Mijnhardtjes Van Amstel en I J. SW-iaSSa s^r3£;M£SÏ i^euI?re^r^-S £~^«SS sSSHis kskIBH gW-yKs rrini^FF Brieven uit België en Luxemburg. GEMEN ACHTER DE B0SSCHEN „5^™^ en tradities, Het gezinsleven in de groote stad. denkt0" "t? ,°Ver het Sro€t*° denkt Ford-afdeeiingen naar nieuwen verkeersweg. Iram- jubile. Steunuitkeering opnieuw in den raad. Waarom weer een prysvraag r 't Is ais gewoonlijk na Kerstmis Uew^~al £TiT kCrte ™a"' Sa;naIbutoMt^~"r vorst waarvïï' Cste wetn^T schoots ons deel krpwn u ruim- wel aedaari ai a n me&stal stout a^' idrelgt de wint<* nog zoo g^eten1^mnleallerIöUwS:wvermaakUmDe het voorset eerT*, met de siedfS ïïrtSe^ T^n wateonze betrouwbaarste Sk0n-ta hebben"™58"3 SCh°°n nd"te6r- trekken0engril0nden a3® laarzen even uit te liefkoosde banen "te S-~ deel van die winter-ongemakken gekregen ™er bij fam'lieleden of kennissen ^raa? natr0ndbrengen b« "»eester"' niets van'd'^ alles1 De noï 1*" "/ad8r" Het moest trouwens van thuis. Wèl wer- dan kwam het dikwijls tot spijtige -etallen en het weerzien bleef zoo'n dag uit Ook de beleefdheid in den vorm van riool a" "erd vroeSer meer in acht genomen door de jeugd Het tegenwoordig gebmik m^akf b te3 h°ed, °f pet rond te ioopen at haar al zeei' gemakkelijk. Een SOmS genadiS hnlhje en men ehfrT WOrdt Wel eens smakelijk om gela- wrteiipVa""eer °Ude Amsterdammers hit vertellen, maar vroeger was het hier en misschien ook wel elders gewoonte wanneer personeel de woning van den pa? troon passeerde, dat dan met een beleefde tSk l8drlf P6t Werd genomen. Na- Slo M. t- 2?. men naar binnen te velln ^ri kluchtige echter hiervan was, dat velen dit dan ook deden wanneer de luiken van het bewuste huis gesloten waren of de patroon zich met zijn familie op reis be- 3e!ri' aT°^ het leege huis gesalueerd werd. Aan dit gebruik is overigens niet zoo veel gelegen. Oud-minister Kan vertelde eens zijn hoed te hebben afgedankt omdat het wandelen zonder hoed hem zooveel frisscher -was en ook om het vormelijk groeten te ontkomen. Wy hebben tot ons leedwezen ook wel eenB opgemerkt dat mensehen, na iemand uiterst beleefd te nebben gegroet, soms eenige passen verder met een moeilijk te weerhouden spotlach hun weg vervolgden. Van Voltaire lazen wij eens dat hij met een vriend door de straten van Parijs wandelde. Terwijl zij daar samen gingen kwam er een processie voorbij en Voltaire haastte zich zyn hoed af te nemen. Vol verwondering vroeg toen zijn vriend „Hoe heb ik het nu, ben je met het Opperwezen verzoend?" Waarop Voltaire vol ironie moet geantwoord heb ben „Wij groeten elkaar nog wel, maai wij spreken niet met elkaar". Van deze levenshouding zyn er velen. Aan het groe ten zou men denken dat er een innige ge meenschap tusschen menschen bestond, maar er bestaat dikwijls niets, hoegenaamd niets. De beleefdheidsvorm zal natuurlijk vooreerst nog wel blijven. Wie in deze vacantiedagen ook eens in de vele Amsterdamsche cafétana's heeft rondgekeken, zal den schrijver over jeugd- onhuiselijkheid in een onzer periodieken ge lijk moeten geven. „Er was" schrijft hij „een tijd dat wij Hollanders bekend stonden om onze huiselijkheid. De Camera Obscura geeft daarvan een uitmuntend beeld. Na gedanen arbeid en schooltijd bleef men rustig in de huiskamer bijeen de jeugd bij ontspannings- of leerboeken. Het lezen van de krant, lectuur, ontspan ningswerk, muziek of spel wisselden den avond af. Waar men dergelijke gezinnen nog aantreft, is het een oase in de woes tijn". Volkomen juist, 't Is een betreurens waardig verschijnsel dat het huiselijk