Breskensclie Courant Dr.Dushkind EERSTE BLAD STADSNIEUWS Dagblad voor Zeeland, waarin opgenomen de Chamberlain veroordeelt de Noorsche houding. Molestverzekering van in aanbouw zijnde schepen. Luchtaanval cp B i'jsehe schepen. Zweedsch dorp door Rusrijche vliegtuigen aangevallen. De oorlog ter zee. Nederlandsch schip door ontploffing getroffen. Nederlandsch kustvaartuig „Alja" vergaan. Vreemde vliegtuigen boven Nederland. Groote brand in Amerikaansch circus. De Russische lucht macht was actief. De prijspolitiek van den Nederlandschen handel Vlissimen VJf ssingsche Courant WOENSDAG 21 FEBRUARI 1940 Abonnementsprijs: 1? ct. per week ot 2.20 pei kwartaal. Franco per post ƒ2.50. Afzonderlijke nummers 5 ct. Voor het buitenland neme men een abonnement op het postkantoor zijner gemeente. Advertentieprijs: Van 1—5 regels 1.25. iedere regel meer 25 een». Bij abonnement speciale prijs. Kleine advertenties van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent (max. 10 regelsDerde plaatsing gratis. Vooruitbetaling. Uitgave: Firma F.VA-N DE VELDE Jr„Bureaux Waistr. 58-60, Tel. 10 (2 lijnen), Giro No. 66287. Eigen kantoren te :Breskens, Dorpsstraat, TeL 21; Oost- en West-Souburg, Kanaalstraat 45, Tel. 35 V» ii AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Bij 3 of 4 gelegenheden is nagelaten een behoorlijk onderzoek in te stellen. Minister Koht bestrijdt de beweringen van den Britschen premier. In een Dinsdag in het Engelsche Lager huis afgelegde verklaring over het inci dent met de „Altmark" heeft minister president Chamberlain gesproken over de ze „op bewonderenswaardige wyze geleide operatie". Verwijzende naar de verklaring van den Noorschen minister van buitenlandsche za ken, Koht, zei Chamberlain, dat deze Noor sche werkeloosheid zelfs nog moeilijker te begrijpen doet zijn dan hg vroeger veron derstelde. Wij hadden gemeend, aldus Chamberlain, dat de Noorsche autoriteiten de „Altmark" in zekere mate zouden heb ben doorzocht. Thans blijkt evénwel, dat de Noorsche autoriteiten geen enkel onder zoek hebben ingesteld. Chamberlain verklaarde, dat de No ren niet slechts een keer, doch by drie of vier gelegenheden hebben nagelaten een behoorlijk onderzoek in te stellen. Gezien de weken geleden gepubliceerde berichten gaf Chamberlain uitdrukking aan zijn verrassing over de verklaring van Koht, dat de Noorsche autoriteiten niets afwisten van de aanwezigheid van Engel sche gevangenen aan boord van de „Alt mark". De Noorsche autoriteiten, aldus ver volgde Chamberlain, hebben een volko men onverschilligheid aan den dag ge legd met betrekking tot het gebruik, dat van hun territoriale wateren ge maakt zou kunnen worden door de Duitsche vloot. Naar de meening van de Britsche regee ring zou de houding van Koht, geen be zwaar te maken tegen de doorvaart van een Duitsch oorlogsschip, het misbruiken van neutrale wateren door Duitsche oor logsschepen wettigen en „een toestand scheppen, welke de Britsche regeering on der geen omstandigheden zou kunnen aan vaarden." Koht antwoordt Chamberlain. In een interview met het Noorsche tele- graafagentschap naar aanleiding van deze door Chamberlain afgelegde verklaring, heeft de minister van buitenlandsche zaken Koht o.m. verklaard Wat betreft de door Chamberlain naar voren gebrachte theorie betreffende het varen van oorlogsschepen door neutrale territoriale wateren, heeft de Noorsche regeering gemeend, dat haar inzicht vol strekt in overeenstemming was met dat van Engeland. Het kan betwist worden of een regee- ringsvaartuig als in het onderhavige geval beschouwd moet worden als oorlogsschip of niet, doch het is duidelijk, dat het in geen geval als een koopvaardijschip kan worden beschouwd. En daar het internatio nale recht slechts twee soorten schepen kent, moet hét als oorlogsschip worden beschouwd, in dit geval als hulpschip voor de Duitsche marine. De „Altmark" kon bijgevolg dezelfde rechten laten gelden als een oorlogsschip, met inbegrip van