Vlissiiphe Courant AKKERTJE TWEEDE BLAD BINNENLAND bij hoofdpijn of migraine. HOOGWATER TE VLISSINGEN FEUILLETON van de van Vrijdag 25 November 1938. No. 278 H. M. DE KONINGIN NAAK HET LOO TERUGGEKEERD. H. M. de Koningin is gistermiddag per auto van Den Haag naar Het Loo ver trokken. WAAROM WERDEN JOODSCHE VLUCHTELINGEN GEWEIGERD? Het Tweede Kamerlid Donker heeft aan den Minister van Justitie de volgende schriftelijke vragen gesteld 1. Ihet waar, dat er op 23 November jl. een groote groep Joodsehe vluchtelin gen, onder wie een aantal, dat er in ge slaagd was uit een concentratiekamp te ontsnappen en waarvan verscheidenen sporen van mishandeling vertoonden bene vens verscheidene jonge meisjes en be jaarde lieden, aan het station te Zevenaar is aangekomen, en dat deze menschen per keerenden trein weer naar Duitschland zijn teruggezonden, nadat zich op het sta tion hartroerende tafreelen hadden afge speeld? 2. Is de Minister, ingeval voorgaande vraag bevestigend wordt beantwoord, be reid mede te deelen a) om welke redenen, nadat de regee ring toegezegd heeft Joodsehe vluchtelin gen in zekere mate hier te lande toe te laten, aan bovengenoemde vluchtelingen den toegang is geweigerd b) waarom in dit geval zelfs geen reke ning is gehouden met het feit, dat een aantal dezer vluchtelingen levensgevaar althans lijfsgevaar dreigt, terwijl vóór 10 November jl. deze omstandigheid voor de beoordeeling der toelating wèl gewicht in de schaal legde?. VERSTREKKEN VAN LOTEN BIJ AANKOOP VAN SIGAREN. Op vragen van het Tweede Kamerlid Van der Putt betreffende het gratis ver strekken van loten van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming bij den aankoop van een bepaald merk siga ren hebben de Ministers van Binnenland- sche Zaken en Financiën geantwoord, dat zij er geen bezwaar in zien, dat de veree niging, ter stimuleering van 'den verkoop van de loten,- op beperkte schaal sigaren Verkoopt. Zij zijn van oordeel, dat het si- garendistributièbedrijf hiervan geen na deel van beteekenis ondervindt. Voor zoover betreft de verstrekking van loten bij den aankoop van sigaren is door den Minister van Financiën op grond van de hem bij het derde lid van art. 45 der Tabakswet verleende bevoegdheid voor een beperkten termijn vergunning verleend. ORDE VAN VRIJMETSELAREN ONDER HET GROOTOOSTEN DER NEDERLANDEN. Bovenstaande orde heeft een open brief gericht tot het doorluchtig Episcopaat van Nederland, waaraan wij ontleenen Het hoofdbestuur der Orde van Vrijmet selaren zou gaarne uwe aandacht vragen voor het volgende. Wij zijn er van overtuigd, dat ook de Roomsch-Katholieke Geestelijkheid met zorg en droefenis ervaart, hoe meer en meer een verwijdering onder de menschen ontstaat, die maar al te veel gepaard gaat met haat tegen ras of groep en met ver dachtmaking van hunne bedoelingen, aard en wezen. Hare Majesteit de Koningin heeft on langs in een zoo voortreffelijk „persoon lijk woord" de medewerking gevraagd van alle Nederlanders tot de moreele en gees telijke herbewapening, „dien innerlijken drang, welke ook uitwendigen ommekeer met zich brengt en tot gevolg heeft, dat eerlijkheid, vertrouwen en liefde richtsnoer worden tusschen personen en volken". Dit, ook ons streven, begroeten wij met volle instemming. "Overtuigd, dat ook gij niet anders wenscht dan dat„eerlijkheid, vertrouwen en liefde richtsnoer worden tusschen per sonen", willen wij nu uitvoering geven aan een reeds eerder bij ons opgekomen voor nemen, uwe aandacht te vragen voor de wijzewaarop in de Roomsch-Katholieke pers de Vrijmetselarij en Vrijmetselaren worden besproken. Behalve enkele uitzonderingen van den laatsten tijd, geschiedt die bespreking op een wijze, die den R.K. auteurs onwaardig is. Wij