25
BRIEVEN UIT BELGIE
De abonne's
100 een wysvinger.
De Van Artevëlde-feesten.
„Brussel Vlaamsch". Vlaande-
rens Economische Ontwikkeling.
Br is feest in Vlaanderen I Gent viert de
nagedachtenis van Jacob van Artevelde.
Het zesde eeuwfeest van zijn. glorierijk
„gubernatoraat" (bestuurschap). Verleden
Zondag luidde Iriokke Roeland het hoogtij
in en de Gentenaars gingen op in een groot-
schen huldestoet, met die van Brugge en
Oostende, met die uit het land van Waas
en het Meetjesland, sluitend een nieuwen
band om de glorie van het verleden, dat
Gent aan Artevelde dankt. Zonder het wijs
beleid en den moed van Jacob van Arte
velde, die alle Vlaamsche zustersteden wil
de vereenen in een sterken band, was
Vlaanderen wellicht vergaan in de duister
nis der historie. Jacob van Artevelde, die
leefde van 1287 tot 1345, wordt hier geëerd
als de grootste Vlaamsche volksleider die
ooit geleefd heeft. Om zijn volk economisch
een weg naar zee te openen en het onaf
hankelijk te maken van Frankrijk, sloot hij
een verbond met Eduard III van Engeland,
dat een verbond tegen. Frankrijk werd.
Daardoor haalde Van Artevelde zich de
vijandschap van Frankrijk op den hals de
■welvaart en den vrede, die hij zijn volk en,
Vlaanderen gebracht had, kostte hem zijn
dood. Het gelukte Frankrijk den roem van
den grooten volksleider verdacht te maken
en kleine menschen liepen in die val. Zoo
als alle werkelijk grooten werd ook hem
eerst na zijn dood de kroon der eere gege
ven en nog ieder jaar doet Gent eerherstel
aan zijn nagedachtenis. En nu men het zes
de eeuwfeest der aanvaarding van zijn be
stuurschap viert, is dat eerherstel gewor
den tot een luisterrijk getuigenis van dank
baarheid aan den grooten volksleider die
Jacob van Artevelde was.
In zijn toespraak tot het gepeupel, dat.
aangevoerd door Geeraard Denijs, den om-
gekochten vertegenwoordiger van Vlaan-
derens vijanden, gekomen was om hem te
vermoorden, zei Van Artevelde „O, gezel
len, gij eischt mijnen dood Herinnert gij
U dan niet, dat ik mijne rust, .mijn goed en
mijn leven prijs gaf voor Vlaanderens ver
lossing en voor uwe welvaart Dat gij hier,
op dezelfde plaats, waar gij nu mijn bloed
vergieten wilt, hebt gezworen mij bij te
staan en te verdedigen tot ter dood? Zijt
gij het niet, die mij met opgeheven handen
smeektet U vrijheid en nering te geven?
Heeft God mijn stoute pogingen niet geze
gend? O, bekent het, mijne gezellen, ik ten
minste heb mijn woord gehouden ik heb
Vlaanderen opgeheven uit den hongers
nood, het verlost uit de verdrukking, het
doen herleven en schitteren in voorspoed,
in roem en in grootheid. En voor dank
vraagt ge mijn hoofd? Is dat de dank voor
al het goed dat ik heb gedaan, met Gods
hulp? Het zij zoo, mijn leven kunt ge ne
men, maar ik zeg U, vooraleer ge in over
macht tot deze euveldaad overgaat, over
weegt wien gij onwetend tot werktuig
dientweet, dat de vijanden van onze vrij
heid U hebben verblind, om Vlaanderen in
nerlijk te verscheuren, opdat het machte
loos instorte en ontzenuwd den nek buige
onder het schandelijk juk van den overwel
diger. Zijt gij dan geen zonen van Vlaan
deren meer? Heeft Gent Uw wiege niet
gedragen, om U in dienst te willen stellen
van opruiers eener vreemde macht? Wilt
gij U bezoedelen aan broederbloed, ten bate
van vreemde indringers? Neen, neen, dat
mag niet zijn, gij zult mij nog aanhooren.
