ABDIJSIROOP 9louoier's Seizoen-Opruiming - lüinterpantoffels A/s Uw kind hoest De ondergang van het s.s. „Spaarndam". RECHTSZAKEN MARINE EN LEGER Hoe 0. en 0. in theorie en praktijk werkt. ACHTER DE B0SSCHEN Het moet op een mijn zijn geloopen. In zyn zitting van Dinsdagmiddag onder zocht de raad voor de scheepvaart te Am sterdam de oorzaken van den ondergang van de „Spaarndam". Zooals bekend liep dit schip op 27 November voor den Theems- mond, twee myl ten noordoosten van het Tongue-lichtschip, op eën myn. Nadat de zitting was geopend herdacht de voorzitter, prof. Taverne, met een rede het overleden lid van den raad, den heer P. A. Arriens. Hierna werd tot de behandeling van de pamp van de „Spaarndam" overgegaan. Als eerste getuige werd gehoord kapitein F. H. Dobbenga. De kapitein vertelde de voorgeschiedenis van de ramp. Lang heeft het schip in Duins gelegen, totdat het toestemming kreeg naar Londen op te stoomen. De kapitein kreeg de route op langs het Sunk-lichtschip. Het was dien morgen hèiïg. Slechts een halve mijl zicht. Er wa ren Engelsche marine-officieren aan boord. Plotseling voelde de kapitein een trilling, welke afkomstig bleek te zyn van diepte bommen. Op vragen van den president vertelde de kapitein hoe hij de „Simon Bolivar" na den ondergang te hulp wilde komen. Het bleek niet noodig te zijn. Op 24 November kreeg de heer Dobbinga een route van de admiraliteit. Op 25 No vember was er geen loods te krijgen, zoo dat het schip eerst op 26 November 's mor gens om 10 uur vertrok. Voordien kreeg hij opnieuw een route, welke thans om de Noord leidde. Het was slecht weer. Maandag 27 November om half negen ging de loods van boord. Het bleef storm weer. De opgegeven koers werd zoo stipt mogelijk gevolgd. Peilingen bewezen, dat de koers precies gevolgd werd. Nadat een nieuwe koers was uitgezet volgens de gegevens van de Engel- schen, kwam men in het Knock Deep, waar de ontploffing plaats had. De ontploffing. De huid van het schip werd er uit ge drukt, waaruit zou kunnen worden opge maakt, dat een ontploffing van binnen uit niet tot de onmogelijkheden behoort. Het ruim, waar de ramp plaats vond was geladen met koper, olie, tabak en katoen. Van een helsche machine wist de kapitein niets. Na de ontploffing brak het schip onmid dellijk in tweeën. Toen de ramp geschiedde, liet de kapitein zich op zijn knieën vallen, om niet door scherven getroffen te worden. Een geluk by de redding is geweest, dat niemand op het voorschip aanwezig was. De kapitein had deze opdracht speciaal ge geven. Toen de kapitein van de brug kwam, zag hij de scheur, waarin werking zat. Het schip wordt verlaten. De heer Dobbenga vreesde, mede door de zware zeeën, dat het schip door midden zou breken. Daarom gaf hü opdracht aan de be manning het schip te verlaten. Er waren sloepen genoeg met een capa citeit van 320 personen. Sloep zes sloeg te gen het schip stuk. De inzittenden vielen in het water, drie van hen kwamen om het leven. Voorzitter En sloep vijf KapiteinDoor het losschieten van een voortalie viel deze sloep scheef. Toen vielen de menschen eruit. Ook de vrouwelijke pas- sagiere van 74 jaar, die niet kon worden gered. Zij heeft wel prachtig mijn opdrach ten opgevolgd. Zjj mocht niet in haar hut blijven tijdens de vaart. De drenkelingen zijn later door een loods- kotter gered. Evenwel niet alle inzitten den Voorzitter Hoe kwam het, dat het met deze sloep zoo mis liep? Kapitein