Vlissf ngsclie Courant
Breskensche Courant
Onze jarige Prinses 1909-1939
MET DE „SUMATRA" OP DE NOORDZEE
EERSTE BLAD
Dagblad voor Zeeland, waarin opgenomen de
77ste JAARGANG NUMMER 101
ZATERDAG 29 APRIL 1939
Abonnementsprijs17 ct. per week of 2.20 per
kwartaal. Franco per post ƒ2.50. Afzonderlijke
nummers 5 ct. Voor het buitenland neme men een
abonnement op het postkantoor zijner gemeente.
Advertentieprijs: Van 1—5 regels 1.25, Iedere
regel meer 25 cent. By abonnement speciale
prijs. Kleine advertenties van 15 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent (max. 10
regels). Derde plaatsing gratis. Vooruitbetaling.
Uitgave: Firma F. VAN DE VELDE Jr., Bureaux
Walstr. 58-60, Tel. 10 (2 lijnenGiro No.60287.
Eigen kantoren te: Brcskens,Dorpsstraat,TeL21;
Oost- en West-Souburg, Kanaalstraat 45, TeL 85
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR D.E VEREENIGING „DE N E D E R L A N D S C H E DAGBLADPERS
Een kroonjaar van onze Kroonprinses.
Zes lustra, drie decennia leidde ons
„Juliaantje" eenleven als een prinsesje.
In alle beteekenissen des woords. Met de
teederste zorgen werd ze omringd door
haar koninklijke verwanten, zorgen vooral
van haar moederzorgen, welke nóg haar
deel zijn. En gedragen is zij op de handen
van een trouw en toegewijd volk, dat in
„Juliaantje" een eigen rijk bezit waar
deerde, vrucht van 's hemels zegen.
Nóg omstraalt de jeugd het blije prin-
sessegelaat, maar ons „Juliaantje" hebben
we moeten prijgeven. „Ons prinsesje" is met
haar dertig jaren een jonge en gelukkige
vrouw geworden, maar deze metamor
phose bracht ons enkel winst en verdub
belde ons bezit.
Want terwijl onze Kroonprinses zoo
heeten we ze thans vrouw en moeder
werd, schonk ze datgene weer, wat we aan
haar hadden verloren, een prinsesje
Dat we in onze eenvoudige en toegewijde
trouw mogen vertroetelen, gelijk we het
eerder de moeder deden.
Eigenlijk behielden we dus, wat we had
den en de prinses-moeder was onze
winst. En wè.t 'n moeder
Een moeder, die door de vervulling van
haar plichten als zoodanig ons volk ten
voorbeeld is. Een moeder, die de zorgen
van een gezegend huwelijk niet schuwt,
maar blijde en dankbaar een tweede vrucht
van haar huwelijk doet rijpen in de straling
van haar liefde en daarmee hechter de
hoop van het volk verankert, dat de voor
zienigheid de mogelijkheid eener besten
diging van het verbond tusschen Neder
land en Oranje zal willen verzekeren.
Onwillekeurig denken wij op het oogen-
blik aan ae lotgevallen van een vreemde
vorstin, aan die n.L van de koningin van
het kleine Albanië.
Haar werd in de Paaschweek een zoon
geboren, een kroonprins. Honderd en
een kanonschoten daverden ten saluut.
Maar nauwelijks waren de echo's van het
laatste vreugdeschot in de Albaneesche
bergen verklonken, of opnieuw dreunden
zware slagen, slagen van ontploffende
bommen uit vijandelijke vliegtuigen scho
ten uit de monden van kanonnen, welke
werden bediend om dood en vernieling te
saaien. Het kraambed eener koningin
moest worden geschoven in een ten vlucht
voorgereden ambulance-auto, want de
vreemde overweldiger had geen tijd om een
moede moeder tot rust te laten komen. De
overweldiger had haast met het inslaan
van nieuwe kruisen op den bodem der her
innering aan de Passie van Golgotha.
Waarom wij daar heden aan denken
moeten
Omdat wij de zachte, wilskrachtige
vrouwenhand, welke ons volk leidt, wel
eens hebben gezien zooals zoovelen onzer
deze hebben gezien als een beschutting
tegen geweld. Tegenstellingen zullen er blij
ven bestaan op de wereld en ze zullen
vijandschappen wekken. Maar aan het be
grip van „strijd" en „tegenstander" plach
ten w|j tot heden de idee van ridderlijkheid
te verbinden.
Helaas, de ridderlijkheid heeft afge
daan, hinderlijk als zij schijnt te zijn voor
het dynamische karakter van het optreden
d regeerders, wier grootheidswaan en
machtswellust geen „grenzen" kermen.
