Sport
HET BLIJFT VRIEZEN!
tweede blad
Voorloopig geen afnemen van de vorst
te verwachten.
Vlissingsche Courant
BINNENLAND
Op bezoek In de „keuken van het weer".
dagblad voor Zeeiana, waarin opgenomen de
Breskensche Courant
Woensdag 14 Februari 1940 No. 38
PRINS BERNHARD IN DEN
RAAD VAN STATE.
Z.K.H. Prins Bernhard woonde Dinsdag
de vergadering van den Raad van State bij.
SPOED ACHTER HET NIEUWE
STAATSLEENINGONTWERP.
De Tweede Kamer heeft Dinsdag een zeer
korte openbare zitting gehouden die onmid
dellijk werd gevolgd door afdeelingsverga-
deringen ter onderzoek van het nieuwe
staatsleeningontwerp, dat met spoed zal
worden afgehandeld. Dinsdag 20 dezer komt
de Indische begrooting aan de orde.
EERSTE KAMER BESPREEKT DE
VOLKSHUISVESTING EN DE
LUCHTBESCHERMING.
De Eerste Kamer is Dinsdag met de be-
grootmg van Binnenlandsche Zaken begon
nen eH het zevental sprekers, dat zich
Dinsdag daarover heeft doen hooren, bleek
zijn keuze in hoofdzaak te hebben bepaald
tot twee onderwerpen: de volkshuisvesting
en de - luchtbescherming.
De heer Reinalda (s.d.), die het debat in
zette, -gaf blrjk van zijn ongerustheid over
het tempo der woningvoorziening, dat naar
zijn opvatting dusdanig is vertraagd, dat
althans voor arbeiderswoningen het gevaar
van sleutelgeld, dat wij twintig jaren ge
leden kenden, weer voor de deur staat. Zijn
conclusie was, dat het nog is te vermijden
door het op ruime schaal verleenen van
bijdragen uit 's rijks kas in de exploitatie
kosten van volkswoningen.
Ook de heer Bruineman (r.k.) zag. wei
nig perspectief meer voor den particulie
ren bouw van volkswoningen, doch beval
een regeling voor de hypotheekverschaf
fing aan om dezen bouw aan te moedigen.
Verder bepleitte deze spreker het houden
van -luchtbeschermingsoefeningen onder
militaire leiding omdat in vele gemeenten
het burgerlijk bestuur niet over de kennis
en ervaring beschikt, die noodig zyn om
dergelijke oefeningen met succes te doen
verloopen.
De heer Kropman (r.k.) .wenschte oprui
ming van krotwoningen en meer steun van
rijkswege voor de volkswoningbouwerrj en
hield een pleidooi voor grootere zelfstan
digheid van de plaatselijke besturen.
Zijn partijgenoot de heer de Jong achtte
den particulieren bouwer het meest aange
wezen om ook voor de behoefte aan ar-"
beiderswoningen te zorgen, doch erkende
dat dit in de gegeven omstandigheden niet
zonder medewerking van het rijk mogelijk
is.
De heer In 't Veld (s.d.) richtte zijn be
toog voornamelijk op de luchtbescherming
en drong aan op meer centrale leiding om
de burgerij op de gevaren uit de lucht voor
te bereiden. Een dergelijk pleidooi hield
ook de heer Heldring (lib.).
De heer De Rijke (n.s.b.) bracht de kwes-
van de stemhokjes ter sprake en wenschte
garantie, dat deze hokjes zoodanig zouden
worden ingericht, dat het geheim van de
stemming volkomen gewaarborgd zij. Ove
rigens wenschte hy de politieke of gods
dienstige gezindheid van candidaten voor
het burgemeesterschap ondergeschikt te
zien gemaakt aan de bekwaamheid voor
het ambt.
De discussies werden vandaag voortgezet."
ÈEN BURGEMEESTER TOONT ZICH
GERAAKT.
En vraagt ontslag.
