tweede blad
OERSEN
Vlissingsche Courant
Breskensche Courant
Maandag 4 September '39. No. 208
De vluchteling en zijn
kanarie.
BINNENLAND
MARINE EN LEGER
De Tamboer
van de woestijn
de beschaving. De
bet uw overwinning
i een vrij en demo-
DE FRANSCHE
1RDEDIGING.
van de financieels
ten de eredieten, die
Insche Kamei- zijn
1 eredieten voor de
en bedrage van 24=
rzijds eredieten van
francs voor de ge»
1939 en. ongeveer
for rekening der ka»
Iverdeelen onder de
nationale verdedi»
DUIKBOOTEN
LD
sbureau meldt dat
lebooten door Duit»
Izijn vernield*
DE STATEN.
heeft Zondagavond
rikaansche omroep,
radiorede gehouden,
iteit der Vereenigde
gd.
[ragen, zoo zeide hij,
l gedachten neutraal
als men neutraal is
iijn geest of geweten
hoop en het geloof
Jten den oorlog zou
T DIENSTEN AAN,
jestaande internatio.
vereenstemming met
heeft het internatio»
té zijn diensten aan»
ringen en de Roode
oorlogvoerende sta»
ssadeur te Rome ig
|De officieele verkla»
om verslag uit te
|?eeschen toestand. In
Rome verheelt men
at zijn terugroeping
houding der Japan»
|ver de asmogendhe»
totstandkoming van
nonagressiepact.
|iING NEUTRAAL.
:ringen te Londen
de regeering der
zal blijven.
ïrlijn ƒ65.Parijs
Zwitserland 42.60;
SPREEKT IN DE
KAMER.
kwam hedenmiddag
Iit was achter de re»
n voorzitter, mr. J,
ïrde de minister-pre»
de Geer, het woord
|den, op Maandag 3
door den heer De
Ideze Kamer gezegd;
|oit ons Koninkrijk in
toestand is geweest
Het was aan het be»
Ioorlog en de Kamer
ortig doel bijeen gei
iddag.
ere ervaring, dat de
|ieilsdag heeft meege-
kwarteeuw neiging
|ibere woorden te her»
nen niet bedriegen,
en zijn beschaving in
m nog bangere crisis
sschen 1914 en 1918
r- al mogen wij ho»
jeksche verschrikkin-
aan ons land zullen
toch zullen wij ons
fanningen die hij op»
_.0 van. welvaart die
pgbar© leed dat in al-
[Jolksn komen zal.
die ten dezen aan
jegd, rekent zij op de
0>lk en op de trouwe
toewijding van allen,
eenigerlei opzicht
ke houding, door ons
'ken conflict aan te
t.s midden geen ver
loten zijn neutraliteit
de grootste nauwge-
gsts consequentie te
het in bange tijden
|}oit aankomt op die
:est' en karakter, die
eeuwen onze natie in
mblikken hebben ge»
Erkers te uur van onz»
jeloofshymne geboren
;rotseerde. De hymne,
diepste en zuiverste
Jk vertolkt, en dit zal
|o hoog de nood moge
|e betrouwen
mjjn Heer.
fis bouwen,,
pimermeeij.
dagblad voor Zeelandwaarin opgenomen de
WEET, WAT GE REDDEN WLuT
Aan de Vereeniging voor Luchtbescher
ming kan de deugd van activiteit niet
worden ontzegd ze doet inderdaad won
deren met de bescheiden middelen, welke
haar ter beschikking zijn gesteld. Velen in
den lande v.srrastte ze dezer dagen met
een biljet waarop goede raadgevingen voor
het geval van luchtgevaar. Uit de opgave
blijkt wel, dat bij de verschijning van vij
andelijke vliegtuigen heel wat te doen en te
laten valt, zóóveel zelfs, dat het duizenden
menschen hopeloos zal lijken om aan be
schermenden afweer te beginnen.