het slechte weer was hieraan de oorzaak voor een groot deel. In het be gin was noch aan bakboord, noch aan stuur boord een lij zijde. De bootsmansjongen is aan boord omge komen. Ik heb hem nog gezien op het sloe- pendek aan stuurboordzijde. Hij was door een stuk ijzer getroffen. Op slag werd hij gedood. De andere omgekomenen heb ik niet meer gezien. Voorzitter En het schip Kapitein Dat zonk steeds dieper. Voorzitter U bent tenslotte op het loods- schip gekomen? Kapitein.: Ja. Ik liet daar dadelijk rol le zen. Toen bleek, dat er 3 vermisten waren. Eén bleef aan boord. De hofmeester stierf op den loodskotter. Na 4 uur kwamen wij aan land. Het was 2 uur. Daarna kon ik eerst telegrafeeren. Ik wilde met een sleepboot terug naar het schip om te zien of er iets van de lading was te redden. De Engelschen gaven geen toestemming. Terug naar de „Spaarndam". Den volgenden morgen zou ik gaan. Maar opnieuw weigerde men toestemming. Met een visschersboot ben ik toch gegaan. Toen brandde luik 6 van myn schip. Het schip zat aan den grond. Ik ben nog op het ach terschip geklommen, maar ik kon niets meer doen. In het vervolg van zijn relaas vertelde kapitein Dobbenga, dat het schip brandde. Voorzitter Hebben de Engelschen nader hand nog iets gezegd? Kapitein Ik ben wel voor een commissie geweest, maar men stelde meer belang in de soort explosie. Voorzitter Denkt U aan een drijvende mijn? Kapitein Neen, het schip liep 12 y2 mijl een magnetische mijn misschien, of twee mijnen tegelijk. Eenige andere leden van den raad vroe gen of de mogelijkheid zou bestaan, dat een of ander individu een tijdbom in het schip zou hebben'geplaatst. De kapitein meende van niet. De tweede getuige, J. van Herk, eerste stuurman, verklaarde, dat hij er zeker van is, dat de ontploffing aan een mijn is te wijten. Een ontploffing van binnen uit is volgens dezen getuige uitgesloten. Hij kon niet zeg gen, of de waterzuil na de ontploffing van binnen of van buiten af kwam. De raad zal later uitspraak doen. Politierechter Middelburg. De Politierechter te Middelburg heeft he den de navolgende zaken behandeld D. S., 29 jaar, schippersknecht te Hans- weert, verdacht van verzet tegen en belee- diging van een veldwachter te Hansweert op 2 November 1939. 25 b. s. 20 d. h. M. J. d. B., 31 jaar, arbeider te Renesse, verdacht van verduistering van een geweer dat hij had gevonden, 20 b. s. 10 d. h. M. S. B. F., 46 jaar, huishoudster te Vlis- singen, verdacht van beleediging van E. Schot te Vlissingen 9 December jl. 10 b. s. 5 d. h. G. V., 30 jaar, plaatwerker te Vlissingen, verdacht van beleediging van A. H. Rap- pard te Vlissingen 13 December jl. 10 b. s. 5 d. h. J. S., 40 jaar, werkman te Middelburg, verdacht van diefstal van een palingfuik te Middelburg 8 December 1939. Een maand gevangenisstraf. J. L., 50 jaar, transportarbeider te Vlis singen, verdacht van verzet tegen de politie te Vlissingen 17 December jl. 14 dagen ge vangenisstraf. T. A. C., 23 jaar, poelier te Meerdonck (B.) verdacht van poging tot verboden uitvoer van kippen te Clinge op 14 Novem ber jl. 20 b. s. 10 d. h. J. C., 33 jaar, poelier te Meerdonck (B.), verdacht van poging tot uitvoer van kippen te Clinge op 14 November jL 20 b. s. 10 d. h. VADER BRACHT ZIJN ZOON OP HET SLECHTE PAD. In den nacht van 10 op 11 November is een poging tot inbraak gedaan in een filiaal van de firma Van Es lan de Aerts van Nessestraat te Rotterdam. De inbrekers