Mijnhardtjes
Van Amstel en I J.
SW-iaSSa
s^r3£;M£SÏ
i^euI?re^r^-S
£~^«SS
sSSHis
kskIBH
gW-yKs rrini^FF
Brieven uit België en
Luxemburg.
GEMEN
ACHTER
DE B0SSCHEN
„5^™^ en tradities,
Het gezinsleven in de groote stad.
denkt0" "t? ,°Ver het Sro€t*°
denkt Ford-afdeeiingen naar
nieuwen verkeersweg. Iram-
jubile. Steunuitkeering opnieuw
in den raad. Waarom weer een
prysvraag r
't Is ais gewoonlijk na Kerstmis
Uew^~al £TiT kCrte ™a"'
Sa;naIbutoMt^~"r
vorst waarvïï' Cste wetn^T
schoots ons deel krpwn u ruim-
wel aedaari ai a n me&stal
stout a^' idrelgt de wint<* nog zoo
g^eten1^mnleallerIöUwS:wvermaakUmDe
het voorset eerT*,
met de siedfS ïïrtSe^ T^n
wateonze betrouwbaarste
Sk0n-ta hebben"™58"3 SCh°°n nd"te6r-
trekken0engril0nden a3® laarzen even uit te
liefkoosde banen "te S-~
deel van die winter-ongemakken gekregen
™er bij fam'lieleden of kennissen
^raa? natr0ndbrengen b« "»eester"'
niets van'd'^ alles1 De noï 1*" "/ad8r"
Het moest trouwens van thuis. Wèl wer-
dan kwam het dikwijls tot spijtige -etallen
en het weerzien bleef zoo'n dag uit
Ook de beleefdheid in den vorm van
riool a" "erd vroeSer meer in acht genomen
door de jeugd Het tegenwoordig gebmik
m^akf b te3 h°ed, °f pet rond te ioopen
at haar al zeei' gemakkelijk. Een
SOmS genadiS hnlhje en men
ehfrT WOrdt Wel eens smakelijk om gela-
wrteiipVa""eer °Ude Amsterdammers hit
vertellen, maar vroeger was het hier en
misschien ook wel elders gewoonte
wanneer personeel de woning van den pa?
troon passeerde, dat dan met een beleefde
tSk l8drlf P6t Werd genomen. Na-
Slo M. t- 2?. men naar binnen te
velln ^ri kluchtige echter hiervan was, dat
velen dit dan ook deden wanneer de luiken
van het bewuste huis gesloten waren of de
patroon zich met zijn familie op reis be-
3e!ri' aT°^ het leege huis gesalueerd
werd. Aan dit gebruik is overigens niet zoo
veel gelegen. Oud-minister Kan vertelde
eens zijn hoed te hebben afgedankt omdat
het wandelen zonder hoed hem zooveel
frisscher -was en ook om het vormelijk
groeten te ontkomen. Wy hebben tot ons
leedwezen ook wel eenB opgemerkt dat
mensehen, na iemand uiterst beleefd te
nebben gegroet, soms eenige passen verder
met een moeilijk te weerhouden spotlach
hun weg vervolgden. Van Voltaire lazen
wij eens dat hij met een vriend door de
straten van Parijs wandelde. Terwijl zij
daar samen gingen kwam er een processie
voorbij en Voltaire haastte zich zyn hoed
af te nemen. Vol verwondering vroeg toen
zijn vriend „Hoe heb ik het nu, ben je
met het Opperwezen verzoend?" Waarop
Voltaire vol ironie moet geantwoord heb
ben „Wij groeten elkaar nog wel, maai
wij spreken niet met elkaar". Van deze
levenshouding zyn er velen. Aan het groe
ten zou men denken dat er een innige ge
meenschap tusschen menschen bestond,
maar er bestaat dikwijls niets, hoegenaamd
niets. De beleefdheidsvorm zal natuurlijk
vooreerst nog wel blijven.
Wie in deze vacantiedagen ook eens in
de vele Amsterdamsche cafétana's heeft
rondgekeken, zal den schrijver over jeugd-
onhuiselijkheid in een onzer periodieken ge
lijk moeten geven. „Er was" schrijft hij
„een tijd dat wij Hollanders bekend
stonden om onze huiselijkheid. De Camera
Obscura geeft daarvan een uitmuntend
beeld. Na gedanen arbeid en schooltijd
bleef men rustig in de huiskamer bijeen
de jeugd bij ontspannings- of leerboeken.