In verband met een bericht in de pers
dat de burgemeester van Beerta ontslag
zou hebben gevraagd naar aanleiding van
tegenstrijdige beslissingen van den minis
ter van Sociale Zaken, vernemen wy het
volgende:
Op 17 Februari 1939 richtten B. en W.
van Beerta zich tot het departement van
Sociale Zaken met de vraag, of de raad der
gemeente zeggenschap had in een gerezen
kwestie betreffende de plaats van het uit
betalen der steungelden dan wel of de be
slissing in dezen bij B. en W. berustte.
De toenmalige minister van Sociale za
ken antwoordde, dat, naar zijn meening de
uitvoering en toepassing der steunregeling
berusten bij B. en W.
Nadat de raad der gemeente Beerta een
besluit had genomen, waarmede B. en W.
zich niet konden vereenigen, werd dit be
sluit ter vernietiging voorgedragen aan de
Kroon. Door den minister van Binnenland
sche Zaken werd, toen vanwege het depar
tement van Sociale Zaken deze zaak aan
hem werd voorgelegd, het standpunt inge
nomen, dat er geen termen waren, dit be
sluit te doen vernietigen, hierbij sloot de
tegenwoordige minister van Sociale Zaken
zich aan.
De burgemeester vond hierin aanleiding,
per 15 April ontslag te vragen.
DE NIEUWE STAATSLEENING.
Had de rentevoet wel op 4 gesteld
moeten worden?
De minister meent van wel.
Sommige Tweede Kamerleden gaven blij
kens het voorloopig verslag over het wets
ontwerp tot het angaan van een geldleening
of -leeningen, als hun meening te kennen
dat zij in verband met de weinig vader
landslievende houding van vele beleggers
bij de uitgifte van de vorige leening, betwij
felden, of het wel juist gezien is den rente
voet van de thans uit te geven vrijwillige
leening wederom op 4 pet. te stellen. Huns
inziens ware het een goede correctie op de
houding dezer beleggers, indien de rentevoet
dadelijk op 3 pet. werd gebracht.
In zijn memorie van antwoord zei de mi
nister zich allerminst met deze meening te
kunnen vereenigen. Men ware daarmee zeer
beslist gebleven beneden den huidigen rente
stand en de vrijwillige leening zou het volle
aspect gehad hebben niet alleen van een ge
dwongen leening, maar zelfs van een hef
fing. Ook tijdens den wereldoorlog is zulks
nooit geschied.
EXTRA-BRANDSTOFFENTOESLAG
AAN ONDERSTEUNDE KLEINE
BOEREN EN TUINBOUWERS.
In circulaires aan de gemeentebesturen
deelen de ministers van Sociale Zaken en
van Economische Zaken mede, dat zij om
dezelfde redenen, welke geleid hebben tot
een extra-brandstoffentoeslag-verstrekking
aan de ingevolge de steunregeling voor
werklooze arbeiders ondersteunden, hebben
besloten goed te keuren, dat over de week
van 22 tot en met 27 Januari, alsmede over
de week van 29 Januari tot en mét 3 Fe
bruari aan de ondersteunde kleine b-boe-
ren en b-tuinbouwers een extra-brandstof-
fentoeslag ter waarde van f 0.40 (veertig
cent) per week mag worden uitgekeerd.
DE WERKLOOSHEID.
Op 27 Januari 1940 waren bij de organen
der openbare arbeidsbemiddeling ingeschre
ven 369.370 werkzoekenden (354.067 man
nen en 15.303 vrouwen).
Hiervan waren 295.383 (284.820 mannen
en 10.563 vrouwen) werkloos en waren
58.486 personen geplaatst bij werkverrui
mingen ook al konden zij tijdelijk wegens
weers- en andere omstandigheden niet wer
ken. Blijkbaar waren er dus 15.501 per
sonen als werkzoekenden ingeschreven, die
in het vrije bedrijf werkten, doch ander
werk zochten.
AMERICAN CIGARETTES
UNITED CIGARETTE FACTORIES INC.
DE OPHEFFING DER PENSIOEN
KORTING VOOR HET SPOORWEG
PERSONEEL.