leven en dit werkelijk lang niet altijd door bioscoopbezoek zoodanig ontwricht is. Maar het is zóó wat men vroeger in de hulskamer dacht te vinden, schijnt er thans, zelfs na de uitvinding "an de radio, niet meer voorhanden te zijn. Men loopt de deur uit, zoodra de maaitijd geëindigd is en zoekt verstrooiing in de drukte etc. Huiselijkheid is waarlijk geen deugd meer in het groote-stadsleven. Naar wij vernemen zal een belangrijk onderdeel van de Amsterdamsche Ford fabrieken, de zgn. Fordindustrie in West. begin Juli naar een nieuw gebouw op een centraal punt aan den Amstelveenschen- weg worden overgebracht. Het fabrieksfiliaal in West bevat mo menteel de magazijnen der onderdeelen, herstelwerkplaatsen en garage, waarin ook de bekende hulp-montagewagens zijn ge- stationneerd. Dit groot gebouwencomplex grenst aan Hoofdweg en Surinameplein en heeft uit gangen aan den Baarsjesweg en omliggen de straten. De toekomstige bestemming van deze enorme ruimte is nog niet met zeker heid bekend, doch vermoedelijk zal er op het vrijkomend terrein een vijftigtal bene denhuizen worden gebouwd. Boven de ma gazijnen enz. bevinden zich thans reeds gedeeltelijk bovenhuizen. De verplaatsing zei men ons staat in verband met de voltooiing van den nieuwen rijksweg AmsterdamDen Haag Rotterdam, via den Haarlemmermeer, waardoor het snelverkeer over den Hoofd weg belangrijk minder is geworden. De Ford-industrie komt nu aan een der voor naamste landelijke verkeerswegen te lig gen, hetgeen ook in het belang eener vlug ge service gewenscht is. De fabriek aan de Hem brug werkt nog steeds op volle kracht en heeft voor 1940 belangrijke bestellingen in uitvoering, zoo dat men de naaste toekomst niet te donker behoeft in te zien. Ook het Amsterdamsche trambedrijf is deswege optimistisch gestemd. Zijn 40-jarig bestaan gaf deze week aanleiding tot een eenvoudige plechtigheid in het directiege bouw, waar de gebruikelijke toespraken werden gehouden, de burgemeester een ge denksteen onthulde en enkele onderschei dingen uitreikte. De burgemeester liet daarbij uitkomen dat hij het niet aardig vond d'.t de regeering daarmede wat zui nig was geweest (de voordracht bevatte verscheidene namen, w.o. van ingenieurs by het bedrijf). De directeur, de heer ing. Hofman, con stateerde o.a. dat de tram thans winst maakt. Wel is het vervoer-tarief de laatste jaren met 35 pet, gestegen, maar zei de heer Hofman het publiek heeft nu ook waar voor zijn geld. Dit laatste het moge als een disso nant klinken in de feestvreugde zullen weinigen hier ter stede beamen. De ver binding met de buitenbuurten laat sedert jaren alles te wenschen over, ondanks de hisr en daar ingelegde busdiensten, se dert Dinsdag weder een tusschen Rozen gracht en Sloterdijk. Wij verwachten hier over niets dan klachten omdat de voor naamste straten van dit belangrijke kwar tier worden gepasseerd. Ook het eindpunt Rozengracht is voor het overstappen on praktisch gekozen. De thans herhaaldelijk voorkomende ongelukken met de tram nu eens vallen door het geweldig schokken (en veel te snel tempo voor oud-materiaal) menschen van de balcons, dan weder zijn het slecht werkende remmen waardoor bot singen ontstaan zyn een gevolg van de ondeugdelijkheid der sterk verouderde wagens. De vorige directeur, de heer Van Putten, is met vervroegd pensioen gegaan omdat b\j hem het principe gold de tram is voor het publiek, niet het publiek voor de tram. Winst maken is alleen te rechtvaardigen, wanneer een hoofdstedelijk bedrijf van zoo groot algemeen publiek belang