SINATRAN
Gewetenloozer
kon het al niet
Wettelijke regeling werkloosheidsverzekering
op stapel.
BINNENLAND
Zeeuwsch-Vlaanderen
Breskens
Oostburg
Sluis
Retranchement
fö^'badèn geneeskrachtig en verkwikkend!
Financieele positie van Zuidzande gezond.
Geen verkorting van den arbeidstijd beneden 48 uur.
Sneeuwruimen geen staatszaak, dus niet in werkverschaffing.
De Eerste Kamer heeft Donderdag de
begrooting van Sociale Zaken voor 1940
zonder noofdelijke stemming aangenomen.
De vier leden van de nationaal-socialis-
tische fractie vroegen aanteekening, dat zij
geacht wenschten te worden te hebben
tegengestemd.
Dr. J. v. d. TEMPEL
De minister van Sociale Zaken, dr. J.
van den Tempel, heeft de leden die Woens
dag het woord hadden gevoerd, beant
woord.
De minister betuigde zijn dank voor de
welwillende houding, die men jegens hem
had aangenomen. Den heer de Bruijn
voerde de minister tegen, dat verbod van
den arbeid van de gehuwde vrouw een
aantasting zou zijn van haar zelfstandig
heid. Dit verbod is steeds uitgebleven,
ook onder het ministerschap van prof.
Romme.
Ten aanzien van de bedrgfsraden zei
de minister, dat hij inderdaad op een
ander standpunt staat dan de heer de
Bruijn, doch dit is geen uitvloeisel van
een diepgaand geschil op het terrein van
de hoogste levensvragen. Het toekennen
van verordenende bevoegdheid aan die
raden achtte de minister wel wenschelijk,
doch hij wenschte dit probleem thans niet
aan de orde te stellen, daar dit het alge
meen regeeringsbeleid betreft en daar het
bovenal een vraagstuk is van economische
politiek. De minister wil de ontwikkeling
voortzetten zooals die is sinds de tot
standkoming van den eerstm raad. Er
worden thans pogingen gedaan om te
komen tot meer centralisatie van de be
drijfsraden, b.v. land- en tuinbouw
De arbeidstijd.
Volgens den minister is er een reeks
van beletselen om thans het initiatief
te nemen tot verkorting van den ar
beidstijd, o.m. de internationale positie
van het bedrijfsleven, die op korten
termijn aan veranderingen onderhevig
is. Wel streeft de bewindsman naar
verkorting van den arbeidstijd van die
groepen, die langer werken dan 48
uren per week.
De mogelijkheid van verbetering der toe
standen in verband met den fabrieks
arbeid van jonge meisjes wordt reeds door
de arbeidsinspectie onder het oog gezien,
evenals het door mejuffrouw Ribbius Pe-
BESPREKINGEN VAN HET ORGANISA
TIE-COMITÉ IN HET VREDESPALEIS
GEËINDIGD.
Dr. Colijn en de heer Avenol zullen overleg
plegen over samenstelling centraal comité.
Nadat de conferentie in het vredespaleis
te Den Haag geëindigd was, is gister
avond om 8 uur een officieel communiqué
over de besprekingen uitgegeven.
Hieruit blijkt, dat het organisatie-comité
aan dr. Colijn en den heer Avenol opdracht
heeft gegeven om over de samenstelling
van het centrale comité overleg te plegen
en dat zij het resultaat van dit overleg aan
het organisatie-comité moeten mededeelen.
Tevens heeft het organisatie-comité be
sloten niet alle 32 plaatsen in het centrale
comité te vervullen en dit geldt zoowel
voor de regeeringsvertegenwoordigers,
wier aantal maximaal 24 kan zijn als voor
de leden, die a titre personnel in het comi
té zitting kunnen nemen en wier aanta'
hoogstens 8 kan zijn. Uit het slot van het
communiqué blijkt, dat de verschillende or
ganen van den Volkenbond, die op econo
misch en sociaal gebied werkzaam zijn, in
het werk zijn ingeschakeld.
letier ter sprake gebrachte probleem van
den arbeid aan den loopenden band.
