Een Nederlandsche neutraliteitsproclamatie
De belangrijkste vragen uit het publiek
Zondagmiddag Is de buitengewone Ne
derlandsche Staatscourant, no. 171 d. uit
gekomen, die de volgende verklaring be
vat
NEUTRALITEITSPROCLAMATIE.
De Ministers van Algeoneene Zaken a.i.,
van Buitenlandsche Zaken, van Justitie,
van Defensie en van Koloniën, daartoe
door Hare Majesteit te Koningin gemach
tigd, brengen ter kennis van een ieder,
v/ien zulks aangaat, dat de Nederlandsche
regeering ter zake van den oorlogstoe
stand, die is ontstaan tusschen eenige
vreemde mogendheden, volstrekte onzijdig
heid zal in acht nemen en dat ter hand
having van die onzijdigheid de volgende be
palingen zijn vastgesteld.
Artikel 1.
Geen vijandelijkheden op Neder-
landsch territoir.
1. In het rechtgebied van het Koninkrijk
der Nederlanden, omvattende het grond
gebied en watergebied van Nederland, Ne-
derlandsch-Indië, Suriname en Curagao, de
territoriale zee en de boven dit grondge
bied, dit watergebied en deze territoriale
zee zich bevindende luchtruimte, worden
geenerlei vijandelijkheden toegelaten. Dit
gebied mag door geen der oorlogvoerenden
als basis voor operatiën tegen den vijand
worden gebruikt.
2. Onder territoriale zee wordt verstaan
de kustzee tot op een afstand van drie
zeemijlen van zestig in den breedtegraad,
gerekend van de laagwaterlijn. Met be
trekking tot baaien wordt die afstand van
drie zeemijlen van een rechte lijn af, dwars
door de opening van de baai getrokken,
indien de opening van de baai meer dan
tien zeemijlen bedraagt, zal die lijn wor
den getrokken zoo dicht mogelijk bij den
ingang op het eerste punt, waar de
breedte de tien zeemijlen niet overschrijdt.
De reeden, waarvan de grenzen door de
regeering zijn vastgesteld, zijn begrepen in
de territoriale zes, al mochten deze gren
zen zich verder dan drie zeemijlen van de
laagwaterlijn uitstrekken.
Artikel 2.
Verboden voor oorlogvoerenden.
Aan de oorlogsvoerenden is verboden
1. Het bezetten van eenig deel van hst
rechtsgebied door hunne strijdkrachten
2. het binnenkomen in- of het doortrek
ken van dit gebied door troepen of onder
deden daarvan, benevens door convooien.
Onder convooien worden verstaan transpor
ten onder militair geleide en bovendien
transporten zonder militair geleids, die het
karakter dragen van étappenvervoer
3. het binnenkomen in- of het doortrek
ken van dit gebied: met
a. oorlogsschepen en troepentransporten
b. koopvaardijschepen onder de vlag van
één der oorlogvoerenden, welker bouw, uit
rusting of bemanning reden geeft te ver
moeden, dat zij in een onmiddellijk vooraf
gaande periode als oorlogsschip, mijnenleg-
ger of troepentransportschip zijn gebruikt,
dan wel in een onmiddellijk volgende pe
riode daartoe zullen worden gebruikt
c. koopvaardijschepen onder de vlag van
één der oorlogvoerende partijen, die van
geladen mijnen zijn voorzien
d. koopvaardijschepen onder de vlag van
één der oorlogvoerende partijen, die mili
taire luchtvaartuigen in gebruiksklaren
toestand aan boord hebben
4. het binnenkomen in- of het doortrek
ken van dit gebied met militaire luchtvaar
tuigen, luchtvaartuigen voor troepentrans
port of luchtvaartuigen, die in een toe
stand verkeeren, die hen in staat stelt tot
een onmiddellijken aanval.
Artikel 3.
Koopvaardijschepen, voorzien van een
geschutbewapening voor defensieve doel
einden, worden, na voldaan te hebben aan
de door de plaatselijke autoriteiten in het
belang der veiligheid te stellen eischen, in
de havens èn reeden slechts toegelaten tot
een door de plaatselijke overheid in ver
band met 's lands veiligheid vast te stel
len aantal en mits het aantal stukken ge
schut boven 8 cm. niet meer dan twee en
hun kaliber minder dan 16 cm. bedraagt
en de grootte hunner bemanning de nor
male sterkte voor handelsdoeleinden niet
aamerkelijk overtreft.
