Vlissingsche Courant Breskensclie Courant DE SPANNING ROND DANZIG Stadsnieuws Vlissingen Dagblad voor Zeeland, waarin opgenomen de 77ste JAARGANG NUMMER 107 ZATERDAG 6 MEI 1939 Abonnementsprijs: 17 ct. per week of 2.20 per kwartaal. Franco per post 2.50. Afzonderlijke nummers 5 ct. Voor het buitenland neme men een abonnement op het postkantoor zijner gemeente. Advertentieprijs: Van 1—5 regels ƒ1.25, Iedere regel meer 25 cent Bij abonnement speciale prijs. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent (max. 10 regels). Derde plaatsing gratis. Vooruitbetaling Uitgave: Firma F. VAN DE VELDE Jr., Bureaux Walstr. 58-60. Tel. 10 (2 lijnen), Giro No.66287. Eigen kantoren te: Breskens, Dorpsstraat,TeL21 Oost- en West-Souburg, Kanaalstraat 45, TeL 85 AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITE2TS WA ARDE. INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE N E D E R L A N D S C H E DAGBLADPERS" Geen aanwijzingen voor Duitsche militaire actie Beck's rede is in Duitschland nog niet gepubliceerd Na de rede van minister Beek dankte je voorzitter van de Poolache Kamer, Ma- kowski, gisteren den minister van buiten landsche zaken voor zijn uiteenzetting en hjj beloofde hem namens de Kamer, dat alles zou worden gedaan om de taak van (je regeering te verlichten. De leden van het parlement en het pu bliek verhieven zich van hun zetels en juichten Beek bij zijn vertrek toe met de kreten„Leve minister Beek. Leve Polen. Leve maarschalk Smigly Rydz". Des avonds werd voor het ministerie van buitenlandsche zaken een groote be tooging gehouden ten gunste van Beek. Duizenden personen juichten den minis ter toe. Beek verscheen op het balkon en een korte toespraak. Hij verklaarde, dat een vastberaden buitenlandsche poli tiek een vastberaden houding van het ge- heele volk vereischt. Werkende aan den opbouw van een der gelijke politiek zullen, aldus Beek, zijn medewerkers en hij zelf er naar streven een buitenlandsche politiek te voeren, wel ke het volk vertrouwen zal kunnen inboe zemen. Rede In Duitschland nog niet gepubliceerd. De tekst van Becks rede was gister avond nog niet door het Duitsche nieuws bureau gepubliceerd, terwijl de avondbla den er geen woord over zeggen. Daaren tegen wijden zg veel aandacht aan de be- jprekingen, die vandaag en Zondag aan het Como-meer tusschen von Ribbentrop en Ciamo worden gevoerd. De Angriff spreekt over een ernstige waarschuwing van Italië aan Polen. „Polen heeft de keus. Met de politiek der spilmcigendheden is geen mar- chandeeren mogelijk." De Wilhelmstraisse weigert kortweg ook maar de geringst© aanwijzing te geven voor de gedragslijn, die Duitschland zal volgen ten aanzien van de rede van Beek. Politieke kringen te Berlijn willen den schijn weken niets te weten van de be woordingen van het Poolsche antwoord. Zij betoogen, dat „de aangelegenheid haar nor maal beloop zal hebben volgens het docr het rijk opgestelde plan." Men brengt hier in herinnering, dat de financieele bronnen van Polen en zijn „ze nuwen" een beperkte grens hebben en dat deze weldra zal zijn bereikt. Ook gelooft men, dat de methode, welke Hitler ten slotte zal kiezen om het Duitsch-Poolsche conflict te regelen de methode zal zijn van afmatting van het zenuwgestel en het mo reel, welke in 1938 beproefd is gebleken, dcch welke eenige maanden vereischt om vruchten af te werpen. De Duitsche tactiek reeds duidelijk? Doch reeds thans schijnt, volgens Havas, de politiek duidelijkde Duitsche pers streeft er naar het DuitschPoolsche pro bleem terug te brengen tot de kwestie van Danzig, welke een goede basis van uit gang zou moeten verschaffen voor de Duit sche propaganda. Geen aanwijzingen voor Duitsche militaire actie. Wat de militaire voorbereidingen betreft, is Duitschland ongetwijfeld volledig gereed om zoo noodig naar Danzig op te rukken. Men geeft toe, dat Oost-Pruisen vol troe pen is, zoodat geen buitengewone maatre gelen noodig zouden zijn. Er is echter geen enkele aanwijzing voor een militair optre den op dit oogenblik. Voldoening te Londen. In officieele kringen te Londen wordt