c 4Plouuier heeft de Schoenen tweede blad Langs de kruislijnen der Europeesche Imperia 5 PPP^ Beschadig mij niet De klant is koning Vlissingsche Courant dagblad voor Zeeland, waarin opgenomen de Breskensche Courant Dinsdag 18 April 1939, No. 91 Gemeentebestuur Vlissingen BEKENDMAKING. Verkiezing gemeenteraad. De Burgemeester der gemeente Vlissin gen brengt ter openbare kennis dat 1. op Dinsdag 9 Mei a.s. de candidaat- etelling voor de verkiezing van ds leden van den raad dezer gemeente zal plaats jiebben 2. op genoemden dag van des voormid dags 9 tot des namiddags 4 uur bij 'de voorzitters van de hoofdstembur-eaux ter secretarie dezer gemeente lijsten van can- didaten kunnen worden ingeleverd 3. iedere lijst moet worden ondertsekend door ten minste vijf en twintig personen, die volgens de kiezerslijst voor 1939/1940 kiezers zijn voor den gemeenteraad en be voegd zyn te stemmen binnen den kies kring, waarin de lijst wordt ingeleverd 4. dezelfde kiezer niet meer dan één lijst mag onderteekenen 5. de candidaten met vermelding van kunne voorletters en woonplaats op de lijs ten mosten worden geplaatst in de volg orde, waarin door de onderteekenaars aan ken de voorkeur wordt gegeven en, indien dc candidaat is een gehuwde vrouw of we duwe, met den naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot, onder toevoeging van haar eigen naam, vooi-afgegaan door het woord „geboren" of eene afkorting van dit woord, tenvijl bij de vermelding van een candidaat de voorletters geheel of ten deele door de i voornamen mogen wor den vervangen 6. op dezelfde lyst ten hoogste 1) elf candidaten mogen worden geplaatst 7. dezelfde candidaat niet mag voorko mben op meer dan één van de lijsten, in geleverd in denzelfden kieskring 8. bü de inlevering van eene lijst de on derteekenaars schriftelijk een gemachtigde en diens plaatsvervanger kunnen aanwijzen, bevoegd tot het verbinden van de lijst over eenkomstig het bepaalde in artikel 50 der kieswet 9. by de lijst moet wordesn overgelegd de schriftelijke verklaring (model II) van lederen daarop voorkomenden candidaat, dat hy bewilligt in zijn candidaatsteliing op deze lyst 10 indien een candidaat zich buiten het Rjjk in Europa bevindt, de onder 9 bedoelde verklaring telegraphisch kan worden ge daan en in dat geval niet aan het formu lier model II, hieronder genoemd gebon den is 11. de inlevering der lysten geschiedt persoonlijk door een der onderteekenaars, bevoegd tot deelneming aan d.e verkiezing binnen den kieskring, waarin de lijst wordt ingeleverd, en dat de candidaten daarbij kunnen tegenwoordig zyn, en 12. van 18 April a.s. af de tot invulling bestemde formulieren voor de lysten van candidaten en voor de hierboven onder 9 bedoelde verklaringen, model II, ter secre tarie dezer gemeente kosteloos verkrijg baar worden gesteld. Vlissingen, den 17 April 1939. De Burgemeester voornoemd, W. P. EDELMAN, L.B. 1) Zie art. 10 der gemeentewet. UIT CAIRO EGYPTE XXIX. Na eenige dagen afwezigheid voor een zwerftocht door het Egyptische binnen land, keerde ik 10 uur in den avond op myn hotelkamer te Cairo terug. Tot groote en oprechte blijdschap van Makoe Hassan, mijn Soedan eeschen vriend, die door den hotelhouder is belast met een, zy het tijdelijke, zoo volledig mogelijke toewij ding aan mijn persoonlijkheid, te weten derzelver lijfelijke behoeften. Makoe Has san is de lezer zal het zich willen her inneren de man van het valsche 5- piasterstuk. Ik geloof, dat het niet enkel de begeerte naar piasterfooien is, welke Makoe Hassan zoo gewillig en vriend schappelijk heeft gestemd té mijnen aan zien, integendeel. Een keer dat ik hoestte, heeft-ie me een fleschje frambo zen limonade gebracht, me daarbij met op geslagen oogen en de hand op het hart verzekerende, dat hij er niets voor wilde hebben. Dat fleschje schonk hij me, zuiver uit