ABDIJSIROOP
9louoier's Seizoen-Opruiming - lüinterpantoffels
A/s Uw kind
hoest
De ondergang van het s.s. „Spaarndam".
RECHTSZAKEN
MARINE EN LEGER
Hoe 0. en 0. in theorie en praktijk werkt.
ACHTER
DE B0SSCHEN
Het moet op een mijn zijn geloopen.
In zyn zitting van Dinsdagmiddag onder
zocht de raad voor de scheepvaart te Am
sterdam de oorzaken van den ondergang
van de „Spaarndam". Zooals bekend liep
dit schip op 27 November voor den Theems-
mond, twee myl ten noordoosten van het
Tongue-lichtschip, op eën myn.
Nadat de zitting was geopend herdacht
de voorzitter, prof. Taverne, met een rede
het overleden lid van den raad, den heer P.
A. Arriens.
Hierna werd tot de behandeling van de
pamp van de „Spaarndam" overgegaan.
Als eerste getuige werd gehoord kapitein
F. H. Dobbenga.
De kapitein vertelde de voorgeschiedenis
van de ramp. Lang heeft het schip in Duins
gelegen, totdat het toestemming kreeg naar
Londen op te stoomen.
De kapitein kreeg de route op langs het
Sunk-lichtschip. Het was dien morgen
hèiïg. Slechts een halve mijl zicht. Er wa
ren Engelsche marine-officieren aan boord.
Plotseling voelde de kapitein een trilling,
welke afkomstig bleek te zyn van diepte
bommen.
Op vragen van den president vertelde de
kapitein hoe hij de „Simon Bolivar" na den
ondergang te hulp wilde komen. Het bleek
niet noodig te zijn.
Op 24 November kreeg de heer Dobbinga
een route van de admiraliteit. Op 25 No
vember was er geen loods te krijgen, zoo
dat het schip eerst op 26 November 's mor
gens om 10 uur vertrok. Voordien kreeg hij
opnieuw een route, welke thans om de
Noord leidde. Het was slecht weer.
Maandag 27 November om half negen
ging de loods van boord. Het bleef storm
weer. De opgegeven koers werd zoo stipt
mogelijk gevolgd.
Peilingen bewezen, dat de koers precies
gevolgd werd. Nadat een nieuwe koers was
uitgezet volgens de gegevens van de Engel-
schen, kwam men in het Knock Deep, waar
de ontploffing plaats had.
De ontploffing.
De huid van het schip werd er uit ge
drukt, waaruit zou kunnen worden opge
maakt, dat een ontploffing van binnen uit
niet tot de onmogelijkheden behoort.
Het ruim, waar de ramp plaats vond was
geladen met koper, olie, tabak en katoen.
Van een helsche machine wist de kapitein
niets.
Na de ontploffing brak het schip onmid
dellijk in tweeën.
Toen de ramp geschiedde, liet de kapitein
zich op zijn knieën vallen, om niet door
scherven getroffen te worden.
Een geluk by de redding is geweest, dat
niemand op het voorschip aanwezig was. De
kapitein had deze opdracht speciaal ge
geven.
Toen de kapitein van de brug kwam, zag
hij de scheur, waarin werking zat.
Het schip wordt verlaten.
De heer Dobbenga vreesde, mede door de
zware zeeën, dat het schip door midden zou
breken. Daarom gaf hü opdracht aan de be
manning het schip te verlaten.
Er waren sloepen genoeg met een capa
citeit van 320 personen. Sloep zes sloeg te
gen het schip stuk. De inzittenden vielen in
het water, drie van hen kwamen om het
leven.
Voorzitter En sloep vijf
KapiteinDoor het losschieten van een
voortalie viel deze sloep scheef. Toen vielen
de menschen eruit. Ook de vrouwelijke pas-
sagiere van 74 jaar, die niet kon worden
gered. Zij heeft wel prachtig mijn opdrach
ten opgevolgd. Zjj mocht niet in haar hut
blijven tijdens de vaart.
De drenkelingen zijn later door een loods-
kotter gered. Evenwel niet alle inzitten
den
Voorzitter Hoe kwam het, dat het met
deze sloep zoo mis liep?