het recht, zich niet te laten doorzoeken. De Noorsche regeering, zoo vervolgde Koht, heeft niet toegegeven aan druk van welken kant ook. In dit, als in andere ge vallen, heeft de Noorsche regeering er slechts naar gestreefd, te handelen over eenkomstig de regels van het internatio nale recht. De gezagvoerder van de „Altmark" voor den microfoon. De gezagvoerder van de „Altmark" heeft gisteravond in een radioverslag een uitvoe rig relaas gegeven van de belevenissen van het schip tot aan den overval door den En- gelschen torpedobootjager „Cossack". Het verslag was vooral in zooverre in teressant dat nog talrijke onbekende bij zonderheden aan het licht werden ge bracht. „Toen de oorlog uitbrak, zoo vertelde de gezagvoerder, bevonden wij ons onderweg van de Golf van Mexico naar Rotterdam met een lading olie. Wij kregen het bevel de reis niet voort te zetten, maar de „Alt mark" als verzorgingsschip ter beschik king te stellen van een Duitsch oorlogs schip. In den loop van September kwam de „Altmark" toen in contact met de „Ad miral Graf von Spee", welke oorlogsbodem tijdens den geheelen duur van haar optre den in den Atlantischen Oceaan diende als verzorgingsschip. Toen de Engelschen, evenals in den vorigen oorlog, begonnen bemanningenvan Duitsche schepen, die zij kaapten, weg "te halen, ja zelfs Duitschers van neutrale schepen haalden, om ze te in terneeren, kreeg de „Admiral Graf von Spee" bevel op gelijke wijze op te treden tegenover Engelsche bemanningen. De ruimen der „Altmark" werden met stoffen en dikke tapijten, die van het tot zinken gebrachte Engelsche stoomschip „Hunts man" afkomstig waren, als woonruimte voor de gevangenen ingericht. Toen ik daarop in kennis was gekomen van den ondergang van de „Admiral Graf von Spee" zag ik mijn taak er in mijn schip naar huis te brengen. Op welke wijze dat gebeurd is kan ik natuurlijk niet verraden. De gezagvoerder gaf vervolgens een be schrijving van het binnendringen der Brit sche oorlogsschepen in Noorsche territo riale wateren. De regeering heeft in principe besloten over te gaan tot de molestverzekering van in aanbouw zijnde schepen. Bij deze cate gorie van verzekeringen deden zich moei lijkheden voor, als gevolg waarvan het niet was uitgesloten, dat de aanbouw van schepen zou worden geremd. In het belang van den Nederlandschen scheepsbouw, en vooral ook met het oog op de noodzakelijkheid van den aanbouw van nieuwe schepen voor de grondstoffen- en levensmiddelenvoorziening, meende de re geering de mogelijkheid van staatsmolest- verzekering ook tot dit terrein te moeten uitbreiden. Een regeling terzake is in voorbereiding. TWEE MIJNENLEGGERS EN EEN KOOPVAARDIJSCHIP TOT ZINKEN GEBRACHT. Vijandelijke vliegtuigen hebben Dinsdag middag ter hoogte van de kust van Nort humberland, Norfolk, Lincolnshire en Suf folk aanvallen gedaan op schepen. Radioluisteraars aan de kust van Nor folk hebben noodseinen gehoord van een aangevallen schip. De reddingboot van Norfolk is uitgevaren, nadat een nader bericht was ontvangen, dat op 50 km. van de kust schepen werden gebombar deerd. In Zuid-Essex werd machinegeweer vuur gehoord. In dit district werd lucht alarm gemaakt, waarna de bevolking zich ^aar de schuilplaatsen begaf. Vijf minuten later volgde het signaal: alles veilig. De Duitsche lezing. Het Duitsche nieuwsbureau deelt mede: Duitsche vliegtuigen hebben wederom verkenningsvluchten ondernomen aan de britsche en de Schotsche kust. Hierbij kwam het tot aanvallen op bewapende, Jfsp. in Britsch convooi varende schepen. Twee Engelsche mijnenleggers en een ge wapend koopvaardijschip zijn tot zinken gebracht. Alle Duitsche vliegtuigen keer den ongeueerd naar hun bases terug. EEN DEEL VAN 3ET DORP STAAT NOG IN BRAND. Russische vliegtuigen hebben vanmiddag om één uur het Zweedscbe dorp Pajala, gelegen in het dal van de Torne op vijf mijlen van de Finsche grens gebombar deerd. Vier gebouwen zijn in den asch gelegd, terwijl de kerk licht beschadigd