Gewetenloozer kon het al niet WEK UW LEVER-GALOP Gemeentebestuur Vlïssingen BINNENLAND Brieven uit België en Luxemburg. GEMENGD huiten tot aan de paravane afgeleid, komt in een mes en wordt geknipt. In den wereldoorlog heeft de paravane goed voldaan zij wordt als een der belang rijkste uitvindingen uit dien tijd beschouwd. Aan het einde van den oorlog waren alle Engelsche slagschepen en kruisers en meer dan 3000 koopvaarders met paravanen uit gerust, waarvan er geen enkele door een mgnentreffer is beschadigd. Momenteel staat, door nieuwe vindin gen op mijnengebied, de paravane er niet meer zóó gunstig voordoch een groote mate van bescherming zal zij altijd blijven bieden. HOE WERKT DE MIJNENVEEG- DIENST? En nu de mijnenveegdienst. Wat zijn taak betreft, zijn wij al dadelijk geneigd te be twijfelen, of het mijnenvrij houden der zee wel mogelijk is. Oppervlakkig beschouwd lijkt het ook onbegonnen werk wij kunnen toch den heelen onmetelijken Oceaan niet schoonvegen Dat gaat niet, maar den ge- heelen Oceaan vol gooien met mijnen gaat ook nietzij zullen, teneinde de grootste kans op succes te hebben, slechts geworpen worden op drukke scheepvaartroutes en knooppunten van handelswegen en voorna melijk op aanloopwegen van havens, zoodat ook de actie, waar de mijnenveegdienst zich zal uitstrekken, tot deze plaatsen beperkt kan blijven. Hoe werkt nu de mijnenveegdienst In de eerste plaats kan een mijnenvrije weg ge maakt worden, in de tweede plaats kan hij worden gezocht. Principieel gebeurt dit eer ste op de volgende wijze Tusschen twee schepen spant men een stalen tros, die op het achterschip wordt vastgezet. De sche pen varen naast elkaar op een afstand van globaal de halve lengte van de tros, zoodat deze in een flinke bocht achter en tusschen de schepen hangt. Iedere mijn, die nu in deze bocht komt, wordt afgerukt. Het spreekt vanzelf, dat deze wijze van werken zeer primitief is het midden van de bocht n.l. zal erg diep loopen en kans hebben den grond te raken vlak bij de schepen daaren tegen zal de voeglijn erg hoop loopen, zoo dat hier de mogelijkheid blijft bestaan, dat de mijn onder de lijn doorslipt. Teneinde dit të voorkomen, werd de veeglijn niet op het achterschip zelf vastgezet, doch op een z.g. vlieger, die aan een aparte lijn achter het schip wordt meegesleept. De vlieger zal, bij een vaartloopend schip, onder water duiken en het sleeppunt van de veeglijn komt dus ook onder water. De invoering van den vlieger was een heele vooruitgang, doch hij deed het gevaar ontstaan, dat hij een mijnbol vlak achter het achterschip van den mijnenveger zou raken en tot explosie zou brengen. Vandaar, dat men er toe over is gegaan, den vlieger zelf aan een groote boei op te hangen, die dz 50 m. achter het schip aan wordt ge sleept. HET WERKEN MET VEEG- EN ZOEKTUIG BEVREDIGDE NEET. Het veegtuig, zooals hier beschreven, vol doet goed het heeft evenwel het nadeel, de vaart van de sleepende schepen aanzienlijk te verminderen, zoodat het werk slechts langzaam vordert. Dit is een van de rede nen, waarom men er toe overging, een zoek- tuig te ontwerpen, dat minder weerstand bood en waarmee dus vlugger een zeegebied op mijnen kon worden onderzocht, echter zonder hen te vegen. Zijn dan eenmaal mij nen gevonden, dan kan men óf het zware veegtuig gebruiken om hen op te ruimen, óf men kan, zooals reeds eerder gezegd, de mijnen laten liggen en net zoo lang door zoeken, tot men wèl een vrijen weg heeft gevonden. In dezen verschilt de inrichting van dit zoektuig niet zooveel met die van het zware veegtuig. Slechts is de zoeklijn niet aan den vlieger zelf