zouden deze bewering met tal van voorbeelden kunnen staven, maar ieder uwer weet wel een of meer gevallen, waarin de Vrijmetselarij werd geschilderd als aansporende tot zedeloosheid, dan wel de Loge een plaats van zedenbederf werd genoemd aan de Vrijmetselarij oneerbare bedoelingen werden toegeschreven of op andere wijze over de Vrijmetselarij, c.q. hare organisatie (en. leden), op de meest bedenkelijke wijze werd geschreven. In al die artikelen staat niets over de Vrijmetselarij, rechtstreeks, noch zijde lings, maar het doel is bereikt, nl. het vestigen van de aandacht op de Vrijmetse larij in ongunstigen zin. Wij zullen het hierbij laten het is o.i. meer dan voldoende. Wij hebben ons meer malen afgevraagd, hoe zulk een journalis tiek van onwaardigen aard het onware laten wij buiten beschouwing mogelijk is binnen den kling van uwe gelocfsge- nooten en dat de hooge geestelijkheid hieraan geen paal en perk stelt. Er zijn ook andere klanken, maar, he laas, sporadisch. Vrijmetselaren en Roomsch-Katholieken zullen ook in de toekomst, als andersden kenden, hunne levensbeschouwingen tegen over elkander blijven stellen, doch laat dat dan geschieden op waardige wijze, en met vermijding van laster en grofheid. Zoo willen wij eindigen met de woorden van wijlen pater Gruber S.J., als hij grondig kenner der Vrijmetselarij zijn oordeel geeft omtrent hare bestrijding, nl.: „geen strijd met lage middelen, met ver dachte practijken, met onedele wapens, zelfs niet als het om een tegenstander op leven en dood gaat. Over leven en dood van geestesrichtingen oordeelt en waakt Hooger Macht.. Wij menschen hebben slechts het onze te doen te staan voor onze taak met alle kracht van lichaam en ziel, met eere en goed vertrouwen. Laat de strijd er zijn, de onvermijdelijke strijd van beginsel tegen beginsel, van wereld beschouwing tegen wereldbeschouwing, als het dragen van een krijgsbanier tot in Gods handen. Maar laat de strijd zuiver zijn, bezoedel uwe handen en uw geweten niet aan het bezoedelen van uw tegen stander, De strijd moet gestyleerd wor den". DE BUITENLAND SOHE POLITIEK IN DE TWEEDE KAMER BESPROKEN. In een avondvergadering kwam de Onderwijsbegrooting aan de orde. Critiek op het beleid van Minister Slotemaker de Bruïne. Nadat eenige wetsontwerpen betreffende het tarief van invoerrechten, en het belas tingsysteem van Ned.-Indië na eenig debat door de Kamer waren aangenomen, is gis termiddag een aanvang gemaakt met de behandeling van de begrooting van Buiten- landsche Zaken. De heer Bongaerts (r.k.) achtte het niet geheel juist, dat Nederland in September jL op opportunistische overwegingen art. 16 van het Volkenbondspact facultatief heeft verklaard. De heer Van der Goes van Naters (s.d.) juicht het bezoek van Koning Leopold toe omdat daardoor wordt uitgedrukt, dat er een lotsgemeenschap tusschen de kleine volke.i als feit bestaat. Spr. betreurde het dat de democratische staten in September geen krachtiger hou ding hebben aangenomen, dit zou z.i. zeker niet tot een oorlog hebben geleid. Onze regeering neemt volgens dezen spreker een niet voldoende krachtige hou ding aan tegenover den druk van een bui- tenlandsche regeering. Als voorbeelden noemde hij den aandrang, op last der Duit- sche regeering door wetsondernemingen op hun Nederlandsche handelsrelaties uitge oefend, om geen niet-Arisch personeel in dienst te houden. Spr. bepleitte een nauwere samenwer king met de regeering van Valencia. De heer Smeenk (a.r.) zei, dat het be zoek van Koning Leopold van België aller wegen met ingenomenheid is begroet. Dat de Volkenbond heeft gefaald, is zeker niet aan de fascistische staten te wijten maar aan de politiek der groote mogendheden. Dat de Oslo-staten de collectieve