Minister van den Tempel zei er over
verheugd te zijn, dat over het voornemen
van de regeering ten aanzien van een
wettelijke geregelde vacantie in het alge
meen zeer welwillend is gesproken. De
heer Gelderman (lib.) had verzocht reke
ning te houden met de draagkracht van
het bedrijfsleven. De minister berekende
den totalen nieuwen last van kinderbijslag
verzekering en vacantie-regeling tezamen
op niet meer dan anderhalf procent van
het loonbedrag.
Wat de collectieve arbeidsovereenkomsten
betreft, merkte de minister op, dat inder
daad nog slechts vijf verbindend zijn ver
klaard, doch dat dit aantal dit jaar ver
moedelijk aanmerkelijk grooter zal worden,
wanneer aan verschillende formeele be
zwaren tegemoet zal zijn gekomen.
In antwoord op de opmerkingen van den
heer von Rönninghausen zei de minister,
dat de toestand in de Twentsche textiel
industrie inderdaad niet bevredigend is,
doch dat er van de zijde van den directeur-
generaal van den arbeid pogingen worden
gedaan om tot een oplossing te komen.
Wettelijke regeling werkloosheidsver
zekering in bewerking.
Het vraagstuk van de herplaatsing van
gemobiliseerden zal in studie worden ge
nomen door een interdepartementale com
missie.
Ook deelde minister Jgpi den Tempel
mede, dat een wettelijke regeling van
de werkloosheidsverzekering op stapel
staat.
Onjuist noemde de minister de bewering
van den heer von Bönninghausen, dat werk-
loozen op straffe van inhouding hunner
ondersteuning gedwongen worden in een
vreemd land te gaan werken; sinds enkele
maanden bestaat voor die bewering geen
enkele grond. In de serieuze pers is hier
over dan ook geen enkele klacht gehoord.
Uitvoerig betoogde de minister in ant
woord op den heer Hiemstra, dat sneeuw
ruimen niet kan geschieden in werkver
schaffing, daar de consequentie zou zijn,
dat het sneeuwruimen staatszaak zou
worden. Wat de werkverruiming betreft,
verklaarde de minister, dat hg er naar
blijft streven, dat de arbeiders in de kam
pen eens in de week naar huis kunnen
gaan. In het laatste kwartaal van 1939
zijn goedgekeurd 1425 cultuurtechnische
werken met in totaal 11 millioen gulden
loon en 79 niet-cultuurtechnische werken
met 1.4 ton loon.
Het grootste kwaad voor de werkloos
heid, aldus de minister, blijft de ongewisse
toekomst van het bedrijfsleven. Spr. ver
zocht dringend den steun van alle kringen
uit het bedrijfsleven.
Na repliek van de heeren de Bruijn
(r.k.), Gelderman (lib.), von Bönninghau
sen (n.s.b.) en de la Bella (s.d.) en dupliek
van den minister werd dit begrootings-
hoofdstuk aangenomen.
BESCHERMING VAN SCHATTEN VAN
KUNST EN WETENSCHAP TEGEN
OORLOGSGEVAREN.
De kosten geraamd op 2.000.000.
In de „wet betreffende bescherming te
gen luchtaanvallen" is aan den minister
van Binnenlandsche Zaken o.a. opgedragen
het treffen van maatregelen voor de be
scherming van schatten van geschiedenis,
kunst en wetenschap. De kosten van deze
maatregelen, voor zoover het gemeenten
betreft gerangschikt in de tweede en de
eerste gevarenklasse, komen ten laste van
het rijk. Ter voorbereiding van deze maat
regelen hebben de ministers van onderwijs,
K. en W., van Binnenlandsche Zaken en van
Defensie een contactcommissie ingesteld.
Hierbij is er van uitgegaan, dat de uitga
ven, benoodigd voor de verwezenlijking van
haar voorstellen, zullen worden gebracht
op de begrooting van het departement van
Onderwas.