gezegd, dat de ede van Beck in Britsche regeeringskrïngen levendige voldoening heeft gewekt. Beek, aldus zegt men, heeft het standpunt der Poolsche regeering op krachtige wijze, doch tevens in welover wogen gematigde bewoordingen uiteenge zet. Terwijl hij duidelijk gemaakt heeft, dat Polen niet de belangen, die het vitaal acht, zal opofferen, blijft de deur open voor de regeling der bestaande vraagstuk ken door directe onderhandelingen. De Britsche pers begroet de rede van den Poolschen minister van buitenlandsche zaken, Beck, met warmt' en over het al gemeen noemt men de rede vastberaden, doch gematigd van toon en geschikt om ontspanning te brengen in Europa. Te Rome. De eerste indruk te Rome schijnt niet ongunstig te zijn. In politieke kringen wijst men op de gematigheid van toon en taal en vooral op het feit. dat Beek geen nieu we eischen heeft gesteld, in tegenstelling met hetgeen de Poolsche perscampagne deed vermoeden. Men is van oordeel, dat de rede de bruggen tusschen Warschau en Berlijn niet heeft afgebroken en hetwocxd aan Hitler laat. Te Danzig. Te Dahzig heeft men met groote aan dacht naar de rede van Beek geluisterd. In klingen, die niet tot de nationaal-so- cialistische partij behooren, -wijst men op het kalme en gematigde karakter van de rede. In nationaal-socialistische kringen wijst men op de passage, waarin Beek ver klaart, dat Polen nooit zal toestaan, dat het van de zee wordt afgesloten en men beschouwt dit deel der rede als een uit daging. Frankryk en de rede van Beek. In Fransche politieke en diplomatieke kringen is men van oordeel, dat de rede van Beck in den bestaanden internationa len toestand een feit is van het grootste gewicht door de opmerkelijke definitie van den grondslag der Poolsche buitenlandsche politiek. Na deze uiteenzetting, aldus zegt men, vormen de DuitschPoolsche betrek kingen en in het bijzonder het vraagstuk- Danzig een toetssteen voor de werkelijke bedoelingen der Duitsche politiek. Men ver heugt zich over de volkomen overeen komst tusschen het Poolsche standpunt en dat der Fransche regeering. De aandacht van Fransche diplomatieke kringen is vooral getrokken door de passages, waarin Beek betoogde, dat het BritschPoolsche verdrag volkomen vereenigbaar was met het DuitschPoolsche niet-aanvalsverdrag van 1934, indien de Duitsche regeering niet de bijgedachte had de politieke vrijheid van Polen door het verdrag van 1934 te be knotten. Het vluchtelingenkamp WENSCHEN VAN KAMERLEDEN. het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging en verhooging van het vijfde hoofdstuk der rijksbegrooting voor het dienstjaar 1939, (Vluchtelingenkamp) werd van verschillende zijden de klacht geuit, dat het onderhavige voorstel onvoldoende is toegelicht. Dat voorzieningen moeten worden getroffen, wilde men niet betwis ten, maar de vraag, op welke wijze de mi nister zich de semi-permanente voorzie ning gedacht heeft en waarom hij daarbij één centraal kamp aanbevelenswaardig acht, achtte men zoo belangrijk, dat men meende, dat de minister de Kamer veel vollediger had moeten inlichten dan in de memorie van toelichting is geschied. Vele leden betwijfelden, of de stichting van één centraal kamp wel de beste oplos sing is. Uit zuiver financieele overwegingen moge concentratie in één kamp wellicht voordeeliger zijn dan verdeeling over een aantal kleine kampen, daartegenover staan zoodanige nadeelen van godsdienstige, ze delijken en sociaal-psychologischen aard, dat men aan onderbrenging in verschillen de kampen en tehuizen de voorkeur dient te geven. De hier aan het woord zijnde leden meenden daarom den minister in overweging te moeten geven een aantal wellicht vijf of zes kampen van kleiner formaat in te richten. Andere leden stemden in met de gedach te van één centraal kamp. Gevraagd werd, hoe de minister zich voorstelt den vluchtelingen arbeid te ver schaffen en hoe hi) rich de indeeling van het kamp denkt. Gevraagd werd, op welk bedrag de mi nister de jaarlijksche exploitatiekosten schat. Eenige leden, die een raming hadden gemaakt waren tot de slotsom gekomen, dat de