)0NK iter Ml UES Ruwe, Roode Handen PUROL IES ernis TWEEDE BLAD Vlissingsche Courant Achter de schermen der „hooge" politiek. BINNENLAND Belgisch-Nederlandsch vredesinitiatief in het Engelsche Hoogerhuis besproken. OOK OROOTE MATEN R 1939 1217 1342 3436 4178 6558 6740 8074 8312 0335 10725 2638 12735 4826 15296 7022 17032 8202 18208 0981 December j\NGEL. Scotland Yard 3or een helsche tOLAN. |MAN RIVER, van swing. ir matinee. actie M. Verduijn, geb. D E N j„ wed. van J. F. O U W D P. van Rotten, 22 j. (M.C.X D E N van C. Goud. (D.Z.) Van Vrijag 8 tot 14 December „Es Ballnacht" en „De blitterhouse". Coöperatie-revue past...", Concertge- Q uur. Van Vrijdag 15 tot i 21 December „De Lington-square" en moordkamer". Vrijdag 15 tot en ecember „Bulldogg i-ika" en „St. Louis ig ?6 December. Looneel. Klucht „De iment", Concertge- 3e avond A.G-O. poncertgebouw, 8.15 dagblad vo°7 Zeeland, waarm opgenomen de Breskensche Courant Donderdag 14 December'39 No. 295 DE GEVOLGEN VAN DEN RUSSISCHEN AANVAL OP FINLAND. De aanval van Rusland op Polen (in over eenstemming ongetwijfeld met het Duitsch- Russische verdrag) heeft Engeland en Frankrijk in een onaangename en min of meer gevaarlijke positie gebracht. Zij be weerden te strijden tegen agressie en voor de onafhankelijkheid der kleine staten. Het zou dus consequent geweest zijn wanneer ze na de Russische agressie ook aan Rus land evenals aan Duitschland den oorlog hadden verklaard. Maar zij ontveinsden zich niet, dat dit de taak, die. ze op zich hadden genomen ontzaggelijk verzwaard zou hebben en een oorlog tegen een verbon den Duitschland en Rusland, zoo hij al niet boven hun krachten ging, toch wellicht niet gemakkelijk en tenminste niet spoedig tot een goed einde zou zijn te brengen. Ze knepen dus als het ware voor de Russische zonde de oogen dicht, zonder twijfel in de overtuiging, dat, zoo het hun gelukte Duitschland te verslaan en de teruggave van het door Duitschland veroverde deel van Polen te verkrijgen, ze dan daarna er wel in zouden slagen ook Rusland zijn bezit v/eer afhandig te maken. De daarop vol gende inmenging in de zaken der Oostzee landen maakte deze houding reeds moei lijker. Maar ze werd bijna onhoudbaar, toen Rusland daarna het weerstrevende Finland met zyn troepen binnenviel. Toch bleven de Westersche mogendheden bij deze houding volharden, opmerkend en dit met recht dat zij wel de onschendbaarheid van Polen hadden gegarandeerd, maar niet die van Finland, welk land zelfs een aanbod van garantie had afgeslagen. Het beroep, dat Finland thans op den Volkenbond heeft gedaan, plaatst nu op nieuw de Westersche mogendheden voor de vraagd, of ze bij deze houding kunnen vol harden en zich houden als zagen ze de Russische agressie niet, zelfs niet nu de aangevallene overeenkomstig zijn recht de hulp van den Volkenbond inroept. Het staat thans reeds vast, dat Rusland niet te Genève zal verschijnen en dat het den Vol kenbond het recht van bemoeienis met deze aangelegenheid ontzegt. Het heeft uit communisten, die jaren geleden uit Finland naar Rusland gevlucht waren, een zooge naamde volksregeering gevormd, met welke het een vriendschapsverdrag heeft gesloten en beroept er zich nu op, dat het niet met Finland in oorlog is, maar enkel op ver zoek van de Finsche regeering helpt bij het bestrijden van opstandelingen. Het is natuurlijk ondenkbaar, dat de Vol kenbond op dit beroep zal ingaan. Op deze wijze zou de verovering van een land al heel gemakkelijk zijn, doordat men het verzet kalmpjes weg voor opstand ver klaarde. De Volkenbond zal dus deze zaak moeten