Interneeringsbepalingen.
Artikel 4.
1. Troepen öf onderdeelen daarvan, be-
hoorende tot de oorlogvoerenden, komende
in het rechtgebied, worden ontwapend en
geïnterneerd.
2. Oorlogsschepen of daarmede in art. 2
Onder 3, gelijkgestelde vaartuigen van
oorlogvoerenden, welke handelen in strijd
met de bepalingen van de artt. 2 of 8,
worden met hunne bemanningen en de mi
litaire opvarenden geïnterneerd.
3. Militaire of daarmede in art. 2 onder
4. gelijkgestelde luchtvaartuigen van de
oorlogvoerenden, komende binnen het
rechtsgebied, worden met hunne bemannin
gen en de militaire opvarenden geïnter
neerd. Zij zullen daartoe worden gedwon
gen te landen of op het water neer te
strijken, zoo zij zulks niet reeds vrijwillig
doen. Wanneer zulke luchtvaartuigen zich
bij het afkondigen van de neutraliteitspro
clamatie binnen het rechtsgebied bevinden,
worden zij geïnterneerd.
4. Luchtvaartuigen, opgesteld aan boord
van oorlogsschepen (vliegkampschepen of
andere) of daarmede in art. 2 onder 3. ge
lijkgestelde vaartuigen zullen worden be
schouwd' als deel uit te maken van zulke
schepen op voorwaarde, dat zij gedurende
het verblijf in het rechtsgebied (artikelen
6 of 8), in den toestand van rust blijven.
Bij niet-naleving van deze voorwaarde wor
den zij behandeld als militaire luchtvaar
tuigen.
Artikel 5,
In afwijking van art. 4 worden niet ge
ïnterneerd
1. Schipbreukelingen, die het land berei
ken of door een handelsvaartuig dan wel
niet-militair luchtvaartuig uit zee worden
aangebracht, benevens zieken en gewonden
door zoodanig vaartuig op zee overgeno
men en aan land gebracht, tenzij tegenover
de wederpartij eenige verbintenis ter zake
van interneering is aangegaan en tenzij de
schipbreuk, r.esp. de overneming der zie
ken en gewonden, binnen het rechtsgebied
is geschied en de binnenkomst aldaar van
het vaartuig krachtens de regelen dezer
proclamatie niet geoorloofd was
2. de militaire opvarenden van een koop
vaardijschip, niet vallende onder de bepa
lingen van art. 2. hetwelk uitsluitend voor
het aanloopen van een haven of reede bin
nen het rechtgebied komt.
Eveneens worden niet geïnterneerd
3. ontvluchte krijgsgevangenen
4. deserteurs.
Artikel 6.
Het bepaalde in art. 2 onder 3 en art. 4,
leden 2 en 3 is niet van tospassing op
1. Oorlogsschepen of daarmede in art. 2
onder 3 gelijksgestelde vaartuigen, welke
aannemelijk maken, dat zij wegens averij
of w-sgens de gesteldheid der zee genood
zaakt zijn één der havens of reeden van
den staat binnen te loopen, mits zulks niet
geschiedt tijdens een achtervolging door
den vijand.
Deze schepen zullen hunne averijen
onverschillig door welke oorzaak ontstaan
in de aangeloopen haven mogen herstel
len, voorzoover zulks voor de zeewaardig
heid onmisbaar is en zonder overigens op
eenigerlei wijze hun strijdkracht te ver
meerderen. Zij zullen moeten vertrekken
zoodra de omstandigheden, welke het bin-
nenloopen noodzakelijk maakten, hebben
opgehouden te bestaan. De regeering kan
een termijn stellen, bij overschrijding waar
van de interneering van schip, bemanning
en militaire opvarenden zal volgen. Leden
der bemanning en militaire opvarenden,
die bij het vertrek van het vaartuig achter
blijven, worden geïnterneerd
2. oorlogsschepen of daarmede in art. 2
onder 3 gelijkgestelde vaartuigen van oor
logvoerenden, welke kunnen bewijzen, dat
hunne komst binnen het rechtsgebied vol
strekt onopzettelijk i geschied en ondanks
de omstandigheid, dat de uiterste voor
zorgsmaatregelen waren genomen tot ver
mijding van de binnenkomst
3. oorlogsschepen of daarmede in art. 2
onder 3. gelijkgestelde vaartuigen, alsmede
militaire luchtvaartuigen of daarmede in
art. 2 onder 3. en 4. gelijkgestelde vaar
tuigen van oorlogvoerenden, welke uitslui
tend gebezigd worden voor een godsdien
stige, wetenschappelijke of mer.schenlie-
vende zending.
