Migraine N"n AXKÊtitJE Vergadering van den kring Walcheren der Z.L.M. HOE SAM EN SLOKKIE OP REIS GINGEN MARINE EN LEGER ACHTER DE B0SSCHEN Gistermiddag hield de kring Walcheren van de Z.L.M. een algemeene vergadering onder voorzitterschap van mr. M. C. van der Minne. Deze bracht de algemeene ver gadering te Goes ter sprake, waarvan het resultaat onbevredigend was, omdat dr. Louwes niet van begin af de bijeenkomst heeft bijgewoond. Ir. Versteeg, waarnemend secretaris der Z.L.M., deelde mede, dat over de verschil lende besprekingen een rapport zal wor den samengesteld, dat daarna aan de re- geeringsinstanties zal worden toegezonden. Medegedeeld werd o.a., dat de landbouw- onderwgzers een circulaire kregen van de directie van den landbouw, waarin werd gezegd, dat voor cursusen voor volwasse nen minstens 15 leerlingen van 21 jaar en ouder moeten zijn aangemeld. Verder was er een en ander over de melkcursussen en over den hui9houdcursus te Kciudekerke, waarbrj werd opgemerkt dat men op Wal cheren nog te laksch is om zich voor zulk een cursus aan te melden. Nog deelde de secretaris, de heer M. Kleinepier, iets me de over den ploegwedstrijd en zei ten slot te, dat de lessen der Landbouwdagschool op 1 April zullen beginnen. De bodemproductiewet en de maat regelen voor de voedselvoorziening. Hierna verkreeg ir. Versteeg het woord voor een inleiding over „De Bodemproduc tie en de maatregelen voor de voedsel voorziening". Spr. wees er op, dat de belangstelling voor alles wait landbouw is, buitengewoon is toegenomen. De belangstelling van thans is echter alleen een gevcilg van den oor log. Zoolang de boer maar voldoende pro duceert voor ons dagelgksch brood, zoo lang de invoer van grondstoffen als tarwe en krachtvoer onbelemmerd kan plaats hebben, zoolang is de voedselvoorziening geen vraagstuk. Maar nu men voor het grootste deel is aangewezen op hetgeen de eigen landbouw voortbrengt, krggt men weer aandacht voor de belangrijke rol, die de boer op het gebied van de voedselvoor ziening vervult. Evenals in 1914 ziet de regeering zich geplaatst voor de moeilijke taak er voor te zorgen, dat in de eerste plaats uit den bcdem wordt gehaald, wat er uit te halen is en dat in de tweede plaats de producten, die door land- en tuinbouw worden voortgebracht, zoo doel matig mogelijk worden benut. Met de uit voering der te nemen maatregelen is het Rijksbureau voor de voedselvoorziening belast en voor elke provincie is een vced- selcommissaris benoemd. De verbouw van minder nuttige landbouwproducten moet worden beperkt. De mogelijkheid daartoe opent de Bodemproductiewet. Niet voor de voeding van mensch en dier bestemde ge wassen zullen slechts na verleende vergun ning geteeld mcgen worden, de karwij, die op het veld staat, mag men voor 1940 la ten staan. De haverbouw zal worden be perkt tot 1/5 der oppervlakte bouwland, waardoor meer gebieden beschikbaar ko men voor den verbouw van die gewassen, welke meer voordeel geven. Het zaaiplan 1940 wordt zooveel mogelijk in overeen stemming gebracht met die voor 1937 en 1938, behalve t.a.v. tarwe, rogge en aard appelen, waarvan de verbcuw behoort te worden uitgebreid. Ten aanzien van de teelt van warmoezerij gewassen, vroege aardappelen en tuinbouwgewassen zijn be perkende maatregelen getroffen. Bedrijven grooter dan 10 h.a. kunnen voor 1940 geen tuinbouwteeltvergunning krijgen. Vooral voor wat de vroege aardappelen betreft, zal deze beperking voor de bedrijven op Walcheren een ernstig nadeel beteekenen. Deze regelingen zijn echter nog niet defi nitief, doch in voorbereiding. Het is de be doeling de warmoezerg cultures over te he velen naar de bloembollenbedrijven, die thans door belangrijke exportmoeilijkheden zijn gedupeerd. Deze beperking van den groven tuinbouw op de gemengde bedrij ven brengt voor deze streken groote na- deelen mede. De Z.L.M. heeft er bij het K.N.L.C. op aangedrongen alles te doen om dit te