Vlbsfogsdie Courant
Breskensche Courant
De nieuwe regeering stelt zich voor
Dagblad voor Zeeland, waarin opgenomen de
SOU8URS
BRESKENS,
77ste JAARGANG NUMMER 173
DINSDAG 25 JULI 1939
Abonnementsprijs17 ct- per week of 2.20 per
kwartaal Franco per post ƒ2.50. Afzonderlijke
nummers 5 ct Voor het buitenland neme men een
abonnement op het postkantoor zijner gemeente.
Advertentieprijs: Van 15 regels 1.25, iedere
regel meer 25 cent Bij abonnement speciale
prijs. Kleine advertenties van 15 regels
50 cent, Iedere regel meer 10 cent (max. 10
regels). Derde plaatsing gratis. Vooruitbetaling.
Uitgave: Firma F. VAM DE VELDE Jr., Bureaux
Walstr. 58-60, TeL 10 (2 Ujnen), Giro No.66287.
Eigen kantoren te: Breskens, Dorpsstraat,TeL21;
Oost- en West-Souburg, Kanaalstraat 45, TeL 35.
v-/
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Beëediging van de nieuwe
ministers.
Vanmorgen tien uur begaf H. M.
de Koningin zich van den Ruigen-
hoek naar het paleis Noordeinde,
waar te elf uur de beëediging
plaats had van de nieuwe minis
ters. Reeds omstreeks half elf
kwam dr. Colijn ten paleize aan.
Klaarblijkelijk was hij aanwezig
teneinde de nieuwe ministers aan
H. M. de Koningin voor te stellen.
De heeren mr. J. A. de Visser,
C. van den Bussche, C. W. Bo-
denhausen, jhr. ir. O. C. A. van
Lidth de Jeude, prof. dr. B. J. O.
Schrieke en dr. ir. M. H. Damme
kwamen vervolgens ten paleize
aan.
Prof. ir. I. P. de Vooys zag men
niet binnengaan.
De nieuwe ministers.
Mr. J. A. de Visser is een zoon van
wijlen den oud-minister van onderwijs, dr.
J. Th. de Visser en is evenals zijn vader
dit was, de Chr. Hist, beginselen toegedaan.
-Hij is te Leusden geboren in 1883. Zijn
ambtelijke loopbaan begon hij als adjunct
commies aan het departement van Kolo
niën. Ook in het politieke leven heeft mr.
de Visser een rol gespeeld. Gedurende ze
ven jaren was hij lid van den raad van
Rotterdam, gedurende acht jaren lid van
de Provinciale Staten van Zuid-Holland en
korten tijd lid van den Haagschen raad.
Ook was hij voorzitter van den Chr. Hist.
Kamei-kieskring Rotterdam.
De heer C. van den Bussche, die 2 Maart
1884 te Bergen op Zoom is geboren, heeft
een merkwaardigen en eervollen loopbaan
gevolgd. Na aanvankelijk voor de hout
vesterij bestemd en hierin in Ned.-Indië
te hebben gewerkt, kwam hij in 1919 aan
financiën. Na secretaris van de bezuini-
gingscommissie en thesaurier te zijn ge
weest, werd hij in 1926 thesaurier-generaal
en nog in hetzelfde jaar directeur van fi
nanciën. In 1933 werd hij lid van den Raad
van Nederlandsch-Indië en in 1936 vice-
president van dien raad. Met ingang van 21
November van het vorige jaar is hem, op
zgn verzoek, eervol ontslag verleend.
De heer C. W. Bodenhausen is 24 Juni
1869 te Leeuwarden geboren en is dus 70
jaar oud.
In 1891 werd hij surnumerair der directe
belastingen, invoerrechten en accijnzen, in
1895 ontvanger, in 1896 adjunct-inspecteur
en in 1899 inspecteur.
Van den rijksdienst ging de heer Boden
hausen in 1914 over naar den gemeente
lijken dienst van de hoofdstad, waar hg
directeur der gemeente-belastingen werd.
In 1921 werd hij directeur van financiën in
Nederlandsch-Indië, in 1929 benoemd tot lid
van den raad van Ned.-Indië was hij van
19311933 vice-president van dit hooge
college. Na zijn repatrieering vestigde de
heer Bodenhausen zich te Baam. Bij her
haling deed de regeering een beroep op zijn
kennis en ervaring als belastingdeskundige.