als dat der tram, aan redelijk te stellen eischen vol doet, waarvan in de eerste plaats geldt een snelle verbinding met de buitenwijken en geleidelijke vernieuwing van het materiaal De heer Van rutten redeneerde ongeveer aldusmaakt de tram gezellig, vooral comfortabel waarmede hij o.m. de door hem voorgenomen verwarming der rijtui gen bedoelde het rustig rijden door de mooie nieuwe wijken, en gij hebt heel Am sterdam voor de tram gewonnen. De naam van den heer Van Putten had tijdens de plechtigheid ook wel eens ge noemd mogen worden, want niet het minst in de moeilijke crisisjaren heeft deze func tionaris belangrijk werk voor de tram ver richt. Zijn opvolger kwam onder vrij wat gunstiger omstandigheden aan het bewind. De heer Hofman denkt er geheel anders over en wethouder Rustige staat in deze geheel aan zijn zijde winst voor alles. Maar men bewere dan ook niet dat de tram hier populair is. Tijdens de herden kingsplechtigheid heeft men dit voorzich tigheidshalve ook niet precies zoo gezegd, wèl geconstateerd dat hetbuitenland de Amsterdamsche tram een modelbedrijf vindthier in Amsterdam weten wij er dus niets van Indien dit beweren juist is, dan is het ook d&ór de heeren alleen maar om de dubbeltjes te doen en „volghen" zij de Amsterdamsche autoriteiten „alghelijK en houden 't zelve spoor". e Onlangs heeft de regeering, naar men weet, de steunuitkeering aan de werkloo- zen met 5 pet. verhoogd. Een aantal ge meenten heeft daarna onverplicht ook de armlastigen in dezen duurtetoeslag betrok ken Amsterdam echter deed dit tot dus ver niet. Vandaar een voorstel van het raadslid mevrouw Teeboom-Van West om die 5 pet. alsnog uit te keeren. Men verwacht hierover gen afwijzend prae-advies van Burg. en Weth., gezien de houding van het college tegenover het voorstelErftemeijer om niet tot "erlaging van den steun aan armlastigen over te gaan. Het woord is dus ten slotte aan den raad. Maar het zou te betreuren zijn, wan neer Burg. en Weth., die gunstige uitslag van de stemming over de motieErfte meijer zouden gebruiken als welkom argu ment tegen het voorstel van mevrouw TeeboomVan West hetgeen sommige raadsleden verwachten. De motieErfte meijer, hoe sympathiek ook, heeft den arm lastigen geen enkel voordeel gebracht, al leen verhinderd dat hun iets werd ontno men. Het lot van deze oude alleenstaande en bejaarde echtparen is in dit jaargetijde al hard genoeg. In de kringen van het Vakverbond wordt reeds aangedrongen op een verhooging van den werkloozensteun met 10 15 pet., omdat 5 pet. beslist on voldoende wordit geacht. En dan de armlas tigen Wanneer men van hun steunbedrag de hooge Amsterdamsche huur en noodza kelijke fondsen aftrekt, dan geldt hier het oude spreekwoord „Te weinig om te leven, te veel om te sterven". Staat Amsterdam er financieel werkelijk zoo slecht voor? Wij weten uit de nieuw jaarsrede in de Kamer van Koophandel dat de economische toestand in het geheele land verre van rooskleurig is ook de perspectieven zijn weinig bemoedigend. Amsterdam met haar slecht bezochte haven en deels gefnuikten groothandel, maakt hierop geen uitzondering. Zij deelt het lot van vele andere groote steden. Maar onder zulke omstandigheden dunkt het ons toch niet verantwoord, gezien ook het bedroevende resultaat van de prijs vraag ad 50.000 voor het nieuwe raad huis (de millioenen liggen beschikbaar, maar men hoort verder niets meer van der bouw, waarvoor reeds 4 jaar geleden ge heid is), opnieuw weer een prijsvraag uit te schrijven, zooals thans door het ge meentebestuur wordt