Enfinze zullen we wenschen het
althans nog wel gelegenheid bekomen
om de circulaire van de Vereeniging voor
Luchtbescherming te herlezen, vóór het
gevaar hen heeft benaderd en de bijzonder
ste bepalingen in zich op te nemen. Wil
men met deze soort propaganda succes be
reiken, dan is het werkelijk noodig om te
herhalen, voortdurend alsmaar te herhalen,
wat de menschen in tijd van nood hebben
te doen en te laten. Hst moet er inge-
h a m e r d worden, punt voor punt en
vooral niet te veel van alles tesamen. Dan
zullen ze uiteindelijk weten
en«r niet naar handelen (de goe
den en verstandigen niet te na gesproken),
als ze hun wetenschap in practijk moeten
brengen.
De eerste eisch van doelma
tige zelfbescherming isrustig
b 1 ij v .e n Het grootste ge
vaar, dat men zich zelf kan berokke
nen, is de paniekstemming.
In de meerbedoelde circulaire trof ik als
„punt 7" van „Wat van elk gezinshoofd
vereischt wordt", het volgende aan
„het klaarzetten van het hoognoodige
voor 't geval, dat de woning plotseling
moet worden verlaten".
Vooral wanneer dat geval zich voordoet,
spreken de gevolgen van de verwarring.
Vijf en twintig jaar geleden heb ik in dat
opzicht veel aanschouwd. De Vereeniging
/oor Luchtbescherming heeft bij het hy
pothetische geval van vlucht uit de wo
ning natuurlijk speciaal aan het luchtge
vaar gedacht. Ze veronderstelde als het
huis wordt getroffen of ge moet uit an
deren hoofde elders beschutting zoeken te
gen de gevar.sn uit de lucht, wat neemt
ge dan mee
Ik zal het voorspellen de gekste dingen.
Maar meestal niet de zaken, welke men
hst dringenst noodig zal hebben.
In 1914 heb ik in België duizenden men
schen de vlucht zien nemen ik heb o.m.
de verwoesting van Visé en van Leuven
meegemaaktde gansche bevolking van
steden en dorpen heb ik langs de wegen
zien trekken naar veiliger oord.
En steeds weer viel het me op, aan welk
armzalig bezit duizenden de moeite van
het meenemen hadden besteed. Typisch
was het bijv., dat vele vrouwen in d.s ver
warring van het oogenblik, dat de nood
zaak van een snelle vlucht haar duidelijk
werd, het eerst naar het kanariekooitje
bleken te hebben, gegrepen. Talloozen lie
pen met een geknoopten handdoek, waarin
ze „het noodigste" hadden verpakt. Pas
later en te laat! kwamen ze tot het
inzicht, dat ze het onnoozelste
hadden meegenomen. De menschen sjouw
den met waardelooze dingen e n z e
waren het zich niet be-
W u s tAnderen, die den tijd hadden
genomen om flink wat bij elkaar te zame
len, kwamen na enkel© honderden meters
te zijn gegaan, tot het inzicht, dat ze, zóó
beladen, onmogelijk verder konden. Na een
kilometer deden ze opnieuw een keuze en
lieten ze een hoop goed achter. Na eenige
kilometers hadden ze nog maar ©en klein
pakje over en eindelijk als ze tientallen
kilometérs door zon en stof, dan wel door
regenvlagen waren moeten gaan sleep
ten ze niets anders met zich dan een ge
broken leven.
Trouwens, óók in vredestijd, als er
plotseling' brand uitbreekt, redden de men
schen dan inderdaad het meest waarde
volle? 't Zou wat
En toch is het eenvoudige voorzorg
om klaar te leggen ©n altijd klaar gelegd
fcs houden de meest noodige
dingen, welke men in gevaar gered
zou willen hebben. Zulke voorzorg geldt
voor allen t ij u.
