"AKK&jW®. M LUCHTVAART Monsters waartegen geen pantser bestand is. SCHEEPVAARTBERICHTEN TANKSCHEEPJE TEN OOSTEN VAN URK OMGESLAGEN EN GEZONKEN. Bemanning gered. Maandagavond om half negen is op on geveer vijf km beoosten TJrk een tank scheepje, dat gesleept werd door de sleep boot „Albert 1" van de firma Hoekman op TJrk, tijdens stormweer omgeslagen en geheel onder water verdwenen. De beide opvarenden, schipper De Boer van Urk en zijn knecht, konden op de sleepboot worden overgezet. De tankboot kwam van de Zuiderzee werken, waar het nabij den dijk had ge lost, en was op weg naar de haven. Het gezonken schip levert gevaar voor de scheepvaart op. Het ligt op ongeveer vijf tig meter buiten den wal, tégenover den steiger. NEDERLANDSCHE ZEELIEDEN TE ANTWERPEN. Moeilijkheden bij het monsteren. Het Tweede Kamerlid de heer Wijnkoop heeft de volgende vragen gericht tot den minister van Buitenlandsche Zaken Is het den minister bekend, dat te Ant werpen vertoevende Nederlandsche zeelie den in moeilijkheden verkeeren ten gevolge van een besluit der Belgische regeering om het aanmonsteren van vreemdelingen op Belgische schepen niet toe te laten? Is het den minister bekend dat ook op de schepen van de Bernstein-lijn te Ant werpen, die door de Holland-Amerika-lijn is overgenomen, o.a. op de „Pennland" en de „Westernland", Nederlandsche zeelie den werden afgewezen? Is de minister bereid te bevorderen, dat aan Nederlandsche zeelieden in Antwerpen of andere buitenlandsche havens, althans zooveel mogelijk, gelegenheid wordt gege ven om arbeid te vinden op Nederlandsche schepen, en daartoe de gezantschappen en consulaten in België en andere landen, waar dit noodig mocht wezen, opdracht te geven in dezen zin werkzaam te zijn HET PRIJS- EN BUITRECHT TER ZEE. Nog geen internationale regeling. Aan een koffiemaaltijd van de afdeeling Amsterdam der Vereeniging voer Volken bond en Vrede heeft prof. dr. J. H. W. Verzijl, vanmiddag een korte uiteenzetting gegeven van den tegenwoordigen rechts toestand met betrekking tot het prijs- en buitrecht ter zee, waaraan het volgende ontleend is. Afgezien van enkele hoofdbeginselen, die al van de conferentie van Parijs van 1856 dateeren, en van enkele conventies der tweede Haagsche vredesconferentie (1907), die zekere verzachtingen van het buit- recht ter zee hebben ingevoerd, vooral ten gunste van vijandelijke eigendommen, is het prijsrecht internationaal neg altijd on geregeld. Het berust nog voor het groot ste deel op oudere of jongere internationa ls gewoonten op de proce denten van de prijsrechtspraak der verschillende oorlog voerende landen en op de diverse nationale prijswetten en -reglementen. Ook de recht spraak in prijszaken is nog uitsluitend nationaal geregeld, daar het internationale prijzenhcf (1907) nooit leven heeft gekre gen. De kansen op inroeping van het in ternationaal gerechtshof zijn zeer beperkt. De in 19081909 ontworpen Londensehe zeerechtsdeclaratie, die het prijsrecht re gelde. maar evenmin bindende kracht heeft verkregen, heeft het al in den wereldoor log voor een deel tegen de praktijk moe ten afleggen. Dientengevolge ziet de onzydige scheepvaart zich opnieuw voor een zeer twyfelachtigen rechtstoestand ge- plaatst, die echter wel nauw verwant zal blijken aan de prijsrechtspraak uit den wereldoorlog. Voorloopig is er geen blokkade afge kondigd en heeft de scheepvaart zich dus met blokkade-recht niet te bemoeien. Ook de pseudo-blokkade (de BritschFransche represaile-decreten van begin 1915) door neutrale landen heen behoeft haar nog niet bezig te houden, daar Engeland en Frankrijk dien weg tot nu toe niet op nieuw hebben ingeslagen. De contrabande-kwestie. De moeilijkheden concentreeren zich