Courant doetjeqoed! tweede blad Marion's groote 33) avontuur BBITKNLAND BUITENLAND Het oorsteliike woord uit den aether De abonne's 1000 500 300 150 100 25 van de Maandag 30 Januari 1939. No. 25 prinselijk paar op avondfeest De graaf en gravin L. van Limburg Sti- rum van Noordwijk hebben Zaterdag in Hotel des Indes te Den Haag een groot avondfeest gegeven. Tot de talrijke genoo- digden behoorden Prinses Juliana en Prins Bernhard. massa-ontslag van nederland- sche arbeiders in duitschland. Zaterdagmiddag is aan de helft der Ne- derlandsche arbeiders van de spinnerij ^ilermark" te Gronau, schriftelijk mede gedeeld, dat de directie zich tot haar leed wezen genoodzaakt ziet, hen met ingang van 1 Februari a.s. te ontslaan, daar alle pogingen van de directie, om de oude devie- zenregeling gehandhaafd te doen blijven, hebben gefaald. Een dergelijk ontslag is ook op verschillende andert fabrieken be kend gemaakt, o.a. van die der fa. Nichus Dütting te Nordhorn, daar o.m. 200 arbei ders uit de gemeente Denekamp zijn ont slagen. Men krijgt den indruk, dat onge veer de helft van de Nederlandsche arbei ders nog aan het werk kan blijven. Er wordt nog steeds bij de betrokken op aan gedrongen in Duitschland te gaan wonen. Nader vernemen wij nog, dat ook in de fabriek „Bussmaate" van de firma B. Rave en Co. te Nordhorn vijftig procent der Ne derlandsche arbeiders is opgezegd.. Ook in andere takken van nijverheid heb ben in Duitschland werkende Nederlanders wegens dezelfde reden ontslag gekregen. VERWACHTINGEN OMTRENT DE REDE VAN HITLER. De rede, die Hitier, vanavond voor den Rijksdag zal uitspreken, zal ongeveer twee uur duren. Men meent te weten, dat het geheele eerste gedeelte der redevoering ge wijd zal zijn aan cijfers en statistieken over de eerste zes jaren van het Derde Rijk. De buitenlandsche politiek zal in ongeveer een half uur behandeld worden. Volgens de Danziger Vorposten zal de vergadering van den Rijksdag Maandag avond a.s. door de aanwezigheid van een of meer Italiaansche persoonlijkheden worden opgeluisterd. Waarschijnlijk zal Hitler in zijn rede het bezoek aankondigen van den koning van Italië. Het blad meent voorts, dat de Führer den internationalen toestand zal beschouwen in het licht van de jongste besprekingen, van den strijd in Spanje en van de verhouding tusschen Italië en Duitschland. Het blad waarschuwt tegen de verwachting van „sensaties" in Hitler's redevoering en wijst de in het buitenland gevormde combinaties over agressieve be doelingen van Hitler in Afrika, Spanje of West-Europa, van de hand. Zoodra de rede geëindigd zal zijn, zal in een extra-uitzending van nieuwsberichten door het A.N.P., voor de N.C.R.V. en de V.A.R.A., over beide zenders derhalve, een samenvatting van de belangrijkste gedeel ten dezer rede worden gegeven. DUITSCHE PERSCAMPAGNE TEGEN NEDERLAND. Door het officieele Institut zum Studium der Judenfrage te Berlijn worden regelma tig thans reeds in den derden jaargang naar alle deelen der wereld de „Mittei- lungen über Judenfrage" verspreid. Het trekt inmiddels de aandacht, dat het num mer, dat op 19 Januari jl. verschenen is, voor een belangrijk deel betrekking heeft op Nederland. Niet minder dan acht kolom men zijn gewijd aan de „Nieuwe hetzecen trale in Holland", waarvan oen geheele kolom rechtstreeks is gericht tot den Ne- derlandschen Minister-president Dr. Colijn. Daarin wordt hem o.m. verweten, dat hij ten behoeve van de collecte voor de uitge wekenen om ras en geloof een radiorede heeft gehouden. Voorts worden in dit num mer het Comité voor Bijzondere Joodsche Belangen en het Comité voor Joodsche vluchtelingen genoemd als „bekende inter nationale Joodsche loges en organisaties". DTJITSCHE JODEN IN HET BUITEN LAND MOETEN HUN VÓÓRNAAM WIJZIGEN. Van de Duitsche vertegenwoordigingen in het buitenland is een beschikking uitge gaan, volgens welke in het buitenland woonachtige Joden, die Duitsch staatson- derdaan zijn, hun namen in overeenstem ming moeten brengen met de daarvoor in het rijk bestaande naamlijsten. Voor zoo verre deze Joden andere voornamen dra