Gewetenloozer
kon het al niet
WEK UW LEVER-GALOP
Gemeentebestuur Vlïssingen
BINNENLAND
Brieven uit België en
Luxemburg.
GEMENGD
huiten tot aan de paravane afgeleid, komt
in een mes en wordt geknipt.
In den wereldoorlog heeft de paravane
goed voldaan zij wordt als een der belang
rijkste uitvindingen uit dien tijd beschouwd.
Aan het einde van den oorlog waren alle
Engelsche slagschepen en kruisers en meer
dan 3000 koopvaarders met paravanen uit
gerust, waarvan er geen enkele door een
mgnentreffer is beschadigd.
Momenteel staat, door nieuwe vindin
gen op mijnengebied, de paravane er
niet meer zóó gunstig voordoch een
groote mate van bescherming zal zij
altijd blijven bieden.
HOE WERKT DE MIJNENVEEG-
DIENST?
En nu de mijnenveegdienst. Wat zijn taak
betreft, zijn wij al dadelijk geneigd te be
twijfelen, of het mijnenvrij houden der zee
wel mogelijk is. Oppervlakkig beschouwd
lijkt het ook onbegonnen werk wij kunnen
toch den heelen onmetelijken Oceaan niet
schoonvegen Dat gaat niet, maar den ge-
heelen Oceaan vol gooien met mijnen gaat
ook nietzij zullen, teneinde de grootste
kans op succes te hebben, slechts geworpen
worden op drukke scheepvaartroutes en
knooppunten van handelswegen en voorna
melijk op aanloopwegen van havens, zoodat
ook de actie, waar de mijnenveegdienst zich
zal uitstrekken, tot deze plaatsen beperkt
kan blijven.
Hoe werkt nu de mijnenveegdienst In de
eerste plaats kan een mijnenvrije weg ge
maakt worden, in de tweede plaats kan hij
worden gezocht. Principieel gebeurt dit eer
ste op de volgende wijze Tusschen twee
schepen spant men een stalen tros, die op
het achterschip wordt vastgezet. De sche
pen varen naast elkaar op een afstand van
globaal de halve lengte van de tros, zoodat
deze in een flinke bocht achter en tusschen
de schepen hangt. Iedere mijn, die nu in
deze bocht komt, wordt afgerukt. Het
spreekt vanzelf, dat deze wijze van werken
zeer primitief is het midden van de bocht
n.l. zal erg diep loopen en kans hebben den
grond te raken vlak bij de schepen daaren
tegen zal de voeglijn erg hoop loopen, zoo
dat hier de mogelijkheid blijft bestaan, dat
de mijn onder de lijn doorslipt. Teneinde dit
të voorkomen, werd de veeglijn niet op het
achterschip zelf vastgezet, doch op een z.g.
vlieger, die aan een aparte lijn achter het
schip wordt meegesleept. De vlieger zal, bij
een vaartloopend schip, onder water duiken
en het sleeppunt van de veeglijn komt dus
ook onder water.
De invoering van den vlieger was een
heele vooruitgang, doch hij deed het gevaar
ontstaan, dat hij een mijnbol vlak achter
het achterschip van den mijnenveger zou
raken en tot explosie zou brengen. Vandaar,
dat men er toe over is gegaan, den vlieger
zelf aan een groote boei op te hangen, die
dz 50 m. achter het schip aan wordt ge
sleept.
HET WERKEN MET VEEG- EN
ZOEKTUIG BEVREDIGDE NEET.
Het veegtuig, zooals hier beschreven, vol
doet goed het heeft evenwel het nadeel, de
vaart van de sleepende schepen aanzienlijk
te verminderen, zoodat het werk slechts
langzaam vordert. Dit is een van de rede
nen, waarom men er toe overging, een zoek-
tuig te ontwerpen, dat minder weerstand
bood en waarmee dus vlugger een zeegebied
op mijnen kon worden onderzocht, echter
zonder hen te vegen. Zijn dan eenmaal mij
nen gevonden, dan kan men óf het zware
veegtuig gebruiken om hen op te ruimen, óf
men kan, zooals reeds eerder gezegd, de
mijnen laten liggen en net zoo lang door
zoeken, tot men wèl een vrijen weg heeft
gevonden.