Tri noodkreet van het bedreigde Vlaande
ren zal uit mijn mond in uw hart nog
weerklank vinden, U den sluier van de
oogen rukken en U terugroepen tot het
heiligst plichtsgevoel. Wee, wee over ons,
mijne gezellen, indien gij doof blijft voor
dezen plechtigen oproep. Gij zijt werktuigen
eener vreemde macht, die mij kan dooden,
maar Vlaanderen niet. Vlaanderen zal niet
vergaan en over U oordeelen 1"......
De boeiende woorden van Van Artevelde
vermochten een oogenblik de verblinde me
nigte tot bedaren te brengen, maar de
groote volksleider was nauwelijks uitge
sproken of zijn lot was reeds beslist. Een
sluipmoordenaar, Geeraard Denys, de aan
voerder der bende zelf, was hem laf van
achteren aangevallen en had hem met een
feilen bijlslag neergeveld. Met gekloven
hoofd stortte Van Artevelde neer en zijn
laatste woorden waren „Volk Gent
Vlaanderen
v
De vervlaamsching van Brussel is een
werk van heropvoeding van onder af, van
kind tot volwassene, een werk van geduld
en langen duur. De leuze „Brussel
Vlaamsch" is, in dit verband, op de eerste
plaats een wekroep tot het Vlaamsche volk
zelf. Want het zijn vooral de Vlamingen
die de vervlaamsching van Brussel in hun
hand hebben. Brussel is Vlaamsch-Brabant-
sche grond en de ras-echte Brusselaar is
een Brabander van Vlaamschen bloede.
Doch hij is verfranscht en vervreemd van
de Vlaamsche cultuur. Hij vraagt niet om
Vlaamsch rechtsherstel, heeft ook geen be
hoefte aan Vlaamschen strijd, noch aan
Vlaamsch onderwijs of hooger Vlaamsch
leven. Nochtans, het „Brabantsch" ont
springt hem uit hart en mond, pittig en
sappig, als de geueze uit zijn glas, vooral in
onderonsjes en by spel en vermaak. Maar
boekenvlaamsch verstaat hij slechts met
groote moeiteHij leest uitsluitend
Fransch. Correct Vlaamsch schrijven kan hij
ook nietHij schrijft Fransch. Beschaafd
Nederlandsch is hem geheel en al vreemd
Hij spreekt Fransch Hij kan het Vlaamsch
missen want met het Fransch kan hij in
Brussel overal terecht en dat is hem vol
doende. Die Brusselsche mentaliteit hebben
ook de verfranschte ingeweken Vlamingen
der hoofdstad en laten we er maar bijvoe
gen, dat ook de franschsprekende Vlamin
gen in andere Vlaamsche steden dezelfde
mentaliteit zijn toegedaanFransch is
voldoende, zeggen zij. Dit is bet resultaat
van een honderdjarige verfranschingsfurie,
van den gestadigen en ongenadigen druk
van het officieele, vooral ook van den
„struggle for life" tot wiens oplossing het
Vlaamsch bijna overbodig was. Het
Vlaamsch gemoedsleven kwam te Brussel
noodgedwongen op den achtergrond te
staan en verloor allen invloed op het gees
tesleven, het ambtsleven, het zakenleven,
het stadsleven. Vlaamsch werd voor Brus
sel het alledaagsche, het achterlijke, het
onnuttige, het ondeftige, ja, het boersche.