behandelen als den aanval van een lid op een ander lid. Tegen dit aanvallen de lid kan het verschillende maatregelen toepassen. Aan een dier maatregelen het toepassen van sancties, heeft de Bond geen prettige herinneringen en hij zal daartoe ook wel niet besluiten. Door de Zuid-Ame- kaansche staten wordt sterk aangedrongen op het uitstooten van Rusland uit den Bond en deze maatregel is door Argentinië voorgesteld, dat dreigt den Bond te ver laten, wanneer hij niet wordt toegepast. Het is de vraag of Rusland zich van een dergelijken strafmaatregel veel zal aantrek ken. Maar bovendien is Finland, dat uitdruk kelijk verklaard heeft van den Bond nu geen sympathiebetuigingen maar daden te verwachten, met zoo'n maatregel niet erg gebaat. Welke maatregel echter tenslotte zal worden toegepast, steeds moet daaraan een veroordeelend vonnis over Rusland voorafgaan, terwijl de uitstooting uit den Bond door den Bondsraad met algemeene stemmen moet geschieden. Engeland en Frankrijk zullen dus nu in elk geval kleur moeten bekennen en zullen hun houding, met de bedoeling Rusland te ontzien, niet kunnen blijven handhaven. Aanvankelijk scheen Engeland tot zulk een herziening van zijn houding niet bereid. Maar het schijnt, mede op aandringen van Frankrijk, teruggekomen. Dat wil zeggen, dat het Rusland helpt veroordeelen met de kans Rusland geheel in de armen van Duitschland te dryven en het mede in den oorlog te betrekken. Men doet echter verkeerd die kans al te hoog aan te slaan. Rusland is bezig zijn eigen belangen te behartigen. En het kan niet in zijn belang zijn, zich de ongewisse kansen van een oor log op den hals te halen met het vooruit zicht in het gunstigste geval mee te werken tot een enorme versterking van Duitschland en aldus gevaar te loopen de overheerschen- üe positie, die het zich dank zij het Duitsch- Russisch verdrag en den oorlog van Duitschland tegen het Westen veroverd heeft, aan een sterker Duitschland te ver liezen of by een overwinning der Wester sche mogendheden in den ondergang van Duitschland te worden meegesleept. Enge land en Frankrijk zullen dit ongetwijfeld ook overwogen hebben en daardoor het risico gemakkelijker op zich kunnen nemen. *h korten tyd weer gaaf, 2acht en blank door JU STITEEBE GROOTING IN DE TWEEDE KAMER AANGENOMEN. Nadat Dinsdagavond en gisternacht vele sprekers het woord hadden gevoerd bij de algemeene beschouwingen over de justitie- begrooting voor 1940, heeft de Tweede Ka mer deze begrooting gistermiddag zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Minister Gerbrandy wees er in zijn rede op, dat op zijn departement niet verder kan worden bezuinigd. Wat de zaak-Oss betreft was de minister van oordeel, dat er beter niet meer over gesproken kan wor den in dezen tijd mag hij zich met die oude zaak niet meer bezig houden. Op het gebied van het echtscheidingsrecht achtte de minister wettelijke regeling geboden, daar de huidige practijk buiten de wet om is gegroeid. De minister was van oordeel, dat algeheele herziening van de pachtwet niet gewenscht is. Wat de Zondagswet betreft, zei de minis ter, dat groot verschil in toepassiiig tus- schen het noorden en het zuiden des lands hem niet bekend is. Deze wet leeft nog steeds en dient soepel te worden toegepast. Ter handhaving van de openbare orde zal minister Gerbrandy de voorkeur te geven aan de bestaande bepalingenvoor de juiste toepassing daarvan zal een speciaal parket worden belast met bet verzamelen van gegevens e.d. De z.g. ontwsrpen-Gose- ling waren, aldus de minister, bedoeld te gen abnormale dingen in normale