"AKK&jW®.
M
LUCHTVAART
Monsters waartegen geen pantser
bestand is.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
TANKSCHEEPJE TEN OOSTEN VAN
URK OMGESLAGEN EN GEZONKEN.
Bemanning gered.
Maandagavond om half negen is op on
geveer vijf km beoosten TJrk een tank
scheepje, dat gesleept werd door de sleep
boot „Albert 1" van de firma Hoekman op
TJrk, tijdens stormweer omgeslagen en
geheel onder water verdwenen. De beide
opvarenden, schipper De Boer van Urk en
zijn knecht, konden op de sleepboot worden
overgezet.
De tankboot kwam van de Zuiderzee
werken, waar het nabij den dijk had ge
lost, en was op weg naar de haven. Het
gezonken schip levert gevaar voor de
scheepvaart op. Het ligt op ongeveer vijf
tig meter buiten den wal, tégenover den
steiger.
NEDERLANDSCHE ZEELIEDEN TE
ANTWERPEN.
Moeilijkheden bij het monsteren.
Het Tweede Kamerlid de heer Wijnkoop
heeft de volgende vragen gericht tot den
minister van Buitenlandsche Zaken
Is het den minister bekend, dat te Ant
werpen vertoevende Nederlandsche zeelie
den in moeilijkheden verkeeren ten gevolge
van een besluit der Belgische regeering om
het aanmonsteren van vreemdelingen op
Belgische schepen niet toe te laten?
Is het den minister bekend dat ook op
de schepen van de Bernstein-lijn te Ant
werpen, die door de Holland-Amerika-lijn
is overgenomen, o.a. op de „Pennland" en
de „Westernland", Nederlandsche zeelie
den werden afgewezen?
Is de minister bereid te bevorderen, dat
aan Nederlandsche zeelieden in Antwerpen
of andere buitenlandsche havens, althans
zooveel mogelijk, gelegenheid wordt gege
ven om arbeid te vinden op Nederlandsche
schepen, en daartoe de gezantschappen en
consulaten in België en andere landen,
waar dit noodig mocht wezen, opdracht te
geven in dezen zin werkzaam te zijn
HET PRIJS- EN BUITRECHT TER ZEE.
Nog geen internationale regeling.
Aan een koffiemaaltijd van de afdeeling
Amsterdam der Vereeniging voer Volken
bond en Vrede heeft prof. dr. J. H. W.
Verzijl, vanmiddag een korte uiteenzetting
gegeven van den tegenwoordigen rechts
toestand met betrekking tot het prijs- en
buitrecht ter zee, waaraan het volgende
ontleend is.
Afgezien van enkele hoofdbeginselen, die
al van de conferentie van Parijs van 1856
dateeren, en van enkele conventies der
tweede Haagsche vredesconferentie (1907),
die zekere verzachtingen van het buit-
recht ter zee hebben ingevoerd, vooral ten
gunste van vijandelijke eigendommen, is
het prijsrecht internationaal neg altijd on
geregeld. Het berust nog voor het groot
ste deel op oudere of jongere internationa
ls gewoonten op de proce denten van de
prijsrechtspraak der verschillende oorlog
voerende landen en op de diverse nationale
prijswetten en -reglementen. Ook de recht
spraak in prijszaken is nog uitsluitend
nationaal geregeld, daar het internationale
prijzenhcf (1907) nooit leven heeft gekre
gen. De kansen op inroeping van het in
ternationaal gerechtshof zijn zeer beperkt.
De in 19081909 ontworpen Londensehe
zeerechtsdeclaratie, die het prijsrecht re
gelde. maar evenmin bindende kracht heeft
verkregen, heeft het al in den wereldoor
log voor een deel tegen de praktijk moe
ten afleggen.
Dientengevolge ziet de onzydige
scheepvaart zich opnieuw voor een
zeer twyfelachtigen rechtstoestand ge-
plaatst, die echter wel nauw verwant
zal blijken aan de prijsrechtspraak uit
den wereldoorlog.
