tweede blad OERSEN Vlissingsche Courant Breskensche Courant Maandag 4 September '39. No. 208 De vluchteling en zijn kanarie. BINNENLAND MARINE EN LEGER De Tamboer van de woestijn de beschaving. De bet uw overwinning i een vrij en demo- DE FRANSCHE 1RDEDIGING. van de financieels ten de eredieten, die Insche Kamei- zijn 1 eredieten voor de en bedrage van 24= rzijds eredieten van francs voor de ge» 1939 en. ongeveer for rekening der ka» Iverdeelen onder de nationale verdedi» DUIKBOOTEN LD sbureau meldt dat lebooten door Duit» Izijn vernield* DE STATEN. heeft Zondagavond rikaansche omroep, radiorede gehouden, iteit der Vereenigde gd. [ragen, zoo zeide hij, l gedachten neutraal als men neutraal is iijn geest of geweten hoop en het geloof Jten den oorlog zou T DIENSTEN AAN, jestaande internatio. vereenstemming met heeft het internatio» té zijn diensten aan» ringen en de Roode oorlogvoerende sta» ssadeur te Rome ig |De officieele verkla» om verslag uit te |?eeschen toestand. In Rome verheelt men at zijn terugroeping houding der Japan» |ver de asmogendhe» totstandkoming van nonagressiepact. |iING NEUTRAAL. :ringen te Londen de regeering der zal blijven. ïrlijn ƒ65.Parijs Zwitserland 42.60; SPREEKT IN DE KAMER. kwam hedenmiddag Iit was achter de re» n voorzitter, mr. J, ïrde de minister-pre» de Geer, het woord |den, op Maandag 3 door den heer De Ideze Kamer gezegd; |oit ons Koninkrijk in toestand is geweest Het was aan het be» Ioorlog en de Kamer ortig doel bijeen gei iddag. ere ervaring, dat de |ieilsdag heeft meege- kwarteeuw neiging |ibere woorden te her» nen niet bedriegen, en zijn beschaving in m nog bangere crisis sschen 1914 en 1918 r- al mogen wij ho» jeksche verschrikkin- aan ons land zullen toch zullen wij ons fanningen die hij op» _.0 van. welvaart die pgbar© leed dat in al- [Jolksn komen zal. die ten dezen aan jegd, rekent zij op de 0>lk en op de trouwe toewijding van allen, eenigerlei opzicht ke houding, door ons 'ken conflict aan te t.s midden geen ver loten zijn neutraliteit de grootste nauwge- gsts consequentie te het in bange tijden |}oit aankomt op die :est' en karakter, die eeuwen onze natie in mblikken hebben ge» Erkers te uur van onz» jeloofshymne geboren ;rotseerde. De hymne, diepste en zuiverste Jk vertolkt, en dit zal |o hoog de nood moge |e betrouwen mjjn Heer. fis bouwen,, pimermeeij. dagblad voor Zeelandwaarin opgenomen de WEET, WAT GE REDDEN WLuT Aan de Vereeniging voor Luchtbescher ming kan de deugd van activiteit niet worden ontzegd ze doet inderdaad won deren met de bescheiden middelen, welke haar ter beschikking zijn gesteld. Velen in den lande v.srrastte ze dezer dagen met een biljet waarop goede raadgevingen voor het geval van luchtgevaar. Uit de opgave blijkt wel, dat bij de verschijning van vij andelijke vliegtuigen heel wat te doen en te laten valt, zóóveel zelfs, dat het duizenden menschen hopeloos zal lijken om aan be schermenden afweer te beginnen. Enfinze zullen we wenschen het althans nog wel gelegenheid bekomen om de circulaire van de Vereeniging voor Luchtbescherming te herlezen, vóór het gevaar hen heeft benaderd en de bijzonder ste bepalingen in zich op te nemen. Wil men met deze soort propaganda succes be reiken, dan is het werkelijk noodig om te herhalen, voortdurend alsmaar te herhalen, wat de menschen in tijd van nood hebben te doen en te laten. Hst moet er inge- h a m e r d worden, punt voor punt en vooral niet te veel van alles tesamen. Dan zullen ze uiteindelijk weten en«r niet naar handelen (de goe den en verstandigen niet te na gesproken), als ze hun wetenschap in practijk moeten brengen. De eerste eisch van doelma tige zelfbescherming isrustig b 1 ij v .e n Het grootste ge vaar, dat men zich zelf kan berokke nen, is de paniekstemming. In de meerbedoelde circulaire trof ik als „punt 7" van „Wat van elk gezinshoofd vereischt wordt", het volgende aan „het klaarzetten van het hoognoodige voor 't geval, dat