Migraine
N"n AXKÊtitJE
Vergadering van den kring Walcheren
der Z.L.M.
HOE SAM EN SLOKKIE OP REIS GINGEN
MARINE EN LEGER
ACHTER
DE B0SSCHEN
Gistermiddag hield de kring Walcheren
van de Z.L.M. een algemeene vergadering
onder voorzitterschap van mr. M. C. van
der Minne. Deze bracht de algemeene ver
gadering te Goes ter sprake, waarvan het
resultaat onbevredigend was, omdat dr.
Louwes niet van begin af de bijeenkomst
heeft bijgewoond.
Ir. Versteeg, waarnemend secretaris der
Z.L.M., deelde mede, dat over de verschil
lende besprekingen een rapport zal wor
den samengesteld, dat daarna aan de re-
geeringsinstanties zal worden toegezonden.
Medegedeeld werd o.a., dat de landbouw-
onderwgzers een circulaire kregen van de
directie van den landbouw, waarin werd
gezegd, dat voor cursusen voor volwasse
nen minstens 15 leerlingen van 21 jaar en
ouder moeten zijn aangemeld. Verder was
er een en ander over de melkcursussen en
over den hui9houdcursus te Kciudekerke,
waarbrj werd opgemerkt dat men op Wal
cheren nog te laksch is om zich voor zulk
een cursus aan te melden. Nog deelde de
secretaris, de heer M. Kleinepier, iets me
de over den ploegwedstrijd en zei ten slot
te, dat de lessen der Landbouwdagschool
op 1 April zullen beginnen.
De bodemproductiewet en de maat
regelen voor de voedselvoorziening.
Hierna verkreeg ir. Versteeg het woord
voor een inleiding over „De Bodemproduc
tie en de maatregelen voor de voedsel
voorziening".
Spr. wees er op, dat de belangstelling
voor alles wait landbouw is, buitengewoon
is toegenomen. De belangstelling van thans
is echter alleen een gevcilg van den oor
log. Zoolang de boer maar voldoende pro
duceert voor ons dagelgksch brood, zoo
lang de invoer van grondstoffen als tarwe
en krachtvoer onbelemmerd kan plaats
hebben, zoolang is de voedselvoorziening
geen vraagstuk. Maar nu men voor het
grootste deel is aangewezen op hetgeen
de eigen landbouw voortbrengt, krggt men
weer aandacht voor de belangrijke rol, die
de boer op het gebied van de voedselvoor
ziening vervult. Evenals in 1914 ziet de
regeering zich geplaatst voor de moeilijke
taak er voor te zorgen, dat in de eerste
plaats uit den bcdem wordt gehaald, wat
er uit te halen is en dat in de tweede
plaats de producten, die door land- en
tuinbouw worden voortgebracht, zoo doel
matig mogelijk worden benut. Met de uit
voering der te nemen maatregelen is het
Rijksbureau voor de voedselvoorziening
belast en voor elke provincie is een vced-
selcommissaris benoemd. De verbouw van
minder nuttige landbouwproducten moet
worden beperkt. De mogelijkheid daartoe
opent de Bodemproductiewet. Niet voor de
voeding van mensch en dier bestemde ge
wassen zullen slechts na verleende vergun
ning geteeld mcgen worden, de karwij, die
op het veld staat, mag men voor 1940 la
ten staan. De haverbouw zal worden be
perkt tot 1/5 der oppervlakte bouwland,
waardoor meer gebieden beschikbaar ko
men voor den verbouw van die gewassen,
welke meer voordeel geven. Het zaaiplan
1940 wordt zooveel mogelijk in overeen
stemming gebracht met die voor 1937 en
1938, behalve t.a.v. tarwe, rogge en aard
appelen, waarvan de verbcuw behoort te
worden uitgebreid. Ten aanzien van de
teelt van warmoezerij gewassen, vroege
aardappelen en tuinbouwgewassen zijn be
perkende maatregelen getroffen. Bedrijven
grooter dan 10 h.a. kunnen voor 1940 geen
tuinbouwteeltvergunning krijgen. Vooral
voor wat de vroege aardappelen betreft,
zal deze beperking voor de bedrijven op
Walcheren een ernstig nadeel beteekenen.