voorkomen. Spr. vernam bij ge ruchten, dat men ook de uienteelt in de bekende uienstreken wil oeperken en ver plaatsen naar de zuivere tuinbouwstreken. Ook ten deze is de Z.L.M. evenals de an dere Zeeuwsche landbouworganisaties dili gent. Spr. kwam daarna tot de bespreking van enkele maatregelen, nl. inname van granen en peulvruchten kunstmestdistri- butie, zaaizadenregeling en veevoederdistri butie. Inzake het eerste zegt hij dat levering van granen, peulvruchten en fijne zaden aan de regeering verplicht is gesteld. Van land- bouwzijde is tegen de inlevering zelve geen bezwaar gemaakt. Des te grooter was daarom de teleurstelling coen de aanvan kelijk vastgestelde prijzen bekend werden. Op grooten aandrang heeft de regeering de richtprijzen herzien en hiermede is een belangrijke st-,p in de goede richting ge daan, hetgeen echter niet weg neemt, dat de prijzen van peulvruchten in het alge meen nog te laag zijn. Men kan alleen voldoende uit den grond halen, als er voldoende kunstmest beschik baar is en daar de ruwe fosfaten over zee moeten komen, heeft de regeering de dis tributie van kunstmest ter hand genomen, waardoor ieder krijgt wat hij voor zijn grond behoeft en speculatie in meststoffen wordt tegengegaan. Wat betreft de zaaizadenregeling zei spr. dat de producten, die als zaaizaad worden aangewend niet aan de regeering behoeven te worden geleverd. Ten slotte kwam spr. tot de veevoeder- distributie. Men was daarover begin Sep tember nog al pessimistisch gestemd, nu is de toestand nog wel niet rooskleurig, maar toch niet onrustbarend. In verband met de dreiging van geheele stopzetting van den invoer, is een distributieregeling van veevoer onvermijdelijk, wil men een billijke verdeeling van de grondstoffen krij gen. Naar verhouding bestaat momenteel het grootste tekort aan dierlijke eiwitvoe ders. Tengevolge van de distributierege ling blijven deze in hoofdzaak bestemd voor de kippen. Zonder distributie zou het er met den kippenstapel slecht voorstaan. Voor de varkens is er practisch weinig veranderd. Er mag 50 van de toe wij- ging aan varkensvoer uit eigen bedrijf worden betrokken in den vorm van haver, rogge of gerst. Een regeling is in voorbe reiding, waarbij zal worden toegestaan dat eigen geteelde veldboonen aan paarden mogen worden vervoederd in ruil van eigen geteelde haver. Spr. besloot met de opwekking, dat een ieder zooveel mogelijk medewerking zal verleenen aan de uitvoering der maatre gelen die de overheid heeft uitgevaardigd voor het verkrijgen van een zoo hoog mo gelijke productie in den vaderlandschen bo dem. Na deze'met groote aandacht gevolgde inleiding heeft de voorziter den heer Ver steeg dank gebracht, waarop een zeer langdurige bespreking naar aanleiding van de toespraak volgde. De vice-voorzitter, de heer C. Franse, deelde een en ander mede betreffende de regeling en de prijsbepaling, van het ten behoeve van de voeding der militaire paar den te vorderen hooi. De hoeveelheid voor he geheele land bedraagt 43.000 ton en voor Zeeland 1500 ton. Teneinde deze hoe veelheid te leveren hooi, zoo rechtvaardig mogelijk over de verschillende veehouders te verdeelen, is door de landbouworganisa ties een commissie van drie personen be noemd, met als deskundigen adviseur den Rijksveeteeltconsulent. Deze commissie heeft vastgesteld hoeveel in iedere ge meente kan worden gevorderd en de plaat selijke deskundigen maakten uit, hoeveel ieders aandeel in hun gemeente kan zijn. Men kon door aller vlugge .werken spoedig aan Defensie melden hoe op de minst be zwarende wijze het hooi kan worden ge vorderd. Op verzoek van den majoor met de hooivordering belast, wordt volgens art. 32 der inkwartieringswet het hooi door den burgemeester gevorderd en de plaats van levering aangewezen. De keuring en prijsbepaling heeft thans plaats op de plaats van levering door een militair en iemand daartoe door den burgemeester be noemd. Beroep op den