Als men zich nu eens wilde voorstellen
het volgende er is gevaar (brand, over
strooming naderende vijand enz. enz.) en
nu wil men gauw het waardevolste samen
vatten. Stel uw keuze vóóraf, dus als dat
gevaar er nog niet is. Prakkizeer eens, wat
ge gered wilt hebben en leg u zeiven be
perking op. Bedenk bijv. dat uw waarde
volste dingen moeten samengepakt kun
nen worden in één klein koffertje. Als ge
dan uw keuze hebt gedaan, breng die
spullen dan op één centrale, makkelijk toe
gankelijke plaats bijeen, in een lade een
kastje of wat dan ook. Dan hebt ge bij
werkelijk gevaar slecht; één gedachte te
volgen en ge zult u achteraf niet behoeven
te bekennen wat stóm van me, nou
heb ik juist om het kostbaarste niet ge
dacht
En wilt ge ook ds intentie van de Ned.
Vereeniging voor Luchtbescherming vol
gen wat ik dringend aanraad leg dan
bij de dingen van uw keuze een vlucht-
uitrusting voor gas- of luchtgevaar. D.w.z.
voor het geval ge tot vlucht wordt g e-
dwongen. Dat laatste zeg ik er bij,
omdat veelal thuis de beste bescher
ming aanwezig i3 en vlucht wel de meest
inpulsieve daad is bij gevaar, maar in lang
niet alle gevallen de verstandigste. M.
ONVERWACHT BEZOEK VAN PRINS
BERNHARD AAN IJMUIDEN.
Z. K. H. Prins Bernhard heeft Zondag
middag namens H. M. de Koningin een on
verwacht bezoek aan IJmuiden gebracht.
Omstreeks kwart voor drie arriveerde de
Prins, gekleed in den uniform van adjudant
van H. M. de Koningin, per aüto bij het
station. In zijn gezelschap bevond zich de
luitenant-kolonel H. H. Thoden van Velzen.
Door de vele IJmuidenaren, die in ver
band met de aankomst van een legertrein
naar het station getrokken waren, werd
Z. K. H. geestdriftig begroet.
De hooge gast begaf zich over het spoor
wegemplacement naar den daar opgestelden
troep en volgde met belangstelling het ont
laden der paarden.
Ter ontvangst was aanwezig de plaatse
lijke commandant van de luchtwacht.
Na een oponthoud van een half uur ver
liet de Prins weder per auto IJmuiden en
bracht nog een bezoek aan Haarlem, waar
hij eveneens bij het uitladen van een batal
jon infanterie tegenwoordig is geweest.
PRINS BERNHARD WOONT BUITEN
GEWONE VERGADERING VAN DEN
RAAD VAN STATE BIJ.
Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden
woonde Zaterdagmiddag een der buitenge
wone vergaderingen van den Raad van
State bij, welke in den laatsten tijd in ver
band met spoedeischende regeeringsont-
werpen herhaaldelijk worden gehouden.
BUITENGEWOON CREDIET VAN
ZESTIG MILLIOEN.
Voor economische doeleinden.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
suppletoir© begrooting van economische
zaken voor 1939, waarbij een buitenge
woon crediet wordt aangevraagd van 60
millioen gulden.
De memorie van toelichting luidt als
volgt
De politieke toestand in Europa en de
inmiddels afgekondigde mobilisatie in ons
land0 maken het noodzakelijk onverwijld
wettelijke maatregelen te treffen ter voor
ziening in de vele en velerlei uitgaven, die
van deze buitengewone omstandigheden
het gevolg zijn.
Bij dit wetsontwerp wordt het daartoe
benoodigde bedrag aangevraagd. Het aan
gevraagde crediet is bedoeld als mogelijk
heid om naar behoefte te kunnen beschik
ken over de eerste middelen ter bestrij
ding van de zeer belangrijke uitgaven,
voortvloeiende uit de maatregelen, die door
de omstandigheden worden geboden, o.m,
voor het aankoopen van granen en andere
artikelen voor de consumptie van mensch
en dier, de eventueele regeling van de dis
tributie en de voorzieningen ten aanzien
van de industrie. Een zeer belangrijk ge
deelte der uit te geven gelden zal bij den
verkoop van bedoelde producten weder
terugvloeien.
Omtrent' de grootte van het crediet
wordt nog het volgende medegedeeld.
In September 1938 is door wijziging en
verhooging van liet zevende hoofdstuk B
van de rijksbegrooting voor dat jaar een
buitengewoon crediet van 20.000.000 ge
voteerd ter voorbereiding van de maatre
gelen, welke in geval van oorlog of oor
logsgevaar noodig zouden zijn.