Deze regelingen zijn echter nog niet defi
nitief, doch in voorbereiding. Het is de be
doeling de warmoezerg cultures over te he
velen naar de bloembollenbedrijven, die
thans door belangrijke exportmoeilijkheden
zijn gedupeerd. Deze beperking van den
groven tuinbouw op de gemengde bedrij
ven brengt voor deze streken groote na-
deelen mede. De Z.L.M. heeft er bij het
K.N.L.C. op aangedrongen alles te doen
om dit te voorkomen. Spr. vernam bij ge
ruchten, dat men ook de uienteelt in de
bekende uienstreken wil oeperken en ver
plaatsen naar de zuivere tuinbouwstreken.
Ook ten deze is de Z.L.M. evenals de an
dere Zeeuwsche landbouworganisaties dili
gent.
Spr. kwam daarna tot de bespreking
van enkele maatregelen, nl. inname van
granen en peulvruchten kunstmestdistri-
butie, zaaizadenregeling en veevoederdistri
butie.
Inzake het eerste zegt hij dat levering
van granen, peulvruchten en fijne zaden aan
de regeering verplicht is gesteld. Van land-
bouwzijde is tegen de inlevering zelve geen
bezwaar gemaakt. Des te grooter was
daarom de teleurstelling coen de aanvan
kelijk vastgestelde prijzen bekend werden.
Op grooten aandrang heeft de regeering
de richtprijzen herzien en hiermede is een
belangrijke st-,p in de goede richting ge
daan, hetgeen echter niet weg neemt, dat
de prijzen van peulvruchten in het alge
meen nog te laag zijn.
Men kan alleen voldoende uit den grond
halen, als er voldoende kunstmest beschik
baar is en daar de ruwe fosfaten over zee
moeten komen, heeft de regeering de dis
tributie van kunstmest ter hand genomen,
waardoor ieder krijgt wat hij voor zijn
grond behoeft en speculatie in meststoffen
wordt tegengegaan.
Wat betreft de zaaizadenregeling zei spr.
dat de producten, die als zaaizaad worden
aangewend niet aan de regeering behoeven
te worden geleverd.
Ten slotte kwam spr. tot de veevoeder-
distributie. Men was daarover begin Sep
tember nog al pessimistisch gestemd, nu
is de toestand nog wel niet rooskleurig,
maar toch niet onrustbarend. In verband
met de dreiging van geheele stopzetting
van den invoer, is een distributieregeling
van veevoer onvermijdelijk, wil men een
billijke verdeeling van de grondstoffen krij
gen. Naar verhouding bestaat momenteel
het grootste tekort aan dierlijke eiwitvoe
ders. Tengevolge van de distributierege
ling blijven deze in hoofdzaak bestemd
voor de kippen. Zonder distributie zou het
er met den kippenstapel slecht voorstaan.
Voor de varkens is er practisch weinig
veranderd. Er mag 50 van de toe wij-
ging aan varkensvoer uit eigen bedrijf
worden betrokken in den vorm van haver,
rogge of gerst. Een regeling is in voorbe
reiding, waarbij zal worden toegestaan dat
eigen geteelde veldboonen aan paarden
mogen worden vervoederd in ruil van eigen
geteelde haver.
Spr. besloot met de opwekking, dat een
ieder zooveel mogelijk medewerking zal
verleenen aan de uitvoering der maatre
gelen die de overheid heeft uitgevaardigd
voor het verkrijgen van een zoo hoog mo
gelijke productie in den vaderlandschen bo
dem.
Na deze'met groote aandacht gevolgde
inleiding heeft de voorziter den heer Ver
steeg dank gebracht, waarop een zeer
langdurige bespreking naar aanleiding van
de toespraak volgde.
