c
4Plouuier heeft de Schoenen
tweede blad
Langs de kruislijnen der
Europeesche Imperia
5
PPP^
Beschadig
mij niet
De klant
is koning
Vlissingsche Courant
dagblad voor Zeeland, waarin opgenomen de
Breskensche Courant
Dinsdag 18 April 1939, No. 91
Gemeentebestuur Vlissingen
BEKENDMAKING.
Verkiezing gemeenteraad.
De Burgemeester der gemeente Vlissin
gen brengt ter openbare kennis dat
1. op Dinsdag 9 Mei a.s. de candidaat-
etelling voor de verkiezing van ds leden
van den raad dezer gemeente zal plaats
jiebben
2. op genoemden dag van des voormid
dags 9 tot des namiddags 4 uur bij 'de
voorzitters van de hoofdstembur-eaux ter
secretarie dezer gemeente lijsten van can-
didaten kunnen worden ingeleverd
3. iedere lijst moet worden ondertsekend
door ten minste vijf en twintig personen,
die volgens de kiezerslijst voor 1939/1940
kiezers zijn voor den gemeenteraad en be
voegd zyn te stemmen binnen den kies
kring, waarin de lijst wordt ingeleverd
4. dezelfde kiezer niet meer dan één lijst
mag onderteekenen
5. de candidaten met vermelding van
kunne voorletters en woonplaats op de lijs
ten mosten worden geplaatst in de volg
orde, waarin door de onderteekenaars aan
ken de voorkeur wordt gegeven en, indien
dc candidaat is een gehuwde vrouw of we
duwe, met den naam van haar echtgenoot
of overleden echtgenoot, onder toevoeging
van haar eigen naam, vooi-afgegaan door
het woord „geboren" of eene afkorting
van dit woord, tenvijl bij de vermelding
van een candidaat de voorletters geheel of
ten deele door de i voornamen mogen wor
den vervangen
6. op dezelfde lyst ten hoogste 1) elf
candidaten mogen worden geplaatst
7. dezelfde candidaat niet mag voorko
mben op meer dan één van de lijsten, in
geleverd in denzelfden kieskring
8. bü de inlevering van eene lijst de on
derteekenaars schriftelijk een gemachtigde
en diens plaatsvervanger kunnen aanwijzen,
bevoegd tot het verbinden van de lijst over
eenkomstig het bepaalde in artikel 50 der
kieswet
9. by de lijst moet wordesn overgelegd de
schriftelijke verklaring (model II) van
lederen daarop voorkomenden candidaat,
dat hy bewilligt in zijn candidaatsteliing
op deze lyst
10 indien een candidaat zich buiten het
Rjjk in Europa bevindt, de onder 9 bedoelde
verklaring telegraphisch kan worden ge
daan en in dat geval niet aan het formu
lier model II, hieronder genoemd gebon
den is
11. de inlevering der lysten geschiedt
persoonlijk door een der onderteekenaars,
bevoegd tot deelneming aan d.e verkiezing
binnen den kieskring, waarin de lijst wordt
ingeleverd, en dat de candidaten daarbij
kunnen tegenwoordig zyn, en
12. van 18 April a.s. af de tot invulling
bestemde formulieren voor de lysten van
candidaten en voor de hierboven onder 9
bedoelde verklaringen, model II, ter secre
tarie dezer gemeente kosteloos verkrijg
baar worden gesteld.
Vlissingen, den 17 April 1939.
De Burgemeester voornoemd,
W. P. EDELMAN, L.B.
1) Zie art. 10 der gemeentewet.
UIT CAIRO EGYPTE
XXIX.