Kapitein het slechte weer was hieraan
de oorzaak voor een groot deel. In het be
gin was noch aan bakboord, noch aan stuur
boord een lij zijde.
De bootsmansjongen is aan boord omge
komen. Ik heb hem nog gezien op het sloe-
pendek aan stuurboordzijde. Hij was door
een stuk ijzer getroffen. Op slag werd hij
gedood. De andere omgekomenen heb ik
niet meer gezien.
Voorzitter En het schip
Kapitein Dat zonk steeds dieper.
Voorzitter U bent tenslotte op het loods-
schip gekomen?
Kapitein.: Ja. Ik liet daar dadelijk rol le
zen. Toen bleek, dat er 3 vermisten waren.
Eén bleef aan boord. De hofmeester stierf
op den loodskotter.
Na 4 uur kwamen wij aan land. Het was
2 uur. Daarna kon ik eerst telegrafeeren. Ik
wilde met een sleepboot terug naar het
schip om te zien of er iets van de lading
was te redden. De Engelschen gaven geen
toestemming.
Terug naar de „Spaarndam".
Den volgenden morgen zou ik gaan. Maar
opnieuw weigerde men toestemming. Met
een visschersboot ben ik toch gegaan. Toen
brandde luik 6 van myn schip. Het schip
zat aan den grond. Ik ben nog op het ach
terschip geklommen, maar ik kon niets
meer doen.
In het vervolg van zijn relaas vertelde
kapitein Dobbenga, dat het schip brandde.
Voorzitter Hebben de Engelschen nader
hand nog iets gezegd?
Kapitein Ik ben wel voor een commissie
geweest, maar men stelde meer belang in
de soort explosie.
Voorzitter Denkt U aan een drijvende
mijn?
Kapitein Neen, het schip liep 12 y2 mijl
een magnetische mijn misschien, of twee
mijnen tegelijk.
Eenige andere leden van den raad vroe
gen of de mogelijkheid zou bestaan, dat een
of ander individu een tijdbom in het schip
zou hebben'geplaatst.
De kapitein meende van niet.
De tweede getuige, J. van Herk, eerste
stuurman, verklaarde, dat hij er zeker van
is, dat de ontploffing aan een mijn is te
wijten.
Een ontploffing van binnen uit is volgens
dezen getuige uitgesloten. Hij kon niet zeg
gen, of de waterzuil na de ontploffing van
binnen of van buiten af kwam.
De raad zal later uitspraak doen.
Politierechter Middelburg.
De Politierechter te Middelburg heeft he
den de navolgende zaken behandeld
D. S., 29 jaar, schippersknecht te Hans-
weert, verdacht van verzet tegen en belee-
diging van een veldwachter te Hansweert op
2 November 1939. 25 b. s. 20 d. h.
M. J. d. B., 31 jaar, arbeider te Renesse,
verdacht van verduistering van een geweer
dat hij had gevonden, 20 b. s. 10 d. h.
M. S. B. F., 46 jaar, huishoudster te Vlis-
singen, verdacht van beleediging van E.
Schot te Vlissingen 9 December jl. 10 b.
s. 5 d. h.
G. V., 30 jaar, plaatwerker te Vlissingen,
verdacht van beleediging van A. H. Rap-
pard te Vlissingen 13 December jl. 10 b.
s. 5 d. h.
J. S., 40 jaar, werkman te Middelburg,
verdacht van diefstal van een palingfuik te
Middelburg 8 December 1939. Een maand
gevangenisstraf.
J. L., 50 jaar, transportarbeider te Vlis
singen, verdacht van verzet tegen de politie
te Vlissingen 17 December jl. 14 dagen ge
vangenisstraf.
T. A. C., 23 jaar, poelier te Meerdonck
(B.) verdacht van poging tot verboden
uitvoer van kippen te Clinge op 14 Novem
ber jl. 20 b. s. 10 d. h.
J. C., 33 jaar, poelier te Meerdonck (B.),
verdacht van poging tot uitvoer van kippen
te Clinge op 14 November jL 20 b. s.
10 d. h.
VADER BRACHT ZIJN ZOON OP HET
SLECHTE PAD.
In den nacht van 10 op 11 November is
een poging tot inbraak gedaan in een
filiaal van de firma Van Es lan de Aerts
van Nessestraat te Rotterdam.