jaarlijksche uitgaven, rente en af lossing inbegrepen, waarschijnlijk het mil- lioen zouden overschrijden. Gevraagd werd, of de minister verwacht, dat de particu liere liefdadigheid jaren achtereen een zoo groot bedrag zal opbrengen en, zoo ja. welke gronden voor die verwachting aan wezig zijn. Gevraagd werd, of het met het oog op mogelijk oorlogsgevaar wel verstandig is, het kamp dicht bij een der grenzen van ons land te vestigen. Vele leden meenden te weten, dat onder brenging bij particulieren nog in vele ge vallen mogelijk en gewenscht is. Plaatsing in een kamp moet uitzondering zijn. Ver blijf hi een kamp, wellicht voor vele jaren, is een zwaar te dragen leed. Voorts spraken leden het vertrouwen uit, dat in elk geval degenen, die thans in familieverband zijn opgenomen, niet ge dwongen zullen worden naar het kamp te gaan. Eenige leden, die erkentelijk waren voor hetgeen de regeering voor de vluchtelingen heeft gedaan en thans weer voorstelt te doen, legden nog eens den nadruk op het belang van bevordering van de emigratie. Eenige leden herinnerden er aan, dat zij steeds hadden gewaarschuwd tegen het be leid van de regeering ten aanzien van het toelaten in Nederland van Joodsche vluch telingen, Andere landen met een veel kleiner Joodsch percentage, zooals bijv. Frankrijk, laten deze emigranten niet toe. Van andere zijde werd verwondering uit gesproken over het feit, dat voorstanders van een regime, dat geleid heeft tot de vervolgingen, waarvan zoovelen het slacht offer rijn geworden en die Nederland er toe hebben gebracht hulp te verleenen, in plaats van zich beschaamd te toonen over het gebeurde, nog bezwaar maken tegen de verleende hulp, en critiek oefenen op maatregelen der regeering, die ongetwij feld nog beperkter zijn dan het Nederland- sche volk bereid zou zijn geweest te aan vaarden. Eenige leden meenden, dat het streng optreden van de regeering ten opzichte van de vluchtelingen tot gevolg heeft, dat ge fortuneerde vluchtelingen, van wie velen reeds geruimen tijd hier te lande vertoef den, hun vaste goederen en bedrijven te gelde maken en met hun vermogen Neder land verlaten. Daardoor ontstaat de onge- wenschte toestand, dat het meerendeel van de overblijvende'vluchtelingen min- of on vermogend is. De moeilijkheden in Palestina OORZAKEN EN VERLOOP VAN DEN ARABISCHEN OPSTAND. Van de Britsche legatie te 's-Gravenhage ontving het A.N.P. een uiteenzetting over de oorzaken en het verloop van den op stand in Palestina, waaraan wij ontleenen Het Palestrjnsche vraagstuk aldus vangt de uiteenzetting aan waarover zooveel geschreven en gesproken is, vormt in wezen een essentieel verschil van stand punt tusschen de Arabieren eenerzijds en de Joden anderzijds. De Arabieren hebben geslachten lang in Palestina geleefd. Zij beweren, dat het een Arabisch land is, dat het gerechtigd is zich op Arabischen grond slag te ontwikkelen en dat het gemachtigd is om eenzelfde volledige onafhankelijk heid onder zijn eigen Arabische regeering te genieten als het geval is met de andere Arabische landen in het Nabije- en Midden- Oosten. Het Joodsche standpunt. De Joden nemen een geheel tegenover gesteld standpunt in. Zij beweren, dat Pa lestina vele eeuwen geleden het land van het Joodsche volk was, en dat, sinds hun verspreiding, een klein aantal Joden altijd een vestiging in het land rondom Jeruza lem behouden heeft. Hun eisch is gebaseerd op de bepalingen van een mandaat, dat is goedgekeurd door de leden van den Volken bond en door de Vereenigde Staten, en waarin werd toegezegd, de totstandkoming van een nationaal tehuis voor de Joden in het land hunner voorvaderen te zullen ver gemakkelijken. De Joden beweren, dat Groot-Brittannië, als de mogendheid, wel ke met het mandaatsbeheer is belast, alle mogelijke faciliteiten aan de Joodsche im migratie in Palestina moet verleenen, met inachtneming van de grens, welke de economische capaciteit van het land aan de toelating eener stijgende bevolking stelt. De laatste jaren is de Joodsche eisch drin gender geworden door de tegenslagen, wel ke de Joden in midden-Europa en elders hebben ondervonden. 