Commissaris der Koningin is mogelijk, die dan in hoogste instantie over den prijs beslist. Spr. kan mededeelen, dat de Commissaris der I o- ningin den prijs voor het eerste soort ge leverde wit hooi op 53 en voor eerste soort lucernehooi op 60 per 1000 kg., waarvan dan 1 voor persverlies zal worden afgetrokken. Je heer Maljaars zette aan de hand van cijfers .uiteen dat de prijzen voor de ver schillende soorten van boonen en erwten zoo weinig verschillen, dat spr. moet afra den om 70 of 80 cent per 100 kg. voor lezen uit te geven, want dan krijgt men ten slotte toch minder voor zijn peulvruch ten. SCHEEPVAARTBERICHTEN De veiligheid van koopvaardijschepen. De door den minister van Waterstaat be noemde commissie, die zal onderzoeken of verdere middelen ter verhooging van de veiligheid van koopvaardijschepen en hun opvarenden onder de tegenwoordige bijzon dere omstandigheden kunnen worden toe gepast, heeft gisteren onder leiding van den inspecteur-generaal voor de scheep vaart haar eerste vergadering gehouden, gedurende welke de werkwgze van de com missie werd vastgesteld. Antwerpen zwaar getroffen door den oorlog. Een derde deel van de scheepvaart verdwenen in de oorlogsmaanden. Het Handelsblad van Antwerpen bevat een verslag van een persconferentie waar de heer Delwaide, wethouder van handel en scheepvaart van Antwerpen, een uiteenzet ting heeft gegeven over de positie van de haven in de huidige omstandigheden. Hij zeide, dat de gevolgen van den oorlog thans nog niet definitief kunnen worden bepaald. Gedurende de eerste drie oorlogsmaanden is d'e scheepvaartbeweging ten opzichte van de overeenkomstige periode van 1938 ach- teruitgeloopen tot 32.4 wat het aantal en tot 30.4 wat de scheepsruimte be treft. Wat de elf maanden van 1939 betreft is het aantal schepen met 14.6 en de inhoud met 15 in vergelijking met de overeen komstige petriode van 1938 verminderd. De onderlinge verhouding van de ver schillende vlaggen in de havenbeweging te Antwerpen onderging gevoelige wijzigin gen. De omstandigheden hebben de Duitsche handelsvloot uit de haven verwijderd. Welke belangrijke rol deze vloot, in nor male tijden, te Antwerpen vervult, moge blijken uit het feit, dat in 1938 op een totaal van 11.762 ingekomen schepen met een tonnemaat van 24.144,705, 2128 schel pen met 6,199,048 ton of resp. 18.1 en 25.3 de Duitsche vlag voerden. Ter vergelijking kan hier worden vastge steld, dat de tormenmaat onder Belgische vlag normaal geen 5 bereikt van de totale inkomende scheepsruimte. De ranglijst der ingekomen schepen was in 1938 als volgt 1. Duitschland met meer dan 25.3 2. Groot-Brittannië met meer dan 23.7 3. Frankrijk met 8.8 4. Noorwegen met 7.6 5. Nederland met 7.4 6. België met 4.8 7. Zweden met 3.7 8. De nemarken met 3.6 9. Vereenigd© Sta ten met 3.1 10. Griekenland met 2.1 11. Japan met eveneens 2.1 Voor de eerste drie maanden van den oorlog (September, October, November), is de opvolging als volgt 1. Groot-Brit- tannië met 334,566 Moorsom ton (274.344.12 net. reg. ton) of 17.8 2. Nederland met 17.3 3. Noorwegen met 11.9 4. België met 11.7 5. Griekenland met 7.3 6. Amerika met 6.3 7. Dene marken met 5.4 8. Zweden met 5.5 9. Frankrijk met 4.8 De sterkte van de Antwerpsche haven is, in normale omstandigheden de geregeld© scheepvaartdiensten. Tengevolge van de vermindering van den handel en het soms langdurige oponthoud bij de contróle door de oorlogvoerende staten is deze toestand grondig verstoord. Thans bereikt de ton- nenmaat in geregelden dienst nog 50 door G. TH. ROTMAN. Nadruk verboden fj Altijd zout uit eigen bodem Er is trouwens geen ander zout, dat beter is! Boekelo's Tafelzout (15 ct. per bus van 340 gr.) is steeds goed vloeiend En NEZO keukenzout wel: dat is ideaal en voordeelig in 't gebruik (13 ct per pak van 2 pond). 