Courant TWEEDE BLAD GEMEENTEBESTUUR BUITENLAND FEUILLETON De strijd om de BETTY BRONN Maandag 10 October 1938. No. 238 Burgemeester en Wethouders van Vlis- singen maken bekend, dat door hun collége is genomen het volgende besluit Burgemeester en Wethouders van. Vlis- singen Gelezen een verzoek van de Bazarcom- missie van den Vlissingschen Bestuurders- bond alhier, d.d. 29 September 1938 om ontheffing van het bepaalde bij artikel 2 der Winkelsluitingswet (Stbl. no. 460) ten aanzien van de(n) winkel(s) op de door genoemde commissie te houden bazar in het Concertgebouw aan de Emmastraat, alhier, op 13, 14 en 15 October a.s. Gelet op het advies van den Commissaris van Politie, d.d. 24 September 1938, no. 2593 Mede gelet op artikel 9, 5e lid der Win kelsluitingswet 1930 (Stbl. no. 460) besluiten: aan adressante de gevraagde ontheffing te verleenen onder voorwaarde, dat de winkel (s) hiervoren omschreven op 13, 14 en 15 October a.s. voor het publiek geopend ma(o)g(en) zijn tusschen 5 uur des voor middags en 12 uur des namiddags. Vlissingen, 8 October 1938. Burgemeester en Wethouders voornoemd, (get.) VAN WOELDEREN. De Secretaris, (get.) F. BISSCHOP. Vlissingen, 8 October 1938. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen maken bekend, dat door hun college is genomen het volgende besluit Burgemeester en Wethouders van Vlis singen Gelezen een verzoek van den bevelvoerend officier van de afdeeling Vlissingen van het Leger des Heils, d.d. 4 October 1938, om ontheffing van het bepaalde bij artikel 2 der Winkelsluitingswet (Stbl. no. 460) ten aanzien van de(n) winkel(s) op de door genoemde afdeeling te houden bazar in het perceel Gravenstraat no. 8, alhier, op 11, 12 en 13 October a.s. Gelet op het advies van den Commissaris yan Politie d.d. 7 October 1938, no. 2733 Mede gelet op artikel 9, 5e lid der Win kelsluitingswet 1930 (Stbl. no. 460) besluiten: aan adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder voorwaarde, dat de winkel (s) hiervoren omschreven op 11, 12 en 13 October 1938 voor het publiek geopend ma(o)g(en) zijn tusschen 5 uur des voor middags en 12 uur des namiddags. Vlissingen, 8 October 1938. Burgemeester en Wethouders voornoemd, (get.) VAN WOELDEREN. De Secretaris, (get.) F. BISSCHOP. Vlissingen, 8 October 1938. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. HITLER KONDIGT DE VERSTERKING VAN DE STREKEN ROND AKEN EN SAAKBRÜCKEN AAN. De Engelsche politici krijgen een standje. Op het „Veld der bevrijding" te Saar- brücken is Zondag een groote volksbetoo- ging gehouden, bij welke gelegenheid Hit- Ier een rede heeft gehouden. Om 7 minuten over tweeën kwam de Führer op het terrein der betooging aan, waar zich reeds- 200.000 personen uit ge heel West-Duitschland hadden verzameld. Hitier verklaarde in zijn rede, in betrek king tot de Tsjechische kwestie, dat de voorwaarden voor het tot stand brengen van een regeling de volgende waren ge weest 1. De innerlijke geslotenheid van het Duitsche volk. Ik weet, wat wellicht ve len in de rest der wereld en enkelen in Duitschland nog niet schijnen te weten, dat het volk van 1938 niet het volk van 1918 is. 2. De nationale bewapening, waarvoor ik spoedig reeds zes jaar lang heb ge streden. 3. De beveiliging van het rijk. Geen mogendheid ter wereld zal het gelukken, ooit door dezen muur te breken. 