9 9* Zoowel aan Joodsche als aan Arabische z(jde staan felle aanhangers, die alleen naar hun eigen zaak willen luisteren. De neutra le, eerlyke waarnemer zal inzien, dat in de eischen van beide partijen een behoorlijke mate van billijkheid schuilt. Zoolang het mandaatssysteem werkt, heeft de Britsche regeering onder moeilijke omstandigheden, getracht, het evenwicht tusschen Joden en Arabieren te bewaren. Engeland heeft altijd gehoopt, dat de vijan dige houding der Arabieren jegens de Jood sche immigratie geleidelijk zou overwonnen worden, met het oog op de groote voordee- len, welke de Joodsche ondernemingen Joodsch kapitaal en Joodsche beschaving het land zouden brengen. Deze voordeelen zijn inderdaad groot. De Joodsche bevolking is thans, voorna melijk door immigranten, opgeloopen tot 400.000 en vormt dus een aanzienlijk deel van de totale bevolking des lands. De voor naamste oorzaak van de Arabische onrust in de laatste jaren was gelegen in de vrees dat de Joodsche immigratie den Joden uit eindelijk een meerderheid in Palestina zou bezorgen, en daarmede de Arabieren aan de overheersching van een vreemde meer derheid zou onderwerpen. De hevige woelingen, welke in Palestina zijn uitgebroken, vormen de uitdrukkingen van vrees der Arabieren in Palestina, dat zg zullen worden teruggebracht tot de po sitie eener politieke en economische min derheid in het land, dat zij als het hunne beschouwen. 9 9 9 Welke ook de beweegredenen zijn, waar mede de aanhangers der inmiddels ontsta ne revolutionaire bewegingen bezield zijn. het is een eerste taak der mandaatsregee- ring, de orde te handhaven, zoodat vreed zame menschen ongestoord huns weegs kunnen gaan. De vastbeslotenheid der man- daatsmogendheid, het evenwicht tusschen alle bevolkingsgroepen te handhaven, heeft formidabele Arabische organisaties doen ontstaan, welke, wegens de concurrentie tusschen de leiders der rivale partijen, niet slechts gebruikt zijn tegen de krachten van wet en orde en tegen de Joden, maar ook tegen de politieke rivalen, die elkaar de leiding der Arabische gemeenschap betwis ten. Het optreden van de gewapende ben den begon geleidelijk zoo zwaar op de plat telandsbevolking te drukken, dat de open bare Arabische meening, welke hun aan vankelijk goed gezind was, zich tegen hen keerde. De aanwezigheid der Britsche troe pen heeft een sterke moreele uitwerking gehad, het prestige der terroristen is ver minderd, en het vertrouwen der vreedzame lieden, die de regeering steunen, is dien overeenkomstig toegenomen. Ingevolge de besprekingen te Londen met de vertegenwoordigers van Arabieren en Joden, zoekt de Britsche regeering, als mandaatsmogendheid, naar het beste mid- Dit nummer bestaat uit 3 bladen en een kindercourant EERSTE BLAD §ei»eMrlen«s»ew tinn Jew dag De spanning rond Danzig geen aan- wijzingen voor te verwachten Duitsche militaire actie. (Pag. 1, eerste blad). De voorgenomen stichting van een cen traal vluchtelingenkamp. (Pag. 1, eerste blad). De oorzaken van den Arabischen op stand in Palestina. (Pag. 1, eerste blad). De Tweede Kamer heeft de oorlogs- wetten goedgekeurd. (Binnenland), ZIE VERDER EVENTUEEL LAATSTE BERICHTEN. del om tot een oplossing van het Palestrjn sche vraagstuk te geraken. Drie kwesties treden daarbij op den voorgrond 1. De voortdurende Joodsche immigratie» 2. De groei der autonome instellingen in Palestina. 3. Het behoud voor de Arabieren van het eerste recht op land, dat voor bebouwing beschikbaar is. In de politiek, welke de Britsche regee ring binnenkort zal aankondigen, zal aan deze en andere kwesties volledige aandacht worden geschonken. Doch het moet her haald worden, dat het ingewikkelde van de Palestijnsche kwestie in het feit gelegen is, dat de Britsche regeering, krachtens het mandaat, verplichtingen heeft zoowel je gens de Joden als de Arabieren. Nutss paarbank. In de Nutsspaarbank Coosje Busken- straat werden in de maand April 886 inla gen gedaan tot een bedrag van 94.391.27 en 1096 terugbetalingen tot een bedrag van 242.517.08. Er werden in die maand 52 nieuwe