gen, zijn zij verplicht daaraan nog de naam Israël, resp. Sara toe te voegen. Zij moe ten daarvan aangifte doen bij het Duitsche bureau, waar hun geboorte werd inge schreven, het bureau, waar hun huwelijk werd geregistreerd en tenslotte bij den be voegden Duitschen consul. Bij de eerstko mende gelegenheid zal deze naamsveran dering ook in de pas worden aangebracht.... MANDATEN VAN TSJECHISCHE I COMMUNISTISCHE SENATOREN EN AFGEVAARDIGDEN ONGELDIG VERKLAARD. Het Tsjechische hooge administratieve gerechtshof heeft in een arrest vastgesteld, dat de mandaten van alle communistische senatoren en afgevaardigden op 28 Decem ber 1938 hun geldighid hebben verloren. Dit arrest treft 25 afgevaardigden en 14 senatoren. WIJZIGINGEN IN HET BRITSCHE KABINET. Chatfield, minister van coördinatie der defensie. In het Britsche kabinet zijn thans de vol gende wijzigingen aangebracht Admiraal Lord Chatfield is benoemd tot minister van coördinatie der defensie, Inskip tot minister van dominions, sir Regi nald Dormansmith, conservatief en oud president van den landbouwersbond, tot minister van landbouw, Morrison tot kan selier van het hertogdom Lancaster, Win- terton tot paymaster-generaal, lord Mun ster tot ondersecretaris van oorlog in de plaats van lord Strathcona, die is afgetre den en geen nieuwe functie bekleedt. Morrison zal Chatfield bestaan en voor hem in het Lagerhuis de vragen beantwoor den. Winterton blijft geen lid van het kabi net, maar behoudt zijn functie van voor zitter der intergouvernementeele vluchte- lingencommissie. VIJF IEREN TE LIVERPOOL GEARRESTEERD. De politie heeft Zondag te Liverpool vijf Ieren gearresteerd, na in de lersche wijk der stad verscheidene documenten in beslag te hebben genomen, alsmede een flesch zwa velzuur, een vat petroleum, verscheidene blikken benzine, een seintoestel, als in ge bruik bij het leger, éen geweer en electri- sche kabels. De huiszoekingen waren op aanwijzing van Scotland Yard verricht. CHAMBERLAIN RECHTVAARDIGT ZIJN POLITIEK. De Britsche minister-president Cham berlain heeft Zaterdagavond aan een maal tijd van de juweliers vereeniging te Bir mingham zijn aangekondigde rede gehou den. Hij zei o.m. „Zonder een verbetering in de Britsch- Italiaansche betrekkingen, had ik in Sep tember van het vorige jaar nooit de me dewerking van Mussolini kunnen verkrij gen en ik geloof, dat zonder die medewer king de vrede niet gered, had kunnen worden. Er is veel critiek geoefend op de over eenkomst van München. en tegen de actie, die ik ondernam, toen ik door persoonlijk contact trachtte een vredelievende oplos sing te bewerken van het probleem, dat een wereldramp van de eerste grootte zeer dichtbij had gebracht. Die critiek, aldus de premier, komt van verschillende zijden, maar de uitingen hebben een kenmerk gemeenniemand heeft de verantwoordelijkheid, die op mijn schouders ligt en niemand heeft de vol ledige kennis van alle omstandigheden, die slechts aan de Britsche regeering bekend zijn. Als ik op mijn beleid terugzie, is er niets, dat ik betreurik heb ook geen reden om aan te nemen, dat een andere koers de voorkeur zou hebben verdiend. De moderne oorlog heeft zoo vreeselijke gevolgen voor hen, die er in betrokken zijn, dat men dien oorlog nooit zou mo gen ontketenen, tenzg alle mogelijke en eerlijke middelen ter voorkoming aange wend zijn. Halifax en ik zijn naar Rome gegaan niet om handel te drijven, maar om de Italiaansche staatslieden beter te leeren kennen. Ofschoon wij elkander niet heb ben bekeerd of getracht te bekeeren, tot ons standpunt op de punten, waarop wtj wellicht van meening verschilden, kan ik zeggen, wat wij afscheid hebben genomen als betere vrienden. Laat ons de vriend schap tusschen de volken bevorderen. Dat kan gedaan worden door particulieren, door handelsmenschen en door de meer officieele vertegenwoordigers. Laat ons den anderen duidelijk maken, dat wij hen niet beschouwen als mogelijke vijanden, maar veeleer als menschelijke wezens zoo als wijzelf, met wie wij steeds bereid zijn op voet van gelijkheid te spreken. Wij kunnen niet vergeten, dat, terwijl