4. Wij hebben ook buitenlandsch-politieke vrienden gewonnen. De as, waarover men in het buitenland zoo dikwijls heeft mee- nen te kunnen spotten, heeft bewezen, dat zij ook in de ernstige uren stand houdt. Voortgaande zei Hitier wanneer ik de hulp van andere staatslieden bij deze vreedzame regeling vermeld, moet ik steeds weer onzen werkelijken eenigen vriend, dien wij heden bezitten, Benito Mussolini, aan het hoofd stellen. Ik wil ook de beide andere staatslieden noemen, die ernaar gestreefd hebben, een weg naar dien vrede te vinden. Duitschland staat tegenover staatslie den, die eveneens den vrede willen. Alleen regeeren zij in landen, welker innerlijke opbouw het mogelijk maakt, dat deze staatslieden te allen tijde afgelost kunnen worden door anderen, die den vrede niét zoo zeer op het oog hebben. In Engeland zou na een Chamberlain slechts Duff Ccoper, Eden of Churchill behoeven te komen, om vast te staan, dat het doel dezer mannen zou zijn, direct een wereldoorlog te begin nen. Hierdoor wordt Duitschland genood zaakt, waakzaam en op verdediging be dacht te zijn. Aanleg van versterkingswerken. Ik heb derhalve, aldus Hitier, besloten, de uitbreiding van onze versterkingswer ken in het westen, zooals ik in mijn rede te Neurenberg heb aangekondigd, met ver hoogde energie voort te zetten, en ik zal thans de beide grcote gebieden, die tot dusver voor onze versterkingswerken la gen, namelijk het groote gebied van Aken en het gebied van Saarbrücken, in deze versterkingen betrekken. Duitschland, zoo ging Hitier voort, is als sterke staat te allen tijde bereid, met zijn omgeving een politiek van verstand houding te voeren. Iets is er echter, dat Duitschland wenscht, en dat geldt in het bijzonder voor zijn betrekkingen met Engeland het zou goed zijn, wanneer men in Enge land geleidelijk bepaalde allures uit den tijd van Versailles zou laten varen. De gouvernante-achtige voogdij over Duitsch land verdraagt D 'tschland niet. Informa ties van Britsche staatslieden cf parle mentsleden over het lot van Duitschers en van rijksonderdanen binnen de grenzen zijn misplaatst. Duitschland bekommert zich ook niet om dergelijke dingen in En geland. Tot de bevordering van den vrede be hoort ook, dat alle staatslieden en politici, die zich van hun verantwoordelijkheid be wust zijn, zich om hun eigen zaken be kommeren en niet voortdurend zich in de problemen van andere volken of landen mengen. De aankondiging van Hitier betreffende zijn voornemen om groote streken rondom Aken en Saarbrücken té betrekken in de westelijke versterkingszóne is als een groote verrassing gekomen voor het Duit sche publiek en voor officieele kringen. Het moet hier een der eigen plannen van Hitier betreffen. DE TSJECHISCHE PERS IS VERONT WAARDIGD OVER DE AFBAKENING. Overeenkomst met Hongarije tot stand gekomen. Een rustige dag in Praag. Zaterdag is een der rustigste dagen in de Tsjechische hoofdstad geweest sinds geruimen tijd. Het verkeer bewoog zich weer gestadig over de sierlijke Mcldau bruggen en zij die naar het platteland waren uitgeweken, keerden meerendeels terug, terwijl de uit den dienst ontslagen reservisten hun werkkring reeds weer op namen. De ochtendbladen publiceerden kaarten van de nieuwe grenzen, die tot dusverre dcor de censuur verboden waren. De pers is algemeen, verontwaardigd over de afba kening. De Tsjechische radio heeft Zaterdag medegedeeld, dat de regeering van Tsje- cho-Slowakije besloten heeft amnestie te verleenen aan alle politieke gevangenen van Duitsche, Poolsche of Hongaarsche na tionaliteit. Bovendien zal amnestie worden verleend aan alle gedetineerden, die wegens lichte vergrijpen zijn veroordeeld. De regeering van Slowakije. Officieel wordt medegedeeld, dat de mi nisterraad te Praag Zaterdag een overeen komst heeft gesloten met de Slowaaksche ministers, waarbij de regeering van Slo wakije onmiddellijk aan hen wordt over gedragen. Ook de begrenzing van de be voegdheid der Slowaaksche ministers is