Dezer dagen is de bond van gepension-
neerden bij de Nederlandsche Spoor- en
Tramwegen te Utrecht in vergadering bij
eengekomen. Er werd een resolutie aange
nomen, waarin met genoegen wordt gecon
stateerd, dat met ingang van resp. 1 Juli
1939 en 1 Januari 1940 de pensioenkorting
opgeheven is. De bond ziet hierin een er
kenning van de onrechtmatigheid dezer
op I April 1936 ingevoerde korting.
Het hoofdbestuur werd opgedragen stap
pen te doen, welke leiden tot terugbeta
ling van de sedert dien tijd toegepaste kor
tingen.
Tevens werd het hoofdbestuur gemach
tigd actie te voeren voor verbetering der
positie van bepaalde groepen gepension-
neerden, zooals de oud-gepensionneerden en
de invaliden met klein pensioen, zulks in
verband met de stijging van de kosten van
het levensonderhoud. Ten slotte werd het
hoofdbestuur gemachtigd een eventueele
actie tot het verlëenen van een duurtetoe-
slag aan de gepensionneerden in het alge
meen te bevorderen.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
Vermiste botter IJmuiden binnengevaren.
De botter „H. D. 40" waaromtrent men
zich Dinsdag in IJmuiden ongerust heeft
gemaakt, omdat derë reeds Maandag had
moeten binnenloopen; heeft gistermiddag
omstreeks vier uur de haven van IJmuiden
bereikt. Door den oostenwind was het
scheepje verder de zee opgegaan, dan de be
doeling was, zoodat het niet op den gewo
nen tijd binnen kon zijn. De „Neeltje Jaco-
ba" welke was uitgevaren om op zoek te
gaan naar de botter, is radio-telefonisch te
ruggeroepen.
TREELER UIT BLANKENBERGE
VERGAAN.
Vier opvarenden door sloep uit
Zeebrugge gered.
De treiler „Blankenberge 4" is Maandag
avond op 50 mijl ten noordwesten van Zee-
brugge gezonken, na gestooten te zijn op
een voorwerp van onbekenden aard.
De vier opvarenden werden, na zes uur in
een boot te hebben rondgedobberd, opgepikt
door een Belgische sloep uit Zeebrugge en
gistermiddag in de haven aldaar terugge
bracht.
Fransch tankschip bij de Azoren vergaan.
Op 4 Februari heeft het Noorsche schip
„Samuel Bakke" 28 opvarenden van de
Fransche tankboot „Picardie" die bij de
Azoren in tweeën was gebroken, aan boord
genomen. De geredden zijn gisteren in
Guadeloupe aan land gebracht.
Amerika wil ruiling van scheepvaartroutes
met Engeland voorstellen.
De Amerikaansche ambassadeur te Lon
den, Kennedy heeft gisteren te Washington
medegedeeld, dat hij naar Londen een
voorstel zal meenemen, tot ruiling van be
paalde Britsche en Amerikaansche scheep
vaartroutes, waardoor de thans stil liggen
de Amerikaansche schepen in gebruik ge
nomen zouden kunnen worden. Na confe
rentie met Huil zei Kennedy, dat hij hoopte
de Engelschen er toe te kunnen brengen,
aan de Vereenigde Staten de routes over
te dragen, die thans uitsluitend worden be
varen door Britsche schepen, welke reeds
aan enkele dezer routes worden onttrokken
om op andere routes oorlogsmateriaal te
vervoeren. De routes, welke Kennedy voor
de Amerikaansche schepen op het oog
heeft, liggen ver van het Europeesche oor
logsterrein.
De ambassadeur verklaarde voorts, dat
zijn plan mogelijkheden inhield voor een
vergrooten uitvoer van Amerikaansch
hout naar Engeland. Hij verklaarde dat
Engeland hout noodig heeft, doch voor het
vervoer ervan moeilyk schepen kan vinden,
terwijl de noodige tonnage beschikbaar
zal zijn, als Britsche schepen in andere
deelen der wereld door Amerikaansche
schepen zouden kunnen worden vervangen.
