EEN „VAN MARNIX' LEGENDE"...? BRIEVEN UIT DE HOFSTAD RECHTSZAKEN Land- en Tuinbouw. Is van Marnix van St Aldegonde in Souburg begraven De geleerden zijn het er niet over eens. n*) Het kasteel van Van Marnix van Zooals wij bij Philips van Marnix' wieg hebben gestaan, staan wij ook bij diens graf Alle schrijvers stemden hierin overeen, dat deze rustelooze werker in den dienst van ons vaderland door zijn talrijke reizen een nierlijden had opgedaan, waaraan hij den 15en December 1598 te Leiden, waar hij bezig was aan de vertaling van den Bijbel uit den grondtekst in het Neder- landsch, is overleden. Ook stemt men hierin overeen, dat Phi lips van Marnix aldaar in de Pieterskerk is begraven, terwijl het stoffelijk overschot later werd overgebracht naar West-Sou burg en daar in het familiegraf werd bij gezet. In het„Leven van Philips van Marnix" door J. Prins vindt men daarvan nog de volgende bijzonderheden „Het wapen van Marnix hangt aan de linkerzijde van den predikstoel, met vier kwartieren, waarvan twee blind zoowel als het schild. Het bo venste aan de rechterzijde reeft een brui nen (gouden) dwarsbalk op een rood veld. Boven het wapen 1598 en daar onder Repos ailleurs (mijn rust elders). Op de onderlijst 15 December. Aan de rechter zijde hangt een wapen van dezelfde grootte en vorm, als het eerste met een eenvoudige lijst, waarvan het bovenste kwartier aan de rechterzijde heeft een bruinen (gouden) molen op een rood veld en aan de linker zijde van onderen een bruinen (gouden) dwarsbalk op een rood veld. Boven het wapen staat 1599 onder L. A. zonder in scriptie. Onder het laatste wapen zijn in den grond drie gewelven nevens elkander, elk in den vorm van een oven, slechts voor één lijk, van voren toegemetseld, waarin alleen beenderen zijn gevonden doch on der die ovens was een gemetseld vierkant l/2 voets waarin de beenderen van een buitengewone grootte verzameld, bewaard werden. En even daarbuiten een streng lang blond haar met een ijzertje (niet on gelijk aan die de landmeisjes thans op het hoofd dragen) doorvlochten". Wilhelm Broes, emeritus predikant te Amsterdam, die een eeuw geleden zijn his torische opstellen schreef over „Philips van Marnix, aan de zijde van Prins Wil len I", deelt eveneens mee, dat het graf van Philips van Marnix te West-Souburg is, „de teekenen wijzen het aan" En verder alle schrijvers, als Dr. Van Vloten, Dr. Chais van Buren stemmen hierin overeen, of nemen het over. Hier, te West-Souburg huldigen Antwer penaars Van Marnix in 1872 wanneer zij ter plaatse een gedenkteeken onthullen, bij gelegenheid van een taal- en letterkundig congres, dat in September van dat jaar te Middelburg werd gehouden. In 1898, den 15en December doen een dertigtal notabelen, onder aanvoering van hun burgemeester, den heer Jan van Rijs wijk, uit Antwerpen een bedevaart naar dit graf, alwaar zij hun grooten burge meester huldigen en eeren. Zij leggen er kransen, evenals de commandant van den oorlogsbodem „Marnix" en een deputatie der toenmalige in ons land bestaande Marnix-vereeniging, aan den voet van het gedenkteeken. Het is een zeer eenvoudig eerbetoon in tegenwoordigheid der plaat selijke autoriteiten, die sympathiek aandoet bij alle ware vaderlanders 1 Maar sedert een jaar i3 nu ook 's mans rust gestoord met betrekking tot diens graf Prof. Dr. J. N. Bakhuizen van den Brink heeft in de Gids van 1938 deel II pag. 326 gepubliceerd dat hij door een on derzoek in de registers der begraafboeken meent te kunnen vaststellen, dat Philips van Marnix in de Pieterskerk te Leiden op het „hooge choor" in het graf No. 35, dat ten name staat der familie van den Heer van Aldegonde is begraven en nimmer overgebracht Zelfs geeft dit onderzoek nog verbijste rende bijzonderheden, nl. dat er na de be graving in geen halve eeuw meer naar het graf was omgezien, dat