vastgesteld. De besprekingen te Uzhorod (Subkar- pathisch Rusland) zijn Zaterdagavond ge ëindigd met de opstelling van een con ventie, volgens het model van de Slowaak sche overeenkomst. De lijst van ministers der regeering van Subkarpathisch Rusland zal aan de centrale regeering te Praag worden voorgelegd. De onderhandelingen met Hongarije. In het stadhuis van Komaron zijn Zon dagavond de HongaarschTsjecho-Slo- waaksche onderhandelingen begonnen. Twee uur nadat de onderhandelingen- be gonnen waren, werd bekend gemaakt, dat een overeenkomst reeds tot stand was ge komen op drie punten, aldus meldt de spe ciale correspondent van Reuter. Deze punten zijn 1. De beide steden Polysas en Satoral- jaughely zullen door Hongaarsche troepen bezet worden binnen de eerstvolgende 36 .uur. - 2. De Hongaarsche politieke gevangenen in Tsjecho-Slowakije zullen geleidelijk 'in vrijheid worden gesteld. 3. De Hongaren in het Tsjechische leger zullen geleidelijk uit den dienst ontslagen worden. Een speciale correspondent van Havas meldt, dat volgens zekere inlichtingen de Hongaren in Slowakije een gebiedsstrook opeischen ter breedte van 40 km en zich uitstrekkende tusschen Bratislava, de te genwoordige hoofdstad van Slowakije, en Sevljps in Subkarpathisch Rusland, over een lengte van cngeveer 830 km. Dit ge bied wordt bewoond door 600.000 Honga ren en 100.000 Slowaken en Roethenen. Onder de belangrijke steden in deze strook bevinden zich Bratislava, Ka:-ie, een be langrijk spoorwegknooppunt, en Mukacevo, een industriecentrum in Subkarpathisch Rusland. De door de Hongaren opgeëischte strook is de graanschuur van Slowakije. De bezetting van Teschen. De bezetting van Teschen wordt op nor male wijee voortgezet Zaterdag werd door de Poolsche troepen het gebied van Frysztat, Piotrowitsj, Darkof, Staremias- to en Nowemiasto in bezit genomen. Uit Moravska Ostrawa wordt gemeld, «Jat buitenlandsche journalisten de stad Mistek hebben bezocht. Zij waren verbaasd te zien, dat de Beien een gebied hebben bezet, dat grootendeels Tsjechisch is. Poolsche gemotoriseerde troepen zijn gis teren kort na het aanbreken van den dag Boehoemin, een belangrijk Tsjechisch spoorwegkruispunt, binnengerukt. De Poolsche bezetting van Silezië over de Olsa is thans voltooid. Hitler in het bezette gebied. Rijkskanselier Hitier heeft Zaterdag eenige besprekingen gevoerd te Paschkau in het Sudetenduitsehe gebied. In opdracht van den rijksminister van binnenlandsche zaken, dr. Frick, begeeft staatssecretaris, dr. Stuckart, vergezeld van Ministerialrat, dr. Hubricb, zich van daag naar het Sudetenduitsehe gebied, om tezamen met den rijkscommissaris Henlein de ruoodige maatregelen van organisatie te nemen en het bestuur op gang te bren gen. De rijkscommissaris, als leider van het Sudetenduitsehe corps, heeft gisteren h.et volgende bevel uitgevaardigd „Met ingang van heden ontbind ik het Sudetenduitsehe vrijcorps. Met de uitvoe ring van dit bevel en het ontslag van de vrij corpsmannen in hun vaderland belast ik mijn plaatsvervanger, Karl Hermann Frank". Hitler heeft rijkscommissaris Konrad Henlein benoemd tot S.S.