Uit dit crediet is tot heden voor onge
veer 10.000,000 geput voor diverse aan
koopen en personeele en materieele uitga
ven. Nu de indertijd bedoelde maatrege
len van het stadium van voorbereiding in
dat van uitvoering zijn gekomen, wil het
juister voorkomen, het restant van het
crediet van 20.000.000, voorkomende op
het zevende hoofdstuk B der rijksbegroo
ting 1938, ongebruikt te laten. Dit restant
ware thans te brengen op hoofdstuk 10 der
rijksbegrooting 1939 ter bestrijding van de
kosten, bedoeld in de tweede alinea van
deze memorie van toelichting.
Daarenboven is voorshands een crediet
van 50,000.000 noodig ter financiering
van de maatregelen, die thans geboden
zijn. In totaal wordt derhalve een bedrag
van 60.000.000 aangevraagd, met dien
verstande, dat van het in September 1938
aangevraagde crediet ad 20.000.000 een
bedrag van 10.000.000 ongebruikt zal
blijven.
KOERIER DER DUITSCHE REGEERING
OP SCHIPHOL.
Tengevolge van het weinige luchtver
keer maakte Schiphol Zondag een dood-
schen indruk. In den namiddag te kwart
voor vijf kwam echter een JU 52 van de
Deutsche Lufthansa op de Amsterdamsche
luchthaven landen. Het was een speciale
machine, de D.-A.Q.I.T., die uit Brussel
kwam met vijf personen aan boord onder
leiding van dr. Ritter, een specialen koe
rier van de Duitsche rijksregeering, die
Donderdag j.l. met dezelfde machine uit
Berlijn op Waalhaven aankwam, waarna
dr. Ritter zich met een speciale opdracht
voor het overhandigen van een mededee-
ling naar Den Haag begaf. Het toestel
vloog naar Schiphol, vanwaar de Duitsche
vertegenwoordiger zijn reis voortzette naar
Brussel, waar hij eveneens een opdracht te
vervullen had en vanwaar hij heden via
Schiphol naar Berlijn terugkeerde.
Het vliegtuig had op Schiphol een opont
houd van twintig minuten om benzine te
tanken. De inzittenden werden begroet
door den Duitschen consul-generaal te Am
sterdam, den heer F. Benzier.
H. M. de Koningin, Z. K. H. Prins Bernhard, met op de arm Prinses Beatrix
en H. K. H. Prinses Juliana, wandelend in het Noordeinde te Den Haag,
VOORTDUREN VAN DEN STAAT
VAN OORLOG.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp, volgens hetwelk de bij Kon.
besluit van 1 September jl. verklaarde
staat van oorlog voor het geheele grond
gebied der rijks zal voortduren.
In de memorie van toelichting lezen wij:
Nu de weermacht is gemobiliseerd en
zich voorbereidt op de handhaving van een
strikte neutraliteit, heeft de regeering het
gewenscht geacht den staat van oorlog af
te kondigen. Het ingediende wetsvoorstel
heeft de strekking om gelet op het be
paalde in art. 5 van de wet van 23 Mei
1899 het voortduren van den staat van
oorlog bij de wet te bepalen.
Het ligt in de bedoeling voorshands al
leen de artikelen 9, 15, 16, 17 en artikel
17bis van de genoemde wet toe te passen,
waardoor de bestaande rechtsverhoudingen
zoo weinig mogelijk worden aangetast. Van
overige in de wet verleende bevoegdheden
zal eerst gebruik worden gemaakt naar
mate de omstandigheden zulks bepaalde
lijk vorderen.
DE STEENKOOLVOORZIENING IS
GEWAARBORGD.
Ten aanzien van het vervoer van steen
kolen kan worden medegedeeld, dat het
wagenpark van de spoorwegen geheel ten
dienste is gebleven van de Nederlandsche
spoorwegen, daar dit wagentype niet ge
schikt is voor militaire doeleinden.