tijden zij passen dus niet op de huidige omstan digheden. Dit bsteekent echter nog niet, dat de minister onder geen omstandigheden bereid is de ontwerpen te handhaven. Nog vele sprekers voerden het woord bij onderscheidens af deelingen van dit be grotingshoofdstuk. In zijn antwoorden zei minister Gerbrandy o.m., dat nauwlettend wordt toegezien, dat geen extremistische elementen in de rechterlyke macht binnen treden. De vereeniging van het lidmaat schap van den Hoogen Raad met een com missariaat eener naamlooze vennootschap moet worden overgelaten aan het verant woordelijkheidsgevoel van den betrokkene. Bij die afdeeling politie bespraken me vrouw Bakker-Nort (v.d.), mevrouw Mackey-Katz (c.h.) en de heeren Sweens (rit.), Kortenihorst (r.lt.), Wendelaar (lib.) en van Dijk (a.r.) de reorganisatie van de rijkspolitie. De heer Sweens was van oor deel, dat de rijkspolitie te weinig personeel telt. Mvrouw Mackay-Katz en de heer van Dy ken bepleitten o.m. een wettelijke rege ling der reorganisatie, in tegenstelling tot den heer Kortenhorst. Minister Gerbrandy verklaarde o.m., dat men achter deze zaak meer zocht dan er achter zit. Er wordt in het geheel niets veranderd. De tegenwoordige structuur wordt behouden. Zonder hoofdelijke stemming werd de be grooting van justitie aangenomen. Vanmid dag heeft de Kamer een aanvang gemaakt met die begrooting van Waterstaat. LEENING-ONTWERP IN DE EERSTE KAMER GOEDGEKEURD. In een korte vergadering heeft de Eerste Kamer gistermiddag het wetsontwerp tot het aangaan van een of meer leeningen ten laste van het ryk, zoomede de nog op de agenda van Dinsdag overgebleven serie kleine wetsontwerpen afgedaan. Hierna deed minister de Geer eenige mededeeling met betrekking tot de nieuwe leening. Alleen de heer von Bönninghausen (n.s. b.) heeft bij dit leening-ontwerp eenige opmerkingen gemaakt. Zij kwamen hiercp neer, dat onze staatsschuld tot een zijns inziens schrikbarende hoogte is gestegen en dat men wel zal moeten wachten op de komst van een nationaal-socialistische re geering om den schuldenlast van dezen staat op te heffen. Overigens gaf de heer von Bönninghau sen een tijdelijk verbod van particuliere kapitaalemisies, vooral van deelneming aan buitenlandsche leeningen, in overwe ging. Minister de Geer zei hierop niet in te gaan en geen enkele aanleiding aanwezig te zien, welke twijfel aan onze crediet- waardigheid zou kunnen wekken. Het wetsontwerp verkreeg zonder hoof delijke stemming de goedkeuring der Ka mer. Bij het wetsontwerp inzake de onderne- merscvereenkomsten heeft minister Steen- berghe in antwoord op een rede van den heer Blomjous van Dinsdagavond ver klaard, dat er geen reden voor diens vrees bestaat, dat de minister de hierbij betrok ken ondernemersbelangen niet meer zou kunnen overzien. Tenslote heeft deze minister bij het wets ontwerp inzake voortzetting van de con- tingenteering van metaaldraadgloeilampen op een desbetreffende vraag van den heer von Bönninghausen geantwoord, dat hij geen aanleiding vindt om hieraan voor waarden tot prijsverlaging of tot het in dienst stellen van meer personeel te ver binden. Kerstgaven aan werkloozen. De minister van Sociale Zaken heeft den gemeentebesturen medegedeeld, dat hij heeft besloten, goed te keuren, dat ook dit jaar aan ondersteunde werkloozen boven hun gewone stsunuitkeering een Kerstgave wordt toegekend. Deze Kerstgave mag we derom bedragen 25 van het bedrag, het welk de betrokkenen over de week van 10 tot en met 16 December a.s. aan uitkeering ontvangen. Niet mag worden toegekend 25 van het theoretische