werden betrapt door de po litie en na een vilde vlucht gegrepen. Het bleken te zijn een 38-jarige isoleerder en zyn vriend, een 58-jarige los werkman; tevens was een 18-jarige fietsjongen, de zoon van den werkman, by het geval ten nauwste betrokken. Zy hadden zich voor dt; rechtbank te Rotterdam te verant woorden. De officier van justitie zei in zyn requisitoir, dat het wel heel erg is, dat een vader zijn zoon meeneemt btj een dergelijke nachtelijke karwei, te meer, wanneer het hem bekend is, dat de jongen een zwak karakter heeft, en hij boven dien door den kinderrechter voorwaarde lijk tot vier maanden tuchtschool is ver oordeeld. Voor deze veroordeeling is de proeftijd nog niet afgeloopen. loert altijd het gevaar van erger gevolgen en daarom mag een hoestje nooit verwaarloosd wor den. Als Uw kind hoest, geef 't dan dadelijk AKKER's Abdijsiroop, bestaande uit extracten van oude kruiden, welke verzachtend, slijm- oplossend en genezend werken, benevens de krachtigste hoest- bedwingende stof „codeïne". Door deze veelzijdige werking noemt men Akker'sverstèrkte Abdijsiroop ,,'s-Wereldr beste Hoestsiroop". AKKER'S Veüst&i/cte tegen hoest, griep, bronchitis, asthma Flacon 90 ct. f 1.50. f 2.40, f 4.20. Alom verkrijgbaar Deze verzwarende omstandigheden gaven den officier aanleiding zoowel tegen den werkman als tegen den isoleerder een ge vangenisstraf van den tijd van een jaar en tegen den zoon een gevangenisstraf van zes maanden te eischen. De rechtbank deed gisteren in deze zaak uitspraak. De werkman en de iscleerder werden veroordeeld ieder tot een jaar ge vangenisstraf met aftrek van de preven tieve hechtenis. De zoon werd veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis. Bezoek van Prins Bernhard aan het alge meen paardendepöt op Houtrust. Z.K.H. Prins Bernhard, vergezeld van zyn waarnemend adjudant, luitenant- kononel H. J. Phaff, heeft Dinsdagmid dag te kwart over vijf een bezoek gebracht aan het algemeen paardendepöt te Den Haag. Bevorderingen onderofficieren der marine. Schipper W. Bekker tot opperschipper. Kwartiermeester B. I. Wagenaar, M. Huisman, A. A. Grimmelrjkhuizen, C. van der Matten, H. van Dijk, J. Koster, T. Hee- res en J. C. Rombouts tot bootsman. Sergeanten-konstabel O. C. Wagenaar en A. H. Hiddes, tot majoor-konstabel. Korporaals-konstabel A. M. J. van Mou- rik en G. Bakker tot serg.-konstabel. Majoor-telegrafist D. Dekker tot opper- telegrafist. Serg.-telegrafist C. A. J. Erkens en C. Bosman tot majoor-telegrafist. Korpl.-telegrafist J. F. Jansen en H. Red dering tot serg.-telegrafist. Serg.-macht. W. van den Hoff en W, F. Koenraads tot maj.-machinist. Korpl.-macht. W. Visser tot sergt.-macht. Sergt.-timmerman D. Buck tot majoor timmerman. In West'Indië. Majoor-konstabel W. H. Franse tot op- per-konstabel. In Nedsrlandsch-Indië. Korpl.-vlieger E. J. H. Smitshuijsen tot sergeant-vlieger. Sergeant-schryver A. A. de Leng tot ma joor-schrijver. ivxajoor-machinist W. Lugten tot adj.- onderoff.-machinist. Sergeant-machinist B. Bymolen tot ma joor-machinist. Korpl.