veilig heid zouden hebben ondermijnd, betwistte spr. Hij ^rong aan op versterking van het consulaire corps. De oplossing van het Jo denvraagstuk moet langs internationalen weg worden gevonden. De heer Joekes (v.d.) verheugde zich eveneens over het bezoek van den Koning der Belgen. Spr. onderschrijft het regeeringsstand- punt ten opzichte van art. 16 van het pact, maar toch wil hij het artikel niet als dood beschouwen. Voorts vroeg hij of de regeering al iets kan mededeelen over het onlangs geopende contact met de buiten- landsche regeeringen over het vraagstuk der vluchtelingen. Is ook de regeering op getreden tegen beschadiging van eigen dommen van Nederlandsche Joden in Duitschland? Heeft de regeering ook aan dacht aan de positie der Nederlandsche Jo den in Italië? De heer Bierema (lib.) onderschreef in zeer veel opzichten de politiek der regee ring en bestreed de opvatting van hen, die meenen dat democratieën in September krachtiger hadden moeten optreden. De spreker informeerde naar den stand van het internationale overleg betreffende de Joodsehe vluchtelingen. De heer Rost van Tonningen (n.s.b.) zei dat onze verhouding tot België scherp re- lief heeft gekregen door den internationa len toestand. Het is een gevaar voor ons land, dat wij inzake art. 16 geen ondubbel zinnige houding aannemen. In uitlatingen van den Franschen generalen staf is open lijk geëischt, dat het Fransche leger even tueel door België naar het Roergebied zal kunnen marcheeren. Spr. meende dat in een dergelijk geval de Volkenbond een voorwendsel voor een dergelijk doortochts- recht aan de band zal doen. Daarom drong hij er op aan den Volkenbond te verlaten. Hij betichtte de democratie van schijn-me- delijden indien z<j niet ingaat op het denk beeld der n.s.b., dat Nederland het initia tief zal nemen tot internationaal overleg tot het stichten van een Joodsch nationaal tehuis buiten Europa. De heer Rutgers van Rozenburg (c.h.) meende dat een Volkenbond met een bin dend pact ofwel machteloos is het pact te handhaven, ofwel een wereldoorlog ontke tent. Een Volkenbond van consultatief ka rakter verdient daarom de voorkeur. Deze spr. wees op de groote beteekenis van de christelijke beginselen voor de in ternationale rechtsorde. Ook hij informeer de naar den stand der besprekingen over het vluchtelingenvraagstuk. De Onderwijsbegrooting. Om 8 uur kwam de Kamer in avondver gadering bijeen voor de behandeling van de Onderwijsbegrooting. De heer dr. Vos (lib.) hield een pleidooi voor goede lichamelijke opvoeding op de lagere school. Met het spellingbeleid kon spr. zich niet vereenigen. De regeering beroept zich op financieele bezwaren, doch die wil spr. niet aanvaarden. De heer Thuijssen (s.d.) zei, dat de leer- lingenschaal als een donkere schaduw over ons onderwijs ligt. Hierna behandelde spr. de spelling en voorspelde, dat een regeling, die ingaat tegen de taalwetenschap, het verliest. Alleen het lager onderwijs kan men dwingen tot een schijnbare gehoor zaamheid. De heer Van Houten (chr. dem.) zei, dat het gezien de stukken een hopeloos geval was, met dezen minister te debat- teeren. De minister-president heeft gezegd dat de leerlingenschaal kabinetszaak is en dat de Minister van Onderwijs niet de zon debok mag zijn. Maar de afkeuring der Kamer geldt het geheele beleid van den minister, aldus spr. De minister heeft er in berust dat hij, in tegenstelling met en kele collega's, niet meer heeft weten los te krijgen bij de ontreddering van het onder wijs. Spr. hoopte dat er niet meer nieuwe spel- lings-commissies zullen komen, en dat pers en bedrijfsleven nu het regeeringsvoorbeeld zullen volgen, hoezeer spr. bezwaren heeft. De heer Van Sleen (s.d.) zei, dat van dezen minister weinig