geen rechten voor overboeking meer zijn voldaan, waardoor het graf weer vervallen is aan het kerk bestuur, waarom het op 14 October 1710 Het eerste artikel verscheen Zaterdag 2 September.. St. Aldegonde te Souburg. opnieuw verkocht is. Er zou met den in houd van dit graf zoo min rekening zijn gehouden als met elk ander graf, zegt de geleerde schrijver. Een ontstellende con clusie waaruit men de gevolgtrekking zou kunnen maken, dat dit graf, als van ieder ander, zooals men dat noemt zou zijn „geruimd" Dat zou het meest teleurstel lende zijn, wat zich laat denken. De mogelijkheid, dat het stoffelijk over schot zou overgebracht zijn acht Prof. Dr. Bakhuizen van den Brink niet aannemelijk, omdat voor grafopening rechten moesten betaald worden, hetgeen van dit graf vol gens den geraadpleegden „blafferd" niet zou zijn geschied. De studie van Prof. Dr. Bakhuizen van den Brink geeft nog enkele bijzonderheden. „Jacob van Marnix, Philips' zoon rust in „hetzelfde graf. Hij was sedert 2 Augustus „1592 kapitein over een vendel voetvolk, „huwde in 1596 Veronica Hoen zur Lippe „en woonde te 's-Gravenhage. Blijkens een „brief van Veronica van Februari 1599 is „hij aldaar overleden wel werd hij op 8 „Februari 1599 te Leiden begraven, zooals „uit den „blafferd" van 1599 blijkt". Zeer kort hebben Van Marnix' weduwe en haar schoondochter nog maar te Leiden aan de Pieterskerkgracht gewoond. Reeds het volgend jaar waarschijnlijk verhuizen zij naar het kasteel St. Aldegonde te West- Souburg. De geleerde schrijver concludeert, dat het gedenkteeken te West-Souburg Van Marnix' graf niet aanwijst en het stoffelijk overschot niet zou zijn overge bracht, terwijl Prof. Dr. Bakhuizen van den Brink vermoedt dat de wapenborden van Van Marnix die naast het graf van Oranjes rechterhand in de kerk te Leiden hebben gehangen, naar de kerk te West- Souburg zouden zijn overgebracht. Maar door deze onderstellingen rijzen er van zelf nieuwe vragen. Het is toch van algemeene bekendheid dat men in een kerk nimmer een wapenbord van een of ander adellijk persoon ophing zonder dat ook diens gebeente daar een rustplaats vond. Daarom schijft Wilhelm Broes ook in zijn studie over Van Marnix met betrekking tot diens laatste rustplaats „De teekenen wijzen het aan Waarom zou het niet mogelijk zijn, dat tegelijk met de overbrenging der wapen borden, het gebeente waarbij deze attribu ten behooren, naar West-Souburg is ver voerd? Mede omdat het stoffelijk over schot van dezen grooten vaderlander zoo kort in het graf te Leiden gerust heeft, geen rechten voor de grafopening zijn be taald en er zoodoende ook geen aanteeke- ning van in de registers heeft plaats ge vonden Bij deze veronderstelling behoeft het ook geen verwondering meer te wekken, dat naar het graf nimmer meer werd omgezien en het zefs weer door kerkmeesters is verkocht De overbrenging van het stoffelijk over schot van Philips van Marnix acht Prof. Dr. Bakhuizen van den Brink te berusten op een legende. Het kan waar zijn, maar daarop kan geantwoord worden, dat steeds aan een legende een werkelijkheid ten grondslag ligt, waaraan zij zijn ontstaan dankt. Men kan dan wijzen op het waarschijn lijke transport der wapenborden maar de overbrenging dezer attributen zonder hem, op wien zij betrekking hebben is ook niet aannemelijk 2 Daarom, zeggen wij met Wilhelm Broes „de teekenen" wijzen het aan. Maar vóór het jaar 1939 waarin men zich voorbereidde om bij zijn 400e geboorte herdenking Philips van Marnix te eeren als een man van buitengewone waarde voor ons volksbestaan, zijn ook deze eenvoudige teekenen met de kerk waarin het familie graf zou zijn geweest, onherroepelijk ver dwenen. Want de kerk werd gesloopt even als het kasteel „Aldegonde" en er zijn thans ook geen „teekenen" die wijzen op deze edele figuur naast den Vader des