Dienovereenkomstig is thans een supple-
toire aanvrage tot dekking van deze uitga
ven bij de Staten-Generaal aanhangig ge
maakt.
De voorgestelde bescherming bepaalt
zich tot de belangrijkste voorwerpen in de
rijksmusea, -bibliotheken en -archieven,
tot dergelijke objecten in een zeer gering
aantal niet aan het rijk toebehoorende ver
zamelingen en tot 108 gebouwen van groo-
te historische- en kunstwaarde, verspreid
over 40 gemeenten. Bij overleg tusschen
den minister en zijn ambtgenoot van fi
nanciën is het voor de geheele bescherming
benoodigde bedrag, door de contactcom
missie aanvankelijk geraamd op f 2.700.000
teruggebracht kunnen worden tot de
2.000.000, welke de minister thans aan
vraagt.
De te treffen maatregelen zijn voor een
groot deel een blijvend nut, bepaaldelijk
voor zoover zij bestaan in brandbluschin-
stallaties met watervoorziening, onafhanke
lijk van waterleidingen en electrische be
drijven.
De te treffen maatregelen krijgen eerst
hun volle nut, zoodra eventueel geregelde
bewaking van de beschermde gebouwen
noodzakelijk wordt. Hiervoor worden met
medewerking van de burgerlijke luchtbe
schermingsdiensten groepen van vrijwil
ligers gevormd.
Wanneer alle werken voltooid zullen zijn
en de bewakingsgroepen gevormd, zal met
een jaarlijksch bedrag van ten hoogste
68.000 volstaan kunnen worden.
Extra-brandstoffenbijslag met
een week verlengd.
De minister van Sociale Zaken heeft aan
de gemeentebesturen medegedeeld, dat hij
termen aanwezig heeft gevonden den ter
mijn, gedurende welken de extra-brand
stoffen toeslag wordt verstrekt, met nog
een week te verlengen.
MINISTER BOLKESTEIN ZAL NIET
AFTREDEN.
Geruchten in verband met zijn ongesteld
heid.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, de heer G. Bolkestein, is
sedert eenigen tijd ongesteld. Dientenge
volge zijn geruchten ontstaan, dat minister
Bolkestein voornemens zou zijn af te tre
den.
Wij vernemen van de meest bevoegde
zijde, dat de minister, die voor herstel van
gezondheid thuis vertoeft in zijn woning
te Amsterdam, dit voornemen in geenen
deele heeft.
Hieraan kan nog worden toegevoegd,
dat de laatste dagen de toestand van den
minister is verbeterd.
SPOORWEG JUBILEUM-POSTZEGELS
ZIJN NIET MEER GELDIG.
Op de postkantoren wordt nog steeds
correspondentie ontvangen, gefrankeerd
met de bijzondere postzegels, uitgegeven
ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum
der Nederlandsche Spoorwegen. Men ver
zoekt eraan te herineren, dat deze zegels
sinds 31 December jl. voor frankeering
niet meer geldigzijn.
Uit
Collecte voor Finland.
De collecte voor Finland in de Ned.
Herv. Kerk, die een week uitgesteld was,
zal nu, behoudens onvoorziene omstandig
heden, Zondag a.s. gehouden worden.
Collecte Roode Kruis.
De alhier gehouden collecte ten bate van
het Roode Kruis, heeft in totaal 69.70 op
gebracht.
Stierenkeuring.
De verplichte voorjaarskeuring van stie
ren is voor onze gemeente vastgesteld op
23 Februari te 1.30 uur.
Bewoners van R. K. vluchtelingenkamp
emigreeren naar Brazilië.
Donderdagmorgen zijn 15 emigranten
van het R.K. vluchtelingenkamp per auto
naar Antwerpen vertrokken waar zij in
schepen voor Brazilië.
Stierenkeuring.
De verplichte voorjaarskeuring van stie
ren is voor onze gemeente op 23 Februari
te 2.30 vastgesteld.
C-is' rmidda^ .wam de raad ge
meente voor de eerste maal in 1940 bijeen.