vastgemaakt, maar hij loopt door een ring op den vlieger naar het schip toe en is aldaar aan dek vastgezet. Dit vast zetten gebeurt nu zóódanig, dat wanneer er een overmaat van kracht op de zoeklijn komt, de lijn losslipt en men dan gewaar schuwd wordt, dat er een obstakel onder water ligt. Hoewel de invoering van dit zoektuig een grooten stap vooruit was, bevredigde het werken met deze beide tuigen alléén, toch niet in alle opzichten. Om technische rede nen is het bijv. niet altijd mogelijk een ge vonden versperring met het zware veegtuig op te ruimen. Ik denk bijv. slechts aan een versperring van erg hoog liggende mijnen, die voor meerdere veiligheid, met weinig diepgaande, kleine schepen moeten worden opgeruimd, die door hun lichte constructie het zware veegtuig niet met voldoende vaart kunnen trekken. Uit deze en andere overwegingen ontwikkelde zich HET LICHTE VEEGTUIG, ontploffingstuig genoemd. Het is bijna op dezelfde wijze ingericht als het zoektuig slechts is er een grijper in opgenomen, die, wanneer het tuig eenmaal geslipt is, om den ankerkabel komt te pakken. In den grijper is een springlading geborgen, die, zoodra de grijper gepakt heeft, detoneert en den an kerkabel stuk slaat. De mijnbol komt dan boven drijven en kan tot zinken worden ge bracht. SPECIALE SCHEPEN. VERRICHTEN DIT WERK. Voor de uitoefening van den mijnenveeg- en zoekdienst worden speciale schepen ge bouwd, waarvan de voornaamste eisch is, dat zij weinig diepgang hebben en een groot machinevermogen Evenwel is de behoefte aan mijnenvegers in oorlogstijd zóó groot, dat naast de eigenlijke mijnenveegdivisies, hulpdivisies moeten worden geformeerd, ge woonlijk bestaande uit trawlers of sleepboo- ten. Om tegemoet te komen aan den grooten diepgang, worden deze schepen uitgerust met een zelfbeveiligingstuig, in den geest van de paravanen, scheerbordentuig ge noemd. VASTBERADEN MENSCHEN ZIJN NOODIG. Alles bjj elkaar genomen is het zoeken en vegen niet zoo eenvoudig als het lijktde bemanningen moeten met een flinke dosis practijk en zeemanschap zijn uitgerust, om het werk tot een goed einde te brengen. Ten einde de belangrijkheid van dezen tak van dienst aan te geven en te laten hooren, hoe de mijnenveegdienst in den wereldoorlog werd gewaardeerd, moge ik een tweetal uit spraken aanhalen. De toenmalige Duitsche opperbevelhebber Scheer zegt, dat de offi cieren en manschappen van den mijnenveeg dienst zich boven alle anderen hebben on derscheiden door onverschrokkenheid en be kwaamheid en zijn Engelsche ambtgenoot Jellicoe schrijft eenvoudig, dat de Grand Fleet zonder mijnenvegers niet had kunnen bestaan. Mij dunkt, dat er na deze woorden over de beteekenis van een goeden mijnen veegdienst niets meer behoeft te worden gezegd. Met het uitspreken van de hoop dat deze causerie moge bijdragen tot verhooging der belangstelling in dit onderdeel onzer weer macht eindigde kapitein ter zee Hekking. WEDERINGEBRUIKNEMING SCHOOL D AAN DE BONEDUKESTRAAT. Burgemeester en Wethouders van Vlis- singen brengen ter kennis van belangheb benden, dat, in verband met het vertrek der militairen uit school D aan de Bone- dijkestraat, het onderwijs aan deze school met ingang van Donderdag 7 Maart a.s. weder op de gewone wijze zal worden her vat. Vlissingen, 1 Maart 1940. Burg. en Weth voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. STOP OP MILITAIRE SOMMATIE. De K.N.A.C. waarschuwt automobilisten voor de gevaren, welke zijn verbonden aan het niet direct gevolg geven aan het stop- teeken van militaire wachten. Aangezien verwacht mag worden, dat onder de tegen woordige omstandigheden bijzonder