-machin. R. de Leeuw, J. de Vroo- me, J. M. H. Schouten en EL G. Baas tot sergh-machinist. Indrukken van een rit door drie provincies. In de Laan Copes van Cattenburch te Den Haag, op no. 11, is het bureau geves tigd van sectie 5 van het algemeen hoofd kwartier het centrale punt van het werk tot ontwikkeling en ontspanning van de eenige honderdduizenden militairen, die ter handhaving van de veiligheid des lands zyn opgekomen. Aan het hoofd van dit bureau staat kapitein Paters, die geassisteerd wordt door een groepje officieren en ande re krachten. Half September is men met dit werk be gonnen en wat er sindsdien „verzet" is blijkt uit wat kapitein Paters ons er over vertelde. Tot 31 December ontving btj 8000 brieven en de eerste tien dagen van deze maand is het cijfer 500 reeds overschreden. Alle brieven heeft hy zelf gelezen, som mige zelfs gespeld. De basis van dit werk is de localiteit, aldus kapitein Paters. Op papier kan men nog zooveel ontwikkelen en ontspannen, maar zonder localiteiten komt daarvan in de practyk niets terecht. Nu is het in een betrekkelijk aanzienlijke plaats niet zoo moeilijk om beslag te leg gen op een localiteit voor O. en O., maar in de woestenij, in gehuchten is dat niet zoo gemakkelijk. Toch is het ook daar ge lukt, dank zy hard werken van den troep en zijn Leiding, dank zij ook particuliere milddadigheid. Voor het bouwen en exploi- teeren van can tin es is een naamlooze ven nootschap gevormd, die in December vyf cantines onder haar beheer nam. Grooter waren de moeilykheden by het vinden van studielokalen. Het is evenwel gelukt in de meeste plaatsen in de avonduren de be schikking te krijgen over schoollokalen. Bovendien wordt de bouw overwogen van studiebarakken. Van particuliere zijde is tot nu toe 175.000 voor dit werk geschonken en van overheidswege ongeveer een half millioen. „Wij gaan vooruit, vootje voor voetje", aldus kapitein Paters, die den nadruk legde op de noodzakelijkheid dit werk krachtig voort te zetten. Zijn Ideaal Is den man straks beter in de burgerwereld terug te brengen, dan toen hij er vandaan kwam Hij moet leeren beseffen, dat het dragen van 's konings wapenrok een eereplicht is. De weermacht is goed gemobiliseerd en geconcentreerd en nu beschouwen de offi cieren van O. en O. het als hün plicht die eenheid te bewaren. Een cabaret voor militairen. De excursie, die een aantal journalisten dezer dagen heeft gemaakt om een indruk te krijgen van O. en O. in de practyk, be gon in Den Haag. Met een autobus reed het gezelschap naar de provincie Utrecht om des avonds in een dorpje niet ver van Amersfoort een voorstelling bij te wonen van het eerste Nederlandsche soldaten ca baret. Van baldadigheid was niets te mer ken by de werkelijk zeer vermakelyke en onderhoudende voorstelling van het eerste Nederlandsche soldaten cabaret, dat op 2 September van het vorige jaar op initiatief van een tweeden luitenant is opgericht. Zeker honderd man waren in een betrekke lijk primitieve ruimte bijeen. Het waren hoofdzakelyk manschappen, maar ook eeni ge officieren, onder wie een veldprediker, die uit volle borst het pakkende lied van „Poppedyntje" meezong. Verwondering be hoeft dit niet te baren. Immers kapitein Paters had ons al verteld, dat hy uit Bra bant een brief had gekregen van twee veldpredikers en twee aalmoezeniers, waar in zy schreven, hoezeer zy hadden genoten van zulk een bonten avond. In gelijken geest schreef een gereformeerd predikant uit het hoorden. Militairen en sport. Den volgenden ochtend reden wij naar een plaats in Noord-Holland om een indruk te krijgen, van hetgeen de daar gelegerde militairen aan sport doen. In een gymnas tieklokaal in een schoolgebouw was een troep militairen bezig met vrije oefeningen, die een korporaal leidde. Allen waren ge kleed in zwarte