Het najaar is gekomen SHELTER REGENJAS vanaf f 19.75 Winterjassen en Ulsters f. I. DEN BOER i ZOON iiiiiiiiiiiniiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiniiifiniiniiiiiniiiiiiiiifiniiiiiiininiiiinB iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiini TWEEDE BLAD Vlissingsche Courant BRIEVEN UIT DE HOFSTAD MODIEUSE GARNEERINGEN publiek veel te wenschen overlaat. Men heeft nu een belangrijk communicatie-mid del, de radio, er bij gekregen, maar men maakt er geen of weinig gebruik van. Trou wens die radio-berichtgeving is in ons land al zeer sober. De bepaling, dat Zondags het plezier- auto-verkeer is stopgezet, is een zeer har den slag niet zoozeer nog voor de auto bezitters als voor degenen, die juist dien dag van dit verkeer moeten leven. Rondom Den Haag liggen tal van z.g. uitspannings gelegenheden, die juist Zondags op veel bezoek zyn ingesteld. De Hagenaars zullen er niet meer heen kunnen. Bovendien is het voor Den Haag zelf een harde slag, dat geen bezoekers daar meer heen kunnen. Alle week-end-bezoek per auto is thans vrijwel onmogelijk geworden., omdat het maar zelden mogelijk zal zijn Maandag morgen te vertrekken. We zullen de gevolgen ervan moeten af wachten, maar het valt aanstonds te vree zen, dat van tal van kanten ernstige klach ten over groote schade zullen gehoord worden. Hoe het gesteld is met de reeds ver kregen vermindering van benzine-gebruik, ook daarover is geen inlichting verstrekt. Iedere mededeeling daarover is tot nu toe uitgebleven. Hoort men de leveranciers van dit artikel, dan is er al een enorme vermin dering te constateeren, volgens sommigen zelfs tot de helft van wat zij vroeger plach ten te verkoopen. Daarnaast ziet men met leedwezen, dat duizenden paarden werkeloos staan in de militaire stallen en men vraagt zich af of met een zoodanige exploitatie is te verkrijgen dat de auto's in dien dienst zooveel mogelijk door paarden-tractie wordt vervangen. Het verkeer per fiets is ongetwijfeld weer toegenomen. Zij die over een auto beschik ken, zijn wel zoo verstandig om waar dit maar even kan, de kleine stukjes afstand bijvoorbeeld, liever per fiets af te leggen. Daarmede sparen zij niet alleen benzine, maar ook hun auto zelf. Het laat zich na tuurlijk aanzien, dat de prijzen der auto's zullen stijgen, waardoor het gebruik zal afnemen, óók al omdat men zal trachten door zuiniger gebruik ervan te maken, het leven ervan te rekken. De opbrengst der diverse belastingen op de auto's zal wel spoedig uitwijzen dat dit alles het geval is. Trouwens dat zelfde verschijnsel zal zich op allerlei gebied voordoen de opbrengsten volgens de bestaande tarieven zullen dalen en de verhoogingen zullen daarom dubbel zoo groot zijn met alweer het gevolg, dat daardoor allerlei bezuinigingen worden toe gepast, om daarin te voorzien. Het gewone proces der verschuivingen zal nu in veel mogelijk is na te laten wat niet onmiddellijk noodzakelijk is. Van hamsteren zullen wij maar niet spreken ook daarin zal wel een aardig bedrag zyn gestoken, al zijn dc voorraden wellicht niet abnormaal te noe men. Over een stad van een half millioen Beveilig U tegen elke weers gesteldheid met een degelijke in TWEED of GABARDINE, in alle kleurer, en de nieuwste mo dellen met 12 maanden schriftelijke garantie. In moderne bieden wij U thans ook een groote collectie. En bovendien op alle confectie 5 KORTING bij contante betaling, KLEEDINGMAGAZIJN BELLAMYPARK 12. dagblad voor ZeeUma, waar-in opgenomen de Breskensche Courant Vrijdag 6 October 1939. No. 236 Vijf en twintig jaar geleden. OORLOGSHERINNERINGEN. Enkele weken geleden schreef ik voor dit blad een artikel over de menschelijke fantasie, welke in oorlogstijd tot het ont staan van gruwelverhalen leidt. Naar aan leiding van Duitsche berichten, dat Pool- sche burgers velen gevangen en gewonden Duitsche militairen de oogen zouden heb ben uitgestoken, herinnerde ik aan soort gelijke verhalen, welke 25 jaar geleden door de invallers in België werden ver breid. dr. de Groot uit Den Haag zoo schreef ik belast met de leiding van het Roode Kruis-hospitaal in Maastricht, had naar de waarde dier