De vice-voorzitter, de heer C. Franse,
deelde een en ander mede betreffende de
regeling en de prijsbepaling, van het ten
behoeve van de voeding der militaire paar
den te vorderen hooi. De hoeveelheid voor
he geheele land bedraagt 43.000 ton en
voor Zeeland 1500 ton. Teneinde deze hoe
veelheid te leveren hooi, zoo rechtvaardig
mogelijk over de verschillende veehouders
te verdeelen, is door de landbouworganisa
ties een commissie van drie personen be
noemd, met als deskundigen adviseur den
Rijksveeteeltconsulent. Deze commissie
heeft vastgesteld hoeveel in iedere ge
meente kan worden gevorderd en de plaat
selijke deskundigen maakten uit, hoeveel
ieders aandeel in hun gemeente kan zijn.
Men kon door aller vlugge .werken spoedig
aan Defensie melden hoe op de minst be
zwarende wijze het hooi kan worden ge
vorderd. Op verzoek van den majoor met
de hooivordering belast, wordt volgens art.
32 der inkwartieringswet het hooi door
den burgemeester gevorderd en de plaats
van levering aangewezen. De keuring en
prijsbepaling heeft thans plaats op de
plaats van levering door een militair en
iemand daartoe door den burgemeester be
noemd. Beroep op den Commissaris der
Koningin is mogelijk, die dan in hoogste
instantie over den prijs beslist. Spr. kan
mededeelen, dat de Commissaris der I o-
ningin den prijs voor het eerste soort ge
leverde wit hooi op 53 en voor eerste
soort lucernehooi op 60 per 1000 kg.,
waarvan dan 1 voor persverlies zal
worden afgetrokken.
Je heer Maljaars zette aan de hand van
cijfers .uiteen dat de prijzen voor de ver
schillende soorten van boonen en erwten
zoo weinig verschillen, dat spr. moet afra
den om 70 of 80 cent per 100 kg. voor
lezen uit te geven, want dan krijgt men
ten slotte toch minder voor zijn peulvruch
ten.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
De veiligheid van koopvaardijschepen.
De door den minister van Waterstaat be
noemde commissie, die zal onderzoeken of
verdere middelen ter verhooging van de
veiligheid van koopvaardijschepen en hun
opvarenden onder de tegenwoordige bijzon
dere omstandigheden kunnen worden toe
gepast, heeft gisteren onder leiding van
den inspecteur-generaal voor de scheep
vaart haar eerste vergadering gehouden,
gedurende welke de werkwgze van de com
missie werd vastgesteld.
Antwerpen zwaar getroffen
door den oorlog.
Een derde deel van de scheepvaart
verdwenen in de oorlogsmaanden.
Het Handelsblad van Antwerpen bevat
een verslag van een persconferentie waar
de heer Delwaide, wethouder van handel en
scheepvaart van Antwerpen, een uiteenzet
ting heeft gegeven over de positie van de
haven in de huidige omstandigheden. Hij
zeide, dat de gevolgen van den oorlog
thans nog niet definitief kunnen worden
bepaald.
Gedurende de eerste drie oorlogsmaanden
is d'e scheepvaartbeweging ten opzichte van
de overeenkomstige periode van 1938 ach-
teruitgeloopen tot 32.4 wat het aantal
en tot 30.4 wat de scheepsruimte be
treft.
Wat de elf maanden van 1939 betreft is
het aantal schepen met 14.6 en de inhoud
met 15 in vergelijking met de overeen
komstige petriode van 1938 verminderd.
De onderlinge verhouding van de ver
schillende vlaggen in de havenbeweging te
Antwerpen onderging gevoelige wijzigin
gen.
De omstandigheden hebben de Duitsche
handelsvloot uit de haven verwijderd.
Welke belangrijke rol deze vloot, in nor
male tijden, te Antwerpen vervult, moge
blijken uit het feit, dat in 1938 op een
totaal van 11.762 ingekomen schepen met
een tonnemaat van 24.144,705, 2128 schel
pen met 6,199,048 ton of resp. 18.1 en
25.3 de Duitsche vlag voerden.
