Vlissingsche Courant i C DOUWE EGBERTS Met kennis van zaken TWEEDE BLAD "gemeentebestuur Vereniging voor Beroepskeuze De leerlingenschaal Wie steenen wegdraagt zal smart doordoor lijden Uit de Vlissingsche Courant van vóór 50 jaar. .Agenda van de van Zaterdag 5 November 1938. No. 261 VERBODEN VAARWATER. Zeegat van Vlissingen. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter openbare kennis, dat op 8 en 9 No vember a.s. in een terrein nabij bet Steen- diep voor oefening mijnen zullen worden gelegd. pit terrein van 51°36' Nb 51° 32,8' Nb en 03°—11' O.L. 03°—14,2' p.p. zal worden afgebakend dioor 4 groote jaarkeerboeien, voorzien van een vlag. Bovendien zal de mijnenJegger Hr. Ms. „Hydra" voor bewaking gedurende dit tijdvak nabij dit terrein verblijven. Zoolang deze boeien uitgelegd zijn is dit terrein gevaarlijk voor de scheepvaart en yisschersvaartuigen. Vlissingen, 5 November 1938. De Burgemeester voornoemd, A. RORIJE, L.B. n. ïn het vorige is aangetoond, dat de verdeeling der leerlingen van één school ©ver de verschillende klassen groote moei lijkheden meebrengt, als er niet voor iedere klas een onderwijzer beschikbaar is. En lang niet alle scholen hebben even veel leerkrachten als leerjaren of klassen. Dit natuurlijk weer tengevolge van de ge tallen in de leerlingenschaal. Kleine scholen hebben die moeilijkheid altijd. Dat er ook vaak „groote" klassen ont staan, ja te groóte klassen zijn, is algemeen fcekend. Een overzicht van de aantallen dezer scholen met.de juiste cijfers van de aantallen leerlingen per klas, zooals dit heden nog bestaat, zou ontstellend werken. Het zou echter een dor crjfer-overzicht worden. Daarom maar een paar algemeen heden Een klasbezetting tot 36 leerlingen eischt van den leerkracht reeds alle inspanning en groote zorg. Lijkt dit getal van 36 u te klein, welnu, dan hoogstens 40 per klas. Maar er zijn zeer veel klassen met grootere bezetting, waarbij de aantallen leerlingen per klas oploopen tot70. Stel u dat voorklassen met 48, 50, 56, 60, 64 en 70 leerlingen en daar is dan één, zegge één leerkracht voor; Zulks is geen uitzondering, want ga hét in éigen omgeving maar na. Dit komt voor op middengrooté en zeer groote scholen. Wat moet er van dat onderwijs terecht komen Wat moet er in die gevallen van de op voeding terecht komen Op scholen met uitgesproken cachet, op z.g. standenscholen zorgen de ouders wel, dat het aantal leerlingen per leerkracht niet grooter is dan b.v. ten hoogste 24. Dan worden daar extra leerkrachten aan gesteld en betaald. Maar gemeentebesturen en schoolbesturen kunnen dat bij „zware" klasbezetting niet doen en al zouden ze het kunnen, dan wordt het aanstellen van boventallige on derwijzers belet door hooger hand. Ouders, de te hooge aantallen van de bestaande leerlingenschaal zijn er de schuld van, dat deze toestanden bestaan bij ons onderwijs. Daarom is de verbetering van de leerlin genschaal ook uw zaak en ligt het op de Weg der ouders om hierbij te helpen. Het is zoo erg gesteld, dat de actie der onderwijzersorganisaties als goed en nuttig en noodzakelijk erkend is door tal van ge meentebesturen, schoolbesturen van alle richtingen en vooraanstaande personen bij middelbaar- en hooger onderwijs. Honder den en honderden van alle richtingen steun den de verzonden adressen aan de Regee ring. Maar het is ook de zaak der ouders om niet werkloos te blijven toezien. Gij moet de toestanden op de scholen weten en dan overal, waar dit effect kan hebben, zelf blijven aandringen op verbetering. Het is niet enkel iets van de onderwijzers. Zij