Na eenige dagen afwezigheid voor een
zwerftocht door het Egyptische binnen
land, keerde ik 10 uur in den avond
op myn hotelkamer te Cairo terug. Tot
groote en oprechte blijdschap van Makoe
Hassan, mijn Soedan eeschen vriend, die
door den hotelhouder is belast met een, zy
het tijdelijke, zoo volledig mogelijke toewij
ding aan mijn persoonlijkheid, te weten
derzelver lijfelijke behoeften. Makoe Has
san is de lezer zal het zich willen her
inneren de man van het valsche 5-
piasterstuk. Ik geloof, dat het niet enkel
de begeerte naar piasterfooien is, welke
Makoe Hassan zoo gewillig en vriend
schappelijk heeft gestemd té mijnen aan
zien, integendeel. Een keer dat ik
hoestte, heeft-ie me een fleschje frambo
zen limonade gebracht, me daarbij met op
geslagen oogen en de hand op het hart
verzekerende, dat hij er niets voor wilde
hebben. Dat fleschje schonk hij me, zuiver
uit compassie. Makoe Hassan voelt zich
gelukkig, omdat ik „niks-groozig" tegen
hem ben en hij zwarte knecht uit Soe
dan mijn vriend mag wezen. En in my
p ijst hij alle Hollanders zalig.
Makoe Hassan begroette me uitbundig
bij mijn terugkeer in den avond. Zijn ge
zicht was één breede grijns van geluk en
herhaaldelijk legde hy de vingertoppen van
zyne beide handen tegen het voorhoofd om
daarna de handen tegen het hart te druk
ken en te zuchten. Zóó groet hier een in
lander.
Ik vond te veel geluk op Makoe Has
san's gelaat, dan dat dit enkel mijn
terugkeer zcu kunnen gelden.
Hassan, zei ik, je verbergt me iets.
Het zweet der vergenoegenis droop glan
zend langs Hassans' Erdalwangen en voch
tig parelden zyn witte tanden in den open
mond, toen hij bekende
Hassan gaat trouwen, mijnheer
Meteen stak ik mijn handen in myn zak
ken en drukte ik mijn elleboog tegen mijn
portefeuille, onwillekeurige reacties in
dit land, op schokkende mededeelingen.
Maar onmiddellijk herstelde ik me zelf.
Verbeeld je, mijn goede vriend Makoe Has
san
Trouwen? vroeg ik. Trouwen? Wan
neer?
Straks, mijnheer
Straks? Ik keek op mijn horloge, ja,
't was toch werkelijk 10 uur in den avond.
Hassan zag mijn niet-begrijpen en voor
kwam verdere vragen door naderen uitleg.
Straks, d.w.z. om 11 uur in den avond,
ging hy trouwen. Dan zou hij zich met zijn
kameraden-getuigen vervoegen ten huize
van zijn a.s. schoonvader en daar zou het
contract worden geteekend, waarbij hij zich
zyn bruid Sennap Hessein aldus zet ik
de klanken in letters om, die Hassan, zelf
niet kunnende lezen noch schrijven, me
deed hooren ik zeg waarby hij zich
zijn bruid Sennap Hessein kocht, voor de
som van 250 piasters (van elk omstreeks
een gulden waarde).
Kóópen? vroeg ik verbauwereerd.
Hassan grijnsde nog guller en breeder,
en knikte hevig instemmend. Hij dacht,
dat mijn verwondering minder het „koo-
pen" dan wel den prijs gold en verzekerde
Een belangwekkende
serie reisbrieven.
Een onzer eigen mede
werkers naar Corsika,
Rome, Tunis, Lybië,
Egypte, Palestina, Bal-
kan- en Donaulanden.
me, dat de aanschaffing van een vrouw
nog altijd een dure geschiedenis is. Maar
Hassan voelde zich geenszins miskocht.
Want hy, Soedanees (hy bedoelde ik, git
zwarte neger) kocht zich voor zyn 250
piasters toch een Egyptische vrouw, d.i.
een „bijna blanke Arabische"De wel
lust verwrong Hassan's gelaat, terwyl-ie
me dó,t duidelijk maakte,
En als dat contract straks geteekend
is, vroeg ik, wat dón Ik bedoelkom
je met je vrouwHoe oud is ze eigen-
i k.
Zeventien glunderde Hassan.
En jy?
Drie en twintig.