compassie. Makoe Hassan voelt zich gelukkig, omdat ik „niks-groozig" tegen hem ben en hij zwarte knecht uit Soe dan mijn vriend mag wezen. En in my p ijst hij alle Hollanders zalig. Makoe Hassan begroette me uitbundig bij mijn terugkeer in den avond. Zijn ge zicht was één breede grijns van geluk en herhaaldelijk legde hy de vingertoppen van zyne beide handen tegen het voorhoofd om daarna de handen tegen het hart te druk ken en te zuchten. Zóó groet hier een in lander. Ik vond te veel geluk op Makoe Has san's gelaat, dan dat dit enkel mijn terugkeer zcu kunnen gelden. Hassan, zei ik, je verbergt me iets. Het zweet der vergenoegenis droop glan zend langs Hassans' Erdalwangen en voch tig parelden zyn witte tanden in den open mond, toen hij bekende Hassan gaat trouwen, mijnheer Meteen stak ik mijn handen in myn zak ken en drukte ik mijn elleboog tegen mijn portefeuille, onwillekeurige reacties in dit land, op schokkende mededeelingen. Maar onmiddellijk herstelde ik me zelf. Verbeeld je, mijn goede vriend Makoe Has san Trouwen? vroeg ik. Trouwen? Wan neer? Straks, mijnheer Straks? Ik keek op mijn horloge, ja, 't was toch werkelijk 10 uur in den avond. Hassan zag mijn niet-begrijpen en voor kwam verdere vragen door naderen uitleg. Straks, d.w.z. om 11 uur in den avond, ging hy trouwen. Dan zou hij zich met zijn kameraden-getuigen vervoegen ten huize van zijn a.s. schoonvader en daar zou het contract worden geteekend, waarbij hij zich zyn bruid Sennap Hessein aldus zet ik de klanken in letters om, die Hassan, zelf niet kunnende lezen noch schrijven, me deed hooren ik zeg waarby hij zich zijn bruid Sennap Hessein kocht, voor de som van 250 piasters (van elk omstreeks een gulden waarde). Kóópen? vroeg ik verbauwereerd. Hassan grijnsde nog guller en breeder, en knikte hevig instemmend. Hij dacht, dat mijn verwondering minder het „koo- pen" dan wel den prijs gold en verzekerde Een belangwekkende serie reisbrieven. Een onzer eigen mede werkers naar Corsika, Rome, Tunis, Lybië, Egypte, Palestina, Bal- kan- en Donaulanden. me, dat de aanschaffing van een vrouw nog altijd een dure geschiedenis is. Maar Hassan voelde zich geenszins miskocht. Want hy, Soedanees (hy bedoelde ik, git zwarte neger) kocht zich voor zyn 250 piasters toch een Egyptische vrouw, d.i. een „bijna blanke Arabische"De wel lust verwrong Hassan's gelaat, terwyl-ie me dó,t duidelijk maakte, En als dat contract straks geteekend is, vroeg ik, wat dón Ik bedoelkom je met je vrouwHoe oud is ze eigen- i k. Zeventien glunderde Hassan. En jy? Drie en twintig. Deze leeftijden zijn op zich zelf zeer normaal hier, waar het meisje gauwer tot vrouw is gerypt dan ten onzent. Ik wilde vragen kom je dan met je vrouw hier in het hotel inwonen? Hij schudde heftig het hoofd. Neen, hij had zich een eigen kwartier gehuurd en daarin zou hy intrek nemen met zyn jonge vrouw. Hij bleef in het hotel werken 's avonds om half elf zou hij eiken dag naar huis gaan en 's morgens om half zes zou-ie telkens weer prompt present moeten wezen. Waar het „huwelijksleven" dan op neer komt, laat ik te bedenken over aan de fan tasie van den lezer. Ik wenschte Makoe Hassan veel geluk. m Het „moderne" Egypte, zoo overdacht ik, verschilt in „zeden en gewoonte" nog niet zoo heel veel van het oude. Vrouwen tellen hier enkel als „bezit", bezit van den man. Hassan óók, hij voelde zich groot, das hij eindelijk zoover was, dat hij zich een vrouw had kunnen „koopen". Andere waarde dan die van „bezit" hebben de vrouwen hier niet. Zoolang de meisjes neg slechts den vader toebehooren, moeten ze zich op den achtergrond houden. Men ziet in Egypte practisch geen meisjes of vrou wen op straat. De vaders houden de meis jes verstoken, totdat ze „verkocht" zijn en dón houden de nieuwe bezitters, de echt- genooten, haar in hun kooi gevangen. Meisjes en