Het lezen van de krant, lectuur, ontspan
ningswerk, muziek of spel wisselden den
avond af. Waar men dergelijke gezinnen
nog aantreft, is het een oase in de woes
tijn". Volkomen juist, 't Is een betreurens
waardig verschijnsel dat het huiselijk leven
en dit werkelijk lang niet altijd door
bioscoopbezoek zoodanig ontwricht is.
Maar het is zóó wat men vroeger in de
hulskamer dacht te vinden, schijnt er
thans, zelfs na de uitvinding "an de radio,
niet meer voorhanden te zijn. Men loopt de
deur uit, zoodra de maaitijd geëindigd is
en zoekt verstrooiing in de drukte etc.
Huiselijkheid is waarlijk geen deugd meer
in het groote-stadsleven.
Naar wij vernemen zal een belangrijk
onderdeel van de Amsterdamsche Ford
fabrieken, de zgn. Fordindustrie in West.
begin Juli naar een nieuw gebouw op een
centraal punt aan den Amstelveenschen-
weg worden overgebracht.
Het fabrieksfiliaal in West bevat mo
menteel de magazijnen der onderdeelen,
herstelwerkplaatsen en garage, waarin ook
de bekende hulp-montagewagens zijn ge-
stationneerd.
Dit groot gebouwencomplex grenst aan
Hoofdweg en Surinameplein en heeft uit
gangen aan den Baarsjesweg en omliggen
de straten. De toekomstige bestemming van
deze enorme ruimte is nog niet met zeker
heid bekend, doch vermoedelijk zal er op
het vrijkomend terrein een vijftigtal bene
denhuizen worden gebouwd. Boven de ma
gazijnen enz. bevinden zich thans reeds
gedeeltelijk bovenhuizen.
De verplaatsing zei men ons staat
in verband met de voltooiing van den
nieuwen rijksweg AmsterdamDen Haag
Rotterdam, via den Haarlemmermeer,
waardoor het snelverkeer over den Hoofd
weg belangrijk minder is geworden. De
Ford-industrie komt nu aan een der voor
naamste landelijke verkeerswegen te lig
gen, hetgeen ook in het belang eener vlug
ge service gewenscht is.
De fabriek aan de Hem brug werkt nog
steeds op volle kracht en heeft voor 1940
belangrijke bestellingen in uitvoering, zoo
dat men de naaste toekomst niet te donker
behoeft in te zien.
Ook het Amsterdamsche trambedrijf is
deswege optimistisch gestemd. Zijn 40-jarig
bestaan gaf deze week aanleiding tot een
eenvoudige plechtigheid in het directiege
bouw, waar de gebruikelijke toespraken
werden gehouden, de burgemeester een ge
denksteen onthulde en enkele onderschei
dingen uitreikte. De burgemeester liet
daarbij uitkomen dat hij het niet aardig
vond d'.t de regeering daarmede wat zui
nig was geweest (de voordracht bevatte
verscheidene namen, w.o. van ingenieurs by
het bedrijf).
De directeur, de heer ing. Hofman, con
stateerde o.a. dat de tram thans winst
maakt. Wel is het vervoer-tarief de laatste
jaren met 35 pet, gestegen, maar zei de
heer Hofman het publiek heeft nu ook
waar voor zijn geld.
Dit laatste het moge als een disso
nant klinken in de feestvreugde zullen
weinigen hier ter stede beamen. De ver
binding met de buitenbuurten laat sedert
jaren alles te wenschen over, ondanks de
hisr en daar ingelegde busdiensten, se
dert Dinsdag weder een tusschen Rozen
gracht en Sloterdijk. Wij verwachten hier
over niets dan klachten omdat de voor
naamste straten van dit belangrijke kwar
tier worden gepasseerd. Ook het eindpunt
Rozengracht is voor het overstappen on
praktisch gekozen. De thans herhaaldelijk
voorkomende ongelukken met de tram
nu eens vallen door het geweldig schokken
(en veel te snel tempo voor oud-materiaal)
menschen van de balcons, dan weder zijn
het slecht werkende remmen waardoor bot
singen ontstaan zyn een gevolg van de
ondeugdelijkheid der sterk verouderde
wagens.
