Een Nederlandsche neutraliteitsproclamatie De belangrijkste vragen uit het publiek Zondagmiddag Is de buitengewone Ne derlandsche Staatscourant, no. 171 d. uit gekomen, die de volgende verklaring be vat NEUTRALITEITSPROCLAMATIE. De Ministers van Algeoneene Zaken a.i., van Buitenlandsche Zaken, van Justitie, van Defensie en van Koloniën, daartoe door Hare Majesteit te Koningin gemach tigd, brengen ter kennis van een ieder, v/ien zulks aangaat, dat de Nederlandsche regeering ter zake van den oorlogstoe stand, die is ontstaan tusschen eenige vreemde mogendheden, volstrekte onzijdig heid zal in acht nemen en dat ter hand having van die onzijdigheid de volgende be palingen zijn vastgesteld. Artikel 1. Geen vijandelijkheden op Neder- landsch territoir. 1. In het rechtgebied van het Koninkrijk der Nederlanden, omvattende het grond gebied en watergebied van Nederland, Ne- derlandsch-Indië, Suriname en Curagao, de territoriale zee en de boven dit grondge bied, dit watergebied en deze territoriale zee zich bevindende luchtruimte, worden geenerlei vijandelijkheden toegelaten. Dit gebied mag door geen der oorlogvoerenden als basis voor operatiën tegen den vijand worden gebruikt. 2. Onder territoriale zee wordt verstaan de kustzee tot op een afstand van drie zeemijlen van zestig in den breedtegraad, gerekend van de laagwaterlijn. Met be trekking tot baaien wordt die afstand van drie zeemijlen van een rechte lijn af, dwars door de opening van de baai getrokken, indien de opening van de baai meer dan tien zeemijlen bedraagt, zal die lijn wor den getrokken zoo dicht mogelijk bij den ingang op het eerste punt, waar de breedte de tien zeemijlen niet overschrijdt. De reeden, waarvan de grenzen door de regeering zijn vastgesteld, zijn begrepen in de territoriale zes, al mochten deze gren zen zich verder dan drie zeemijlen van de laagwaterlijn uitstrekken. Artikel 2. Verboden voor oorlogvoerenden. Aan de oorlogsvoerenden is verboden 1. Het bezetten van eenig deel van hst rechtsgebied door hunne strijdkrachten 2. het binnenkomen in- of het doortrek ken van dit gebied door troepen of onder deden daarvan, benevens door convooien. Onder convooien worden verstaan transpor ten onder militair geleide en bovendien transporten zonder militair geleids, die het karakter dragen van étappenvervoer 3. het binnenkomen in- of het doortrek ken van dit gebied: met a. oorlogsschepen en troepentransporten b. koopvaardijschepen onder de vlag van één der oorlogvoerenden, welker bouw, uit rusting of bemanning reden geeft te ver moeden, dat zij in een onmiddellijk vooraf gaande periode als oorlogsschip, mijnenleg- ger of troepentransportschip zijn gebruikt, dan wel in een onmiddellijk volgende pe riode daartoe zullen worden gebruikt c. koopvaardijschepen onder de vlag van één der oorlogvoerende partijen, die van geladen mijnen zijn voorzien d. koopvaardijschepen onder de vlag van één der oorlogvoerende partijen, die mili taire luchtvaartuigen in gebruiksklaren toestand aan boord hebben 4. het binnenkomen in- of het doortrek ken van dit gebied met militaire luchtvaar tuigen, luchtvaartuigen voor troepentrans port of luchtvaartuigen, die in een toe stand verkeeren, die hen in staat stelt tot een onmiddellijken aanval. Artikel 3. Koopvaardijschepen, voorzien van een geschutbewapening voor defensieve doel einden, worden, na voldaan te hebben aan de door de plaatselijke autoriteiten in het belang der veiligheid te stellen eischen, in de havens èn reeden slechts toegelaten tot een door de plaatselijke overheid in ver band met 's lands veiligheid vast te stel len aantal en mits het aantal stukken ge schut boven 8 cm. niet meer dan twee en hun kaliber minder dan 16 cm. bedraagt en de grootte hunner bemanning de nor male sterkte voor handelsdoeleinden niet aamerkelijk overtreft. Interneeringsbepalingen. Artikel 4. 