vrouwen zijn dan ook zelden anderen dienstbaarhuishoudelijke betrek kingen worden door jonge (en oudere) mannen vervuld. Ook het straatbeeld ver toont (buiten de schooierende, vrouwelijke paria's en de weinige „moderne" Egypti sche vrouwen en meisjes) in hoofdzaak mannen en jongens. Vriendschappen be staan al weer enkel tusschen mannen en jongelingen. Deze vriendschappen hebben naar het uiterlijke, vrouwelijke vormen, als gearmd loopen, zoenen, omhelzen, met gehaakte vingers wandelen en andere „lievigheden". Het is moeilijk om te be- oordeelen, welke gevoelens deze vriend schappen bezielen, maar ik voor mij had meermalen de behoefte een behoefte, welke ik nochtans met succes weet te on derdrukken en met de punt van mijn schoen op die vriendschappen in te trap pen. Laat ik echter niet afdwalen, ik had het over de „rechten" der vrouwen. Dewel ke hier niet bestaan. Zelfs teen de vorige maand de zuster van den koning trouwde (met den kroonprins van Perzië), was de bruid niet bij deze plechtigheid aanwezig. Bij elk huwelijk treedt de vader of indien deze dood isde naaste mannelijke bloed verwant, voor de bruid op. Deze behoeft zelfs niet eens kennis te dragen van wat omtrent haar is beslist I Den anderen ochtend, prompt om 8 uur. verscheen Makoe Hassan als naar gewoon te voor mijn bed, mijn ontbijt bij zich. Ik keek mijn zwarten vriend aan en keek nog eens. Hij zag er merkwaardig frisch en monter uit. Ik begxm te twijfelen Hassan, zoo vroeg ik, die plechtigheid van gisteravond 11 uur is toch wel door gegaan Ja, ja, mynheer Hassan zuchtte ver rukt en bly. En hy offreerde me met een verlegen gebaar een banketbakkersdoosje, gesloten met gekruist gouddraad. Er zaten bruidsuikers in. Ik accepteerde, want nietwaar Makoe Hassan is mijn vriend. En ik wenschte hem nogmaals veel ge luk onder overhandiging van een geldstuk, waarmee hij zijn geluk een weinig kon stimuleeren. Enne, zoo vroeg ik ik ben altyd discreet in zulke gevallen vond je vrouwtje het niet jammer, dat je weer zoo vroeg naar de zaak moest? Maar nu bleek me, dat ik me toch geen goede voorstelling van het geval had ge maakt. Hassan had den avond tevoren, om 11 uur, inderdaad zijn vrouw gekocht en betaald, maar daarna was hij rustig, doch vol van jong geluk, aaar het hotel terug gekeerd. Het contract moet 's anderen daags worden ingeschreven in het register voor de burgerlijke controle en een week lang krijgen de bruid en haar vader nu gelegenheid om hunnerzijds een zakelijke prestatie te leveren. Zij moeten het ge huurde „kwartier" bemeubelen met een bed, een tafel, enkele stoelen, een kast en wat keukengerei. Na die week neemt het bruidspaar daar hun intrek. Echter, eerst na een voorafgaand klaterend feest, dat geheel op kosten van den bruidegom wordt genoten. Hassan rekende me voor wat zoo'n feest aan geld verslindt. Muziek en een danseuse zyn het eerst en meest benoodigd, ze kosten tesamen ongeveer 50. Arabieren de -volksmenschen dansen niet, maar ze verlustigen zich in de typische „Ooster- sche" dansen van meisjes, die zich op dit vak hebben toegelegd dansen, waarby de voeten by na niet van den vloer komen, maar die docr lichaamsbewegingen de ero tische driften der toeschouwers bedoelen te wekken en op te voeren. Dat was dus 5 Egyptische ponden voor muziek en dans. En dan kwamen er nog minstens 15 ponden (150 gulden) bij voor bier, cognac, whiskey enz Met veel omhaal noodigde Hassan me uit voor het bruiloftsfeest. Ja, ja, dat moest De muziek zou té mijner eere spe len. Haha Zóó maar, moedigde hy aan, voor de fantasie Ik voelde me geenszins gegeneerd door deze uitnoodiging, want ik zei het reeds ik ben een vriend van Makoe Hassan. En ik heb myn spijt betuigd, dat ik over drie dagen helaas, helaas moest vertrekken. Maar morgen laat Hassan zich portret- teeren met zyn bruid en vóór ik afreis, krijg