Hitler, Chamberlain, Daladier De voor-mobilisatie is uitgesteld en Mussolini hebben het lot der wereld in banden EERSTE BLAD 76e JAARGANG - NUMMER 229 DONDERDAG 29 SEPTEMBER 1938 Vanmiddag besprekingen te München De Duitsche mobilisatie uitgesteld Tienduizenden Nederlanders slaken een zucht van verlichting, nu zij nog niet onder de wapenen behoeven te komen. Dit nummer bestaat uit 2 bladen Seiicwrtcnasscn van Jen «lag abonnementsprijs Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agent schappen gevestigd zijn 2.20 per kwartaal of 17 cent per week. Franco per post 2.50. Voor het buitenland neme men een abonnement op het postkantoor zijner woon plaats. Afzonderlijke nummers 5 cent per stuk. Vlfcsingsche Courant UITGAVEFIRMA F. VAN DE VELDE Jr., WALSTR. 58-60, VLISSINGEN - TEL. 10 - GIRO 66287 ADVERTENTIEPRIJS Van 15 regels 1.25, iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijs. Reclames 50 cent per regel. Kleine adver tenties van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent (max. 10 regels). Bij driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Alles bij vooruitbetaling. VERSCHIJNT DAGELIJKS, UITGEZONDERD OP ZONDAG EN ALG.ERKENDE CHR.FEESTDAGEN AANGESLO TEN B IJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, ING ESTELD DOOR DE VEREENIG1NG „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Hitier Chamberlain Toen Minister-President Chamberlain gisteren in het Lagerhuis npstond om het woord te nemen tot het uitspreken van zijn met spanning verwachte en gewichtige verklaring over den inter nationalen toestand werd hij' van alle zij'den in het Huis met luid applaus begroet. Chamberlain heeft tijdens zijn redevoering medegedeeld, dat Hitier erin heeft toegestemd de mobilisatie voor 24 uur op te schorten. Chamberlain heeft een nieuw beroep op Hitier gedaan waarin hij aanbiedt opnieuw naar Duitschland te komen en ook een beroep te doen op Mussolini om deel te nemen aan een conferen tie tot regeling der bijzonderheden. De Duitsche Rijkskanselier Hitier heeft den Britschen Minister- President uitgenoodigd hem vandaag te München te komen be zoeken. Hitier heeft ook Mussolini en Daladier uitgenoodigd, die beiden 'de uitnoodiging hebben aanvaard. In zijn mededeeling dat hij de uitnoodiging van Hitier aan vaardde, zeide Chamberlain „Ik ga om te zien, wat ik als laatste poging kan ondernemen". Alle in het Lagerhuis aanwezige personen stonden op, juichten en wuifden bij deze mededeelingen. Het Huis is vervolgens tot Maandag uiteengegaan. De uitnoodiging van Hitler is gevolgd op een beroep door Mussolini tot Hitier gericht, zijn actie uit te stellen nadat Mus solini de boodschap van Chamberlain had ontvangen. Toen de Minister-President naar Downingstreet terugkeerde, riep hij de juichende menigte toe „It is allright this time" (Nu is het in orde). Koningin Mary, 'de Hertogin van Kent en mevrouw Chamber lain waren in het Lagerhuis aanwezig. Mussolini Daladier In verband met de radio-rede van Minister Colijn, verkeerden tienduizenden Neder landers vandaag in groote spanning, daar zij niet wisten of zij onder de wapenen moesten komen. Vandaag zou bet telegram uitgaan waarin opdracht tot de voor mobilisatie wordt gegeven. Toen wij ons hedenmorgen om 10 uur 40 met de Regeering in verbinding stelden, was het gewichtige telegram nog niet ver zonden; en dit gaf hoop. Op het oogenblik dat wij met den Haag telefoneerden, werd een bijzondere Ministerraad gehouden, waarin besproken is of de voor-mobili satie moest doorgaan of niet. Te twee uur hedenmiddag was het belangrijke telegram nog steeds niet verzonden Wij mogen hier dus uit afleiden, dat de regeering in de aankondiging van de con ferentie van München, aanleiding heeft gevonden haar beslissing op te schorten. Er is een duidelijke ontspanning in de internationale verhoudingen te constateeren en ongetwijfeld is dit voor de regeering aanleiding geweest, eerst even af te wachten hoe de gebeurtenissen zich verder zullen ontwikkelen. De gisteravond aangekondigde voor-mobilisatie is dus uitgesteld. De tienduizenden in den lande die anders vandaag onder de wapenen hadden moeten komen, zullen van een en ander zeker met een zucht van verlichting kennis nemen. En ontzaglijk velen mèt hen Gisteravond heeft de minister-president, dr. H. Colijn, voor de radio de volgende rede uitgesproken i Wat tot voor kort door zeer velen in den lande en daarbuiten in de wereld niet meer denkbaar werd