Prof. dr. B. J. O. Schrieke is 18 Septem
ber 1890 te Zandvoort geboren. In 1916 is
hij cum laude gepromoveerd tot doctor in
de Oostersche letteren. In hetzelfde jaar
werd hij taaiambtenaar aan het kantoor
voor inlandsche zaken te Batavia, in 1920
adjunct-adviseur voor inlandsche zaken.
In 1924 is dr. Schrieke benoemd tot hoog
leeraar voor de volkenkunde en de sociolo
gie aan de in dit jaar opgerichte rechts-
hoogeschool. In 1928 volgt zijn benoeming
tot directeur van het departement van on
derwijs en eeredienst, als hoedanig is hij tot
1935 werkzaam geweest.
Na rijn pensionneering in-1936 werd prof.
Schrieke op 12 November door den Amster-
damsche gemeenteraad benoemd tot buiten
gewoon hoögleeraar in de koloniale vol
kenkunde. Sinds j.938 is prof. Schrieke te
vens directeur van de afdeeling volken
kunde van het Koloniaal Instituut.
Dr. ir. M. H. Damme is 16 November
1876 te Breda geboren. Na aan de H.B.S.
te Arnhem eindexamen te hebben gedaan
studeerde hij aan de polytechnische school
te Delft. Het diploma voor werktuigkundig
ingenieur behaalde de heer Damme in 1898,
waarna hij een aanstelling als ingenieur
bij de Staatsspoorwegen op Java kreeg.
Na de verschillende rangen te hebben door-
loopen volgde de heer Damme in 1913 ir.
H. F. van Stipriaan Luiscius op als hoofd
van de Staatsspoor- en Tramwegen in Ned.-
Indië. Als voorzitter van de salariscom
missie voor burgerlijke landsdienaren ont
wierp hij een herziening dier bezoldigingen.
Na 25 tropenjaren ging de heer Damme
met pensioen.
Lang heeft hg van rijn otium niet ge
noten, want in 1925 werd hij directeur-
generaal der P.T.T., welk staatsbedrijf hg
tot heden met groote energie en succes
heeft geleid.
In 1938 promoveerde hij tot doctor hono-
rr_ causa in de technische wetenschappen
aan de technische hoogeschool te Delft. Hij
is lid van den raad van bestuur van de
K.L.M.
Prof. ir. I. P. de Vooys is 3 Februari 1875
te Gouda geboren. Na de Hoogere Burger
school in zijn geboorteplaats te hebben
doorloopen studeerde hij aan de Polytechni
sche School te Delft. In 1896 verkreeg hij
het diploma van werktuigkundig ingenieur.
Van 18961899 was hij eerst adjunct-in
specteur en daarna inspecteur van den
arbeid.
Van 19091917 was hij" gewoon hoog
leeraar en van 19181930 buitengewoon
hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool
te Delft en van 19171930 directeur
der Nederlandsche Maatschappij tot ont
ginning van steenkolenvelden, later de N.V.
Mijnbouw genaamd.
Sinds 1930 is prof. de Vooys directeur
van de Algemeene Kunstzijde Unie te Am-
hem en sinds 1933 voorzitter van den eco-
nomischen raad.
Een verklaring van dr. H. Colijn.
Z. iv. i-v.ns jl»c. ii.iai'U heen: een bezoeK geo.aoiit aan do
staatsmijn Maurits. Z. K. H. komt uit de mijnschacht van
660 M. diepte, voor hem hoofdingenieur-
bedrgfsleider J. Bakker.
Bij den aanvang der vergadering van de
Tweede Kame- was het nieuwe kabinet
heden voltallig achter de regeeringstafel
aanwezig.
Bij de behandeling der ingekomen stuk
ken deelt de voorzitter mede, dat een Ko
ninklijk besluit is ingekomen van 25 Juli
1939, no. 3, waarbij het H. M. de Koningin
heeft behaagd
De oude regeering gaat heen.