Deze leeftijden zijn op zich zelf zeer
normaal hier, waar het meisje gauwer tot
vrouw is gerypt dan ten onzent.
Ik wilde vragen kom je dan met je
vrouw hier in het hotel inwonen?
Hij schudde heftig het hoofd. Neen, hij
had zich een eigen kwartier gehuurd en
daarin zou hy intrek nemen met zyn jonge
vrouw. Hij bleef in het hotel werken
's avonds om half elf zou hij eiken dag
naar huis gaan en 's morgens om half zes
zou-ie telkens weer prompt present moeten
wezen.
Waar het „huwelijksleven" dan op neer
komt, laat ik te bedenken over aan de fan
tasie van den lezer.
Ik wenschte Makoe Hassan veel geluk.
m
Het „moderne" Egypte, zoo overdacht
ik, verschilt in „zeden en gewoonte" nog
niet zoo heel veel van het oude. Vrouwen
tellen hier enkel als „bezit", bezit van den
man. Hassan óók, hij voelde zich groot,
das hij eindelijk zoover was, dat hij zich
een vrouw had kunnen „koopen". Andere
waarde dan die van „bezit" hebben de
vrouwen hier niet. Zoolang de meisjes neg
slechts den vader toebehooren, moeten ze
zich op den achtergrond houden. Men ziet
in Egypte practisch geen meisjes of vrou
wen op straat. De vaders houden de meis
jes verstoken, totdat ze „verkocht" zijn en
dón houden de nieuwe bezitters, de echt-
genooten, haar in hun kooi gevangen.
Meisjes en vrouwen zijn dan ook zelden
anderen dienstbaarhuishoudelijke betrek
kingen worden door jonge (en oudere)
mannen vervuld. Ook het straatbeeld ver
toont (buiten de schooierende, vrouwelijke
paria's en de weinige „moderne" Egypti
sche vrouwen en meisjes) in hoofdzaak
mannen en jongens. Vriendschappen be
staan al weer enkel tusschen mannen en
jongelingen. Deze vriendschappen hebben
naar het uiterlijke, vrouwelijke vormen,
als gearmd loopen, zoenen, omhelzen, met
gehaakte vingers wandelen en andere
„lievigheden". Het is moeilijk om te be-
oordeelen, welke gevoelens deze vriend
schappen bezielen, maar ik voor mij had
meermalen de behoefte een behoefte,
welke ik nochtans met succes weet te on
derdrukken en met de punt van mijn
schoen op die vriendschappen in te trap
pen.
Laat ik echter niet afdwalen, ik had
het over de „rechten" der vrouwen. Dewel
ke hier niet bestaan. Zelfs teen de vorige
maand de zuster van den koning trouwde
(met den kroonprins van Perzië), was de
bruid niet bij deze plechtigheid aanwezig.
Bij elk huwelijk treedt de vader of indien
deze dood isde naaste mannelijke bloed
verwant, voor de bruid op. Deze behoeft
zelfs niet eens kennis te dragen van wat
omtrent haar is beslist I
Den anderen ochtend, prompt om 8 uur.
verscheen Makoe Hassan als naar gewoon
te voor mijn bed, mijn ontbijt bij zich.
Ik keek mijn zwarten vriend aan en keek
nog eens. Hij zag er merkwaardig frisch
en monter uit. Ik begxm te twijfelen
Hassan, zoo vroeg ik, die plechtigheid
van gisteravond 11 uur is toch wel door
gegaan
Ja, ja, mynheer Hassan zuchtte ver
rukt en bly. En hy offreerde me met een
verlegen gebaar een banketbakkersdoosje,
gesloten met gekruist gouddraad. Er zaten
bruidsuikers in.
Ik accepteerde, want nietwaar
Makoe Hassan is mijn vriend.
En ik wenschte hem nogmaals veel ge
luk onder overhandiging van een geldstuk,
waarmee hij zijn geluk een weinig kon
stimuleeren.