Ter vergelijking kan hier worden vastge
steld, dat de tormenmaat onder Belgische
vlag normaal geen 5 bereikt van de
totale inkomende scheepsruimte.
De ranglijst der ingekomen schepen was
in 1938 als volgt
1. Duitschland met meer dan 25.3
2. Groot-Brittannië met meer dan 23.7
3. Frankrijk met 8.8 4. Noorwegen met
7.6 5. Nederland met 7.4 6. België
met 4.8 7. Zweden met 3.7 8. De
nemarken met 3.6 9. Vereenigd© Sta
ten met 3.1 10. Griekenland met
2.1 11. Japan met eveneens 2.1
Voor de eerste drie maanden van den
oorlog (September, October, November),
is de opvolging als volgt 1. Groot-Brit-
tannië met 334,566 Moorsom ton (274.344.12
net. reg. ton) of 17.8 2. Nederland
met 17.3 3. Noorwegen met 11.9
4. België met 11.7 5. Griekenland met
7.3 6. Amerika met 6.3 7. Dene
marken met 5.4 8. Zweden met 5.5
9. Frankrijk met 4.8
De sterkte van de Antwerpsche haven
is, in normale omstandigheden de geregeld©
scheepvaartdiensten. Tengevolge van de
vermindering van den handel en het soms
langdurige oponthoud bij de contróle door
de oorlogvoerende staten is deze toestand
grondig verstoord. Thans bereikt de ton-
nenmaat in geregelden dienst nog 50
door G. TH. ROTMAN.
Nadruk verboden
fj Altijd zout uit eigen bodem
Er is trouwens geen ander zout,
dat beter is! Boekelo's Tafelzout
(15 ct. per bus van 340 gr.) is
steeds goed vloeiend En NEZO
keukenzout wel: dat is ideaal
en voordeelig in 't gebruik (13 ct
per pak van 2 pond).
29. Iet was een kolossale reis, ook al liep
Stapman nog zo hard. Ze hadden echter
veel te zien onderweg, totdat ze te Karnak
besloten, de nacht in de tempelruïnes al
daar door te brengen. No^ steeds stonden,
na zoveel duizend jaar, de zuilen stoer en
krachtig overeind van zware rotsblokken
waren ze gebouwd en het was een raadsel,
hoe men, met de gebrekkige hulpmiddelen
van die tyd, dat alles vervoerd en opeenge
stapeld had
30. Maar plotseling werden ze in hun
mijmeringen gestoord door de verschijning
van een ouden neger, met eerbiedwekken
de baard, de hand geklemd om een stok.
Met de vrjje hand wenkte hij hen naderbij
te komen
van het totaal. Een aantal lijnen doen, niet
tegenstaande de zeer groote verkeersmoei
lijkheden, pogingen om geregelde diensten
te onderhouden.
Tot de zorgen van Antwerpen heeft ook
de economische politiek der regeering in de
eerste oorlogsmaanden bijgedragen.
Met de op zichzelf volkomen begrijpe
lijke bedoeling, in de eerste plaats, in de
bevoorrading van eigen land te voorzien,
trof de regeering regelingen waardoor de
doorvoerhandel sterk gehinderd en in ze
kere gevallen volkomen werd uitgescha
keld. De onzekerheid waarin men verkeerde
omtrent de voorraden van belangrijke wa
ren, het gebrek aan vaste richtlijnen bij de
beoordeeling der aanvragen tot uitvoer- en
doorvoervergunningen, de menigvuldigheid
der commissies en diensten, die zich uit
te spreken hadden, dat alles heeft den
handel in ruime mate gehinderd.
Schadelijker zijn echter de maatregelen
zelf die door de oorlogvoerenden, zoowel
van de eene als van de andere zijde, worden
toegepast. Daardoor wordt overigens niet
alleen Antwerpen doch gansch België ge
troffen.
Wat de arbeidsmarkt betreft, bedroeg
het aantal tewerkgestelden in de drie oor
logsmaanden ruim genomen een derde van
het normale aantal.
De havengelden.