De voorzitter, de heer J. P. M. Beelaerts
van Emmichoven, sprak een korte nieuw
jaarsrede uit, waarin hg in de eerste
plaats den raadsleden en hun gezin een
voorspoedig jaar toewenschte. Het afge-
loopen jaar, aldus spreker, is rustig ver-
loopen voor de gemeente. De verkiezing
bracht weinig verandering. De bevolking is
echter aanmerkelijk teruggeloopen van 903
tot 890 zielen. De mobilisatie bracht veel
werk voor de gemeente, temeer daar de
ambtenaar Everwijn sinds April weg is en
nog steeds niet vervangen. Hierbij bracht
spreker een bijzonder woord van dank aan
den gemeenteveldwachter, den heer J. K.
Hariot, voor het vele administratieve werk,
dat deze in dien tijd heeft helpen verrich
ten. Spr. hoopte verder, dat de meenings-
verschillen die er ook dit jaar weer wel
zullen zijn, geen reden mogen zijn tot een
minder prettige samenwerking. De finan-
cieele positie was goed in het afgeloopen
jaar en als er zich geen bijzonderheden
voordoen, zal dat ook dit jaar het geval
kunnen zijn.
Ingekomen stukken.
Bij de ingekomen stukken was een ver
zoek van den heer J. Becu-Cornelis, loon-
dorscher te Groede om een ontheffing te
krijgen inzake de motor- en rywielwet om
in de gemeente te kunnen rijden met voer
tuigen boven de wettelijk gestelde belas
ting. De vergunning werd zonder hoofde
lijke stemming verleend.
Van Ged. Staten was een schrijven bin
nengekomen dat de goedkeuring op de be
grooting nog niet was verleend en dat de
beslissing verdaagd is. Over de bedragen
kan beschikt worden tot de helft als in de
begrooting omschreven.
Ambtenaar van den Burgerlijken
stand.
De heer J. Risseeuwde Hullu had ver
zocht om ontslag als ambtenaar van den
burgerlijken stand. Dit ontslag werd hem
op de meest eervolle wijze verleend. De
voorzitter deelde mede, dat verder ambte
naar in voornoemde functie zijn de heer
Everwijn, die afwezig is, de burgemeester
en de heer Perduyn. Daar de mogelijkheid
van afwezigheid van de laatste twee be
staat, wenschte hij in de vacature te voor
zien.
De aanbeveling van B. en W. luidde wet-
De aanbeveling van B. en W. luidde: wet-
houts. De heer P. Luteyn werd benoemd
met 6 stemmen, 1 stem blanco. Hij aan
vaardt de benoeming.
De steunregeling.
Hierna was de steunregeling aan de orde.
Een verzoek tot wijziging der steunregeling
dat in de voorgaande raadsvergadering
naar B. en W. was verwezen, werd opnieuw
voorgelezen. De inhoud omvatte verhooging
van den steun, met steun over een geheel
jaar, een uitkeering in kolen en een Kerst-
gave, benevens een vaststelling der uitkee
ring bij werkverschaffing, die zoo zal zgn,
dat steeds 12 wordt verdiend. De voor
zitter zette uiteen, dat hij om practische
redenen adviseerde den steun op 7.20 te
brengen inplaats van op 7 als in het
schrijven genoemd. B. en W. zijn echter
van meening, dat er geen geheel jaar dient
uitgekeerd te worden. Wat de toeslagen
betreft, ook deze bevelen zij niet aan,
daar zij deze zien als een soort fooi. Met
de uitkeering in werkverschaffing zijn B.
en W. het volkomen eens.
De heeren Ie Roy en Verhuyt waren van
meening, dat het juist is, dat er een ge
heel jaar uitgekeerd wordt. Verder wezen
Het Nederlandsche lovertraan-preparaal
met den amaak èn de Vitaminen van Sinaaiappe]
maakt Uw kinderen minder vatbaar voor kouvatte^
en bronchitis. Flacons a 200 gram f. 1.03 bij An0.