Voorloopig is er geen blokkade afge
kondigd en heeft de scheepvaart zich dus
met blokkade-recht niet te bemoeien. Ook
de pseudo-blokkade (de BritschFransche
represaile-decreten van begin 1915) door
neutrale landen heen behoeft haar nog
niet bezig te houden, daar Engeland en
Frankrijk dien weg tot nu toe niet op
nieuw hebben ingeslagen.
De contrabande-kwestie.
De moeilijkheden concentreeren zich dus
vrijwel op het ccntrabanderecht, met de
daarin, besloten kwestiesle. of men heeft
te rekenen met één of met twee soorten
contrabande 2e. of in verband daarmede
verschillende verboden bestemmingen der
contrabandelading, bewezen moeten wor
den, naar het vijandelijke land of naar de
vijandelijke strijdmachten 3e. de toepas
sing van de leer der voortgezette reis.
Vooral deze laatste leer, in verband met
de gewoonlijk voor onzijdigen zeer ongun
stige verdeeling van den bewijslast met
betrekking tot de vijandelijke bestemming
der contrabande, is de grootste bren van
bezwaren. Redelijk toegepast, kan zij moei
lijk als rechtsschending beschouwd wor
den, maar in hare uitwassen ongetwijfeld
wel. Dit zou het geval zijn, als Engeland
weder overging tot praktijken als tijdens
den wereldoorlog confiscatie van contra
bande bijv. op dezen grond, dat invoer
daarvan in het onzijdige tusschenland an
dere soortgelijke goederen voor uitvoer
daaruit zou vrijmaken, en dergelijke.
De positie van onzijdige doorvoerlanden
wordt opnieuw moeilijk.
Naast deze perikelen van het contra-
banderecht is terstond ook het oude ge
vaar van
vernietiging van onzijdige
handelsschepen
weer opgedoken, waartegen Nederland in
1914 en volgende jaren nog geprotesteerd
heeft, ofschoon zelfs de Dcndensche zee
rechtsdeclaratie het beginsel reeds toege
geven had. Dat plaatsing van neutrale
koopvaarders onder vijandelijk (Britsch)
convooi voor de betrokken schepen de fa
taalste gevolgen zou hebben, is duidelijk.
Als er geconvoyeerd zou moeten worden,
zcu die taak aan de eigen oorlogsschepen
moeten toevallen, maar ook dat systeem
heeft ernstige bezwaren.
Heel veel veranderd in den toestand is
er dus sinds 1914 niet.
DUITSCHERS BRENGEN AMERI
KAAN SCH SCHIP NAAR MOERMANSK.
En worden daar zelf geïnterneerd.
Volgens een Tass-bericht uit Moermansk
is daar in den avond van 23 October een
vrachtschip onder Duitsche vlag zonder
Sovjet-Russischen loods binnengeloopen.
Een onderzoek bracht aan het licht, dat
het hier ging om het Amerikaansche s.s.
„City of Flint", metende 5000 ton, dat van
New York was uitgevaren naar Manches
ter en dat was aangehouden door een
Duitschen kruiser, waarvan 18 man het
schip naar de Kolabaai opbrachten. De
Duitsche bemanning beschouwt de lading
als contrabande. Deze lading bestaat uit
tractoren, graan, vruchten, leer, was enz.,
in totaal 3700 ton.
De havenautoriteiten van Moermansk
hebben voor het oogenblik het schip aan
gehouden en de Duitsche bemanning ge
ïnterneerd.
Omtrent de wederwaardigheden van de
„City of Flint" heeft de Amerikaansche
maritieme commissie een bericht ontvan
gen, waarin gemeld werd, dat het schip
door de aan boord gegane Duitsche be
manning naar Tromso in Noorwegen is
gebracht onder Duitsche vlag. Het schip
was uitgevaren naar Liverpool en Glasgow
op 3 October jl. en had een algemeene la
ding aan boord. In New York nam men
aan, dat het in beslag was genomen omdat
de Duitschers de aan boord zijnde goede
ren als contrabande beschouwden.
