Courant
TWEEDE BLAD
GEMEENTEBESTUUR
BUITENLAND
FEUILLETON
De strijd
om de BETTY BRONN
Maandag 10 October 1938. No. 238
Burgemeester en Wethouders van Vlis-
singen
maken bekend, dat door hun collége is
genomen het volgende besluit
Burgemeester en Wethouders van. Vlis-
singen
Gelezen een verzoek van de Bazarcom-
missie van den Vlissingschen Bestuurders-
bond alhier, d.d. 29 September 1938 om
ontheffing van het bepaalde bij artikel 2
der Winkelsluitingswet (Stbl. no. 460) ten
aanzien van de(n) winkel(s) op de door
genoemde commissie te houden bazar in
het Concertgebouw aan de Emmastraat,
alhier, op 13, 14 en 15 October a.s.
Gelet op het advies van den Commissaris
van Politie, d.d. 24 September 1938, no.
2593
Mede gelet op artikel 9, 5e lid der Win
kelsluitingswet 1930 (Stbl. no. 460)
besluiten:
aan adressante de gevraagde ontheffing
te verleenen onder voorwaarde, dat de
winkel (s) hiervoren omschreven op 13, 14
en 15 October a.s. voor het publiek geopend
ma(o)g(en) zijn tusschen 5 uur des voor
middags en 12 uur des namiddags.
Vlissingen, 8 October 1938.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
(get.) VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
(get.) F. BISSCHOP.
Vlissingen, 8 October 1938.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
maken bekend, dat door hun college is
genomen het volgende besluit
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
Gelezen een verzoek van den bevelvoerend
officier van de afdeeling Vlissingen van het
Leger des Heils, d.d. 4 October 1938, om
ontheffing van het bepaalde bij artikel 2
der Winkelsluitingswet (Stbl. no. 460) ten
aanzien van de(n) winkel(s) op de door
genoemde afdeeling te houden bazar in het
perceel Gravenstraat no. 8, alhier, op 11,
12 en 13 October a.s.
Gelet op het advies van den Commissaris
yan Politie d.d. 7 October 1938, no. 2733
Mede gelet op artikel 9, 5e lid der Win
kelsluitingswet 1930 (Stbl. no. 460)
besluiten:
aan adressant de gevraagde ontheffing
te verleenen onder voorwaarde, dat de
winkel (s) hiervoren omschreven op 11, 12
en 13 October 1938 voor het publiek geopend
ma(o)g(en) zijn tusschen 5 uur des voor
middags en 12 uur des namiddags.
Vlissingen, 8 October 1938.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
(get.) VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
(get.) F. BISSCHOP.
Vlissingen, 8 October 1938.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
HITLER KONDIGT DE VERSTERKING
VAN DE STREKEN ROND AKEN
EN SAAKBRÜCKEN AAN.
De Engelsche politici krijgen een standje.
Op het „Veld der bevrijding" te Saar-
brücken is Zondag een groote volksbetoo-
ging gehouden, bij welke gelegenheid Hit-
Ier een rede heeft gehouden.
Om 7 minuten over tweeën kwam de
Führer op het terrein der betooging aan,
waar zich reeds- 200.000 personen uit ge
heel West-Duitschland hadden verzameld.
Hitier verklaarde in zijn rede, in betrek
king tot de Tsjechische kwestie, dat de
voorwaarden voor het tot stand brengen
van een regeling de volgende waren ge
weest
1. De innerlijke geslotenheid van het
Duitsche volk. Ik weet, wat wellicht ve
len in de rest der wereld en enkelen in
Duitschland nog niet schijnen te weten,
dat het volk van 1938 niet het volk van
1918 is.
2. De nationale bewapening, waarvoor
ik spoedig reeds zes jaar lang heb ge
streden.
3. De beveiliging van het rijk. Geen
mogendheid ter wereld zal het gelukken,
ooit door dezen muur te breken.
4. Wij hebben ook buitenlandsch-politieke
vrienden gewonnen. De as, waarover men
in het buitenland zoo dikwijls heeft mee-
nen te kunnen spotten, heeft bewezen, dat
zij ook in de ernstige uren stand houdt.
Voortgaande zei Hitier wanneer ik de
hulp van andere staatslieden bij deze
vreedzame regeling vermeld, moet ik
steeds weer onzen werkelijken eenigen
vriend, dien wij heden bezitten, Benito
Mussolini, aan het hoofd stellen. Ik wil
ook de beide andere staatslieden noemen,
die ernaar gestreefd hebben, een weg naar
dien vrede te vinden.