-Gruppenführer. Sedert gistermiddag is de bezetting van de Nikolsburgsche zone uitgevoerd, zoodat thans ook het Zuid-Maehrische gebied door de Duitsche troepen bezet is. De troepen hadden treinen levensmiddelen meegeno men. Chamberlain heeft aan het Britsche le gioen een chèque gestuurd van 100 pond, welke hij van 5 Zwitschersche burgers ontvangen had, alsmede 30 pond van een Nederlander, en 10 pond van een in Zwit serland wonenden Duitschen oudfront- strijder. CANADEESCHE REIS VAN HET BRITSCHE KONINGSPAAR. Van Balmoral Castle wordt gemeld, dat het Britsche koningspaar de uitnoodiging van den Canadeesehen minister-president het volgend jaar een bezoek te brengen aan Canada, heeft aangenomen. Hunne majesteiten hopen vroeg in den zomer aan te komen en drie weken te vertoeven in de dominions. Vermoedelijk zal het koningspaar met een speciaal schip reizen. Tot nu toe heeft nog geen regeerend Britsch vorst een be zoek gebracht aan de nieuwe wereld. DE GERUCHTEN OMTRENT BLÜCHER. Pe.Uusi Suomi verklaart uit goede bron bevestiging te hebben verkregen van de be richten, volgens welke de Russische maar schalk Blücher in zijn woning gevangen gehouden wordt. Blücher is aldus het blad drie weken geleden van het Verre Oosten overgeplaatst naar de Oekraïne voor de reorganisatie der legers aldaar. Hoewel zijn hoofdkwartier te Kief geves tigd is, schijnt daar niets ov.er hem bekend te zijn. Zijn naam komt niet meer op de legerorders voor en is sedert eenigen tijd niet meer door de bladen en den omroep genoemd. DE ONRUST IN PALESTINA. In de Zaterdagmorgen gehouden tweede bijeenkomst van het Pan-Arabische congres te Caïro gingen de gedelegeerden op den- HONDERDSTE GEBOORTEDAG VAN GEORGES BIZET. Op 25 October zal het 100 jaar geleden zijn dat de beroemde Fransche componist, Georges Bizet, o.a. de schepper van de on-i sterfelijke opera „Carmen", werd geboren. zelfden toon voort met de Engelsche man- daatspolitiek in Palestina aan te vallen. De voorzitter der Palestijnsche delegatie ver-* zocht wegens de toenemende scherpte der debatten om matiging, en wees er op, dat deze houding der gedelegeerden nieuwe moeilijkheden zou kunnen uitlokken. De voorzitter van het congres besloot vervol gens de openbare bespreking te schorsen' en commissies te benoemen, die met ge sloten deuren zullen beraadslagen, Daden van geweld. De spoorlijn LyddaJeruzalem is Zater dag door de verwijdering van rails zwaar beschadigd. De petroleumleiding is ten zui den van Nazareth vernield. Bij Samaria ontstond een schietpartij tusschen een mi litaire patrouille en activisten, waarbij twee Arabieren gedood en acht gevangen geno men werden. Zondag zijn op verschillende plaatsen in Palestina drie Arabieren en twee Joden gedood. Nabij de kolonie Zirk- hon Yakov zijn acht Joden min of meer ernstig gewond door de ontploffing van een mijn juist op het oogenblik dat de vrachtauto, waarin zij hadden plaats ge nomen, passeerde. Rebellen hebben te Djenin een veertigtal buizen in brand ge stoken en nabij Lydda een goederentrein tot ontsporing gebracht. Voorts wordt melding gemaakt van tal rijke overvallen, o.a. op bet politiebureau te Djenin en op verscheidene Joodsche ko lonies, alsmede van bomontploffingen in de onmiddellijke omgeving van Jeruzalem. Het gevoel van onveiligheid neemt der mate toe, dat het verkeer tusschen- de voor naamste steden vrijwel geheel stilgelegd is. Britsche versterkingen. Het Britsche departement van koloniën heeft Zondag bekend gemaakt, dat besloten is verdere militaire versterkingen naar Palestina te zenden. Nog vier bataillons en een batterij artillerie, benevens eenige pant serwagens met hulptroepen zullen in den loop van de eerstvolgende twee of drie we ken ii. Palestina aankomen. Dit zal de sterk te der militaire troepen brengen op 17 ba taillons infanterie, twee regimenten cava!