nóóit!" „We zullen er nog niet aan wanhopen. Morgen ga ik naar Londen en dan zal ik, als je 't goed vindt, de zaak in han den geven van een particulier detective bureau. Je moet mij de namen zeggen van al de bedienden, die er op dat oogen blik in huis waren, dan zal er onderzoek worden ingesteld naar hun varleden en hun verdere loopbaan. We kunnen niet verwachten, dat die onderzoekingen nog zoo heel gauw met succes bekroond zul len worden. Maar we zullen ons best doen, om geduldig te zijn en samen zullen we daar veel beter in slagen, dan dat ieder van ons alléén er op uit zit te kijken!" Hij sloeg haar gade met teederen, maar toch bijzonder droeven blik en ging voort: „Je hebt laatst mijn aan: "k geweigerd, omdat toen nog dat geheim tusschen ons was. Nu is er dat niet meer. Liefste, kom tot mij Laat ik voor mgn vrouwtje mogen strijden!" Hij sloeg den arm om haar heen en sloot haar vlak tegen zich aan. Even leek het, of zij zou toegeven; toen vroeg ze voor de tweede maal: „Enje moeder?" „Moeder hield immers zooveel van je, dat gevoelen zal bij haar herleven." „Is ze nu heel boos op mij?" „Voor het oogenblik, ja." „Ik heb ook heel slecht gehandeld tegen over haar! Hoe kan ze het mij ooit ver geven, waar ze mij zooveel vriendelijkheid schonk en ik haar slechts misleidde!" „Ze zal het je vergeven, als ze tot nadenken komt. Je had zooveel gedragen; je wilde opnieuw beginnen. Wie kan je dit nu kwalijk nemen, liefste!Ze is rechtvaardig, Cecily. Ze zal tot inzicht komen, maar je moet haar den tijd geven. Als je ééns mijn vrouwtje bent „Maar dat kèn niet!" antwoordde het jonge meisje overtuigd. „Dat zou immers een breuk beduiden tusschen jou en haar. Dit zeg je nu wel niet, maar ik voel, dat je weet, hoe dit zoo is, John „Al kwam het dan ook tot een breuk, dan zou dit niet van langen duur zijn.'* „Vervreemding van jou zou haar 't hart breken. Je mag haar liefde niet op zoo'n proef stellen!" „Joüw liefde verlang ik, kind! Jothv liefde! Niet die van mijn moeder!" „Je hèbt mijn liefde „Ja, maar als ik tusschen haar en jou moet kiezen, dan is mijn keuze bepaald. Je bent de mjjne en niéts zal er tusschen ons komen. Dat heb ik haar trouwens ook gezegd." Toen ze al dicht bij het huisje van de „Heb je dan al met haar gekibbeld?" Hg beantwoordde die vraag niet en innig-droef riep Cecily: „O, wat zal ze mij haten!" „Als ze onredelijk is, dan moet ze dit zelve weten. Maar dat zal niet zoo blij ven! Ze heeft zich nog nooit tegen mijn wenschen verzet en dat zal ze ook nü niet. Beloof mij, dat je met mij trouwen zult. Dat je de mijne zult z\jn, eer de oorlog uit is! En van mrjn kant zal ik je dan beloven, dat mijn moeder zal ver welkomen de dochter, die ik haar breng." Cecily was opgestaan en antwoordde vriendelijk en zacht, maar met de grootste beslistheid: „Nèèn en nog eens nèèn!" Samen bestegen ze den heuvel weer; hij steed zgn zaak bepleitend. Zij luister de, maar bleef onvermurwbaar. „Laatst zei je, dat ik tegen mijn eigen hart in redeneerde en dat was wéé,r. Van daag redeneer je zélf tegen je eigen ge weten in. Je dringt mij, om te doen, wat je zelf leelijk zou vinden, è.ls ik het deed- Je moeder* aanbidt je; je bent al wat zij heeft op de wereld. En ik ben haar dan- baarheid verschuldigd voor al de vriende lijkheid, die ze mij bewezen heeft. Daar omsla ik je aanzoek af!" Hij blééf argumenteeren, maar zij bleef bij haar besluit. Mumforas waren, haalde John langzaam en onwillig een brief uit den zak. (Wordt vervolgd.) loopjongen ging van zijn patro wekeu Een 16-jarige loopje oen firma in de Spuis werd de vorige week stad ingestuurd. De j een totaal bedrag va in plaats van naar de keeren, smeet hij zijn tegen een boom, reed station en nam een en. doorn. Hier kocht hij zaklantaarn en een sig besprak een mooie hotel ter plaatse. De hotelhouder kw; dacht voor, temeer het jongmensch mind geld bij zich had. politie, die den oneerl transport heeft gestel waar hij in bewaring het niet de eerste kee heeft getoond onbetrc h VERKEERS ON( doodelijke: Gistermiddag is te 1 ongeluk gebeurd, waa om het leven is gekome De landbouwer P. K den kanaaldijk. Door i oorzaak is de man doe uit Wapenveld gegrepei dood. Het slachtoffer was twee kinderen. De vra genomen. DIEF OP HEETERI De eigenaar van een confectie in de Rapenl sterdam zag vanmorgt afloopen. Het individu schuil houden, zoodat c wist te doen dan hem probeerde zich los te manoeuvre vielen drie zijn jas uit. De politie nam den t na bleek, dat deze 43-; die al heel wat meer o; TWEE BERUCHTE DE POLITIE Het forceeren van w liers schijnt in de oogei gewoonte van hebben van anderen te ontvre bedrijf te zijn. Kort gele gelijke poging bij een het Koningsplein en in is hetzelfde geschied, zeer snel kon overgaan de vermoedelijke dader Vanmorgen vroeg cheur, dat een auto door de Kalverstraat reed. Hij noteerde het gen en ging daarna op dig bleek, dat inbreker door het forceeren van juwelierswinkel, toebeh Goldmann, voorheen S< straat, een grooten slag zijruit in het portiek t sneden of uitgeslagen, net groot genoeg om ken. In de etalage lag kostbare sieraden, wel den van ongeveer 20. sieraden lagen doore< oogenblik niet kon wor iets was vermist. De politie informeer< van de auto met het Toen bleek, dat deze aan een woonwagenbi lem. De Haarlemsche zoek aan het woonwag de auto als de woonw nen. Inmiddels was ooi politie verder op onde naam W. heeft geen niet omdat de gebroed beide behoorden tot hei che werden gevolgd. Daar F. W. een huis bewoont, ging men di trachten W. te arrestee schafte de politie geer deur werd geforceerd, broers werd daarop De politie vermoedde! in Amsterdam ophield, de binnenstad worden Men kon ons bij de niet inlichten of er iet kruiend ijs in 1 Schotsen over den geacht Gistermiddag is het ib den omtrek van Ur gevolge hiervan zgn veer twee kilometer nialige eiland, over e meter over den dijk staat ernstig gevaar d$jk. De werking van grooter. URK WEER Tengevolge van vera hchting zijn rondom komen aandrgven. Hie Per boot met den vast J(jk. Gisteren heeft de Jog een poging tot net jjs was zoo zwaar door kon komen. De haven van Urk terugg meisje bij aanr GE WC omstree weg po Vanochtend un den provincialen Jet achttienjai' velsen, dat op J'erkt, door ee toen zij den we Jeloos opgenomei beenfractuur, hoofdwonden m Zaandam stig. een fal i auto g overs en nun., een - naar het vervoerd.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1940 | | pagina 6