voor het onderwijs is te wachten. Voor verschillende takken van onderwijs is nog geen recht gedaan. De heer Roosjen (a.d.) wilde dat men de gelijkheid van openbaar en bijzonder onder wijs nu eindelijk eens waarlijk als een ge lijkheid beschouwde. Het voornemen, de kweekschool weer een 4-jarige te maken, verheugde spr. De a.r. fractie betreurt, dat de regeering 's ministers spellingbesluit reeds tot uitvoe ring brengt. binnen 'n kwartier zijt ge er van af, dank zij de bijzondere samenstelling. Weiger namaak, let op AKKER-merk. Per koker van 13 stuks -12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. De heer Woudenberg (n.s.b.) zei, dat ter, wille van de volkswelvaart voor het on derwijs niet gauw teveel kan worden ge daan. De jeugd moet eerbied leeren te hebben voor andere volkeren. Spr. wees op het voorbeeld elders. In het nationalistische Nederland zullen alleen het gezin en de; kerk het voor het zeggen hebben. De heer Duymaer van Twist (a.r.) t Duitschland. De heer WoudenbergDeze interruptie getuigt niet van groote intelligentie. De voorzitter hamerde. De heer Botterweg (a.r.) besprak het door de regeering ten opzichte van het Werkfonds gevolgde systeem. Spr. schetste de ingewikkelde positie van een kinderziekenhuis te Utrecht Mevr. de VriesBruins L(s.d.} onder steunt deze opmerkingen. De heer Tilanus (c.h.) zei, dat de scherpe» critiek, door sommige leden op den minis ter uitgeoefend, hem niet steekhoudend schijnt. Niettemin had ten aanzien van de, jeugdwerkloosheid van onderwijs wel meeg initiatief kunnen zijn uitgegaan. Ook ten aanzien van de spelling is de chaos toege nomen. De heer Zijlstra (a.r.) meende dat die minister er recht op heeft, dat zijn beleid wordt gezien in het licht van het algemeen© regeeringsbeleid. Inzake de spelling had de regeering beter kunnen terugkeeren naar de nu weer ver laten spelling. De heer Kersten (staatk. ger.) was tegen subsidieering van het bijzonder hooger on derwijs. Steeds verder gaande splitsing' heeft geen zin. Spr. was het eens met de afwijzende hou ding, door den minister aangenomen in de quaestie der lichamelijke opvoeding. Er worden in de scholen al genoeg fratsen gemaakt, en er is ook geen geld. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer Slotemaker de Bruine, 'dankte degenen die zijn beleid hebben gesteund. De heer Van Houten zeiDeze minister krijgt geen geld, een ander wel. Doch spra wees op den ingehouden wensch van den Minister van Justitie ten aanzien van de psyehopathenwet, en op de woorden betref fende werkverschaffing enz. in de memorie van antwoord algemeene beschouwingen. De minister vertrouwde, dat ten aanzien van de taalkwestie binnenkort overeen stemming zal zijn bereikt, en hoopte weldra nadere mededeelingen te kunnen doen. Spr. verdedigde de werkwijze van het Werkfonds. Wat betreft het kinderzieken huis te Utrecht, deze zaak is niet buiten den Minister van Onderwijs omgegaan. De heer Botterweg (a.r.) repliceerend, diende een motie in waarin de Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat de bouw van een nieuw kinderziekenhuis te Utrecht niet zal plaats hebben dan nadat de Kamer; door een post op de begrooting de gele genheid zal hebben gehad zich hierover uit te spreken. De motie, voldoende ondersteund, kwam ,bij dit debat in behandeling. Mevr. de VriesBruins (s.d.) en de heer Kersten (staatk. ger.) repliceerden. Over de motie wordt a.s. Dinsdag bij den aanvang der vergadering gestemd. De algemeene beraadslagingen werden gesloten. Hierna werd de artikelsgewijze behande ling van de afd. hooger onderwijs afge handeld. De vergadering werd om één uur ge schorst tot des middags één uur. November uur uur Zaterdag 26 3.33 15.51 Zondag 27 4.07 16.29 Maandag 28 4.46 