Ten aanzien van de havengelden merkte
de heer Delwaide op dat de ongewoon lage
tarieven als concurrentiefactoren practisch
alle belang verliezen.
Zoowel in Nederlandsche als in Belgi
sche havens is men tot het besluit geko
men dat er aanleiding bestaat elk naar
eigen omstandigheden en noodzaken tijde
lijke schikkingen te treffen, wat de heffing
van de havengelden betreft. Een vaste
overeenkomst daartoe werd niet noodzake
lijk geacht".
Zooals men weet zullen de te treffen
schikkingen geheel losstaan van de bespre
king der gemengde NederlandschBelgi
sche commissie en in geen geval bindend
zgn voor de toekomst.
Het dagelijksche bestuur van Antwerpen
heeft ook principieel tot een tijdelijke her
aanpassing van de havengelden besloten,
die aan de goedkeuring van den gemeente
raad moet worden onderworpen.
Russische kruiser beschadigd.
Volgens den correspondent van Ekstra
Bladet te Helsinf ors wordt de Russische
kruiser „KKirof", welke in de eerste da
gen der vijandelijkheden door het vuur van
Finsche forten beschadigd werd, thans ge
repareerd.
Deze bodem zou spoedig Tallin kunnen
verlaten.
De militairen en de distributie.
Het is gebleken, dat nog niet algemeen
bekend is, op welke wijze in distributie
gebrachte goederen (voorloopig suiker en
erwten) kunnen worden verkregen ten be
hoeve van militairen, die in eigen voeding
voorzien en militairen, die met voeding
zgn ingekwartierd.
Militairen, die in eigen voeding voorzien,
kunnen gebruik maken van de rgksdistri-
butiekaart en distributiestamkaart, aange
zien zij deze kaarten niet by den comman
dant van hun legeronderdeel behoeven in
te leveren.
Militairen, die niet in eigen voeding
voorzien, behooren evenwel bovengenoem
de distributiebescheiden in te leveren bij
den commandant van hun legeronderdeel.
Indien deze militairen zijn ingekwartierd,
verstrekken de distributiekantoren aan de
kwartiergevers op vertoon van het inkwar-
tieringsbewijs losse bonnen, waarop de in
distributie gebrachte goederen kunnen
worden verkregen.
Degenen, die maaltijden verstrekken aan
militairen, zonder daarbij tevens huisves
ting te verleenen, kunnen voor de verkrij
ging van in distributie gebrachte goede
ren een doccr den betrokken commandant
geteekend vorderingsbewijs overleggen,
waarop de distributiekantoren bovenge
noemde losse bonnen verstrekken.
Voorts wordt gewezen op de navolgende
regeling ten aanzien van militairen, die in
eigen voeding zijn gaan voorzien, nadat
zij hun rijksdistributiekaart en distributie
stamkaart reeds bij den commandant van
hun legeronderdeel hebben ingeleverd. Aan
deze militairen worden gencemde kaarten
wederom verstrekt door het distributie
kantoor van de gemeente, waar zij in het
bevolkingsregister zijn ingeschreven. Hier-
bij behoort te worden overgelegd een door
den bedoelden commandant onderteekende
verklaring, waaruit blijkt, dat de betrok
ken militair inderdaad in eigen voeding is
gaan voorzien, nadat hij de kaarten had
ingeleverd.
Brandje op de „Jacob van Heemskerk".
In den vooravond rukte gisteren de Am-
sterdamsche brandweer uit naar een
scheepswerf aan den Cornelis Douwesweg.
Er was gemeld, dat er brand uitgebroken
zou zijn op den in aanbouw zijnden flot-
tieljeleider van de marine, de „Jacob Van
Heemskerk".
Het bleek evenwel, dat een houten be
kisting door wegspattende vonken in brand
was geraakt. Toen de brandweer arriveerde,
had personeel van de werf den brand reeds
gebluscht.