DAMMEN
Om het kampioenschap van Nederland.
Dinsdagavond :s de partij BomLigthart
uit de derde ronde van het tournooi om het
kampioenschap van Nederland gespeeld. De
ontmoeting werd door Ligthart gewonnen.
In den nacht van Maandag op Dinsdag
heeft het op het vliegveld Eelde 24 graden
gevroren. De winter van 1940 is hard en
onverbiddelijk, want na lange weken van
koude ging het eindelijk dooien en toen
alle menschen herademden, omdat een
eind aan de vorst was gekomen, viel de
kou opnieuw in en niets wijst er op, dat
zy spoedig zal verdwijnen en zal plaats
maken voor de lente.
Er is sneeuw gevallen en het regende,
terwijl de thermometer niet boven het
vriespunt uit steeg: alle lusten en lasten
van den winter beleven wy en iederen
morgen kijken wy, zoo mogelijk, door een
raam om te zien welke verrassingen ons
weer worden voorgezet.
Het zijn inderdaad voor leeken verras
singen, doch niet voor weerkundigen. Zij
zien in al die verschijnselen gevolgen van
atmospherische gebeurtenissen, die voor
een groot deel te bepalen zijn en in kaart
kunnen worden gebracht. Als weerbe
richten worden zij voor iedereen begrijpe-
lyk. Het interesseert alle menschen of het
koud dan wel warm zal zijn. Er zijn er,
die speciaal willen weten of de wegen glad
zullen worden; anderen, die graag op de
hoogte zouden willen komen van tempera
tuurwisselingen, omdat zjj vrachten moeten
verzenden, welke sterk onder den invloed
van kou of warmte kunnen lijden. Wij
zouden aan deze opsomming kunnen toe
voegen de luchtvaarders en schepelingen,
wier wel en wee zoo vaak van het weer
afhankelijk is.
Is het een wonder, dat zij in dezen tijd
meer dan ooit uitzien naar betrouwbare
gegevens betreffende den gang van de
temperatuur? En dan denken wij nog niet
eens aan degenen, de lichamelijk door de
koude worden getroffen en dié niet be
schikken over de middelen om zich daar
tegen naar behooren te beschermen.
Wij willen maar zeggen, dat er in ons
land niemand is, die geen belang stelt in
dezen winter, die strenger is dan wij ooit
hebben beleefd. Strenger ook dan de be
ruchte winter van 1890, die volgens de
verhalen van ouderen het toppunt van
ellende heeft gebracht.
In de „keuken van het weer".
Om nu eens precies te weten, waaraan
wij ons hebben te houden voor de komende
dagen, daarbij ook nieuwsgierig naar de
oorzaken van de vorst, hebben wij een be
zoek gebracht aan het Koninklijk Neder-
landsch Meteorologisch Instituut in de
Bilt, waar de „keuken van het weer" is
gevestigd.
De hoofddirecteur, dr. H. G. Cannegieter,
was eigenlijk niet bijster opwekkend, toen
hij zei, dat er in de geschiedenis vorst
perioden bekend zijn, die tot Maart duur
den. De ijswinter van thans kan het ook
wel tot de lentemaand uithouden, al moe
ten we bedenken, dat de kansen snel en
zelfs binnen 24 uur kunnen keeren. Wan
neer wij zooals nu strenge vorst krijgen,
dan beteekent dit, dat een bepaalde lucht-
drukverdeeling gunstig is voor aanvoer
van koude winden uit het Poolgebied. De
toevoer van warme lucht moet komen
van den oceaan, doch twee gebieden van
hoogen luchtdruk, één boven IJsland,
Schotland en Ierland, het tweede boven
Scandinavië, houden dien aanvoer tot nu
toe tegen.
Vanwaar komt de koude?