1. Het aangeboden ontslag van de heeren
minister van Staat dr. H. Colijn, Minister
van Algemeene Zaken mr. J. A. N. Patijii,
Minister van Buitenlandsehe ZakenH.
van Boeyen, Minister van Binnenlandsche
Zakendr. J. J. C. van Dijk, Minister van
Defensie, niet aan te nemen.
2. Met ingang van heden te ontheffen
van het beheer ad interim van het depar
tement van Financiën de Minister van
Staat, dr. H. Colijn, Minister van Algemee
ne Zaken, met dankbetuiging voor de door
hem in dezen den lande bewezen diensten.
De nieuwe bewindvoerders benoemd.
3. Met ingang van heden, op de meest
eervolle wijze ontslag te verleenen aan de
heeren mr. C. M. J. F. Goseling. als Mi
nister van Justitie dr. J. R. Slotemaker
de Bruine, als Minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen mr. dr. ir. J. A. M.
van. Buuren, als Minister van Waterstaat
mr. M. P. L. Steenberghe, als Minister van
Economische Zaken mr. C. P. M. Romme,
als Minister van Sociale Zaken; Ch. J. I. M.
Weiter, als Minister van Koloniën, met
dankbetuiging voor de vele en gewichtige
diensten door hen aan H. M. en den lande
bewezen.
4. Met ingang van heden te Tsenoemen
tot Minister van Justitie mr. J. A. de
Visser, procureur-generaal bij het gerechts
hof te Arnhem
tot Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen dr. B. J. O. Schrieke, bui
tengewoon hoogleeraar aan de universiteit
te Amsterdam, oud-directeur van onderwijs
en eeredienst in Ned.-Indië
tot Minister van Financiën C. W. Boden
hausen, oud-vicepresident van den Raad
van Ned.-Indië, oud-directeur van financiën
in Ned.-Indië
tot Minister van Waterstaat jhr. ir. O.
C. A. van Lidth de Jeude, oud-Minister van
Waterstaat, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
tot Minister van Sociale Zaken dr. ir.
M. H. Damme, directeur-generaal der pos
terijen, telegrafie en telefonie
tot Minister van Koloniën C. van den
Bussche, oud-viceprcsident van den Raad
van Ned.-Indië.
5. Tijdens de ontstentenis van een Minis
ter van Economische Zaken het beheer van
het departement van Economische Zaken
ad interim op te dragen aan den Minister
van Staat, dr. H. Colijn, Minister van Alge
meene Zaken.
EEN VERKLARING VAN
DR. COLIJN.
Na behandeling van de ingekomen stuk
ken legde dr. H. Colgn de volgende regee-
ringsverklaring af
Het kabinet heeft er prijs op gesteld zoo
spoedig doenlijk na zijn optreden aan de
Staten-Generaal mededeeling te doen van
de voornemens der regeering met betrek
king tot het te volgen beleid.
In algemeenen zin stelt de regeering bij
de uitvoering van hare taak zich voor
oogen, dat de steeds sterker geworden
drang naar centralisatie bij de bestuurs
voering in de toekomst met klem moet wor
den tegengegaan. Veeleer zal voortaan het
beleid er op gericht moeten rijn in wet
geving en bestuur aan de bestaande lagere
publiekrechtelijke organen een zoo groot
mogelijke taak over te laten of op te
dragen.
Voorstellen ter bevordering van dit voor
nemen zijn in voorbereiding.
Bij de bepaling van de taak der overheid
en bij de tenuitvoerlegging daarvan dient
er nauwkeurig op te worden gelet, dat niet
verzuimd worde een ruim gebruik te ma
ken van de krachten waarover het maat
schappelijk leven nog in zoo ruime mate
beschikt
Van onmiddellijk belang voor het
regeeringsbeleid zgn de navolgende
vier onderwerpen
le. het financieel beleid van het rgk en
2e. de daarmee samenhangende sanee
ring van de gemeente-financiën en
herstel van de gemeentelijke zelf
standigheid in zeer vele gevallen
Se. bestrijding der werkloosheid
4e. versterking der maritieme defensie
van Nederlandsch-Indië.
Met de opsomming van deze 4 punten is
niet bedoeld het aangeven van een rang
orde. Alle vier genoemde onderwerpen zijn
voor ons volksbestaan van diepgaande be-
teekenis, maar werken ook wederkeerig
remmend of bevorderend op elkander in.