17.10 Dinsdag 29 5.28 18.01 Woensdag 30 E.K. 6.21 19.03 De strijd om de gETTY B0NN 43 ROMAN UIT HET ZEEMANSLEVEN VAN FRIED RICH LINDEMANN Er konden diplomatieke verwikkelingen uit voortkomen. Daar voelde Sir Douglas zich niet tegen opgewassen. En dan de vervelende opmerkingen, die hij hier zelf te Gibraltar te hooren zou krijgen, van zijn vrienden en bekenden, dezen kleinestads- troep, deze kolonie-verzameling. Niet dat Douglas daar nu zoo erg bang voor was, maar hij was in zijn hart zelf een te erge, provinciaal om op zijn leeftijd nu nog de neiging te voelen, buiten zijn boekje te gaan. Nee, nee, hij wilde de „Betty Bonn" vrij hebben, en daarom moest hij ook de „Frisco" laten gaan. Ach God, dan was toch met één slag een eind gemaakt aan alle narigheid „Mensch, Trevor, begrijp je dat dan niet?" Sir William Douglas was een voorname oude heer. Zijn toorn van zooeven was al lang weer gezakt. Met zijn zachte, vader lijk welwillende stem sprak hij Trevor toe. „Luister nu eens goed, beste vriend. Wat kan ons nu toch gebeuren? Bedenkingen? Nakomende vorderingen Waarvandaan dan? Niet een der belanghebbenden heeft zich gemeld. Wie bekommert zich dan ook nog om deze „outcasts", deze paria's der zee, die zij dan ook zijn? Een mooi gezel schap. Moeten wij hun vuile wasch doen? Nee, Trevor. Ik heb respect voor uw zin voor rechtvaardigheid, zeker, zeker. Maar wij rechters zijn er toch voor om de maat schappij te beschermen. En als hier zoo'n paar paria's elkaar den nek afsnijden, laten wij ons er dan niet mee bemoeien. Wie heeft er schade van? Thompson? Thompson wil betalen. De duivel weet, waarom? Maar laat hem zijn gang gaan. En juist hij, Trevor, juist hij zou je schade kunnen doen. Hij en zijn eindeloos proces. Want eindeloos en hopeloos is het. Dat zal je me zelf moeten toegeven. De passagier? Ik begrijp heusch niet, waarom je zoo'n buitengewone waarde hecht aan dezen meneer Deerkson. Een man, die juist op de „Frisco" zich inscheept om naar Genua te gaan en. dan een boot neemt naar Londen, dat is toch werkelijk geen aangename ge tuige. En gelooft u werkelijk, dat die u iets anders zou vertellen dan Spurling? Boven dien waarom heeft die man geen teeken van leven gegeven op de verschillende aan vragen? Hoe? Wat? Nou, luister goed, Trevor, nu gaat uw fantasie toch wel een beetje te ver. Dezedezepassagier zou een overlevende, een hoe je he^ ook noemen wilt, van de „Betty Bonn" zijn? Veroorloof mg dan, dat dit mijn fantasie een beetje in beweging zetwanneer ik in dat geval Spurling was en ik had al zoo en zooveel menschenlevens op mijn geweten, dan had ik beslist ook dezen laatsten over levende van de „Betty Bonn" overboord gesmeten, inplaats van hem naar Gibraltar fce brengen. Dat hij hem per slot van reke ning toch nog op de lijst gezet heeft, is louter angst van hem geweest, dat wij toch nog achter het bestaan van dezen meneer Deerkson gekomen zouden zijn. En zeker, zou hij het ook niet gedaan hebben, als hg er niet van overtuigd was, dat dit hem geen schade berokkenen kon. Nee, nee, Trevor, laat loopen, en de heele bende daar bij. Maar man wees nou toch eens ver standig. Kom eens hier. Laten wij nu eens rustig gaan zitten en overleggen, wat wij het beste doen kunnen. Per saldo heb je toch ook nog een rechterpruik te verlie zen Zoo ongeveer zou de heer Douglas daar achter de deur wel tot Trevor gesproken hebben. Of Trevor zwichtte Ik geloof het. Het was natuurlijk een opflikkering ge weest, een fantasie, waarvan hij de grenzen en de consequenties niet zoo snel had kun nen realiseeren. Want ook ik wist werke lijk niet, wat hij met dien passagier zoo gauw beginnen wilde, met dezen Zweed of Noor of wat hg dan ook zijn mocht. Sir Douglas zou hem wel