werd. Een vierde gedeelte van het dorp staat in brand. Pajala heeft een bevolking van duizend zielen. NOORSCH STOOMSCHIP ALS VERLOREN BESCHOUWD. Het te Bergeii thuisbehoorende stoom schip „Hop" is, naar men gelooft, verloren gegaan. Alle opvarenden, zeventien man, zouden zijn omgekomen. De „Hop" was op 3 Februari van Bergen naar de Tyne ver trokken. Vermiste opvarenden van de „Sleipner" terecht. De reederij van het Donderdagavond ge zonken Deensche s.s. „Sleipner" deelt mede,, dat de zeven leden der bemanning en zes Grieksche passagiers, die nog vermist wer den, gisteren in een Britsche haven zijn aangekomen. VIJF DAGEN OP ZEE IN EEN DEFECTE MOTORBOOT. Noorsch schip werd getorpedeerd. Na vijf dagen in een defecte motorboot te hebben rondgezwalkt, zijn 11 opvaren den van een Noorsch stoomschip, dat ver leden week Donderdag bij de Westkust van Eire getorpedeerd was, op een eiland bij de kust aangekomen. Men vreest, dat 13 opvarenden om het leven zijn gekomen. Het schip was den geheelen Woensdag door een duikboot gevolgd en Donderdag kreeg de bemanning order, van boord te gaan. Als naam van het schip wordt „Teen- stad" opgegeven, doch deze naam komt in het register van Lloyds niet voor. DE „TARA" IN ZINKENDEN TOESTAND. By de directie van de N.V. Maatschappij „Vrachtvaart" te Rotterdam is van den kapitein van het s.s. „Tara" bericht ont vangen ,dat het schip op 60 mjjl zuidwest van kaap Finisterre door een explosie is getroffen. Het schip is zinkende. De „Tara" was op weg van Bahia Blanca naar Rot terdam met een lading graan, geconsig neerd aan de Nederlandsche regeering. Omtrent de oorzaak van de ontploffing en het lot van de opvarenden is niets be kend. Het schip is eigendom van de N.V. Maatschappij „Vrachtvaart" te Rotterdam. Het meet 4760 ton. Het werd in 1929 op de werf van Piet Smit Jr. te Rotterdam gebouwd. DE 7 OPVARENDEN GERED. Volgens nit. Concarneau (ten zuiden van Brest, Frankrijk), ontvangen tele gram is het Nederlandsche kustvaartuig „Alja", dat op weg was van Spanje naar Nederland, op een wrak gestooten en nabij Glénan vergaan. Alle opvarenden zijn gered. De „Alja" is een motorkustvaartuig van 385 ton en was bemand met zeven personen. Kkpitein is de heer W. Nooitgedacht te Gro ningen. Het schip behoorde aan den reeder J. van Dijk te Groningen en werd in ver band met den oorlogstoestand eenigen tijd te Vlissingen opgelegd. DE TOESTELLEN ZIJN ONDER VUUR GENOMEN. De regeermgspersdienst meldt Woensdagmiddag omstreeks half vier heeft zich een Duitsch militair vliegtuig boven Leeuwarden vertoond. Een Neder landsche vliegtuigpatrouille is opgestegen en heeft het Duitsche vliegtuig achtervolgd en onder vuur genomen, waarna het ons rechtsgebied heeft verlaten. Hedennacht is bij Den Helder door af- deelingen luchtafweergeschut op vreemde vliegtuigen van onbekende nationaliteit geschoten. In het Duitsche legerbericht van heden wordt gemeld Na middernacht vlogen verscheidene vijandelijke vliegtuigen uit het westen en noordwesten onder schending van het Ne derlandsche territoriale gebied de Duitsche Bocht binnen. ALLE GEKOOIDE DIEREN OMGEKOMEN. Olifanten, paarden en kameelen renden de stad in. Gisteravond heeft brand gewoed in het winterkwartier van het te Rochester (India na) gevestigde circus Cole Brothers, waar bij alle gekooide dieren van de onderne ming, waaronder leeuwen, tijgers, luipaar den, apen en eenige zeehonden, zijn om gekomen. Ongeveer 350 andere dieren, welke zich in stallen bevonden, waaronder twintig tot vijf en twintig olifanten, wisten los te breken en draafden in het wilde weg de stad in. Het enorme uit baksteen opgetrok ken gebouw, waarin alle dieren uitzonderd een tiental kameelen waren ondergebracht, werd een prooi der vlammen. De aange richte schade werd geraamd op 150.000 tot 200.000 dollars. Ongeveer 300 paarden, waaronder fraaie rijdieren, voegden zich bij de olifanten en kameelen om aan de vlam men te ontkomen, nadat zy waren losge maakt door