Oorlogsschepen van oorlogvoerenden.
Artikel 7.
Van de geheel in Nederlandsch rechtsge
bied gelegen zeestraten, is de doorvaart
door Straat Soenda aan de oorlogsvaartui
gen of de in art. 2 onder 3." daarmede ge
lijkgestelde vaartuigen van een oorlogvoe
rende toegestaan, mits de bevelhebbers
der schepen vooraf den wensch hiertoe
kenbaar maken aan de ter plaatse aanwe
zige bewakingsvaartuigen en zich stipt ge
dragen naar het voorschrift van art. 1 en
naar de voorschriften der betrokken auto
riteiten.
Artikel 8.
Een oorlogsschip of daarmede in art. 2
onder 3. gelijkgesteld vaartuig van een
oorlogvoerende ,dat zich bij het uitbreken
van den oorlog in het rechtsgebied mocht
bevinden, moet binnen den door de plaatse
lijke autoriteiten voorgeschreven termijn
vertrekken.
Artikel 9.
1. Wanneer oorlogsschepen of daartoe in
art. 2 onder 3. gelijkgestelde vaartuigen
van tegen elkander oorlogvoerende partijen
welke onder artt. 6 of 8 vallen, zich gelijk
tijdig in elkanders nabijheid binnen het
rechtsgebied bevinden, moeten er minstens
24 uur verloopen tusschen het vertrek van
aan elkander vijandige schepen. De orde
van het vertrek wordt, behoudens bijzon
dere omstandigheden, bepaald door de orde
van aankomst.
2. Een oorlogsschip of een daarmede in
art. 2 onder 3. gelijkgesteld vaartuig van
één der oorlogvoerende partijen kan de
zelfde of een nabijgelegen haven of reede
niet verlaten binnen 24 uur na vertrek van
een handelsvaartuig, dat de vlag van zijn
tegenpartij voert.
Artikel 10.
1. Wanneer een oorlogsschip of daar
mede in art. 2 onder 3. gelijkgesteld vaar
tuig van een oorlogvoerende bi het uit
breken van den oorlog in het rechtsgebied
vertoeft, kan worden toegestaan levens
middelen en water aan te vullen tot den
normalen voorraad en de brandstof tot een
hoeveelheid noodig om, met inbegrip van
den aan boord nog aanwezigen voorraad,
ds naaste eigen haven of die van een bond
genoot te bereiken.
2. schepen, die overeenkomstig art. 6 on
der 1, wegens averij of wegens gesteldheid
der zee in het rechtsgebied worden toege
laten, mogen hunnen levensmiddelen, water
en brandstof aanvullen, voorzoover benoo-
digd voor het verbruik gedurende het ver
blijf,
Artikel 11.
Prijzen worden niet in het rechtsgebied
toegelaten. Komt een prijs in het rechtsge
bied, dan wordt hij met de opvarenden vrij
gemaakt. De prijsbemanning wordt ge
ïnterneerd, tenztf de binnenkomst noodza
kelijk was tengevolge van averij of gesteld
heid der zee.
Artikel 12.
Oorlogsmateriaal, dat uit zee aan 's lands
kusten is aangepoeld of in zee is aange
troffen en binnengebracht, wordt geïnter
neerd, of indien de openbare veiligheid dit
noodzakelijk maakt vernietigd.
Geen hulp aan oorlogvoerenden.
Artikel 13.
Het is verboden in het rechtsgebied ten
behoeve der oorlogvoerenden strijderskorp
sen te vormen of aanwervingsbureaux te
openen.
Artikel 14.
Het is verboden in het rechtsgebied op
oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder
3. gelijksgesteilde vaartuigen van de oor
logvoerenden dienst te nemen.
Artikel 15.
Het is verboden in het rechtgebied ten
behoeve van een oorlogvoerende vaartui
gen, voor militaire doeleinden bestemd, uit
te rusten, te bewapenen of te bemannen, of
zoodanige vaartuigen aan een oorlogvoeren
de toe te voeren of te verschaffen.
Artikel 16.