De inbrekers werden betrapt door de po
litie en na een vilde vlucht gegrepen. Het
bleken te zijn een 38-jarige isoleerder en
zyn vriend, een 58-jarige los werkman;
tevens was een 18-jarige fietsjongen, de
zoon van den werkman, by het geval ten
nauwste betrokken. Zy hadden zich voor
dt; rechtbank te Rotterdam te verant
woorden.
De officier van justitie zei in zyn
requisitoir, dat het wel heel erg is, dat
een vader zijn zoon meeneemt btj een
dergelijke nachtelijke karwei, te meer,
wanneer het hem bekend is, dat de jongen
een zwak karakter heeft, en hij boven
dien door den kinderrechter voorwaarde
lijk tot vier maanden tuchtschool is ver
oordeeld. Voor deze veroordeeling is de
proeftijd nog niet afgeloopen.
loert altijd het gevaar van erger
gevolgen en daarom mag een
hoestje nooit verwaarloosd wor
den. Als Uw kind hoest, geef 't dan
dadelijk AKKER's Abdijsiroop,
bestaande uit extracten van oude
kruiden, welke verzachtend, slijm-
oplossend en genezend werken,
benevens de krachtigste hoest-
bedwingende stof „codeïne". Door
deze veelzijdige werking noemt
men Akker'sverstèrkte Abdijsiroop
,,'s-Wereldr beste Hoestsiroop".
AKKER'S
Veüst&i/cte
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 ct. f 1.50. f 2.40, f 4.20. Alom verkrijgbaar
Deze verzwarende omstandigheden gaven
den officier aanleiding zoowel tegen den
werkman als tegen den isoleerder een ge
vangenisstraf van den tijd van een jaar
en tegen den zoon een gevangenisstraf van
zes maanden te eischen.
De rechtbank deed gisteren in deze zaak
uitspraak. De werkman en de iscleerder
werden veroordeeld ieder tot een jaar ge
vangenisstraf met aftrek van de preven
tieve hechtenis.
De zoon werd veroordeeld tot twee
maanden gevangenisstraf met aftrek van
de preventieve hechtenis.
Bezoek van Prins Bernhard aan het alge
meen paardendepöt op Houtrust.
Z.K.H. Prins Bernhard, vergezeld van
zyn waarnemend adjudant, luitenant-
kononel H. J. Phaff, heeft Dinsdagmid
dag te kwart over vijf een bezoek gebracht
aan het algemeen paardendepöt te Den
Haag.
Bevorderingen onderofficieren der marine.
Schipper W. Bekker tot opperschipper.
Kwartiermeester B. I. Wagenaar, M.
Huisman, A. A. Grimmelrjkhuizen, C. van
der Matten, H. van Dijk, J. Koster, T. Hee-
res en J. C. Rombouts tot bootsman.
Sergeanten-konstabel O. C. Wagenaar en
A. H. Hiddes, tot majoor-konstabel.
Korporaals-konstabel A. M. J. van Mou-
rik en G. Bakker tot serg.-konstabel.
Majoor-telegrafist D. Dekker tot opper-
telegrafist.
Serg.-telegrafist C. A. J. Erkens en C.
Bosman tot majoor-telegrafist.
Korpl.-telegrafist J. F. Jansen en H. Red
dering tot serg.-telegrafist.
Serg.-macht. W. van den Hoff en W, F.
Koenraads tot maj.-machinist.
Korpl.-macht. W. Visser tot sergt.-macht.
Sergt.-timmerman D. Buck tot majoor
timmerman.
In West'Indië.
Majoor-konstabel W. H. Franse tot op-
per-konstabel.
In Nedsrlandsch-Indië.
Korpl.-vlieger E. J. H. Smitshuijsen tot
sergeant-vlieger.
Sergeant-schryver A. A. de Leng tot ma
joor-schrijver.
ivxajoor-machinist W. Lugten tot adj.-
onderoff.-machinist.
Sergeant-machinist B. Bymolen tot ma
joor-machinist.
Korpl.-machin. R. de Leeuw, J. de Vroo-
me, J. M. H. Schouten en EL G. Baas tot
sergh-machinist.
Indrukken van een rit door drie provincies.