circuspersoneel, dat zich in een hoek van het gebouw bevond, toen de brand werd ontdekt. Tijdens de reddings werkzaamheden weerklonk het angstge schreeuw van de dieren in de brandende kooien waaronder een nylpaard. De tamme dieren wist, men in veiligheid te brengen. De eigenaars van de circusonderneming verklaarden nog niet te kunnen zeggen, hoeveel dieren in het vuur waren omge komen. Verscheidene olifanten en eenige paarden trachtten naar het brandende ge bouw terug te keeren, doch werden dooi het personeel tegengehouden, waarna do dieren in wilde vaart naar de stad terug renden. DE 164e DIVISIE IN GEVAAR. De pogingen van het Russische opper bevel, de 164e divisie, welker verbindingen zijn afgesneden en die naby Kitela wan- hopigen tegenstand biedt, te ontzetten, zijn tot dusver mislukt De Russen trachten deze divisie te ravitailleeren dooi middel van vliegtuigen, doch het gebrek aan le vensmiddelen en munitie is zoo groot, dat de weerstandskracht der divisie er aanzien lijk door geschaad wordt. Sedert geruimen tyd is te Heisingfors niet zoo vaak luchtalarm gemaakt als Dinsdag. Zesmaal klonken de waarschu wingssirenes. Tijdens het tweede alarm sprong enkele kilometers ten westen van de hoofstad een aantal parachutisten om laag, de meesten van hen werden gedood, drie werden gevangen genomen. In de omgeving van Heisingfors werden tachtig vijandelijke vliegtuigen gezien, die op groote hoogte in formatie vlogen, drie bommenwerpers, telkens vergezeld van twee verkenners. Het scherpe vuur der iuchtafweerbatte- rijen en de bekwaamheid der Finsche ge vechtspatrouilles nebben belet, dat de bom menwerpers het centrum der hoofdstad bereikten. De buitenwijken werden echter zwaar bestookt. In een enkele wyk kwamen minstens zestig bommen neer. De trein van Turku naar Heising fors is op 40 km, van de hoofdstad door vyandeiijke vliegtuigen gebom bardeerd. Hij moest zesmaal wegens luchtalarm stoppen, waarop de passa giers een goed heenkomen zochten in de langs de spoorlijn gelegen bosschen. Twee personen werden door splinters van brekende treinruiten gewond. Ook het station Karis op de lijn Pilku werd aan gevallen. Verder is ook Viborg verschei dene malen hevig gebombardeerd. Zes Russische toestellen werden neerge haald, doch naar verluidt zijn nog zes andere Russische vliegtuigen eveneens ver loren gegaan. De laatste berichten melden, dat de Russen him aanvallen uitgebreid hebben tot dwars over de Karelische Landengte. Ook hebben zij nogmaals getracht om massa's manschappen te sturen over het tjs van meer Suvanto, dat twee tot vier mijl breed is en nergens ook maai de geringste dekking biedt. Men kon dan ook gister avond waarnemen hoe het ijs bezaaid lag met doode Russen. Het Russische legerbericht. Het gisteren uitgegeven Russische leger bericht meldde, dat de Russen de stad en het fort Kojvisto (Bjorke) bezetten Dit nummer bestaat uit 2 bladen eurtemssen van lea '«9 Chamberlain over de gebeurtenissen met de „Altmark". (Pag. 1, eerste blad) Luchtaanval op Engelsche schepen. (Pag. X, eerste blad) Groote brand in Rotterdamsche meu belfabriek richt ernstige schade aan. (Gemengd nieuws) Souburg heeft een vrijwillig brand weercorps gekregen dat gisteravond werd geïnstalleerd. (Provincienieuws) ZIE VERDER EVENTUEEL LAATSTE BERICHTEN" en het schiereiland Kojvisto (Bjorke) van vijanden zuiverden. De Sovjet-luchtmacht deed met succes aanvallen op vijandelijke troepen en mili taire doelen. 