steunbedrag, berekend vol gens artikel 6 of 18 der steunregeling, doch 25 van de werkelyke uitkeering (waarin begrepen eventueel© brandstoffenbijslag), die de ondersteunden over vorengenoemde week ontvangen. Deze Kerstgave van 25 kan eveneens worden toegekend over den extra-bijslag, die aan inwonende kinderen wordt uitge keerd. Aan de werkloozen, die in de betreffende week bfl de werkverschaffing zyn ge plaatst, kan over die week geen Kerst gave worden toegekend. Ten aanzien van deze personen zal de minister den gemeen tebesturen nog nader doen berichten. Aan degenen, die uitkeering uit hun werkloozenkas genieten, kan de Kerstgave worden uitgekeerd, indien en voor zooverre zij aan kasuitkëering plus. eventueelen kas- bijslag minder ontvangen dan aan steun plusKerstgave zou worden toegekend, in dien zij geen kasuitkeering ontvingen. Met het volgende voorbeeld verduidelijkt de minister de wijze, waarop deze bijslag voor laatstbedoelde personen over de onderha vige week moet worden berekend. I. Steunbedrag volgens de steunregeling 12 Kerstgave 25 3, totaal 15 uitkeering uit de werkloozenkas 11bij slag op de kasuitkeering (met inbegrip van Kerstgave) 4. IL Steunbedrag volgens de steunregeling 10 Kerstgave 25 %f 2.50, totaal 12.50 uitkeering uit de werkloozenkas 11, Kerstgave 1.50. In de kosten der verstrekking van de Kerstgave aan werkloozen, die in de steun regeling zijn opgenomen, zal uit het werk- loosheidssubsidiefonds dezelfde bijdrage worden toegekend als in de overige kosten van werkloozenzorg. De Mlddenstandsraad jubileert. Herdenkingsplechtigheid in Den Haag. In een buitengewone vergadering is van middag te Den Haag herdacht het 20-jarig bestaan van den middenstandsraaö, als mede het 20-jarig presidium van zijn voor zitter, mr. A. I. M. J. Baron van Wijn bergen. De herdenkingsrede werd uitgesproken door den minister van economische zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, die uiteenzette, dat de stryd om het bestaan, niet van van daag of gisteren dagteekent. De jonge ge neratie, die op haar beurt de fakkel van de oudere overneemt, moge telkens weer meenen voor gloednieuwe vraagstukken te staan, in het licht der historie zal deze meening veelal geen steek blijven houden. Hier en nu, in onzen modernen tijd, zocht, als voorheen, het middenstandsleven naar een bekroning van zijn organisatie vorm. Wat de nu al weer 20 jaar geleden daarvoor gevonden oplossing betreft, mo gen wij dankbaar zijn. Ik kan met voldoe ning vaststellen zoo zeide spreker dat de middenstandsraad, organisch opge bloeid uit de natuurlijke vormen van het organisatieleven, als hij is, in de praktijk zijn recht van bestaan heeft bewezen. Na eenige waardeerende woorden gericht te hebben tot den voorzitter en den secre taris die 20 jaar in deze functies werkzaam zijn, herinnerde sprekecr in het vervolg van zijn rede aan enkele belangrijke feiten uit d'e geschiedenis van den raad. Na de rede van den minister sprak de voorzitter van den hoogen raad van den middenstand in België, de heer Van den Ackers uit Gent. Middenstandsbonden huldigen baron van Wijnbergen. Vervolgens werd het woord gevoerd door den heer W. G. Scheeres, voorzitter van den Christelijken Middenstandsbond, die sprak namens de drie Nederlandsche Mid denstandsbonden en namens de leden van den Middenstandsraad. Met tal van voor beelden schetste deze spreker breedvoerig het werk en de beteekenis van den raad. Voorts bood spr. namens de drie lan delijke middenstandsbonden aan den voor zitter, baron van Wijnbergen een gouden gedenkpenning als blijk van hulde