voorgesteld. Het betreft ditmaal een simpele boer derij in het Boschplan, die daar niet veel anders dan een amusementsgelegenheid zal zyn, zooals de kinderboerderij in Artia. De premies voor deze prijsvraag zijn door de onderverdeeling gering, zoodat geen der eventueel mededingende architecten daar ook maar een halve week van zou kunnen leven. Wanneer de financieele toestand eener stad zoodanig precair is dat zelfs op een' geringe verhooging van den armensteun bezuinigd moet worden, dan behoort een prijsvraag als thans wordt voorgesteld, on voorwaardelijk te worden afgewezen. Maar de financieele positie van de stad is nog wel houdbaar, zoodat de Raad èn verhooging èn prijsvraag zeer vermoedelijk wel zal toestaan. Waar de vakbeweging sterk aandringt op een verdere verhooging der steunnormen kan men aan het in den Raad voorgestelde op den duur toch niet ontkomen. Corres Pond ent. Nieuwjaar aan het front. Er zrjm „van 't oud in 't nieuw" wellicht meer schoten gelost in de steden en de dorpen van den vrede dan aan het Duitsch- Franscbe front van den oorlog. Die schoten in den nieuwjaarsnacht werden gelukkig niet gelost om elkaar te dooden, maar el kaar „pief-paf-poef" te beduiden, dat een nieuw jaar ingetreden was of gewoon om een beetje herrie te maken, zooals een daardoor in zijn slaap gestoorden spoor- man zei, die geen oudejaarsavond kon vie ren, omdat hij op nieuwjaarsdag al vroeg op de locomotief moest staan. De weinige schoten die in den nieuw jaarsnacht aan het front gevallen zijn bij Schengen, aan de Luxemburgsche grens, hoorde men dien nacht, juist klokke twaalf, het ratelen van machinegeweren -en zelfs het dreunen van kanonnen, heel even maar, toen spreidde de sluier van den nacht weer stilte over het front waren ongetwijfeld ook vreugdeschoten. De sol daten worden aan het front zoo huiselijk als bij hun moeder thuis, waar het ook niet gevaarlijk is. Wintertuintjes worden er aangelegd, me<t blijvend groen, en aan den Duitschen kant hangt het portret van „Blonde Mientje met een hart van prikkel draad" er midden in. Aan- de Fransche zijde is het nog altijd de „Madeion" en in omgekeerde helmen hangen er reeds bloe men bij, fraaie winterbloemen, die een be langstellende „marraine" stuurde, met haar nieuwjaarsgroet. Bijna iedere Frahsche sol daat heeft een lieftallige oorlogsmarraine, die hem trouw schrijft en wie hij weder- keerig zijn lief en leed in talrijke brieven vertelt. Soms komt zoo'n brief in de krant en dezer dagen kon men hier lezen, dat de soldaten van het front zich al afvragen, waarvoor ze zich na den oorlog zullen uit geven, Voor oud-strijders? Dat zal moeilijk gaan, meenen zij. Zij zullen weinig van den strijd weten te vertellen, want groote veld slagen blijven uit en worden ook in 1940 niet verwacht. Uit de gegevens die, bij den aanvang van dit nieuwe jaar, den waar nemers hier ten dienste staan, blijkt ge noegzaam, dat zoowel de Duitsche als de Fransche legerleiding gebroken heeft met, wat de Fransche strategen noemen „l'en- voütement napoléonien", om terug ta kee ren tofc de klassiek© strategie van een Turenne en een Frederik n, die geen man onnoodig opofferden en het er op aanlegden al hun materiaal te bewaren tot den beslissenden eindslag, welke echter eerst dan verantwoord geacht werd, als een algeheele doorbraak gelukt was. De huidige leiding gevende strategen, althans de meerderheid onder hen, erkennen thans, dat de massale slachtingen van den *o- rigen oorlog het hoogtepunt kenmerkten van de ontaarding der strategie, waarvan de