verhalen een onder zoek gedaan en o.m. de hospitalen in Aken bezocht, waarheen speciaal de gewonden met uitgestoken oogen zouden zijn overge bracht. Welnu, er bleek geen woord waar te zijn van al die gruwelijke bedenksels. Een èn ander beschreef ik, uitvoerig en in bijzonderheden. En nu ontving de redactie van dit blad een dezer dagen het volgende schrijven van dr. D. H. van der Goot, uit Haren Groningen) Geachte Redactie, Tn een der Septembernummers van Uw blad staat als hoofdartikel ^Gruwel verhalen, onderteekend door Md. Aangezien in dit artikel gesproken wordt over een dr. de Groot (afkomsig uit Den Haag), zou ik gaarne met den onderteekenaar Md. willen correspon- deeren. Zoudt u mij zijn naam en adres kun nen noemen? Ik zelf was van 1901—1936 chirurg in Den Haag, werd in 1914 door het Roode Kruis naar Maastricht gezonden, en heb de rol gespeeld, die in dit artikel wordt beschreven. Ik herinner me ook nog zeer goed, dat ik destijds met een correspondent van een Nederlandsch blad over die gruwel verhalen heb gesproken. Het zou me daarom zeer aangenaam zijn, nog eens met den schrijver van het artikel te kunnen correspondeeren. Met beleefde groeten, Hoogachtend, w.g. dr. D. H. van der Goc(t Toen ik dezen brief kreeg doorgezonden, was ik werkelijk blij verrast, nog eens een levensteeken te kunnen ervaren van een der vele menschen, met wie ik een kwart eeuw geleden in een tjjd, welke veel banger en angstiger nog leek dan die van heden, een kort, maar dikwijls belangrijk en soms zeer innig contact heb gehad. In doodsnood een enkelen keer, of in gevan genschapDikwijls heb ik me later de vraag gesteld wat zou er van dien of die geworden zijn? Zou-ie den oorlog van toen hebben overleefd? En ook den „vrede" van daarna? Het is zoo zelden geweest, dat een toevallig contact uit den wereldoorlog zich later nog eens opnieuw deed vestigen. Daarom verrastte me die brief van dr. Van der Groot. Toen ik mijn artikel „Gru welverhalen" schreef, heb ik me voor de daarin aangevoerde gegevens geheel op mijn 25 jaar oude herinnering moeten ver laten en nu is het toch wel voldoening- wekkend, achteraf bevestigd te zien, dat het geheugen me nog geen parten speelt. Dr. van der Groot erkent de juistheid van wat ik schreef, slechts in de spelling van zijn naam heb ik me een beetje verward, dr. de Groot is dr. van der Goot Zijn briefje moge sommigen mijner le zers ten bewijze strekken, dat journalistiek werk niet zoo lichtvaardig tot stand komt, als wel eens wordt gemeend. Wan neer een journalist naar verre landen trekt om daar kopij op te doen of zelfs voor dat doel oorlogsterrein betreedt, dan heet het vaak nou ja, die kerel weet wel aardig te schrijven of niet maar d'r is natuurlijk een hoop fantasie bij Men In de groote vergaderzaal van het departement van Binnenïandsche Zaken Is een algemeen steuncomité geïnstalleerd door de eere-presidente van het comité. H. Iv. H. Prinses Juliana. V.l.n.r. aan tafel dr. W. G. A. van Sonsbeelt, prof. J. R. Sloto- maker de Bruïne, iur. A. J. A. baron van Heemstra, H. K. H. Prinses Juliana, mr. J. B. Kan (voorzitter), J. A. v. d. Kamp, N. A. Mep, J. Bakker. De crisis. Op tal van plaatsen in onze stad heeft men z.g. schuilkelders gemaakt, diepe put ten met dikke planken afgedekt en daarop met het uitgegraven zand overladen. Het zijn griezelige gangen, die den nerveuseling al dadelijk een rilling kunnen bezorgen. Het publiek staat vrij sceptisch tegenover deze holen. Er zijn er natuurlijk veel te weinig om het half millioen inwoners te bergen en de vrees, die al elders openlijk door een burgemeester is geuit, dat dit tekort tot afgrijselijke paniek aanleiding kan geven, wordt vrij algemeen gekoesterd. Men zegt nu wel, dat deze onderkomens bestemd zijn voor hen, die zich toevallig op straat be vinden, maar dan wordt het nog riskanter. Het is de Haarlemsche burgemeester, die onomwonden heeft verklaard, dat hij van die „bouwsels" in Amsterdam en Den Haag niets moet hebben en dat hij er voor geen goud zou willen inzitten. Gelijk heeft deze burgervader en wij weten, dat zeer velen in Den Haag hem volkomen gelijk geven, nu men deze ratten