Volgens in Washington ontvangen inlich
tingen is de „City of Flint" niet in Tromsö
gebleven, maar Zaterdag vertrokken naar
de Kolabaai, ten noorden van Moermansk,
zulks in overeenstemming met het inter
nationale recht, dat bepaalt, dat een on
der deze omstandigheden in beslag geno
men schip niet in een neutrale haven mag
blijven liggen, behalve in noodtoestand.
Over de in beslagneming van de „City
of Flint" schrijft de „New York Herald
Tribune" „Het algemeen gevoelen te
Washington was, dat Duitschland, zelfs in
dien zou worden vastgesteld, dat het ge
handeld heeft volgens de regelen, een
psychologischen blunder heeft gemaakt,
welke de Amerikaansche openbare mee
ning van dat land zou kunnen vervreem
den. De in beslagneming zal een krachti-
gen weerslag vinden bij de debatten in den
Senaat over de neutraliteit".
Geen passagiers aan boord.
Volgens een bericht van Havas uit
Washington heeft Naccarthy, de vice-pre
sident van de Usa Line, de reederij van de
„City of Flint" verklaard, dat het schip
geen passagiers aan boord had. Hij voeg
de hieraan toe geen enkel bericht te heb
ben ontvangen over de in beslagneming.
Hij weigerde commentaar te geven.
De „City of Flint" heeft indertijd 200
passagiers opgepikt van de „Athenia".
Er zal, naar uit Washington wordt ge
meld, een onderzoek worden ingesteld naar
de lading van de „City of Flint".
Officieele kringen geven te kennen, dat
indien 51 procent of meer der lading uit
contrabande zou bestaan, het Duitsche
schip volgens het internationale recht tot
in beslagneming zou hebben kunnen over
gaan, mits de bevrachters of de kapitein
weten, dat contrabande werd vervoerd.
Twee Rritsche schepen tot zinken
gebracht.
Onlangs zijn twee kleine Britsche sche
pen tot zinken gebracht. Hst te Londen
thuishoorend© schip „Sea Venture", dat
1375 ton meet, is door vijandelijke actie tot
zinken gebracht en het kustvaartuig
„White Mantle" is na ontploffing gezon
ken. De „Sea Venture" is in drie uur ge
zonken en de 25 opvarenden zijn erin ge
slaagd met een kleine boot een eiland te
bereiken. Een reddingboot heeft ze vervol
gens naar een van de noordelijke havens
gebracht..
D© veertien opvarenden van de „White
Mantle" worden vermist, doch het is mo
gelijk, dat zij door een ander schip zijn
opgepikt. Vijf anderen werden door ©sn
treiler gered, twee van hen zyn gewond.
De mannen verklaarden niet te weten of de
ontploffing, tengevolge waarvan het schip
is gezonken, is toe te schrijven aan een
duikboot of aan een mijn.
Zweedsch schip gezonken.
De feeders van het 1200 ton metende
Zweedsche s.s. „Albania" deelen mede, dat
het schip gezonken is, naar men gelooft,
tengevolge van een duikboctaanval. Twee
leden der bemanning zijn verdronken. De
overlevenden zijn naar een Britsche haven
gebracht en in een ziekenhuis opgenomen.
Overlevenden van de „Emile Miquet"
te Boston aangekomen.
Met het Amerikaansche s.s. „Black
Hawk" zijn te Boston (Mass.de kapitein
en 38 andere overlevenden van het door
een duikboot getorpedeerde Fransche tank
schip „Emile Miquet" aangekomen.
DE ONDERGANG VAN DE „ATHENIA".
Ooggetuige-verhalen.