voornaamste verantwoordelijke Napo leon was. De belangen van het land en zijn man schappen werden door Napoleon opge offerd aan de" roem van zijn veldheer schap. Dat voorbeeld van Napoleon heeft aanstekelijk gewerkt op sommige hooge officieren, die, door een massaal bloedbad, een plaatselijk succes forceerden, al werd daardoor de eindoverwinning geen stap nader gebracht of zelfs bemoeilijkt. Alle plaatselijke successen van Napoleon hebben zijn definitieve nederlaag bij Waterloo niet kunnen verhoeden. De oorlog is niet meer een spel om de persoonlijke glorie en den roem te vestigen van een legeraanvoerder, hoe begaafd hij ook zij. Niet een veldslag winnen de taktiek welke, vooral aan Fransche zijde, in het begin van den vo- rigen oorlog werd toegepast en die een gevaarlijken naijver bracht onder de lei- Tegen aue wintersche kwalen Twee stuks 10 ct. Twaalf stuks 50 ct. deide officieren maar de belangen van het land te dienen en de overwinning te verzekeren is thans het uitgesproken hoofddoel. Heden ten dage is, meer dan voorheen, in de twee vijandelijke kampen, de alge meens strategie op dit hoofddoel gericht, waardoor massa-verlies aan menschen- levens voorkomen wordt. De groote door braak zal pas komen bij den eindslag, als de kunstmatige verdedigingsmiddelen, Maginotlinie of West wal, het begeven, maar die mogelijkheid is vooralsnog een onmogelijkheid en zal dat ook in 1940 wel blijven. Geen zorg... Wij hadden er geen erg in, dat het een „komiek" was, want hij had een soldaten pak aan als iedere andere „burger in uni form" en hij zat gewoon in den trein „derde klas", als een losgelaten militair „met verlof". Deze ging echter niet met verlcf; h(j was op reis van Brussel naar „ergens in België", om er „in officieele opdracht", de soldaten te gaan vermaken. Wellicht dat hij repeteerde of zoo maar gewoon sprak, in elk geval had hij de heele reis het woord en dat ging prompt, onafge broken, over den oorl:g. Hij ging verder dan het gezegde „een rare oorlog" en vroeg zich hyper-optimistisch af: Is het wel oonog? Wat er van zij, sprak hrj luchtig, laat er ons geen zorg over maxen. Het be hoeft niet en ik zal U logisch bewijzen, waarom niet. Van tweeën een, het is oorLcig of niet. Als het geen oorlog is, dan behoeven wij er ons geen zorg over te maken. Als het oorlog is en we krijgen hem hier ook dan krijgen we ook be zoek van vijandelijke vliegtuigen of we krijgen het niet. Als de vijandelijke vlieg tuigen niet komen, behoeven wij er ons geen zorg over te maken. Als ze komen dan b~mbardeeren ze ons of ze doen het niet. Als ze ons bombardeeren dan vallen er bommen op onze huizen of ze vallen niet. Als ze niet vallen, behoeven wy er ons geen zorg over te maken. Als ze vallen dan ontploffen ze of ze doen het nie*. Als ze niet ontploffen, dan behoeven wy er eins geen zorg over te maken. Als ze ontploffen, worden wc gewond of niet. Als we gewond worden, c enezen we of we gaan dood. Als, we genezen, behoeven wij er ons geen zorg over te maken. En als we dood zijn, behoeven we ens ons heele- mai geei zorg meer te maken. Waarmee ik maar zeggen wil, besloot de optimist, dat zelfs het oorlogsleed nog te dragen valt, als men het niet al te Zwaarmoedig opneemt België koopt schepen. Reeds in een vorige correspondentie heb ben wij gewezen op het nijpend gebrek aan scneepsruimte, dat zich bij de be voorrading van België doet gevoelen. Men weet, dat de Belgische koopvaardijvlcot nauwelyks een tiende deel is van de Ne- derlandsche, welke naar de 3.000.000 ton gaat, terwijl men hier. over