Sbekera en Drogisten.
Fabr.N.V. Handelsver. A. J. ten Doesschate Zwolle
DE VLISSINGSCHE-BRESKENSCHE
COURANT HEEFT DE GROOTSTE o£
LAAG VAN ALLE IN ZEELAND VER-
SCHIJNENDE DAGBLADEN.
f zg er op, dat deze gemeentelijke regeling
nog aanmerkelijk ten achter komt bij den
rijkssteun, dien zij echter niet voor Zuid-
zande wilden aanbevelen, daar dit niet
voordeeliger voor de gemeente komt.
De heer Perduyn was wel voor een ko-
lentoeslag, wanneer dit speciale gevallen
betreft.
Hierna volgde nog een uitvoerige bespre
king over de gevallen, waarin een werk
man met en zonder eigen schuld zonder
werk komt. De voorzitter wees er nog eens
uitdrukkelijk op, dat indien het B. en W.
bekend is, dat iemand door eigen schuld
werkloos wordt, hij niet op uitkeering van
de gemeente mag rekenen.
De heer LuteynLeenhouts zou de kin
dertoeslag niet willen stellen op 0.50 per
kind voor een maximum van 4 kinderen,
doch dit desnoods tot 6 of 7 willen uit
breiden. De heer LuteynBouwens vond de
verhooging nogal veel.
De voorzitter zei, dat 6 van vroeger
wel weinig was, waardoor thans een rui
mere verhooging wordt genoemd. De be
spreking over dit onderwerp scheen geen
eind te kunnen nemen, totdat de heer Ver»
buyt den voorzitter verzocht tot een stem
ming te willen overgaan.
Bij de stemming, werd de steun op 7.20
gesteld, terwijl met 43 stemmen werd
besloten, dat de uitkeering over een geheel
jaar zal loopen. Voor een deel van het jaar
stemden de heeren P. Luteyn, Luteyn—
Leenhouts en LuteynBouwens. De heer
le Roy wees er nog op dat dan weer een
wachtweek wordt gehandhaafd na een
werktijd van 3 maanden.
Het kerkhof.
Bij de rondvraag wees de heer Verbuyt
nog eens op den slechten toestand van de
kleine lijkkleedjes voor begrafenissen. De
voorzitter zal hieraan aandacht schenken.
Verder wees de heer Verbuyt er op, dat
hg zou willen zien, dat op het ongebruikte
deel van het nieuwe kerkhof geen voertui
gen komen, en wees er ook op, dat het
niet juist is dat er hooi van het kerkhof
komt. Dan wordt er niet voldoende aan
dacht geschonken aan het onderhoud.
De heer LuteynLeenhouts vroeg naar
een instructie voor onderhoud van het
kerkhof waarvan den voorzitter echter
niets bekend is. Hij zei echter dat er een
voorstel te wachten is om de kwestie van
den gemeentewerkman met alles wat
daarbij behoort eens grondig te herzien.
Nog geen ambtenaar ter secretarie.
De heer LuteynLeenhouts vroeg hoe
ver het staat met een ambtenaar ter secre
tarie. De voorzitter zei dat de pogingen
om den heer Everwijn terug te krijgen op
niets zijn uitgeloopen. De heer Luteyn—
Leenhouts zou een hooger salaris willen
voorstellen, als er geen plaatsvervanger is
te krijgen. De heer P. Luteyn meende dat
er toch nog wel liefhebbers voor een der
gelijke functie zouden zgn. De voorzitter
zei, dat al zijn pogingen zgn gefaald. Be
houdens onvoorziene omstandigheden is het
meeste werk thans achter den rug en hij
zal nu maar trachten het alleen af te doen.
De heer Risseeuwde Hullu zou het
wenschelijk achten om aan Ged. Staten
te vragen of Zuidzande een vasten ont
vanger mag benoemen, daar de plannen
voor een streekontvanger nog niet vorde
ren. De heer Perduyn ondersteunde dit.
Ook de heer LuteynLeenhouts is hier
voor, doch hij wil voor alles een ambtenaar.