er twee noodig zijn om vrede te sluiten, één den oorlog kan ontketenen. Zoolang er dus geen duidelijk wederzijdsch begrip ia, waarin alle politieke spanning ver dwijnt, moeten wij ons voorbereiden op de verdediging tegen een aanval op ons land, ons volk of onze beginselen van vrijheid, waaraan ons bestaan als demo cratie gebonden is. Chamberlain gaf daarna een opsom ming van den vooruitgang, die in het afgeloopen jaar in alle takken van dienst gemaakt is. Op 31 Maart zal de vloot in één jaar tijds zijn uitgebreid met zestig nieuwe oorlogsschepen, die tezamen 130.000 ton meten. In de volgende twaalf maanden zal de groei nog grcoter zijn dan zullen 75 schepen met een tonnage van 150.000 gebouwd worden. Ook de luchtmacht breidt zich voortdu rend uit in hetzelfde opmerkelijke tempo. Zijn rede besluitende, zei de minister het te betreuren, dat zooveel tijd en een zoo groot gedeelte van het nationale inko men aan oorlogsvoorbereidingen moeten worden besteed. Ik geloof, zoo zei hij, dat het thans tijd is, dat anderen een bijdrage leveren. De lucht is vol van geruchten en verdenkingen, die men niet langer mag laten bestaan. Want de vrede kan alleen in gevaar worden gebracht door een uit daging, waarop de president der Veree- nigde Staten in zijn nieuwjaarsboodschap -osn.L den eisch om door geweld te overheerschen. Dat zou een eisch zijn, waartegen de democratische staten zich, zooals president Roosevelt en ik reeds eerder hebben gezegd, onvermijdelijk zou den moeten verzetten. Ik kan niet geloo- ven, dat men voornemens heeft tot die uitdaging, want de gevolgen van een oorlog zijn zoo ernstig, dat geen regeering lichtvaardig den strijd zou ontketenen. Bovendien blijf ik er van overtuigd, dat er geen geschillen, hoe ernstig ook, zijn, die niet zonder oorlog kunnen worden ge regeld door overleg en onderhandelingen, zooals ook is neergelegd in de verklaring van München". De Italiaansche pers beschouwt de rede als een „vredesgebaar". De rede is door de Italiaansche pers met sympathie ontvangen. Vooral wordt gewezenop enkele passages, welke be trekking hebben op de reis naar Rome. In het algemeen wordt de rede beschouwd als een „vredesgebaar". Men erkent de De mensch, wien 't „leven" is bedeeld, aanvaardt daarmee een schat, die boven al het „stoffelijk'" gaat, nooit zijn's gelijken had. De mensch, wien 't leven is bedeeld en 't doel daarvan begrijpt, aanvaardt de vrucht, die in God's tuin door Zijn hand is gerijpt. Men zij voorzichtig met die vrucht zij is zijn levensbron zijn kracht bij alle tegenspoed zijn schaduw en zijn zon. Die vrucht dient hem, doch óók den mensch, die naast hem leeft en strijdt, en voelt met hem, wien 't noodlot treft, die met hem leeft en lijdt. „Zoo zij die vrucht, mijn volk ten deel, vereend in christenzin" Aldus het Vorstelijke woord van onze Koningin. Want, waar den mensch den moed ontvalt zich weerloos overgeeft, daar is 't de vrucht van Gode's hand, dat nieuwe kracht herleeft. Eén volk één taal, (de taal van Hem, die vreê op aarde bracht), die spreke in uw aller hart met onverflauwde kracht 'tls Hij, die ook mijn leid-ster was hoe zwaar ik werd bezocht, Ik blijf Hem trouw, tot aan het graf, Mijn laatsten ademtocht. HaveeWee. oprechtheid, goeden wil en het realisme van Chamberlain. De Popoio di Roma schrijft, dat alle regeeringen verklaren den vrede te willen en men heeft geen reden om aan de op rechtheid hiervan te twijfelen. Het blad vraagt vervolgens, waarom men niette genstaande deze oprechtheid, den wensch nog niet heeft verwezenlijkt en het ant woord hierop, dat wel allen den vrede willen, doch niet denzelfden vrede. De totalitaire staten verlangen een vrede, welke „zekere" voor hen noodzakelijke, levensvoorwaarden vervult". SAMENZWERING IN SIAM ONTDEKT. In een officieele per radio verspreide mededeeling wordt een samenzwering te gen de regeering van Siam onthuld. Verklaard wordt, dat de samenzweer ders den vroegeren koning Prajadhipok of diens broeder prins Nagor op den troon wilden plaatsen. In het geheele land is het volkomen rustig. De staf van het leger deelt mede, dat