geen 300.000 ton beschikt. België heeft getracht in den vreemde schepen te koopen, aanvankelijk zonder eenig resultaat bijna geen enkel land wenscht onder de huidige omstandig heden scheepsruim te af te staan. Zelfs aan het laten bouwen van schepen in het buitenland werden door de betrokken **e- geeringen onoverkomelijke moeilijkheden in den weg gelegd. Thans is de Compagnie Maritime Beige, waarin de voornaamste Belgische scheep vaartmaatschappijen vereenigd zijn, er in geslaagd, het eerste schip in het buiten land aan te koopen en wel in Noorwegen, namelijk den Noorschen tanker „Ronald", die 10.500 ton meet en onder Belgische vlag den naam „Mafuta" zal voeren. Reeds de volgende week onderneemt de „Mafuta" haar eerste reis naar Belgisch Congo. Tevens kunnen wij mededeelen, dat de Compagnie Maritime Beige bij de Belgische werven Cockerill drie cargo's op stapel heeft laten zetten, van het zelfde type als de getorpedeerde „Alex van Opstal". Deze schepen zullen derhalve ieder een lengte nebben van 128 m., eer breedte van 17.37 m., een diepte van 11.66 m., een inhoud van 8.300 ton en een snelheid van 15 knoopen. De drie nieuwe vrachtschepen zullen ook een accommodatie krijgen /oor passagieisvervoer, met een aantal luxe cabb es, waarvan het minimum op 15 be paald is. HOOGWATER TF VI «SS1NGEN EN BRESKENS Januari Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag 6 10.58 7 11.55 8 0.18 9V.M. 1.01 23.28 12.43 13.25 FEUILLETON Een roman uit Siberië door FR. ENSKAT (Nadruk verboden) 25 Nanglu, Gregor en Bessin togen aan het moeilijke en onberekenbare werk. Op korten afstand van elkaar reden zij op de twaalf gevangen rendieren toe, daarbij telkens tevens met him hoed zwaaiend. En werkelijk: de rendieren zetten zich in beweging. De drie mannen vormden daar op een halven cirkel en drongen telkens sneller vcorwaarts, daarbij de nog steeds los gebonden dieren naar de groote kudde toedrijvend. De geweldige massa dierenlijven bleet dicht bijeen; het was een schier onover zichtelijk veld van grijs-zwarte ruggen, maar van een bijzondere opwinding was ditmaal niets te bespeuren. Zy passeerden de kudde tot den kop bereikt was. Hier werden do dieren tusschen de andere ge dreven, waarbij er nauwlettend voor moest worden gewaakt, dat de troep in beweging bleef. Toen men zoover gevorderd was, gaf Nanglu den Donalds het teeken, dat zij teemden oprukken. Aan dit sein werd on middellijk gevolg gegeven. Eveneens met hoed- en armzwaaien naderden zij de hon derden rendieren, die langzaam, heel lang zaam op deze aansporingen reageerden. Voetje voor voetje zette de geweldige troep zich in beweging achter de twaalf leiders aan, die voor aan den kop gingen. Een luid gejuich vertolkte de vreugde der ruiters over dit resultaat van hun be moeiingen. Het was dan ook een impo sant schouwspel de machtige kudde te zien voorttrekken. Lijf aan lijf, gewei aan gewei ging het voorwaarts; op de licht grijze flanken der dieren tooverde de zon een zilveren glans. Nu was het moeilijkste werk achter den rug. Welis waar toonden de dieren niet de minste haast, maar de kudde bleef nu in be weging en de begeleiders konden zich er toe bepalen een gesloten achterhoede te vormen, welke voor den noodigen druk zorgde. De avond begon reeds te vallen, toen zij eindelijk den oostelijken oever van de Irbytscb bereikten. Op een teeken van Nanglu werd het drijven ge/taakt en ge leidelijk kwam de kudde tot staan. In de nabijheid werd een nieuw kamp opgeslagen en nadat men den inwendigen mensch had versterkt, egde