gymnastiekbroekjes en roode shirts, door O. en O. verstrekt. lede ren dag word een uur aan gymnastiek be steed en eens per week is er een sport middag. Dan wordt er gehockeyed en ge voetbald, tenyyl ook af ea toe een veld loop wordt gehouden. Het is broodnoodig, dat deze zaak met groot© energie en en thousiasme als dienst wordt voortgezet, zoo zei ons kapitein Lotsy, de leider van dit werk. Na een bezoek aan dit gymnastieklokaal zagen wy soldaten In het overdekte zwem bad ter .plaatse. In het ondiepe kregen d© zwemmers les van een badmeester, in hst middengedeelte van een korporaal en in het diepste gedeelte van een dienstplichtigen soldaat. Allen droegen een zwart zwem broekje, ook door O. en O. verstrekt. „We mosten zuinig zjjn op deze kleedingstuk- ken, aidus kapitein Lotsy, en daarom krijgt ieder by den ingang van het bad een broekje tegen afgifte van zijn veldmuts of kepi. Geeft hij na het bad hst broekje niet terug, dan zal by het verder zonder dat hoofddeksel moeten stellen". Op de ysbaan waren weer anderen bezig aan een wedstrijd in het hardrijden op een baan van 350 meter lengte. In de schoolbanken. Een cursus voor militairen in een plaatsje in het' Brabantsche was het vol gende doel van deze journalistieke inspec tie. In het schoollokaal waren stoere jon gens in de bankjes geperst. Een luitenant hield toezicht op hen en hielp af en toe een handje by het construeeren van een driehoek, een Fransche of Engelsche verta ling of het beantwoorden van vragen, die zich voordeden by een schriftelyken E.H. B.O.-cursus. Het aantal cursisten in Neder land dat onder O. en O.'s auspiciën in de avonduren zich op deze wijze ontwikkelt, stijgt met den dag. Meer dan 300.000 taken hebben instellingen als de P.B.N.A. te Arn hem en het Instituut voor Individueel On derwijs te Amsterdam onder de militairen doen uitdeelen. Het spreekt vanzelf, dat deze wijze van onderwijs voor militairen, wier leeftijd varieert van 19 tot 35 jaar, de aangewezen is. Klassikaal onderwys is in dit geval onuitvoerbaar. Een nadeel van dit systeem is, dat het nijverheidsonderwijs, dat eigenlijk alleen klassikaal gegeven kan worden, nu fce weinig leerlingen vereenigt, In overweging is het vervoer van militairen per auto's naar plaatsen, waar nijverheids- schelen gevestigd zijn om aldus aan dezen nuttigen tak van onderwijs recht te doen wedervaren. Dit geldt ook voor het land en tuinbouwonderwijs en het middenstands- onderwijs. Het plan bestaat om eens in de twee maanden in elk kantonn^ment een zgn. cultureelen avond te geven. In het kader van dergelijke bijeenkomsten passen vertooningen van films over luchtvaart, de film van de K. XVIII, de bedrijfsfilm van de Bataafsche (van put tot ton) en cause rieën van Jan St rij bos en dr. Van der Sleen. Het laatste doel van deze excursie was het bijwonen van een voorstelling gegeven door het Amsterdamsche tooneelgezelschap „De Jonge Spelers", dat een blyspel in drie bedrijven, getiteld „Lord Lister legende" geschreven door A. Defresne, opvoerde. De voorstelling werd gegeven in een zeer af gelegen Brabantsch gehucht. De zaal was stampvol er waren zeker 500 man aan wezig en de avonturen van den gentle men-inbreker hadden groot succes bij het militair gehoor. Zulke tooneelvoorstellin- gen, zoo zei men ons, trekken geweldige belangstelling. Een lach en een traan, dat is hot wat hier gevraagd wordt. Messtal is het tooneel slechts klein, afmetingen van drie