van den georganiseerden Nederlandse-hen Midden stand aan den voorzitter van 'den midden standsraad. Voorts overhandigde spr. een plaquette, waarnaar de gouden legpenning vervaar digd is, mefc het verzoek die esn waardige plaats te willen geven in het gebouw van het economisch instituut vo-r den midden stand. Hierna sprak de voorzitter van den ju bileerenden raad, mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergeni die eveneens op het werk van den Middenstandsraad wees. Namens de stichting „Economisch insti tuut voor den middenstand" sprak ten slotte dr. W. L. Groeneveld Meijer. UITLATINGEN OP EEN „WERKERS BIJEENKOMST" DER N.S.B. Op vragen van het Tweede Kamerlid Van der Goes van Naters in verband met uitlatingen op de „werkbijeenkomst" der nationaal socialistische beweging op 10 November 1939 te 's-Gravenhage gehouden, heeft de minister van Justitie geantwoord, dat op de bedoelde bijeenkomst der N.S.B. inderdaad uitlatingen zijn gedaan, welke over het algemeen geacht kunnen worden overeen te komen met het in de vraag ge stelde. Het onderzoek naar de vraag, of eenige uitlating tot een strafrechtelijk op treden kan leiden, is nog niet beëindigd. Na afloop van dit onderzoek zal de mi nister overwegen, of er voor nadere maat regelen zijnerzijds aanleiding bestaat. INVAL VAN JUSTITIE TE AMSTERDAM. Ter opsporing van schrijver van anonieme brieven. De justitie Us Amsterdam heeft vanmor gen in een woning in de omgeving van de Spuistraat een inval gedaan. Er waren na melijk van vele rijden klachten binnenge komen van personen, die anonieme brie ven bcleedigenden en lasterlijken inhoud hadden ontvangen. Reeds zeer lang ver denkt de justitie den man, bij wien van morgen de inval is gedaan. Te ruim half tien begaf de justitie zich naar de woning, waar een zeer groot aan tal papieren in beslag werd genomen, dit ter vergelijking: van het schrift met dat van de anonieme brieven. De in beslag genomen paperassen rijn vervoerd naar het hoofdbureau van politie, waar een schriftdeskundige een uitgebreid onderzoek zal instellen. Arrestaties rijn in deze zaak niet ver richt. De brieven hadden deels betrekking op een Kerkelijke kwestie. KERK- EN SCHOOLNIEUWS Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Nieuw Helvoet (toez.) ds. L. A. F. Reddingius, predikant te Zierikzee. Aangenomen het beroep naar Nisse cand. P. J. F. van. Voorst Vader, hulppredi ker te Terneuzen* Z. K. H. Prins Bernhard inspecteerde eenige legeronderdeelen in de provincie Fries land. Tydens de inspectie links schout bij nacht H. Jolles. Hallfax bespreekt Engeland's houding ten opzichte van den vrede. Het Engelsche Hoogerhuis heeft gisteren debatten gewijd aan het BelgischNeder- landsche vredesinitiatief. De debatten be gonnen met de vraag van Earl Darnley, of de regeering thans wilde verklaren bereid te zijn gebruik te maken van dit aanbod, ten einde een op vrije onderhandelingen ge- baseerden vrede te verzekeren. Spr. zei de meening te zijn toegedaan, dat Engeland in het verleden niet altijd de kansen om Duitschland te verzoenen had uitgebuit en dat de christelijke leer van kwaad met goed vergelden in het huidige geval behoort te worden toegepast. Na een uiteenzetting te hebben gegeven van Hitler's standpunt zei Darnley, dat er maar een weg scheen te zijn uit de moei lijkheid, nl. Nederland en België, of een ander neutraal land te verklaren, dat En geland bereid is, onder hun beschutting vrije, niet gecompromitteerde onderhande lingen te openen in het geloof, dat het constructieve verlangen aan beide kanten een kans zou kunnen hebben