Duitschland staat tegenover staatslie
den, die eveneens den vrede willen. Alleen
regeeren zij in landen, welker innerlijke
opbouw het mogelijk maakt, dat deze
staatslieden te allen tijde afgelost kunnen
worden door anderen, die den vrede niét zoo
zeer op het oog hebben. In Engeland zou
na een Chamberlain slechts Duff Ccoper,
Eden of Churchill behoeven te komen, om
vast te staan, dat het doel dezer mannen
zou zijn, direct een wereldoorlog te begin
nen. Hierdoor wordt Duitschland genood
zaakt, waakzaam en op verdediging be
dacht te zijn.
Aanleg van versterkingswerken.
Ik heb derhalve, aldus Hitier, besloten,
de uitbreiding van onze versterkingswer
ken in het westen, zooals ik in mijn rede
te Neurenberg heb aangekondigd, met ver
hoogde energie voort te zetten, en ik zal
thans de beide grcote gebieden, die tot
dusver voor onze versterkingswerken la
gen, namelijk het groote gebied van Aken
en het gebied van Saarbrücken, in deze
versterkingen betrekken.
Duitschland, zoo ging Hitier voort, is
als sterke staat te allen tijde bereid, met
zijn omgeving een politiek van verstand
houding te voeren.
Iets is er echter, dat Duitschland
wenscht, en dat geldt in het bijzonder
voor zijn betrekkingen met Engeland
het zou goed zijn, wanneer men in Enge
land geleidelijk bepaalde allures uit den
tijd van Versailles zou laten varen. De
gouvernante-achtige voogdij over Duitsch
land verdraagt D 'tschland niet. Informa
ties van Britsche staatslieden cf parle
mentsleden over het lot van Duitschers
en van rijksonderdanen binnen de grenzen
zijn misplaatst. Duitschland bekommert
zich ook niet om dergelijke dingen in En
geland.
Tot de bevordering van den vrede be
hoort ook, dat alle staatslieden en politici,
die zich van hun verantwoordelijkheid be
wust zijn, zich om hun eigen zaken be
kommeren en niet voortdurend zich in de
problemen van andere volken of landen
mengen.
De aankondiging van Hitier betreffende
zijn voornemen om groote streken rondom
Aken en Saarbrücken té betrekken in de
westelijke versterkingszóne is als een
groote verrassing gekomen voor het Duit
sche publiek en voor officieele kringen.
Het moet hier een der eigen plannen van
Hitier betreffen.
DE TSJECHISCHE PERS IS VERONT
WAARDIGD OVER DE AFBAKENING.
Overeenkomst met Hongarije tot stand
gekomen.
Een rustige dag in Praag.
Zaterdag is een der rustigste dagen in
de Tsjechische hoofdstad geweest sinds
geruimen tijd. Het verkeer bewoog zich
weer gestadig over de sierlijke Mcldau
bruggen en zij die naar het platteland
waren uitgeweken, keerden meerendeels
terug, terwijl de uit den dienst ontslagen
reservisten hun werkkring reeds weer op
namen.
De ochtendbladen publiceerden kaarten
van de nieuwe grenzen, die tot dusverre
dcor de censuur verboden waren. De pers
is algemeen, verontwaardigd over de afba
kening.
De Tsjechische radio heeft Zaterdag
medegedeeld, dat de regeering van Tsje-
cho-Slowakije besloten heeft amnestie te
verleenen aan alle politieke gevangenen
van Duitsche, Poolsche of Hongaarsche na
tionaliteit.
Bovendien zal amnestie worden verleend
aan alle gedetineerden, die wegens lichte
vergrijpen zijn veroordeeld.
De regeering van Slowakije.
Officieel wordt medegedeeld, dat de mi
nisterraad te Praag Zaterdag een overeen
komst heeft gesloten met de Slowaaksche
ministers, waarbij de regeering van Slo
wakije onmiddellijk aan hen wordt over
gedragen. Ook de begrenzing van de be
voegdheid der Slowaaksche ministers is
vastgesteld.
De besprekingen te Uzhorod (Subkar-
pathisch Rusland) zijn Zaterdagavond ge
ëindigd met de opstelling van een con
ventie, volgens het model van de Slowaak
sche overeenkomst. De lijst van ministers
der regeering van Subkarpathisch Rusland
zal aan de centrale regeering te Praag
worden voorgelegd.