gelet zal worden op automobilisten, vooral des avonds en in den nacht, houde men ernstig rekening met de mogelijkheid, dat bij niet direct stoppen de militairen gebruik zullen kunnen maken van hun recht op schieten. Men lette dus terdege op. INSLAG VAN LUCHTAFWEER- GRANATEN. Wat men dan moet doen. De hoofdcommissaris van politie te Am sterdam maakt bekend: Naar aanleiding van de in den laatsten tijd voorgekomen gevallen van inslag van projectielen van eigen afweergeschut en de mogelijkheid van herhaling hiervan in de toekomst, is door den commandant van den luchtverdedigingskring Amsterdam medegedeeld, dat vermoedelgk geen gevaar voor ontploffing meer bestaat, wanneer deze tien minuten na den inslag niet plaats heeft gevonden, mits men het projectiel rustig op zijn plaats laat. Aan raking of verwijdering van het projectiel mag slechts geschieden door deskundig personeel. In geval van inslag moeten bewoners hun getroffen woningen gedurende min stens tien minuten verlaten, nadien kun nen zij deze weer betrekken, tenzij de bouwmuren zoo ernstig getroffen zijn, dat gevaar voor instorting bestaat. Het publiek wordt verzocht, wanneer weer een geval van projectiel-inslag plaats vindt, onmiddellijk de politie ik kennis te stellen, onder verstrekking van zooveel mo gelijk gegevens, waarna vanwege de politie de verschillende instanties zullen worden gewaarschuwd. IR. VAN BRAAM VAN VLOTEN OVERLEDEN. Zaterdag is te 's-Gravenhage in den ouderdom van 69 jaar overleden ir. P. van Braam van Vloten, oud-hoofdingenieur der rijkskustverlichting. Ir. Van Braam van Vloten was ridder in de orde van den Ne- derlandschen Leeuw, ridder in de orde van Ornje-Nassau en commandeur in de orde van Leopold n van België. De teraardebestelling zal plaats vinden Woensdag 6 Maart op de begraafplaats Nieuw Eik en Duinen. SPERBALLON BRANDEND GEDAALD. Door vliegtuigen beschoten? Vanochtend omstreeks kwart over acht werd boven de gemeente Noordeloos een sperballon waargenomen, welke werd be geleid door een Nederlandsch vliegtuig. Boven den polder Grootewaard steeg plotseling een rookpluim uit den kabelbal lon, welke in de gemeente Hoornaar bran dend daalde. Een gedeelte van den ballon was reeds terecht gekomen in den tuin van het postkantoor. Vermoed wordt, dat de ballon door het vliegtuig, dat hem begeleidde, is beschoten. ALGEMEENE VERGADERING KERK EN VREDE. Zaterdagmorgen werd te Amsterdam de algemeene vergadering van Kerk en Vrede voortgezet met het uitspreken van de jaar rede door prof. dr. G. J. Heering. Hierna hield ds. H. J. M^-o^u-^orn remonstrantsch predikant te Leiden, een in leiding over de pacifistische volksverdedi ging onder den titel „een andere weg". Na dit referaat volgde in de miadagzit- ting een levendige discussie. Ds. M. Hinlopen hield, daar ds. Buskes door ziekte verhinderd was, een inleiding over de beteekenis van het rapport over het vraagstuk van oorlog en vrede, samenge steld in opdracht van de Nederlandsche af- deeling van den wereldbond voor interna tionale vriendschap door de kerken. Prof. Heering sloot de vergader?» vet. p-ph^d. V AAK i ÖÜ.K1U11fifl AANVARING op DEN NIEUWEN WATERWEG. Botsing tusschen vijandelijke schepen in neutrale wateren. Vrijdagnacht heeft op den Nieuwen Wa terweg ter hoogte van de Vlaardingsche kunstmestfabriek een aanvaring plaats ge had tusschen het Duitsche s.s. „Chios" en het Britsche s.s. „Melito". De „Chios" kwam den Waterweg binnen op weg naar Rotterdam, waar de lading gelost moest worden. Het Engelsche s.s. „Melito" was uitgaand met een lading stukgoed. Het weer was helder en het zicht goed, zoodat vermoed wordt, dat