De vorige directeur, de heer Van Putten,
is met vervroegd pensioen gegaan omdat
b\j hem het principe gold de tram is voor
het publiek, niet het publiek voor de tram.
Winst maken is alleen te rechtvaardigen,
wanneer een hoofdstedelijk bedrijf van zoo
groot algemeen publiek belang als dat der
tram, aan redelijk te stellen eischen vol
doet, waarvan in de eerste plaats geldt een
snelle verbinding met de buitenwijken en
geleidelijke vernieuwing van het materiaal
De heer Van rutten redeneerde ongeveer
aldusmaakt de tram gezellig, vooral
comfortabel waarmede hij o.m. de door
hem voorgenomen verwarming der rijtui
gen bedoelde het rustig rijden door de
mooie nieuwe wijken, en gij hebt heel Am
sterdam voor de tram gewonnen.
De naam van den heer Van Putten had
tijdens de plechtigheid ook wel eens ge
noemd mogen worden, want niet het minst
in de moeilijke crisisjaren heeft deze func
tionaris belangrijk werk voor de tram ver
richt. Zijn opvolger kwam onder vrij wat
gunstiger omstandigheden aan het bewind.
De heer Hofman denkt er geheel anders
over en wethouder Rustige staat in deze
geheel aan zijn zijde winst voor alles.
Maar men bewere dan ook niet dat de
tram hier populair is. Tijdens de herden
kingsplechtigheid heeft men dit voorzich
tigheidshalve ook niet precies zoo gezegd,
wèl geconstateerd dat hetbuitenland
de Amsterdamsche tram een modelbedrijf
vindthier in Amsterdam weten wij er dus
niets van Indien dit beweren juist is, dan
is het ook d&ór de heeren alleen maar om
de dubbeltjes te doen en „volghen" zij de
Amsterdamsche autoriteiten „alghelijK
en houden 't zelve spoor".
e
Onlangs heeft de regeering, naar men
weet, de steunuitkeering aan de werkloo-
zen met 5 pet. verhoogd. Een aantal ge
meenten heeft daarna onverplicht ook de
armlastigen in dezen duurtetoeslag betrok
ken Amsterdam echter deed dit tot dus
ver niet. Vandaar een voorstel van het
raadslid mevrouw Teeboom-Van West om
die 5 pet. alsnog uit te keeren.
Men verwacht hierover gen afwijzend
prae-advies van Burg. en Weth., gezien de
houding van het college tegenover het
voorstelErftemeijer om niet tot "erlaging
van den steun aan armlastigen over te
gaan. Het woord is dus ten slotte aan den
raad. Maar het zou te betreuren zijn, wan
neer Burg. en Weth., die gunstige uitslag
van de stemming over de motieErfte
meijer zouden gebruiken als welkom argu
ment tegen het voorstel van mevrouw
TeeboomVan West hetgeen sommige
raadsleden verwachten. De motieErfte
meijer, hoe sympathiek ook, heeft den arm
lastigen geen enkel voordeel gebracht, al
leen verhinderd dat hun iets werd ontno
men. Het lot van deze oude alleenstaande
en bejaarde echtparen is in dit jaargetijde
al hard genoeg. In de kringen van het
Vakverbond wordt reeds aangedrongen op
een verhooging van den werkloozensteun
met 10 15 pet., omdat 5 pet. beslist on
voldoende wordit geacht. En dan de armlas
tigen Wanneer men van hun steunbedrag
de hooge Amsterdamsche huur en noodza
kelijke fondsen aftrekt, dan geldt hier het
oude spreekwoord „Te weinig om te leven,
te veel om te sterven".
Staat Amsterdam er financieel werkelijk
zoo slecht voor? Wij weten uit de nieuw
jaarsrede in de Kamer van Koophandel dat
de economische toestand in het geheele
land verre van rooskleurig is ook de
perspectieven zijn weinig bemoedigend.
Amsterdam met haar slecht bezochte
haven en deels gefnuikten groothandel,
maakt hierop geen uitzondering. Zij deelt
het lot van vele andere groote steden.