om tot ont wikkeling te komen en te groeien. Spr. was van meening, dat Engeland zijn plicht zou vervullen jegens de kleine neutralen, die in gevaar verkeeren te worden meegesleept in den maalstroom, wanneer het er in slaagde hen te bevrijden van den ramp spoed, dien zij niet hebben gezocht. Lord Arnold, onafhankelijk oppositioneel, die vorig jaar uit de Labour-party getreden i9, gaf eveneens als zijn meening te ken nen, dat het vooruitzicht op het verzeke ren van een spoedigen vrede na vrye onder handelingen de beste kans zou hebben wanneer de voorwaarden niet van te voren werden vastgelegd. Antwoord van Lord Halifax. De minister van buitenlandsche zaken, Lord Halifax, zei ter beantwoording van de verschillende sprekers, die over dit onder werp vervolgens nog het woord voerden, o.m. Ik ben van meening, dat dit een ongelukkig debat is geweest. Ik kan mij voorstellen, dat geen ongelukkiger indruk gewekt kan worden dan dat dit land niet wezenlijk eensgezind zou zijn en dat er daarvoor bewijzen te vinden zijn in de re devoeringen van degenen, die verantwoor delijke posities bekleeden. Op ons is de blaam geworpen, dat wij niet voldoende gestreefd hebben naar een verzoening tot Duitschland. Ik ben mij er niet van bewust, dat Duitschland zich uit geput heeft om ons te verzoenen. Ik wei ger volstrekt dit land in de beklaagden bank te zien plaatsen in verband met de internationale zaken en te zien, hoe Enge land op eenigerlei wijze, vergeleken met Duitschland, een blaam zou treffen voor de tragedie, waarin de wereld gedompeld is. Wij zijn steeds bereid geweest om te onderhandelen. In feite hebben wij bij meer dan een gelegenheid er den nadruk op ge legd, dat, mits essentieele voorwaarden van internationale orde in Europa verkregen konden worden, wij bereid zouden zijn om Duitschland volledige samenwerking met ons zelve te verleenen in het streven om die orde op te bouwen, verre van een wensch te voeden om Duitschland te verpletteren en een groote natie te berooven van haar gerechtigde plaats. Natuurlijk zijn wij ons bewust van de moeilijkheden van het slui ten van vrede na een langen bitteren oor log, maar ik ben er niet van overtuigd, dat die moeilijkheden grooter zijn, dan die wel ke Europa te wachten zullen staan, wan neer het tracht een opgelapten vrede te sluiten, die in Duitschland verkeerd uitge legd zou kunnen worden als het besluit van een oorlog, die niet geheel zonder succes is geweest en niet al te kostbaar was en daarom naar Duitsche gedachte niet al te ontmoedigend voor de toekomst. Ik ben er volkomen zeker van dat Hitler zeer verlan gend is naar vrede op zijn eigen voor waarden. Ik ben er niet zoo zeker van dat hij verlangt naar een vrede op voorwaar den, die een vrede voor Europa zouden vormen. Voortgaande verwees Halifax naar de twee voorwaarden, die hy de vorige week noodzakelijk had genoemd voor het succes van een conferentie. Halifax herinnerde er aan, dat de vredesoproep van de Koningin, der Nederlanden en den Koning der Belgen gericht was tot de drie regeeringen in En geland, Frankrijk en Duitschland. „Ik denk niet, dat men eerlijk zal kun nen zeggen, dat ons antwoord en dat van de Fransche regeering de deur sloten voor de mogelijkheid van verdere onderhande lingen. Ik verneem, aldus de minister, dat het officieele Nederlandsche persbureau bekend gemaakt heeft op 15 November dat de gezanten van Nederland en België in de Wilhelmstrasse zijn ontvangen, waar Von Ribbentrop hen uit naam van den rijkskanselier er van in kennis stelde, dat na de abrupte verwerping door de Engel sche en