De heer Van Hoeven ontheven als lid van
den Centralen Raad van Advies van
O. en O.
Naar wij vernemen heeft de opperbevel
hebber van land- en zeemacht den heer
G. W. F. van Hoeven ontheven van zijn lid
maatschap van den Centralen Raad van
Advies voor ontwikkeling en ontspanning
voor gemobiliseerde militairen.
Zooals bekend werd genoemde heer dezer
dagen gearresteerd als verdacht van spion-
nage.
L1CH1 OP VOOR AUTO S,
FIETSEN EN VOERTUIGEN
Vrijdag
Zaterdag
December
15
16
4.15
4.15
FEUILLETON
Een roman uit Siberië
door FR. ENSKAT
(Nadruk verboden)
9
Met een ruk trok Hal hem zijn pels over
het hoofdde mouwen bond hij in een
knoop. In de tent bleef alles rustig de
overval was dus onopgemerkt gebleven.
Slechts het knetteren van het vuur, dat
de schildwacht kort tevoren van nieuwe
brandstof had voorzien, was hoorbaar.
Overigens lag de kampplaats als uitge
storven.
Met inspanning van alle krachten ge
lukte het Hal zijn gevangene over zijn
schouder te leggen en wel zoodanig, dat
diens hoofd naar voren, dus op de borst
van den drager kwam te hangen. Zoosnel
dit in de gegeven omstandigheden moge-
ïyk was, verwijderde hij zich met zgn kost
baren last en vrijwel buiten adem bereikte
hg tenslotte de plek, waar hg agn pels
had achter gelaten. Hier legde hy den ge
vangene op den grond. Zijn eigen jas ge
bruikte hij om er de beenen van den man
mee samen te binden, zoodat deze thans
in den letterlijken zin van het woord aan
handen en voeten was gebonden.
Na een paar minuten gerust te hebben,
legde Hal den nog steeds bewusteloozen
man opnieuw over zijn schouder om daar
na zyn moeizamen tocht te vervolgen naar
de plaats, waar hij zijn bagage had neer
geworpen.
Het weer was er intusschen niet beter
op geworden. De sneeuwvlokken werden
grooter en hevige windvlagen gaven er
van tg'd tot tijd het karakter aan van een
sneeuwstorm. Het kostte Hal de grootste
moeite vooruit te komen, temeer, omdat
de sneeuw op zijn oogen olakte en de nog
toenemende duisternis het zicht toch reeds
tot een minimum beperkte. Tenslotte ech
ter werd zijn volharding beloond. Onder
een dunne laag sneeuw vemd hij zijn ach
ter gelaten bagage.
Hal liet het hoopje mensch van zijn
schouder voorzichtig op den grond gigden.
Nogmaals overtuigde hg zich, dat de ge
vangene nog steeds buiten bewustzijn was.
Daarna trok hg een breed dolkmes uit de
scheede en stak dit binnen zijn bereik in
den ~.ap van zijn laars. Zgn bagage sleepte
hy naar een, door struikgewas gedee elijk
overdekten kuil, welke althans eenige be
schutting bood tegen den nog steeds in
hevigheid toenemenden wind. Door middel
van zijn tentzeilen had hij weldra een be
hoorlijke kampgelegenheid in orde ge
maakt en nadat hij daarmee gereed was,
liet hij ock zijn gevangene in de geneug
ten van dit onderdak deelen.
Het aanmaken van een vuur leverde
nogal wat moeilijkheden op. Het dorre
I hout was nait van de sneeuw en het kostte
hem dan ook heel wat lucifers voor ten
slotte een zeer bescheiden vlammetje
langs het hout lekte.
Nu was voorloopig alles in orde. Hal
wischte zich het zweet van zijn voorhoofd.
Hij had het behoorlijk warm en dat was
waarlijk geen wonder, want de laatste
uren hadden heel wat van zijn krachten
gevergd, terwijl voorts ok de spanning,
waarin hij verkeerde het hare tot het ver
hitten van zijn bloed nad Dij gedragen.
Maar hg had zijn doel dan toch bereikt.
Een van Lansky's metgezellen bevond zich
in zijn macht en van hem hoopte hij wel
dra te zullen vernemen, wat de Rus eigen
lijk in zijn schild voerde.