1. Troepen öf onderdeelen daarvan, be- hoorende tot de oorlogvoerenden, komende in het rechtgebied, worden ontwapend en geïnterneerd. 2. Oorlogsschepen of daarmede in art. 2 Onder 3, gelijkgestelde vaartuigen van oorlogvoerenden, welke handelen in strijd met de bepalingen van de artt. 2 of 8, worden met hunne bemanningen en de mi litaire opvarenden geïnterneerd. 3. Militaire of daarmede in art. 2 onder 4. gelijkgestelde luchtvaartuigen van de oorlogvoerenden, komende binnen het rechtsgebied, worden met hunne bemannin gen en de militaire opvarenden geïnter neerd. Zij zullen daartoe worden gedwon gen te landen of op het water neer te strijken, zoo zij zulks niet reeds vrijwillig doen. Wanneer zulke luchtvaartuigen zich bij het afkondigen van de neutraliteitspro clamatie binnen het rechtsgebied bevinden, worden zij geïnterneerd. 4. Luchtvaartuigen, opgesteld aan boord van oorlogsschepen (vliegkampschepen of andere) of daarmede in art. 2 onder 3. ge lijkgestelde vaartuigen zullen worden be schouwd' als deel uit te maken van zulke schepen op voorwaarde, dat zij gedurende het verblijf in het rechtsgebied (artikelen 6 of 8), in den toestand van rust blijven. Bij niet-naleving van deze voorwaarde wor den zij behandeld als militaire luchtvaar tuigen. Artikel 5, In afwijking van art. 4 worden niet ge ïnterneerd 1. Schipbreukelingen, die het land berei ken of door een handelsvaartuig dan wel niet-militair luchtvaartuig uit zee worden aangebracht, benevens zieken en gewonden door zoodanig vaartuig op zee overgeno men en aan land gebracht, tenzij tegenover de wederpartij eenige verbintenis ter zake van interneering is aangegaan en tenzij de schipbreuk, r.esp. de overneming der zie ken en gewonden, binnen het rechtsgebied is geschied en de binnenkomst aldaar van het vaartuig krachtens de regelen dezer proclamatie niet geoorloofd was 2. de militaire opvarenden van een koop vaardijschip, niet vallende onder de bepa lingen van art. 2. hetwelk uitsluitend voor het aanloopen van een haven of reede bin nen het rechtgebied komt. Eveneens worden niet geïnterneerd 3. ontvluchte krijgsgevangenen 4. deserteurs. Artikel 6. Het bepaalde in art. 2 onder 3 en art. 4, leden 2 en 3 is niet van tospassing op 1. Oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder 3 gelijksgestelde vaartuigen, welke aannemelijk maken, dat zij wegens averij of w-sgens de gesteldheid der zee genood zaakt zijn één der havens of reeden van den staat binnen te loopen, mits zulks niet geschiedt tijdens een achtervolging door den vijand. Deze schepen zullen hunne averijen onverschillig door welke oorzaak ontstaan in de aangeloopen haven mogen herstel len, voorzoover zulks voor de zeewaardig heid onmisbaar is en zonder overigens op eenigerlei wijze hun strijdkracht te ver meerderen. Zij zullen moeten vertrekken zoodra de omstandigheden, welke het bin- nenloopen noodzakelijk maakten, hebben opgehouden te bestaan. De regeering kan een termijn stellen, bij overschrijding waar van de interneering van schip, bemanning en militaire opvarenden zal volgen. Leden der bemanning en militaire opvarenden, die bij het vertrek van het vaartuig achter blijven, worden geïnterneerd 2. oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder 3 gelijkgestelde vaartuigen van oor logvoerenden, welke kunnen bewijzen, dat hunne komst binnen het rechtsgebied vol strekt onopzettelijk i geschied en ondanks de omstandigheid, dat de uiterste voor zorgsmaatregelen waren genomen tot ver mijding van de binnenkomst 3. oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder 3. gelijkgestelde vaartuigen, alsmede militaire luchtvaartuigen of daarmede in art. 2 onder 3. en 4. gelijkgestelde vaar tuigen van oorlogvoerenden, welke uitslui tend gebezigd worden voor een godsdien stige, wetenschappelijke of mer.schenlie- vende zending. Oorlogsschepen van oorlogvoerenden. Artikel 7. Van de geheel in Nederlandsch rechtsge bied gelegen zeestraten, is de doorvaart door Straat Soenda aan de oorlogsvaartui gen of de in art. 2 onder 3." daarmede ge lijkgestelde vaartuigen van een oorlogvoe rende toegestaan, mits de bevelhebbers der schepen vooraf den wensch hiertoe kenbaar maken aan de ter plaatse aanwe zige bewakingsvaartuigen en zich stipt ge dragen naar het voorschrift van art. 1 en naar de voorschriften der betrokken auto riteiten. Artikel 8. Een oorlogsschip of daarmede in art. 2 onder 3. gelijkgesteld vaartuig van een oorlogvoerende ,dat zich bij het uitbreken van den oorlog in het rechtsgebied mocht bevinden, moet binnen den door de plaatse lijke autoriteiten voorgeschreven termijn vertrekken. Artikel 9. 1. Wanneer oorlogsschepen of daartoe in art. 2 onder 3. gelijkgestelde vaartuigen van tegen elkander oorlogvoerende partijen welke onder artt. 6 of 8 vallen, zich gelijk tijdig in elkanders nabijheid binnen het rechtsgebied bevinden, moeten er minstens 24 uur verloopen tusschen het vertrek van aan elkander vijandige schepen. De orde van het vertrek wordt, behoudens bijzon dere omstandigheden, bepaald door de orde van aankomst. 2. Een oorlogsschip of een daarmede in art. 2 onder 3. gelijkgesteld vaartuig van één der oorlogvoerende partijen kan de zelfde of een nabijgelegen haven of reede niet verlaten binnen 24 uur na vertrek van een handelsvaartuig, dat de vlag van zijn tegenpartij voert. Artikel 10. 1. Wanneer een oorlogsschip of daar mede in art. 2 onder 3. gelijkgesteld vaar tuig van een oorlogvoerende bi het uit breken van den oorlog in het rechtsgebied vertoeft, kan worden toegestaan levens middelen en water aan te vullen tot den normalen voorraad en de brandstof tot een hoeveelheid noodig om, met inbegrip van den aan boord nog aanwezigen voorraad, ds naaste eigen haven of die van een bond genoot te bereiken. 2. schepen, die overeenkomstig art. 6 on der 1, wegens averij of wegens gesteldheid der zee in het rechtsgebied worden toege laten, mogen hunnen levensmiddelen, water en brandstof aanvullen, voorzoover benoo- digd voor het verbruik gedurende het ver blijf, Artikel 11. Prijzen worden niet in het rechtsgebied toegelaten. Komt een prijs in het rechtsge bied, dan wordt hij met de opvarenden vrij gemaakt. De prijsbemanning wordt ge ïnterneerd, tenztf de binnenkomst noodza kelijk was tengevolge van averij of gesteld heid der zee. Artikel 12. Oorlogsmateriaal, dat uit zee aan 's lands kusten is aangepoeld of in zee is aange troffen en binnengebracht, wordt geïnter neerd, of indien de openbare veiligheid dit noodzakelijk maakt vernietigd. Geen hulp aan oorlogvoerenden. Artikel 13. Het is verboden in het rechtsgebied ten behoeve der oorlogvoerenden strijderskorp sen te vormen of aanwervingsbureaux te openen. Artikel 14. Het is verboden in het rechtsgebied op oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder 3. gelijksgesteilde vaartuigen van de oor logvoerenden dienst te nemen. Artikel 15. Het is verboden in het rechtgebied ten behoeve van een oorlogvoerende vaartui gen, voor militaire doeleinden bestemd, uit te rusten, te bewapenen of te bemannen, of zoodanige vaartuigen aan een oorlogvoeren de toe te voeren of te verschaffen. Artikel 16. Het is verboden in het rechtsgebied aan oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder 3. gelijkgestelde vaartuigen van een oor logvoerende wapenen of munitiën te ver strekken, als ook om hen op eenigerlei wijze behulpzaam te zijn in de meerdering hunner bemanning of uitrusting. Artikel 17. Het is verboden in het rechtsgebied, zon der voorafgaande machtiging der bevoegde autoriteiten ter plaatse, aan de oorlogs schepen of daarmede in art. 2 onder 3. ge lijkgestelde vaartuigen van de oorlogvoe renden herstellingen aan te brengen en herstellingsmaterialen, gereedschappen, le vensmiddelen, water of brandstof te ver strekken. 