Daar de pröducte van onze mijnen vrij
wel gelijk is met het binnenlandsch ver
bruik geeft dit den waarborg voor den ko
menden winter, dat alle dan voorhanden
voorraden brandstoffen door het geheele
and per spoor kunnen worden aangevoerd.
WEGENBELASTING WORDT
TERUGBETAALD.
De Minister van Financiën heeft beslist,
dat „aan houders van motorrijtuigen, die
door het departement van defensie in
Augustus 1939 zijn gerequireerd, restitutie
van de door hen betaalde motorrijtuigen
belasting kan worden verleend van 1 Sep
tember 1939 af." De belasting wordt terug
betaald op het kantoor waar de belasting-
kaart is afgegeven.
BEPERK HET BENZINEVERBRUIK
Op het oogenblik wordt de laatste hand
gelegd aan een regeling, welke een rede
lijke voorziening van de verschillende be
hoeften aan benzine in de naaste toe
komst kan verzekeren. De houders van
motorrijtuigen kunnen er intusschen op
belangrijke wijze aan medewerken om in
grijpende maatregelen te voorkomen. Deze
medewerking kunnen zij verleenen door
het betrachten van groote zuinigheid. OjJ
deze categorie van benzineverbruikers
wordt daarom het beroep gedaan, om elk
niet noodzakelijk gebruik, ongeacht voor
zaken- of voor privé-doeleinden, van hun
auto of motorrijwiel achterwege te laten.
Ook moeten geen onnoodige eischen wor
den gesteld aan anderen, bijv. aan leve
ranciers, waardoor gebiuik van het motor
rijtuig moet worden gemaakt.
Indien binnen eenige dagen zou blijken,
dat deze oproep niet het gewenschte resul
taat heeft, zal op korten termijn tot het
nemen van ingrijpende maatregelen moe
ten worden overgegaan.
STEUN VAN DE NEDERLANDSCHE
ORDE VAN VRIJIMETSELAREN.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche Orde
van Vrijmetselaren heeft besloten, zoo lang
de internationale toestanden zulks noodig
maken, steun te verleenen ten behoeve van
het Nederlandsche Roode Kruis en voor de
ontspanning van onze gemobiliseerde mili
tairen.
Voor laatstgenoemd doel is voor deze
maand een bedrag van ƒ1000 beschikbaar
gesteld,
De Indische c*' 'ïistplichtigen.
Personen die in Nederlandsch-Indië
dienst- of reserveplichtig zijn en in Europa
verblijf houden, behoeven tot het vervullen
van hun dienst- of reserveplicht bij mobi
lisatie in Nederlandsch-Indië voorloopig
niet daarheen terug te keeren. Wel moeten
zij alsnog gevolg geven aan het bepaalde
in hun zakboekje ten aanzien van aanmel
ding bij den burgemeester hunner woon
plaats dan wel bij de Nederlandsche con
sulaire ambtenaren in het buitenland.
De veldpost.
Met betrekking tot den veldpost wordt
medegedeeld, dat nog steeds poststukken,
bestemd voor militairen, onvolledig of on
juist zijn geadresseerd, waardoor noode-
looze vertraging ontstaat. Zoo is gebleken,
dat op postsukken, bestemd voor militai
ren, ingedeeld bij de depóts, als adres
wordt vermeld „veldleger".
Dit is onjuist, omdat, indien de geadres
seerde ingedeeld is bij een depót, in plaats
van de aanduiding „veldleger" enz. de
standplaats van het depót moet worden
vermeld.
Overigens is de vermelding van plaats
namen (tenzij dit niet anders mogelijk is,
bijv. bij ziekeninrichtingen) verboden.
Feuilleton j
door
Kurt Siodmak 2
Zijn blik viel op den man naast hem.
Gold het trommelen hem? Wie riep de
wan met de verscheurde kepi?
De Arabier had zijn oogen wijd geopend,
zoodat het wit zichtbaar was. Zijn blik was
star naar het Oosten gewend. Zijn borst
ging niet meer op en neer.
Hauser greep de hand van den doode en
drukte die. Hij haakte hem de waterzak
af. Zou de man misschien gestorven zijn,
opdat hij Hans Hauser zou kunnen leven?