Vaderlands, dan uitsluitend de geestelijke erfenis van Philips van Marnix, die het deel werd van ons volk en zelfs nog merk baar is in de Zuidelijke Nederlanden, die hun grooten, waardigen voorzaat bij het vierde eeuwgetijde nog allerminst verge ten zijn Mogen de wieg en het graf van dezen waardigen, talentvollen man al legenda rische vragen opwerpen, het leven dat daartusschen ligt, werd als een gedurig offer op het altaar des vaderlands verteerd! Dankbaar staart het nageslacht nog na vier eeuwen op zoo'n toegewijd leven voor vrijheid en recht. H. J. B. Spanningen, De dagen van toenemende spanning zijn toch in Den Haag in volkomen kalmte verloopen. Het ia drukker op bepaalde centra, bij regeerings- en krantenbureaux ènvoor de winkels, waarin radio-ar tikelen worden verkocht. In deze laatste toch laat men de luidsprekers daveren, wanneer er weer nieuwe berichten worden uitgezonden. Daar wordt dan druk gepoli tiseerd en geven de diplomaten-van-de- straat hun wijsheid op luide wijze ten ge- hoore. Bij de winkels in levensmiddelen stonden ook wel lange rijen te wachten, maar dit is vrij spoedig uit geweest, omdat èn de regeeringsmaatrsgelen de hamster manie beteugelden èn omdat de voorraden uitverkocht waren. Natuurlijk is er meer ingeslagen dan misschien wel noodig was, maar of dit ver buiten de schreef is ge gaan, betwijfelen wij. Het is natuurlijk moeilijk te controleeren, want ook de ham steraar heeft zijn sluwe trucs, die niet al tijd ts achterhalen zijn. Zij, die geleidelijk hebben aangeschaft, misschien al weken lang, vallen niet op, maar zij zijn allicht de voornaamste. De aanwezigheid van vele militairen viel alleen op in de nabijheid der plaatsen, waar zij zijn ondergebracht. Zij gingen in den regel niet vèr van honk. Het belang stellend deel van het vrouwelijk geslacht kwam echter wel naar die honk-plaatsen toe. Wij zullen daarvan maar het beste hopen. In de buitenwijken was het over het al gemeen stiller dan anders. Het auto-ver- keer is even verminderd en daardoor is die stilte voor een deel ontstaan. De alge meene stemming onder de menschen is rustig en berustend men wacht maar af en blijft voortdurend hopen op een kente ring ten goede. Er zijn door-gefurneerde optimisten en er zijn zwartgallige pessi misten wier alarmeerende bespiegelingen niet al te veel effect hebben. Er wordt uiteraard scherp gecritiseerd ook op de din gen in eigen land, maar dat is nu eenmaal de aard van het volk, dat het graag zijn meening uit, te pas en te onpas. Eén geluk was er dat althans een groot deel der kinderen weer naar school is. Het lawaai op de straten is daardoor althans gedurende een aantal uren, verminderd. Het verwilderingsproces der vacanties is weer eenigermate tot bedaren gebracht. Overigens is hetgeen zich in de stad af speelt wel hetzelfde dat men overal elders kan waarnemen. Met alle inspanning wordt getracht de bedrijven gaande te houden, waarin plotseling belangrijke hia ten zijn gekomen door vertrek van krach ten. Men staat er nog verstomd van dat alles loopt zooals het loopt en het schijnt dus dat spoedige vervanging mogelijk bleek. Vertraging was onvermijdelijk, maar in de voorziening van het allernoodigste is deze inderdaad minimaal gebleven. En zoo gingen wij allen dus verder, ho pend en vertrouwend dat alles zich nog ten goede zal keeren, al is er niet veel grond voor deze hoop en dit vertrouwen. Er werd nog niet algemeen aan den lijve gevoeld, wat er gaande was. Moge dat zóó blijven. Het is wel opmerkelijk wat een belang rijke plaats de radio in het leven is gaan innemen. Men kan het constateeren dat op de oogenblikken van uitzending der nieuwsberichten het stil is in de straten, wijl ieder luistert, die daartoe gelegenheid heeft. Het was wel bijzonder tragisch, dat de mededeeling van het begin van den grooten oorlog juist kwam