Het bestuur van vrouwen zéker van
onze Oranjevrouwen ademt vrede. Maar
dat alléén waarborgt ons den vrede en de
vrijheid niet langer. Waarborg voor vrede
en vrijheid is onze volksverbondenheid met
het vorstenhuisonze bereidheid om
Oranje te verdedigen daarmee vechtende
voor ons eigen vrije bestaan. Tesamen
moeten wij sterk zijn en blijven. Oranje
getrouw, Gode slechts onderworpen. Naar
de leuze van den Vader des Vaderlands
„Mijn schild en de betrouwen zijt Gij, o
God, mijn Heer
Zóó besloten, zóó geloovende en getui
gende, kunnen we ondanks alles rus
tig, vastberaden de toekomst inzien.
In die toekomst moge de jarige Kroon
prinses, aan het hoofd van ons volk, een
plaats zijn toebedeeld, welke even glorierijk
is als die van haar voorvaderen en van
haar moeder.
Moge echter God aan ons volk en aan
onze dierbare koninklijke familie het groote
voorrecht schenken, dat Prinses Juliana nog
een groote reeks van jaren Kroonprin
ses zal mogen blijven, die als een geluk
kige moeder al haar zorgen zal kunnen
wijden aan de vruchten van een gezegend
huwelijksleven.
Zoo bidden wij in het bijzonder op heden.
H. M. de Koningin vaart op de „Tromp".
OOK PRINS BERNHARD WAS AAN BOORD.
Voorspel der Rotterdamsche vlootdemonstraties
ons dek de officieren en manschappen de
eerbewijzen brengen en joelen.
En in de lcngroomduiken de hoof
den van nieuwsgierige journalisten onder
de patrijspoorten weg. Want onzichtbaar is
nu eenmaal onzichtbaar Onze gastheeren
stellen zooveel vertrouwen in ons, dat zij
ieder toezicht achterwege laten, bouwend
op de gegeven toezegging om mede te
werken tot het slagen van het eerbetoon
dat nu eenmaal door militairen moet wor
den gebrachtdaar kunnen burgers bij
gemist worden als kiespijn. En dus maait
de boeg van de passeerende „Tromp" de
joumalistenhoofden voor de patrijspoorten
weg. H. M. de Koningin ziet een óórlogs-
schip passeeren en geen met burgerpetten
bezaaide pleizierboot
Donderdagavond.
Vlissingen, kwart over zeven.
De avond valt. Uit de verte klinken ijle
trompetsignalen. Uit onze treincoupé zien
wij op het achterschip van Hr. Ms. „Noord
Brabant" het ceremonieel van het plechtig
strijken van onze driekleur. De Marine
maakt zich gereed voor den nacht
En ver van hier geschiedt op een ander
schip hetzelfde. Op het schip dat het doel
van onze reis is de „Sumatra", die mor
gen op de Noordzee oefeningen gaat ma
ken in verband met 9 andere oorlogsbo
dems. Op de „Tromp" zal H. M. de Konin
gin dezelfde reis maken.
De Marinestaf is zoo vriendelijk ge
weest ons uit te noodigen hierbij tegen
woordig te zijn. En daarom zitten wij in den
trein die ons in den laten avond in het dan
uitgestorven Umuiden zal brengen, waar
morgenochtend de „Sumatra" ons wacht.-
Vrijdag a/b van Hr. Ms. „Sumatra".
In den vroegen ochtend verzamelen zich
verschillende journalisten in min of meer
uitgeslapen toestand op den toeristenstei
ger te IJmuiden, waar het dek van de zee
sleepboot „Stentor" hen allen gastvrij op
neemt.
Nieuwsgierig als persmenschen nu een
maal zijn, verdringen zij zich onderweg op
het voorschip om zooveel mogelijk van het
fraaie uitzicht te genieten en uit te kijken
naar de „Sumatra" die buitengaats wacht.
Maar al is het weer :.nóoi, toch staat er
een behoorlijke deining. De „Stentor"
steekt den neus zoo pittig in de golven, dat
heel wat water overkomt. En dus ruimt de
Koningin der Aarde wijselijk het veld voor
Neptunus, wiens eerbewijzen t.è vochtig zijn
om waardeering te kunnen vinden.
Dan komt de „Sumatra" ir. zicht. Het
schip ziet er schitterend uit en levert in
het felle zonlicht van den vroegen April
morgen een fraaien aanblik on. De „Suma
tra" is niet alleen naar het oordeel van
commandant en officieren een goed schip
maar deze bodem heeft zijn lijnen mee en
maakt ook op den niet-deskundige een
indruk van kracht en vooral van snelheid.
De statietrap is neergelaten, maar de
golfslag doet de „Stentor" zóó deinen, dat
de trap gevaar loopt, een mogelijk onzacht
contact niet te zullen overleven. Daarom
wordt dan ook bevolen de trap weer op te
hijschen en dan is een aantal in den wand
van de „Sumatra" aangebrachte ijzeren
sporten, de eenige mogelijkheid om aan
boord te kunnen komen.