29. Iet was een kolossale reis, ook al liep Stapman nog zo hard. Ze hadden echter veel te zien onderweg, totdat ze te Karnak besloten, de nacht in de tempelruïnes al daar door te brengen. No^ steeds stonden, na zoveel duizend jaar, de zuilen stoer en krachtig overeind van zware rotsblokken waren ze gebouwd en het was een raadsel, hoe men, met de gebrekkige hulpmiddelen van die tyd, dat alles vervoerd en opeenge stapeld had 30. Maar plotseling werden ze in hun mijmeringen gestoord door de verschijning van een ouden neger, met eerbiedwekken de baard, de hand geklemd om een stok. Met de vrjje hand wenkte hij hen naderbij te komen van het totaal. Een aantal lijnen doen, niet tegenstaande de zeer groote verkeersmoei lijkheden, pogingen om geregelde diensten te onderhouden. Tot de zorgen van Antwerpen heeft ook de economische politiek der regeering in de eerste oorlogsmaanden bijgedragen. Met de op zichzelf volkomen begrijpe lijke bedoeling, in de eerste plaats, in de bevoorrading van eigen land te voorzien, trof de regeering regelingen waardoor de doorvoerhandel sterk gehinderd en in ze kere gevallen volkomen werd uitgescha keld. De onzekerheid waarin men verkeerde omtrent de voorraden van belangrijke wa ren, het gebrek aan vaste richtlijnen bij de beoordeeling der aanvragen tot uitvoer- en doorvoervergunningen, de menigvuldigheid der commissies en diensten, die zich uit te spreken hadden, dat alles heeft den handel in ruime mate gehinderd. Schadelijker zijn echter de maatregelen zelf die door de oorlogvoerenden, zoowel van de eene als van de andere zijde, worden toegepast. Daardoor wordt overigens niet alleen Antwerpen doch gansch België ge troffen. Wat de arbeidsmarkt betreft, bedroeg het aantal tewerkgestelden in de drie oor logsmaanden ruim genomen een derde van het normale aantal. De havengelden. Ten aanzien van de havengelden merkte de heer Delwaide op dat de ongewoon lage tarieven als concurrentiefactoren practisch alle belang verliezen. Zoowel in Nederlandsche als in Belgi sche havens is men tot het besluit geko men dat er aanleiding bestaat elk naar eigen omstandigheden en noodzaken tijde lijke schikkingen te treffen, wat de heffing van de havengelden betreft. Een vaste overeenkomst daartoe werd niet noodzake lijk geacht". Zooals men weet zullen de te treffen schikkingen geheel losstaan van de bespre king der gemengde NederlandschBelgi sche commissie en in geen geval bindend zgn voor de toekomst. Het dagelijksche bestuur van Antwerpen heeft ook principieel tot een tijdelijke her aanpassing van de havengelden besloten, die aan de goedkeuring van den gemeente raad moet worden onderworpen. Russische kruiser beschadigd. Volgens den correspondent van Ekstra Bladet te Helsinf ors wordt de Russische kruiser „KKirof", welke in de eerste da gen der vijandelijkheden door het vuur van Finsche forten beschadigd werd, thans ge repareerd. Deze bodem zou spoedig Tallin kunnen verlaten. De militairen en de distributie. Het is gebleken, dat nog niet algemeen bekend is, op welke wijze in distributie gebrachte goederen (voorloopig suiker en erwten) kunnen worden verkregen ten be hoeve van militairen, die in eigen voeding voorzien en militairen, die met voeding zgn ingekwartierd. Militairen, die in eigen voeding voorzien, kunnen gebruik maken van de rgksdistri- butiekaart en distributiestamkaart, aange zien zij deze kaarten niet by den comman dant van hun legeronderdeel behoeven in te leveren. Militairen, die niet in eigen voeding voorzien, behooren evenwel bovengenoem de distributiebescheiden in te leveren bij den commandant van hun legeronderdeel. Indien deze militairen zijn ingekwartierd, verstrekken de distributiekantoren aan de kwartiergevers op vertoon van het inkwar- tieringsbewijs losse bonnen, waarop de in distributie gebrachte goederen kunnen worden verkregen. Degenen, die maaltijden verstrekken aan militairen, zonder daarbij tevens huisves ting te verleenen, kunnen voor de verkrij ging van in distributie gebrachte goede ren een doccr den betrokken