9 Artikel 18. 1. Het is verboden wapenen, munitie, herstellingsmaterialen, gereedschappen, brandstoffen en alle voor de oorlogvoering benoodigde materialen binnen het rechts gebied in voorraad te houden met het ken nelijk doel om de gelegenheid of te wach ten deze in de nabijheid van het rechtsge bied aan de zeestrijdkrachten van een der oorlogvoerenden over te geven 2. Het is eveneens verboden wapenen, munitie, herstellingsmaterialen, gereed schappen, brandstoffen en alle voor de oor logvoering benoodigde materialen vanuit het rechtsgebied rechtstreeks aan de in de nabijheid daarvan vertoevende zeestrijd krachten der oorlogvoerenden toe te voe ren. Bepalingen voor vreemde vlieg tuigen. Artikel 19. 1. Het verlaten, van het rechtsgebied is verboden voor ieder luchtvaartuig 1. dat binnen het rechtsgebied in een toestand is gebracht, die het in staat stelt een vijandelijken aanval uit te voeren 2. dat toestellen of materialen bezit of vervoert, waarvan de opstelling of het ge bruik het in staat stelt een vijandelijken aanval uit te voeren 3. waarvan er reden is aan te nemen, dat het bestemd is om gedurende de reis tegen een der oorlogvoerenden te worden gebruikt 4. tot welks bemanning een lid van de strijdmacht van een der oorlogvoerenden behoort. 2. het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing op neutrale militaire luchtvaarten, die na het uitbre ken van den oorlog met toestemming van de regeering binnen het rechtsgebied zijn gekomen. 3. Het is verboden eenig.en arbeid te ver richten aan een luchtvaartuig, waarvan het doel is het gereed te maken voor vertrek in strijd met het doel van dit artikel. Artikel 20. Het is verboden in het rechtsgebied met luchtvaartuigen van welken aard ook, waarnemingen in de lucht uit te voeren van de bewegingen, operatiën of verdedi gingsmiddelen van één der oorlogvoeren den, met het doel hierover den anderen oorlogvoerende in te lichten. Radiostations. Artikel 21. Het is verboden in het rechtsgebied ra diostations of andere middelen van be richtgeving op te richten of te exploiteeren ten dienste van een oorlogvoerende mo gendheid. Artikel 22. 1. Het is verboden in het rechtsgebied gebruik te maken van radiostations voor het uitzenden van inlichtingen over de bui ten het rechtsgebied aanwezige militaire strijdkrachten. 2. 'Schepen of luchtvaartuigen in het rechtsgebied mogen geen gebruik maken van hun radiostation anders dan voor noodseinen, voor seinen noodig voor de na vigatie en voor meteorologische doeleinden. Artikel 23. 1. Verder wordt de aandacht gevestigd op de artt. 100, onder 1. en 205 van het Ne derlandsch wetboek van strafrecht, artt. 122, onder 1. en 238 van het Indisch wet boek van strafrecht, de artt. 106, onder 1. en 211 van het Surinaamsch wetboek van strafrecht, de artt. 106, onder 1. en 21) van het Curagaosche wetboek van straf recht op art. 7, onder 4, der wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap van 1892 (laatstelijk bekend gemaakt in het Nederlandsch Staatsblad van 1937, no. 206) op art. 2, le lid, onder 3. van de wet op het Nederlandsch onderdaanschap van 10 Februari 1910 (Nederlandsch Staats