bijbrengen, wat het beste was. Sir Douglas was eendiplo maat. Wat ik niet gelooven kon, was dat het hem zoo gauw gelukt was. Nauwelijks waren twintig minuten verloopen of opeens verstomde het gerucht op de publieke tri bune. Men stond op. De zes gingen weer op hun plaatsen zitten. Trevor was zoo wit als zijn pruik. Hg ging zitten. Hij keek nie- r-vnd aan. Hg teekende nietszeggend figu ren op een stuk papier. Hij zei geen enkel woord meer. Sir Douglas daartegenover was weer even mild en vriendelijk. „De rechtbank is ervan overtuigd, dat zij kan afzien van de getuigenis van den passagier. De rechtbank oordeelt, dat ook door hem geen nieuwe gezichtspunten naar voren kunnen worden gebracht. De uit spraak blijft dus gehandhaafd. De rijks advocaat heeft zijn aanvrage weel' inge trokken". Voetgeschuifel op de publieke tribune. Sir Williams' stem kreeg een officieelen klank. „Hiertegenover staat, dat de rechtbank den kapitein der „Frisco" de opmerking niet kan besparen, dat hij papieren licht zinnig en tegen de wet indruischend behan deld heeft. De rechtbank oordeelt een recht matig verwgt tegenover den kapitein in zake de behandeling der scheepspapieren, volkomen op zijn plaats". Onderdrukt gelach op de publieke tri bune. Sir Douglas „Ik verzoek het publiek elke persoonlijke meeningsuiting na te laten. Nog enkele van deze opmerkingen en ik laat de publieke tribune ontruimen". Van dit oogenblik af, liep de machine weer geluidloos en glad. Nog enkele offi- cieele opmerkingen. De zitting was afge- loopen. De rechtbank verhief zich en ging. Wij stonden op en drongen naar buiten. Ik zag nog, dat de stuurman een flesch uit zgn zak haalde en dronk. „Good luc":" riep Thompson. Men lachte. Dus het was gebeurd. „De misdaad" was geschied", zooals Trevor zei. „Deze waanzinnige geschiedenis uit de wereld geholpen", zooals Thompson als zijn meening te kennen gaf. Gibraltar herkreeg zijn rust van provin ciestad weer. Een paar arme duivels voelden zich rijk. Maar verder waren zij geen steek. Niet de kleinste tip van den sluier van het eigen lijke geheim der „Betty Bonn" was opge tild. Het raadsel was nog even groot als een maand tevoren, met dit verschil, dat er niemand meer was, die zich om de oplos sing bekommerde. „Vader is oud geworden in dezen eenen nacht na de zitting van gisteren" zei Nancy. „Hij kan niet meerhij durft niet meer. U kent hem. U weet, hoe het bij hem van binnen eruit ziet. Nu de spanning ver dwenen is, laat hij zich gaan, laat alles over zich heen komen". Ik viel haar in de rede. „Neem me niet kwalijk, Nancy, maar dat is nog het verstandigste, wat hij op het oogenblik doen kan". Maar Nancy sprak op zeldzaam opge wonden toon „Nee, nee Jullie mannen kunnen dui zendmaal zeggen stop, afgeloopen, niet meer aan denken. Bij mij ontstaat een heel ander gevoel. Ik kan het niet verdragen. Ik kan niet uit louter noodzakelijkheids- gevoel het lot van een groep menschen zoo maar als niet-bestaand aannemen. Uit het geval „Betty Bonn" is door alle mogelijke omstandigheden het geval „Trevor" ge groeid. De zaak „Trevor" is afgeloopen. Goed. Daar kan ik genoegen mee nemen, hoewel het mij persoonlgk diep grieft. Maar daarmede is de zaak „Betty Bonn" toch nog niet opgelost. Daardoor zijn de ver dwenen niet weer tot het leven terugge roepen. Daarmee is de misdaad niet ge wroken. Dat kan toch zoo maar niet in den doofpot gestopt worden, alleen, omdat het twee menschen niet aangenaam is, wanneer er over gesproken wordt. Och, och, wanneer jullie je oogen en ooren dicht stopt, dan zal ik..." De tranen schoten haar in de oogen. Zij kon niet verder spreken. Ik probeerde haar te kalmeerertj [(Wordt vervolgd.)]

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1938 | | pagina 3