dus vrijwel op het ccntrabanderecht, met de daarin, besloten kwestiesle. of men heeft te rekenen met één of met twee soorten contrabande 2e. of in verband daarmede verschillende verboden bestemmingen der contrabandelading, bewezen moeten wor den, naar het vijandelijke land of naar de vijandelijke strijdmachten 3e. de toepas sing van de leer der voortgezette reis. Vooral deze laatste leer, in verband met de gewoonlijk voor onzijdigen zeer ongun stige verdeeling van den bewijslast met betrekking tot de vijandelijke bestemming der contrabande, is de grootste bren van bezwaren. Redelijk toegepast, kan zij moei lijk als rechtsschending beschouwd wor den, maar in hare uitwassen ongetwijfeld wel. Dit zou het geval zijn, als Engeland weder overging tot praktijken als tijdens den wereldoorlog confiscatie van contra bande bijv. op dezen grond, dat invoer daarvan in het onzijdige tusschenland an dere soortgelijke goederen voor uitvoer daaruit zou vrijmaken, en dergelijke. De positie van onzijdige doorvoerlanden wordt opnieuw moeilijk. Naast deze perikelen van het contra- banderecht is terstond ook het oude ge vaar van vernietiging van onzijdige handelsschepen weer opgedoken, waartegen Nederland in 1914 en volgende jaren nog geprotesteerd heeft, ofschoon zelfs de Dcndensche zee rechtsdeclaratie het beginsel reeds toege geven had. Dat plaatsing van neutrale koopvaarders onder vijandelijk (Britsch) convooi voor de betrokken schepen de fa taalste gevolgen zou hebben, is duidelijk. Als er geconvoyeerd zou moeten worden, zcu die taak aan de eigen oorlogsschepen moeten toevallen, maar ook dat systeem heeft ernstige bezwaren. Heel veel veranderd in den toestand is er dus sinds 1914 niet. DUITSCHERS BRENGEN AMERI KAAN SCH SCHIP NAAR MOERMANSK. En worden daar zelf geïnterneerd. Volgens een Tass-bericht uit Moermansk is daar in den avond van 23 October een vrachtschip onder Duitsche vlag zonder Sovjet-Russischen loods binnengeloopen. Een onderzoek bracht aan het licht, dat het hier ging om het Amerikaansche s.s. „City of Flint", metende 5000 ton, dat van New York was uitgevaren naar Manches ter en dat was aangehouden door een Duitschen kruiser, waarvan 18 man het schip naar de Kolabaai opbrachten. De Duitsche bemanning beschouwt de lading als contrabande. Deze lading bestaat uit tractoren, graan, vruchten, leer, was enz., in totaal 3700 ton. De havenautoriteiten van Moermansk hebben voor het oogenblik het schip aan gehouden en de Duitsche bemanning ge ïnterneerd. Omtrent de wederwaardigheden van de „City of Flint" heeft de Amerikaansche maritieme commissie een bericht ontvan gen, waarin gemeld werd, dat het schip door de aan boord gegane Duitsche be manning naar Tromso in Noorwegen is gebracht onder Duitsche vlag. Het schip was uitgevaren naar Liverpool en Glasgow op 3 October jl. en had een algemeene la ding aan boord. In New York nam men aan, dat het in beslag was genomen omdat de Duitschers de aan boord zijnde goede ren als contrabande beschouwden. Volgens in Washington ontvangen inlich tingen is de „City of Flint" niet in Tromsö gebleven, maar Zaterdag vertrokken naar de Kolabaai, ten noorden van Moermansk, zulks in overeenstemming met het inter nationale recht, dat bepaalt, dat een on der deze omstandigheden in beslag geno men schip niet in een neutrale haven mag blijven liggen, behalve in noodtoestand. Over de in beslagneming van de „City of Flint" schrijft de „New York Herald Tribune" „Het algemeen gevoelen te Washington was, dat Duitschland, zelfs in dien zou worden vastgesteld, dat het ge handeld heeft volgens de regelen, een psychologischen blunder heeft gemaakt, welke de Amerikaansche openbare mee ning van dat land zou kunnen vervreem