zijn heus niet bang om hard te werken, maar het moet redelijk blijven en sinds lang is het onredelijk en moet er helaas wel naar buiten over geschreven en gesproken Worden. Het is veel erger, dan men denkt of weet. Hoe komt het dan, dat er op de scholen nog zooveel van terecht komt Omdat er in Nederland ruim 4500 vol waardige onderwijzers (essen) zijn, die boven de door de wet vereischte getallen in de school arbeiden, niet door de Regeering be taald, nergens „vol" worden gesalarieerd, maar die voor een schijntje en zelfs groo- tendeels geheel voor niets volslagen zelf standig werken in een eigen klas en zoo het onderwijs redden. Dat zijn de z.g. kweekelingen met akte. Dat zijn geen aankomende jongeren, die zoo'n beetje practijk opdoen in de school en nog moeten geëxamineerd worden. Neen, dat zijn echte akte-bezitters, die door de zware crisistijden behooren tot het groote leger van de 15000 werklooze onderwijzers en die nu „op hoop van eenige kans ooit (ooit 4500 plaatsen in de scholen bezetten, omdat feitelijk die plaatsen bezet moesten zijn door maatregelen van de Regeering. Die yeel gesmade kweekelingen met akte redden en behoeden het onderwijs in Nederland voor totaal verval. Hulde aan die jongere generatie l Waarom doet de Regeering dan zelf niets ter verbetering In een slotartikel hierover nader. ST00MWASSCHERIJ „ZEELAND" Langevielesingel D197. Telef. 637, Middelburg Zariet per kilo en per stuk KERK- EN SCH00LNIEUWS Van menschen en dieren „WAT GAAT JOU DAT AAN" De arrestatie van geestelijken te Innsbrück. Omtrent de arrestatie van geestelijken in een klooster te Innsbrück, die zich aan onzedelijk gedrag schuldig zouden hebben gemaakt, meldt de „Völkischer Beobach- ter nader, dat tot dusver negen geestelij ken zijn gearresteerd. Bovendien zijn in verband met deze zaak een vrij groot aan tal inwoners van Innsbrück gearresteerd. Examens. Voor tweede stuurman is geslaagd de heer J. Koolwijk, leerling der He Ruyter- schooL Geslaagd voor het examen wiskunde L.O. de heer P. L Krijger te Arnemuiden. Voor het examen staatsinrichting M.O. slaagden te Den Haag de heeren A. van den Boomgaard en F. M, Geluk, beiden te We- meldinge. LUCHTVAART De vliegramp in Engeland eischte 14 dooden. Nader wordt gemeld, dat de vliegramp bij het Engelsche vliegveld Jersey veertien dooden heeft geëischt, met inbegrip van een op het veld staand man, die bij het ongeluk het leven liet. Slechts enkele oogenblikken na te zijn opgesteken van het vliegveld van Jersey stortte het toestel neer. Het sloeg over den kop en vloog in brand. Er volgde een zware ontploffing. De inzittenden werden uit het toestel geslingerd en verschrikke lijk verminkt, zoodat zij bijna onherken baar zijn. Het is het eerste ongeluk, dat bij het vliegveld van Jersey gebeurd is. Onder de slachtoffers bevinden zich een zuigeling en drie vrouwen. Alle inzitten den zijn om het leven gekomen. Een dame ontmoet op een eenzamen weg (niet in deze omgeving) een hond voor een kar met een daarop gezeten bestuurder. De hond zwoegt en tobt voor het zwaar belaste vehikel dat, helling-op, al zijn in spanning vordert. De baas, een krachtige jonge man, zit met bungelende beenen apathisch zijn moeizame pogingen te vol gen, terwijl de trillende, overspannen hon- denpooten het gladde wegdek bekrabben. Norsch, met verbeten gezicht, blijft de man op het krakend gevaarte zitten en hij schijnt geenszins van plan het zwoegende dier te helpen. De dame blijft geïnteresseerd staan en beziet het onaesthetisch geval met ver bazing. „Koopen schampert de man onbe schaamd. „Ik