Het Amerikaansche departement van
buitenlandsche zaken heeft een béëedigde
verklaring gepubliceerd, die door Ander
son, een Amerikaansch passagier aan
boord van de „Athenia" is afgelegd en
waarin gezegd wordt, dat het schip niet
onmiddellijk gezonken is, doch den vol
genden dag door Britsche torpedojagers
tot zinken is gebracht;
Anderson gaf als zijn meening te ken
nen, dat de jagers daartoe overgingen,
omdat het verlaten schip een gevaar voor
de scheepvaart vormde.
De News Chronicle publiceert een brief
van een Canadees aan diens advocaat in
Londen, waarin hij beschrijft, hoe hij ge
zien heeft, dat een duikboot de „Athenia"
tot zinken bracht. De briefschrijver is de
heer H. S. Swindley uit Toronto, een van
de overlevenden der „Athenia".
Hij schreef„Ik stond op het derde
klasse dek te wachten op het sein voor
het diner, toen wij werden getorpedeerd.
Het was ongeveer 23 uur 45. Ik dacht
terstond dat het een torpedo was en dat
hij kwam van bakboordzijde, achter het
midscheepsche deel van het schip. Ik keek
aan bakboordzijde over het water en zag
het dek en den toren van een duikboot op
ongeveer 300 yards afstand." Swindley
had reeds tweemaal eerder een schipbreuk
meegemaakt.
D© lading.
Het Canadeesche ministerie van buiten
landsche zaken heeft naar aanleiding van
de torpedeering van de „Athenia" de vol
gende verklaring afgelegd Na een volle
dig en nauwgezet onderzoek heeft men
thans het stellig bewijs, dat de „Athenia"
kanonnen, noch munitie of eenigerlei oor
logsmateriaal aan boord had.
De „Thetis" aan de oppervlakte gebracht.
De Britsche duikboot „Thetis" is gisteren
aan de oppervlakte gebracht. Zij ligt on
geveer een mijl uit den wal en zal thans
naar een kleine baai aan de kust van An-
glessey worden gebracht. In het inwendi
ge van het vaartuig bevinden zich nog
steeds 34 lijken.
Kinderen vliegen naar Indië.
Maandagmiddag te 17.36 uur zijn de
kinderen voor het speciale kindervliegtuig
naar Indië van het Centraal station te
Amsterdam vertrokken, uitgeleide gedaan
door een groote schare verwanten'.
In totaal zullen elf kinderen de reis met
de „Gier" „meemaken. Er waren slechts
negen op het Centraal station aanwezig,
want twee Zwitsersche jongens komen er
pas in Napels bij.
Luchtalarm in Engeland.
Het Britsche ministerie van luchtvaart
heeft medegedeeld, dat Maandagochtend
aan de Schotsche kust luchtalarm werd
gemaakt, aangezien niet-geïdentificeerde
vliegtuigen naderden. Het signaal „alles
veilig" werd gegeven, toen bleek, dat zich
geen vijandelijk vliegtuig boven het gebied
bevond.
Twee Duitsche vliegers door Deensche
visschers opgepikt.
Twee Duitsche vliegers, wier vliegtuig op
de Noordzee verongelukt is, zijn door een
Deensche visschersboot opgepikt. Zij zijn
vandaag te Korsor (Seeland) binnenge
bracht. Een hunner moest met een schot
wond in het been naar een ziekenhuis wor
den overgebracht. De andere, wordt geïnter
neerd. Hun vliegtuig was in de buurt van
de visschersboot slecht op zee neergekomen.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
Ds. S. H. J. James.
Morgen herdenkt ds. S. H. J. James, Ned.
Herv. predikant te Delfshaven, den dag
waarop hij zich voor 25 jaar aan deze ge
meente verbond.
De jubilaris werd in 1877 geboren en in
1902 candidaat in Zeeland om 8 Maart 1903
te Biggekerke het predikambt te aanvaar
den. Vandaar vertrok hij in 1905 naar Lage-
Zwaluwe om zich 25 Oct 1914 aan zijn
tegenwoordige gemeente te verbinden.