bij vier meter behooren niet tot dö uitzonderingen, en de kleedgelegenheid is meestal uiterst eenvoudig. Maar acteurs en actrices spelen graag voor dit gezelschap, dat nimmer karig is met zyn applaus en dat bescheiden eischen stelt. KERK EN SCHOOLNIFUWS 12 /2 jaar priester. Vandaag herdenkt pater C. Donsen, geb. te Vlissingen, missionnaris te Congo (St. Joseph Congregatie van Mill EQU) zijn 1214-jarig priesterjubileum. Benoeming by het onderwys. Tot kweekeling-' met akte aan do Herv. school te 's Gravenzande ia benoemd de heer A. C. Vermast, thans in gelijke functie aan de Christelijke school te Yerseke. Examens. Geslaagd voor het praktijk-diploma boekhouden vanwege de Vereeniging van Leeraren in de Handelswetenschappen, de heer A. Brasser, Souburg. FEUILLETON Een roman alt Siberië door FR. ENSKAT (Nadruk verboden) 33 BessinKareHoe zeueïen die nu over hem denken? Lieve, kleine Kare? Hij hield van haar. Meer dan hy ooit van iemand gehouden had. Dat besefte hy eerst nu. Eigenaardig, dat deze overtuiging zich nu, op dit oogenblik, zoo onweerstaan baar aan hem opdrong. Zou hy nu zyn tijdelyk onderbroken vlucht uit Rusland weer vcortzetten! Neen neen! Lansky bevond zich nog in het Proeska-dal. Wie weet, wat hy nog in zyn schild voerde. De bewoners van het da. vermoedden niets van zijn duistere praktyken. Hal zou in de nabijheid biyven en een oog in het zeil houden. Misschien had men vandaag of morgen zyn hulp noodig. Het was maar goed, dat hy het geweer, toen Peter Bessin hem kwam roepen, by Nanglu had achter gelaten. Nu bezat hy tenminste een behooriyk wapen. Maar overigens had hij dan ook allee verloren. Was dat wel zoo Had ny werkeiyk alles verloren? Neen plotseling drong met verrassende zekerheid net besef tot hem door, dat hy toch iets had gewonnen, namelijk zichzelf! Nu was hy Immers weer Hal Lörne! Een gevoel van voldoening ver dreef zyn sombere gedachten. Ja! Hy was weer zichzelf. Leugen en bedrog be hoorden tot het verleden. Dat was ook wat waard en stellig niet zco heel weinig. Toen Hal het in duister gehulde Wind- dal inreed, sloten zijn handen zich voor het eerst sinds hij van Bessin-hoeve wegreed, vast om de teugels. In de verte flikkerde een klein vuur. Daar zou Nanglu wel zyn, de trouwe Osseet Hal had zyn zwaarmoedigheid al weer afgelegd. 27. Lansky stond in het midden van de ruimte, welke in de barak als conversatie- zaai dienst deed. Zyn metgezellen drongen opgewonden om hem heen. Zyn ruwe stem klonk echter beven alles uit. „Ik weet heel goed, wat ik doe. Dat be hoeven jullie my niet te vertellen. Wie heeft jullie hierheen gebracht, hè? Wien zal je het te danken hebben, als de roebels je straks in den schoot worden geworpen? Nu?!" Een oogenblik trad stilte in. Daarop echter zei een van het troepje: „Ik moet die roebels eeist nog zien. Op het oogenblik ben je hard bezig de menschen hie. tegen ons in het harnas te jagen. Het zal zeker niet in ons be lang blijken te zyn, als \.y ons de vyand- schap van den ouden Bessin op den hals halen!" „Je spreekt naar dat je verstand hebt," gromde Lansky. „Laat dat nu maar aan m-^ over. Het komt er tn de eerste plaats op aan een beetje verder te zien dan je neus lang is en de lengte van jullie neuzen is nu eenmaal wel heel abnor maal!" „Luister eens even!" Het was Gregor, die zich aandiende. Z*„n stem klonk luid, maar volkomen be- heerscht. „Ook my staat je houding niet aan, Lansky. Dat grove cptreden