Enne, zoo vroeg ik ik ben altyd
discreet in zulke gevallen vond je
vrouwtje het niet jammer, dat je weer zoo
vroeg naar de zaak moest?
Maar nu bleek me, dat ik me toch geen
goede voorstelling van het geval had ge
maakt. Hassan had den avond tevoren, om
11 uur, inderdaad zijn vrouw gekocht en
betaald, maar daarna was hij rustig, doch
vol van jong geluk, aaar het hotel terug
gekeerd. Het contract moet 's anderen
daags worden ingeschreven in het register
voor de burgerlijke controle en een week
lang krijgen de bruid en haar vader nu
gelegenheid om hunnerzijds een zakelijke
prestatie te leveren. Zij moeten het ge
huurde „kwartier" bemeubelen met een
bed, een tafel, enkele stoelen, een kast en
wat keukengerei. Na die week neemt het
bruidspaar daar hun intrek. Echter, eerst
na een voorafgaand klaterend feest, dat
geheel op kosten van den bruidegom wordt
genoten.
Hassan rekende me voor wat zoo'n feest
aan geld verslindt. Muziek en een danseuse
zyn het eerst en meest benoodigd, ze
kosten tesamen ongeveer 50. Arabieren
de -volksmenschen dansen niet, maar
ze verlustigen zich in de typische „Ooster-
sche" dansen van meisjes, die zich op dit
vak hebben toegelegd dansen, waarby de
voeten by na niet van den vloer komen,
maar die docr lichaamsbewegingen de ero
tische driften der toeschouwers bedoelen
te wekken en op te voeren.
Dat was dus 5 Egyptische ponden voor
muziek en dans.
En dan kwamen er nog minstens 15
ponden (150 gulden) bij voor bier, cognac,
whiskey enz
Met veel omhaal noodigde Hassan me
uit voor het bruiloftsfeest. Ja, ja, dat
moest De muziek zou té mijner eere spe
len. Haha Zóó maar, moedigde hy aan,
voor de fantasie
Ik voelde me geenszins gegeneerd door
deze uitnoodiging, want ik zei het reeds
ik ben een vriend van Makoe Hassan.
En ik heb myn spijt betuigd, dat ik over
drie dagen helaas, helaas moest
vertrekken.
Maar morgen laat Hassan zich portret-
teeren met zyn bruid en vóór ik afreis,
krijg ik als souvenir de trouwfoto van het
jonge paar mee naai* het verre Holland...
zal dus zijn eigen „kwartier"
betrekken in Caïro. Hetgeen wil zeggen,
dat ook hij op zyn beurt een hok, een klein
bestanddeeltje van een immense, groezeli
ge steenenmassa, zal gaan vervullen van
het normale „leven" der inlandsche prole
tariërs van stank, vliegen/kinderen, ziek
ten en vuiligheid in tal van vormen. Je
kunt niet door die „echte" inlandersbuur
ten loopen, of je maag wentelt in je lijf
van weerzin tegen de ruikbare en zichtbare
viezigheden. Het inlandsche volk is lui en
ongezeggelijk. Je begrijpt niet, waar het
van leeftals ze eens wat werken, krijgen
ze meer slaag dan loon en de waarheid
gebiedt het te erkennen ze verdienen
niet beter. Van alles verzinnen ze tot
hun gebed aan Allah toe om maar
luierend door hun arbeidstijd heen te ko
men.
De besten onder de inlanders zijn de
zwarten, meerendeels Soedaneezen. Ze zyn
gewillig en voor hun doen betrouwbaar.
Soedaneezen vormen meestal het huisper
soneel in de groote zaken.
Er wordt, zoo lijkt het me, bitter weinig
gedaan aan de zedelijke verheffing van het
volk. Behalve dan met geweld. Regelmatig
zie je het volk tuig is het inderdaad
vaak ranselen door de inlandsche poli
tieagenten en minstens tien maal per dag
krijgt men ongezocht de gelegenheid om
den een of anderen delinquent naaf het
„bró" te zien opbrengen
De kinderen wentelen zich in en vóór de
woningen in het eigen vuilze smikkelen
soms op een korst brood, terwijl helrlegers
vliegen op de handjes en op het gezicht
zitten, maar ik heb den indruk, dat ze
hun kostje in hoofdzaak uit het vuil van
de straat, sinaasappelschillen en groenten-
afval by mekaar scharrelen.