terwijl alle Zondagmorgenkerkdiensten, die bijzonder aan den vrede gewijd zouden zijn, nog aan den gang war 1. Het moet voor die dui zenden, die daaraan deelnamen wel een diepe desillusie geweest zijn, toen zij op straat gekomen, onmiddellijk die vreese- lijke berichten vernamen. Terwijl zich an ders in dat uur nogal wat drukte op straat ontwikkelt, was het nu opvallend stil. Een plotseling invallende hevige re genbui hielp er toe mede om het publiek hun huizen in de drijven. Toch was het 's middags op Schevenin- g«..i weer heel druk en van een bijzondere stemming viel daar niets te bespeuren. Trouwens het valt ons steeds weer op, hoe betrekkelijk weinig er over de tragische toestanden wordt gesproken. Het lijkt als of men de houding aanneemt van in be rusting te willen wachten. Natuurlijk, er zijn er die het voortdurend noodig vinden om te discusieeren en aan iedereen zijn „idés" te vragen, maar dat geschiedt bij alle min of meer opzienbarende gevallen die zich voordoen, maar het meer verstan dige deel dsr menscheid acht het klaar blijkelijk beter nu maar niet te veel te re deneeren over onderwerpen, waaromtrent niet de minste zekerheid bestaat. Voor het oogenblik houdt de voedsel voorziening vooral de huismoeders druk bezig, al constateeren wij ook bij deze een gelatenheid en een goed vertrouwen op de zorg van de overheid. Er is één artikel dat juist in den Haag veel aanleiding tot moeilijkheden geeft en dat is het artikel rijst. Het is opmerkelijk hoe het gebruik daarvan in den loop der jaren is toegeno men. Misschien is dit onder invloed van de vele Indisch-gasten, die het voorbeeld ge ven. Het aantal v/inkels waar alle Indi sche ingrediënten te koop zijn is evenzeer tosgenomen als het aantal Indische eet huizen, waaruit geconcludeerd kan wor den, dat de rijsttafels zich ook uoe langer hoe meer een plaats heeft veroverd in de Hollandsche gezinnen. Als men in die eet huizen eens rondziet, constateert men spoedig dat er talloos velen zijn, aan wier gezichten men wel kan zien, dat zij oer- Hollauders zijn en nimme.- een voet in een der overzeesche gewesten zetten. Het ar tikel rijst is een sterke concurrent gewor den van den Hollandschen aardappel Mocht het dus tot distributie van de ryst komen, dan zal deze wel eenige moeilijk heden opleveren. Velen plegen een baaltje rijst te kocpen, 10 a 15 Kg. wegend. Dat is voor hen normaal, maar reeds nu zagen wij, dat pieper-vrienden óók dergelijken inslag deden bij wijze van voorzorg. Het kwam er voor dat de rystklanten hun hoeveelheid niet konden bekomen. Wij betrappen ons zelf er op, dat wij te midden van de ernstigs wereldtoestan den toch nog kalm over pietluttige voe dingskwesties praten. Maar zóó is nu een maal het leven. Alles draait altijd en voor al om het eigenbelang en altijd lykt dit nog wel individueel het gewichtigst. Zóó is en blijft de me isch nu eenmaal altijd, al gaan zijn levenstheorieën nog zóó hoog. En zóó zal het wel blijven. Het lijfsbehoud ligt ieder het naast en dit is onvermijde lijk. Schikken wij ons thans in alles wat on vermijdelijk is. EIBER. RECHTBANK TE MIDDELBURG. Zitting van 8 September. Diefstal ten nadeele van zijn vader. P. v. S., 38 jaar, werkman te Vlissingen, thans in voorloopige hechtenis, had zich te verantwoorden wegens diefstal van een bankbiljet van 100 gulden, ten nadeele van zijn vader, gepleegd te Vlissingen, in den nacht van 31 Juli op 1 Augustus 1939 te Vlissingen. Verdachte erkende de feiten. Hij zegt vele café's te hebben bezocht en denzelfden dag waren de ƒ100 op. De officier van justitie is van oordeel dat een strenge straf, gezien het verleden van verdachte, op zijn plaats is. Hij eischt 5 maanden gevangenisstraf met aftrek voor arrest. De verdediger van verdachte be pleitte clementie. Veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld. B. G., 