Het werd naar de keuken verbannen, met
den melkpot en de koffiekan. Daarentegen,
sinds honderd jaar en meer en thans zoo
erg als over dertig, veertig jaar, werd en
is het Fransch voor de Brusselaars de hoo-
gere taal, de beschaafde taal, de cultuur
taal de taal der beleefdheid en der hoo-
gere opvoeding, de taal hunner weten
schappelijke kennissen, de taal hunner za
ken of ambtsbezigheden, de taal hunner
briefwisseling, de taal hunner sociale re
laties, de taal van hun dagbladen, tijd
schriften en leesboeken, de taal van hun
godsdienstig leven, de taal der gewoonte,
de tweede natuur. Fransch is voor hen. het
uitwendig teeken van hun deftigheid, hun
stand, hun verfijning. De scherpste taalwet
is niet voldoende om daarin verandering te
brengen. Daarvoor is noodig een voorbeel
dig voorgaan van alle stambewuste Vla
mingen. te Brussel, die er hun Vlaamsche
stadgenooten van willen overtuigen, dat zij
in hun handel en wandel het Vlaamsch de
plaats moeten doei innemen van het
Fransch, in al e hierboven vermelde pun
ten. Reeds gaan honderden fiere Vlamin
gen dien weg van het sprekende voorbeeld
en zij kunnen daarbij slechts winnen. Zij
kunnen daarbij winnen de achting van Vla
mingen en Walen, want den Brusselaars is
de voorname rol weggelegd pioniers te zijn
der saamhoorigheid, der ééndracht en der
eenheid van het onderling begrijpen en
vertrouwen in hun land. Zij hebben daarbij
het schocme voorbeeld van den sympathiek-
sten aller Brusselaars, hun Koning, dien
gentleman voor Waal en Vlaming, die bei
de landstalen even correct en volledig
spreekt en als rasecht Vlaamsch Braban
der zijn kinderen een degelijke Vlaamsche
opvoeding geeft. Als alle Vlaamsche Bra
banders aldus deden werd het parool
„Brussel Vlaamsch" den dag van morgen
bewaarheid.
Met den exporthandel, die in de economi
sche ontwikkeling van Vlaanderen een
voorname plaats inneemt, gaat het nog
lang niet naar wei.sch. Een. der groote oor
zaken daarvan is het feit, dat de Vlaam
sche industrieelen hun producten meestal
niet rechtstreeks ir het buitenland aan den
man brengen. De Vlaamsche producten be
reiken hun bestemming via vreemde agen
ten en niet zelden onder vreemde merken.
De vervlaamsching van het onderwijs en
van het openbaar leven neemt een handi
cap weg die zich op exportgebied sterk
deed gevoelen. Want bij het aanknoopen
van 'nieuwe handelsrelaties is officieele
voorlichting gewenscht. Vóór den oorlog
ontbraken twee factoren voor een volledige
ontwikkeling van den Vlaamschen exporr:
Belgische financieele instellingen in het
buitenland (uitvoerbanken, filialen) en een
degelijke handelsvloot. De toestand van
1938 komt in den grond overeen met dien
van 19051910. De moeilijkheden zijn nog
toegenomen. Zij kenmerken den huidigen
export en bepalen zich tot invoerrestric-
ties, wisselbeperkingen, autarkie en ver
mindering van de relatieve voordeelen die
de handelsstroomen doen ontstaan, mede
tengevolge van de mechanisatie der pro
ductie en van de contingenteeringen, die
den uitvoerhandel nog meer belemmeren
dan de invoerrechten.
LICHT OP VOOR AUTO'S,
FIETSEN EN VOERTUIGEN
SCHAAKSPEL
RedacteurJ. D. C. DE VRIES.
Zwart.
PROBLEEM No. 585.
R. L'Hermet,
(De Schelde).
Wit: Ke7, Df4, Pc7, p: b2, b5, e3 (6).
ZwartKc5, Lb3, Pf3, p b6 (4)*
Mat in twee zetten.
OPLOSSING PROBLEEM No. 583.
1 Pe6—f4.
A Ke5Xf4
B Dg3xf±
C Dg3—43
D Dg3 verder
op de derde rij
E Verder
Dc7xd.6$
Dc7Xc3^:
Pf4—g6$ of
Pf4Xd3$
Pf4g6+
2 Pf4d3±
Goede oplossingPion B, A. C.