de woning plotseling moet worden verlaten". Vooral wanneer dat geval zich voordoet, spreken de gevolgen van de verwarring. Vijf en twintig jaar geleden heb ik in dat opzicht veel aanschouwd. De Vereeniging /oor Luchtbescherming heeft bij het hy pothetische geval van vlucht uit de wo ning natuurlijk speciaal aan het luchtge vaar gedacht. Ze veronderstelde als het huis wordt getroffen of ge moet uit an deren hoofde elders beschutting zoeken te gen de gevar.sn uit de lucht, wat neemt ge dan mee Ik zal het voorspellen de gekste dingen. Maar meestal niet de zaken, welke men hst dringenst noodig zal hebben. In 1914 heb ik in België duizenden men schen de vlucht zien nemen ik heb o.m. de verwoesting van Visé en van Leuven meegemaaktde gansche bevolking van steden en dorpen heb ik langs de wegen zien trekken naar veiliger oord. En steeds weer viel het me op, aan welk armzalig bezit duizenden de moeite van het meenemen hadden besteed. Typisch was het bijv., dat vele vrouwen in d.s ver warring van het oogenblik, dat de nood zaak van een snelle vlucht haar duidelijk werd, het eerst naar het kanariekooitje bleken te hebben, gegrepen. Talloozen lie pen met een geknoopten handdoek, waarin ze „het noodigste" hadden verpakt. Pas later en te laat! kwamen ze tot het inzicht, dat ze het onnoozelste hadden meegenomen. De menschen sjouw den met waardelooze dingen e n z e waren het zich niet be- W u s tAnderen, die den tijd hadden genomen om flink wat bij elkaar te zame len, kwamen na enkel© honderden meters te zijn gegaan, tot het inzicht, dat ze, zóó beladen, onmogelijk verder konden. Na een kilometer deden ze opnieuw een keuze en lieten ze een hoop goed achter. Na eenige kilometers hadden ze nog maar ©en klein pakje over en eindelijk als ze tientallen kilometérs door zon en stof, dan wel door regenvlagen waren moeten gaan sleep ten ze niets anders met zich dan een ge broken leven. Trouwens, óók in vredestijd, als er plotseling' brand uitbreekt, redden de men schen dan inderdaad het meest waarde volle? 't Zou wat En toch is het eenvoudige voorzorg om klaar te leggen ©n altijd klaar gelegd fcs houden de meest noodige dingen, welke men in gevaar gered zou willen hebben. Zulke voorzorg geldt voor allen t ij u. Als men zich nu eens wilde voorstellen het volgende er is gevaar (brand, over strooming naderende vijand enz. enz.) en nu wil men gauw het waardevolste samen vatten. Stel uw keuze vóóraf, dus als dat gevaar er nog niet is. Prakkizeer eens, wat ge gered wilt hebben en leg u zeiven be perking op. Bedenk bijv. dat uw waarde volste dingen moeten samengepakt kun nen worden in één klein koffertje. Als ge dan uw keuze hebt gedaan, breng die spullen dan op één centrale, makkelijk toe gankelijke plaats bijeen, in een lade een kastje of wat dan ook. Dan hebt ge bij werkelijk gevaar slecht; één gedachte te volgen en ge zult u achteraf niet behoeven te bekennen wat stóm van me, nou heb ik juist om het kostbaarste niet ge dacht En wilt ge ook ds intentie van de Ned. Vereeniging voor Luchtbescherming vol gen wat ik dringend aanraad leg dan bij de dingen van uw keuze een vlucht- uitrusting voor gas- of luchtgevaar. D.w.z. voor het geval ge tot vlucht wordt g e- dwongen. Dat laatste zeg ik er bij, omdat veelal thuis de beste bescher ming aanwezig i3 en vlucht wel de meest inpulsieve daad is bij gevaar, maar in lang niet alle gevallen de verstandigste. M. ONVERWACHT BEZOEK VAN PRINS BERNHARD AAN IJMUIDEN. Z. K. H. Prins Bernhard heeft Zondag middag namens H. M. de Koningin een on verwacht bezoek aan IJmuiden gebracht. Omstreeks kwart voor drie arriveerde de Prins, gekleed in den uniform van adjudant van H. M. de Koningin, per aüto bij het station. In zijn gezelschap bevond zich de luitenant-kolonel H. H. Thoden van Velzen. Door de vele IJmuidenaren, die in ver band met de aankomst van een legertrein naar het station getrokken waren, werd Z. K. H. geestdriftig begroet. De hooge gast begaf zich over het spoor wegemplacement naar den daar opgestelden troep en volgde met belangstelling het ont laden der paarden. Ter ontvangst was aanwezig de plaatse lijke commandant van de luchtwacht. Na een oponthoud van een half uur ver liet de Prins weder per auto IJmuiden en bracht nog een bezoek aan Haarlem, waar hij eveneens bij het uitladen van een batal jon infanterie tegenwoordig is geweest. PRINS BERNHARD WOONT BUITEN GEWONE VERGADERING VAN DEN RAAD VAN STATE BIJ. Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden woonde Zaterdagmiddag een der buitenge wone vergaderingen van den Raad van State bij, welke in den laatsten tijd in ver band met spoedeischende regeeringsont- werpen herhaaldelijk worden gehouden. BUITENGEWOON CREDIET VAN ZESTIG MILLIOEN. Voor economische doeleinden. Bij de Tweede Kamer is ingediend een suppletoir© begrooting van economische zaken voor 1939, waarbij een buitenge woon crediet wordt aangevraagd van 60 millioen gulden. De memorie van toelichting luidt als volgt De politieke toestand in Europa en de inmiddels afgekondigde mobilisatie in ons land0 maken het noodzakelijk onverwijld wettelijke maatregelen te treffen ter voor ziening in de vele en velerlei uitgaven, die van deze buitengewone omstandigheden het gevolg zijn. Bij dit wetsontwerp wordt het daartoe benoodigde bedrag aangevraagd. Het aan gevraagde crediet is bedoeld als mogelijk heid om naar behoefte te kunnen beschik ken over de eerste middelen ter bestrij ding van de zeer belangrijke uitgaven, voortvloeiende uit de maatregelen, die door de omstandigheden worden geboden, o.m, voor het aankoopen van granen en andere artikelen voor de consumptie van mensch en dier, de eventueele regeling van de dis tributie en de voorzieningen ten aanzien van de industrie. Een zeer belangrijk ge deelte der uit te geven gelden zal bij den verkoop van bedoelde producten weder terugvloeien. Omtrent' de grootte van het crediet wordt nog het volgende medegedeeld. In September 1938 is door wijziging en verhooging van liet zevende hoofdstuk B van de rijksbegrooting voor dat jaar een buitengewoon crediet van 20.000.000 ge voteerd ter voorbereiding van de maatre gelen, welke in geval van oorlog of oor logsgevaar noodig zouden zijn. Uit dit crediet is tot heden voor onge veer 10.000,000 geput voor diverse aan koopen en personeele en materieele uitga ven. Nu de indertijd bedoelde maatrege len van het stadium van voorbereiding in dat van uitvoering zijn gekomen, wil het juister voorkomen, het restant van het crediet van 20.000.000, voorkomende op het zevende hoofdstuk B der rijksbegroo ting 1938, ongebruikt te laten. Dit restant ware thans te brengen op hoofdstuk 10 der rijksbegrooting 1939 ter bestrijding van de kosten, bedoeld in de tweede alinea van deze memorie van toelichting. Daarenboven is voorshands een crediet van 50,000.000 noodig ter financiering van de maatregelen, die thans geboden zijn. In totaal wordt derhalve een bedrag van 60.000.000 aangevraagd, met dien verstande, dat van het in September 1938 aangevraagde crediet ad 20.000.000 een bedrag van 10.000.000 ongebruikt zal blijven. KOERIER DER DUITSCHE REGEERING OP SCHIPHOL. Tengevolge van het weinige luchtver keer maakte Schiphol Zondag een dood- schen indruk. In den namiddag te kwart voor vijf kwam echter een JU 52 van de Deutsche Lufthansa op de Amsterdamsche luchthaven landen. Het was een speciale machine, de D.-A.Q.I.T., die uit Brussel kwam met vijf personen aan boord onder leiding van dr. Ritter, een specialen koe rier van de Duitsche rijksregeering, die Donderdag j.l. met dezelfde machine uit Berlijn op Waalhaven aankwam, waarna dr. Ritter zich met een speciale opdracht voor het overhandigen van een mededee- ling naar Den Haag begaf. Het toestel vloog naar Schiphol, vanwaar de Duitsche vertegenwoordiger zijn reis voortzette naar Brussel, waar hij eveneens een opdracht te vervullen had en vanwaar hij heden via Schiphol naar Berlijn terugkeerde. Het vliegtuig had op Schiphol een opont houd van twintig minuten om benzine te tanken. De inzittenden werden begroet door den Duitschen consul-generaal te Am sterdam, den heer F. Benzier. H. M. de Koningin, Z. K. H. Prins Bernhard, met op de arm Prinses Beatrix en H. K. H. Prinses Juliana, wandelend in het Noordeinde te Den Haag, VOORTDUREN VAN DEN STAAT VAN OORLOG. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp, volgens hetwelk de bij Kon. besluit van 1 September jl. verklaarde staat van oorlog voor het geheele grond gebied der rijks zal voortduren. In de memorie van toelichting lezen wij: Nu de weermacht is gemobiliseerd en zich voorbereidt op de handhaving van een strikte neutraliteit, heeft de regeering het gewenscht geacht den staat van oorlog af te kondigen. Het ingediende wetsvoorstel heeft de strekking om gelet op het be paalde in art. 5 van de wet van 23 Mei 1899 het voortduren van den staat van oorlog bij de wet te bepalen. Het ligt in de bedoeling voorshands al leen de artikelen 9, 15, 16, 17 en artikel 17bis van de genoemde wet toe te passen, waardoor de bestaande rechtsverhoudingen zoo weinig mogelijk worden aangetast. Van overige in de wet verleende bevoegdheden zal eerst gebruik worden gemaakt naar mate de omstandigheden zulks bepaalde lijk vorderen. DE STEENKOOLVOORZIENING IS GEWAARBORGD. Ten aanzien van het vervoer van steen kolen kan worden medegedeeld, dat het wagenpark van de spoorwegen geheel ten dienste is gebleven van de Nederlandsche spoorwegen, daar dit wagentype niet ge schikt is voor militaire doeleinden. Daar de pröducte van onze mijnen vrij wel gelijk is met het binnenlandsch ver bruik geeft dit den waarborg voor den ko menden winter, dat alle dan voorhanden voorraden brandstoffen door het geheele and per spoor kunnen worden aangevoerd. WEGENBELASTING WORDT TERUGBETAALD. De Minister van Financiën heeft beslist, dat „aan houders van motorrijtuigen, die door het departement van defensie in Augustus 1939 zijn gerequireerd, restitutie van de door hen betaalde motorrijtuigen belasting kan worden verleend van 1 Sep tember 1939 af." De belasting wordt terug betaald op het kantoor waar de belasting- kaart is afgegeven. BEPERK HET BENZINEVERBRUIK Op het oogenblik wordt de laatste hand gelegd aan een regeling, welke een rede lijke voorziening van de verschillende be hoeften aan benzine in de naaste toe komst kan verzekeren. De houders van motorrijtuigen kunnen er intusschen op belangrijke wijze aan medewerken om in grijpende maatregelen te voorkomen. Deze medewerking kunnen zij verleenen door het betrachten van groote zuinigheid. OjJ deze categorie van benzineverbruikers wordt daarom het beroep gedaan, om elk niet noodzakelijk gebruik, ongeacht voor zaken- of voor privé-doeleinden, van hun auto of motorrijwiel achterwege te laten. Ook moeten geen onnoodige eischen wor den gesteld aan anderen, bijv. aan leve ranciers, waardoor gebiuik van het motor rijtuig moet worden gemaakt. Indien binnen eenige dagen zou blijken, dat deze oproep niet het gewenschte resul taat heeft, zal op korten termijn tot het nemen van ingrijpende maatregelen moe ten worden overgegaan. STEUN VAN DE NEDERLANDSCHE ORDE VAN VRIJIMETSELAREN. Het hoofdbestuur der Nederlandsche Orde van Vrijmetselaren heeft besloten, zoo lang de internationale toestanden zulks noodig maken, steun te verleenen ten behoeve van het Nederlandsche Roode Kruis en voor de ontspanning van onze gemobiliseerde mili tairen. Voor laatstgenoemd doel is voor deze maand een bedrag van ƒ1000 beschikbaar gesteld, De Indische c*' 'ïistplichtigen. Personen die in Nederlandsch-Indië dienst- of reserveplichtig zijn en in Europa verblijf houden, behoeven tot het vervullen van hun dienst- of reserveplicht bij mobi lisatie in Nederlandsch-Indië voorloopig niet daarheen terug te keeren. Wel moeten zij alsnog gevolg geven aan het bepaalde in hun zakboekje