ik als souvenir de trouwfoto van het jonge paar mee naai* het verre Holland... zal dus zijn eigen „kwartier" betrekken in Caïro. Hetgeen wil zeggen, dat ook hij op zyn beurt een hok, een klein bestanddeeltje van een immense, groezeli ge steenenmassa, zal gaan vervullen van het normale „leven" der inlandsche prole tariërs van stank, vliegen/kinderen, ziek ten en vuiligheid in tal van vormen. Je kunt niet door die „echte" inlandersbuur ten loopen, of je maag wentelt in je lijf van weerzin tegen de ruikbare en zichtbare viezigheden. Het inlandsche volk is lui en ongezeggelijk. Je begrijpt niet, waar het van leeftals ze eens wat werken, krijgen ze meer slaag dan loon en de waarheid gebiedt het te erkennen ze verdienen niet beter. Van alles verzinnen ze tot hun gebed aan Allah toe om maar luierend door hun arbeidstijd heen te ko men. De besten onder de inlanders zijn de zwarten, meerendeels Soedaneezen. Ze zyn gewillig en voor hun doen betrouwbaar. Soedaneezen vormen meestal het huisper soneel in de groote zaken. Er wordt, zoo lijkt het me, bitter weinig gedaan aan de zedelijke verheffing van het volk. Behalve dan met geweld. Regelmatig zie je het volk tuig is het inderdaad vaak ranselen door de inlandsche poli tieagenten en minstens tien maal per dag krijgt men ongezocht de gelegenheid om den een of anderen delinquent naaf het „bró" te zien opbrengen De kinderen wentelen zich in en vóór de woningen in het eigen vuilze smikkelen soms op een korst brood, terwijl helrlegers vliegen op de handjes en op het gezicht zitten, maar ik heb den indruk, dat ze hun kostje in hoofdzaak uit het vuil van de straat, sinaasappelschillen en groenten- afval by mekaar scharrelen. Er is natuurlijk waterleiding in Caïro, maar die ligt niet of veel te weinig in de inlanderswij ken. Heele woningblokken, waarin duizenden inlanders tezamen hok ken, zijn volstrekt van drinkwater versto ken. Dat wordt aangehaald in geprepa reerde geitenvellenzoo'n geitenhuid met water gevuld, voorziet in een gezin 3 5 weken in de behoefte aan water. De geit is een normaal huisdier hier, zooals by ons een hond of een kat. Ze vreet mee van het afval, waar het gezin van leeft, en trac- teert op melk. Als de geit thuis niet. ge- m-eg vindt, loopt ze een blokje om en komt weer prompt en netjes op tijd in het eigen buis terug, vaak trap op, trap af. Het Egyptische volk lijdt onder een 'lïo- pelooze desorganisatie, het heeft be hoefte aan een krachtigen besturenden en beschavenden wilde pas verworven on afhankelijkheid, anders een zegen voor vrije en zich zelf bewuste volkeren, verhoogt hier slechts den chaos. Egypte heeft een leger, haha I En keer op keer verzekert de regeering, dat dit leger tegen alle eventualiteiten zal blij ken opgewassen te zijnMaar de leider d-r Wafdisten (nationalisten), die, hoewel in de meerderheid, door een verstandige oppositie onder leiding van den jongen koning van de bestuurszetels afgedrongen zyn, omdat die oppositie het tenminste in ziet, dat het land 't voorloopig niet zon der Engelsche bescherming zal kunnen stellen, die leider erkende dezer dagen nog, dat het leger van Egypte een tijd van tien jaren behoeft om zich te kunnen, or- ganiseeren. Of Italië het zooveel tyd zou laten, alsEngeland niet een eigen le ger en een vloot in Egypte onderhield? Egypte heeft een groot leger van deserteursDe minister van binnenland- sche zaken heeft een dezer dagen overleg gepleegd met de districtshoofden om scher pe maatregelen te beramen tegen de deser- PWW IQP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN Feuilleton Een warenhuisroman van Werner Schelle „Kijk eens aan, damesbediening I" merkte Miller op. De vrouw mompelde iets en verdween weer. Walter moest wachten tot Miller zyn mond aan de koffie verbrand en daarna een broodje met een ei verorberd had. Hij zelf dronk