geacht hangt ons thans dreigend boven het hoofd. Weer pakken de oorlogswolken in Euro pa zich saam weer moet de vrees worden gekoesterd, dat de bloem van Europa's jeugd en van mannen van middelbaren leeftijd op groote schaal aan vernietiging zal worden prijsgegeven, om maar niet te gewagen van het gevaar, dat ook vrouwen en kinderen uit de lucht bedreigen kan. Aangezien wij buiten het geschil staan, dat tot dezen toestand aanleiding heeft ge geven en wij er ook buiten willen b 1 ij- v e n, ligt het niet op mijn weg u bezig te houden met beschouwingen over de vraag op wien de verantwoordelijkheid rust voor het ontstaan van den gespannen toestand, waarin wij thans verkeeren. Dit standpunt sluit tevens in, dat wij onzerzijds zoo bitter weinig kunnen doen om invloed ten goede uit te oefenen. Wel mag ook onzerzijds dit worden ge zegd, dat het haast ongelooflijk moet wor den geacht, dat de nog bestaande ver schillen gedurende de dagen, die ons nog van den fatalen dag van 1 October schei den, niet te overbruggen zouden zijn. Aan die hoop houd ik dan ook nog vast, tegen allen schijn van het tegendeel in. Immers, de volken begeeren den oorlog niet, zij willen vrede. Dan kan het niet volstrekt onmogelijk zijn, dat de lei ders der volken, zij het te elfder ure, den uitweg vinden, die ons den vrede bewaart. Intusschen eischt het verstand van het Nederlandsehe volk en de Nederlandsehe regeering beide, dat er rekening worde gehouden met het tegendeel, dat wij ons dus indenken in den toestand, dat er in centraal Europa tot wapengeweld zal worden overgegaan en dat de groote mo gendheden in het Westen bij het conflict betrokken kunnen worden. De toestand is dan niet dezelfde als in 1914. Toen. richtte het aanvallende leger zich naar het Westen en ontstond er dus voor Nederland een direct gevaar in den oorlog betrokken te worden en wel reeds in het begin er van. Thans is dat gevaar naar mijn meening niet aanwezig. De gewapende actie, als men er toe overgaat, richt zich thans in Oostelijke richting en dit vermindert voor ons althans het onmiddellijk gevaar. Dit verschil neemt echter de noodzaak van voorzorgsmaatregelen niet weg, al dragen ze een ietwat ander karakter dan in 1914. Wij behoeven, naar mijne vaste overtuiging, thans in eerste instantie geen schending van ons grondgebied te duchten, maar wat wij wèl hebben te doen is een practische onderstreping te geven van het standpunt der Nederlandsehe regeering, zooals dit o.a. laatstelijk te Genève door Minister Patijn is uiteengezet. Dit komt in het kort hierop neer, dat we het voornemen hebben onder alle om standigheden onze onzijdigheid te hand haven en dus ook aan geen enkel leger doortocht door ons land zullen verleenen, terwijl, gelijk vanzelf spreekt, elke aanval op ons grondgebied zal worden geweerd. Vanuit dit gezichtspunt moeten de maatregelen door de Nederlandsehe regee- ring reeds genomen of nog te nemen, wor den beoordeeld. Reeds een paar weken geleden werden de eerste maatregelen tot verhoogde waak zaamheid aan de landgrenzen, zoowel Oost als Zuidwaarts, getroffen. De verscherping van de politieke verhoudingen heeft er vervolgens toe geleid, de grensbeveiliging te versterken, door in. den afgeloopen nacht (van Dinsdag op Woensdag dus, Red. V.C.) de dienstplichtigen op te roepen, die inge deeld zijn bij de 16 afzonderlijke grens- bataljons, die een paar jaar geleden in het leven werden geroepen. Verder is Woensdagmorgen aan de bur gemeesters toegezonden het telegram, dat de waarschuwing tot de oproeping van die dienstplichtigen bevat, die bij voormobilisa tie in werkelijken dienst moeten komen. Tenzij tusschen nu en morgen (Donder dag) een ontspanning in den politieken toestand zou intreden, ligt het in het voor nemen, morgen (vandaag dus, Red. V.C.) het telegram voor de eigenlijke z.g. voor mobilisatie te doen uitgaan. Die voormobi lisatie heeft betrekking op enkele tien duizenden dienstplichtigen, die dan onder de wapens komen om in de mobilisatie centra de overige dienstplichtigen wan neer die opgeroepen zouden moeten wor den te ontvangen, ter uitreiking van de wapens en verdere uitrusting. Of en wanneer die laatste oproeping, d.w.z. de volledige mobilisatie, zal plaats vinden, hangt geheel af van de verdere ontwikkeling van den politieken toestand. De voormobilisatie is evenwel noodig om de volledige mobilisatie, indien zij noodig wordt, ongeveer even snel te kunnen doen verloopen als in 1914 het