Maar onder zulke omstandigheden dunkt
het ons toch niet verantwoord, gezien ook
het bedroevende resultaat van de prijs
vraag ad 50.000 voor het nieuwe raad
huis (de millioenen liggen beschikbaar,
maar men hoort verder niets meer van der
bouw, waarvoor reeds 4 jaar geleden ge
heid is), opnieuw weer een prijsvraag uit
te schrijven, zooals thans door het ge
meentebestuur wordt voorgesteld.
Het betreft ditmaal een simpele boer
derij in het Boschplan, die daar niet veel
anders dan een amusementsgelegenheid zal
zyn, zooals de kinderboerderij in Artia. De
premies voor deze prijsvraag zijn door de
onderverdeeling gering, zoodat geen der
eventueel mededingende architecten daar
ook maar een halve week van zou kunnen
leven.
Wanneer de financieele toestand eener
stad zoodanig precair is dat zelfs op een'
geringe verhooging van den armensteun
bezuinigd moet worden, dan behoort een
prijsvraag als thans wordt voorgesteld, on
voorwaardelijk te worden afgewezen.
Maar de financieele positie van de stad
is nog wel houdbaar, zoodat de Raad èn
verhooging èn prijsvraag zeer vermoedelijk
wel zal toestaan. Waar de vakbeweging
sterk aandringt op een verdere verhooging
der steunnormen kan men aan het in den
Raad voorgestelde op den duur toch niet
ontkomen. Corres Pond ent.
Nieuwjaar aan het front.
Er zrjm „van 't oud in 't nieuw" wellicht
meer schoten gelost in de steden en de
dorpen van den vrede dan aan het Duitsch-
Franscbe front van den oorlog. Die schoten
in den nieuwjaarsnacht werden gelukkig
niet gelost om elkaar te dooden, maar el
kaar „pief-paf-poef" te beduiden, dat een
nieuw jaar ingetreden was of gewoon
om een beetje herrie te maken, zooals een
daardoor in zijn slaap gestoorden spoor-
man zei, die geen oudejaarsavond kon vie
ren, omdat hij op nieuwjaarsdag al vroeg
op de locomotief moest staan.
De weinige schoten die in den nieuw
jaarsnacht aan het front gevallen zijn
bij Schengen, aan de Luxemburgsche grens,
hoorde men dien nacht, juist klokke
twaalf, het ratelen van machinegeweren -en
zelfs het dreunen van kanonnen, heel even
maar, toen spreidde de sluier van den
nacht weer stilte over het front waren
ongetwijfeld ook vreugdeschoten. De sol
daten worden aan het front zoo huiselijk
als bij hun moeder thuis, waar het ook
niet gevaarlijk is. Wintertuintjes worden
er aangelegd, me<t blijvend groen, en aan
den Duitschen kant hangt het portret van
„Blonde Mientje met een hart van prikkel
draad" er midden in. Aan- de Fransche
zijde is het nog altijd de „Madeion" en in
omgekeerde helmen hangen er reeds bloe
men bij, fraaie winterbloemen, die een be
langstellende „marraine" stuurde, met haar
nieuwjaarsgroet. Bijna iedere Frahsche sol
daat heeft een lieftallige oorlogsmarraine,
die hem trouw schrijft en wie hij weder-
keerig zijn lief en leed in talrijke brieven
vertelt. Soms komt zoo'n brief in de krant
en dezer dagen kon men hier lezen, dat de
soldaten van het front zich al afvragen,
waarvoor ze zich na den oorlog zullen uit
geven, Voor oud-strijders? Dat zal moeilijk
gaan, meenen zij. Zij zullen weinig van den
strijd weten te vertellen, want groote veld
slagen blijven uit en worden ook in 1940
niet verwacht. Uit de gegevens die, bij den
aanvang van dit nieuwe jaar, den waar
nemers hier ten dienste staan, blijkt ge
noegzaam, dat zoowel de Duitsche als de
Fransche legerleiding gebroken heeft met,
wat de Fransche strategen noemen „l'en-
voütement napoléonien", om terug ta kee
ren tofc
de klassiek© strategie
van een Turenne en een Frederik n, die
geen man onnoodig opofferden en het er
op aanlegden al hun materiaal te bewaren
tot den beslissenden eindslag, welke echter
eerst dan verantwoord geacht werd, als
een algeheele doorbraak gelukt was. De
huidige leiding gevende strategen, althans
de meerderheid onder hen, erkennen thans,
dat de massale slachtingen van den *o-
rigen oorlog het hoogtepunt kenmerkten
van de ontaarding der strategie, waarvan
de voornaamste verantwoordelijke Napo
leon was.