„Dat gebied van hoogen luchtdruk
boven Scandinavië zit als het ware
vastgespykerd en alle stormloopen van
depressies hebben het onderspit moeten
delven," zoo karakteriseerde dr. Canne
gieter den toestand, waarin wy mo
menteel leven. Het is zeer goed moge-
lyk, dat wij nu en dan een korte
periode van dooi meemaken, maar
zoo lang het gebied van hoogen druk
boven Scandinavië even krachtig blyft
als nu het geval is, zoo lang zullen
wy oostenwinden hebben en dus vorst.
En strenge vorst
Na den sneeuwval van Maandagavond
volgde een opklaring, de wind ging liggen.
Onder deze omstandigheden konden niet
anders dan zeer lage temperaturen op
treden. Overigens zijn de weersverschijn-
selen momenteel uitermate moeilijk te vol
gen. Er komen geen berichten van den
oceaan, evenmin van Frankrijk, Engeland
en Duitschland, zoodat men in sommige
opzichten het verloop van een depressie
en van een gebied van hoogen druk moet
gissen.
Zeker is, dat er een scherpe scheidings
lijn getrokken kan worden tusschen het
gebied van oostenwind met vorst en wes
tenwind met dooi. De vorst is nu alweer
tot in de Middellandsche Zee doorge
drongen en niets wijst er op, dat koning
Thialf bij ons spoedig zal wijken.
Afnemen van de vorst niet spoedig
te verwachten.
Daar komt nog by, dat de omstan
digheden voor het aanhouden van de
vorst nu wel buitengewoon gunstig
zyn. Dr. Cannegieter wees bijvoorbeeld
op het dichtvriezen van de Oostzee en
het Kattegat, en op de sneeuwbedek-
king van byna geheel Europa. Ont
braken deze factoren, dan zouden de
arctische winden zoowel boven land als
boven water warmte opnemen, zoodat
zy over ons land minder koud zouden
aankomen. Het ijs- en sneeuwdek zorgt
er wel voor, dat de grondtemperatuur
niet boven het nulpunt stijgt.
Zoo is de toestand van het oogen-
blik. Veel verbetering, of liever af
nemen van de vorst, is niet te ver
wachten.
Interessante cijfers.
Uiteraard bieden de temperaturen, die
thans in ons land worden geregistreerd, tal
van mogelijkheden tot vergelijking.
Dr. C. Braak, directeur van de klima
tologische afdeeling van het K.N.M.I.,
heeft een speciale manier om uit te re
kenen hoe streng het nu wel gevroren
heeit. Daartoe neemt hy het gemiddelde
van de temperatuur om zeven uur
's avonds, de minimumtemperatuur, waar
genomen over de afgeloopen 24 uur en een
tiende gedeelte van het maximum. Het
blijkt dan, dat de winter van dit jaar
Dinsdag alle strenge winters van 1849 af,
ruimschoots heeft voorbijgestreefd:
tot 13 Februari 347 graden
in 1890 totaal 354 graden.
Een verschil dus van slechts 7 graden,
dat gisteren is ingehaald. Neemt men het
gemiddelde tusschen de dagelijksehe maxi
mum- en minimumtemperaturen, dan ont
staat de volgende vergelijking:
1940 252 graden
1890 258 graden,
waaruit eveneens blijkt, dat 1940 Dinsdag
kouder is dan 1890.
Dr. Braak noemde het moeilijk uit te
maken, welke dagen nu van 1890 af de
koudste zijn geweest. Dit hangt af van
eenige bijkomende omstandigheden. Zoo
herinneren zich vele menschen nog den
30en December 1890. Toen vroor het ge
durende 24 uur tusschen 12.3 en 15.8
graden, maar daarbij woei een krachtige
noord-oostenwind. Deze wind maakte een
verblijf op straat vrijwel onuitstaanbaar.
Deze winter is kouder, maar wij hebben
minder last van den wind; daarom lijkt
het nu en dan minder koud.