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
September uur
10 7.57
11 7.55
12 7.52
13 7.50
HOOGWATER TE VLISSINGEN
September
Zaterdag 10 2.32 14.39
Zondag 11 3.03 15.11
Maandag 12 3.37 15.46
Dinsdag 13 4.11 16.21
PARTIJ No. 654.
Fransche verdediging.
Wit: D. May. Zwart; S. Rubinstein.
1. e2e4 e7e6
2 d2d4 d7d5
3 Pblc3 Pg8—f6
4 Lelg5 LfSe7
5 e4e5 Pf6—e4
Gewoonlijk speelt men Pfd7,
6 Pc3Xe4
Op 6 LXe7 kan volgen Pxc3 7. L x
d8, P X dl8 Lxc7, PXb2 enz. met ge
lijk spel.
6 d5Xe4
L x is minder goed.
7 Lg5xe7
Le3 was beter. Zwart had dan den
slechtsten pionnenstand.
7 Dd8Xe7
8 c2——c3
Beter was misschien De2.
8 Pb8—d7
9 Ddlc2 f7—f5
10 f2—f3
Het meest speelt men hier exfö e.p.
Wit hoopt door ©Xf3 11 Pgxf3 een voor
sprong in ontwikkeling te krijgen.
10 c7c5
11 f3x«4 c5Xd4
12 c3Xd4 f5xe4
13 0—0—0
Zoowel deze als de korte rbkade rijn ge
vaarlijk door de open c- en f-baan.
13 Pd7b6
14 Dc2x«4 Lc8d7
15 Pgl—f3 Ld7—a4ü
Een zeer sterke zet. Na 16 Tel dreigt
Tc8| en Lc2f
in het bezit eener Polls, zyn gratis
verzekerd tegen ongelukken voor a
1 nnn guHsaM! levenslange on-
IUUU geschiktheid tot werken.
Cfifi gulden by dood door een
ylIU ongeluk.
AAA gulden by verlies van een
OUU band. voet of oog.
flCA gulden tg verlies Van
luu duim.
gulden by verlies Van
gulden bQ verlies Van
een anderen
16 Tdl—d2 Pbdd5M
Zwart toomt hiermee duidelijk het gevaar
van een achterstaand en pion aan.
17 Lfld3 O—O—0
18 Kcl—bl Kc8b8
19 Thl—cl Td8c8
20 Tclxc8f Th8 X c8
Nu is zwart meester van de c-baan.
21 De4xh7 De7—c7
Dreigt mat op cl.
22 Ld3c2 Pd5—b4
23 Pf3el Dc7c4ü
24 b2b3 Dc4c3
25 Td2—dl La4b5
26 Dh7—e4 Pb4—45
27 a2a4
Een ernstige verzwakking van de roka-
de-stelling. Maar wit had al een verloren
stelling.
27 Dc3b4
Dreigt Pc3f
28 De4—f3 Lb5—e2ü
Wit geeft op.
PARTIJ No. 655.
Bondswedstrijden te Groningen.
Siciliaansche partij.
Wit: Th. C. L. Kok. Zwart: H. Krameri
(Den Haag), {Leeuwarden),
1 e2 c4 c7-c5
2 42—d4 c5Xd4
3 DdlXdé Pb8c6
4 Dd4e3 Pg8—f6
5 Pbl—c3 47—45
6 e4Xd5 Pf6Xd5
7 Pc3xd5 Dd8xd5
8 c2c4 Dd5e5
Deze stelling had ook kunnen ontstaan
uit een midden-gambiet.
9 De3xe5
Er dreigde Pcd4 gevolgd door Pdc2t^
9 Pc6Xe5
10 Lel—d2 Lc8—f5
11 Pgl—f3 Pe5xf3f
12 g2xf3 0—0—0
13 0—0—0 g7g6
14 Lfl—g2 Lf8g7
15 Thl—el Td8d4
16 b2b3 Th 8d8
17 Ld2e3 Td4Xdlf
18 TelXdl Lg7b2f
19 KclXb2 TdSxdl
20 f3—f4 a7a6
21 Lg2—f3 Tdl—gl
22 Lc3c5 Lf5h3
23 Lc5Xe7 Lh3—g2ï
Wit geeft op.