De belangen van het land en zijn man
schappen werden door Napoleon opge
offerd aan de" roem van zijn veldheer
schap. Dat voorbeeld van Napoleon heeft
aanstekelijk gewerkt op sommige hooge
officieren, die, door een massaal bloedbad,
een plaatselijk succes forceerden, al werd
daardoor de eindoverwinning geen stap
nader gebracht of zelfs bemoeilijkt. Alle
plaatselijke successen van Napoleon hebben
zijn definitieve nederlaag bij Waterloo niet
kunnen verhoeden. De oorlog is niet meer
een spel om de persoonlijke glorie en den
roem te vestigen van een legeraanvoerder,
hoe begaafd hij ook zij. Niet een veldslag
winnen de taktiek welke, vooral aan
Fransche zijde, in het begin van den vo-
rigen oorlog werd toegepast en die een
gevaarlijken naijver bracht onder de lei-
Tegen aue wintersche kwalen
Twee stuks 10 ct. Twaalf stuks 50 ct.
deide officieren maar de belangen van
het land te dienen en de overwinning te
verzekeren is thans het uitgesproken
hoofddoel.
Heden ten dage is, meer dan voorheen,
in de twee vijandelijke kampen, de alge
meens strategie op dit hoofddoel gericht,
waardoor massa-verlies aan menschen-
levens voorkomen wordt. De groote door
braak zal pas komen bij den eindslag,
als de kunstmatige verdedigingsmiddelen,
Maginotlinie of West wal, het begeven,
maar die mogelijkheid is vooralsnog een
onmogelijkheid en zal dat ook in 1940 wel
blijven.
Geen zorg...
Wij hadden er geen erg in, dat het een
„komiek" was, want hij had een soldaten
pak aan als iedere andere „burger in uni
form" en hij zat gewoon in den trein
„derde klas", als een losgelaten militair
„met verlof".
Deze ging echter niet met verlcf; h(j
was op reis van Brussel naar „ergens in
België", om er „in officieele opdracht",
de soldaten te gaan vermaken. Wellicht
dat hij repeteerde of zoo maar gewoon
sprak, in elk geval had hij de heele reis
het woord en dat ging prompt, onafge
broken, over den oorl:g. Hij ging verder
dan het gezegde „een rare oorlog" en
vroeg zich hyper-optimistisch af: Is het
wel oonog?
Wat er van zij, sprak hrj luchtig, laat
er ons geen zorg over maxen. Het be
hoeft niet en ik zal U logisch bewijzen,
waarom niet. Van tweeën een, het is
oorLcig of niet. Als het geen oorlog is,
dan behoeven wij er ons geen zorg over
te maken. Als het oorlog is en we krijgen
hem hier ook dan krijgen we ook be
zoek van vijandelijke vliegtuigen of we
krijgen het niet. Als de vijandelijke vlieg
tuigen niet komen, behoeven wij er ons
geen zorg over te maken. Als ze komen
dan b~mbardeeren ze ons of ze doen het
niet. Als ze ons bombardeeren dan vallen
er bommen op onze huizen of ze vallen
niet. Als ze niet vallen, behoeven wy er
ons geen zorg over te maken. Als ze
vallen dan ontploffen ze of ze doen het
nie*. Als ze niet ontploffen, dan behoeven
wy er eins geen zorg over te maken. Als
ze ontploffen, worden wc gewond of niet.
Als we gewond worden, c enezen we of we
gaan dood. Als, we genezen, behoeven wij
er ons geen zorg over te maken. En als
we dood zijn, behoeven we ens ons heele-
mai geei zorg meer te maken. Waarmee
ik maar zeggen wil, besloot de optimist,
dat zelfs het oorlogsleed nog te dragen
valt, als men het niet al te Zwaarmoedig
opneemt
België koopt schepen.
Reeds in een vorige correspondentie heb
ben wij gewezen op het nijpend gebrek
aan scneepsruimte, dat zich bij de be
voorrading van België doet gevoelen. Men
weet, dat de Belgische koopvaardijvlcot
nauwelyks een tiende deel is van de Ne-
derlandsche, welke naar de 3.000.000 ton
gaat, terwijl men hier. over geen 300.000
ton beschikt. België heeft getracht in den
vreemde schepen te koopen, aanvankelijk
zonder eenig resultaat bijna geen enkel
land wenscht onder de huidige omstandig
heden scheepsruim te af te staan. Zelfs
aan het laten bouwen van schepen in het
buitenland werden door de betrokken **e-
geeringen onoverkomelijke moeilijkheden in
den weg gelegd.