boekjes uitgegeven. Het aantal spaarders werd gebracht op 9093 en hun tegoed op 3.263.061.55. Ter lediging werden 70 spaarbusjes aan geboden inhoudende 885.12 en met 2765 zegels werd bespaard 138.25, welke be dragen op de spaarboekjes werden bijge schreven. Vlissingsch scheepvaartnieuws. Aangekomen: „Prinses Juliana" van Harwich (verwacht) Nederlandsche m.s. „Teuna" van Gravelines naar Belfeld; „Satumus" van Gravelines„Broeder trouw" van Londen naar Utrecht„Mary" van Londen „Pia" van Huil„Albatros" van Londen. Om te bunkeren: Nederlandsche m.s. „Duurswold" van Gent„Eems" van Kings LynnItaliaanseh s.s. „Nio Padre" van Bremen. Vertrokken: „Mecklenburg" naar Harwich „Satumus", „Mary" en „Pia" naar Antwerpen; „Albatros" naar Antwer pen „Duurswold" naar Rotterdam„Nio Padre" naar Genua. Alhambra-Theater. Ook ditmaal brengt Paramount wereld nieuws interessante momenten uit den hul digen gang der wereld. Na de vreedzame van de herkiezing van Albert Lebrun tot president der Fransche republiek spreken die van den komst van protector von Neu- rath in Praag en de onvermijdelijke, groo te, militaire parade. Ook de stilte rondom dit historisch gebeuren. Geheel in tegen stelling met de uitbundige drukte, waar mede de Madrileensche bevolking het ein de van den bloedigen burgeroorlog viert. Van de spannende dagen in Europa getui gen de manoeuvres der Belgische piotten en de onderteekening van het Engelsch Poolsche verdrag in Londen. Als de maan schijnt in Kentucky. De inhoud van deze komische film is niet na te vertellen. Eigenlijk heeft zij ook geen inhoud, daar zij een aaneenschakeling van clownerie en dolle invallen is zonder één oogenblik de allures aan te nemen van een ernstig verhaal. De hoofdvertolkers zijn de Ritz Brothers, die in Amerika populaire grapjassen schij nen. Zij worden geassisteerd door een lief zangeresje. Deze vier trachten aan de ra dio te komen. Dit lukt hun slechts door een list. Zij doen zich namelijk voor als onvervalschte natuurtalenten uit een klein gehucht in Kentucky, welks rustieke toe- standen echter verre van idyllisch zijn. Als halve wilden arriveeren zij ten slotte in New York en bereiken hun doel. Voor de radio voeren zij dan een program op, dat niet alleen grappig is, doch als imitatie en parodie ook talent toont. Voor het eerste noemen wij o.a. het ping-pong-nummer, van het laatste de booze stiefmoeder-ko ningin uit Sneeuwwitje, Suez, Dit groote meesterwerk van massa-regie, milieu-teekening, spel en camera-vernuft wg'st er in den aanvang zelf op, dat de historie niet steeds trouw gevolgd werd, doch dat veel meer een romantisch geheel werd geschapen. En dit is weer gedaan met grootsche middelen, gesteund door een meesterlijke techniek. Verbluffend is in derdaad de show, die telkens weer in over daad het witte doek vult. Knap als steeds vervult Tyrone Power de rol van Ferdinand de Lesseps, den strij der voor en den schepper van het kanaal van Suez naar Port Said. Parallel met dit slagen is de opgang van Napoleon III, president van Frankrijk tot keizer van Frankrijk, waarbij de bekoorlijke Lorette Young de rol vervult van de schoone Euge nie de Mcntigo. Eerst de uitverkorene van de Lesseps, kiest zij den Franschen troon, doch weet hulp voor het kanaalplan te verkrijgen, al meenen de ingenieurs ook, dat alle steden aan de Middellandsche Zee zullen overstroomen. Zeer typisch doet de tegenwerking van Engeland aan, on danks de hulp van het Egyptische vorsten huis. Intriges en tegenslagen doen het prachtige werk, waarmee de geheele menschheid gediend is, bijna stranden. Dan komt in Engeland Disraëli aan het bewind en daarmee Britsche steun. Nog eenmaal dreigt vernietiging door een geweldigen woestijnwind, waarbij de trouwe Toni (An- nabella), den dood vindt en dan kan ten slotte Ferdinand de Lesseps, na met een zaamheid zijn roem betaald te hebben, bij de feestelijke opening uit de handen van Frankrijk's keizerin de hoogste onderschei ding ontvangen. Deze film i3 alleszins het zien waard. Wij prezen de grootschheid van opzet en

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 1