ondertusschen zijn whisky, na tuurlijk zonder soda, zooals hy dat van zijn romanhelden gewend was. Eerst nadat Miller zyn ontbijt verorberd had en een sigaartje had aangestoken, maakte hy aanstalten het afgebroken gesprek te her vatten. Zonder omwegen kwam hy nu di rect op de kwestie terug. „Wij waren dus by Grasmeyer gebleven, ïk heb gisteren heel wat merkwaardige dingen gehoerd. Ik weet niet, was Gras- hieyer jullie verteld heeft, maar ik ben er toch niet bang voor, dat ik je niet altyd nog iets nieuws kan vertellen. Wist je bij voorbeeld, dat Grasmeyer gisteren naar Praag wilde gaan?" „Juffrouw Winckler vertelde my dat". „Zoo, dat is heel interessant. Juffrouw Winckler wist het dus ook. Het is merk waardig zooveel menschen als er van die reis afwisten. Aan het grenskantoor wist men tenminste ook alles van de reisplan nen van mijnheer Grasmeyer af. Ik ver moed, dat iemand hem verraden heeft, in elk geval v/as de deviezencontröle op de hoogte van zyn komst gesteld. Waarschijn lijk zul je de deviezenbepalingen wel ken nen. En waarschijnlijk zul je ook wel weten dat er, ondanks die bepalingen nog genoeg over de grens gaat. Meestal per auto. Per slot van rekening is het niet zoo moeilijk een pakje papier in een auto te verstop pen. Zooveel tijd, dat ze iederen wagen uit elkaar kunnen nemen, heeft de deviezen contröle natuurlijk niet. Als een bepaalde auto hun echter als verdacht wordt aange wezen, dan kan men geen. gekheid met hen maken. Dan kan het kosten wat wil, maal ais het moet demonteeren ze den heelen wagen. Meestal met succes. Als zy zich een enkele maal vergissen, is dat natuur lijk pijnlijk. Dan moeten zy schadevergoe ding betalen. De komst van de auto van mijnheer Grasmeyer was reeds aangekon digd en aan de grens werd hij met verlan gen tegemoet gezien. Grasmeyer zal wel raar gekeken hebben, toen men begon zyn auto in zyn oorspronkelijken staat van losse onderdeelen terug te brengen. Men ging zelfs zoo ver, den radiateur aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen, hetgeen ook noodig bleek. Want binnen in den radiateur zat een waterdichte porte feuille, zooals dikwijls voor het vervoer van deviezen, effecten en andere nuttige zaken gebruikt worden. De bergplaats had men tenminste, maar desondanks werd het een pijnlijke geschiedenis, want de berg plaats was leeg, bijna leeg tenminste. Er lag alleen een briefje in de portefeuille, ongeveer zoo groot ais een visitekaartje, waarop stond geschreven Zeventigdui zend in dank ontvangen. Grasmeyer en Winckler". Daar kon men niets tegen doen. Tegen het vex-voer van dergelijke briefjes, kan de grenscontrole onmogelijk bezwaar hebben. Er was niets aan te doen, de door Grasmeyer geëischte schadevei- goeding moest betaald worden. Ik weet niet, of zijn wagen intusschen weer voor het gebruik gereed gemaakt werd, maar ik weet wel, dat het niet vlug ging, zoodat Grasmeyer zijn reis opgaf en met den trein terugkeerde. Interessant, nietwaar? En nu heb ik je neg niet eens het mooiste ver teld. Een der beambten van het grenssta tion is naar Berlijn gekomen om het geval te rapporteeren en daarby heeft hy vel schillende. mei'kwaardige dingen verteld. Zoo had hy, tijdens het ondei-zoek van den wagen nauwkeurig op mynheer Grasmeyer gelet en hy wil er een eed op doen, dat Grasmeyer minstens even verbaasd was, toen het bi-iefjc uit de portefeuille te voor schijn kwam. Toen men den radiateur ging onderzoeken had Grasmeyer zyn zelfbe- heersching geheel verloren. Voor dien tyd was hij tekeer gegaan als een wilde en had de verschrikkelijkste bedreigingen geuit. Toen men echter aan den radiateur begon was hy stil geworden. Hij had zich zelfs uit de voeten trachten te maken, blijkbaar met het doel aan de andere zyde van de grens een trein te pakken. Toen men hem echter aan het verstand bracht, dat men by het ondei'zoek