Thans is de Compagnie Maritime Beige,
waarin de voornaamste Belgische scheep
vaartmaatschappijen vereenigd zijn, er in
geslaagd, het eerste schip in het buiten
land aan te koopen en wel in Noorwegen,
namelijk den Noorschen tanker „Ronald",
die 10.500 ton meet en onder Belgische
vlag den naam „Mafuta" zal voeren. Reeds
de volgende week onderneemt de „Mafuta"
haar eerste reis naar Belgisch Congo.
Tevens kunnen wij mededeelen, dat de
Compagnie Maritime Beige bij de Belgische
werven Cockerill drie cargo's op stapel
heeft laten zetten, van het zelfde type
als de getorpedeerde „Alex van Opstal".
Deze schepen zullen derhalve ieder een
lengte nebben van 128 m., eer breedte
van 17.37 m., een diepte van 11.66 m., een
inhoud van 8.300 ton en een snelheid van
15 knoopen. De drie nieuwe vrachtschepen
zullen ook een accommodatie krijgen /oor
passagieisvervoer, met een aantal luxe
cabb es, waarvan het minimum op 15 be
paald is.
HOOGWATER TF VI «SS1NGEN
EN BRESKENS
Januari
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
6 10.58
7 11.55
8 0.18
9V.M. 1.01
23.28
12.43
13.25
FEUILLETON
Een roman uit Siberië
door FR. ENSKAT
(Nadruk verboden)
25
Nanglu, Gregor en Bessin togen aan het
moeilijke en onberekenbare werk. Op
korten afstand van elkaar reden zij op
de twaalf gevangen rendieren toe, daarbij
telkens tevens met him hoed zwaaiend.
En werkelijk: de rendieren zetten zich in
beweging. De drie mannen vormden daar
op een halven cirkel en drongen telkens
sneller vcorwaarts, daarbij de nog steeds
los gebonden dieren naar de groote kudde
toedrijvend.
De geweldige massa dierenlijven bleet
dicht bijeen; het was een schier onover
zichtelijk veld van grijs-zwarte ruggen,
maar van een bijzondere opwinding was
ditmaal niets te bespeuren. Zy passeerden
de kudde tot den kop bereikt was. Hier
werden do dieren tusschen de andere ge
dreven, waarbij er nauwlettend voor moest
worden gewaakt, dat de troep in beweging
bleef.
Toen men zoover gevorderd was, gaf
Nanglu den Donalds het teeken, dat zij
teemden oprukken. Aan dit sein werd on
middellijk gevolg gegeven. Eveneens met
hoed- en armzwaaien naderden zij de hon
derden rendieren, die langzaam, heel lang
zaam op deze aansporingen reageerden.
Voetje voor voetje zette de geweldige
troep zich in beweging achter de twaalf
leiders aan, die voor aan den kop gingen.
Een luid gejuich vertolkte de vreugde
der ruiters over dit resultaat van hun be
moeiingen. Het was dan ook een impo
sant schouwspel de machtige kudde te
zien voorttrekken. Lijf aan lijf, gewei aan
gewei ging het voorwaarts; op de licht
grijze flanken der dieren tooverde de
zon een zilveren glans. Nu was het
moeilijkste werk achter den rug. Welis
waar toonden de dieren niet de minste
haast, maar de kudde bleef nu in be
weging en de begeleiders konden zich er
toe bepalen een gesloten achterhoede te
vormen, welke voor den noodigen druk
zorgde.
De avond begon reeds te vallen, toen
zij eindelijk den oostelijken oever van de
Irbytscb bereikten. Op een teeken van
Nanglu werd het drijven ge/taakt en ge
leidelijk kwam de kudde tot staan.
In de nabijheid werd een nieuw kamp
opgeslagen en nadat men den inwendigen
mensch had versterkt, egde men zich
weldra ter ruste.