22 jaar, etaleur, wonende te 's-Hee- renhoek, was verdacht dat hij op 31 Juli 1939 des voormiddags om 8 uur te of nabij Nieuw- en St. Joosland, als bestuurder van een bestelauto, waarmede hij alstoen reed over den voor het openbaar verkeer open- staanden rijweg, den Rijksweg, gaande in de richting naar Middelburg, daarmede een voor het rechts op dien weg stilstaande vrachtauto hoogst roekeloos, onachtzaam en onvoorzichtig links heeft voorbijgereden, vermits toch in verband met de aldaar be schikbare wegbreedte een uit de richting van Middelburg naderende motortandem, die door zekere W. Roderkerke en diens echtgenoote E. S. Schutter werd bereden en die gelijktijdig met hem verdachte ter hoogte van die stilstaande vrachtauto kwam rijden en voor hem verdachte niet genoeg ruimte overbleef om die vrachtauto te pas- seeren, tengevolge waarvan de door ver dachte bestuurde bestelauto en de tandem met elkaar in aanrijding kwamen, en de motortandem met bestuurders tegen den grond werden geslingerd, waarbij voor noemde personen zwaar lichamelijk letsel bekwamen, o.m. een schedelbasisfractuur en andere verwondingen. Verdachte was niet verschenen. De offi cier van justitie eischte 1 maand hechtenis- straf. Verduistering van een motorrijwiel. B. C. J., 25 jaar, monteur te Breskens, thans gedetineerd, was verdacht dat hij omstreeks 23 Mei 1939 te Goes opzettelijk een motorrijwiel, merk Puch, toen in eigen dom toebehoorende aan A. A. de Zeeuw te Terneuzen, aan een ander dan verdachte, w - motorrijwiel hij verdachte alstoen van dien A. A. de Zeeuw in huurkoop had, en nog niet geheel had afbetaald, wederrechte lijk zich heeft toegeëigend. De getuige de Zeeuw, garagehouder te Terneuzen, zegt dat verdachte het motor rijwiel in huurkoop had voor 350. Verdach te moest nog twee termijnen van 22.50 be talen toen hij het motorrijwiel verkocht. Thans is alls betaald. De verdachte ondervraagd, bevestigt aan de politie te Retranchement aangifte te hebben gedaan, dat zijn motor op het Sta tionsplein te Brugge was gestolen terwijl hij wist dat zulks niet het geval was. Op 28 Juni 1.1. zegt verdachte te Gent te zijn gearresteerd. De president wijst ver dachte op zijn verleden en wijst er verdach te op op welke wijze hij in Holland is ge komen vanuit Hongarije, en door verschil lende personen vooruit is geholpen. Ver dachte zegt niet terug te kunnen naar Hon garije, aangezien hij deserteur is. De officier van justitie achtte de feiten bewezen, en zegt dat al hetgeen verdachte ter zijner verdediging aanvoert, niet zonder reserve kan worden geaccepteerd. De officier eischt 3 maanden gevangenis straf met aftrek voorarrest. De verdediger van verdachte, mr. Kouse maker te Kloetinge, leest een brief voor van een predikant uit Zierikzee, die een gunstig oordeel over verdachte geeft. Pleiter kan de houding van den benadeelde De Zeeuw niet apprecieeren, en meent in verdachte geen misdadiger te zien. De verdediger verzocht hoogstens veroor deeling gelijk aan den tjjd dat verdachte preventief heeft gezeten, subsidiair een voorwaardelijke veroordeeling. Tevens ver. zocht hy de onmiddellijke invrijheidsstellin» van verdachte. Nadat de rechtbank in raadkamer wag geweest, werd de invrijheidstelling van ver* dachte geweigerd. Diefstal van auto-onderdeelen, F. J. P., 31 jaar, koopman te Middelburg thans in voorloopige hechtenis in het huig van bewaring te Middelburg, had zich te verantwoorden wegens diefstal van diverse auto-onderdeelen ten nadeele van G. p Goergen te Middelburg op 5 Augustus 1939, Verdachte erkende de feiten. Hij heeft de ontvreemde voorwerpen verkocht aan zekere Vader voor 5.30. Verder doet ver. dachte een verhaal over al de straffen diq hreeds heeft gehad en nog te goed heeft. De officier van justitie achtte de feiten bewezen en eischte een gevangenisstraf