In de Laan Copes van Cattenburch te
Den Haag, op no. 11, is het bureau geves
tigd van sectie 5 van het algemeen hoofd
kwartier het centrale punt van het werk
tot ontwikkeling en ontspanning van de
eenige honderdduizenden militairen, die ter
handhaving van de veiligheid des lands zyn
opgekomen. Aan het hoofd van dit bureau
staat kapitein Paters, die geassisteerd
wordt door een groepje officieren en ande
re krachten.
Half September is men met dit werk be
gonnen en wat er sindsdien „verzet" is
blijkt uit wat kapitein Paters ons er over
vertelde. Tot 31 December ontving btj 8000
brieven en de eerste tien dagen van deze
maand is het cijfer 500 reeds overschreden.
Alle brieven heeft hy zelf gelezen, som
mige zelfs gespeld. De basis van dit werk
is de localiteit, aldus kapitein Paters. Op
papier kan men nog zooveel ontwikkelen
en ontspannen, maar zonder localiteiten
komt daarvan in de practyk niets terecht.
Nu is het in een betrekkelijk aanzienlijke
plaats niet zoo moeilijk om beslag te leg
gen op een localiteit voor O. en O., maar
in de woestenij, in gehuchten is dat niet
zoo gemakkelijk. Toch is het ook daar ge
lukt, dank zy hard werken van den troep
en zijn Leiding, dank zij ook particuliere
milddadigheid. Voor het bouwen en exploi-
teeren van can tin es is een naamlooze ven
nootschap gevormd, die in December vyf
cantines onder haar beheer nam. Grooter
waren de moeilykheden by het vinden van
studielokalen. Het is evenwel gelukt in de
meeste plaatsen in de avonduren de be
schikking te krijgen over schoollokalen.
Bovendien wordt de bouw overwogen van
studiebarakken.
Van particuliere zijde is tot nu toe
175.000 voor dit werk geschonken en van
overheidswege ongeveer een half millioen.
„Wij gaan vooruit, vootje voor voetje",
aldus kapitein Paters, die den nadruk legde
op de noodzakelijkheid dit werk krachtig
voort te zetten. Zijn Ideaal Is den man
straks beter in de burgerwereld terug te
brengen, dan toen hij er vandaan kwam
Hij moet leeren beseffen, dat het dragen
van 's konings wapenrok een eereplicht is.
De weermacht is goed gemobiliseerd en
geconcentreerd en nu beschouwen de offi
cieren van O. en O. het als hün plicht die
eenheid te bewaren.
Een cabaret voor militairen.
De excursie, die een aantal journalisten
dezer dagen heeft gemaakt om een indruk
te krijgen van O. en O. in de practyk, be
gon in Den Haag. Met een autobus reed
het gezelschap naar de provincie Utrecht
om des avonds in een dorpje niet ver van
Amersfoort een voorstelling bij te wonen
van het eerste Nederlandsche soldaten ca
baret. Van baldadigheid was niets te mer
ken by de werkelijk zeer vermakelyke en
onderhoudende voorstelling van het eerste
Nederlandsche soldaten cabaret, dat op 2
September van het vorige jaar op initiatief
van een tweeden luitenant is opgericht.
Zeker honderd man waren in een betrekke
lijk primitieve ruimte bijeen. Het waren
hoofdzakelyk manschappen, maar ook eeni
ge officieren, onder wie een veldprediker,
die uit volle borst het pakkende lied van
„Poppedyntje" meezong. Verwondering be
hoeft dit niet te baren. Immers kapitein
Paters had ons al verteld, dat hy uit Bra
bant een brief had gekregen van twee
veldpredikers en twee aalmoezeniers, waar
in zy schreven, hoezeer zy hadden genoten
van zulk een bonten avond. In gelijken
geest schreef een gereformeerd predikant
uit het hoorden.
Militairen en sport.