Van zijn hand zag o.m. het licht een ro
man uit het Walchersche boerenleven, ge
titeld „Het Rozenhof".
Jubileum ds. J. Jongeleen.
Ds. J. Jongeleen, predikant van de Chris
telijk Gereformeerde gemeente te Apel
doorn, heeft Zondagmorgen in de kerk aan
de Marialaan aldaar in verband met zijn
zilveren ambtsjubileum een herdenkings
preek gehouden.
Hij zei veel zegen op zijn werk gehad te
hebben, ongeveer 5000 maal had hij het
evangelie verkondigd. Spr. bracht volgens
de N.R.Ct. hulde aan zijn leermeester, prof.
P. J. M. de Bruin. Na afloop sprak prof.
P. J. M. de Bruin den jubilaris toe.
Geref. Kerken. Aangenomen naar Ter-
bregge ds. J. B. Vogelaar te Scharendijke.
DE BELGISCHE GEESTELIJKHEID
EN DE MOBILISATIE.
Ter gelegenheid van de mobilisatie in
België is ook een groot aantal priesters op
geroepen. Volgens een katholiek blad zijn
opgeroepen 1392 priesters van de secu
liere geestelijkheid en 208 seminaristen, als
mede 284 priesters en 299 leekebroeders van
orden en congregaties.
HET VATICAAN PROTESTEERT TE
BERLIJN OVER OPTREDEN
IN POLEN.
Honderden kerken worden gesloten en
geestelijken gearresteerd.
Volgens den correspondent van de „Ti
mes" te Rome heeft het Vaticaan een pro
test gericht tot de Duitsche regeering in
zake de onderdrukking van de kerk door
de autoriteiten in het door de Duitschers
in Polen bezette gebied.
en spil veroorzaken pijnen, die
soms niet te dragen zijn. Een
of twee "AKKERTJES" verdrij
ven de pijn vlug en grondig.
Dit protest is vergezeld gegaan van een
gedetailleerd verslag, waarin wordt ver
klaard, dat tot 12 October naar zou blijken
117 onder kerkelijk toezicht staande instel
lingen en 211 kerken waren gesloten, de
herderlijke activiteit van zeven bisschoppen
beperkt, at 193 leeken en religieuzen van
orden, beschuldigd van politiek optreden
waren gearresteerd en dat zich 50 ernstige
incidenten hadden voorgedaan, waarbij
tientallen priesters waren mishandeld en
gewond.
Indien Duitschland het protest negeert,
zou de Heilige Stoel een gedocumenteerd
verslag van dit Duitsche terrorisme kunnen
publiceeren.
Benoeming kweekelinge met akte.
Tot onderwijzeres (kw. m.a.) aan de
Oranjeschool te Vlissingen is tegen 1 No
vember a.s. benoemd mej. P. Verheul te
Oost- en West-Souburg.
ZES METER GLIMMEND STAAL MET
EEN VAART VAN TWINTIG
KILOMETER.
Zelfs de zwaarst gepantserde sche
pen zijn niet bestand tegen de uitwer
king van een torpedo. Een pantsering
van 229 mm van het hardste staal be
veiligt een schip niet tegen de helsche
machine onder water, welke men tor
pedo noemt, zooals de recente verliezen
der Engelsche vloot hebben b.ewezen.
Het onderzeesche monster, waaraan men
den naam van torpedo geeft, bestaat uit
een spiegelglad, stalen omhulsel in sigaar-
vorm, ongeveer 5 tot 6 meter lang en in
het midden ongeveer een halven meter
breed. De torpedo is voor het grootste deel
gevuld met gecomprimeerde lucht, welke
dient om een of twee schroeven aan het
achtereinde in beweging te brengen. Zij
wordt afgeschoten uit z.g. torpedo-lanceer-
buizen en beweegt zich onder water voort
met een snelheid van ongeveer 40 K.M. per
uur. Het lanceeren van een torpedo uit een
duikboot vereischt een buitengewoon groote
behendigheid, vooral bij een woelige zee.