In dezen verschilt de inrichting van dit
zoektuig niet zooveel met die van het zware
veegtuig. Slechts is de zoeklijn niet aan den
vlieger zelf vastgemaakt, maar hij loopt
door een ring op den vlieger naar het schip
toe en is aldaar aan dek vastgezet. Dit vast
zetten gebeurt nu zóódanig, dat wanneer er
een overmaat van kracht op de zoeklijn
komt, de lijn losslipt en men dan gewaar
schuwd wordt, dat er een obstakel onder
water ligt.
Hoewel de invoering van dit zoektuig een
grooten stap vooruit was, bevredigde het
werken met deze beide tuigen alléén, toch
niet in alle opzichten. Om technische rede
nen is het bijv. niet altijd mogelijk een ge
vonden versperring met het zware veegtuig
op te ruimen. Ik denk bijv. slechts aan een
versperring van erg hoog liggende mijnen,
die voor meerdere veiligheid, met weinig
diepgaande, kleine schepen moeten worden
opgeruimd, die door hun lichte constructie
het zware veegtuig niet met voldoende
vaart kunnen trekken. Uit deze en andere
overwegingen ontwikkelde zich
HET LICHTE VEEGTUIG,
ontploffingstuig genoemd. Het is bijna op
dezelfde wijze ingericht als het zoektuig
slechts is er een grijper in opgenomen, die,
wanneer het tuig eenmaal geslipt is, om den
ankerkabel komt te pakken. In den grijper
is een springlading geborgen, die, zoodra de
grijper gepakt heeft, detoneert en den an
kerkabel stuk slaat. De mijnbol komt dan
boven drijven en kan tot zinken worden ge
bracht.
SPECIALE SCHEPEN. VERRICHTEN
DIT WERK.
Voor de uitoefening van den mijnenveeg-
en zoekdienst worden speciale schepen ge
bouwd, waarvan de voornaamste eisch is,
dat zij weinig diepgang hebben en een groot
machinevermogen Evenwel is de behoefte
aan mijnenvegers in oorlogstijd zóó groot,
dat naast de eigenlijke mijnenveegdivisies,
hulpdivisies moeten worden geformeerd, ge
woonlijk bestaande uit trawlers of sleepboo-
ten. Om tegemoet te komen aan den grooten
diepgang, worden deze schepen uitgerust
met een zelfbeveiligingstuig, in den geest
van de paravanen, scheerbordentuig ge
noemd.
VASTBERADEN MENSCHEN ZIJN
NOODIG.
Alles bjj elkaar genomen is het zoeken en
vegen niet zoo eenvoudig als het lijktde
bemanningen moeten met een flinke dosis
practijk en zeemanschap zijn uitgerust, om
het werk tot een goed einde te brengen. Ten
einde de belangrijkheid van dezen tak van
dienst aan te geven en te laten hooren, hoe
de mijnenveegdienst in den wereldoorlog
werd gewaardeerd, moge ik een tweetal uit
spraken aanhalen. De toenmalige Duitsche
opperbevelhebber Scheer zegt, dat de offi
cieren en manschappen van den mijnenveeg
dienst zich boven alle anderen hebben on
derscheiden door onverschrokkenheid en be
kwaamheid en zijn Engelsche ambtgenoot
Jellicoe schrijft eenvoudig, dat de Grand
Fleet zonder mijnenvegers niet had kunnen
bestaan. Mij dunkt, dat er na deze woorden
over de beteekenis van een goeden mijnen
veegdienst niets meer behoeft te worden
gezegd.
Met het uitspreken van de hoop dat deze
causerie moge bijdragen tot verhooging der
belangstelling in dit onderdeel onzer weer
macht eindigde kapitein ter zee Hekking.
WEDERINGEBRUIKNEMING SCHOOL D
AAN DE BONEDUKESTRAAT.
Burgemeester en Wethouders van Vlis-
singen brengen ter kennis van belangheb
benden, dat, in verband met het vertrek
der militairen uit school D aan de Bone-
dijkestraat, het onderwijs aan deze school
met ingang van Donderdag 7 Maart a.s.
weder op de gewone wijze zal worden her
vat.
Vlissingen, 1 Maart 1940.
Burg. en Weth voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
STOP OP MILITAIRE SOMMATIE.
De K.N.A.C. waarschuwt automobilisten
voor de gevaren, welke zijn verbonden aan
het niet direct gevolg geven aan het stop-
teeken van militaire wachten. Aangezien
verwacht mag worden, dat onder de tegen
woordige omstandigheden bijzonder gelet
zal worden op automobilisten, vooral des
avonds en in den nacht, houde men ernstig
rekening met de mogelijkheid, dat bij niet
direct stoppen de militairen gebruik zullen
kunnen maken van hun recht op schieten.