Het is verboden in het rechtsgebied aan
oorlogsschepen of daarmede in art. 2 onder
3. gelijkgestelde vaartuigen van een oor
logvoerende wapenen of munitiën te ver
strekken, als ook om hen op eenigerlei
wijze behulpzaam te zijn in de meerdering
hunner bemanning of uitrusting.
Artikel 17.
Het is verboden in het rechtsgebied, zon
der voorafgaande machtiging der bevoegde
autoriteiten ter plaatse, aan de oorlogs
schepen of daarmede in art. 2 onder 3. ge
lijkgestelde vaartuigen van de oorlogvoe
renden herstellingen aan te brengen en
herstellingsmaterialen, gereedschappen, le
vensmiddelen, water of brandstof te ver
strekken.
9 Artikel 18.
1. Het is verboden wapenen, munitie,
herstellingsmaterialen, gereedschappen,
brandstoffen en alle voor de oorlogvoering
benoodigde materialen binnen het rechts
gebied in voorraad te houden met het ken
nelijk doel om de gelegenheid of te wach
ten deze in de nabijheid van het rechtsge
bied aan de zeestrijdkrachten van een der
oorlogvoerenden over te geven
2. Het is eveneens verboden wapenen,
munitie, herstellingsmaterialen, gereed
schappen, brandstoffen en alle voor de oor
logvoering benoodigde materialen vanuit
het rechtsgebied rechtstreeks aan de in de
nabijheid daarvan vertoevende zeestrijd
krachten der oorlogvoerenden toe te voe
ren.
Bepalingen voor vreemde vlieg
tuigen.
Artikel 19.
1. Het verlaten, van het rechtsgebied is
verboden voor ieder luchtvaartuig
1. dat binnen het rechtsgebied in een
toestand is gebracht, die het in staat stelt
een vijandelijken aanval uit te voeren
2. dat toestellen of materialen bezit of
vervoert, waarvan de opstelling of het ge
bruik het in staat stelt een vijandelijken
aanval uit te voeren
3. waarvan er reden is aan te nemen,
dat het bestemd is om gedurende de reis
tegen een der oorlogvoerenden te worden
gebruikt
4. tot welks bemanning een lid van de
strijdmacht van een der oorlogvoerenden
behoort.
2. het bepaalde in het eerste lid van dit
artikel is niet van toepassing op neutrale
militaire luchtvaarten, die na het uitbre
ken van den oorlog met toestemming van
de regeering binnen het rechtsgebied zijn
gekomen.
3. Het is verboden eenig.en arbeid te ver
richten aan een luchtvaartuig, waarvan het
doel is het gereed te maken voor vertrek
in strijd met het doel van dit artikel.
Artikel 20.
Het is verboden in het rechtsgebied met
luchtvaartuigen van welken aard ook,
waarnemingen in de lucht uit te voeren
van de bewegingen, operatiën of verdedi
gingsmiddelen van één der oorlogvoeren
den, met het doel hierover den anderen
oorlogvoerende in te lichten.
Radiostations.
Artikel 21.
Het is verboden in het rechtsgebied ra
diostations of andere middelen van be
richtgeving op te richten of te exploiteeren
ten dienste van een oorlogvoerende mo
gendheid.
Artikel 22.
1. Het is verboden in het rechtsgebied
gebruik te maken van radiostations voor
het uitzenden van inlichtingen over de bui
ten het rechtsgebied aanwezige militaire
strijdkrachten.
2. 'Schepen of luchtvaartuigen in het
rechtsgebied mogen geen gebruik maken
van hun radiostation anders dan voor
noodseinen, voor seinen noodig voor de na
vigatie en voor meteorologische doeleinden.
Artikel 23.
1. Verder wordt de aandacht gevestigd op
de artt. 100, onder 1. en 205 van het Ne
derlandsch wetboek van strafrecht, artt.
122, onder 1. en 238 van het Indisch wet
boek van strafrecht, de artt. 106, onder 1.
en 211 van het Surinaamsch wetboek van
strafrecht, de artt. 106, onder 1. en 21)
van het Curagaosche wetboek van straf
recht op art. 7, onder 4, der wet op het
Nederlanderschap en het ingezetenschap
van 1892 (laatstelijk bekend gemaakt in
het Nederlandsch Staatsblad van 1937, no.