den. De in beslagneming zal een krachti- gen weerslag vinden bij de debatten in den Senaat over de neutraliteit". Geen passagiers aan boord. Volgens een bericht van Havas uit Washington heeft Naccarthy, de vice-pre sident van de Usa Line, de reederij van de „City of Flint" verklaard, dat het schip geen passagiers aan boord had. Hij voeg de hieraan toe geen enkel bericht te heb ben ontvangen over de in beslagneming. Hij weigerde commentaar te geven. De „City of Flint" heeft indertijd 200 passagiers opgepikt van de „Athenia". Er zal, naar uit Washington wordt ge meld, een onderzoek worden ingesteld naar de lading van de „City of Flint". Officieele kringen geven te kennen, dat indien 51 procent of meer der lading uit contrabande zou bestaan, het Duitsche schip volgens het internationale recht tot in beslagneming zou hebben kunnen over gaan, mits de bevrachters of de kapitein weten, dat contrabande werd vervoerd. Twee Rritsche schepen tot zinken gebracht. Onlangs zijn twee kleine Britsche sche pen tot zinken gebracht. Hst te Londen thuishoorend© schip „Sea Venture", dat 1375 ton meet, is door vijandelijke actie tot zinken gebracht en het kustvaartuig „White Mantle" is na ontploffing gezon ken. De „Sea Venture" is in drie uur ge zonken en de 25 opvarenden zijn erin ge slaagd met een kleine boot een eiland te bereiken. Een reddingboot heeft ze vervol gens naar een van de noordelijke havens gebracht.. D© veertien opvarenden van de „White Mantle" worden vermist, doch het is mo gelijk, dat zij door een ander schip zijn opgepikt. Vijf anderen werden door ©sn treiler gered, twee van hen zyn gewond. De mannen verklaarden niet te weten of de ontploffing, tengevolge waarvan het schip is gezonken, is toe te schrijven aan een duikboot of aan een mijn. Zweedsch schip gezonken. De feeders van het 1200 ton metende Zweedsche s.s. „Albania" deelen mede, dat het schip gezonken is, naar men gelooft, tengevolge van een duikboctaanval. Twee leden der bemanning zijn verdronken. De overlevenden zijn naar een Britsche haven gebracht en in een ziekenhuis opgenomen. Overlevenden van de „Emile Miquet" te Boston aangekomen. Met het Amerikaansche s.s. „Black Hawk" zijn te Boston (Mass.de kapitein en 38 andere overlevenden van het door een duikboot getorpedeerde Fransche tank schip „Emile Miquet" aangekomen. DE ONDERGANG VAN DE „ATHENIA". Ooggetuige-verhalen. Het Amerikaansche departement van buitenlandsche zaken heeft een béëedigde verklaring gepubliceerd, die door Ander son, een Amerikaansch passagier aan boord van de „Athenia" is afgelegd en waarin gezegd wordt, dat het schip niet onmiddellijk gezonken is, doch den vol genden dag door Britsche torpedojagers tot zinken is gebracht; Anderson gaf als zijn meening te ken nen, dat de jagers daartoe overgingen, omdat het verlaten schip een gevaar voor de scheepvaart vormde. De News Chronicle publiceert een brief van een Canadees aan diens advocaat in Londen, waarin hij beschrijft, hoe hij ge zien heeft, dat een duikboot de „Athenia" tot zinken bracht. De briefschrijver is de heer H. S. Swindley uit Toronto, een van de overlevenden der „Athenia". Hij schreef„Ik stond op het derde klasse dek te wachten op het sein voor het diner, toen wij werden getorpedeerd. Het was ongeveer 23 uur 45. Ik dacht terstond dat het een torpedo was en dat hij kwam van bakboordzijde, achter het midscheepsche deel van het schip. Ik keek aan bakboordzijde over het water en zag het dek en den toren van een duikboot op ongeveer 300 yards afstand." Swindley had reeds tweemaal eerder een schipbreuk meegemaakt. D© lading. Het Canadeesche ministerie van buiten landsche zaken heeft naar aanleiding van de torpedeering van de „Athenia" de vol gende