Den volgenden dag zagen de mannen
zich weer voor een moeilijke taak ge
plaatst. Nu kwam het er op aan de
kudde door de Irbytsch te drijven. Nie
mand kon met eenige zekerheid zeggen
hoe de dieren zich hierbij zouden gedragen.
Hal wenschte niet langer werkloos toe
te zien. Na met Nanglu overleg te hebben
gepleegd, reed hij te paard >aar de rivier.
Voorzichtig drukte hy zijn hakken in de
flanken van het dier, dat gewillig gehoor
zaamde. Zonder eenig verzet ging het te
water om daarna onder luid geproest en
g .snuif naar den anderen oever te zwem
men.
De Irbytsch was op deze plaats niet
diep en Hal bereikte dan ook gemakkelijk
den overkant, waar hij zich posteerde in
afwachting van de dingen, die komen zou
den. Het zag er naar uit, dat hij het
minste werk zou hebben.
De andere mannen begonnen nu weer
te drijven en wederom met succes. Duwend
en dringend bereikte de kudde den oever,
waar Nanglu en Gregor hadden post gevat
om een eventueel zijwaarts uitwijken van
de dieren te voorkomen. Bessin en de Do
nalds vormden de achterhoede, die de
xudde opdreef. De voorste dieren aarzel
den een oogenblik, toen zij de rivier voor
zich zagen maar daar -iun achterwaarts
d pas was afgesneden, bleef hun niet veel
anders over dan te water te gaan. Het
begin was er. De drijvers haastten zich
om de dieren tot meerderen spoed aan
be zetten, waardoor hun als het ware de tijd
tot overleg werd ontnomen en weidra
zwom nu de grauw-zwarte kudde over
den stroom.
Aan den anderen oever regelde Hal de
snelheid van de aan land klimmende die
ren, waardoor de overigen gemakkelijk
konden aansluiten.
Niet minder dan vier uren duurde
deze overtocht, maar toen bevond de kud
de zich dan ook volledig aan den anderen'
oever. Het passeeren van de Irbytsch was
boven verwachting geslaagd.
De tocht werd voortgezet. Niets kon
de wel langzaam, maar toch gestadig
voortschrijdende kudde weerhouden en zoo
bereikten zij laat in den namiddag den
voet van het Elbirgebergte.
Michel Bes:in toonde zich zoo blij ais
een schooljongen. Voor dezen dag was het
werk gedaan; het was alles even vlot van
stapel geloopen.
Den volgenden ochtend zaten allen reeds
bij het krieken van den dag in het zadel.
Wederom bewcog de kudde zich duwend
en dringend voor hen uit.
Het terrein werd geleidelijk heuvel
achtiger, zoodat uitkijken do boodschap
werd. Zij bogen om de Oostelijke he Hing
van het gebergte heen. Na een half uur
kwam de Noordelijke wand, dus de achter
zijde van het gebergte, in zicht; de kudde
werd daarop in eenigszins Westelijke rich
ting gedreven.
Hal tuurde voor zich uit en nu besefte
hij plotseling de groote beteekenis van
Besiln's plan. Achter het Elbirgebergte
en daardoor eerst thans zichtbaar, ver
hief zich een tweede bergrug, welke zich
naar het Noorden uitstrekte. Toen Bessin
Hal's verbazing bemerkte, zei hij glim
lachend: „Dat is de Ayron Hcogvlakte.
Tot dusver is haar bestaan voor je ver
borgen gebleven, Frans, omdat zij zich
in zekeren zin achter het Elbirgebergte
verschuilt.'"
Tusschen de Ayron hoogvlakte en den
Elbirbergketen lag een zeer breede kloof:
het Winddal, dat in het sappigste groen
prijkte. Het was alles gras en bloemen,
wat het oog ontwaarde. Laag kreupel
hout over het algemeen jonge berken
en wat kleine boschjes maakten het
geheel neg levendiger.
Ja! Bessin had gelijk. Hier zou de kudde
uitstekend geborgen zijn. Er was volop
voedsel en water konden de dieren in de
nabije Irbytsch vinden, welke langs de
Oostzijde van het dal stroomde. Voor alles
echter bood het Winddal een ideale be
schutting bij ruw weer. De Noordenwind
kon hier onmogelijk binnen vallen.
Het drijven kon gestaakt werden De
kudde verdeelde zich geleidelijk in groepen
en begon vlijtig te grazen.