ten aanzien van aanmel ding bij den burgemeester hunner woon plaats dan wel bij de Nederlandsche con sulaire ambtenaren in het buitenland. De veldpost. Met betrekking tot den veldpost wordt medegedeeld, dat nog steeds poststukken, bestemd voor militairen, onvolledig of on juist zijn geadresseerd, waardoor noode- looze vertraging ontstaat. Zoo is gebleken, dat op postsukken, bestemd voor militai ren, ingedeeld bij de depóts, als adres wordt vermeld „veldleger". Dit is onjuist, omdat, indien de geadres seerde ingedeeld is bij een depót, in plaats van de aanduiding „veldleger" enz. de standplaats van het depót moet worden vermeld. Overigens is de vermelding van plaats namen (tenzij dit niet anders mogelijk is, bijv. bij ziekeninrichtingen) verboden. Feuilleton j door Kurt Siodmak 2 Zijn blik viel op den man naast hem. Gold het trommelen hem? Wie riep de wan met de verscheurde kepi? De Arabier had zijn oogen wijd geopend, zoodat het wit zichtbaar was. Zijn blik was star naar het Oosten gewend. Zijn borst ging niet meer op en neer. Hauser greep de hand van den doode en drukte die. Hij haakte hem de waterzak af. Zou de man misschien gestorven zijn, opdat hij Hans Hauser zou kunnen leven? Hij dekte hem met zijn buraoes toe. Wankelend begon hij den heuvel te be stijgen. Achter hem raasden de zandkorrels uit duizend spleten. Achter hem, voor hem, overal zat, ver borgen door de heuvels, het kalfsvel tus- sclien de knieën, de trommelslager van de HOOFDSTUK H. Roovers en soldaten. In de halfdonkere kasemat draaide Achilles Daskalopulos coquet voor de ge broken spiegel heen en weer. Zorgvuldig streek hij zijn overhemd glad en begon toen te fluiten. O'Murphy keek spottend naar hem. »Je zult nog eens uit elkaar springen van verwaandheid. Je haren zijn met lui zen ook goed genoeg voor deze omgeving", 2ei bij. in met Eng.elsch doorspekt Fransch, waarmee hij zich tegenover den Griek ver staanbaar maakte. Achilles lachte, zocht een kam en pro beerde zijn pikzwart haar glad te krijgen. - „Ik heb zoo'n idee, dat we bezoek krij gen." Kunstig plakte hij een prachtige lok op zijn voorhoofd. O'Murphy was naar het venster gegaan, dat wil zeggen naar het kleine schietgat, de eenige ruimte in de dikke muur. Snui vend inhaleerde hij de heete lucht door zijn neus. „Zandstorm", zei hij langzaam. „Hauser is buiten. Niet te hopen, dat het hem overvalt." Bliksemsnel draaide Achilles zich om en grijnsde O'Murphy met zijn roofdierenge bit toe. „Ben je bang voctr hem? Hauser hier, Hauser daar, ben je soms zijn kinder meisje Je hoeft je niet bezorgd te maken. Die jongen is oud genoeg, om op zichzelf te passen." Mismoedig smeet hij zijn kam neer. O'Murphy had zich niet bewogen. „Hij zal er ook wel gauw aan gaan", ging de Griek verder. „Met zijn hoevelen zqn we dan nog? Die hinderlaag-schieterij in. deze snertoorlog zal wel niet lang meer duren. Wat moeten wij beginnen, als ze met tanks en gas komen? Het doel van dit alles heb ik van het begin af aan nooit goed begrepen. Soms denk ik wel eens, dat die heele geheime afslachting in deze beestachtige hitte uitsluitend voor mij op touw gezet is. Hauser zou met zijn idiote verwaandheid, deze betooverende toestand met een paar vreemde woorden verklaren en daar mijn heele plezier met vergallen. Heb je wel eens gemerkt, hoe koud het wordt, als hij de kamer binnenkomt, onzekameraad?" „Dat is een eigenschap van onschatbare waarde", zei de groote zwarte O'Murphy, draaide zich om en lachte verachtelijk. Achilles maakte een idiote grimas. Plot seling veranderde hij zichzelf in een kat. Hij zette zich op tafel en wreef zich over zijn zwarte baardje. Zijn donkere oogen glinsterden en sloten zich half. Hij maakte een spinnend geluid, terwql hij een lucifer zocht en daarmee zijn nagels, zoo goed, als dat ging, begon schoon te maken. „Er is een heeleboel, wat ik niet begrijp." Met langzame bewegingen zwaaide zijn lenig lichaam heen en weer. „Wij zitten