-? lerie, een batterij artillerie en pantser wagens. Men gaat voort met omvangrijke verdere recruteering van oudmilitairen voor de Britsche afdeeling yan de Palestijn sche politie. ROMAN UIT HET ZEEMANSLEVEN VAN FRIEDRICH LINDEMANN Hier vroeg zij mij „Weet u eigenlijk wel, dat u zich met mij hopeloos compromitteert?" Ik kon haar alleen maar lachend aan kijken. „.Waarom compromitteeren Alleen dan toch .maar, omdat het er naar uitziet, als of ik mijn heele leven in Gibraltar denk door te brengen". Zij keek mij uit de hoeken van haar oogen aan. „Nu, dat ziet er ook werkelijk zoo naar uit". „Hoedat „U hebt mij toch eenigen tijd geleden reeds meegedeeld, dat u nog drie of vier dagen wou blijven Dat is nu al meer dan een week geleden. Nou, wat hebt u daarop te zeggen?" In waarheid moest ik antwoorden „Eerlijk gezegd ik weet het zelf niet". Er waren, en het was mg nog nooit zoo duidelijk opgevallen, intusschen veranderin gen ingetreden, die al mijn aanvankelijke plar~ in het water gesmeten hadden en mij in een maalstroom meegetrokken had den, waaruit ik mij zoo gauw niet kon be vrijden. 20 December 's morgens in alle vroegte, trommelde iemand waanzinnig hard tegen mijn kamerdeur, half in slaap bromde ik wat is er aan de hand. Een brief. Wat drommels nog toe, daarvoor is er toch een portier. Neen, persoonlijk te overhandigen. Dan ben ik er persoonlijk niet Basta. En ik draaide mij weer in bed om. Maar de boodschapper liet zich niet wegsturen. Mopperend sprong ik uit bed. Opende de deur. Geef op. Mistroost draaide ik den brief om en om. Een witte omslag zonder nadere aanduiding. Alleen mijn naam, Ho tel Bristol en het opschrift Persoonlijk. Zelfs met een uitroepteeken. Nog vlak bij de deur ruk ik den omslag open en lees. De Rijksadvocaat verzoekt mij om een spoedig onderhoud. Onderschrift Hij is ook heden, al is het Zondag, den ge- heelen morgen in zijn werkkamer, Ge rechtshof, kamer drie, te spreken. Mijn aanvankelijke woede over deze op dring' -ige manier om mij in mijn slaap te storen, veranderde in een toenemende ver wondering. Rijksadvocaat Privé-onder- houd? Ook vandaag, op Zondag, te spre ken? Wonderlijke geschiedenis. Zou er iets met Nancy...? Nee, met Nancy kon het onmogelijk verband houden. Iets misdadigs was ik mg ook niet bewust. Ik haalde mijn schouders op maar ik kleedde mij aan, ont beet en begaf mij naar den overkant in het Gerechtsgebouw. De uitnoodiging eenvou dig negeeren kon ik moeilijk, dus dan lie ver maar ineens en hooren wat er aan de hand is. Intusschen kan men wel begrijpen, dat ik nu juist niet in de vroolijkste stemming en met de allerbeste verwachtingen den Rijksadvocaat ook „heden, al is het Zon dag", ging opzoeken. Ergens diep in mijn hart had ik weliswaar nog een stille hoop, dat deze uitnoodiging iets met Nancy uit staande had. Alken hoe? Dat was de vraag die mij bezig hield, toen ik mg door de menigte van soldaten, Spanjaarden, ma trozen en Marokkanen heenwrong. Het Gerechtshof is in de Mainstreet, een beetje buiten de rooilijn. Een breed ge smeed ijzeren hek geeft toegang tot een klein beplant voorplein. Een paar armzalige palmen staan er, een beetje oleanderstrui ken, verwaarloosd, alles onaangelegd. Daarachter aan het einde van een korten vlakken weg, ziet men een Griekschen gevel, in het midde waarvan een groep een allegorische voorstelling is van de be- teekenis van dit huis. Verder ziet men vc ri -pig niets. Pas als men naderbij treedt, kan men ontdekken wat zich zoo bedeesd verborgen gehouden heeft. Het is inderdaad geen meesterwerk een verdie ping hoog, nuchter, grauw verbrokkeld en gescheurde voorgevel. Alleen een zuilen gaanderij tracht ten minste iets van de waardigheid van het hooge gerechtshof te redden. Maar dit olukt maar ten deele. De werkelijke representatie begint pas bij vier zuilen. Hier zijn er maar tw^ die het kleine balkon moeten schragen. Naar den aanblik van haar woning te oordeelen, scheen de toenmalige geest van de Britsche justitie in Gibraltar mij niet toe