Men lette dus terdege op.
INSLAG VAN LUCHTAFWEER-
GRANATEN.
Wat men dan moet doen.
De hoofdcommissaris van politie te Am
sterdam maakt bekend:
Naar aanleiding van de in den laatsten
tijd voorgekomen gevallen van inslag van
projectielen van eigen afweergeschut en
de mogelijkheid van herhaling hiervan in
de toekomst, is door den commandant van
den luchtverdedigingskring Amsterdam
medegedeeld, dat vermoedelgk geen gevaar
voor ontploffing meer bestaat, wanneer
deze tien minuten na den inslag niet
plaats heeft gevonden, mits men het
projectiel rustig op zijn plaats laat. Aan
raking of verwijdering van het projectiel
mag slechts geschieden door deskundig
personeel.
In geval van inslag moeten bewoners
hun getroffen woningen gedurende min
stens tien minuten verlaten, nadien kun
nen zij deze weer betrekken, tenzij de
bouwmuren zoo ernstig getroffen zijn,
dat gevaar voor instorting bestaat.
Het publiek wordt verzocht, wanneer
weer een geval van projectiel-inslag plaats
vindt, onmiddellijk de politie ik kennis te
stellen, onder verstrekking van zooveel mo
gelijk gegevens, waarna vanwege de politie
de verschillende instanties zullen worden
gewaarschuwd.
IR. VAN BRAAM VAN VLOTEN
OVERLEDEN.
Zaterdag is te 's-Gravenhage in den
ouderdom van 69 jaar overleden ir. P. van
Braam van Vloten, oud-hoofdingenieur der
rijkskustverlichting. Ir. Van Braam van
Vloten was ridder in de orde van den Ne-
derlandschen Leeuw, ridder in de orde van
Ornje-Nassau en commandeur in de orde
van Leopold n van België.
De teraardebestelling zal plaats vinden
Woensdag 6 Maart op de begraafplaats
Nieuw Eik en Duinen.
SPERBALLON BRANDEND GEDAALD.
Door vliegtuigen beschoten?
Vanochtend omstreeks kwart over acht
werd boven de gemeente Noordeloos een
sperballon waargenomen, welke werd be
geleid door een Nederlandsch vliegtuig.
Boven den polder Grootewaard steeg
plotseling een rookpluim uit den kabelbal
lon, welke in de gemeente Hoornaar bran
dend daalde. Een gedeelte van den ballon
was reeds terecht gekomen in den tuin van
het postkantoor.
Vermoed wordt, dat de ballon door het
vliegtuig, dat hem begeleidde, is beschoten.
ALGEMEENE VERGADERING
KERK EN VREDE.
Zaterdagmorgen werd te Amsterdam de
algemeene vergadering van Kerk en Vrede
voortgezet met het uitspreken van de jaar
rede door prof. dr. G. J. Heering.
Hierna hield ds. H. J. M^-o^u-^orn
remonstrantsch predikant te Leiden, een in
leiding over de pacifistische volksverdedi
ging onder den titel „een andere weg".
Na dit referaat volgde in de miadagzit-
ting een levendige discussie.
Ds. M. Hinlopen hield, daar ds. Buskes
door ziekte verhinderd was, een inleiding
over de beteekenis van het rapport over het
vraagstuk van oorlog en vrede, samenge
steld in opdracht van de Nederlandsche af-
deeling van den wereldbond voor interna
tionale vriendschap door de kerken.
Prof. Heering sloot de vergader?» vet.
p-ph^d.
V AAK i ÖÜ.K1U11fifl
AANVARING op DEN NIEUWEN
WATERWEG.
Botsing tusschen vijandelijke schepen in
neutrale wateren.
Vrijdagnacht heeft op den Nieuwen Wa
terweg ter hoogte van de Vlaardingsche
kunstmestfabriek een aanvaring plaats ge
had tusschen het Duitsche s.s. „Chios" en
het Britsche s.s. „Melito". De „Chios"
kwam den Waterweg binnen op weg naar
Rotterdam, waar de lading gelost moest
worden. Het Engelsche s.s. „Melito" was
uitgaand met een lading stukgoed.