verklaring afgelegd Na een volle dig en nauwgezet onderzoek heeft men thans het stellig bewijs, dat de „Athenia" kanonnen, noch munitie of eenigerlei oor logsmateriaal aan boord had. De „Thetis" aan de oppervlakte gebracht. De Britsche duikboot „Thetis" is gisteren aan de oppervlakte gebracht. Zij ligt on geveer een mijl uit den wal en zal thans naar een kleine baai aan de kust van An- glessey worden gebracht. In het inwendi ge van het vaartuig bevinden zich nog steeds 34 lijken. Kinderen vliegen naar Indië. Maandagmiddag te 17.36 uur zijn de kinderen voor het speciale kindervliegtuig naar Indië van het Centraal station te Amsterdam vertrokken, uitgeleide gedaan door een groote schare verwanten'. In totaal zullen elf kinderen de reis met de „Gier" „meemaken. Er waren slechts negen op het Centraal station aanwezig, want twee Zwitsersche jongens komen er pas in Napels bij. Luchtalarm in Engeland. Het Britsche ministerie van luchtvaart heeft medegedeeld, dat Maandagochtend aan de Schotsche kust luchtalarm werd gemaakt, aangezien niet-geïdentificeerde vliegtuigen naderden. Het signaal „alles veilig" werd gegeven, toen bleek, dat zich geen vijandelijk vliegtuig boven het gebied bevond. Twee Duitsche vliegers door Deensche visschers opgepikt. Twee Duitsche vliegers, wier vliegtuig op de Noordzee verongelukt is, zijn door een Deensche visschersboot opgepikt. Zij zijn vandaag te Korsor (Seeland) binnenge bracht. Een hunner moest met een schot wond in het been naar een ziekenhuis wor den overgebracht. De andere, wordt geïnter neerd. Hun vliegtuig was in de buurt van de visschersboot slecht op zee neergekomen. KERK- EN SCHOOLNIEUWS Ds. S. H. J. James. Morgen herdenkt ds. S. H. J. James, Ned. Herv. predikant te Delfshaven, den dag waarop hij zich voor 25 jaar aan deze ge meente verbond. De jubilaris werd in 1877 geboren en in 1902 candidaat in Zeeland om 8 Maart 1903 te Biggekerke het predikambt te aanvaar den. Vandaar vertrok hij in 1905 naar Lage- Zwaluwe om zich 25 Oct 1914 aan zijn tegenwoordige gemeente te verbinden. Van zijn hand zag o.m. het licht een ro man uit het Walchersche boerenleven, ge titeld „Het Rozenhof". Jubileum ds. J. Jongeleen. Ds. J. Jongeleen, predikant van de Chris telijk Gereformeerde gemeente te Apel doorn, heeft Zondagmorgen in de kerk aan de Marialaan aldaar in verband met zijn zilveren ambtsjubileum een herdenkings preek gehouden. Hij zei veel zegen op zijn werk gehad te hebben, ongeveer 5000 maal had hij het evangelie verkondigd. Spr. bracht volgens de N.R.Ct. hulde aan zijn leermeester, prof. P. J. M. de Bruin. Na afloop sprak prof. P. J. M. de Bruin den jubilaris toe. Geref. Kerken. Aangenomen naar Ter- bregge ds. J. B. Vogelaar te Scharendijke. DE BELGISCHE GEESTELIJKHEID EN DE MOBILISATIE. Ter gelegenheid van de mobilisatie in België is ook een groot aantal priesters op geroepen. Volgens een katholiek blad zijn opgeroepen 1392 priesters van de secu liere geestelijkheid en 208 seminaristen, als mede 284 priesters en 299 leekebroeders van orden en congregaties. HET VATICAAN PROTESTEERT TE BERLIJN OVER OPTREDEN IN POLEN. Honderden kerken worden gesloten en geestelijken gearresteerd. Volgens den correspondent van de „Ti mes" te Rome heeft het Vaticaan een pro test gericht tot de Duitsche regeering in zake de onderdrukking van de kerk door de autoriteiten in het door de Duitschers in Polen bezette gebied. en spil veroorzaken pijnen, die soms niet te dragen zijn. Een of twee "AKKERTJES" verdrij ven de pijn vlug en grondig. Dit protest is vergezeld gegaan van een gedetailleerd verslag, waarin wordt ver klaard, dat tot 12 October naar zou blijken 117 onder kerkelijk toezicht staande instel lingen en 211 kerken