Er is natuurlijk waterleiding in Caïro,
maar die ligt niet of veel te weinig in de
inlanderswij ken. Heele woningblokken,
waarin duizenden inlanders tezamen hok
ken, zijn volstrekt van drinkwater versto
ken. Dat wordt aangehaald in geprepa
reerde geitenvellenzoo'n geitenhuid met
water gevuld, voorziet in een gezin 3 5
weken in de behoefte aan water. De geit
is een normaal huisdier hier, zooals by ons
een hond of een kat. Ze vreet mee van het
afval, waar het gezin van leeft, en trac-
teert op melk. Als de geit thuis niet. ge-
m-eg vindt, loopt ze een blokje om en komt
weer prompt en netjes op tijd in het eigen
buis terug, vaak trap op, trap af.
Het Egyptische volk lijdt onder een 'lïo-
pelooze desorganisatie, het heeft be
hoefte aan een krachtigen besturenden en
beschavenden wilde pas verworven on
afhankelijkheid, anders een zegen voor vrije
en zich zelf bewuste volkeren, verhoogt
hier slechts den chaos.
Egypte heeft een leger, haha I En
keer op keer verzekert de regeering, dat
dit leger tegen alle eventualiteiten zal blij
ken opgewassen te zijnMaar de leider
d-r Wafdisten (nationalisten), die, hoewel
in de meerderheid, door een verstandige
oppositie onder leiding van den jongen
koning van de bestuurszetels afgedrongen
zyn, omdat die oppositie het tenminste in
ziet, dat het land 't voorloopig niet zon
der Engelsche bescherming zal kunnen
stellen, die leider erkende dezer dagen
nog, dat het leger van Egypte een tijd van
tien jaren behoeft om zich te kunnen, or-
ganiseeren. Of Italië het zooveel tyd zou
laten, alsEngeland niet een eigen le
ger en een vloot in Egypte onderhield?
Egypte heeft een groot leger van
deserteursDe minister van binnenland-
sche zaken heeft een dezer dagen overleg
gepleegd met de districtshoofden om scher
pe maatregelen te beramen tegen de deser-
PWW
IQP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN
Feuilleton
Een warenhuisroman van Werner Schelle
„Kijk eens aan, damesbediening I"
merkte Miller op.
De vrouw mompelde iets en verdween
weer.
Walter moest wachten tot Miller zyn
mond aan de koffie verbrand en daarna
een broodje met een ei verorberd had. Hij
zelf dronk ondertusschen zijn whisky, na
tuurlijk zonder soda, zooals hy dat van zijn
romanhelden gewend was. Eerst nadat
Miller zyn ontbijt verorberd had en een
sigaartje had aangestoken, maakte hy
aanstalten het afgebroken gesprek te her
vatten. Zonder omwegen kwam hy nu di
rect op de kwestie terug.
„Wij waren dus by Grasmeyer gebleven,
ïk heb gisteren heel wat merkwaardige
dingen gehoerd. Ik weet niet, was Gras-
hieyer jullie verteld heeft, maar ik ben
er toch niet bang voor, dat ik je niet altyd
nog iets nieuws kan vertellen. Wist je bij
voorbeeld, dat Grasmeyer gisteren naar
Praag wilde gaan?"
„Juffrouw Winckler vertelde my dat".