Het weer was helder en het zicht goed,
zoodat vermoed wordt, dat de kapiteins van
beide schepen elkaar verkeerd begrepen
hebben, want met vrij groote vaart voeren
ze op elkaar in.
De schepen werden vrij ernstig bescha
dig aan den voorsteven. De „Chios" kon
zijn reis naar Rotterdam voortzetten en
nam ligplaats in de Waalhaven, de „Meli
to" had zoodanige schade opgeloopen dat
het schip naar Rotterdm moest terugkee-
ren, waar het in de Jobshaven voor anker
gring-
Slachtoffers van de „Den Haag" in het
vaderland terng.
Zaterdagavond om zes uur kwam het s.s.
„Batavier 2" met de vlag halfstok te Rot
terdam aan. Het schip had twee lijken aan
boord van slachtoffers van de ramp met het
Nederlandsche motorschip „Den Haag", n.h
van de opvarenden C. van der Horst, be
diende en Uilenbroek.
Zondag is met de volgende „Batavier"-
boot het stoffelijk overschot van den mar
conist Fons te Rotterdam aangekomen.
Noorsch schip vermist.
Naar de reeders van het 1950 ton meten
de Noorsche s.s. „Silja" te Krageroe mede-
deelen, vreest men, dat het schip, dat met
een lading zout op weg was van Italië naar
Noorwegen, met de 16 opvarenden vergaan
is. Sinds 5 Februari heeft men niets van de
„Silja" gehoord.
Italiaansch schip gezonken.
Naar Stefani uit Londen meldt, is het
4211 ton metende Italiaansche s.s. „Maria
Rosa" Zaterdag tengevolge van een ont
ploffing op de Noordzee gezonken.
NOODSEINEN VAN EEN GRIEKSCH
SCHIP.
Door slecht weer ernstig gehavend.
Het Grieksone vrachtschip „Makis", 3546
ton, op weg naar Liverpool of Havre, heeft
naar Machay-radio Zaterdag meldde S.O.S.-
seinen uitgezonden.
Het Grieksche schip „Zeus" en het Noor
sche schip „Tana" bevonden zich in de na
bijheid van de „Makis", die als positie op
gaf ongeveer 800 mijl ten oosten van New
York.
Volgens de laatste berichten is het schip
door slecht weer gehavend. Het maakt veel
water.
EEN DEMENTI VAN GENERAAL
REYNDERS.
Wij hebben generaal Reynders, oud-op
perbevelhebber der Nederlandsche Weer
macht, zQn meening gevraagd over volgend
bericht, dat dezer dagen in het Gentsche
dagblad Vooruit verscheen
„Onze Nederlandsche correspondent
meldtLangzamerhand is het duidelijk
geworden, dat generaal Reynders de neu
traliteit van zijn land bedreigd achtte
door het abstracte karakter van de Ne
derlandsche neutraliteitspolitiek. Het
schijnt dat de generaal een krachtige be
zetting aan de Belgische grens en aan de
kust zinneloos achtte en zelfs gevaarlijk,
omdat een groot deel der troepen daar
door onttrokken wordt aan hun natuur
lijke taak, namelijk de verdediging van de
Oostgrens. Maar in Den Haag wil men de
verdediging naar alle kanten handhaven.
Daarom werd de opperbevelhebber de
woestijn in gezonden. Is het te verwon
deren dat de Duitsche pers en het D.N.B.
het aftreden van generaal Reynders met
instemming begroeten."
Wij vonden dit bericht in het te Hasselt
verschijnende dagblad „Het Belang van
Limburg", dat er het volgende wonderlijke
commentaar aan gaf
„M.a.w., generaal Reynders staat be
kend als iemand, die de Nederlandsche
verdediging vooral sterk tegen Duitsch-
j land wilde oriënteeren Maar anderzijds
is het toch bekend, dat generaal Reyn-
1 ders elk gedacht van Belgisch-Nederla'nd-
sche militaire samenwerking verwerpt.
Uit de samenvoeging van deze twee vast
stellingen kan de gevolgtrekking worden
gemaakt, dat degenen, die wel voor de
wenschelijkheid der Nederlandsch-Belgi-
sche militaire samenwerking uitkomen,
daarom in het geheel geen verkapte aan
hangers van de geallieerden zijn, zooals
sommigen beweren. Immers, de Duitsche
pers heeft het aftreden van generaal
Reynders met geestdrift begroet, zegt de
Nederlandsche journalist."