de kapiteins van beide schepen elkaar verkeerd begrepen hebben, want met vrij groote vaart voeren ze op elkaar in. De schepen werden vrij ernstig bescha dig aan den voorsteven. De „Chios" kon zijn reis naar Rotterdam voortzetten en nam ligplaats in de Waalhaven, de „Meli to" had zoodanige schade opgeloopen dat het schip naar Rotterdm moest terugkee- ren, waar het in de Jobshaven voor anker gring- Slachtoffers van de „Den Haag" in het vaderland terng. Zaterdagavond om zes uur kwam het s.s. „Batavier 2" met de vlag halfstok te Rot terdam aan. Het schip had twee lijken aan boord van slachtoffers van de ramp met het Nederlandsche motorschip „Den Haag", n.h van de opvarenden C. van der Horst, be diende en Uilenbroek. Zondag is met de volgende „Batavier"- boot het stoffelijk overschot van den mar conist Fons te Rotterdam aangekomen. Noorsch schip vermist. Naar de reeders van het 1950 ton meten de Noorsche s.s. „Silja" te Krageroe mede- deelen, vreest men, dat het schip, dat met een lading zout op weg was van Italië naar Noorwegen, met de 16 opvarenden vergaan is. Sinds 5 Februari heeft men niets van de „Silja" gehoord. Italiaansch schip gezonken. Naar Stefani uit Londen meldt, is het 4211 ton metende Italiaansche s.s. „Maria Rosa" Zaterdag tengevolge van een ont ploffing op de Noordzee gezonken. NOODSEINEN VAN EEN GRIEKSCH SCHIP. Door slecht weer ernstig gehavend. Het Grieksone vrachtschip „Makis", 3546 ton, op weg naar Liverpool of Havre, heeft naar Machay-radio Zaterdag meldde S.O.S.- seinen uitgezonden. Het Grieksche schip „Zeus" en het Noor sche schip „Tana" bevonden zich in de na bijheid van de „Makis", die als positie op gaf ongeveer 800 mijl ten oosten van New York. Volgens de laatste berichten is het schip door slecht weer gehavend. Het maakt veel water. EEN DEMENTI VAN GENERAAL REYNDERS. Wij hebben generaal Reynders, oud-op perbevelhebber der Nederlandsche Weer macht, zQn meening gevraagd over volgend bericht, dat dezer dagen in het Gentsche dagblad Vooruit verscheen „Onze Nederlandsche correspondent meldtLangzamerhand is het duidelijk geworden, dat generaal Reynders de neu traliteit van zijn land bedreigd achtte door het abstracte karakter van de Ne derlandsche neutraliteitspolitiek. Het schijnt dat de generaal een krachtige be zetting aan de Belgische grens en aan de kust zinneloos achtte en zelfs gevaarlijk, omdat een groot deel der troepen daar door onttrokken wordt aan hun natuur lijke taak, namelijk de verdediging van de Oostgrens. Maar in Den Haag wil men de verdediging naar alle kanten handhaven. Daarom werd de opperbevelhebber de woestijn in gezonden. Is het te verwon deren dat de Duitsche pers en het D.N.B. het aftreden van generaal Reynders met instemming begroeten." Wij vonden dit bericht in het te Hasselt verschijnende dagblad „Het Belang van Limburg", dat er het volgende wonderlijke commentaar aan gaf „M.a.w., generaal Reynders staat be kend als iemand, die de Nederlandsche verdediging vooral sterk tegen Duitsch- j land wilde oriënteeren Maar anderzijds is het toch bekend, dat generaal Reyn- 1 ders elk gedacht van Belgisch-Nederla'nd- sche militaire samenwerking verwerpt. Uit de samenvoeging van deze twee vast stellingen kan de gevolgtrekking worden gemaakt, dat degenen, die wel voor de wenschelijkheid der Nederlandsch-Belgi- sche militaire samenwerking uitkomen, daarom in het geheel geen verkapte aan hangers van de geallieerden zijn, zooals sommigen beweren. Immers, de Duitsche pers heeft het aftreden van generaal Reynders met geestdrift begroet, zegt de Nederlandsche journalist." Wjj vonden een en ander zoo onwaar