waren gesloten, de herderlijke activiteit van zeven bisschoppen beperkt, at 193 leeken en religieuzen van orden, beschuldigd van politiek optreden waren gearresteerd en dat zich 50 ernstige incidenten hadden voorgedaan, waarbij tientallen priesters waren mishandeld en gewond. Indien Duitschland het protest negeert, zou de Heilige Stoel een gedocumenteerd verslag van dit Duitsche terrorisme kunnen publiceeren. Benoeming kweekelinge met akte. Tot onderwijzeres (kw. m.a.) aan de Oranjeschool te Vlissingen is tegen 1 No vember a.s. benoemd mej. P. Verheul te Oost- en West-Souburg. ZES METER GLIMMEND STAAL MET EEN VAART VAN TWINTIG KILOMETER. Zelfs de zwaarst gepantserde sche pen zijn niet bestand tegen de uitwer king van een torpedo. Een pantsering van 229 mm van het hardste staal be veiligt een schip niet tegen de helsche machine onder water, welke men tor pedo noemt, zooals de recente verliezen der Engelsche vloot hebben b.ewezen. Het onderzeesche monster, waaraan men den naam van torpedo geeft, bestaat uit een spiegelglad, stalen omhulsel in sigaar- vorm, ongeveer 5 tot 6 meter lang en in het midden ongeveer een halven meter breed. De torpedo is voor het grootste deel gevuld met gecomprimeerde lucht, welke dient om een of twee schroeven aan het achtereinde in beweging te brengen. Zij wordt afgeschoten uit z.g. torpedo-lanceer- buizen en beweegt zich onder water voort met een snelheid van ongeveer 40 K.M. per uur. Het lanceeren van een torpedo uit een duikboot vereischt een buitengewoon groote behendigheid, vooral bij een woelige zee. Er is zeer veel ervaring voor noodig en de geheele bemanning moet haar medewerking vèrleenen. De commandant kan natuurlijk, wanneer hij voornemens is een schip aan te vallen, slechts een paar maal, en dan nog maar enkele seconden, gebruik maken van zijn periscoop, ten einde de aanwezigheid van de duikboot niet te verraden. Nu komt het er op aan, de torpedo in zoodanige richting te lanceeren, dat de met ontplof bare stoffen gevulde neus recht tegen den stalen scheepswand stoot, daar zij anders zonder schade aan te richten afglijdt en in de diepte verdwijnt. Bovendien volgen de meesje schepen op plaatsen, waar men duik- booten vermoedt, een zigzagkoers, hetgeen het zuiver richten sterk bemoeilijkt. Hier bij komt nog, dat de groote oorlogsschepen begeleid worden door torpedobooten en -jagers, die er omheen kruisen, waardoor voor den onderzeeër het gevaar bestaat, te worden overvaren. Is tenslotte de torpedo gelanceerd en heeft zij doel getroffen, dan moet de duikboot zich snel uit de voeten zien te maken, ten eind-, te ontkomen aan de dieptebommen, welke onmiddellijk na de explosie door den vijand overboord worden geworpen, om de duikboot zoo mogelijk te vernietigen. 12 DB ROMAN VAN EEN HALFBLOED door H. Bottoner. (Nadruk verboden Carlo-zou op deze vraag zelf geen ant woord hebben kunnen geven. Een feit "ft as het, dat Beate Salangna zijn zinnen vol komen beheersehte en dat zijn avances dagelijks dringender en onstuimiger wer den. Edoch, een Beate Salangna was niet zoo gemakkelijk te veroveren. Ze was ko ket en geraffineerd en als zij het eene oogenblik Carlo zoo duidelijk prefereerde boven al haar andere aanbidders, dat hij wel gelooven incest zijn doel te hebben bereikt, gedroeg zij zich de volgende mi nuut weer zoo koel en afwijzend, dat hij omtrent den waren aard van haar bedoe lingen opnieuw volkomen in het duister Nochtans hiad Carlo Zeiler naar de mee ning van hén, die de ontwikkeling der be trekkingen tusscben het tweetal met span ning volgden en dat was ongeveer de geheele overige hotelbevolking -wel de beste kansen, in ieder geval beduidend be tere dan kapitein Alberto Alberti, die tot de