Naarmate toch de financieele toestand van
Rijk en gemeenten gunstiger is, zgn de uit
gaven voor verbetering van de defensie en
voor de werkloosheidsbestrijding makkelij
ker te dragen, maar ook naarmate de uit
gaven voor deze twee voorzieningen hooger
worden, wordt het bereiken van een bud
getair evenwicht of het benaderen daarvan
moeilijker.
Wat de regeering nastreeft.
Daarom ligt het in het voornemen der
regeering deze vier kardinale vraagstukken
te bezien in hunne onderlinge betrekking.
Dit vooropgesteld wenscht de regeering
le. Bij het Rijk met grooten ernst te
streven naar een zoo dicht mogelijke be
nadering van het budgetaire evenwicht bij
den gewonen dienst en naar matiging bij
de kapitaalsuitgaven waarvan de druk uit
eindelijk weer op den gewonen dienst terug
valt.
2e. Door gewijzigde regelingen aan de z.g.
afhankelijke en noodlijdende gemeenten zoo
veel mogelijk en op korten termijn hare
zelfstandigheid te hergeven.
3e. Met vermijding van aanzienlijke ad
ministratieve uitgaven en van kapitaals-
investaties van oneconomischen aard een
krachtige politiek van werkloosheidsbe
strijding te voeren. Die bestrijding zal ge
heel beheerscht moeten worden door de ge
dachte de geleidelijke inschakeling der
werkloozen in het normale bedrijfsleven te
bevorderen. Andere voorzieningen worden,
voor zoover ze tijdelijk aan het gestelde
doel dienstbaar kunnen worden gemaakt,
als van aanvullenden aard beschouwd.
Tegen uitwassen bij de steunregeling die
remmend werken op de begeerte tot arbeid,
moet scherp worden gewaakt en waar zul
ke uitwassen reeds bestaan, zullen ze die
nen te verdwijnen.
Teneinde den Minister van Sociale Za
ken gelegenheid te schenken zijn volle aan
dacht te geven aan wat de hoofdzaak van
zijn beleid is, nL bestrijding der werkloos
heid, zal de afdeeling volksgezondheid v
rijn departement worden overgebracht naar
dat van Binnenlandsche Zaken.
4e. Bij de indiening der begrooting in
September a.s. mededeeling te doen van
hare voornemens met betrekking tot de ver
sterking der maritieme verdediging van
Nederlandsch-Indië. De verschillende denk
beelden dienaangaande worden door een
technische commissie op hunne militaire
beteekenis en op de financieele gevolgen
onderzocht.
Naast deze vier centrale vraagstukken,
het regeeringsbeleid rakend, zal het kabi
net de mogelijkheid van uitbreiding van de
zorg voor de ouden van dagen in over
weging nemen, terwijl het mede onmiddel
lijke aandacht zal schenken aan een par-
tieele verbetering der leerlingenschaal, c.q.
verbetering van de regeling voor de kwee-
kelingen met acte.
Het kabinet doet voor den hier in het
kort geschetsten arbeid een beroep op de
medewerking der Staten-Generaal. Het is
er zich volkomen van bewust, dat de moei
lijkheden, die het op zijn weg ondervinden
zal, talrijk en groot zullen zijn. Nochtans
heeft het zgn taak aanvaard in het diepe
bewustzijn daardoor, in. de gegeven om
standigheden, 's lands belang te dienen,
daarbij wetend dat de uitkomst ligt bij Hem,
die óók over het lot van landen en volken
beschikt.
Na de regeeringsverklaring stelde de
voorzitter voor de beraadslagingen daar
over morgen te 1 uur te houden en den
spreektijd te bepalen op 45 minuten per
spreker. Tevens stelde hg voor de supple-
toire begrooting van defensie voor 1939 en
de op de agenda voorkomende contingen-
teeringswetjes. te behandelen morgen, na
de bespreking der regeeringsverklaring.
Hiertoe werd besloten.
De vergadering werd hierna verdaagd.