Wjj vonden een en ander zoo onwaar
schijnlijk en fnuikend voor den goeden naam
der Nederlandsche correspondenten als ob
jectieve berichtgevers der Belgische dagbla
den waartoe die van de Gentsche „Voor
uit" niet blijkt te behooren dat we ons,
zooals bovengemeld, met generaal Reynders
in verbinding stelden, die ons het volgende
dementi verstrekte
„Het bericht aangaande de redenen van
mijn aftreden als Opperbevelhebber van
de Nederlandsche Weermacht, voorko
mende in het nummer van 25 Febr. jl. van
het dagblad „Het Belang van Limburg"
en ontleend aan de Gentsche „Vooruit"
mist eiken grond.
Ten aanzien van het beginsel van de
en u zult s morgens uit bed springen,
gereed om bergen te verzetten.
lederen dag moet uw lever een liter lever-
gal in uw ingewanden doen vloeien. Wanneer
deze stroom van lever gal onvoldoende is, ver
teert uw voedsel niet, het bederft. CJ voelt u
opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam is
vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig, u
ziet alles zwart.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lap
middelen. U moet CARTER'S LEVER-PIL-
LETJES nemen om deze liter lever-gal vrij te
doen vloeien en u zult ueen geheel ander mensch
voelen. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on
overtroffen om de lever-gal te doen vloeien.
Eischt Carter's Lever-Pilletjes bij apothekers
en drogisten, f. 0.75.
handhaving van een strikte neutraliteit
naar alle zijden en de in verband daar-
mede gekozen groepeering van de Neder,
landsche strijdkrachten heeft tusschen de
regeering en mij nimmer verschil ven in.
zicht bestaan.
Deze groepeering houdt rekening met
de noodzakelijkheid om tijdig met zooveel
mogelijk troepen front te kunnen maken
naar elke zijde, vanwaar een aanval mo.
gelflk kan worden geacht. Hiertoe zijn, in
elk denkbaar geval, troepenverplaatsin.
gen noodig het spreekt wel van zelf, dat
voor die verplaatsingen meer gelegenheid
bestaat naarmate de mogelijke tegenstan.
der zich op grooteren afstand van onze
lands- of zeegrenzen bevindt. Deze over.
weging is het welke voornamelijk de
groepeering der strijdkrachten bepaalt,
niet degrootere of kleinere waarschijn-
lijkheid van een aanval van een bepaalde
zijde." (w.g. generaal Reynders).
Oorlogsverrassingen,
In de nabijheid der Luxemburgsche
grens, op Fransch grondgebied, zijn dezer
dagen twee vreemde parachutisten gear,
resteerd. Dit is het eerste concrete geval
van dien aard, dat uit die streek gemeld
wordt. Reeds enkele weken geleden echter
hebben de Fransche autoriteiten de platte-
landsbevolking gewaarschuwd, goed te
letten op parachutisten die in Frankrijk
landen, blijkbaar met het doel spionnage
of sabotage te plegen. Uit die waarschu
wing blijkt, dat al meer menschelijke
nachtvogels want zij dalen bij voorkeur
bij avondof nacht in Frankrijk neer-
gestreken zijn. Er wordt namelijk in ge-
zegd, dat bedoelde parachutisten specia
listen in hun vak zijn, dat zij bijna altijd
perfect Fransch spreken, hoewel met
Duitsch accent, dat zij overvloedig van
geld en doorgaans van vervalschte Fran
sche identiteitsbewijzen zijn voorzien. Men
weet nog niet of men hier tegenover af
zonderlijke proefnemingen staat, dan wel,
dat de Duitschers van plan zijn dit wapen
in de toekomst meer te gaan gebruiken.
Zooals men weet wordt de parachute ook
gebruikt door de Russen, die er achter het
Finsche front echter nog geen successen
mee konden bereiken. Nochtans onder
schatten de militaire deskundigen dit ver
rassingswapen niet, dat vooral gevaarlijk
kan zgn voor de spionnage en sabotage
achter het front. Die sabotage is er op ge-
richt, de verbinding van het hoofdkwar
tier met de legercorpsen af te snijden,
telefoondraden en communicatie-middelen
te vernielen.
De Antwerpsche haven.