Er is zeer veel ervaring voor noodig en de
geheele bemanning moet haar medewerking
vèrleenen. De commandant kan natuurlijk,
wanneer hij voornemens is een schip aan te
vallen, slechts een paar maal, en dan nog
maar enkele seconden, gebruik maken van
zijn periscoop, ten einde de aanwezigheid
van de duikboot niet te verraden. Nu komt
het er op aan, de torpedo in zoodanige
richting te lanceeren, dat de met ontplof
bare stoffen gevulde neus recht tegen den
stalen scheepswand stoot, daar zij anders
zonder schade aan te richten afglijdt en in
de diepte verdwijnt. Bovendien volgen de
meesje schepen op plaatsen, waar men duik-
booten vermoedt, een zigzagkoers, hetgeen
het zuiver richten sterk bemoeilijkt. Hier
bij komt nog, dat de groote oorlogsschepen
begeleid worden door torpedobooten en
-jagers, die er omheen kruisen, waardoor
voor den onderzeeër het gevaar bestaat, te
worden overvaren. Is tenslotte de torpedo
gelanceerd en heeft zij doel getroffen, dan
moet de duikboot zich snel uit de voeten
zien te maken, ten eind-, te ontkomen aan
de dieptebommen, welke onmiddellijk na de
explosie door den vijand overboord worden
geworpen, om de duikboot zoo mogelijk te
vernietigen.
12
DB ROMAN VAN
EEN HALFBLOED
door H. Bottoner.
(Nadruk verboden
Carlo-zou op deze vraag zelf geen ant
woord hebben kunnen geven. Een feit "ft as
het, dat Beate Salangna zijn zinnen vol
komen beheersehte en dat zijn avances
dagelijks dringender en onstuimiger wer
den. Edoch, een Beate Salangna was niet
zoo gemakkelijk te veroveren. Ze was ko
ket en geraffineerd en als zij het eene
oogenblik Carlo zoo duidelijk prefereerde
boven al haar andere aanbidders, dat hij
wel gelooven incest zijn doel te hebben
bereikt, gedroeg zij zich de volgende mi
nuut weer zoo koel en afwijzend, dat hij
omtrent den waren aard van haar bedoe
lingen opnieuw volkomen in het duister
Nochtans hiad Carlo Zeiler naar de mee
ning van hén, die de ontwikkeling der be
trekkingen tusscben het tweetal met span
ning volgden en dat was ongeveer de
geheele overige hotelbevolking -wel de
beste kansen, in ieder geval beduidend be
tere dan kapitein Alberto Alberti, die tot
de hardnekkigste vereerders van de zan
geres behoorde, een leelijke, kleine, breed
geschouderde man met een zwart, zeer
verzorgd kneveltje, een platten, korten
neus en het sterke gebit en de vooruit
stekende onderkaak van een roofdier. Hij
was het proto-type van die categorie le-
#ett van het sterke geslacht, die gewoon
lijk bij vrouwen nogal succes hebben en
hij haatte derhalve den jongen, knappen
Weener, die hem ditmaal de overwinning
zoo fel betwistte.
De wals was geëindigd. Het paar, dat
luide werd toegejuicht, keerde naar zijn
tafeltje terug. Daar zat, bij champagne
een vrij groet gezelschap bijeen de kapi
tein, Clemens von Ströbl, Guido Kehlhau-
sen, ook een clubvriend van Carlo, Liane
Lenoir, een Parijsche actrice, tot wie Ströbl
zich in het bijzonder aangetrokken ge
voelde, Felix Freiherr von Rheinsperg, een
reeds eenigszins bejaarde, gedistingeerde
heer, eigenaar van een grooten renstal in
Hamburg, diens neef, Walter Rheinsperg,
luitenant bij de Ulanen te Bamberg, miss
Elinor Uearson, een beroemde vlammen-
danseres en Fedor Obo-lensky, eigenaar
van een groot landgoed in de Krim, Men
besprak de dagelijksche gebeurtenissen
van het hotelleven en ontwierp de noodige
amusementen voor de eerstvolgende dagen.