De onderhandelingen met Hongarije.
In het stadhuis van Komaron zijn Zon
dagavond de HongaarschTsjecho-Slo-
waaksche onderhandelingen begonnen.
Twee uur nadat de onderhandelingen- be
gonnen waren, werd bekend gemaakt, dat
een overeenkomst reeds tot stand was ge
komen op drie punten, aldus meldt de spe
ciale correspondent van Reuter.
Deze punten zijn
1. De beide steden Polysas en Satoral-
jaughely zullen door Hongaarsche troepen
bezet worden binnen de eerstvolgende 36
.uur. -
2. De Hongaarsche politieke gevangenen
in Tsjecho-Slowakije zullen geleidelijk 'in
vrijheid worden gesteld.
3. De Hongaren in het Tsjechische leger
zullen geleidelijk uit den dienst ontslagen
worden.
Een speciale correspondent van Havas
meldt, dat volgens zekere inlichtingen de
Hongaren in Slowakije een gebiedsstrook
opeischen ter breedte van 40 km en zich
uitstrekkende tusschen Bratislava, de te
genwoordige hoofdstad van Slowakije, en
Sevljps in Subkarpathisch Rusland, over
een lengte van cngeveer 830 km. Dit ge
bied wordt bewoond door 600.000 Honga
ren en 100.000 Slowaken en Roethenen.
Onder de belangrijke steden in deze strook
bevinden zich Bratislava, Ka:-ie, een be
langrijk spoorwegknooppunt, en Mukacevo,
een industriecentrum in Subkarpathisch
Rusland. De door de Hongaren opgeëischte
strook is de graanschuur van Slowakije.
De bezetting van Teschen.
De bezetting van Teschen wordt op nor
male wijee voortgezet Zaterdag werd
door de Poolsche troepen het gebied van
Frysztat, Piotrowitsj, Darkof, Staremias-
to en Nowemiasto in bezit genomen.
Uit Moravska Ostrawa wordt gemeld,
«Jat buitenlandsche journalisten de stad
Mistek hebben bezocht. Zij waren verbaasd
te zien, dat de Beien een gebied hebben
bezet, dat grootendeels Tsjechisch is.
Poolsche gemotoriseerde troepen zijn gis
teren kort na het aanbreken van den dag
Boehoemin, een belangrijk Tsjechisch
spoorwegkruispunt, binnengerukt.
De Poolsche bezetting van Silezië over
de Olsa is thans voltooid.
Hitler in het bezette gebied.
Rijkskanselier Hitier heeft Zaterdag
eenige besprekingen gevoerd te Paschkau
in het Sudetenduitsehe gebied.
In opdracht van den rijksminister van
binnenlandsche zaken, dr. Frick, begeeft
staatssecretaris, dr. Stuckart, vergezeld
van Ministerialrat, dr. Hubricb, zich van
daag naar het Sudetenduitsehe gebied, om
tezamen met den rijkscommissaris Henlein
de ruoodige maatregelen van organisatie
te nemen en het bestuur op gang te bren
gen.
De rijkscommissaris, als leider van het
Sudetenduitsehe corps, heeft gisteren h.et
volgende bevel uitgevaardigd
„Met ingang van heden ontbind ik het
Sudetenduitsehe vrijcorps. Met de uitvoe
ring van dit bevel en het ontslag van de
vrij corpsmannen in hun vaderland belast
ik mijn plaatsvervanger, Karl Hermann
Frank".
Hitler heeft rijkscommissaris Konrad
Henlein benoemd tot S.S.-Gruppenführer.
Sedert gistermiddag is de bezetting van
de Nikolsburgsche zone uitgevoerd, zoodat
thans ook het Zuid-Maehrische gebied door
de Duitsche troepen bezet is. De troepen
hadden treinen levensmiddelen meegeno
men.
Chamberlain heeft aan het Britsche le
gioen een chèque gestuurd van 100 pond,
welke hij van 5 Zwitschersche burgers
ontvangen had, alsmede 30 pond van een
Nederlander, en 10 pond van een in Zwit
serland wonenden Duitschen oudfront-
strijder.
CANADEESCHE REIS VAN HET
BRITSCHE KONINGSPAAR.