men zich weldra ter ruste. Den volgenden dag zagen de mannen zich weer voor een moeilijke taak ge plaatst. Nu kwam het er op aan de kudde door de Irbytsch te drijven. Nie mand kon met eenige zekerheid zeggen hoe de dieren zich hierbij zouden gedragen. Hal wenschte niet langer werkloos toe te zien. Na met Nanglu overleg te hebben gepleegd, reed hij te paard >aar de rivier. Voorzichtig drukte hy zijn hakken in de flanken van het dier, dat gewillig gehoor zaamde. Zonder eenig verzet ging het te water om daarna onder luid geproest en g .snuif naar den anderen oever te zwem men. De Irbytsch was op deze plaats niet diep en Hal bereikte dan ook gemakkelijk den overkant, waar hij zich posteerde in afwachting van de dingen, die komen zou den. Het zag er naar uit, dat hij het minste werk zou hebben. De andere mannen begonnen nu weer te drijven en wederom met succes. Duwend en dringend bereikte de kudde den oever, waar Nanglu en Gregor hadden post gevat om een eventueel zijwaarts uitwijken van de dieren te voorkomen. Bessin en de Do nalds vormden de achterhoede, die de xudde opdreef. De voorste dieren aarzel den een oogenblik, toen zij de rivier voor zich zagen maar daar -iun achterwaarts d pas was afgesneden, bleef hun niet veel anders over dan te water te gaan. Het begin was er. De drijvers haastten zich om de dieren tot meerderen spoed aan be zetten, waardoor hun als het ware de tijd tot overleg werd ontnomen en weidra zwom nu de grauw-zwarte kudde over den stroom. Aan den anderen oever regelde Hal de snelheid van de aan land klimmende die ren, waardoor de overigen gemakkelijk konden aansluiten. Niet minder dan vier uren duurde deze overtocht, maar toen bevond de kud de zich dan ook volledig aan den anderen' oever. Het passeeren van de Irbytsch was boven verwachting geslaagd. De tocht werd voortgezet. Niets kon de wel langzaam, maar toch gestadig voortschrijdende kudde weerhouden en zoo bereikten zij laat in den namiddag den voet van het Elbirgebergte. Michel Bes:in toonde zich zoo blij ais een schooljongen. Voor dezen dag was het werk gedaan; het was alles even vlot van stapel geloopen. Den volgenden ochtend zaten allen reeds bij het krieken van den dag in het zadel. Wederom bewcog de kudde zich duwend en dringend voor hen uit. Het terrein werd geleidelijk heuvel achtiger, zoodat uitkijken do boodschap werd. Zij bogen om de Oostelijke he Hing van het gebergte heen. Na een half uur kwam de Noordelijke wand, dus de achter zijde van het gebergte, in zicht; de kudde werd daarop in eenigszins Westelijke rich ting gedreven. Hal tuurde voor zich uit en nu besefte hij plotseling de groote beteekenis van Besiln's plan. Achter het Elbirgebergte en daardoor eerst thans zichtbaar, ver hief zich een tweede bergrug, welke zich naar het Noorden uitstrekte. Toen Bessin Hal's verbazing bemerkte, zei hij glim lachend: „Dat is de Ayron Hcogvlakte. Tot dusver is haar bestaan voor je ver borgen gebleven, Frans, omdat zij zich in zekeren zin achter het Elbirgebergte verschuilt.'" Tusschen de Ayron hoogvlakte en den Elbirbergketen lag een zeer breede kloof: het Winddal, dat in het sappigste groen prijkte. Het was alles gras en bloemen, wat het oog ontwaarde. Laag kreupel hout over het algemeen jonge berken en wat kleine boschjes maakten het geheel neg levendiger. Ja! Bessin had gelijk. Hier zou de kudde uitstekend geborgen zijn. Er was volop voedsel en water konden de dieren in de nabije Irbytsch vinden, welke langs de Oostzijde van het dal stroomde. Voor alles echter bood het Winddal een