vallen van nabij heeft gezien. Het is altijd te primitief en te weinig overdacht in zijn gevolgen. Wij blijven het nog steeds betreuren, dat in het algemeen de voorlichting van het Ceintuur en handschoenen van soepel leer in pastelkleuren en gegarneerd met fyn borduursel in platsteek. Creaties van Hermés. Tijdens één van mijn wandelingen in hét Boïs de Boulogne, te Parijs, is het mij op gevallen, hoe rijk deze herfst zal worden aan gameeringen En ook thans is het de Parisienne, die ons hierin voorgaat en de toon aangeeft. Om U een denkbeeld te geven van wat er door haar op dit gebied zooal gedragen wordt, laat ik hieronder mijn vindingen volgen Ceintures, knoopen en clips zijn de ac cessoires van het toilet van heden voor zoover het namiddagjaponnen en sportcos- tuums betreft. Gebreide kleeding en in 't bijzonder pullovers trekken uit deze mode voordeel. Dikwijls is dit zelfs noodig en wel uit practische overwegingen, maar soms dienen deze accessoires er ook toe om aan een eenvoudig model meer cachet te geven. Of men den pullover onder of boven den rok draagt, het effect wordt steeds ver hoogd, wanneer hij in de taille door een leeren of peau de suède ceintuur bijeenge houden wordt. Dit jaar zijn de ceintures bijzonder origineel en stellen zich er niet mede tevreden, slechts een eenvoudige effen leeren riem te zijn. Strooken en riempjes van gevlochten leer, gestikte of van ver schillend leer Ingelegde banden zijn de cein tures van heden. Ook ziet men heel veel met spijkertjes beslagen ceintures zooals die van „Arys". Ook geborduurde ceintures zijn zeer mo dem. „Hermés" heeft een beeldige collectie, waarvan de hier afgebeelde foto U een dui delijk voorbeeld geeft Zij passen bij de handschoenen van hetzelfde leer. Zijn de japonnenceinturen aan den voorkant zeer hoog, die voor vesten en pullovers zijn min- d-r breed, zoodat tusschen onder- en boven gedeelte geen te groote insnijding gemaakt wordt. De mode om de vesten langs het geheele voorpand te knoopen heeft natuurlijk ertoe geleid, dat aan de knoopen voor de sluiting zeer veel aandacht besteed wordt. Men kan ze gerust tamelijk groot kiezen en in een kleur, welke met die van het vest contras teert. Wanneer het vest een ceintuur ver- eischt, zij'n beide accessoires van dezelfde kleur. Al naar het genre pullover kiest men leeren, houten, metalen, kristallen of gala- lieten knoopen. Met de monograms en de clips verlaten wij het practische en begeven ons op het zuiver gameerende gebied. Kimt U zich voorstellen hoe chique een heel een voudige pullover er uit zou zien, wanneer men hem door een ceintuur, clips en arm band van „Arys" zou completeeren. De lee ren monograms en zelfs de porte-bonneurs voor de bijgeloovigen gameeren gebreide kleeding voor sport en zee, maar zij mogen slechts die cosluums garneeren, die in vorm er details zeer eenvoudig zijn, zoodat alleen de garneering de origineele noot er aan geeft. Een Bella patroon f verkrijgbaar voor den leeftijd van 2 en 6 jaaruit Het Nieuwe Modeblad. Voor abonnementen zich te wen den tot de uitgevers van dit blad. Op de algemeene begraafplaats te Huisduinen werd het stoffelijk over schot van den korporaal-machinist J. A. Kruisland, die bij het ongeluk op de ,,Jan van Gelder" om het leven kwam, met militaire eer begra ven. De comrnan uit in de stelling der marine te Den Helder, schout by aacht H. Jolles spreekt aa de groeve. bedoelt dat niet beleedigend, maar gaat uit van het axioma dat journalistiek een beetje waarheid is, welke door veel be denksels moet worden omgeven om ze tot een lezenswaardig product te maken. Het is meestal niet zoo. Zeker, er zijn bijv. „oorlogscorrespondenten", die hun bivak opslaan in een goed hotel aan den buitenkant van de grens van het oorlog voerende land en produceeren uit de ver haaltjes van vluchtelingen, smokkelaars en koeriers. Maar wie werkelijk wat mee maakt van een oorlog of een ander onderwerp van het leven van vreemde volkeren, bekomt zóóveel interessante in drukken en doet zóóveel ongedachte we tenschap op, dat fantasie hem slechts zou kunnen hinderen en storen bij liet trekken van de lijn, die zijn