blad van 1910, no. 55, Indisch Staatsblad van 1910, no. 206, gouvernementsblad van 1910, no. 15, publicatieblad van 1910, no. 14), laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 December 1936 (Nederlandsch Staats blad van 1936, no. 913, Indisch Staatsblad van 1937, nos. 389 en .392, gouvernements- Vraag Mijn man is met de mobilisatie opgeroepen. Zijn auto staat nu ongebruikt in de garage. Kan ik teruggave of onthef fing verkrijgen van de personeele belasting voor dezen auto over de resteerende maan den van het belastingjaar. Antwoord Neen. Teruggave of onthef fing van personeele belasting voor niet in gebruik zijnde motorrijtuigen wordt slechts verleend wanneer het motorrijtuig gedurende het geheele belastingjaar, dus van Januari tot en met December, buiten bedrijf is en daarvan voor 15 Januari van dat jaar mededeeling wordt gedaan aan den betreffenden inspecteur der directe belastingen. Wij vestigen echter uw aan dacht op de mededeeling van de K.N.A.C. en den A.N.W.B. dat zij ter zake stappen zullen ondernemen bij de autoriteiten. Men wachte de verdere berichten daaromtrent af. Vraag Wat te doen wanneer men zich wil aanmelden bij de vrijwillige burger wacht in de verschillende gemeenten? AntwoordDaartoe moet men zich richten tot den commandant van de plaat selijke burgerwacht. Persoonlijke aanmel ding is gewenscht. Vraag Wat is in het algemeen de hou ding van de werkgevers ten opzichte van gemobiliseerd personeel Antwoord Het is bekend, dat de centra le organisaties van wex'kgevers, te weten het Verbond van Ned. Werkgevers, de Al- gemeene Katholieke Werkgeversvereni ging en het Christ. Werkgeversverbond, reeds eenigen tijd geleden per communiqué den werkgevers in Nederland hebben ver zocht om, voor zoover in hun vermogen ligt, maatregelen te nemen, ten einde het onder de wapenen geroepen personeel zoo weinig mogelijk persoonlijk nadeel te doen ondervinden van de verplichtingen, welke zij in het belang van de landsverdediging hebben na te komen. Het stemt tot voldoening van vele kan ten te mogen vernemen, dat aan een zoo danig beroep in het algemeen gehoor is gegeven. Vraag Hoeveel kan ik in dezen tijd van mijn spaarbankboekje halen AntwoordU kunt per week 100 di rect van uw boekje krijgen. Grootere be dragen moeten voorafworden aange vraagd. Vraag Ik woon dicht bij de grens en kan niet buiten mijn triptiek. Hoelang kan ik wachten met de zuivering van mijn triptiek zonder in moeilijkheden te komen Antwoord Het valt niet te zeggen, ook niet voor hen, die dicht bij de grens wo nen, hoe lang de mogelijkheid tot het doen afteekenen van triptieken open blijft. Het thans laten zuiveren van de documenten is dan ook stellig in het belang van den houder, opdat hij na inlevering van het document bij zijn verkeersbond van de fi- nancieele verplichting worde ontslagen. VraagMoet een rondbrengdienst, wel ke kruideniersartikelen in kleine hoeveel heden bij de klanten aan huis bezorgt, voor eiken klant een afleveringsbewijs uit schrijven AntwoordJa. Het bedrijf moet aan de bezorgers voorraadlijstjes meegeven van hetgeen de bezorger als voorraad mee neemt. De bezorger moet van elke bestel ling een afleveringsbon in duplo maken en een exemplaar door hem onderteekend, aan den consument ter hand stellen. VraagIndien een consument bij ver schillende winkeliers zich voorraad tracht te verschaffen, welke maatregelen zijn dan hiertegen te treffen? Antwoord Het beste is de politie te waarschuwen. VraagHoe kunnen Nederlanders, die zich in een andere gemeente bevinden dan blad van 1937, nos. 68 en 71> publicatie, blad van 1937, nos. 64 en 66). 