schijnlijk en fnuikend voor den goeden naam der Nederlandsche correspondenten als ob jectieve berichtgevers der Belgische dagbla den waartoe die van de Gentsche „Voor uit" niet blijkt te behooren dat we ons, zooals bovengemeld, met generaal Reynders in verbinding stelden, die ons het volgende dementi verstrekte „Het bericht aangaande de redenen van mijn aftreden als Opperbevelhebber van de Nederlandsche Weermacht, voorko mende in het nummer van 25 Febr. jl. van het dagblad „Het Belang van Limburg" en ontleend aan de Gentsche „Vooruit" mist eiken grond. Ten aanzien van het beginsel van de en u zult s morgens uit bed springen, gereed om bergen te verzetten. lederen dag moet uw lever een liter lever- gal in uw ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom van lever gal onvoldoende is, ver teert uw voedsel niet, het bederft. CJ voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig, u ziet alles zwart. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lap middelen. U moet CARTER'S LEVER-PIL- LETJES nemen om deze liter lever-gal vrij te doen vloeien en u zult ueen geheel ander mensch voelen. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on overtroffen om de lever-gal te doen vloeien. Eischt Carter's Lever-Pilletjes bij apothekers en drogisten, f. 0.75. handhaving van een strikte neutraliteit naar alle zijden en de in verband daar- mede gekozen groepeering van de Neder, landsche strijdkrachten heeft tusschen de regeering en mij nimmer verschil ven in. zicht bestaan. Deze groepeering houdt rekening met de noodzakelijkheid om tijdig met zooveel mogelijk troepen front te kunnen maken naar elke zijde, vanwaar een aanval mo. gelflk kan worden geacht. Hiertoe zijn, in elk denkbaar geval, troepenverplaatsin. gen noodig het spreekt wel van zelf, dat voor die verplaatsingen meer gelegenheid bestaat naarmate de mogelijke tegenstan. der zich op grooteren afstand van onze lands- of zeegrenzen bevindt. Deze over. weging is het welke voornamelijk de groepeering der strijdkrachten bepaalt, niet degrootere of kleinere waarschijn- lijkheid van een aanval van een bepaalde zijde." (w.g. generaal Reynders). Oorlogsverrassingen, In de nabijheid der Luxemburgsche grens, op Fransch grondgebied, zijn dezer dagen twee vreemde parachutisten gear, resteerd. Dit is het eerste concrete geval van dien aard, dat uit die streek gemeld wordt. Reeds enkele weken geleden echter hebben de Fransche autoriteiten de platte- landsbevolking gewaarschuwd, goed te letten op parachutisten die in Frankrijk landen, blijkbaar met het doel spionnage of sabotage te plegen. Uit die waarschu wing blijkt, dat al meer menschelijke nachtvogels want zij dalen bij voorkeur bij avondof nacht in Frankrijk neer- gestreken zijn. Er wordt namelijk in ge- zegd, dat bedoelde parachutisten specia listen in hun vak zijn, dat zij bijna altijd perfect Fransch spreken, hoewel met Duitsch accent, dat zij overvloedig van geld en doorgaans van vervalschte Fran sche identiteitsbewijzen zijn voorzien. Men weet nog niet of men hier tegenover af zonderlijke proefnemingen staat, dan wel, dat de Duitschers van plan zijn dit wapen in de toekomst meer te gaan gebruiken. Zooals men weet wordt de parachute ook gebruikt door de Russen, die er achter het Finsche front echter nog geen successen mee konden bereiken. Nochtans onder schatten de militaire deskundigen dit ver rassingswapen niet, dat vooral gevaarlijk kan zgn voor de spionnage en sabotage achter het front. Die sabotage is er op ge- richt, de verbinding van het hoofdkwar tier met de legercorpsen af te snijden, telefoondraden en communicatie-middelen