ervaringen moet ver binden. Ik heb van dr. van der Goot méér erva ren dan hij zich op het oogenblik toen hij zijn briefje schreef, herinnerd schijnt te hebben. Voor mij is zijn persoon verbonden gebleven aan den smaak en de lucht van kaneel sedert 25 jaar kan ik geen kaneel meer proeven en word prikkelbaar als ik ze ruik. Dat kwam zóó Ik was in Leuven, toen deze stad werd verwoest. Met den moedigen Nederland- schen consul in Leuven, prof. Noyons, den redder van het kunstvolle bouwwerk het Leuvensche stadhuis, (thans hoogleeraar te Utrecht) en met mgr. Laudeuze, rector van de Leuvensche Universiteit, andere hoogleeraren, o.w. dr. Nerinx die latex- door de Duitschers tot burgemeester van de verwoeste stad werd aangewezen, voorts dezer gezinsleden, een aantal ge wonden, nonnen en geestelijken, heb ik en kele dagen, terwijl de stad werd gebombar deerd, doorgebracht in de kelders van het Instituut voor Filosofie „Leo XHI". Alle filosofische geest, waarover ik beschikte, had ik in die dagen noodig om ter been te blijven, want ik was in die kelders aanbe land na den avond en nacht te voren wilde avonturen in de stad te hebben beleefd. Het is niet mrjn bedoeling om weer een uitvoerige beschrijving te geven van de gebeurtenissen in Leuven 25 jaar geleden. Dan zou ik aan een dik boekdeel moeten beginnen. Ut verhaal dus in telegramstijl heel Leuven bi-andde en de bevolking was ten deele gevlucht, óf uitgedreven óf neer geschoten. Ik moest maar zien, zeide me generaal Von Manteuffel, dat ik hier of daar in een huis, dat nog niet brandde, een bed voor den nacht vond. Enfin, ik vond een geschikt heerenhuis aan den Boulevard de Namur en installeerde me daar, nadat ik een Duitsche wacht in de buurt ver zocht had om me te komen waarschuwen als de rondom woedende vlammen mijn bivak te kort benaderden, 's Avonds werd ik door zes zwaar bewapende soldaten uit een diepen slaap gehaald. Ik moest me aankleeden en werd daarop tusschen hen in naar het station gebracht over den duis teren Naamschen boulevard heen, waar de lijken van menschen en de cadavers van paarden zich lieten onderkennen door het vlammenschijnsel van het brandende Leu ven. Ik werd beschuldigd van brandstich ting in een fabriek en van spionnage. Kou sen en schoenen moest ik uitdoen, ik werd grondig gefouilleerd en tenslotte werd ik half gekleed „ter ruste gelegd" op den steenen grond van een perron op een plaats waar geen overkapping was, in een langen en zwaar-mistigen nacht. Er lagen daar nog eenige Belgen, óók gevangenen en we werden gezamenlijk bewaakt door schildwachten, die ons trapten en spuwden, en ons „franc-tireurs" scholden. 's Anderen daags werd ik eerst voor een paar officieren geleid en vervolgens voor generaal Von Manteuffel, op wien ik me daar ik hem reeds eerder ontmoette had beroepen. Het nonsensikale van de be schuldiging (geuit door een dronken sol daat) werd subiet vastgesteld ik kreeg al mijn spullen terug en aanvaardde de excu ses van den generaal. Maar van dien nacht, in den mist, lig gende op den steenen grond, had ik een hevge diarrhee behouden. Aan dit ongemak deed het kostje geen goed, dat in de kel ders van „Leo XIII" door professoren met schorten, zónder zout (dat was er niet msor) en andere normaal benoodigde in grediënten werd kiaai'gemaakt. Geen filo sofische overwegingen konden het tekort in de bestanddeelen van het eten wegwer ken. Ik werd zieker en zieker en wendde me tenslotte in de richting van de Neder- landsche grens, welke ik deels heb ik den afstand per fiets afgelegd, deels als meerijder op een boerenwagen en deels te voet eindelyk bereikte. Toen, in mijn en zijn hotel te Maastricht, heb ik dr. van der Goot voor den tweeden keer ontmoet. Nog steeds leed ik aan de gevolgen van mijn Leuvensch avontuur, maar de wakkere directeur van het Roode Kruis-hospitaal heeft er de ergste bezwa ren bezworen met ongelooflijke hoeveelhe den cacao en kaneel, die hij me met zacht geweld en sterken drang der rede deed slikken. Ik ben hem er nóg dankbaar voor. Maar den kaneelsmaak ben ik nog altijd niet kwijt. Md.,]

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 11