een bepaalde vrijheid en grooten geest te bezitten. Reeds bij den ingang proefde ik de stof der witte pruiken. Trevor bevond zich in zgn werkkamer. De niet al te groote ruimte was een beetje overladen met zware donkere Renaissancemeubelen. Het hooge venster zonder gordijn gaf uitzicht op het voor pleintje. Het licht dat daarvan binnenviel, was gedempt, groen, gezeefd door de palm bladen en de Oleanderstruiken. Men zou zich kunnen voorstellen in een tuinkamer te zitten, verscholen in het groen, omge ven door stilte. Alle menschen der straat waren veraf, op dezen Zondagmorgen dub bel ver. En toch kon ik bemerken, direct al bij het binnentreden, dat er een zekere span ning in de kamer hing. Trevor was gela den met een nerveuse spanning. Het liefst zou hij direct met cm vaart van wal gesto ken zijn. Dat kon ik duidelijk merken. Hij wilde het alleen niet toonen. Hij probeerde zijn opwinding achter een nerveuse vorme lijkheid te verbergen. Zooals men wel van hem zeihij speelde den ongenaakbare. Hij kwam mij niet eens tegemoet. Hij stond slechts even op en wees mij een armstoel. Wij gingen zitten. De donkere breede schrijftafel met den stapel akten stond tus schen ons in. Ergens op deze schrijftafel lag een courant. Trevor zweeg. Ik zei eerst niets, wachtte geërgerd, hoewel ik hem liefst in het ge zicht zou gebruld hebben „Mensch, stel je niet aan, je stikt bijna van emotie, dat kan een kind tocb zien". Inderdaad voor het eerst zat ik zoo vlak tegenover hem, dat ik zijn oogen zien kon. Zij leken helblauw, haast vrouwelijk blar.w, oogen van dat soort, die bij de meeste men schen koel en levenloos glanzen als twee stukken ijs. Bij hem niet. In zijn pupillen zag men onrust, haast iets van angst, levensangst, de verstoordheid van een mensch, die zich vernederd voelt. De vlee- zig roode kop daar voor mij met het witte, opzij gescheiden haar, was zeker niet zon der uitdrukking, maar het gezicht met een uitdrukking van innerlijke zwakte was duidelijk in tegenspraak met de stijve ge dwongen houding van den man. Hij haalde diep adem, boog zich lang zaam voorover, vouwde voorzichtig de heide handen samen met de vingertoppen tegen elkaar, keek uit het venster en vroeg toen terloops „Was u een dezer dagen neg aan do haven?" Dus met Nancy had deze zaak niets uit staande. Eigenlijk had ik een uiteenzetting of een verontschuldiging verwacht. Maar dat kon nog wel komen. Om te beginnen had het veel weg van een verhoor. Dus antwoordde ik in dien geest „Neen". „Dan hebt 11 dus ook nog niets over de beide schepen gehoord of van de behan deling door het Admiraliteitsgerecht» „Neen". „Leest u dit dan eens even". Onderwijl schoof hij mij het exemplaar van de courant toe. Het was een nummer van de „Gibraltar Chronicle" van 16 De cember. Onder de scheepsberichten vond ik de volgende notitie met blauw potlood on derstreept „Gibraltar, 13 December. De Oostenrgk- sche brik „Betty Bonn", van New York met stukgoed bestemd voor Genua, drij vend en door de bemanning verlaten aan getroffen en opgebracht door drio man der Britsche brik „Frisco", Dat was alles. Ik wist werkelijk niet, wat ik daarmee, moest doen. Ik keek Tre vor aan. Maar deze keek nog steeds in het matte groen van het voorpleintje. Daarbij meende ik duidelijk te bemerken, hoe hij de ooren spitste, alsof hg er slechts op wacht te, dat ik hem vragen zou r'.'n nieuwtje mij op te geven, opdat ik het met een van ijver trillende pen kon opschrijven. Want dat het hierop uitloopen zou, daarvan was ik oogenblikkelijk overtuigd. Alleen dat ple zier deed ik hem niet. [(Wordt vervolgd.))

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1938 | | pagina 3