tegen Alexi was dwaas en onverstandig. En waarom moest Lörne vertrekken Wat kan het ons schelen, of hy zich als Hal of als Frans uitgeeft?" „Lacbt je dat, Gregor? Laat ik Je dan mogen vertellen, dat het zoo niet verder door kon gaan. Die knaap werd gevaarlyk voor ons allemaal. Bcvendien ben ik er achter gekomen, dat hy Frans Mertens heeft vermoord." „Zoo Zou hy dat gedaan hebben?" „Ja! Of twyfel je daar soms aan?" Gregor gaf geen antwoord en Lansky vervolgd: „t_al Lörne moest verdwijnen. Hy stond eins maar in den weg. We mogen niet uit het oog verliezen, dat dat zaakje hier zóó niet lang meer mag voortgaan. Wy hebben nu een behoorlijke hoeveel heid Bilun-yzer geproduceerd en Michel Bessin zal aan ook wel reeds met plannen rondloopen om zich vandaag of morgen voor den verkocp met de buitenwereld in verbinding te stellen. Als wy dat zonder meer toelaten, zyn wy krankzinnig. Van hel begin af aan is myn streven er op gericht geweest deze winstgevende onder neming geheel in eigen handen te krygen. Bessin en die anderen moeten uitgescha keld worden. Reken maar eens uit, wat er dan voor ons te verdienen valt! Op een of andere manier moet de oude Bessin worden gedwongen de expl citatie aan ons over te laten. Dan hebben wy de handen vrij en eerst dan zullen wy een behoor lijke belooning ontvangen voor de moei lijke reis, die wy cr.s getroost hebben. En dat moeten we zien te bereiken vóór de oude Bessin zich met eventueele afnemers in verbinding stelt. Anders is het te laat!" „Maar dat gaat immers niet! Denk je, dat Bessin daar coit in zal toestemmen? Geen sprake van!" „Stommelingen zyn jullie. Hy moet een voudig! Ik heb een handig plannetje in elkaar gedraaid. En dat relletje met Alexi was mijn eerste zet op het schaakbord. Begrijpen jullie het nu?" „Als je je vingers maar niet brandt, Lansky! lx zou je in ieder geval raden Hal Lörne mede in dat mooie plannetje van je te betrekken!" „Wees maar niet bang, Gregor! Ik ben waarachtig niet over een nacht ijs gegaan. Er is geen speld tusschen te krygen! -- En wat Lörne betreft, ha, dien had je eens moeten zien kykenHy heeft zich zoo gauw mogeiyk uit de voeten gemaakt en waar- schynlijk loopt hij nu op een paar honderd kilometer afstand met de vraag rond of hy zich van liefdeskommer zal ophangen of dood schieten. Löi^e? Bah, die heeft afgedaan1 s Het leven in het Proeska-dal ging zijn gewonen gang. Oogenschynlyk zag het er naar uit, alsof het incident met den pseudo Frans Mertens en Lansky vergeten was, In den Bilun-ketei werd naarstig ge werkt. Het stampwerk draaide van 's mor gens vroeg tot 's a/ends laat. Ieder man gaf zich geheel aan de taak, die hem was toevertrouwd. Slechts hy, die wat meer dan gewon aandacht schonk a- i al deze bedryvigheid, zou misschien de spanning hebben ontdekt, welke onder de opper vlakte lag. Michel Bessin en Alexi keken elkaar vaak onverwachts aan. Zy schenen op iets te wachten. Wat dat was, wisten zij zelf niet precies, maar by beiden leefde het besef, dat het pynlyke .incident, het welk zich had voorgedaan, nog andere geveigen zou hebben. Lansky had kwasi zyn excuses aange boden. Hy wierp de' schuld geheel op Hal Lörne. Naar hij zei, had hij Kare op dien ongeluksdag voor den pseudo Frans Mer tens willen waarschuwen en waar zijn goede bedoelingen door A^exi zoozeer ia twyfel waren getrokken, had hy zich op gewonden. 1Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1940 | | pagina 6