te vernielen. De Antwerpsche haven. Als de Vlaming spreekt van ,,'n vies bericht", dan bedoelt hg een slechte tij- ding. Deze week spraken de Sinjoren van 'n vies bericht. Hun vroede vaderen hadden uit Brussel de tijding ontvangen, dat zij niet alleen meer baas mochten zijn in hun haven. De regeering had namelijk het plan, een „Nationaal Haven-Komiteit" te be noemen, dat op het beheer der Antwerp- sche haven toezicht zou houden. Te Brus sel acht men 't een nationaal belang, dat de regeering meer zeggenschap in het be heer der haven krijgt. De aanleiding tot dit begin van een conflict tusschen Ant werpen en Brussel is een financieels kwestie. Het gaat slecht met de Antwerp sche haven en in velerlei opzicht'is zij dei' regeering schatplichtig. Niettemin verkla ren de Sinjoren zich tegen iedere poging, die ook maar den schijn van eenige voogdij over hun haven zou aannemen, met kracht te zullen verzetten. De heer Delwaide, schepene van Antwerpen, deelde ons des betreffend mede, dat de regeeringsmede- deeling te Antwerpen veel onrust baart. Men acht het niet uitgesloten, dat de in stelling van een Nationaal Haven-Komiteit het begin is van staatsexploitatie der haven. „Indien dit de bedoeling is, ver klaarde wethouder Delwaide, dan zal van Antwerpsche zijde een sterk verzet opgaan, omdat men hier overtuigd is, dat staats exploitatie den ondergang van de Antwerp sche haven zou beteekenen". Bij informatie ten departemente van Economische Zaken te Brussel vernamen wg, dat van een staatsexploitatie der Antwerpsche haven geen sprake is en men er ook niet aan denkt in de toekomst daartoe over te gaan, Het op te richten Nationaal Haven-Komi teit, zoo verklaarde men ons, zal slechts een adviseerende bevoegdheid hebben en samengesteld zrjn uit gedelegeerden der volgende departementen: Economische Za ken, Buitenlandsche Zaken, Verkeerswezen, Openbare Werken, Binnenlandsche Zaken, Financiën, Sociale Zaken, terwgl er ook zitting in zullen hebben vertegenwoordigers der havenbesturen van Antwerpen, Gent, Brugge, Oostende, Brussel en Luik, verdei' de voorzitters der Belgische Kamers van Koophandel en tenslotte de besturen dei' Antwerpsche Zeevaart-Federatie en van den Bond van expediteurs, exporteurs, en importeurs te Antwerpen. Het betreft hier een ordeningspoging, welke echter door de Antwerpenaren maar matig op prgs ge steld schijnt te worden. FEUILLETON 20 Naar het Enyelsch „Nu, goed dan!" sprak hg in zichzelven, „als tegenstander ben ik niet gemakke lijk, kind! Dat zal je tot je verdriet on dervinden!" Met dit al waren er wel zeven minuten verloren gegaan, eer hij den auto weer op den grooten weg had en nergens ont dekte hij de vluchtinge. Cecily had geloopen, tot zij buiten adem was, en toen zij een opening in de heg ge waar werd, had ze zich daar doorheen ge werkt. Uitgeput had zij zich laten neer- vallen en bleef er ineengedoken zitten, tot ze den auto voorbg hoorde snorren. Een overweldigende schaamte was él, wat zg voelde Brett hield haar dus voor een „knappe avonturierster", die hg „niet verklappen" zou, als ze hem maar een kus gaf O, de herinnering daaraan was een schrijnende beleediging. En nu, hoe zouden John en zgn moeder haar beschouwen Zou Mr, Brett hun haar geheim ook meedeelen Maar als hij zweeg, dan- zou zg het hun vertellen John en Mrs. Perci- val moesten alles weten Ze was bij hen gekomen onder valsche vlag, had hun vriendelijkheid genoten, hun liefde gewon nen en steeds had ze hen door haar stil zwijgen misleid. Het kostte haar moeite, om op te staan het was haar, of zij niet vooruitkwam, zóó stijf was zij in haar leden. Zoodra