2. Mede wordt de aandacht van scheeps. bevelhebbers, reeders betuurders van luchtvaartuigen, luchtvaartdirectiën en in- laders van schepen of luchtvaartuigen ge. vestigd op het gevaar en de nadeelen waaraan zij zich zouden blootstellen door een werkelijke blokkade der oorlogvoeren, den niet te eerbiedigen dan wel oorlogs. contrabande of militaire dépêches (tenzij in den regelmatigen postdienst) voor de oorlogvoerenden te vervoeren of diensten in strijd met de onzijdigheid voor hen te verrichten. waarin zij in het bevolkingsregister zijn opgenomen, in het bezit komen van een rijks-distributiekaart Antwoord Door zich aan te melden bij het bevolkingsregister van de gemeente, waarin zij verblijf houden. VraagIndien een winkelier, die geacht wordt voldoenden voorraad suiker te be- zitten, weigert aan een consument een normale leverantie te verrichten, wat kan dan hiertegen worden gedaan? Antwoord Men moet er rekening mee houden, dat suiker niet in grootere hoe veelheden dan 1 kilo tegelijk mag worden vervoerd. Overigens kan men het beste de politie waarschuwen. VraagWat moet geschieden met rijks distributiekaarten, welke zijn uitgereikt ten behoeve van personen die in militairen dienst zijn? Antwoord Deze moeten worden nage zonden aan den betrokkene, aangezien deze t.z.t. de kaart aan zijn militairen comman dant moet inleveren. VraagMag men aardappelen, die men zelf gekweekt heeft, behouden of wordt zulks als hamsteren beschouwd? Antwoord Wat de hamsterbepalingen betreft, zrjn de voorraden vrij. Vraag Hoe is de regeling voor het uit reiken van distributiekaarten ten behoeve van dagdienstboden? Antwoord Voor dagdienstboden worden de distributiekaarten uitgereikt aan het woonadres, zooals dat bij het bevolkings register bekend is. VraagKan men thans nog bloem en meel betrekken om zelf brood te bakken?, Antwoord Ja. Voor grootere hoeveelhe den dan 1 kilo dient evenwel een vervoer- vergunning te worden aangevraagd bij den provincialen voedsel-commissaris. Vraag De brug te Dordrecht over de Maas is afgesloten voor het gewone ver keer, zoodat weer van het pontveer moet worden gebruik gemaakt. Is u bekend of meerdere bruggen zijn afgesloten? AntwoordIn de eerstkomende dagen zullen sommige bruggen wellicht geduren de enkele uren per dag zijn afgesloten ten behoeve van het troepenvervoer. De mili taire autoriteiten kunnen niet vooruit zeg gen welke bruggen dit zullen zijn. De brug te Dordrecht is echter open voor het ver keer in beide richtingen en zal, onvoorzie ne omstandigheden voorbehouden, ook open blijven. Hetzelfde geldt voor de brug te Vianen. VraagOntvangt iemand, in het bezit van een nog tot Juli 1940 geldig triptiek voor België bij de aanvraag van een nieuw triptiek daarvoor vergoeding, wanneer hij zijn oude triptiek thans bij den verkeers bond, die het uitreikte, inlevert? Antwoord Zij, die hun grensdocumen- ten voor motorrijtuigen b\j den A.N.W.B. of bij de K.N.A.C. hebben ingeleverd, ont vangen, zoodra de toestand weer normaal is en reizen naar het buitenland met mo torrijtuigen weer mogelijk wordt zonder het groote financieele risico, dat er thans aan verbonden is, kosteloos een grensdocu- ment voor den geldigheidsduur van het in geleverde document. Er komen regelmatig vragen binnen, waarmede geïnformeerd wordt naar het al dan niet vertrekken van schepen uit Ne derlandsche havens, het nog in stand zijn van de verbindingen over zee en waarbij dan nog tevens gevraagd wordt naar den dag van aankomst in de buitenlandsche haven. Deze vragen zijn momenteel niet te beantwoorden, omdat de situatie van uur tot uur verandert, zoodat de betrokken scheepvaartmaatschappij steeds weer oj> nieuw beslissingen moet nemen, En het officieele antwoord.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 6