Van Balmoral Castle wordt gemeld, dat
het Britsche koningspaar de uitnoodiging
van den Canadeesehen minister-president
het volgend jaar een bezoek te brengen
aan Canada, heeft aangenomen. Hunne
majesteiten hopen vroeg in den zomer aan
te komen en drie weken te vertoeven in de
dominions.
Vermoedelijk zal het koningspaar met
een speciaal schip reizen. Tot nu toe heeft
nog geen regeerend Britsch vorst een be
zoek gebracht aan de nieuwe wereld.
DE GERUCHTEN OMTRENT BLÜCHER.
Pe.Uusi Suomi verklaart uit goede bron
bevestiging te hebben verkregen van de be
richten, volgens welke de Russische maar
schalk Blücher in zijn woning gevangen
gehouden wordt. Blücher is aldus het
blad drie weken geleden van het Verre
Oosten overgeplaatst naar de Oekraïne
voor de reorganisatie der legers aldaar.
Hoewel zijn hoofdkwartier te Kief geves
tigd is, schijnt daar niets ov.er hem bekend
te zijn. Zijn naam komt niet meer op de
legerorders voor en is sedert eenigen tijd
niet meer door de bladen en den omroep
genoemd.
DE ONRUST IN PALESTINA.
In de Zaterdagmorgen gehouden tweede
bijeenkomst van het Pan-Arabische congres
te Caïro gingen de gedelegeerden op den-
HONDERDSTE GEBOORTEDAG VAN
GEORGES BIZET.
Op 25 October zal het 100 jaar geleden
zijn dat de beroemde Fransche componist,
Georges Bizet, o.a. de schepper van de on-i
sterfelijke opera „Carmen", werd geboren.
zelfden toon voort met de Engelsche man-
daatspolitiek in Palestina aan te vallen. De
voorzitter der Palestijnsche delegatie ver-*
zocht wegens de toenemende scherpte der
debatten om matiging, en wees er op, dat
deze houding der gedelegeerden nieuwe
moeilijkheden zou kunnen uitlokken. De
voorzitter van het congres besloot vervol
gens de openbare bespreking te schorsen'
en commissies te benoemen, die met ge
sloten deuren zullen beraadslagen,
Daden van geweld.
De spoorlijn LyddaJeruzalem is Zater
dag door de verwijdering van rails zwaar
beschadigd. De petroleumleiding is ten zui
den van Nazareth vernield. Bij Samaria
ontstond een schietpartij tusschen een mi
litaire patrouille en activisten, waarbij twee
Arabieren gedood en acht gevangen geno
men werden. Zondag zijn op verschillende
plaatsen in Palestina drie Arabieren en
twee Joden gedood. Nabij de kolonie Zirk-
hon Yakov zijn acht Joden min of meer
ernstig gewond door de ontploffing van
een mijn juist op het oogenblik dat de
vrachtauto, waarin zij hadden plaats ge
nomen, passeerde. Rebellen hebben te
Djenin een veertigtal buizen in brand ge
stoken en nabij Lydda een goederentrein
tot ontsporing gebracht.
Voorts wordt melding gemaakt van tal
rijke overvallen, o.a. op bet politiebureau
te Djenin en op verscheidene Joodsche ko
lonies, alsmede van bomontploffingen in de
onmiddellijke omgeving van Jeruzalem.
Het gevoel van onveiligheid neemt der
mate toe, dat het verkeer tusschen- de voor
naamste steden vrijwel geheel stilgelegd is.
Britsche versterkingen.
Het Britsche departement van koloniën
heeft Zondag bekend gemaakt, dat besloten
is verdere militaire versterkingen naar
Palestina te zenden. Nog vier bataillons en
een batterij artillerie, benevens eenige pant
serwagens met hulptroepen zullen in den
loop van de eerstvolgende twee of drie we
ken ii. Palestina aankomen. Dit zal de sterk
te der militaire troepen brengen op 17 ba
taillons infanterie, twee regimenten cava!-?
lerie, een batterij artillerie en pantser
wagens. Men gaat voort met omvangrijke
verdere recruteering van oudmilitairen
voor de Britsche afdeeling yan de Palestijn
sche politie.
ROMAN UIT HET ZEEMANSLEVEN
VAN FRIEDRICH LINDEMANN
Hier vroeg zij mij
„Weet u eigenlijk wel, dat u zich met mij
hopeloos compromitteert?"
Ik kon haar alleen maar lachend aan
kijken.