koop nooit iets van lieden die hun dieren mishandelen en uitbuiten," zegt de dame slagvaardig. „Zij verdienen niet beter. Maar, jonge man, kom jij daar eens af en help het dier dat zich voor jou dood- martelt." „Wat gaat jou. dat aan," is het weder woord van den man, die niet schijnt te be seffen dat er een beschaafde samenleving bestaat die zijn hartelooze daad corrigeert. De overtreder der wet begrijpt doorgaans niet dat die wet het uitvloeisel is van de zeden des volks. „Wat gaat jou dat aanDat gaat mij aan dat gaat de dame aan dat gaat ieder Nederlander aan, die zijn wet respec teert. Want zijn wet is zijn „wil", de wil van het volk, die wel niet wrekend, maar toch opvoedend zal zijn niet vergeldend, maar toch opbouwend zal werken en het is ieders taak voor de naleving daarvan te helpen waken. Want in onze wet ligt ons hart en verstand en de wisselwerking daar van regelt al onze daden. Overeenkomstig daarmee moeten wij han delen, elkaar critiseeren en onze gemeen schappelijke wil is, dat geen dier ongestraft wordt gekweld. Wij allen, wij dulden geen pijniging van dieren en wij allen zijn er aansprakelijk voor, dat zooiets ook niet geschiedt. Want in een land van goede justitie, een actieve politie en een vlotte bevolking, vindt „de mensch met het Kaïnsteeken" heel weinig plaats en de toevallige overtreder zijn leering. H. V. W. mfj A-1755 genoot de Oud Hollandsche Kruydendoctor van het gheurig kruyt tabak. Met evenveel genot rookt de moderne pijp- rooker, de volgens hetzelfde recept gemeleerde Oud Hollandsche Pijptabak van COOPVAERT 10 ct. alhier Maak bij het kiezen van een beroep voor Uw zoon of dochter gebruik van de gegevens, waarover ons bureau beschikt. Zitting. Dinsdag a.s. 7.309 uur in het Voormalig Burgerweeshuis aan de Bad huisstraat. Inlichtingen kosteloos. Deze woorden kunnen wij in den Bijbel vinden en wij zullen dit allen wel eens ondervonden hebben. In de wereld van vandaag zien wij, hoe er machten zijn die hetgeen met moeite en zorg opgebouwd werd, voetstoots omver haleru Deze machten van ge weld brengen over de wereld veel onheil en smart. Maar ook wij, wij menschen onderling kunnen in een oogenblik van onbedachtzaamheid zooveel moeten lijden, alleen om het feit dat wij steenen wegdragen. Hoeveel huwelijken gaan er niet ten gronde, omdat de menschen elkaar niet willen begrijpen en omdat er inplaats van gebouwd, afgebroken wordt. Smart en nog eens smart, een leed dat de wereld niet ziet, maar dat voor den mensch des te sloopender werkt. Wij dragen allen een geheim in ons. Een geheim dat in ons leeft en dat wij ook in de natuur zien het Goddelijke mysterie, dat wij niet doorgronden kunnen. Dikwijls zullen wij ons dan ook afvragen waarom? Maar wat zou er van een leven zonder strijd eigen lijk terecht komen? Tegenspoed en strijd zijn even goed noodig als ge luk en voorspoed. Daardoor worden wij gevormd en ons leven zal in waarde stijgen. Wanneer wij iets verloren hebben, hetzij door eigen schuld of wanneer iemand zich van ons terug trekt die wij lief hadden, dan pas gaan onze oogen open en heel dikwijls is het dan te laat. Met schade en schande wordt men wijs Het verlorene zien wjj nu in een heel ander licht. De paden, die be treden zijn door hen, die wij lief hadden, zijn voor ons nu geheiligde grond geworden. De teere herinne ring aan al bet goede doet de te kortkomingen geheel wegvallen. Te laatzeggen de menschen dan en dit komt omdat wij zoo on- menschelijk tegenover elkander staan. Er zit geen karakter meer in het menschdom. Veroordeelen gaat gemakkelijk genoeg, maar