Als de Vlaming spreekt van ,,'n vies
bericht", dan bedoelt hg een slechte tij-
ding. Deze week spraken de Sinjoren van
'n vies bericht. Hun vroede vaderen hadden
uit Brussel de tijding ontvangen, dat zij
niet alleen meer baas mochten zijn in hun
haven. De regeering had namelijk het plan,
een „Nationaal Haven-Komiteit" te be
noemen, dat op het beheer der Antwerp-
sche haven toezicht zou houden. Te Brus
sel acht men 't een nationaal belang, dat
de regeering meer zeggenschap in het be
heer der haven krijgt. De aanleiding tot
dit begin van een conflict tusschen Ant
werpen en Brussel is een financieels
kwestie. Het gaat slecht met de Antwerp
sche haven en in velerlei opzicht'is zij dei'
regeering schatplichtig. Niettemin verkla
ren de Sinjoren zich tegen iedere poging,
die ook maar den schijn van eenige voogdij
over hun haven zou aannemen, met kracht
te zullen verzetten. De heer Delwaide,
schepene van Antwerpen, deelde ons des
betreffend mede, dat de regeeringsmede-
deeling te Antwerpen veel onrust baart.
Men acht het niet uitgesloten, dat de in
stelling van een Nationaal Haven-Komiteit
het begin is van staatsexploitatie der
haven. „Indien dit de bedoeling is, ver
klaarde wethouder Delwaide, dan zal van
Antwerpsche zijde een sterk verzet opgaan,
omdat men hier overtuigd is, dat staats
exploitatie den ondergang van de Antwerp
sche haven zou beteekenen". Bij informatie
ten departemente van Economische Zaken
te Brussel vernamen wg, dat van een
staatsexploitatie der Antwerpsche haven
geen sprake is en men er ook niet aan
denkt in de toekomst daartoe over te gaan,
Het op te richten Nationaal Haven-Komi
teit, zoo verklaarde men ons, zal slechts
een adviseerende bevoegdheid hebben en
samengesteld zrjn uit gedelegeerden der
volgende departementen: Economische Za
ken, Buitenlandsche Zaken, Verkeerswezen,
Openbare Werken, Binnenlandsche Zaken,
Financiën, Sociale Zaken, terwgl er ook
zitting in zullen hebben vertegenwoordigers
der havenbesturen van Antwerpen, Gent,
Brugge, Oostende, Brussel en Luik, verdei'
de voorzitters der Belgische Kamers van
Koophandel en tenslotte de besturen dei'
Antwerpsche Zeevaart-Federatie en van
den Bond van expediteurs, exporteurs, en
importeurs te Antwerpen. Het betreft hier
een ordeningspoging, welke echter door de
Antwerpenaren maar matig op prgs ge
steld schijnt te worden.
FEUILLETON
20
Naar het Enyelsch
„Nu, goed dan!" sprak hg in zichzelven,
„als tegenstander ben ik niet gemakke
lijk, kind! Dat zal je tot je verdriet on
dervinden!"
Met dit al waren er wel zeven minuten
verloren gegaan, eer hij den auto weer
op den grooten weg had en nergens ont
dekte hij de vluchtinge.
Cecily had geloopen, tot zij buiten adem
was, en toen zij een opening in de heg ge
waar werd, had ze zich daar doorheen ge
werkt. Uitgeput had zij zich laten neer-
vallen en bleef er ineengedoken zitten,
tot ze den auto voorbg hoorde snorren.
Een overweldigende schaamte was él,
wat zg voelde Brett hield haar dus
voor een „knappe avonturierster", die hg
„niet verklappen" zou, als ze hem maar
een kus gaf
O, de herinnering daaraan was een
schrijnende beleediging.
En nu, hoe zouden John en zgn moeder
haar beschouwen
Zou Mr, Brett hun haar geheim ook
meedeelen Maar als hij zweeg, dan- zou
zg het hun vertellen John en Mrs. Perci-
val moesten alles weten Ze was bij hen
gekomen onder valsche vlag, had hun
vriendelijkheid genoten, hun liefde gewon
nen en steeds had ze hen door haar stil
zwijgen misleid.
Het kostte haar moeite, om op te staan
het was haar, of zij niet vooruitkwam,
zóó stijf was zij in haar leden.
Zoodra ze het laantje uit was en weer
op den grooten weg stond, besefte ze, dat
ze niet den moed had, om naar huis te
gaan. Ze sloeg dan ook de tegenoverge
stelde richting in.
De vensters van het huisje van Mum-
ford waren verlicht en ook brandden de
lantaarns van den doktersauto, die daar
voor stond.