LICHT OP VOOR AUTO'S,
FIETSEN EN VOERTUIGEN
Juli
uur
Dinsdag
25
9.32
Woensdag
26
9.31
Donderdag
27
9.29
Vrijdag
28
9.28
Zaterdag
29
9.26
Zondag
30
9.23
Maandag
31
9.23
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Sebeurlenissen
tian «ten Jng
De nieuwe regeering heeft zich voor-s
gesteld. (Pag. 1, eerste blad)i
De EngelschJapansche onderhande
lingen vorderen schijnbaar.
(Pag. 4, eerste blad)!
De onderhandelingen in Moskou vlotten
niet al te best. (Buitenland},'
Verschillende ernstige verkeersongeval
len. (Gemengd nieuws)j
ZIE VERDER EVENTUEEL
LAATSTE BERICHTEN
Wereldconferentie van
Christen-jeugd.
BOODSCHAP VAN H.M. DE KONINGIN
IN OPENINGSZITTING.
Prins Bemhard spreekt de deelnemers toe.
In een plechtige openin gsritting van de
eerste wereldconferentie van christelijke
jeugd, die 1600 jonge christen-mannen en
-vrouwen uit 70 landen der aarde bij elkaar
brengt, heeft Z.K.H. Prins Bemhard gis
termiddag in het Concertgebouw te Am
sterdam de volgende boodschap van H.M<
de Koningin voorgelezen
„Het is mij een genoegen u, die uit alie
deelen der wereld zijt samengestroomd,
thans in mijn land vereenigd te weten.
Mijn goede wenschen vergezellen u bjj
uwe werkzaamheden. Moge het der jeugd
van de geheele wereld gegeven rijn door
gemeenschappelijk overleg en gezamenlij-
ken arbeid, te streven naar de oplossing
van de problemen, die in deze moeilijke
tijden niet alleen de jeugd, maar de ge
heele mensehheid bezighouden. Dat in de
dagen, die voor u liggen de geest, door
welken Christus in eiken mensch door
dringt en die alle tegenstellingen en pro
blemen tot oplossing helpt brengen, u
allen tot richtsnoer zij."
Een toespraak van Prins Bern hard.
Nadat Prins Bemhard deze Koninklijke
boodschap had voorgelezen, sprak hij in
het Engelsch als volgt
„Mede namens Prinses Juliana, verwel
kom ik alle afgevaardigden uit ongeveer
70 landen op de eerste wereldconferentie
van christen jeugd. Temidden van de don
kere wolken, die ons in deze dagen omrin
gen, is het voor jonge menschen moeilijk
met een gevoel van verantwoordelijkheid
voor hun eigen leven en voor het leven van
hun medemenschen op te groeien.
De wetenschap, dat de christen jeugd van
de geheele wereld afgevaardigden heeft
gezonden naar Nederland om uitdrukking
te geven aan hun hoop en hun "wil om in
het christendom het ware licht te vinden,
waarin alle problemen gezien moeten wor
den, vervult ons met grooten moed. Ik ben
er van overtuigd, dat de roep van bet
evangelie: „Ut omnes unum sint" (opdat
allen één zijn) een roep is, die in deze tij
den tot ons jonge menschen komt
als een speciale roeping. Moge God U op
zijn wijze zegenengedurende de confe
rentie èn als U de resultaten van de be
sprekingen in uw eigen land zult terug-
dragen."
De groote zaal van het Concertgebouw
as tot op de laatste plaats bezet.
Op het podium zaten de 400 afgevaar
digden uit de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika met in de hoeken de ver
tegenwoordigers der Zuid-Amerikaansche
staten, in het midden der zaal hadden de
circa honderd Franschen, de Britten, die
in nog grooter aantal waren verschenen en
nog vele andere naties plaats genomen,
terwijl links in den hoek de kleine, tengere
figuren der Chineezen en de Japanners de
openingsritting bijwoonden.
Zeventig nationaliteiten waren vertegen
woordigd. Nimmer is in de wereld een con
ferentie gehouden, welke een intemationa-
ler karakter droeg dan deze.
Toen Prins Bemhard, die werd begeleid
door de leden van het organisatiecomité,
in de zaal verscheen, speelde het orgel het
Wilhelmus. Er volgde een indrukwekkend
moment, toen het orgel het bekende lied
Groote God. wij loven U" inzette, dat
staande werd meegezongen door allen, die
in de zaal aanwezig waren.