Ter vergelijking diene nog, dat het in
stituut in de Bilt voor de jaren 1855, 1890
en 1940 de volgende laagste temperaturen
opteekende:
18 Februari 1855 17.7 graden
30 December 1890 15.8 graden
13 Februari 1940 16.7 graden.
De laagste temperatuur ooit in de Bilt
geregistreerd kwam voor op 3 Februari
1912. Het kwik daalde toen cot 20.0 graden
Celsius beneden het nulpunt. Het is der
halve ondoenlijk om de koudste dagen
gedurende een reeks van jaren vast te
stellen. Daartoe zou men waarnemingen
op eenzelfde plaats noodig hebben. De
waarnemingen in de Bilt geschiedden re
gelmatig, doch op andere plaatsen is dit
niet "het geval geweest, zoodat vergelij
kingsmateriaal ontbreekt. Zeker is, dat
de temperatuur in Eelde ir den nacht
van Maandag en Dinsdag een absoluut
record is voor ons land.
In de afdeeling „Weerdienst".
Deze winter zal alle records slaan en
momenteel wijst, zooals gezegd, niets er
op, dat wij binnen korten tijd de kou voor
goed achter den rug hebuen. Dat konden
wy, voor zoover onze leekenoogen daartoe
in staat waren, zien in de afdeeling „weer
dienst" van het K.N.M.L Daar komen de
berichten van de versc.iillende posten bin
nen, daar worden alle gegevens nauw
keurig gerangschikt en in kaart gebracht.
Daar ontstaan ook de jekende blauwe
weerkaartjes. Het is werkelijk geen won
der, dat dr. W. Bleeker, de leider van deze
afdeeling, ons kon mededeelen, dat talrijke
instellingen en zeer vele particulieren her
haaldelijk opbellen om ce weerberichten
te vernemen. Deze inlichtingen worden met
de uiterste zorg gegeven. Gedurende het
geheele jaar 1939 werden 680 inlichtingen
verstrekt.
Thans, na zes weken in 1940, hebben
de weerkundigen van de Bilt reeds 670
maal verteld, wat zij van het weer ver
wachten. Voegt men daarby de speciale
diensten voor de luchtvaart, voor marine
en koopvaardij, den storm waarschuwings
dienst, dan zal het duidelijk zyn, dat het
Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch
Instituut, in het hart van het land, inder
daad in het middelpunt van alle belang
stelling is gelegen.
Dat zij, die hier dag en nacht werken,
ons ook geen dooi en een beetje warmte
kunnen geven, ligt niet aan hen, want
zooals alles betrekkelijk is, is ook het
woord .keuken" relatief, want er wordt
niets „gemaakt, doch men constateert
slechts en deelt de resultaten mee aan
ieder, die zich hiervoor interesseert.
MARINE EN LEGER
KORPS LUCHTAFWEERDIENST VAN
DEN VRIJWILLIGEN LANDSTORM
BESTAAT EEN JAAR.
Défilé voor H.M. de Koningin, den opper
bevelhebber en den minister van defensie.
Ter gelegenheid van het eenjarig bestaan
van het korps luchtafweerdienst van den
vrijwilligen landstorm zullen de afdeelingen
Delft, Zaanstreek en 's-Gravenhage Donder
dag 15 Februari te Den Haag voor H.M. de
Koningin, den opperbevelhebber van land
en zeemacht, alsmede voor den minister van
defensie defileeren.
VOOR BOEREN EN TUINDERS
Steun koolzaad oogst 1939.
Van officieele zijde vernemen wij, dat voor
koolzaad van den oogst 1939, hetwelk in het
tijdvak van 30 Augustus tot en met 31 De
cember 1939 werd verkocht, zoomede voor
koolzaad, hetwelk op 31 December nog on
verkocht bij de telers aanwezig was, geen
steun zal worden uitgekeerd.
In het Westen en Znlden van ons land is betrekkelyk weinig van de
sneeuw meer te bespeuren. Al dreigt dit door den jongsten sneeuw
val weer te veranderen. Op het platteland ondervindt men echter
nog zeer veel hinder van de gevallen sneeuw. De toegangswegen
naar de huizen zyn geheel ondergesneeuwd en eerst thans is men
kunnen beginnen een smal paadje te graven, waardoor het mogeiyk
zal worden de woning weer op normale wyze te betreden.