geval is geweest. In verband met al deze maatregelen is ook een andere voorziening noodig geble ken. Om nl. in den bijzonderen toestand, waarin wij verkeeren, de noodige wettelijke maatregelen te kunnen toepassen, is bij Kon. besluit, „de toestand van oorlogs gevaar" geproclameerd. Dit beteekent dus niet dat een werkelijk gevaar voor oorlog reeds aanwezig is, maar bewerkt slechts, dat bijv. mogelijk wordt gemaakt de inkwartieringswet toe te passen, zekere vorderingen mogelijk te maken en soort gelijke andere handelingen te verrichten. Dit voor zoover betreft de maatregelen van militairen aard door de regeering ge nomen. Vandaag spreken Chamberlain, Hitier, Daladier en Mussolini eikaar te Mün chen de Duitsche mobilisatie uitge steld. (Pag. 1, eerste blad)] De voor heden in ons land aangekon digde voor-mobilisatie niet doorgegaan. XPag. 1, eerste blad). Economische defensie-raad ingesteld. [(Binnenland)' De regeering vraagt buitengewoon crediet van 120.000.000. De herhalingsoefeningen zijn uitge- steld. (Marine en Leger)] Verschillende uitvoerverboden afge kondigd. [(Binnenland)] De K.L.M. staakt het binnenlandsch luchtverkeer. [(Luchtvaart)] Moordaanslag te Utrecht. (Gemengd nieuws)] ZIE VERDER EVENTUEEL laatste berichten. Hamster niet en Iaat uw geld rustig op de spaarbank Echter zijn ook op ander terrein voor zieningen noodig gebleken. Sommige in 1914 voorgekomen verschijnselen bij de bevolking, doen zich ook nu weer voor. Met name heb ik het oog op het zgm „hamsteren" van levensmiddelen en het opvragen van gelden bij spaarbanken. Ik laat nu rusten de bezwaren van zedelijken aard tegen deze handelingen, want ik heb een argument- dat wel is waar van zuiver practischen aard is, maar tevens veel ster ker uitwerking kan hebben. Deze handelingen, waarop ik het oog heb, zijn volstrekt onnoodig en bovendien helpen ze niet. Naast eenige andere ont werpen zal de regeering Donderdag bij de Tweede Kamer twee wetsontwerpen in dienen, die betrekking hebben op de dis tributie van levensmiddelen en de prijs regeling ervan. De voorraad levensmiddelen in het land is ruim voldoende en dus is „hamsteren" onnoodig. Maar het helpt ook niet, want de regeering zal niet aarzelen de gehamsterde voorraden weer in beslag te nemen. Bo vendien zal de regeering aan de Staten- Generaal bevoegdheden vragen om prijsop drijving tegen te gaan. Laten nu allen, die neiging tot deze af keurenswaardige, onnoodige en nuttelooze maatregelen mochten hebben, van mij eens een goeden raad aannemen. Maak u aan dit volstrekt onnoodige hamsteren niet schuldig, het zal u aan het noodige in niets ontbreken en ge spaart uzelf en de regeering vele moeilijkheden, terwijl gij uw geld ook rustig op de spaarbank kunt laten. 9 De tucht in een volk is van even groote waarde als de voorzorgen, die de regeering neemt. Herinnert u, zoo vraag ik u, het Koninklijke woord, dat ook een klein volk groot kan zijn, door zijn houding in moei lijke tijden en toont die grootheid door met de regeering mee te werken in stede van haar een stok tusschen de beenen te steken, Andere mededeelingen heb ik u thans niet te doen. Ik zou u nog hebben kunnen aanraden vooral de noodige kalmte niet te verliezen, die juist in spannende dagen zoo noodig is. Maar ik laat dit na uit vrees, uw goeden naam te na te komen. De toe stand in de wereld is ongetwijfeld niet zonder ernstige gevaren, maar de pogingen om tot een vreedzame oplossing te komen worden voortgezet en de laatste uitnoodi ging van president Roosevelt, zoomede de laatste stap van Hitier, inhoudende de uit noodiging aan Chamberlain, Daladier en Mussolini om te München een onderhoud met hen te hebben, kan stellig leiden tot opklaring van den toestand en behoud van den vrede. Daarom kan er, ook zonder aansporing mijnerzijds, bij u een rustig vertrouwen aanwezig zijn. En laat voorts ons gebed uitgaan tot den Koning der Koningen, dat Hij de har ten van de leidslieden der volken neige tot het behoud van den vrede, die ons al len, de regeering en u, zoo zeer ter harte gaat. De hoop daarop is weer verlevendigd, waarvoor gij met mij den eersten minister van Groot-Brittannië, dank zult weten. H\j deed den eersten stap, waarvan wij allen hopen, dat deze morgen zijn bekroning vinden zal. Dit doet mij dit korte woord besluiten met denzelfden wensch, waar mede Chamberlain gisteravond eindigde .J „Goeden nacht".

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1938 | | pagina 1