Ik stel voor morgenavond een bal
champêtre te geven, riep Liane Lenoir,
een levendige, slanke blondine.
Stelt u dat alstublieft uit tot over
morgen, verzocht kapitein Alberti haar.
Morgenavond wordt het souper van het
wedstrijdcomité in Danieli gehouden en
dat kan ik helaas niet verzuimen. Ook
meneer Zeiler zal daar zeker van de partij
zijn, nietwaar? wendde hij zich met ge
forceerde minzaamheid tot Carlo.
Carlo had deelgenomen aan het interna
tionale schermtournoci te Venetië en daar
bij een prijs weten te veroveren.
Ja, ja, ik hoop stellig bij het souper
aanwezig te zijn, antwoordde Carlo vluch
tig om daarna zijn gesprek met den ouden
baron Rheinsperg voort te zetten.
Felix van Rheinsberg, die zich bijzonder
tot Zeiler aangetrokken voelde, fluisterde
dezen toe Het is haast cm bang te
worden, als je die van haat doortrokken
blikken ziet, waarmee die kerel daar u
observeert,, als hij zich onbespied waant.
Maar het is ons gelukkig bekend, dat ude
sabel behoorlijk weet te hanteeren.
Carlo haalde met een spottend lachje
zijn schouders op Daar zullen we ons
maar niet ongerust over maken.
Op dit oogenblik verhieven de overigen
zich van ;hun zetels om, op voorstel van
miss Pearson, neg een korte wandeling
langs het strand te maken. Een vragende
blik in Salangna's oogen riep Carlo aan
haar zijde. Tusschen hem en den kapitein
verliet zij het hotel en in den zoelen zo
mernacht naar buiten tredend, passeerden
zij den genoeglijk grrjnzenden negerportier,
die devoot zijn uniformpet afnam.
Spoedig voegde ook Clemens von Ströbl
zich bij het drietal. Hij verwikkelde den
kapitein in een geanimeerd gesprek en
been Ströbl en Alberti tenslotte eenige
meters achterbleven, was dit niet aan lou
ter toeval toe te schrijven, want Ströbl
was steeds bereid zijn vriend Zeiler in de
gelegenheid te stellen met de zangeres
alleen te zijn.
Carlo en Beate verdwenen achter de
eerste de beste cabine. Arm in arm liepen
zij over het dikke, zachte zand, dat onder
den druk van hun voetstappen meegaf als
een dik tapijt. Een licht briesje tooverde
fijna rimpels op de van glanzend maan
licht ovrgoten zee. Ver weg aan den hori
zon stonden onbeweeglijk, als zwarte sil
houetten in den nacht, eenige visschers-
barken.
Van het hotel droeg de wind de zoet
vloeiende melodie van de Monte Christo
wals naar het strand.
Steeds heftiger drukte Carlo Beate's
arm tegen den zijne, wat zij zwijgend en
glimlachend toeliet. Hoewel hij zich inner
lijk zeldzaam bewogen voelde, sprak hij
geen woord. Meer dan eens had hij haar
in zulke minuten zrjn liefde verklaard en
Beate gesmeekt hem aan te hooren -
telkens weer echter had zij hem met
lichte'spot aangemaand verstandig te zijn.
Thans voelde hjj zich beheerscht door een
wilde koppigheid, maar tegelijkertijd rees
ook de vrees, dat baar koele houding hem
tot een dwaas gesprek zou dwingen. Want
hij kende en vreesde zijn eigen natuur, die,
wanneer hij eenmaal geprikkeld was, hem
de meest ondoordachte uitlatingen in den
mond gaf.