Den volgenden ochtend reden wij naar
een plaats in Noord-Holland om een indruk
te krijgen, van hetgeen de daar gelegerde
militairen aan sport doen. In een gymnas
tieklokaal in een schoolgebouw was een
troep militairen bezig met vrije oefeningen,
die een korporaal leidde. Allen waren ge
kleed in zwarte gymnastiekbroekjes en
roode shirts, door O. en O. verstrekt. lede
ren dag word een uur aan gymnastiek be
steed en eens per week is er een sport
middag. Dan wordt er gehockeyed en ge
voetbald, tenyyl ook af ea toe een veld
loop wordt gehouden. Het is broodnoodig,
dat deze zaak met groot© energie en en
thousiasme als dienst wordt voortgezet,
zoo zei ons kapitein Lotsy, de leider van
dit werk.
Na een bezoek aan dit gymnastieklokaal
zagen wy soldaten In het overdekte zwem
bad ter .plaatse. In het ondiepe kregen d©
zwemmers les van een badmeester, in hst
middengedeelte van een korporaal en in
het diepste gedeelte van een dienstplichtigen
soldaat. Allen droegen een zwart zwem
broekje, ook door O. en O. verstrekt. „We
mosten zuinig zjjn op deze kleedingstuk-
ken, aidus kapitein Lotsy, en daarom
krijgt ieder by den ingang van het bad een
broekje tegen afgifte van zijn veldmuts of
kepi. Geeft hij na het bad hst broekje niet
terug, dan zal by het verder zonder dat
hoofddeksel moeten stellen".
Op de ysbaan waren weer anderen bezig
aan een wedstrijd in het hardrijden op een
baan van 350 meter lengte.
In de schoolbanken.
Een cursus voor militairen in een
plaatsje in het' Brabantsche was het vol
gende doel van deze journalistieke inspec
tie. In het schoollokaal waren stoere jon
gens in de bankjes geperst. Een luitenant
hield toezicht op hen en hielp af en toe
een handje by het construeeren van een
driehoek, een Fransche of Engelsche verta
ling of het beantwoorden van vragen, die
zich voordeden by een schriftelyken E.H.
B.O.-cursus. Het aantal cursisten in Neder
land dat onder O. en O.'s auspiciën in de
avonduren zich op deze wijze ontwikkelt,
stijgt met den dag. Meer dan 300.000 taken
hebben instellingen als de P.B.N.A. te Arn
hem en het Instituut voor Individueel On
derwijs te Amsterdam onder de militairen
doen uitdeelen. Het spreekt vanzelf, dat
deze wijze van onderwijs voor militairen,
wier leeftijd varieert van 19 tot 35 jaar, de
aangewezen is. Klassikaal onderwys is in
dit geval onuitvoerbaar. Een nadeel van dit
systeem is, dat het nijverheidsonderwijs,
dat eigenlijk alleen klassikaal gegeven kan
worden, nu fce weinig leerlingen vereenigt,
In overweging is het vervoer van militairen
per auto's naar plaatsen, waar nijverheids-
schelen gevestigd zijn om aldus aan dezen
nuttigen tak van onderwijs recht te doen
wedervaren. Dit geldt ook voor het land
en tuinbouwonderwijs en het middenstands-
onderwijs. Het plan bestaat om eens in de
twee maanden in elk kantonn^ment een
zgn. cultureelen avond te geven. In het
kader van dergelijke bijeenkomsten passen
vertooningen van films over luchtvaart, de
film van de K. XVIII, de bedrijfsfilm van
de Bataafsche (van put tot ton) en cause
rieën van Jan St rij bos en dr. Van der
Sleen.
Het laatste doel van deze excursie was
het bijwonen van een voorstelling gegeven
door het Amsterdamsche tooneelgezelschap
„De Jonge Spelers", dat een blyspel in drie
bedrijven, getiteld „Lord Lister legende"
geschreven door A. Defresne, opvoerde. De
voorstelling werd gegeven in een zeer af
gelegen Brabantsch gehucht. De zaal was
stampvol er waren zeker 500 man aan
wezig en de avonturen van den gentle
men-inbreker hadden groot succes bij het
militair gehoor. Zulke tooneelvoorstellin-
gen, zoo zei men ons, trekken geweldige
belangstelling. Een lach en een traan, dat
is hot wat hier gevraagd wordt. Messtal
is het tooneel slechts klein, afmetingen van
drie bij vier meter behooren niet tot dö
uitzonderingen, en de kleedgelegenheid is
meestal uiterst eenvoudig. Maar acteurs en
actrices spelen graag voor dit gezelschap,
dat nimmer karig is met zyn applaus en
dat bescheiden eischen stelt.