De mannen hadden het zich in het gras
gemakkelijk gemaakt. Kare kwam naast
Hal zitten en legde haar hand vertrouwe-
lijk op de zijne.
„Is het hier niet heerlijk, Frans?" Zjji #r0nt- Hoi 5CVttl
wees naar den Zuidkant van de hoog-1 vUT1 betrokken
L flUn dood toe h hot i*r,
twee fraters
op het ijsse1
Vrijdagmiddag
Medemblik twee
zich op de schaat;
het LJsselmeer hi
ijs gezakt en ver<
Gisteravond om
reddingsbrigade,
Medemblik had
teruggekeerd. Dotj
nis moesten ver|
wege blijven.
De beide slacb
dag met verschille
schaatsenrijden. O,
ter van Medembli
een der Fraters pl
twee zijner medeb
ken en geheel ver<!
niet te denken, w
ters nabij de pij
bevonden zij het ijs
zij wegens het gev
lukken, naar Mede
den. Vanochtend z<
vletten de plaats i
opzoeken.
De omgekomei'
Frater H. L. Pijn^
Frater A. W. van
zer aan het pensio
Medemblik.
auto door t
De inzitte
Vrijdagmiddag is;
onbewaakten overv
nabij de vroegere 1
Woerden een twee
uit de richting W
gegrepen. Het voc
auto werd afgeruj
spoorbaan loopende
De bestuurder
kwam met den
SNEEUWSTORI
belemmerei
Door sneeuwstoi
ernstige, verkeersmc
het bijzonder voor
langs het autobusvfl
ste deel stopgezet
volge van de aanll
zich op de Moonsui|
ijslaag gevormd, da|
het vasteland
Oesel met sleden ovl
italiaansq
De Italiaansche
meening omtrent
onverdeeld uitstekeij
verdachte, die zich
sterdamschen po.if|
woorden had, was
hoogte.
Op een dag, toen i
consulaat een boodstj
hij in den ingang
ficsschcn wijn staan.]
leiding niet weerstaq
der flesschen en
van den smakelijken J|
goed. Een tweede si
een derde, totdat de j
flesch gehalveerd wa|
Verdachte dacht
een idee te zijn gekcjl
geheele kist op zijn|
het consulaat uit
café aan den Sing^
waar te verkoopen.
De politie evenwel
lucht gekregen vaq
wijn en begaf zich
den Singel om de g|
slag te nemen.
Gisteren was de bl
der ledige flesschen
aanwezig, waarmede
laste gelegde feit di|
wezen.
De Officier van
achtte het bewijs te
.achte geleverd en eis1-
'raf van twee maanq
De politierechter,
irdeelde verdachte tc
r >traf, nl. twee maandtj
twee maanden onvooi
jtrek van een maand
EEN FRAUDE VA|
Accoimtantsaffalre 1
steeds grootere
Naar het B.N. vel
reeds vast dat het doq-
F. J. te Batavia (N.OI
drag tenminste op li
'den gesteld. Het onde$
og niet beëindigd.
Gebleken is ook dat!
itrekken over een perl
aren.
Alle algemeene ontv4
;ijn door deze affaire
r' thans ernstig op beg|
'ouvernement het aanj
n J. uitbetaalde bedn
John Peet en Co. en dei
ntratie zijnde ondernerj
"itbetalen.
De machtigingen
niet tot. het in ori!
I gelden.
Mocht het land indei
nogmaals uitbetalen,
twijfel of de betrokken
gers zullen met de sch
Ket is nog niet bek
het verdu'sterde bedra4
tuties bestaat en welk
welke J. bij 's lands ka
ten, doch in ieder geval,
vlakte, waar de helling vrywel tot de
helft begroeid was met sappig gras. Dui
zenden bonte bloemen schenen hier op t0
zijn gesprenkeld en deze werden weer af
gewisseld door kleine berxen, sneeuw-
dennen, sparren en kreupelboschjes.
dit alles baadde in de gouden stralen van
de zomerzon.
(Wordt vervolgd.)
i dood toe by het lan
I len staan.
I Het geval j. stelt de
stanties lederen dag op;
Sincon a L
het bbugsche st/
oerestaüt
Het vermaarde Brug
tu:echen 1367 en 1420
den Burg, de plaats van
grondig worden gore
■J Wen wil beginnen