hardnekkigste vereerders van de zan geres behoorde, een leelijke, kleine, breed geschouderde man met een zwart, zeer verzorgd kneveltje, een platten, korten neus en het sterke gebit en de vooruit stekende onderkaak van een roofdier. Hij was het proto-type van die categorie le- #ett van het sterke geslacht, die gewoon lijk bij vrouwen nogal succes hebben en hij haatte derhalve den jongen, knappen Weener, die hem ditmaal de overwinning zoo fel betwistte. De wals was geëindigd. Het paar, dat luide werd toegejuicht, keerde naar zijn tafeltje terug. Daar zat, bij champagne een vrij groet gezelschap bijeen de kapi tein, Clemens von Ströbl, Guido Kehlhau- sen, ook een clubvriend van Carlo, Liane Lenoir, een Parijsche actrice, tot wie Ströbl zich in het bijzonder aangetrokken ge voelde, Felix Freiherr von Rheinsperg, een reeds eenigszins bejaarde, gedistingeerde heer, eigenaar van een grooten renstal in Hamburg, diens neef, Walter Rheinsperg, luitenant bij de Ulanen te Bamberg, miss Elinor Uearson, een beroemde vlammen- danseres en Fedor Obo-lensky, eigenaar van een groot landgoed in de Krim, Men besprak de dagelijksche gebeurtenissen van het hotelleven en ontwierp de noodige amusementen voor de eerstvolgende dagen. Ik stel voor morgenavond een bal champêtre te geven, riep Liane Lenoir, een levendige, slanke blondine. Stelt u dat alstublieft uit tot over morgen, verzocht kapitein Alberti haar. Morgenavond wordt het souper van het wedstrijdcomité in Danieli gehouden en dat kan ik helaas niet verzuimen. Ook meneer Zeiler zal daar zeker van de partij zijn, nietwaar? wendde hij zich met ge forceerde minzaamheid tot Carlo. Carlo had deelgenomen aan het interna tionale schermtournoci te Venetië en daar bij een prijs weten te veroveren. Ja, ja, ik hoop stellig bij het souper aanwezig te zijn, antwoordde Carlo vluch tig om daarna zijn gesprek met den ouden baron Rheinsperg voort te zetten. Felix van Rheinsberg, die zich bijzonder tot Zeiler aangetrokken voelde, fluisterde dezen toe Het is haast cm bang te worden, als je die van haat doortrokken blikken ziet, waarmee die kerel daar u observeert,, als hij zich onbespied waant. Maar het is ons gelukkig bekend, dat ude sabel behoorlijk weet te hanteeren. Carlo haalde met een spottend lachje zijn schouders op Daar zullen we ons maar niet ongerust over maken. Op dit oogenblik verhieven de overigen zich van ;hun zetels om, op voorstel van miss Pearson, neg een korte wandeling langs het strand te maken. Een vragende blik in Salangna's oogen riep Carlo aan haar zijde. Tusschen hem en den kapitein verliet zij het hotel en in den zoelen zo mernacht naar buiten tredend, passeerden zij den genoeglijk grrjnzenden negerportier, die devoot zijn uniformpet afnam. Spoedig voegde ook Clemens von Ströbl zich bij het drietal. Hij verwikkelde den kapitein in een geanimeerd gesprek en been Ströbl en Alberti tenslotte eenige meters achterbleven, was dit niet aan lou ter toeval toe te schrijven, want Ströbl was steeds bereid zijn vriend Zeiler in de gelegenheid te stellen met de zangeres alleen te zijn. Carlo en Beate verdwenen achter de eerste de beste cabine. Arm in arm liepen zij over het dikke, zachte zand, dat onder den druk van hun voetstappen meegaf als een dik tapijt. Een licht briesje tooverde fijna rimpels op de van glanzend maan licht ovrgoten zee. Ver weg aan den hori zon stonden onbeweeglijk, als zwarte sil houetten in den nacht, eenige visschers- barken. Van het hotel droeg de wind de zoet vloeiende melodie van de Monte Christo wals naar het strand. Steeds heftiger drukte Carlo Beate's arm tegen den zijne, wat zij zwijgend en glimlachend toeliet. Hoewel hij zich inner lijk zeldzaam bewogen voelde, sprak hij