KERK EN SCHOOLNIFUWS
12 /2 jaar priester.
Vandaag herdenkt pater C. Donsen, geb.
te Vlissingen, missionnaris te Congo (St.
Joseph Congregatie van Mill EQU) zijn
1214-jarig priesterjubileum.
Benoeming by het onderwys.
Tot kweekeling-' met akte aan do Herv.
school te 's Gravenzande ia benoemd de
heer A. C. Vermast, thans in gelijke
functie aan de Christelijke school te
Yerseke.
Examens.
Geslaagd voor het praktijk-diploma
boekhouden vanwege de Vereeniging van
Leeraren in de Handelswetenschappen, de
heer A. Brasser, Souburg.
FEUILLETON
Een roman alt Siberië
door FR. ENSKAT
(Nadruk verboden)
33
BessinKareHoe zeueïen die
nu over hem denken? Lieve, kleine Kare?
Hij hield van haar. Meer dan hy ooit
van iemand gehouden had. Dat besefte hy
eerst nu. Eigenaardig, dat deze overtuiging
zich nu, op dit oogenblik, zoo onweerstaan
baar aan hem opdrong.
Zou hy nu zyn tijdelyk onderbroken
vlucht uit Rusland weer vcortzetten! Neen
neen! Lansky bevond zich nog in het
Proeska-dal. Wie weet, wat hy nog in
zyn schild voerde. De bewoners van het
da. vermoedden niets van zijn duistere
praktyken. Hal zou in de nabijheid biyven
en een oog in het zeil houden. Misschien
had men vandaag of morgen zyn hulp
noodig.
Het was maar goed, dat hy het geweer,
toen Peter Bessin hem kwam roepen, by
Nanglu had achter gelaten. Nu bezat
hy tenminste een behooriyk wapen.
Maar overigens had hij dan ook allee
verloren.
Was dat wel zoo Had ny werkeiyk alles
verloren? Neen plotseling drong
met verrassende zekerheid net besef tot
hem door, dat hy toch iets had gewonnen,
namelijk zichzelf! Nu was hy Immers weer
Hal Lörne! Een gevoel van voldoening ver
dreef zyn sombere gedachten. Ja! Hy
was weer zichzelf. Leugen en bedrog be
hoorden tot het verleden. Dat was ook
wat waard en stellig niet zco heel
weinig.
Toen Hal het in duister gehulde Wind-
dal inreed, sloten zijn handen zich voor het
eerst sinds hij van Bessin-hoeve wegreed,
vast om de teugels.
In de verte flikkerde een klein vuur.
Daar zou Nanglu wel zyn, de trouwe
Osseet
Hal had zyn zwaarmoedigheid al weer
afgelegd.
27.
Lansky stond in het midden van de
ruimte, welke in de barak als conversatie-
zaai dienst deed. Zyn metgezellen drongen
opgewonden om hem heen. Zyn ruwe
stem klonk echter beven alles uit.
„Ik weet heel goed, wat ik doe. Dat be
hoeven jullie my niet te vertellen. Wie
heeft jullie hierheen gebracht, hè? Wien
zal je het te danken hebben, als de roebels
je straks in den schoot worden geworpen?
Nu?!"
Een oogenblik trad stilte in. Daarop
echter zei een van het troepje:
„Ik moet die roebels eeist nog zien.
Op het oogenblik ben je hard bezig de
menschen hie. tegen ons in het harnas
te jagen. Het zal zeker niet in ons be
lang blijken te zyn, als \.y ons de vyand-
schap van den ouden Bessin op den hals
halen!"
„Je spreekt naar dat je verstand hebt,"
gromde Lansky. „Laat dat nu maar aan
m-^ over. Het komt er tn de eerste plaats
op aan een beetje verder te zien dan
je neus lang is en de lengte van jullie
neuzen is nu eenmaal wel heel abnor
maal!"
„Luister eens even!"
Het was Gregor, die zich aandiende.
Z*„n stem klonk luid, maar volkomen be-
heerscht. „Ook my staat je houding niet
aan, Lansky. Dat grove cptreden tegen
Alexi was dwaas en onverstandig. En
waarom moest Lörne vertrekken Wat kan
het ons schelen, of hy zich als Hal of als
Frans uitgeeft?"