„Zoo, dat is heel interessant. Juffrouw
Winckler wist het dus ook. Het is merk
waardig zooveel menschen als er van die
reis afwisten. Aan het grenskantoor wist
men tenminste ook alles van de reisplan
nen van mijnheer Grasmeyer af. Ik ver
moed, dat iemand hem verraden heeft, in
elk geval v/as de deviezencontröle op de
hoogte van zyn komst gesteld. Waarschijn
lijk zul je de deviezenbepalingen wel ken
nen. En waarschijnlijk zul je ook wel weten
dat er, ondanks die bepalingen nog genoeg
over de grens gaat. Meestal per auto. Per
slot van rekening is het niet zoo moeilijk
een pakje papier in een auto te verstop
pen. Zooveel tijd, dat ze iederen wagen uit
elkaar kunnen nemen, heeft de deviezen
contröle natuurlijk niet. Als een bepaalde
auto hun echter als verdacht wordt aange
wezen, dan kan men geen. gekheid met hen
maken. Dan kan het kosten wat wil, maal
ais het moet demonteeren ze den heelen
wagen. Meestal met succes. Als zy zich
een enkele maal vergissen, is dat natuur
lijk pijnlijk. Dan moeten zy schadevergoe
ding betalen. De komst van de auto van
mijnheer Grasmeyer was reeds aangekon
digd en aan de grens werd hij met verlan
gen tegemoet gezien. Grasmeyer zal wel
raar gekeken hebben, toen men begon zyn
auto in zyn oorspronkelijken staat van
losse onderdeelen terug te brengen. Men
ging zelfs zoo ver, den radiateur aan een
nauwkeurig onderzoek te onderwerpen,
hetgeen ook noodig bleek. Want binnen in
den radiateur zat een waterdichte porte
feuille, zooals dikwijls voor het vervoer
van deviezen, effecten en andere nuttige
zaken gebruikt worden. De bergplaats had
men tenminste, maar desondanks werd het
een pijnlijke geschiedenis, want de berg
plaats was leeg, bijna leeg tenminste. Er
lag alleen een briefje in de portefeuille,
ongeveer zoo groot ais een visitekaartje,
waarop stond geschreven Zeventigdui
zend in dank ontvangen. Grasmeyer en
Winckler". Daar kon men niets tegen
doen. Tegen het vex-voer van dergelijke
briefjes, kan de grenscontrole onmogelijk
bezwaar hebben. Er was niets aan te doen,
de door Grasmeyer geëischte schadevei-
goeding moest betaald worden. Ik weet
niet, of zijn wagen intusschen weer voor
het gebruik gereed gemaakt werd, maar ik
weet wel, dat het niet vlug ging, zoodat
Grasmeyer zijn reis opgaf en met den trein
terugkeerde. Interessant, nietwaar? En nu
heb ik je neg niet eens het mooiste ver
teld. Een der beambten van het grenssta
tion is naar Berlijn gekomen om het geval
te rapporteeren en daarby heeft hy vel
schillende. mei'kwaardige dingen verteld.
Zoo had hy, tijdens het ondei-zoek van den
wagen nauwkeurig op mynheer Grasmeyer
gelet en hy wil er een eed op doen, dat
Grasmeyer minstens even verbaasd was,
toen het bi-iefjc uit de portefeuille te voor
schijn kwam. Toen men den radiateur ging
onderzoeken had Grasmeyer zyn zelfbe-
heersching geheel verloren. Voor dien tyd
was hij tekeer gegaan als een wilde en had
de verschrikkelijkste bedreigingen geuit.
Toen men echter aan den radiateur begon
was hy stil geworden. Hij had zich zelfs uit
de voeten trachten te maken, blijkbaar
met het doel aan de andere zyde van de
grens een trein te pakken. Toen men hem
echter aan het verstand bracht, dat men
by het ondei'zoek prijs stelde op zijn tegen
woordigheid, scheen hy het op te geven.