een aantal officieren op non-activiteit is ge plaatst zonder toekenning van wachtgeld of pensioen. in het bezit eener Polis, zijn gratis verzekerd tegen ongelukken voor gulden bij levenslange on geschiktheid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van *en duim. gulden bjj verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van een anderen vinger. Feuilleton Roman van l. F. J. Groothedde Sheila was trouw. Shella strekte zijn krachtige pooten. Maar de fijne stofsneeuw zette zich vast op zijn ranke ledematen, korstte om de enkels en zoog de warmte weg, onmerkbaar langzaam, doch onfeil baar zeker en nam met de warmte de krachtige soepelheid mee. En het sneeuwgordijn voor paard en rui ter werd steeds dichter, dekte hen van top tot teen in zware drukking, dekte ook den weg voor hen, dekte den bodem waarop ze draafden met een steeds groeiende laag. Jira luisterde en ontdekte plotseling met schrik datgene, wat hij gevreesd had. De snelle cadans vertraagde, werd verward, onregelmatig, hortend, slippend voor en achter. Hij richtte zich op. Uit zijn keel kwam een gesmoorde kreet. i.Vooruit, Shella, red je baas, red hem van den dood. Ze komen, hoor je ze niet? Vooruit, Shella Shella Een trilling liep door het paard van voor tot achter en terug. Hij schudde zgn kop, steigerde wild op en sprong vooruit, draaf de niet meer, maar bleef springen, telkens en telkens hoog opveerend. Maar de sneeuw kleef vallen en hoopte zich steeds meer op, zoodat Sheilla bij iederen sprong verder wegzakte en grootere moeite had, om los te faken. Het dier begon te hijgen en ineens, plotseling en onverwacht, bleef het staan, blies zijn adem ver weg en keerde den kop, ten teeken, dat het nu genoeg was. „Vooruit Shella, vooruit dan toch riep Jim, maar het dier deed geen poging meer, om zich in beweging te zetten. Een onbere deneerde woede greep Jim aan, een dolzin nige woede, omdat hij dit had moeten be grijpen. Maar hij wilde niet begrijpen, hij voelde slechts vervolgingsangst. Met een snauw rukte hij de korte rijzweep uit de schacht van zjjn laars en begon onbarmhar tig te ranselen. Shella brieschte eigenzinnig, schopte wild achteruit, richtte zich hoog op en schoot dan, als door een horzel gesto ken, door de sneeuw vooruit, dravend eerst, dan overgaand in een woesten galop en tenslotte weer springend. Jim ranselde door, striemde de flanken van het paard, een duivel gelijk. En toch, na verloop van t\jd bleef Shella weer staan, rillend nu over al zjjn ledematen, als ver wachtte hij, dat iets vreeselijks zou gebeu ren. Jim hief het dikke eind van de zweep op, maar langzaam zakte de arm weer omlaag en hg mompelde „Als Shella niet meer kan, wat zullen dan de paarden van mjjn achtervolgers Het stomme dier heeft zijn best gedaan en hij kan het ook niet helpen, dat die vervloekte sneeuw hem vast houdt." Hij sprong uit het zadel en zakte tot aan de knieën in de sneeuw weg. Het lange zit ten had hem stijf gemaakt. Hij rekte zich uit, sloeg in lange zwaaien zijn armpn om zich heen, sprong dansend op en neer en voelde spoedig het bloed tintelend door zijn aderen stroomen. Shella had den kop naar hem toegewend en scheen hem met smeekende oogen aan te zien. Jim klopte hem bemoedigend op den nek en mompelde „Je hebt je braaf gehouden Shella. Wacht, ik zal jou ook een beetje verwar men." Hij trok een groote, wollen doek uit de rechterzadeltasch en begon het paard duch tig te wrijven, verwijderde de sneeuwkor sten en praatte tegen het dier, praatte vriendelijk, streelde zijn snuit en klopte hem op den nek. Shella beantwoordde deze lief kozingen door zacht te hinniken en met zijn kop langs Jim's schouders te wrijven. Toen ze voortreden, waren en paard en ruiter naar omstandigheden tamelijk frisch. Overtuigd, dat verder draven of springen waanzin was, liet Jim het paard stapvoets gaan. Vermoeiend was dit niet en ze kwa men toch voorwaarts. En voorwaarts moest hij, al begreep hij ook, dat hij reeds een flinken voorsprong moest hebben. Inmiddels was tamelijk plotseling de duis ternis ingevallen. Hij diépte een lantaarn uit de zadeltasch op en liet het sterke licht voor zich uit dansen. Het wierp spookachti ge glinsteringen op, trok lange schaduwen uit hout- en struikgewas en...