„Lacbt je dat, Gregor? Laat ik Je
dan mogen vertellen, dat het zoo niet
verder door kon gaan. Die knaap werd
gevaarlyk voor ons allemaal. Bcvendien
ben ik er achter gekomen, dat hy Frans
Mertens heeft vermoord."
„Zoo Zou hy dat gedaan hebben?"
„Ja! Of twyfel je daar soms aan?"
Gregor gaf geen antwoord en Lansky
vervolgd:
„t_al Lörne moest verdwijnen. Hy stond
eins maar in den weg. We mogen niet
uit het oog verliezen, dat dat zaakje
hier zóó niet lang meer mag voortgaan.
Wy hebben nu een behoorlijke hoeveel
heid Bilun-yzer geproduceerd en Michel
Bessin zal aan ook wel reeds met plannen
rondloopen om zich vandaag of morgen
voor den verkocp met de buitenwereld in
verbinding te stellen. Als wy dat zonder
meer toelaten, zyn wy krankzinnig. Van
hel begin af aan is myn streven er op
gericht geweest deze winstgevende onder
neming geheel in eigen handen te krygen.
Bessin en die anderen moeten uitgescha
keld worden. Reken maar eens uit, wat er
dan voor ons te verdienen valt! Op een
of andere manier moet de oude Bessin
worden gedwongen de expl citatie aan ons
over te laten. Dan hebben wy de handen
vrij en eerst dan zullen wy een behoor
lijke belooning ontvangen voor de moei
lijke reis, die wy cr.s getroost hebben. En
dat moeten we zien te bereiken vóór de
oude Bessin zich met eventueele afnemers
in verbinding stelt. Anders is het te laat!"
„Maar dat gaat immers niet! Denk je,
dat Bessin daar coit in zal toestemmen?
Geen sprake van!"
„Stommelingen zyn jullie. Hy moet een
voudig! Ik heb een handig plannetje in
elkaar gedraaid. En dat relletje met Alexi
was mijn eerste zet op het schaakbord.
Begrijpen jullie het nu?"
„Als je je vingers maar niet brandt,
Lansky! lx zou je in ieder geval raden
Hal Lörne mede in dat mooie plannetje
van je te betrekken!"
„Wees maar niet bang, Gregor! Ik ben
waarachtig niet over een nacht ijs gegaan.
Er is geen speld tusschen te krygen! --
En wat Lörne betreft, ha, dien had je eens
moeten zien kykenHy heeft zich zoo gauw
mogeiyk uit de voeten gemaakt en waar-
schynlijk loopt hij nu op een paar honderd
kilometer afstand met de vraag rond of hy
zich van liefdeskommer zal ophangen of
dood schieten. Löi^e? Bah, die heeft
afgedaan1
s
Het leven in het Proeska-dal ging zijn
gewonen gang. Oogenschynlyk zag het er
naar uit, alsof het incident met den pseudo
Frans Mertens en Lansky vergeten was,
In den Bilun-ketei werd naarstig ge
werkt. Het stampwerk draaide van 's mor
gens vroeg tot 's a/ends laat. Ieder man
gaf zich geheel aan de taak, die hem was
toevertrouwd. Slechts hy, die wat meer
dan gewon aandacht schonk a- i al deze
bedryvigheid, zou misschien de spanning
hebben ontdekt, welke onder de opper
vlakte lag.
Michel Bessin en Alexi keken elkaar
vaak onverwachts aan. Zy schenen op
iets te wachten. Wat dat was, wisten zij
zelf niet precies, maar by beiden leefde
het besef, dat het pynlyke .incident, het
welk zich had voorgedaan, nog andere
geveigen zou hebben.
Lansky had kwasi zyn excuses aange
boden. Hy wierp de' schuld geheel op Hal
Lörne. Naar hij zei, had hij Kare op dien
ongeluksdag voor den pseudo Frans Mer
tens willen waarschuwen en waar zijn
goede bedoelingen door A^exi zoozeer ia
twyfel waren getrokken, had hy zich op
gewonden.
1Wordt vervolgd.)