karakter toonen, één van 's menschen mooiste eigenschappen, dat is veel moeilij ker. Door karakter te toonen gaat er een geheime kracht van ons uit, die den ander vertrouwen in ons doet stellen of dit opwekt. Onze kracht is gelegen niet in wat wij doen, maar in hetgeen wij zijn. En ons karakter moet dit bepalen. Velen zijn bereid ons bij te staan, als wij ziek zijn, of ellendigons te kleeden, als wij naakt zijn, ons te geven als wij gebrek lijden. Maar als het karakter niet spreekt, wat beteekent dan dit alles? Wanneer de levendmakende geest er in ont breekt, dan beteekent het toch im mers niets voor ons. Wij kunnen geld en goed geven, behulpzaam zijn en voorkomend, bereidvaardig om aan de begeerten der menschen te gemoet te komen, maar wanneer wij onszelf niet geven, zal dit alles te- vergeefsch zijn, omdat het dieper menschelijk gevoel de hoogste waar de aan alles schenkt. Het karakter alleen wekt de liefde die stichtde liefde die heiligtde liefde die le vend maakt en ons weer kracht geeft. Van 's menschen karakter hangt alles af en daarin ligt het ge heim van ons lot. Wij allen hebben onze tekortkomingen en fouten en daardoor mogen wij niet neer zien op de gevallenen en hen voor altijd veroordeelen. Christus immers zoekt ook het verlorene en stelt ons ook altijd opnieuw in de gelegenheid om het beter te doen. Dit moeten wij tegenover onze mede-menschen ook eens wat meer doen. Als iemand ons verdriet aangedaan heeft, 'ons heeft doen lijden, dan moeten wij er volstrekt geen behagen in scheppen dat hij nu op zijn beurt ook eens lijdt, maar hem weer zoeken en de ervaringen die hij zeker ondervon den heeft tot nut laten worden. Het is wel een schande fouten te bedrij ven, maar het is geen schande hen te herstellen. Dan pas spreekt de liefde en de genegenheid. Liefde, die alles overwint. Het zijn juist de kleine onaange naamheden onder elkaar die ons het leven verzuren. Niet de berg voor ons put onze krachten uiten belem mert op den duur ons voortgaan, doch wel het steentje in den schoen. Het is daarom zoo noodig dat wij onze kleine ergernissen beheerschen; schuif kleine onaangenaamheden op zij, vereffen kleine misverstanden. Hoe meer wij dit willen inzien en hoe minder tijd wij daaraan verspil len, hoe meer wij tot stand zullen brengen. Steeds hoogermoet ons devies zijn. Het middelmatige mag ons geen voldoening schenken. Wan neer het lage en grove ons niet meer afstoot, als de wroeging om het verlorene ons niets meer kan schelen, dan is het oppassen, want dan zullen wij steeds verder dalen inplaats van stijgen. Laat het verleden onze toekomst niet bederven. Wat voorbij is, is voorbij. Heeft men ons verdriet aan gedaan, vergeet het, en laat dit vooral geen verkeerden invloed uit oefenen op wat weer komen gaat. Het doet er niet toe, hoeveel ver gissingen en fouten wij begaan heb ben of welke tegenslagen en teleur stellingen ons getroffen hebben, zelfs als hadden wij alles verloren, dan nog moeten wij moed houden. Menschen stellen ons vaak teleur, maar wie op God vertrouwt zal nooit teleurgesteld worden. Indien wij dit diep beseffen, dan kan de toekomst donker zijn, doch een on weerstaanbare wil, een onwankel baar vertrouwen zullen ons onder steunen en ons er weer boven op helpen. Duizenden menschen, die nu voorspoed en geluk hebben, kunnen ons wijzen op donkere tijden in hun vroeger leven. In onze dagen, nu de wereld zich bezinnen moet en de ernst van den tijd ons aller krachten vraagt, is het overal, in het particuliere zoo wel als in het maatschappelijke le ven, nog steenen wegdragen. Wij