Na een poosje zei Beate plotseling
droog Ik geloof, dat we ons nu wel
genoeg uitgezwegen hebben.
Mijn hart is te vol dat ik zou kun
nen spreken. Waarom kwel je me zoo,
Beate
Kwel ik je? vroeg zij op een koket
spottenden toon, die Carlo tot wanhoop
bracht. Misschien kwel je jezelf wel,
omdat je je dingen in je hoofd haalt, die
niet zoo gemakkelijk te bereiken zijn.
Niet zoo gemakkelijk, zeg je? Goed,
laat ze moeilijk te bereiken zijn ik ben nu
eenmaal vast voornemens om ze te berei
ken 1
Misschien zijn ze wel in 't geheel
niet te bereiken zei Beate, keel.
Hij bleef staan Vouloir c'est pou-
voir Heb je me dat niet zelf gezegd, toen
je mij van je ongelukkige jeugd vertelde,
van je strijd en je moeilijkbeden bij het
vormen van je carrière? Sta mij toé,, dat
ik deze lijfspreuk thans tot de mijne maak
En met een plotselinge, onverwachte be
weging nam hij haar in zijn armen en
voor zij er zich tegen verzetten kon, kuste
hrj haar midden op den mond.
Zijn kussen echter, de onstuimige, smee-
kende kussen van een jongeman, die op
recht lief heeft, deden ook haar ontvlam
men. Ze gaf hem zijn omhelzing terug en
bleef zwak en met gesloten oogen roerloos
in zijn arm.
Nader komende voetstappen maakten
een einde aan het intermezzo. Beate richt
te zich op. Onmiddellijk had zij haar spot
tende houding terug gevonden, of zij deed
althans zoo Het ontbreekt je niet aan
brutaliteit, jongeman, maar ik hoop, dat
je je Biet verbeeldt my op een zwak
oogenblik te hebben betrapt.
Carlo, die den valschen toen hoorde in
hetgeen ze zei, lachte gélukkig. Het
spijt me je te moeten teleurstellen, maar
ik verbeeld me werkelijk wat, want dit
weet ik wel, dat een vrouw als jij zich niet
laat klissen door iemand, die haar totaal
onverschillig is. Eerder geeft ze hem in
zoo'n geval een geduchte afstraffing.
Kapitein Alberti met Ströbl en Liane
Lenois stonden voor hen.
Neem jij me maar eens onder je be
scherming, Capitano l zei Beate, zich tot
den Italiaan wendend. Ze nam zijn arm
en trok hem mee tot op eenigen afstand
van de anderen, waarbij zij triomfantelijk
naar Zeiler omkeek in de hoop hem weer
te prikkelen en hem op een dwaalspoor te
brengen.
Maar dat gelukte haar thans niet meer.
Hij keek haar rustig na en glimlachte in
de stellige overtuiging zijn doelthans te
hebben bereikt.
Den volgenden avond begaf Carlo zich
met de vaporetto naar Venetië. Het ge
heel e gezelschap deed hem tot den steiger
uitgeleide en onder kwinkslagen en schert
sende uitroepen van de achterblijvenden
vertrok de kleine stoomboot. Miss Pearson
riep hem nog na Maak het maar niet
al te bont daar op dat schermfeesten
de dikke Obdensky galmde met zijn zware
stem een Russisch afscheidslied.
Het uitgebreide souper in de prachtige
zaal «van Hotel Danieli verliep uitstekend.
De graaf van Turijn, eere-voorzitter van
het wedstrijdcomité, was tafelpresident, de
hoogste burgerlijke en militaire autoritei
ten van Venetië, die deel uitmaakten van
het wedstrydcomité, woonden het feest bij,
evenals de prijswinnaars en de maitres
d'assant, tot wie ook Capitona Alberti
behoorde, die zich dezen avond tegenover
Carlo van zijn beste zijde liet zien.
t(Wordt vervolgd.^