commandant geteekend vorderingsbewijs overleggen, waarop de distributiekantoren bovenge noemde losse bonnen verstrekken. Voorts wordt gewezen op de navolgende regeling ten aanzien van militairen, die in eigen voeding zijn gaan voorzien, nadat zij hun rijksdistributiekaart en distributie stamkaart reeds bij den commandant van hun legeronderdeel hebben ingeleverd. Aan deze militairen worden gencemde kaarten wederom verstrekt door het distributie kantoor van de gemeente, waar zij in het bevolkingsregister zijn ingeschreven. Hier- bij behoort te worden overgelegd een door den bedoelden commandant onderteekende verklaring, waaruit blijkt, dat de betrok ken militair inderdaad in eigen voeding is gaan voorzien, nadat hij de kaarten had ingeleverd. Brandje op de „Jacob van Heemskerk". In den vooravond rukte gisteren de Am- sterdamsche brandweer uit naar een scheepswerf aan den Cornelis Douwesweg. Er was gemeld, dat er brand uitgebroken zou zijn op den in aanbouw zijnden flot- tieljeleider van de marine, de „Jacob Van Heemskerk". Het bleek evenwel, dat een houten be kisting door wegspattende vonken in brand was geraakt. Toen de brandweer arriveerde, had personeel van de werf den brand reeds gebluscht. De heer Van Hoeven ontheven als lid van den Centralen Raad van Advies van O. en O. Naar wij vernemen heeft de opperbevel hebber van land- en zeemacht den heer G. W. F. van Hoeven ontheven van zijn lid maatschap van den Centralen Raad van Advies voor ontwikkeling en ontspanning voor gemobiliseerde militairen. Zooals bekend werd genoemde heer dezer dagen gearresteerd als verdacht van spion- nage. L1CH1 OP VOOR AUTO S, FIETSEN EN VOERTUIGEN Vrijdag Zaterdag December 15 16 4.15 4.15 FEUILLETON Een roman uit Siberië door FR. ENSKAT (Nadruk verboden) 9 Met een ruk trok Hal hem zijn pels over het hoofdde mouwen bond hij in een knoop. In de tent bleef alles rustig de overval was dus onopgemerkt gebleven. Slechts het knetteren van het vuur, dat de schildwacht kort tevoren van nieuwe brandstof had voorzien, was hoorbaar. Overigens lag de kampplaats als uitge storven. Met inspanning van alle krachten ge lukte het Hal zijn gevangene over zijn schouder te leggen en wel zoodanig, dat diens hoofd naar voren, dus op de borst van den drager kwam te hangen. Zoosnel dit in de gegeven omstandigheden moge- ïyk was, verwijderde hij zich met zgn kost baren last en vrijwel buiten adem bereikte hg tenslotte de plek, waar hg agn pels had achter gelaten. Hier legde hy den ge vangene op den grond. Zijn eigen jas ge bruikte hij om er de beenen van den man mee samen te binden, zoodat deze thans in den letterlijken zin van het woord aan handen en voeten was gebonden. Na een paar minuten gerust te hebben, legde Hal den nog steeds bewusteloozen man opnieuw over zijn schouder om daar na zyn moeizamen tocht te vervolgen naar de plaats, waar hij zijn bagage had neer geworpen. Het weer was er intusschen niet beter op geworden. De sneeuwvlokken werden grooter en hevige windvlagen gaven er van tg'd tot tijd het karakter aan van een sneeuwstorm. Het kostte Hal de grootste moeite vooruit te komen, temeer, omdat de sneeuw op zijn oogen olakte en de nog toenemende duisternis het zicht toch reeds tot een minimum beperkte. Tenslotte ech ter werd zijn volharding beloond. Onder een dunne laag sneeuw vemd hij zijn ach ter gelaten bagage. Hal liet het hoopje mensch van zijn schouder voorzichtig op den grond gigden. Nogmaals overtuigde hg zich, dat de ge vangene nog steeds buiten bewustzijn was. Daarna trok hg een breed dolkmes uit de scheede en stak dit binnen zijn bereik in den ~.ap van zijn laars. Zgn bagage sleepte hy naar een, door struikgewas gedee elijk overdekten kuil, welke althans eenige be schutting bood tegen den nog steeds in hevigheid toenemenden wind. Door middel van zijn tentzeilen had hij weldra een be hoorlijke kampgelegenheid in orde ge maakt en nadat hij daarmee gereed