Volkomen onvei-schillig volgde hij het on
derzoek. Naar zyn gedrag te oordeelen,
bestond er geen twijfel aan, dat hij
evenals trouwens de ambtenaren van de
deviezencontröle geld in de portefeuille
dacht te zullen vinden. Toen het reeds ge
noemde briefje te voorschijn kwam, was
hij eerst een oogenblik stom verbaasd,
maar direct daarop herstelde hy zich. Hy
verklaarde, dat het briefje zijn rechtmatig
bezit was en men moest het hem wel
teruggeven. Daar er verder niets gevonden
werd, was er ook geen bezwaar tegen zijn
vertrek- Merkwaardigerwijze had hij zyn
buitenlandsche reis nu plotseling opgege
ven en schijnbaar zonder eenige reden
keerde hij naar Berlijn terug. En hier
trachtte hij gisteren in verbinding met juf
frouw Winckler te komen. „Grasmeyer en
Winckler" stond er op het geheimzinnige
briefje. Heb je al iets in de gaten?"
Walter zette zich om die vraag te be
antwoorden. Maar hij kwam er niet toe.
„Je hebt niets in de gaten", zei Miller,
„anders zou je merken, dat het een rhe-
torische vraag is en dat ik heelemaal geen
zin heb, me door allerlei domme opmer
kingen van de wys te laten brengen. Mis
schien heb je wel eens van de firma Gras
meyer en Winckler gehoord, maar daar
kan ik niets aan doen. In elk geval moet
je nu maar naar de geschiedenis van die
firma luisteren. Zij werd opgericht door
mynheer Grasmeyer en den vader van juf-
frouw Winckler in 1900. Tot verleden jaar
ging de zaak schitterend. Tijdens den
wereldoorlog sneuvelde de heer Winckler
en werd de heer Grasmeyer alleen met de
leiding van de zaak belast. De aandeelen
van Winckler kwamen aan zyn dochter.
Behalve een bi-oer, die ergens in de wereld
rondscharrelt en misschien ook al lang
overleden is, is juffrouw Winckler de
eenige achtergeblevene. Om de zaak niet
in gevaar te brengen, wanneer men plot
seling afstand zou moeten doen van de
helft van het kapitaal, had de heer Winck
ler in zijn testament beslist, dat Grasmeyer
het geld in het bedrijf zou laten en juf
frouw Winckler iedere maand een bepaalde
som zou uitbetalen, toereikend voor haar
studie en levensondci-houd. Zoo gauw juf
frouw Winckler echter meerderjarig zou
zyn, zou zy de vrye beschikking over haar
vermogen krijgen. Dat was aan het begin
van dit jaar. Juffrouw Winckler had be
slist pech, want de firma die dertig jaar
lang iedere crisis doorstaan had, stortte
eenige maanden voor haar meerderjarig
heid in elkaar. Grasmeyer moest liquidee
ren. De voornaamste crediteur was een
uitgevery „Aurum". Deze uitgeverij was
de eenige die niet tot een overeenkomst
bereid bleek en zoo was de firma Gras
meyer en Winckler niet meer te redden.
Tot zoover is het een zeer alledaagscbe
geschiedenis van crisis-slachtoffers enzoo-
voort. Maar het muisje had een staartje en
dat heeft myn vroegere collega Wilde ont
dekt. Als zakenman heeft Grasmeyer zich
door deze uitgeverij „Aurum" op een dol
zinnige manier voor den gek laten houden.
En „Aurum" heeft daar niet eens zooveel
moeite voor behoeven te doen. Grasmeyer
heeft het hun al erg gemakkelijk gemaakt.
Overigens is dat niet zoo vreemd, wanneer
men weet, dat Grasmeyer de eigenlijke be
zitter van deze uitgeverij was en door
tusschenkomst van eenige strooman nen
met zichzelf onderhandelde. Met andere
woorden de firma „Aurum" is alleen in
het leven geroepen, om juffrouw Winckler
haar vaderlijk erfdeel afhandig te maken.
Deze uitgeverij heeft nu alle zaken van de
oude uitgevery overgenomen en zou waar
schijnlijk zeer goed gaan, als Grasmeyer
zich niet met een paar zeer gewaagde
speculaties had opgehouden. Maar dat
heeft hier verder niets mee te maken. Het
eenige wat ons interesseert dat Grasmeyer
juffrouw Winckler met goed gevolg om
den tuin heeft geleid.
(Wordt vervolgd!)