Hij dekte hem met zijn buraoes toe.
Wankelend begon hij den heuvel te be
stijgen. Achter hem raasden de zandkorrels
uit duizend spleten.
Achter hem, voor hem, overal zat, ver
borgen door de heuvels, het kalfsvel tus-
sclien de knieën, de trommelslager van de
HOOFDSTUK H.
Roovers en soldaten.
In de halfdonkere kasemat draaide
Achilles Daskalopulos coquet voor de ge
broken spiegel heen en weer. Zorgvuldig
streek hij zijn overhemd glad en begon toen
te fluiten.
O'Murphy keek spottend naar hem.
»Je zult nog eens uit elkaar springen
van verwaandheid. Je haren zijn met lui
zen ook goed genoeg voor deze omgeving",
2ei bij. in met Eng.elsch doorspekt Fransch,
waarmee hij zich tegenover den Griek ver
staanbaar maakte.
Achilles lachte, zocht een kam en pro
beerde zijn pikzwart haar glad te krijgen. -
„Ik heb zoo'n idee, dat we bezoek krij
gen."
Kunstig plakte hij een prachtige lok op
zijn voorhoofd.
O'Murphy was naar het venster gegaan,
dat wil zeggen naar het kleine schietgat,
de eenige ruimte in de dikke muur. Snui
vend inhaleerde hij de heete lucht door
zijn neus.
„Zandstorm", zei hij langzaam. „Hauser
is buiten. Niet te hopen, dat het hem
overvalt."
Bliksemsnel draaide Achilles zich om en
grijnsde O'Murphy met zijn roofdierenge
bit toe.
„Ben je bang voctr hem? Hauser hier,
Hauser daar, ben je soms zijn kinder
meisje Je hoeft je niet bezorgd te maken.
Die jongen is oud genoeg, om op zichzelf
te passen."
Mismoedig smeet hij zijn kam neer.
O'Murphy had zich niet bewogen.
„Hij zal er ook wel gauw aan gaan",
ging de Griek verder. „Met zijn hoevelen
zqn we dan nog? Die hinderlaag-schieterij
in. deze snertoorlog zal wel niet lang meer
duren. Wat moeten wij beginnen, als ze
met tanks en gas komen? Het doel van
dit alles heb ik van het begin af aan nooit
goed begrepen. Soms denk ik wel eens, dat
die heele geheime afslachting in deze
beestachtige hitte uitsluitend voor mij op
touw gezet is. Hauser zou met zijn idiote
verwaandheid, deze betooverende toestand
met een paar vreemde woorden verklaren
en daar mijn heele plezier met vergallen.
Heb je wel eens gemerkt, hoe koud het
wordt, als hij de kamer binnenkomt,
onzekameraad?"
„Dat is een eigenschap van onschatbare
waarde", zei de groote zwarte O'Murphy,
draaide zich om en lachte verachtelijk.
Achilles maakte een idiote grimas. Plot
seling veranderde hij zichzelf in een kat.
Hij zette zich op tafel en wreef zich over
zijn zwarte baardje. Zijn donkere oogen
glinsterden en sloten zich half. Hij maakte
een spinnend geluid, terwql hij een lucifer
zocht en daarmee zijn nagels, zoo goed, als
dat ging, begon schoon te maken.
„Er is een heeleboel, wat ik niet begrijp."
Met langzame bewegingen zwaaide zijn
lenig lichaam heen en weer. „Wij zitten
hier in dat nest in de rotsen. De luizen, die
bij heele troepen in ons hemd kruipen, krij
gen er al genoeg van, aldoor hetzelfde
bloed te drinken. Waar wachten we op?
Op de eerste zware granaten? Uit deze
muizenval komen we nooit weer levend te
voorschijnEn als ze ons te pakken
kregen, ons, afgedankte Europeanen, dan
geloof ik niet eens dat ze ons neer zouden
schieten, maar
En hij maakte een zeer beteekenisvolle
beweging om zijn hals.