ideale be schutting bij ruw weer. De Noordenwind kon hier onmogelijk binnen vallen. Het drijven kon gestaakt werden De kudde verdeelde zich geleidelijk in groepen en begon vlijtig te grazen. De mannen hadden het zich in het gras gemakkelijk gemaakt. Kare kwam naast Hal zitten en legde haar hand vertrouwe- lijk op de zijne. „Is het hier niet heerlijk, Frans?" Zjji #r0nt- Hoi 5CVttl wees naar den Zuidkant van de hoog-1 vUT1 betrokken L flUn dood toe h hot i*r, twee fraters op het ijsse1 Vrijdagmiddag Medemblik twee zich op de schaat; het LJsselmeer hi ijs gezakt en ver< Gisteravond om reddingsbrigade, Medemblik had teruggekeerd. Dotj nis moesten ver| wege blijven. De beide slacb dag met verschille schaatsenrijden. O, ter van Medembli een der Fraters pl twee zijner medeb ken en geheel ver<! niet te denken, w ters nabij de pij bevonden zij het ijs zij wegens het gev lukken, naar Mede den. Vanochtend z< vletten de plaats i opzoeken. De omgekomei' Frater H. L. Pijn^ Frater A. W. van zer aan het pensio Medemblik. auto door t De inzitte Vrijdagmiddag is; onbewaakten overv nabij de vroegere 1 Woerden een twee uit de richting W gegrepen. Het voc auto werd afgeruj spoorbaan loopende De bestuurder kwam met den SNEEUWSTORI belemmerei Door sneeuwstoi ernstige, verkeersmc het bijzonder voor langs het autobusvfl ste deel stopgezet volge van de aanll zich op de Moonsui| ijslaag gevormd, da| het vasteland Oesel met sleden ovl italiaansq De Italiaansche meening omtrent onverdeeld uitstekeij verdachte, die zich sterdamschen po.if| woorden had, was hoogte. Op een dag, toen i consulaat een boodstj hij in den ingang ficsschcn wijn staan.] leiding niet weerstaq der flesschen en van den smakelijken J| goed. Een tweede si een derde, totdat de j flesch gehalveerd wa| Verdachte dacht een idee te zijn gekcjl geheele kist op zijn| het consulaat uit café aan den Sing^ waar te verkoopen. De politie evenwel lucht gekregen vaq wijn en begaf zich den Singel om de g| slag te nemen. Gisteren was de bl der ledige flesschen aanwezig, waarmede laste gelegde feit di| wezen. De Officier van achtte het bewijs te .achte geleverd en eis1- 'raf van twee maanq De politierechter, irdeelde verdachte tc r >traf, nl. twee maandtj twee maanden onvooi jtrek van een maand EEN FRAUDE VA| Accoimtantsaffalre 1 steeds grootere Naar het B.N. vel reeds vast dat het doq- F. J. te Batavia (N.OI drag tenminste op li 'den gesteld. Het onde$ og niet beëindigd. Gebleken is ook dat! itrekken over een perl aren. Alle algemeene ontv4 ;ijn door deze affaire r' thans ernstig op beg| 'ouvernement het aanj n J. uitbetaalde bedn John Peet en Co. en dei ntratie zijnde ondernerj "itbetalen. De machtigingen niet tot. het in ori! I gelden. Mocht het land indei nogmaals uitbetalen, twijfel of de betrokken gers zullen met de sch Ket is nog niet bek het verdu'sterde bedra4 tuties bestaat en welk welke J. bij 's lands ka ten, doch in ieder geval, vlakte, waar de helling vrywel tot de helft begroeid was met sappig gras. Dui zenden bonte bloemen schenen hier op t0 zijn gesprenkeld en deze werden weer af gewisseld door kleine berxen, sneeuw- dennen, sparren en kreupelboschjes. dit alles baadde in de gouden stralen van de zomerzon. (Wordt vervolgd.) i dood toe by het lan I len staan. I Het geval j. stelt de stanties lederen dag op; Sincon a L het bbugsche st/ oerestaüt Het vermaarde Brug tu:echen 1367 en 1420 den Burg, de plaats van grondig worden gore ■J Wen wil beginnen

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1940 | | pagina 6