Ineens kreeg ze een ingeving ze zou
Ruth Mumford vragen, of ze daar blijven
mocht.
Toen ze het huisje bereikte, kwamen
juist Ruth en de dokter de deur uit.
„Hallo, Miss Cameronriep het le
vendige mannetje.
„Ik kom vragen of ik vannacht hier
blijven mag," zei Cecily. „Toe, Ruth, dan
zit ik aan het bed bij je vader en kan
jij wat slapen".
„Een prachtig ideeriep de dokter.
„Je bent wel zoo sterk als een paard
Ruth, maar toch ben je nu doodop Als ik
jou was, sloeg ik dit voorstel dus niet
af
„Het is heel vriendelijk van U," zei
Ruth. „Eigenlijk heb ik geen hulp noodig,
maar als U nu toch gekomen is
De dokter stapte al in zijn auto en
haastig vroeg Cecily hem
„Zoudt u ook een boodschap voor mjj
willen afgeven op „Four Acres", dokter,
namelijk, dat ik hier vannacht blijf?"
„Weten ze dit dan niet
„Neen, ze verwachten zeker, dat ik eerst
terugkom."
„Goed. Ik zal een boodschap zenden,
zoodra ik thuis ben."
De dokter reed weg en Cecily volgde
Ruth naar binnen. Ze had zoo althans
enkele uren uitstel gewonnen, maar toch
zou het, helaas, maar al te gauw ochtend
zrjn
HOOFDSTUK IX.
Dién volgenden dag ora twaalf uur
stond Cecily alleen m het keukentje by de
Mumfords en wachtte tot het water koken
zou.
Het leek haar, dat er weken verloopen
waren, sinds dien vorigen dag. Haar oogen
brandden van de tranen, die zij niet ge
schreid had en ze was blij, dat ze doezelig
was, waardoor ze althans haar ellende
niet zoo voelde.
Hoe zou het nu op „Four Acres" gaan?
Zou mr. Brett daar nog wezen?Zou
den John en zgn moeder de bladzijde in
haar geschiedenis kennen, die ze zoo zorg
vuldig voor hen geheim had gehouden?
Hoe dachten ze nu vandaag over haar?
„Is het water nog niet warm?" riep
Ruth boven aan de trap.
„Warm wel, maar het kóókt niet."
„Dat geeft niet. Vult u de kruik maar
van het water, zooals het dóAr is en wilt
u ze dan nog even boven brengen?"
Een paar minuten geleden had Cecily
de buitendeur van de keuken opengezet,
want het was er benauwd en drukkend.
Een frissche bries woei er nu binnen, en
terwg'i ze bezig was, de steenen kruik te
vullen, fladderde er een foto van den
schoorsteen en bleef vlak voor haar voeten
liggen.
Ze bukte zich, raapte ze op, en, tcrwyi
ze de foto weer op den schoorsteen zette,
leek het haar een bekend gezicht. Ja,
dat was Parsons, de dienstbode van lady
Rosmer, maar nu niet in een katoenen
japon en met een mutsje, maar met een
mooien hoed met veeren en gekleed als
een dameIneens viel het haar nu ook
in, dat Charley Mumford op het punt
stond te trouwen met een zekere „miss
Parsons.
Cecily bracht de kruik boven en hielp
Ruth nog even in de ziekenkamer. Niet
lang duurde het, of ze hoorde voetstappen
op het grintpad, en even later liep er
iemand Ln de keuken.
„Wie is dat?" vroeg Ruth. Ze ging
boven aan de trap kijken en zei: „'s Is
mr. Percival. Die kemt u zeker halen.
Als ik was, ging ik maar vast naar
MEISJE VERDWENEN
EEN ONGI
Woensdagavond heeft
je Theodora Goosens, J
aan de Veemarkt te
jiet huis van haar patroc
boodschap te doen. Sind
spoorloos verdwenen. B'
jn het duister omtrent 1
Op 1 Maart zou zij h:
laten. Woensdagavond
lieer des huizes of zij
mocht doen, hetgeen
geerde dien avond niet f
wel vreemd, maar zoc
Het meisje stond goed
rekening met de mogel
ergens was gaan presei
daarover met haar oud
wonen, wilde spreken,
meegenomen.
Toen Theodora den
u{j de familie in Breda
men een onderzoek in.
niet naar huis was gega
vermoedde, dat haar eer
lcomen, heeft de polit
dregd, evenwel zonder
beneden."