ze het laantje uit was en weer op den grooten weg stond, besefte ze, dat ze niet den moed had, om naar huis te gaan. Ze sloeg dan ook de tegenoverge stelde richting in. De vensters van het huisje van Mum- ford waren verlicht en ook brandden de lantaarns van den doktersauto, die daar voor stond. Ineens kreeg ze een ingeving ze zou Ruth Mumford vragen, of ze daar blijven mocht. Toen ze het huisje bereikte, kwamen juist Ruth en de dokter de deur uit. „Hallo, Miss Cameronriep het le vendige mannetje. „Ik kom vragen of ik vannacht hier blijven mag," zei Cecily. „Toe, Ruth, dan zit ik aan het bed bij je vader en kan jij wat slapen". „Een prachtig ideeriep de dokter. „Je bent wel zoo sterk als een paard Ruth, maar toch ben je nu doodop Als ik jou was, sloeg ik dit voorstel dus niet af „Het is heel vriendelijk van U," zei Ruth. „Eigenlijk heb ik geen hulp noodig, maar als U nu toch gekomen is De dokter stapte al in zijn auto en haastig vroeg Cecily hem „Zoudt u ook een boodschap voor mjj willen afgeven op „Four Acres", dokter, namelijk, dat ik hier vannacht blijf?" „Weten ze dit dan niet „Neen, ze verwachten zeker, dat ik eerst terugkom." „Goed. Ik zal een boodschap zenden, zoodra ik thuis ben." De dokter reed weg en Cecily volgde Ruth naar binnen. Ze had zoo althans enkele uren uitstel gewonnen, maar toch zou het, helaas, maar al te gauw ochtend zrjn HOOFDSTUK IX. Dién volgenden dag ora twaalf uur stond Cecily alleen m het keukentje by de Mumfords en wachtte tot het water koken zou. Het leek haar, dat er weken verloopen waren, sinds dien vorigen dag. Haar oogen brandden van de tranen, die zij niet ge schreid had en ze was blij, dat ze doezelig was, waardoor ze althans haar ellende niet zoo voelde. Hoe zou het nu op „Four Acres" gaan? Zou mr. Brett daar nog wezen?Zou den John en zgn moeder de bladzijde in haar geschiedenis kennen, die ze zoo zorg vuldig voor hen geheim had gehouden? Hoe dachten ze nu vandaag over haar? „Is het water nog niet warm?" riep Ruth boven aan de trap. „Warm wel, maar het kóókt niet." „Dat geeft niet. Vult u de kruik maar van het water, zooals het dóAr is en wilt u ze dan nog even boven brengen?" Een paar minuten geleden had Cecily de buitendeur van de keuken opengezet, want het was er benauwd en drukkend. Een frissche bries woei er nu binnen, en terwg'i ze bezig was, de steenen kruik te vullen, fladderde er een foto van den schoorsteen en bleef vlak voor haar voeten liggen. Ze bukte zich, raapte ze op, en, tcrwyi ze de foto weer op den schoorsteen zette, leek het haar een bekend gezicht. Ja, dat was Parsons, de dienstbode van lady Rosmer, maar nu niet in een katoenen japon en met een mutsje, maar met een mooien hoed met veeren en gekleed als een dameIneens viel het haar nu ook in, dat Charley Mumford op het punt stond te trouwen met een zekere „miss Parsons. Cecily bracht de kruik boven en hielp Ruth nog even in de ziekenkamer. Niet lang duurde het, of ze hoorde voetstappen op het grintpad, en even later liep er iemand Ln de keuken. „Wie is dat?" vroeg Ruth. Ze ging boven aan de trap kijken en zei: „'s Is mr. Percival. Die kemt u zeker halen. Als ik was, ging ik maar vast naar MEISJE VERDWENEN EEN ONGI Woensdagavond heeft je Theodora Goosens, J aan de Veemarkt te jiet huis van haar patroc boodschap te doen. Sind spoorloos verdwenen. B' jn het duister omtrent 1 Op 1 Maart zou zij h: laten. Woensdagavond lieer des huizes of zij mocht doen, hetgeen geerde dien avond niet f wel vreemd, maar zoc Het meisje stond goed rekening met de mogel ergens was gaan presei daarover met haar oud wonen, wilde spreken, meegenomen. Toen