„.Waarom compromitteeren Alleen dan
toch .maar, omdat het er naar uitziet, als
of ik mijn heele leven in Gibraltar denk
door te brengen".
Zij keek mij uit de hoeken van haar
oogen aan.
„Nu, dat ziet er ook werkelijk zoo naar
uit".
„Hoedat
„U hebt mij toch eenigen tijd geleden
reeds meegedeeld, dat u nog drie of vier
dagen wou blijven Dat is nu al meer dan
een week geleden. Nou, wat hebt u daarop
te zeggen?"
In waarheid moest ik antwoorden
„Eerlijk gezegd ik weet het zelf niet".
Er waren, en het was mg nog nooit zoo
duidelijk opgevallen, intusschen veranderin
gen ingetreden, die al mijn aanvankelijke
plar~ in het water gesmeten hadden en
mij in een maalstroom meegetrokken had
den, waaruit ik mij zoo gauw niet kon be
vrijden.
20 December 's morgens in alle vroegte,
trommelde iemand waanzinnig hard tegen
mijn kamerdeur, half in slaap bromde ik
wat is er aan de hand. Een brief. Wat
drommels nog toe, daarvoor is er toch een
portier. Neen, persoonlijk te overhandigen.
Dan ben ik er persoonlijk niet Basta. En
ik draaide mij weer in bed om. Maar de
boodschapper liet zich niet wegsturen.
Mopperend sprong ik uit bed. Opende de
deur. Geef op. Mistroost draaide ik den
brief om en om. Een witte omslag zonder
nadere aanduiding. Alleen mijn naam, Ho
tel Bristol en het opschrift
Persoonlijk. Zelfs met een uitroepteeken.
Nog vlak bij de deur ruk ik den omslag
open en lees. De Rijksadvocaat verzoekt
mij om een spoedig onderhoud. Onderschrift
Hij is ook heden, al is het Zondag, den ge-
heelen morgen in zijn werkkamer, Ge
rechtshof, kamer drie, te spreken.
Mijn aanvankelijke woede over deze op
dring' -ige manier om mij in mijn slaap te
storen, veranderde in een toenemende ver
wondering. Rijksadvocaat Privé-onder-
houd? Ook vandaag, op Zondag, te spre
ken? Wonderlijke geschiedenis. Zou er iets
met Nancy...? Nee, met Nancy kon het
onmogelijk verband houden. Iets misdadigs
was ik mg ook niet bewust. Ik haalde mijn
schouders op maar ik kleedde mij aan, ont
beet en begaf mij naar den overkant in het
Gerechtsgebouw. De uitnoodiging eenvou
dig negeeren kon ik moeilijk, dus dan lie
ver maar ineens en hooren wat er aan de
hand is.
Intusschen kan men wel begrijpen, dat
ik nu juist niet in de vroolijkste stemming
en met de allerbeste verwachtingen den
Rijksadvocaat ook „heden, al is het Zon
dag", ging opzoeken. Ergens diep in mijn
hart had ik weliswaar nog een stille hoop,
dat deze uitnoodiging iets met Nancy uit
staande had. Alken hoe? Dat was de vraag
die mij bezig hield, toen ik mg door de
menigte van soldaten, Spanjaarden, ma
trozen en Marokkanen heenwrong.
Het Gerechtshof is in de Mainstreet, een
beetje buiten de rooilijn. Een breed ge
smeed ijzeren hek geeft toegang tot een
klein beplant voorplein. Een paar armzalige
palmen staan er, een beetje oleanderstrui
ken, verwaarloosd, alles onaangelegd.
Daarachter aan het einde van een korten
vlakken weg, ziet men een Griekschen
gevel, in het midde waarvan een groep
een allegorische voorstelling is van de be-
teekenis van dit huis. Verder ziet men
vc ri -pig niets. Pas als men naderbij
treedt, kan men ontdekken wat zich zoo
bedeesd verborgen gehouden heeft. Het is
inderdaad geen meesterwerk een verdie
ping hoog, nuchter, grauw verbrokkeld en
gescheurde voorgevel. Alleen een zuilen
gaanderij tracht ten minste iets van de
waardigheid van het hooge gerechtshof te
redden. Maar dit olukt maar ten deele. De
werkelijke representatie begint pas bij vier
zuilen. Hier zijn er maar tw^ die het
kleine balkon moeten schragen.