prijs stelde op zijn tegen woordigheid, scheen hy het op te geven. Volkomen onvei-schillig volgde hij het on derzoek. Naar zyn gedrag te oordeelen, bestond er geen twijfel aan, dat hij evenals trouwens de ambtenaren van de deviezencontröle geld in de portefeuille dacht te zullen vinden. Toen het reeds ge noemde briefje te voorschijn kwam, was hij eerst een oogenblik stom verbaasd, maar direct daarop herstelde hy zich. Hy verklaarde, dat het briefje zijn rechtmatig bezit was en men moest het hem wel teruggeven. Daar er verder niets gevonden werd, was er ook geen bezwaar tegen zijn vertrek- Merkwaardigerwijze had hij zyn buitenlandsche reis nu plotseling opgege ven en schijnbaar zonder eenige reden keerde hij naar Berlijn terug. En hier trachtte hij gisteren in verbinding met juf frouw Winckler te komen. „Grasmeyer en Winckler" stond er op het geheimzinnige briefje. Heb je al iets in de gaten?" Walter zette zich om die vraag te be antwoorden. Maar hij kwam er niet toe. „Je hebt niets in de gaten", zei Miller, „anders zou je merken, dat het een rhe- torische vraag is en dat ik heelemaal geen zin heb, me door allerlei domme opmer kingen van de wys te laten brengen. Mis schien heb je wel eens van de firma Gras meyer en Winckler gehoord, maar daar kan ik niets aan doen. In elk geval moet je nu maar naar de geschiedenis van die firma luisteren. Zij werd opgericht door mynheer Grasmeyer en den vader van juf- frouw Winckler in 1900. Tot verleden jaar ging de zaak schitterend. Tijdens den wereldoorlog sneuvelde de heer Winckler en werd de heer Grasmeyer alleen met de leiding van de zaak belast. De aandeelen van Winckler kwamen aan zyn dochter. Behalve een bi-oer, die ergens in de wereld rondscharrelt en misschien ook al lang overleden is, is juffrouw Winckler de eenige achtergeblevene. Om de zaak niet in gevaar te brengen, wanneer men plot seling afstand zou moeten doen van de helft van het kapitaal, had de heer Winck ler in zijn testament beslist, dat Grasmeyer het geld in het bedrijf zou laten en juf frouw Winckler iedere maand een bepaalde som zou uitbetalen, toereikend voor haar studie en levensondci-houd. Zoo gauw juf frouw Winckler echter meerderjarig zou zyn, zou zy de vrye beschikking over haar vermogen krijgen. Dat was aan het begin van dit jaar. Juffrouw Winckler had be slist pech, want de firma die dertig jaar lang iedere crisis doorstaan had, stortte eenige maanden voor haar meerderjarig heid in elkaar. Grasmeyer moest liquidee ren. De voornaamste crediteur was een uitgevery „Aurum". Deze uitgeverij was de eenige die niet tot een overeenkomst bereid bleek en zoo was de firma Gras meyer en Winckler niet meer te redden. Tot zoover is het een zeer alledaagscbe geschiedenis van crisis-slachtoffers enzoo- voort. Maar het muisje had een staartje en dat heeft myn vroegere collega Wilde ont dekt. Als zakenman heeft Grasmeyer zich door deze uitgeverij „Aurum" op een dol zinnige manier voor den gek laten houden. En „Aurum" heeft daar niet eens zooveel moeite voor behoeven te doen. Grasmeyer heeft het hun al erg gemakkelijk gemaakt. Overigens is dat niet zoo vreemd, wanneer men weet, dat Grasmeyer de eigenlijke be zitter van deze uitgeverij was en door tusschenkomst van eenige strooman nen met zichzelf onderhandelde. Met andere woorden de firma „Aurum" is alleen in het leven geroepen, om juffrouw Winckler haar vaderlijk erfdeel afhandig te maken. Deze uitgeverij heeft nu alle zaken van de oude uitgevery overgenomen en zou waar schijnlijk zeer goed gaan, als Grasmeyer zich niet met een paar zeer gewaagde speculaties had opgehouden. Maar dat heeft hier verder niets mee te maken. Het eenige wat ons interesseert dat Grasmeyer juffrouw Winckler met goed gevolg om den tuin heeft geleid. (Wordt vervolgd!)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 9