hier in dat nest in de rotsen. De luizen, die bij heele troepen in ons hemd kruipen, krij gen er al genoeg van, aldoor hetzelfde bloed te drinken. Waar wachten we op? Op de eerste zware granaten? Uit deze muizenval komen we nooit weer levend te voorschijnEn als ze ons te pakken kregen, ons, afgedankte Europeanen, dan geloof ik niet eens dat ze ons neer zouden schieten, maar En hij maakte een zeer beteekenisvolle beweging om zijn hals. „Zoover, zal het niet komen", bromde de Ier, ging naar zijn kast en haalde een groote Colt revolver te voorschijn, die hij zorgvuldig begon schoon te maken. Achilles lachte star en ging voort met zijn grimassen. „Vindt jij dan, dat je je absoluut moet laten doodschieten?" O'Murphy haalde zijn schouders op en meende flegmatiëk „Wat kan men er aan doen? Ik kan me nergens verbergen. De Européesche en de. Amerikaansche politi.o kent mijn gezicht op duizend meter afstand en deze omge ving is toch nog wel interessanter dan de strafkolonie Cayennes." „Gezellig Achilles floot het woord tusschen zijn tanden. Hij was klaar met de verzorging van zijn nagels en sprong nijdig van de tafel af. Nadenkend keek bij naar den Ier en ging toen met langzaam wiegende tred op hem af. Toen hij tegenover den zitten- den reus stond, was hij niet zoo veel groo- ter dan deze. Hij trok een stoel bij. „Ik begrijp je niet", fluisterde hij. „Wat moeten we eigenlijk met die heele rommel? 'Om onderbevelhebber over een troepje bruine kerels te zijn. Met een salaris, dat in Europa niet eens genoeg zou zijn voor het allernoodigste Geloof me, met deze dingetjes" hq wees op de Colt „en nog een paar menschen, is hier in de om trek, een beetje zuidelijker en wat verder weg van de Fransche karabijnen, een ben de geld te verdienen. Ken je Scapini? Die heeft eens een heel reisgezelschap van Cook te pakken gekregen, zoodat hij voor zijn heele leven „binnen" was." „Maar zij hebben hem toch te pakken gekregen?" O'Murphy lachte dreunend. „De idioot heeft zich later werkelijk la ten vangen, en zij hebben de heele buit bij hem gevonden. Hij vond, dat hij nog niet genoeg had en dat heeft hem de nek ge broken, in den waren zin van het woord. Weet jeGeheimzinnig trok Achilles zijn stoel dichterbij. „Zoo'n slag slaan en dan naar Zuid- Amerika Dnn hoef je nooit een vinger meer uit te steken. Ja woont in een prach tig huis, rijdt in schitterende auto's, je kunt drinken Hij zweeg. Buiten klonken een paar schelle commando's. Een hoornsignaal, dat al spoedig overstemd werd door fluiten. Ineens was het donker. De storm! O'Murphy was opgesprongen en naar het raam gegaan. Bezorgd keek hij naar buiten. Het leek wel, alsof het plotseling nacht was gewor den. Het zand floot. „Hauser is buiten", mompelde O'Murphy. Opeens overviel hem een overgroote droefheid. Het was, alsof hij kreten hoor de, schreiende, versmachtende kreten, die uit den stormnacht tot hem doordrongen. O'MJurphy sidderde. De gevangene. Wassilij Iwanowitsch Bogdanoff, de commandant liep onrustig in zijn kamer heen en weer. Niettegenstaande de broeien de afmattende hitte, droeg hij een hoogge sloten uniform. Zijn gezicht was bruin en verweerd. Hij beende langs de muur van zijn kamer en draaide zich wild om in de hoeken, als een roofdier in een kooi. Eindelijk bleef hij voor een groote land kaart staan. Gekleurde vlaggetjes gaven het front aan. Met sidderende handen trok hij er een paar uit en liet ze op den grond vallen. „Blijven over, fort 5, fort 8 en... fort 7." Hij liet het hoofd hangen en hei-vatte zijn wandeling. Plotseling snoof hij als een jachthond, ging naar het venster en keek naar buiten. Het zand floot voorbij. De storm maakte een schel piepend geluid, als een sirene, zonder ophouden, oneindig. Het oorverdoo- vende geluid stak zijn gezicht als met naal den. Hij voelde het huilen van de storm en het deed hem haast lichamelijke pijn. ^Wordt vervolgd)^

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 5