Naar den aanblik van haar woning te
oordeelen, scheen de toenmalige geest van
de Britsche justitie in Gibraltar mij niet
toe een bepaalde vrijheid en grooten geest
te bezitten. Reeds bij den ingang proefde
ik de stof der witte pruiken.
Trevor bevond zich in zgn werkkamer.
De niet al te groote ruimte was een
beetje overladen met zware donkere
Renaissancemeubelen. Het hooge venster
zonder gordijn gaf uitzicht op het voor
pleintje. Het licht dat daarvan binnenviel,
was gedempt, groen, gezeefd door de palm
bladen en de Oleanderstruiken. Men zou
zich kunnen voorstellen in een tuinkamer
te zitten, verscholen in het groen, omge
ven door stilte. Alle menschen der straat
waren veraf, op dezen Zondagmorgen dub
bel ver.
En toch kon ik bemerken, direct al bij
het binnentreden, dat er een zekere span
ning in de kamer hing. Trevor was gela
den met een nerveuse spanning. Het liefst
zou hij direct met cm vaart van wal gesto
ken zijn. Dat kon ik duidelijk merken. Hij
wilde het alleen niet toonen. Hij probeerde
zijn opwinding achter een nerveuse vorme
lijkheid te verbergen. Zooals men wel van
hem zeihij speelde den ongenaakbare. Hij
kwam mij niet eens tegemoet. Hij stond
slechts even op en wees mij een armstoel.
Wij gingen zitten. De donkere breede
schrijftafel met den stapel akten stond tus
schen ons in. Ergens op deze schrijftafel
lag een courant.
Trevor zweeg. Ik zei eerst niets, wachtte
geërgerd, hoewel ik hem liefst in het ge
zicht zou gebruld hebben „Mensch, stel je
niet aan, je stikt bijna van emotie, dat kan
een kind tocb zien".
Inderdaad voor het eerst zat ik zoo vlak
tegenover hem, dat ik zijn oogen zien kon.
Zij leken helblauw, haast vrouwelijk blar.w,
oogen van dat soort, die bij de meeste men
schen koel en levenloos glanzen als twee
stukken ijs. Bij hem niet. In zijn pupillen
zag men onrust, haast iets van angst,
levensangst, de verstoordheid van een
mensch, die zich vernederd voelt. De vlee-
zig roode kop daar voor mij met het witte,
opzij gescheiden haar, was zeker niet zon
der uitdrukking, maar het gezicht met een
uitdrukking van innerlijke zwakte was
duidelijk in tegenspraak met de stijve ge
dwongen houding van den man.
Hij haalde diep adem, boog zich lang
zaam voorover, vouwde voorzichtig de
heide handen samen met de vingertoppen
tegen elkaar, keek uit het venster en vroeg
toen terloops
„Was u een dezer dagen neg aan do
haven?"
Dus met Nancy had deze zaak niets uit
staande. Eigenlijk had ik een uiteenzetting
of een verontschuldiging verwacht. Maar
dat kon nog wel komen. Om te beginnen
had het veel weg van een verhoor. Dus
antwoordde ik in dien geest
„Neen".
„Dan hebt 11 dus ook nog niets over de
beide schepen gehoord of van de behan
deling door het Admiraliteitsgerecht»
„Neen".
„Leest u dit dan eens even".
Onderwijl schoof hij mij het exemplaar
van de courant toe. Het was een nummer
van de „Gibraltar Chronicle" van 16 De
cember. Onder de scheepsberichten vond ik
de volgende notitie met blauw potlood on
derstreept
„Gibraltar, 13 December. De Oostenrgk-
sche brik „Betty Bonn", van New York
met stukgoed bestemd voor Genua, drij
vend en door de bemanning verlaten aan
getroffen en opgebracht door drio man
der Britsche brik „Frisco",
Dat was alles. Ik wist werkelijk niet,
wat ik daarmee, moest doen. Ik keek Tre
vor aan. Maar deze keek nog steeds in het
matte groen van het voorpleintje. Daarbij
meende ik duidelijk te bemerken, hoe hij de
ooren spitste, alsof hg er slechts op wacht
te, dat ik hem vragen zou r'.'n nieuwtje mij
op te geven, opdat ik het met een van ijver
trillende pen kon opschrijven. Want dat het
hierop uitloopen zou, daarvan was ik
oogenblikkelijk overtuigd. Alleen dat ple
zier deed ik hem niet. [(Wordt vervolgd.))