zien dit rondom ons gebeuren en hebben niet den moed en de kracht om het tegen te gaan, omdat wij vaak denken dat wij er geen schuld aan hebben. Maar wij allen dragen de schuld, de één in meerdere de ander in mindere mate. Met den dichter Guido Gezelle zullen wij onze handen moeten op heffen en bidden Heer, mijn hart is boos en schuldig Maar Gij zijt barmhartig, En duizend malen meer verduldig Als dat ik boosaardig ben. Geef mij dan, o Heer, ik vraag het Geef mij hulp en sta mij bij Ik heb gezondigd, ik beklaag het, Help mij God, vergeef het mij. Wij zullen meer doordrongen moe ten zijn van het schuldbesef. Dan zullen wij in de toekomst misschien nog veel steenen wegdragen en nog veel smart lijden, maar door het schuldbesef zullen wij de weggedra gen steenen weer opnemen en er opbouwend werk mee gaan verrich ten. Per aspera ad astravan lijden tot heerlijkheid A. R. boe week 1888 Alhier is een comité gevormd om het 25-jarig jubileum van het hoofd de? Chr. bewaarschool aan de IJzeren Brug* mej. W. van Doesburg, feestelijk te her denken. Presidente van de commissie is mevr. Van der Beke CallenfelsBösken* secretaresse mej. M. A. E. Dommisse, pen* ningmeesteresse mej. C. S. van der Meer„ Ledenmevr. GeselschapJordaan, mevr* GewinVader, mevr. Reessevan Oosters wijk Bruin, mej. C. Eouvin. ff In den nacht van Woensdag op Donder* dag had de liehtwachter W. J. van de? Poel, die zich ter aflossing van een ge* deelte der bemanning van het lichtschip' „Noord-Hinder" mede had ingescheept aan boord van het stoomtransportvaartuig „Coertzen", het ongeluk bij het inhalen der trossen overboord te vallen. - Ondanks de heerschende duisternis aar* zelde echter de matroos van de „Coertzen"* J. Evertsen, geen enkel oogenblik om ge* heel gekleed ter redding van een men* schenleven in het water te springen, met het gunstige gevolg dat hij, na eenige in* spanning het genoegen smaken mocht, den drenkeling behouden aan boord van de „Coertzen" de hand te kunnen drukken. Na herhaalde vergaderingen, werd Za* terdagavond tot de oprichting eener v«ree* niging, die zich ten doel stelt de oprichting eener eigen broodbakkerij voor werklieden, besloten, en het bestuur benoemd dat tot de uitvoering en het inwerking brengen van een reglement, de handen aan het werk zal slaan. Reeds circa 100 leden zijn toegetreden. Op 6 November in den voormiddag ia alhier ter reede gekomen de eerst den vo- rigen dag naar zee vertrokken loods- schoener no. 6, schipper B. D. Streefkerk* Deze heeft gerapporteerd dat van zijn jol, die in den nacht wat uitgezet ter overbren* ging van een loods aan boord van een in* komend stoomschip, tot dusver niets meer is vernomen. In de jol bevonden zich de zeeloods P. Busquet, de loodskweekeling le kL K. Zuidema en de matrozen W. J, Verheul en F. Arents. Onmiddellijk na het bekend worden vaiï deze tijding zijn de loodsschoeners 2 en 6 naar zee vertrokken, ter opsporing van de jol met hare bemanning. Voor het examen geschiedenis M.O. is te 's-Gravenhage geslaagd onze stadgenoot de heer P. Koppejan. s ts Ds. J. A. van Boven te Souburg heeft het beroep naar de Ned. Herv. gemeente te Bergambacht aangenomen. VAN PUBLIEKE VERMAKELIJKHEDEN, VERGADERINGEN, ENZ. „Alhambra"-TIieater. Van 4 November t/m 10 November „De Zeewolf", Zaterdag 5 November. Mandoline-ver- eeniging „Tovido", Concert en Too* neel, Concertgebouw, 8 uur. Donderdag 10 November. Kunstkring j.Het Schouwspel". Opvoering van „Mevrouw Polenska", Grand Hotel „Britannia"s 8/5 uur,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1938 | | pagina 3