geen woord. Meer dan eens had hij haar in zulke minuten zrjn liefde verklaard en Beate gesmeekt hem aan te hooren - telkens weer echter had zij hem met lichte'spot aangemaand verstandig te zijn. Thans voelde hjj zich beheerscht door een wilde koppigheid, maar tegelijkertijd rees ook de vrees, dat baar koele houding hem tot een dwaas gesprek zou dwingen. Want hij kende en vreesde zijn eigen natuur, die, wanneer hij eenmaal geprikkeld was, hem de meest ondoordachte uitlatingen in den mond gaf. Na een poosje zei Beate plotseling droog Ik geloof, dat we ons nu wel genoeg uitgezwegen hebben. Mijn hart is te vol dat ik zou kun nen spreken. Waarom kwel je me zoo, Beate Kwel ik je? vroeg zij op een koket spottenden toon, die Carlo tot wanhoop bracht. Misschien kwel je jezelf wel, omdat je je dingen in je hoofd haalt, die niet zoo gemakkelijk te bereiken zijn. Niet zoo gemakkelijk, zeg je? Goed, laat ze moeilijk te bereiken zijn ik ben nu eenmaal vast voornemens om ze te berei ken 1 Misschien zijn ze wel in 't geheel niet te bereiken zei Beate, keel. Hij bleef staan Vouloir c'est pou- voir Heb je me dat niet zelf gezegd, toen je mij van je ongelukkige jeugd vertelde, van je strijd en je moeilijkbeden bij het vormen van je carrière? Sta mij toé,, dat ik deze lijfspreuk thans tot de mijne maak En met een plotselinge, onverwachte be weging nam hij haar in zijn armen en voor zij er zich tegen verzetten kon, kuste hrj haar midden op den mond. Zijn kussen echter, de onstuimige, smee- kende kussen van een jongeman, die op recht lief heeft, deden ook haar ontvlam men. Ze gaf hem zijn omhelzing terug en bleef zwak en met gesloten oogen roerloos in zijn arm. Nader komende voetstappen maakten een einde aan het intermezzo. Beate richt te zich op. Onmiddellijk had zij haar spot tende houding terug gevonden, of zij deed althans zoo Het ontbreekt je niet aan brutaliteit, jongeman, maar ik hoop, dat je je Biet verbeeldt my op een zwak oogenblik te hebben betrapt. Carlo, die den valschen toen hoorde in hetgeen ze zei, lachte gélukkig. Het spijt me je te moeten teleurstellen, maar ik verbeeld me werkelijk wat, want dit weet ik wel, dat een vrouw als jij zich niet laat klissen door iemand, die haar totaal onverschillig is. Eerder geeft ze hem in zoo'n geval een geduchte afstraffing. Kapitein Alberti met Ströbl en Liane Lenois stonden voor hen. Neem jij me maar eens onder je be scherming, Capitano l zei Beate, zich tot den Italiaan wendend. Ze nam zijn arm en trok hem mee tot op eenigen afstand van de anderen, waarbij zij triomfantelijk naar Zeiler omkeek in de hoop hem weer te prikkelen en hem op een dwaalspoor te brengen. Maar dat gelukte haar thans niet meer. Hij keek haar rustig na en glimlachte in de stellige overtuiging zijn doelthans te hebben bereikt. Den volgenden avond begaf Carlo zich met de vaporetto naar Venetië. Het ge heel e gezelschap deed hem tot den steiger uitgeleide en onder kwinkslagen en schert sende uitroepen van de achterblijvenden vertrok de kleine stoomboot. Miss Pearson riep hem nog na Maak het maar niet al te bont daar op dat schermfeesten de dikke Obdensky galmde met zijn zware stem een Russisch afscheidslied. Het uitgebreide souper in de prachtige zaal «van Hotel Danieli verliep uitstekend. De graaf van Turijn, eere-voorzitter van het wedstrijdcomité, was tafelpresident, de hoogste burgerlijke en militaire autoritei ten van Venetië, die deel uitmaakten van het wedstrydcomité, woonden het feest bij, evenals de prijswinnaars en de maitres d'assant, tot wie ook Capitona Alberti behoorde, die zich dezen avond tegenover Carlo van zijn beste zijde liet zien. t(Wordt vervolgd.^

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 6