47 vliegtuigen werden tijdens luchtgevechten omlaaggehaald. Garibaldisten .nelden zich aan. Naar de „Journal" meldt, geven duizen den Italianen zich oij het Garibaldisten- legioen op voor dienstneming in Finland. Er zijn Italianen, die zich op eigen ge legenheid verbonden hebben in Finland te strijden, doch dezer dagen zal het eerste belangrijke detachement, bestaande uit honderden Italianen, uit Frankrijk ver trekken. Men verwacht, dat 5000 tot 6000 Ita lianen in Frankrijk zich bij de vrijwilligers in Finland zullen voegen. Ook in de Ver- eenigde Staten wordt onder de Italianen een krachtige propaganda voor hulpver- leening aan Finland gemaakt. Het is de bedoeling, dat zoo in Finland een autonome Italiaansche divisie wordt opgericht, die zal vechten onder bevel van den comman dant van het Garibalaistenlegioen, Camil- lio Marabini; deze zal zich binnen drie weken by zijn mannen voegen. MEDEDEELING VAN DEN MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN. Een beroep op het bedrijfsleven. De minister van Economische Zaken deelt met betrekking tot de prijspolitiek het volgende mede Na het uitbreken van den oorlog is be kend gemaakt, dat geen bezwaar bestond tegen een verhooging van den verkoops prijs boven het peil, dat in de maand Augustus 1939 gold, voorzoover deze ver hooging door een aantoonbare verhooging van den kostprijs werd gemotiveerd. Nadat de oude voorraden in het algemeen waren opgeruimd, is vervolgens op de persconfe rentie van 3 November 1939, alsook bij de schriftelijke behandeling van de begrooting van het departement van Economische Za ken medegedeeld, dat ten aanzien van de prijsbepaling door het bedrijfsleven accoord kon worden gegaan met een calculatie op basis van de vervangingswaarde, indien en voor zoover normale handelsvoorraden wer den aangevuld. Het is intusschen wenschelijk gebleken deze richtsnoeren te verduidelijken met be trekking tot de handelsmarges. In sommige gevallen blijkt men er name lijk van te zyn uitgegaan dat bij de herzie ning der prijzen de procentueele bruto winst marges konden worden gehand haafd. Dit standpunt moet als onjuist wor den beschouwd. Ook voor den handel geldt, dat prijs- verhooging door een aantoonbare kostprysstijging moet worden gemoti veerd. Bij de prijsbepaling door den handel mag dus het totale geldsbedrag van de bruto-winstmarge slechts wor den verhoogd, indien en voorzoover een aantoonbare verhooging van de han- delskosten heeft plaatsgevonden. De Minister doet een beroep op het be drijfsleven om deze aanwijzingen nauwge zet na te leven, teneinde zonder dat van de bijzondere bevoegdheden van de prys- opdryvings- en hamsterwet 1939 gebruik behoeft te worden gemaakt, een verhooging van de prijzen en daarmede van de kosten van levensonderhoud zooveel mogelijk te beperken. Tenslotte wordt de aandacht erop ge- i vestigd, dat voorlichting met betrekking tot de materie der prijzen wordt verleend loor de afdeeling nijverheid en de afdee- ing middenstand van de directie van han del en nijverheid van het departement van Economische Zaken. I AMERICAN CIGARETTE HET GEBOUW VAN SOCIALE ZAKEN. Wijziging in de huurovereenkomst. B. en W. hebben den Raad voor de verga dering van a.s. Vrijdag nog het volgende voorstel doen toekomen By raadsbesluit van 1 Maart 1935, No. 22, werd besloten van het Roomsch Katho liek Parochiaal Arm- en Weesbestuur te Vlissingen, voor den tyd van vyf jaren te huren het huis, staande aan de Hendrik straat voor een huursom van 400 en dit in te richten voor Bureau voor Sociale Za ken met een bovenwoning voor den admini strateur. Voorts werd overeengekomen, dat de verhuurder het gebouw regen- en winddicht zou houden, doch dat het overig onderhoud van het perceel voor rekening der gemeen te zou komen. Voormelde huur eindigt op 15 Maart a.s. Daar wij van meening zijn, dat het niet wenschelijk is, dat de gemeente weder voor langen tyd het perceel Hendrikstraat 12 zal huren, deelden wy voornoemd bestuur mede ,dat wij er de voorkeur aan zouden geven de huur van het gebouw slechts met één jaar te verlengen en wel o.a. onder voorwaarde, dat de gemeente alleen zorg zal dragen voor het onderhoud, waartoe zij ingevolge artikel 1619 van het Burgerlijk Wetboek verplicht is, namelijk de geringe en dagelij ksche reparatiën. Met dit voorstel kan het bestuur voor noemd zich vereenigen onder beding, dat de huurprijs thans 750 per jaar zal be dragen.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1940 | | pagina 1