206) op art. 2, le lid, onder 3. van de
wet op het Nederlandsch onderdaanschap
van 10 Februari 1910 (Nederlandsch Staats
blad van 1910, no. 55, Indisch Staatsblad
van 1910, no. 206, gouvernementsblad van
1910, no. 15, publicatieblad van 1910, no.
14), laatstelijk gewijzigd bij de wet van
21 December 1936 (Nederlandsch Staats
blad van 1936, no. 913, Indisch Staatsblad
van 1937, nos. 389 en .392, gouvernements-
Vraag Mijn man is met de mobilisatie
opgeroepen. Zijn auto staat nu ongebruikt
in de garage. Kan ik teruggave of onthef
fing verkrijgen van de personeele belasting
voor dezen auto over de resteerende maan
den van het belastingjaar.
Antwoord Neen. Teruggave of onthef
fing van personeele belasting voor niet in
gebruik zijnde motorrijtuigen wordt
slechts verleend wanneer het motorrijtuig
gedurende het geheele belastingjaar, dus
van Januari tot en met December, buiten
bedrijf is en daarvan voor 15 Januari van
dat jaar mededeeling wordt gedaan aan
den betreffenden inspecteur der directe
belastingen. Wij vestigen echter uw aan
dacht op de mededeeling van de K.N.A.C.
en den A.N.W.B. dat zij ter zake stappen
zullen ondernemen bij de autoriteiten. Men
wachte de verdere berichten daaromtrent
af.
Vraag Wat te doen wanneer men zich
wil aanmelden bij de vrijwillige burger
wacht in de verschillende gemeenten?
AntwoordDaartoe moet men zich
richten tot den commandant van de plaat
selijke burgerwacht. Persoonlijke aanmel
ding is gewenscht.
Vraag Wat is in het algemeen de hou
ding van de werkgevers ten opzichte van
gemobiliseerd personeel
Antwoord Het is bekend, dat de centra
le organisaties van wex'kgevers, te weten
het Verbond van Ned. Werkgevers, de Al-
gemeene Katholieke Werkgeversvereni
ging en het Christ. Werkgeversverbond,
reeds eenigen tijd geleden per communiqué
den werkgevers in Nederland hebben ver
zocht om, voor zoover in hun vermogen
ligt, maatregelen te nemen, ten einde het
onder de wapenen geroepen personeel zoo
weinig mogelijk persoonlijk nadeel te doen
ondervinden van de verplichtingen, welke
zij in het belang van de landsverdediging
hebben na te komen.
Het stemt tot voldoening van vele kan
ten te mogen vernemen, dat aan een zoo
danig beroep in het algemeen gehoor is
gegeven.
Vraag Hoeveel kan ik in dezen tijd van
mijn spaarbankboekje halen
AntwoordU kunt per week 100 di
rect van uw boekje krijgen. Grootere be
dragen moeten voorafworden aange
vraagd.
Vraag Ik woon dicht bij de grens en
kan niet buiten mijn triptiek. Hoelang kan
ik wachten met de zuivering van mijn
triptiek zonder in moeilijkheden te komen
Antwoord Het valt niet te zeggen, ook
niet voor hen, die dicht bij de grens wo
nen, hoe lang de mogelijkheid tot het doen
afteekenen van triptieken open blijft. Het
thans laten zuiveren van de documenten
is dan ook stellig in het belang van den
houder, opdat hij na inlevering van het
document bij zijn verkeersbond van de fi-
nancieele verplichting worde ontslagen.
VraagMoet een rondbrengdienst, wel
ke kruideniersartikelen in kleine hoeveel
heden bij de klanten aan huis bezorgt,
voor eiken klant een afleveringsbewijs uit
schrijven
AntwoordJa. Het bedrijf moet aan de
bezorgers voorraadlijstjes meegeven van
hetgeen de bezorger als voorraad mee
neemt. De bezorger moet van elke bestel
ling een afleveringsbon in duplo maken en
een exemplaar door hem onderteekend,
aan den consument ter hand stellen.
VraagIndien een consument bij ver
schillende winkeliers zich voorraad tracht
te verschaffen, welke maatregelen zijn dan
hiertegen te treffen?
Antwoord Het beste is de politie te
waarschuwen.
VraagHoe kunnen Nederlanders, die
zich in een andere gemeente bevinden dan
blad van 1937, nos. 68 en 71> publicatie,
blad van 1937, nos. 64 en 66).