van 3 maanden. De verdediger van verdachte, mr. Kouse. maker, advocaat te Kloetinge, zegt, dat het niet gemakkelijk is iemand te verdedigen die al zooveel veroordeelingen achter den rug heeft. Volgens pleiter speelt de drank hier groote parten. Verder verzoekt pleiter aan de rechtbank de meeste clementie voor verdachte. Geknoei met gedenatureerde aardappelen. G. J. D., 24 jaar, koopman te Kruinin. gen, was verdacht dat hij tesamen en in vereenigiging met zekeren J. C. Meeuwse, in de maanden Febr. tot Maart 1939 in Ne. derland aan een wekere Böhmer, en aan een zekere Brouwer, telkens opzettelijk heeft verhandeld, afgeleverd of doen afleveren voor de menschelijke consumptie een hoe- veelheid gedenatureerde aardappelen waar. van de kunstmatige kenmerken door het vermengd zijn met ongedenatureerde aard- appelen van dezelfde soort, geheel of ge. deeltelijk verdwenen, althans in duidelijk- heid verminderd waren. Vervolgens had zich te verantwoorden J, C. Meeuwse, 44 jaar, commissionair te Nisse, die zich voor een dergelijk feit had te verantwoorden. Verdachten waren verschenen. Verdachte D. werd rechtskundig bijgestaan door mr, P. C. Adriaanse, advocaat te Middelburg. In beide zaken werden een drietal getui gen gehoord, die allen bleven bij hun ver, klaringen destijds voor den Rechtercom- missaris afgelegd. De verdachte D. zegt eerst in Nijmegen, alwaar hij een groote hoeveelheid aard. appelen afleverde, tot de ontdekking te zijn. gekomen dat er bij de partij gedenatureer. de aardappelen waren. De Officier van Justitie requisitoir ne mende, zegt zelfs is het door den ver dachte gevolgde systeem van verdediging is het telastegelegde bewezen. Hij eischt 1000 boete of 2 maanden hechtenis. De verdediger van verdachte is tot de conclusie gekomen dat verdachte nimmer en te nooit voor het telastegelegde kan worden veroordeeld. Pleiter verzoekt dan ook dat verdachte zal worden vrijgespro ken. Verdachte nader ondervraagd, zegt dat hij een omzet heeft van 50.000 en er nie mand is die een cent van hem krijgt. De verdachte M. gaf de hem telastege legde feiten toe. Ook in deze zaak eischte de officier van justitie een geldboete van 1000 of 2 maanden hechtenis. Een nieuwe rogge-variëteit. Sinds enkele jaren werd in ons land in gevoerd een nieuwe rogge, namelijk Marien rogge. Hoewel men deze nieuwe variëteit gedurende de laatste twee jaar, grondig be proefd heeft, blijkt dat deze reeds een be langrijke uitbreiding heeft ondergaan, die in overeenstemming is met de waarde van het ras. Deze rogge is dan ook in de rassenlijsö opgenomen en wordt hierin beschreven als een flink uitstoelend ras, met kort stevig stroo en met een goed halmgetal. Zij rijpt ongeveer met de Petküser en heeft een korte breede aar met weinig korrelafval, Officieele proev-en over de laatste twee jaren genomen door Wageningen, geven het de opbrengst aan korrel is zeer hoog. «volgende beeld 1937 aantal proeven 15, Petküser 100, Marien 108.7 1938 aantal proeven 44, Petküser 100, Marien 107.8. Het is van belang, dat deze rogge overal in Nederland geprobeerd wordt. Van de oogst 1939 liggen nog weinig proefveld* cijfers voor en zal dus afgewacht moeten worden of de gunstige cijfers der voor gaande jaren opnieuw gehaald kunnen wor den. Velen is het wel bekend dat het zoeken naar nieuwere en betere rassen een zeer kostbaar en tijdioovend werk is, maar wan neer het zich laat aanzien zooals het niet de Mariënrogge het geval is, dan mag men dit werk apprecieeren, omdat de ver bouw ervan onze landbouwers groote voor* deelen brengt. HOOGWATER TE VLISSINGEN EN BRESKENS September Zaterdag 9 10.00 22.46 Zondag 10 11.21 23.58 Maandag 11 12.19 APOTHEEK GEOPEND Zondag 10 Sept-ember is de apotheek geopend van den heer A. J. van Ocken* burg, Walstraat 54.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 6