Maar de krantenmenschen worden er
niet door afgeschrikt (er is trouwens geen
keus en achtereenvolgens wagen wij al
len den sprong tegen het loodrechte lad
dertje.
Natuurlijk duurt het nogal even voor
allen op deze wijze aan boord zijn gekomen.
Maar het lukt. En dat is het voornaamste.
Burgers maken zich onzichtbaar.
Aan dek wacht ons een vriendelijke ont
vangst en nadat de commandant, kapitein
ter zee C. H. Brouwer, aan ons is voorge
steld krijgen wij tot 9 uur vrijheid van be
weging.
Tot negen uurWant tegen dat tijd
stip wordt de „Tromp" verwacht, H. M. de
Koningin is om ca, 9 uur met Prins Bern-
hard te Umuiden aan boord van dezen
flottieljeleider gegaan. Als de „Tromp" de
„Sumatra" passeert, moeten de verschul
digde eerbewijzen worden gebracht. En de
kruiser waarop wij ons bevinden is nu een
maal een oorlogsschip. Daarom wordt ons
Of zeer beleefde, doch desondanks niet
minder duidelijke wijze aan het verstand
gebracht, dat de „burgers" zich tijdens
het eerbetoon onzichtbaar moeten maken.
De plichten die een gast nu eenmaal
heeft, moeten in dit geval de voorkeur
hebben boven de nieuwsgierigheid naar
interessante feiten die aan ons vak onver
brekelijk verbonden is. En dus maken wij
ons onzichtbaar in de longroom.
Om half 10 verlaat de „Tromp" de haven
van Umuiden. De saluutbatterij van de
„Sumatra" lost 35 schoten en terwijl bo
ven ons, aan dek, de bemanning aangetre
den staat, zien wij door een patrijspoort
den flottieljeleider naderen. Hoog krullen
de brekende golven voor den boeg van den
ranken oorlogsbodem. Dan passeeren
„Tromp" en „Sumatra" elkaar, terwijl op
In verband met de „Tromp" wordt de
reis dan op de Noordzee in Noordelijke
richting voortgezet. Straks zullen behalve
enkele Z-booten die wij reeds zagen, ook
andere oorlogsschepen zich bij ons aan
sluiten. In het geheel zal het „smaldeel
Rotterdam" zooals ons eskader ge
noemd is bestaan uit den flc ttieljeleider
„Tromp", den kruiser „Sumatra", de on
derzeeboot O 12, de Z-booten 6 en 8, de
kanonneerboot „Friso" en de mijnenvegers
„Abraham van der Hulst", „Willem van
Ewyck", „Jan van Gelder" en „Pieter
Floresz".
Het geheel staat onder leiding van den
commandant van de „Tromp", Kapitein ter
Zee L. A. C. M. Doorman.
Van de mijnenvege! s krijgen wjj niet veel
te zien. Die zijn reeds te ca. uur in Rot
terdam, waar na aankomst van de overige
schepen, in de komende dagen de vloot-
schouw gehouden wordt waarover de lezer
reeds eerder in ons blad bijzonderheden
heeft aangetroffen.
Een nevelscherm.
Nadat wij ongeveer ter hoogte van Eg-
mondPetten gekeerd zijn, zien wij vóór
ons de „Tromp" een nevelscherm leggen.
spuit de nevel van den achtersteven
van den flottieljeleider weg, om dan te
vervloeien tot een grauw scherm waarach
ter het schip zoo noodig zijn verdere be
wegingen aan het oog van andere (vijan
delijke) vaartuigen kan onttrekken.
W|j laten ons door een der officieren
vertellen dat slechts 1 KG. van het voor
dit doel benoodigde middel, voldoende is
om30.000 M3. nevel te maken. In
drie minuten kan men zich verschuilen
achter niet minder dan4 millioen
M3 mist.
Daar is de beroemde regenmaker Ver
aart dus maar een klein kind by
Marine-watervliegtuigen verkennen het
eskader en dan wordt het tijd, den inwen-
digen mensch te versterken. Wij hebben
in den loop van den morgen een ploeg ma
trozen reeds druk bezig gezien met een
aantal tonnen boordevol aardappelen. Een
hoeveelheid, ruim voldoende om ook den
grootsten twijfelaar te overtuigen van den
gezonden eetlust van de uit ca. 460 man
bestaande bemanning van de „Sumatra".
Ook aan tafel bewijzen de Marine-men-
schen weer dat zij goede gastheeren zijn.
En het commando te Willemsoord heeft
in bloemrijke taal instructie gegeven dat
„de persmenschen dien dag aan boord in
extra-schafting zullen worden opgenomen".
Hitier spreekt.