De heer Risseeuwde Hullu wees er op,
dat de moeilkheid is, dat men van den
vorigen tijdelijken ambtenaar thans niet
af kan, terwijl hij toch geen werk kan
doen. Hg zou dit bg een volgend geval wil
len voorkomen.
De voorzitter zei, dat de eenige oplossing'
is dat voor de toekomst bg een burgemees
tersvacature moet worden getracht het
ambt van burgemeester en secretaris te
splitsen, doch thans is er niets aan te doen.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de
voorzitter de vergadering.
Per pak van 1 Kg 20 cl - Per'pak van 3 Kg 45 ct
Werkloozensteun wordt verhoogd tot 1 7.20.
Uitkeering zal over een geheel jaar loopen.
OF GEDEPUTEERDEN DIT BESLUIT ECHTER ZULLEN GOEDKEUREN?
2 J Naar het Enyelsch
„Wg redeneerden tot klokke twaalf, maar
hij blééf er bij, dat hg van plan was, met
haar te trouwen. Daar kon ik hem niet van
afbrengen. Het eenige, wat ik dan nog
bereikte, was, dat hg beloofde, niet met
zgn aanzoek te voorschgr te komen, tot
hij weer verlof krijgt. Wil je wel ge-
looven, dat ik op die manier haast wen-
schen zou, dat hij nog een jaar in Frank
rijk blijven moest?Maar ik ben zoo
bang, dat hij haar schrijven zal!"
Lady Rosmer zweeg, zoodra de deur
openging. Daar kwam Nancy, met een kind
aan iederen arm. Het eene was een meisje
van zeven, het andere een jongen van
zes.
„Nurse is aan het pakken," zei ze, „en
mies Cameron moet iets verstellen voor
Matilda Daarom hel ik de kinderen maar
meegebracht. Oma vindt het heel aardig,
julie eens bij zich te hebben!"
De kinderen keken naar Oma, met een
blik of ze dit wel eenigszins in twijfel
trokken.
„Heeft u ook een paar chocolaadjes,
oma?" vroeg Joan.
„Ei mogen wg beneden lunchen?" voeg
de Bill er b\j.
„Kijk eens, of er daar in het kastje
nog wat chocolaadjes staan, Mabel. Neen,
Bin, jullie moogt niet benede.i lunchen. Ik
begrijp niet, waarom cante Nancy jullie
hier gebracht heeft."
„Pappie is weer mee gaan vechten," zei
Bill, „en drar blijft hg, tot er geen vijand
meer over is!"
„Hoort eens: nu mogen jullie nog ieder
een chocolaadje en dan zal tante Nancy
je weer meenemen."
„Oma stuurt ons altija weg!" pruilde
Joan, „O, we zijn bij miss Lancaster op
de kamer geweest en daar mochten we él
haar moois zien. Ik mocht haar collier
dragen. Dat is toch zoo'n mooie oma
Allemaal paarlen!"
Mabel en Nancy lachten. Ja, die collier
v'an Matilda was zéker mooi! Het was een
cadeau geweest van haar vad^r op haar
één-en-twintigsten verjaardag, nu vijf jaai
geleden. Gedurende één en twintig jaar
had Josuah Lancaster diepaarlen bijeen
gegaard. De ketting was geschat op vijftien
honderd pond.
Nancy Rosmer betreurde net feit, dat
zoo'n prachtig ding in het bezit was van
iemand, die, nu niet bepaald mooi ge
noemd kon worden!
„Ik vrees," zei lady Rosmer, „dat de.
kinderen erg lastig zijn geweest?"
„Neen, oma," betuigde Joan, „daarom
heeft miss Cameron niet geschreid; maar
ik weet heel goed, waarom het wèl was:
dat nurse zei, dat pappie misschien zou
worden dood geschoten en dat wg hem
dan niet. weer zouden zien."
„Bel eens om nurse, Mabel," drong haar
ladyschap. „Of wacht, daar is miss Came
ron al!"