\.. deed hem zien, dat het opgehouden had met sneeu wen, zoo maar ineens. De verandering deed hem vreemd aan, maar een felle vreugde doorstroomde zijn hart. Had het den heelen nacht doorgesneeuwd, hij zou in de sneeuw blijven steken. Nu stapte Shella rustig voort met hoog optrekken der pooten, niet snel, maar regelmatig. De zachte deining maakte hem slaperig. Maar telkens, als hij de oogen sloot, kwam het beeld der helling in angstwekkende duidelijkheid voor hem staan. Hij hoorde weer de doodskreet, zag haar wankelen en vallen, haar, Marion Wat had hij gedaan Haar vermoord, die hij zielslief had? Had hij haa.r gedood? Mis schien leefde ze nog. Langzaam drong zich de gedachte aan hem op, dat hij beter had gedaan, zich eerst verborgen te houden, tot hij zekerheid had gehad. Maar dan zou de vlucht moeilijker zijn geworden. En als ze bleef leven, zou er toch een vervolging te gen hem ingesteld worden. Als ze bleef le ven, dan... dan zou die Fennock haar toch nog krijgen, als hij terugkeerde Met plotselinge duidelijkheid begreep hij ineens, dat deze hoogstwaarschijnlijk den zelfden weg had genomen als hij en ook zijn ^toevlucht had gezocht in het barre, maar gastvrije Noorden. Hij zou Marion krijgen, als hij terugkeer de. Hij balde zijn vuisten en mompelde drei gend „Als ik je mocht ontmoeten, zul je niet terugkeeren, nooit meer, dat beloof ik je, Hall Pennock. Jij bent de oorzaak van al de ellende, door jou werd ik de moordenaar van mijn eigen geluk, ik zal ook jouw moor denaar zijn." De hengst bleef plotseling staan. Jim keek op en zag links van zich een bouw vallige hut, zoo een, als door herders ge bruikt werd, als ze in het veld door zwaar weer werden overvallen. „Een goed idee van je, Shella, je baas heeft wel wat rust noodig, na al die emo ties." Hij trad de hut binnen, na Shella van zijn tuig te hebben ontdaan. Er bevond zich een lange rustbank in het vertrek, die met een roestig kacheltje het eenige meubilair vormde. Voor Jim was dit al genoeg. Hij vond papier en hout in een hoek van het vertrek en spoedig had hij het kacheltje aangestoken, dat langzamerhand een wel dadige warmte begon te verspreiden. Na wat gedroogd vleesch te hebben verorberd, waarvan zich een flinke voorraad in de za deltasch bevond, strekte hij zich uit op de rustbank en trachtte te slapen. Maar her haaldelijk schrikte het beeld van Marion hem op. Haar gestalte rees dreigend voor zijn oogen, bloed droop uit haar hart, steeds meer bloed, dat hem dreigde te verstikken. Dan vloog hij overeind, wischte zich het klamme zweet van zijn voorhoofd, staarde verwüderd in het rond en ging weer liggen, als het tot hem doorgedrongen was, dat de hut leeg en verlaten was en dat het waan beelden waren, die hem benauwden. Spoe dig echter kwamen de beelden terug, zag hij de redcoats (bereden politie. Red.) ko men, bloedkleurig, die lange zwaarden bo ven him hoofden slingerden en dreigend gromden. Toch moest hij tenslotte in slaap gezonken zijn, want toen hg ontwaakte, drong het daglicht schel door de ruiten, die hem met hun scheuren vijandig schenen aan te staren. Met een kreet van schrik vloog hij van de bank en opende de deur. Shella krabde met zijn hoeven de hardgeworden sneeuw weg, die fel glinsterde in de juist opgekomen zon en trachtte zoodoende wat gras te bemachtigen, maar toen het paard hem hoorde, staakte het zjjn werk en kwam luid hinnikend op hem toe. Jim klopte hem op den nek, bevestigde het zadel en reed een oogenblik later weg, den jongen dag in. Het moet hard gevroren hebben dien nacht, want de bovenlaag van de sneeuw was steenhard en klonk metaalachtig onder de hoeven van het paard. Nog had. hij geen honderd yards gereden of Shella gleed uit en verloor bijna zijn evenwicht. „Vervloekt", gromde Jim, „nu dat weer." Hij steeg af, rommelde in de zadeltasch en vond tot zijn verlichting wat hij zocht. (Wordt vervolgd)'.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1939 | | pagina 5