De radio staat aan. Hitier spreekt. En
tusschen de tafelgesprekken door, bereiken
flarden van Hitler's rede ons oor. Het is
een eigenaardige gewaarwording, aan
boord van een indrukwekkend oorlogsvaar
tuig te luisteren naar de stem van den
man die heel Europa (en een belangrijk
deel van de wereld daarbuiten) in onrust
en spanning houdt.
Hitier spreekt. En een paar kilometer
van ons vandaan, houdt de „Tromp"
schietoefeningen. Zwaar rolt de dreun van
het geschut over de golven het bereikt
ons oor en mengt zich door het stemgeluid
van den dictator
Moeten wij hier een symbool in
zien? Het vreedzame Nederland wil
immers niet anders dan zich in vrede
wijden aan een vreedzame taak.
Maar het stelt ook prijs op het be
houd van zijn onafhankelijkheid. En
zoo rolt dan, terwijl een dictator
spreekt, de donder van Nederlandsch
Dit nummer bestaat uit 3 bladen
en een kindercourant
§el>eMrlenissen
van J
Prinses Juliana 30 jaar.
(Pag. 1, eerste blad)
Kokkinaki moet noodlanding maken
de machine gedeeltelijk vernield.
(Pag. 1, eerste blad).
Met de „Sumatra" op de Noordzee.
(Pag. 1, eerste blad),
ZIE VERDEK EVENTUEEL
LAATSTE BERICHTEN^
Kokkinaki moet een
noodlanding maken.
DE MACHINE GEDEELTELIJK
VERNIELD.
De Sovjet-Russische vliegers Kokkinaki
en Gordienko, die een vlucht zonder tus
schen landing van Moskou naar New York
wilden maken, zijn gedwongen geweest een
noodlanding te maken op Miscou-eiland bij
Nieuw Brunswijk. Het vliegtuig is in een
moeras terecht gekomen en ernstig bescha
digd. Een der vliegers heeft een pols ge
broken de ander is ongedeerd.
De Canadeesche regeering heeft eerst
overwogen de ijsbreker ..Montcalm" te zen
den om de vliegers .van het eiland te halen,
doch aangezien de vliegers niet in gevaar
verkeeren, heeft men besloten, dat zij met
een vliegtuig of een visscbersva3rtuig: naar
het vasteland zullen worden gebracht.
Nader wordt gemeld, dat de noodlanding1
veroorzaakt is door motorschade te 1.55
uur. Bij de landing zijn beide vleugels en
de propeller gebroken.
marine-geschut over onze territoriale
waterenals om hij deze bijzondere
gelegenheid te illustreeren dat wij, zoo
het noodig mocht zijn, ook gelijk in
het verleden zoo dikwijls geschied is
onze zelfstandigheid willen verde
digen.
Laat ons in vrede en met rust. Meer
verlangt ons kleine land met zijn taaie
bevolking immers niet
Duik boo taan val.
Om kwart over één wordt plotseling
alarm geblazen. Wij varen in kiellinie met
de „Tromp", links en rechts beschermd
door de beide Z-booten. Er zijn duikbooten
in de omgeving gesignaleerd
Van alle kanten komen de manschap
pen aanrennen. De 10 kanons, het lucht
afweergeschut, de afstandmeters enz. wor
den bezet. De kanons draaien hun zware
loopen dreigend overboord. Een marine
watervliegtuig speurt boven ons naar den
onder water loerenden vijand. Alles is in
actie iedereen op zijn post.
Na verloop van tijd komt de onderzee
boot boven.
Of de aanval geslaagd is? Wij weten het
niet. Gezien den korten afstand waarop
de duikboot zich van de „Tromp" en de
„Sumatra" bevond, zou men geneigd zijn
te zeggen van wèl. Maar het is natuurlijk
mogelijk dat de onderzeeboot reeds vroe
ger door de Z-booten of vliegtuigen ont
dekt en in theorie onschadelijk gemaakt
was. Er werd nL niet gelanceerd doch
slechts ter demonstratie een schjjnaanval
uitgevoerd.
Wij bevinden ons nu een myi of wat be
noorden het lichtschip „Maas". En nu
scharen de Z-tooten zich achter ons, ter
wijl wij achter de „Tromp" blijven varen.
Zoo gaat het op Hoek van Holland aan.
Eenigen tijd voor de loodsboot verschijnt,
legt ook de „Sumatra" een nevelscherm.
Fel spuit een vitte straal oit de kleine
tanks op het achterdek. Een dichte mist
verspreidt zich over de golven en onttrekt
den kruiser aan het gezicht.
Vliegtuigen vallen aan.
Dan naderen wij langzamerhand Hoek
van Holland., waar, in tegenstelling tot
hetgeen aanvankelijk de bedoeling was.
H. M. de Koningin den flottieljeleider
„Tromp" verlaat.