Het was maar goed, dat hg den overval
nog dezen nacht had gewaagd. Als hg lan
ger gewacht had, zou hij hun spoor, ten
gevolge van den hevigen sneeuwval, zeker
uit het oog hebben verloren en het zou
zeer de vraag zgn geweest, of hij dat in
di hem onbekende omgeving later zou
hebben kunnen terug vinden.
Terwijl dit alles door zijn hoofd ging,
wijdde Hal al zgn zorg aan het vuur. Éin
delijk had hij het zoo ver, dat de vlam
men een verkwikkende warmte verspreid
den, e'ke hij bij zijn nachtrust niet zou
kunnen ontberen. Er bestond geen gevaar,
dat het vuur !n Lansky's kamp zou wor
de: gezien, want de sneeuw viel nu zoo
dicht, dat het schijnsel der vlammen
slechts enkele meters in den omtrek te
onderscheiden was. Hal stopte zijn pijp
half vol met tabak. Tevreden en genietend
zoog hij den pittigen rook in zgn longen.
De geboeide man aan zijn voeten ver
roerde zich even. Onmiddellijk stond Hal
naast hem, het groote dolkmes in zijn
vuist geklemd.
„Ke he wat is er met me aan de
hand?" steunde de Rus, meer tot zichzelf.
Hal had hem van de jas over zgn hoofd
V riost, zoodat hg zijn tegenstander vol in
hi.t gezicht keek, toen deze zgn oogen op
sloeg. Met een ruk kwam hg overeind,
voor zoover zgn gebonden voeten dat al
thans toelieten. „Vervloekt.Wie ben
jij
Verbaasd en ontsteld tegelijk nam hij de
hem onbekende omgeving op. Daarna
wierp hij een blik op zijn geboeide voeten.
„\vat moet dat? Maak me los Di
rect, onmiddellijk
Hal bleef stom. Kalm en wat spottend
keek hij den Rus aan. Deze wist niet wat
b van de houding van den ander moest
denken. Hal's zwijgen ergerde hem in
hooge mate.
In alle gemoedsrust klopte Hal zgn pijp
leeg en stak hem daarna in zgn zak. Hier-
bv ontwaarde de gevangene het militaire
uniform van zijn belager.
„Groote Iwan Nog een Germans-
kiAls verdwaasd staarde hij den
man tegenover hem aan.
Eindelijk verbrak Hal het zwijgen „Hoe
heet je?"
„Mitja."
„Je behoort bij den troep, die daar by
die twee vuren kampeert, niet?."
„Ja
„Moet hoeveel fnan zyn jullie?"
„Mgzelf meegerekend met zgn nege
nen."
„Wie is jullie aanvoerder? Waar gaat
dc tocht heen? Wat voeren jullie in je
schildmet zooveel menschenhier
in deze omgeving?"
Mitja scheen intusschen wat van zijn
verbazing bekomen te zgn, want plotse-
Ling barstte hg op zijn gewone, ruwe ma
nier uit
„Wat gaat jou dat alles aan hé? Je
vraagt maar, of je de heilige Nicolaas in
eigen persoon bent. Zeker een surprise
voor ons in petto Ga maar naar Lans-
ky in het kamp. Misschien wil hy je wel
inlichten, al zou ik me er dan maar niet
te veel over verwonderen, wanneer je bij
dat licht de sterretjes voor je oogen zou
zien dansen
Koel en gedecideerd zei Hal
„Je zult me antwoorden, Mitja. Of
Joost je zult de gevolgen aan den lijve
ondervinden. Ik wil en moet weten, wie de
menschen zgn, die, evenals ik, door de Si
berische taiga trekkenen dat nog wel
toevallig ook in Noordelgke richting. Want
let wel, Mitja de weg, dien jij en oe
andere mannen volgen, leidt naar volko
men onbewoonde gebieden. Waarom trek
ken jullie dus naar het Noorden? Ver
te op, of..,,.."
{Wordt vervolgd.)