Nog nooit had Cecily zoch zoo trooste-
loos-wanhopend gevoeld, als terwgl zij de
trap afging.
„Cecily!" sprak hg streng.
Zo trad tot midden in de keuken, zonder
een woord te zeggen. Hij sloot de deur
naar de trap en vroeg met droef-ver
wijtenden toon in zgn stem:
„Cecily, had je mg dan niet in je ver
trouwen kunnen nemen.
Hun oogen ontmoetten elkaar en het
volgend oogenblik hield hg haar in de
armen gesloten, terwgl zg snikte, of het
hart haar breken zou, m ze zich toch
zoo oneindig verlicht voelde.
„Is mr. Brett weg?" vroeg ze eindelijk
met een lichte huivering.
„Hij is vanmorgen vroeg gegaan."
„Heeft hij je verteld
„Hg heeft mij iets verteld, dat jij hitj
beter zult kunnen toelichten."
„Er is gedeeltelijk waarheid in: ik was
bg lady Rosmer en daar werd een hals
snoer gestolen. Ze doorzochten mgn koffer
en het werd daarin gevonden. Iedereen
dacht, dat ik het genomen had."
„Hoe kwamen ze zoo dwaas?"
„JU gelooft my dus, John?"
„Ik zou niet anders künnen!"
„En...... Je moeder?"
„In haar hart weet zij, dat de beschul
diging aller-ongerijmdst is
„Is dit zoo?"
.(Wordt vervolgd.).
gevaarlijke kwaj
gevaarlijk froje
digd en doen
ben aantal ruti
Twee Haagsche opges
jiauweiyks 17 jaar, pr
een uitermate gevaarlijk
zonder eigenlgk te bese
tige gevolgen dit had 1
stuk ijzeren gasbuis v
gram salpeter, 20 gr
gram zwavelpoeder,
derling verbonden me
Het stuk buis werd v
Kanten met cylindervor
gelascht. Met het aldu
jectiel gingen zg de st
hét in een portiek bg
een bioscoop in de Boe
nooduitgang komt uit
Het projectiel werd
lange lont, bestaande ui
welke zij aansloten op
was na al deze voorber
half tien, dat de jongen
gasbuis tot ontploffing
donderende knal spron
elkaar en de luchtdruk
de nooddeur aan de on
nield werd. In de Looj
etalageruiten. Een van
zich op 60 meter afsta
waar het projectiel oi
In de bioscoop, waar
den menschen bevonden
de explosie natuurlijk
aanwezigen hielden z
hoorden pas later wat
was. Het mag een
genoemd, dat bij deze
ergerlgke kwajongen:
gewond.
De politie had dank
weinig moeite de twee
den. Zy zijn voorloopig
sloten.
de moord te h
Openbare behandeling
ld Ma
Naar wij vernemen
's-Gravenhage op 19 M
maken met de openbar
geruchtmakende strafz
digen koopman, die op
vorig jaar, den veehan
te Leidschendam in eer
lokt en hem zou hébl
roofd.
dader van aan
van der g.
gearres
Hg lag te slapen in d<
Door een zeker toe
de oplettendheid en t
geest van twee Haag:
men erin geslaagd de
aanslag op mevr. Vai
berg, te arresteeren.
Omstreeks zes uur
twee in burger gek
agenten in de bosch
den Nieboerweg, een
liggen slapen. Zij mi
waarop de man als
ging en vertelde, dat
bier had gedronken,
en naar Wassenaar
wien het signalemen
kamp, den dader van
was, meenden Leeuw
gehouden man te hef
Tijdens zijn verho
praten gegaan, doch
wijze, dat men uit ziji
Wys kon. Tenslotte g
kamp te zijn, doch ee
dat hij den aanslag h
niet.
Leeuwenkamp zal
Soest worden gestel'
wachtmeester
PENNING
Voor wat,
De militaire politie
meen paardendepöt o
venhage gedetacheerc
ministrateur gearrest
Van begin Decembc
Januari heeft deze v
groente-handelaar uil
den Haag een aantal
penningen aangenom<
drag van ongeveer
van groenten, die wel
en die voor een bepaa
ving werden toegewe
omvang, dat dc
wachtmeester elke w
25 overhandigde. K
eurrentie en zooals I
verhoor meedeelde, g
punt uit„voor wat,
groentehandelaar is
maakt, terwijl de ws
in bewaring is gestel