Fransche regeeringen van hun diensten, ook de Duitsche regeering het onderwerp als afgedaan beschouwde. Met het oog op die verklaring beken ik het moeilijk te achten, om hetzelfde belang als Lord Darnley er aan te hechten, wanneer hij zegt, dat het aanbod nog open staat. Dagen van Actie. „Hervormd Amsterdam" geeft in zijn jongste, nummer het volgende overzicht van de actie voor moreele en geestelijke herbewapening in de eerste Decemberda gen „De beweging voor moreele en geeste lijke herbewapening heeft appèl gehouden. Drie dagen lang hebben mannen en vrou wen uit allerlei kring en stand getuigd van de verandering, welke in hun leven was gekomen, toen rij besloten waren voortaan daadwerkelijk naar God te luiste ren en Hem te vragen, welk plan Hy met hun leven had. In Nederland werd de cen trale samenkomst gehouden in de groote Apollchal te Amsterdam. Het was echter geenszins een hoofdstedelijke by eenkomst alleen getuigen waren gekomen van noord en zuid, oost en west. De verzekerings agent uit Sneek sprak, voordat de boer uit Zeeuwsch-Vlaanderen aan het woord kwam. De burgemeester van Waardenburg ver telde, hoe hij in zijn gemeente de uitwer king van de herbewapening had getoond en de slagers-grossiers uit Rotterdam koutten over zijn actie op het abattoir. De gezanten-vrouw zeide op haar wijze het zelfde als de leider van de moderne vak beweging. Scherp en klaar-omlijnd, positief ook in zijn belijdenis sprak de Haagsche rechter mr. Van Wageningen. De mensch en in de menschen tezamen de wereld voelt zich bedreigd door egoïsme, we reldsgezindheid en hoogmoed. Die bedrei gingen zyn alleen te keeren, als de mensch het woord van Paulus gehoorzaamt over het aandoen van de wapenrusting Gods. Wie dit doet, kiest het smalle pad, zoekt den weg, dien de mensch alleen niet gaan kan. Het is voor een mensch moeilyk, ja ondoenlijk eiken dag zyn plicht tegenover God en medemenschen te doen. Daarom moet de mensch eiken dag weer zeggen Zoo waarlijk helpe my God Almachtig. Bijna geheel was op dezen avond ver dwenen het vroeger wel gehoorde en sems zoo hinderlijke getuigen Nu ik naar God luister, gaat mijn zaak beter, stijgt mijn maatschappelijke welstand. Alleen de sla gers hadden deze neiging des vleesches nog niet kunnen overwinnen. Hebben de honderden, die naar de Apol- lohal gekomer waren, verstaan, wat de herbewapenaars willen brengen? Benoeming onderwijzer. De heer A. C. Versprille, onderwijzer aan dt openbare U.L.O.-school te Terneuzen, is als zoodanig benoemd aan de U.L.O.- school I te Hilversum. Examens. Geslaagd voor het examen staatsprac- tijkdiploma voor handel en administratie de heeren P. van der Hof, Vlissingen, J. Cij- souw, Goes en A. Korstanje, 't Zand. Benoeming kweekeling met akte. Door de ziekte van een der onderwijzers aan de Christelijke school in de Singel straat te Middelburg is tot kweekeling met akte aan genoemde school benoemd de heer H. Sijtsma te Vlissingen. Benoeming tydelyke leeraren Avondschool voor Nijverheidsonderwijs. Burg. en Weth. van Mfiddelburg stellen voor om voor den verderen duur van den cursus 1939-1940 de reeds bij den aanvang van dien cursus voor ten hoogste drie maanden door nen aan de Avondschool voor N.O. benoemde tijdelijke leerkrachten, als zoodanig te bestendigen. Het rijn de heeren C. Mazure voor werktuigkunde, G. Engel- kes voor natuurkunde, M. J. Louws voor vakteekenen aan metaalbewerkers en mo- torenleer, K. Boot voor vakteekenen aan timmerlieden en meubelmakers en W. C. Calliber voor hout- en marmerschilderen.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 5