2. Mede wordt de aandacht van scheeps.
bevelhebbers, reeders betuurders van
luchtvaartuigen, luchtvaartdirectiën en in-
laders van schepen of luchtvaartuigen ge.
vestigd op het gevaar en de nadeelen
waaraan zij zich zouden blootstellen door
een werkelijke blokkade der oorlogvoeren,
den niet te eerbiedigen dan wel oorlogs.
contrabande of militaire dépêches (tenzij
in den regelmatigen postdienst) voor de
oorlogvoerenden te vervoeren of diensten
in strijd met de onzijdigheid voor hen te
verrichten.
waarin zij in het bevolkingsregister zijn
opgenomen, in het bezit komen van een
rijks-distributiekaart
Antwoord Door zich aan te melden bij
het bevolkingsregister van de gemeente,
waarin zij verblijf houden.
VraagIndien een winkelier, die geacht
wordt voldoenden voorraad suiker te be-
zitten, weigert aan een consument een
normale leverantie te verrichten, wat kan
dan hiertegen worden gedaan?
Antwoord Men moet er rekening mee
houden, dat suiker niet in grootere hoe
veelheden dan 1 kilo tegelijk mag worden
vervoerd. Overigens kan men het beste de
politie waarschuwen.
VraagWat moet geschieden met rijks
distributiekaarten, welke zijn uitgereikt
ten behoeve van personen die in militairen
dienst zijn?
Antwoord Deze moeten worden nage
zonden aan den betrokkene, aangezien deze
t.z.t. de kaart aan zijn militairen comman
dant moet inleveren.
VraagMag men aardappelen, die men
zelf gekweekt heeft, behouden of wordt
zulks als hamsteren beschouwd?
Antwoord Wat de hamsterbepalingen
betreft, zrjn de voorraden vrij.
Vraag Hoe is de regeling voor het uit
reiken van distributiekaarten ten behoeve
van dagdienstboden?
Antwoord Voor dagdienstboden worden
de distributiekaarten uitgereikt aan het
woonadres, zooals dat bij het bevolkings
register bekend is.
VraagKan men thans nog bloem en
meel betrekken om zelf brood te bakken?,
Antwoord Ja. Voor grootere hoeveelhe
den dan 1 kilo dient evenwel een vervoer-
vergunning te worden aangevraagd bij den
provincialen voedsel-commissaris.
Vraag De brug te Dordrecht over de
Maas is afgesloten voor het gewone ver
keer, zoodat weer van het pontveer moet
worden gebruik gemaakt. Is u bekend of
meerdere bruggen zijn afgesloten?
AntwoordIn de eerstkomende dagen
zullen sommige bruggen wellicht geduren
de enkele uren per dag zijn afgesloten ten
behoeve van het troepenvervoer. De mili
taire autoriteiten kunnen niet vooruit zeg
gen welke bruggen dit zullen zijn. De brug
te Dordrecht is echter open voor het ver
keer in beide richtingen en zal, onvoorzie
ne omstandigheden voorbehouden, ook
open blijven. Hetzelfde geldt voor de brug
te Vianen.
VraagOntvangt iemand, in het bezit
van een nog tot Juli 1940 geldig triptiek
voor België bij de aanvraag van een nieuw
triptiek daarvoor vergoeding, wanneer hij
zijn oude triptiek thans bij den verkeers
bond, die het uitreikte, inlevert?
Antwoord Zij, die hun grensdocumen-
ten voor motorrijtuigen b\j den A.N.W.B.
of bij de K.N.A.C. hebben ingeleverd, ont
vangen, zoodra de toestand weer normaal
is en reizen naar het buitenland met mo
torrijtuigen weer mogelijk wordt zonder
het groote financieele risico, dat er thans
aan verbonden is, kosteloos een grensdocu-
ment voor den geldigheidsduur van het in
geleverde document.
Er komen regelmatig vragen binnen,
waarmede geïnformeerd wordt naar het al
dan niet vertrekken van schepen uit Ne
derlandsche havens, het nog in stand zijn
van de verbindingen over zee en waarbij
dan nog tevens gevraagd wordt naar den
dag van aankomst in de buitenlandsche
haven. Deze vragen zijn momenteel niet te
beantwoorden, omdat de situatie van uur
tot uur verandert, zoodat de betrokken
scheepvaartmaatschappij steeds weer oj>
nieuw beslissingen moet nemen,
En het officieele antwoord.