Op den drempel stond het jonge meisje,
wie kapitein sir Edward Rosmer bijna een
aanzoek had gedaan; het meisje, dat hy
vast en zeker tot zgn vrouw wilde maken.
Ze was nog heel jong, nauwelijks acht
tien en de eenvoud van het toiletje, dat
zij droeg, deed haar haast nog jonger
schijnen. Onwillekeurig wierp haar lady
schap naar een vgandigen blik toe.
Cecily Cameron was zich onbewust van
die onvriendelijke atmosfeer. Ze voelde
slechts groote verlatenheid en eenzaamheid
in haar hartje.
Wat was dat een wonderlijke ervaring
geweest, toen dien vorigen dag, in de
leerkamer, sir Erward Rosmer ineens haar
beide handen had gevat en zijn donkere
oogen haar, als 't ware, gedwongen had
den, om de hare op te slaan en haar
geheim te verraden. Want dat dit het
geval was, daar voelde zij zich zeker
van.
„Ik wilde eens met je praten, Cecily,"
had hij gezegd.
Op dat oogenblik was zijn moeder juist
binnengekomen en dus was het gesprek
snel afgebroken.
Nu vandaag was hij vertrokken. Duide
lijker dan de zonnige salon stonden haar
de dokken van Southampton voor oogen
en het blauwe water van het Kanaal.
„Aan wie de schuld was, weet ik niet,
maar neemt u ze, als-je-blieft, mee!"
Ju-st even was het drietal weg, of
Nancy riep:
„Nu, zg doet Teddy's smaak eer aan!
Zg is allerliefst om te zien! Of althans
dit zou ze wezen, als ik haar maar eens
kleeden kon. Wat een oogen! Het lijken
wel saffieren! En wat een prachtig goud
blond haar, met zoo'n natuurlijken golf!
Arme Matilda!"
Juist hoorde ze miss -ancaster buiten
de deur tegen de kinderen spreken en het
volgend oogenblik stond zij in de kamer.
Glimlachend kwam zg binnen; een jonge
dame van zes en twintig, die op z'n minst
wel vijf jaar ouder leek. Ze had vriendelij
ke, bruine oogen, maar haar gelaat werd
ontsierd door tallooze sproeten.
„Na den lunch ga ik weg," zei ze tegen
Nancy en Mabel.
„Bliiven jullie hier dan lunchen," noodde
lady Rosmer, „dan kan je Matilda weg
brengen."
Dit zeggende, stond haar ladyschap op
en ging naar haar kamer In al haar doen
en laten was zij even methodisch en op
dit uur van den dag ging zrj altijd naar
haar kamer, om haar handen te was-
schen.
Terwijl ze de trap op liep, zag ze de kin
deren op iiet portaal, gevolgd door miss
Cameron, want die gebruixten altijd de
maaltijden in het achterkamertje, aan het
einde van den langen corridor.
Ze bleef lang boven. Terwijl ze weer
de trap afging, keek ze op haar horloge en
merkte, dat de lunch wel tien minuten
later was dan anders; of had zij de gong
soms niet gehoord?
In den salon stonden de dames over
een stalenboek gebogen, want Mabel zocht
stof uit voor een avondtoilet.
Op den grond, naast Matilda's stoel, lag
haar taschje, yan dezelfde stof als haar
japon. Lady Rosmer had er bijna op ge
trapt. Ze raapte het ding op en gaf het
aan de eigenares.
Op dat oogenblik ging de gong en de
dames begaven zich naar de eetkamer.
Toen Matilda het vertrek doorliep, viel
e. iets, naast haar op het vloerkleed.
„Die sleutel is van mijn bijouterie
kistje," zei ze, toen Nancy zich bukte en
'm voor haar opraapte. „Och, ja, nu
herinner ik mg, dat er een klein torntje
is, onder aan den zoom van die tasch".
„Dan zou ik je .och raden, dat je dit
naaien liet," meende haar ladyschap,
da!; je dien sleutel ergens anders opborg."
(Wordt vervolgd.)