was, liet hij ock zijn gevangene in de geneug ten van dit onderdak deelen. Het aanmaken van een vuur leverde nogal wat moeilijkheden op. Het dorre I hout was nait van de sneeuw en het kostte hem dan ook heel wat lucifers voor ten slotte een zeer bescheiden vlammetje langs het hout lekte. Nu was voorloopig alles in orde. Hal wischte zich het zweet van zijn voorhoofd. Hij had het behoorlijk warm en dat was waarlijk geen wonder, want de laatste uren hadden heel wat van zijn krachten gevergd, terwijl voorts ok de spanning, waarin hij verkeerde het hare tot het ver hitten van zijn bloed nad Dij gedragen. Maar hg had zijn doel dan toch bereikt. Een van Lansky's metgezellen bevond zich in zijn macht en van hem hoopte hij wel dra te zullen vernemen, wat de Rus eigen lijk in zijn schild voerde. Het was maar goed, dat hg den overval nog dezen nacht had gewaagd. Als hg lan ger gewacht had, zou hij hun spoor, ten gevolge van den hevigen sneeuwval, zeker uit het oog hebben verloren en het zou zeer de vraag zgn geweest, of hij dat in di hem onbekende omgeving later zou hebben kunnen terug vinden. Terwijl dit alles door zijn hoofd ging, wijdde Hal al zgn zorg aan het vuur. Éin delijk had hij het zoo ver, dat de vlam men een verkwikkende warmte verspreid den, e'ke hij bij zijn nachtrust niet zou kunnen ontberen. Er bestond geen gevaar, dat het vuur !n Lansky's kamp zou wor de: gezien, want de sneeuw viel nu zoo dicht, dat het schijnsel der vlammen slechts enkele meters in den omtrek te onderscheiden was. Hal stopte zijn pijp half vol met tabak. Tevreden en genietend zoog hij den pittigen rook in zgn longen. De geboeide man aan zijn voeten ver roerde zich even. Onmiddellijk stond Hal naast hem, het groote dolkmes in zijn vuist geklemd. „Ke he wat is er met me aan de hand?" steunde de Rus, meer tot zichzelf. Hal had hem van de jas over zgn hoofd V riost, zoodat hg zijn tegenstander vol in hi.t gezicht keek, toen deze zgn oogen op sloeg. Met een ruk kwam hg overeind, voor zoover zgn gebonden voeten dat al thans toelieten. „Vervloekt.Wie ben jij Verbaasd en ontsteld tegelijk nam hij de hem onbekende omgeving op. Daarna wierp hij een blik op zijn geboeide voeten. „\vat moet dat? Maak me los Di rect, onmiddellijk Hal bleef stom. Kalm en wat spottend keek hij den Rus aan. Deze wist niet wat b van de houding van den ander moest denken. Hal's zwijgen ergerde hem in hooge mate. In alle gemoedsrust klopte Hal zgn pijp leeg en stak hem daarna in zgn zak. Hier- bv ontwaarde de gevangene het militaire uniform van zijn belager. „Groote Iwan Nog een Germans- kiAls verdwaasd staarde hij den man tegenover hem aan. Eindelijk verbrak Hal het zwijgen „Hoe heet je?" „Mitja." „Je behoort bij den troep, die daar by die twee vuren kampeert, niet?." „Ja „Moet hoeveel fnan zyn jullie?" „Mgzelf meegerekend met zgn nege nen." „Wie is jullie aanvoerder? Waar gaat dc tocht heen? Wat voeren jullie in je schildmet zooveel menschenhier in deze omgeving?" Mitja scheen intusschen wat van zijn verbazing bekomen te zgn, want plotse- Ling barstte hg op zijn gewone, ruwe ma nier uit „Wat gaat jou dat alles aan hé? Je vraagt maar, of je de heilige Nicolaas in eigen persoon bent. Zeker een surprise voor ons in petto Ga maar naar Lans- ky in het kamp. Misschien wil hy je wel inlichten, al zou ik me er dan maar niet te veel over verwonderen, wanneer je bij dat licht de sterretjes voor je oogen zou zien dansen Koel en gedecideerd zei Hal „Je zult me antwoorden, Mitja. Of Joost je zult de gevolgen aan den lijve ondervinden. Ik wil en moet weten, wie de menschen zgn, die, evenals ik, door de Si berische taiga trekkenen dat nog wel toevallig ook in Noordelgke richting. Want let wel, Mitja de weg, dien jij en oe andere mannen volgen, leidt naar volko men onbewoonde gebieden. Waarom trek ken jullie dus naar het Noorden? Ver te op, of..,,.." {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 6