„Zoover, zal het niet komen", bromde de
Ier, ging naar zijn kast en haalde een
groote Colt revolver te voorschijn, die hij
zorgvuldig begon schoon te maken.
Achilles lachte star en ging voort met
zijn grimassen.
„Vindt jij dan, dat je je absoluut moet
laten doodschieten?"
O'Murphy haalde zijn schouders op en
meende flegmatiëk
„Wat kan men er aan doen? Ik kan me
nergens verbergen. De Européesche en de.
Amerikaansche politi.o kent mijn gezicht
op duizend meter afstand en deze omge
ving is toch nog wel interessanter dan de
strafkolonie Cayennes."
„Gezellig
Achilles floot het woord tusschen zijn
tanden. Hij was klaar met de verzorging
van zijn nagels en sprong nijdig van de
tafel af. Nadenkend keek bij naar den Ier
en ging toen met langzaam wiegende tred
op hem af. Toen hij tegenover den zitten-
den reus stond, was hij niet zoo veel groo-
ter dan deze. Hij trok een stoel bij.
„Ik begrijp je niet", fluisterde hij. „Wat
moeten we eigenlijk met die heele rommel?
'Om onderbevelhebber over een troepje
bruine kerels te zijn. Met een salaris, dat
in Europa niet eens genoeg zou zijn voor
het allernoodigste Geloof me, met deze
dingetjes" hq wees op de Colt „en
nog een paar menschen, is hier in de om
trek, een beetje zuidelijker en wat verder
weg van de Fransche karabijnen, een ben
de geld te verdienen. Ken je Scapini? Die
heeft eens een heel reisgezelschap van
Cook te pakken gekregen, zoodat hij voor
zijn heele leven „binnen" was."
„Maar zij hebben hem toch te pakken
gekregen?"
O'Murphy lachte dreunend.
„De idioot heeft zich later werkelijk la
ten vangen, en zij hebben de heele buit bij
hem gevonden. Hij vond, dat hij nog niet
genoeg had en dat heeft hem de nek ge
broken, in den waren zin van het woord.
Weet jeGeheimzinnig trok Achilles
zijn stoel dichterbij.
„Zoo'n slag slaan en dan naar Zuid-
Amerika Dnn hoef je nooit een vinger
meer uit te steken. Ja woont in een prach
tig huis, rijdt in schitterende auto's, je
kunt drinken
Hij zweeg. Buiten klonken een paar
schelle commando's. Een hoornsignaal, dat
al spoedig overstemd werd door fluiten.
Ineens was het donker. De storm!
O'Murphy was opgesprongen en naar
het raam gegaan.
Bezorgd keek hij naar buiten. Het leek
wel, alsof het plotseling nacht was gewor
den. Het zand floot.
„Hauser is buiten", mompelde O'Murphy.
Opeens overviel hem een overgroote
droefheid. Het was, alsof hij kreten hoor
de, schreiende, versmachtende kreten, die
uit den stormnacht tot hem doordrongen.
O'MJurphy sidderde.
De gevangene.
Wassilij Iwanowitsch Bogdanoff, de
commandant liep onrustig in zijn kamer
heen en weer. Niettegenstaande de broeien
de afmattende hitte, droeg hij een hoogge
sloten uniform. Zijn gezicht was bruin en
verweerd. Hij beende langs de muur van
zijn kamer en draaide zich wild om in de
hoeken, als een roofdier in een kooi.
Eindelijk bleef hij voor een groote land
kaart staan. Gekleurde vlaggetjes gaven
het front aan. Met sidderende handen trok
hij er een paar uit en liet ze op den grond
vallen.
„Blijven over, fort 5, fort 8 en... fort 7."
Hij liet het hoofd hangen en hei-vatte
zijn wandeling. Plotseling snoof hij als een
jachthond, ging naar het venster en keek
naar buiten.
Het zand floot voorbij. De storm maakte
een schel piepend geluid, als een sirene,
zonder ophouden, oneindig. Het oorverdoo-
vende geluid stak zijn gezicht als met naal
den. Hij voelde het huilen van de storm en
het deed hem haast lichamelijke pijn.
^Wordt vervolgd)^