Theodora den u{j de familie in Breda men een onderzoek in. niet naar huis was gega vermoedde, dat haar eer lcomen, heeft de polit dregd, evenwel zonder beneden." Nog nooit had Cecily zoch zoo trooste- loos-wanhopend gevoeld, als terwgl zij de trap afging. „Cecily!" sprak hg streng. Zo trad tot midden in de keuken, zonder een woord te zeggen. Hij sloot de deur naar de trap en vroeg met droef-ver wijtenden toon in zgn stem: „Cecily, had je mg dan niet in je ver trouwen kunnen nemen. Hun oogen ontmoetten elkaar en het volgend oogenblik hield hg haar in de armen gesloten, terwgl zg snikte, of het hart haar breken zou, m ze zich toch zoo oneindig verlicht voelde. „Is mr. Brett weg?" vroeg ze eindelijk met een lichte huivering. „Hij is vanmorgen vroeg gegaan." „Heeft hij je verteld „Hg heeft mij iets verteld, dat jij hitj beter zult kunnen toelichten." „Er is gedeeltelijk waarheid in: ik was bg lady Rosmer en daar werd een hals snoer gestolen. Ze doorzochten mgn koffer en het werd daarin gevonden. Iedereen dacht, dat ik het genomen had." „Hoe kwamen ze zoo dwaas?" „JU gelooft my dus, John?" „Ik zou niet anders künnen!" „En...... Je moeder?" „In haar hart weet zij, dat de beschul diging aller-ongerijmdst is „Is dit zoo?" .(Wordt vervolgd.). gevaarlijke kwaj gevaarlijk froje digd en doen ben aantal ruti Twee Haagsche opges jiauweiyks 17 jaar, pr een uitermate gevaarlijk zonder eigenlgk te bese tige gevolgen dit had 1 stuk ijzeren gasbuis v gram salpeter, 20 gr gram zwavelpoeder, derling verbonden me Het stuk buis werd v Kanten met cylindervor gelascht. Met het aldu jectiel gingen zg de st hét in een portiek bg een bioscoop in de Boe nooduitgang komt uit Het projectiel werd lange lont, bestaande ui welke zij aansloten op was na al deze voorber half tien, dat de jongen gasbuis tot ontploffing donderende knal spron elkaar en de luchtdruk de nooddeur aan de on nield werd. In de Looj etalageruiten. Een van zich op 60 meter afsta waar het projectiel oi In de bioscoop, waar den menschen bevonden de explosie natuurlijk aanwezigen hielden z hoorden pas later wat was. Het mag een genoemd, dat bij deze ergerlgke kwajongen: gewond. De politie had dank weinig moeite de twee den. Zy zijn voorloopig sloten. de moord te h Openbare behandeling ld Ma Naar wij vernemen 's-Gravenhage op 19 M maken met de openbar geruchtmakende strafz digen koopman, die op vorig jaar, den veehan te Leidschendam in eer lokt en hem zou hébl roofd. dader van aan van der g. gearres Hg lag te slapen in d< Door een zeker toe de oplettendheid en t geest van twee Haag: men erin geslaagd de aanslag op mevr. Vai berg, te arresteeren. Omstreeks zes uur twee in burger gek agenten in de bosch den Nieboerweg, een liggen slapen. Zij mi waarop de man als ging en vertelde, dat bier had gedronken, en naar Wassenaar wien het signalemen kamp, den dader van was, meenden Leeuw gehouden man te hef Tijdens zijn verho praten gegaan, doch wijze, dat men uit ziji Wys kon. Tenslotte g kamp te zijn, doch ee dat hij den aanslag h niet. Leeuwenkamp zal Soest worden gestel' wachtmeester PENNING Voor wat, De militaire politie meen paardendepöt o venhage gedetacheerc ministrateur gearrest Van begin Decembc Januari heeft deze v groente-handelaar uil den Haag een aantal penningen aangenom< drag van ongeveer van groenten, die wel en die voor een bepaa ving werden toegewe omvang, dat dc wachtmeester elke w 25 overhandigde. K eurrentie en zooals I verhoor meedeelde, g punt uit„voor wat, groentehandelaar is maakt, terwijl de ws in bewaring is gestel

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1940 | | pagina 6