J. D. C. DE VRIES.
EEN ROMANTISCHE HUIS-INDUSTRIE.
Ergens in het Wilde Westen van Amerika
ligt een dorp, dat luistert naar den naam
Lone Pine. Dit dorp is in het gelukkig be
zit van een romantische industrie, een in
dustrie die zich met twee woorden laat
aanduiden, en Hopalong Cassidy heet. Maar
Hopalong Cassidy, zult u misschien zeggen,
is een figuur uit Mulford's serie cowboy
romans. Inderdaad, en natuurlijk is Hopa
long Cassidy dientengevolge ook een beken
de figuur in de bioscoop. Hopalong Cassidy
dan, is eigenlijk de voornaamste reden
van bestaan van het gehucht Lone Pine,
een verzameling huizen, hutten, stallen,
winkels en café's, gelegen langs een klei
neren autoweg, die naar Mount Whitney
voert. Als men er drie huizenblokken in de
oene of andere richting loopt, is men Lone
Pine uit, en staat in de Mojave woestijn,
waar veldmuizen, hyena's en een paar
schapen honderd mijlen kunnen ronddolen
zonder iets tegen te komen dat op twee
beenen loopt. Tusschen den weg en de
Sierra Nevada bergen zijn weilanden, waar
beekjes, afkomstig van de eeuwige sneeuw
op de bergtoppen, de woestijn in een strook
sappig grasland hebben omgetooverd, maar
deze kleine oase's in het barre zand zijn
gering in aantal. Als dus Hopalong en
Windy er niet waren zou de bevolking van
deel zijn biezen pakken. Er zijn mis
schien super-intePectueele stadsmensclien,
die nooit van Hopalong gehoord heb
ben, maar millioenen menschen over de
heele wereld rekenen den forschen cowboy
met de straffe hand en het edele gemoed
tot hun beste vrienden, en vooral de jeugd
amuseert zich wat graag met Cassidy's
listen en knokpartijen en met zijn onafschei-
delijken kameraad Windy. In het werkelijke
leven heeten zy Bill Boyd en George Hayes.
De meeste fims die zij maken worden aan
den voet van Mount Whitney opgenomen,
en zoo komt het dat Lone Pin-s, ondanks
het feit dat de woestijn slechts voor een
handelaar in zand iets aantrekkelijks kan
bezitten, toch floreert.
Verleden jaar hebben de filmmenscben
voor een totaalbedrag van zevenhonderd
duizend dollar in het stille dorpje verteerd,
een gemiddelde van duizend dollar voor
iedere man, vrouw en kind. Niet slecht
voor zoo'n gehucht. En dan heeft men er
niet eens een kamer van koophandel of
een vereeniging voor vreemdelingenverkeer.
Ds eenige plek in het dorp waar 's avonds
een beetje vertier te vinden is luistert naar
den naam van „Lion's Club". Het is een
echte cowboy-kroeg, waar een „hillbilly-
band", zoo'n strijkje van een valschen ama
teur-violist, een wrakke piano en een paar
guitaren na de volbrachte dagtaak den boel
óp stelten probeert te zetten.
Jack Voshell heeft uitgelegd waaraan
die zevenhonderdduizend dollars weggaan.
In de eerste plaats wordt voor iedere film
een vijf en twintigtal cowboys van de
plaatselijke ranches geëngageerd, die elf
c1 liars per dag verdienen. De opnamestaf
bestaat, de acteurs meegerekend, gewoon
lijk ui. een kleine honderd personen, waar
voor Sherman dan het plaatselijk hotel af
huurt. Minstens dertig paarden, die van
drie tot wel vijftig dollar per dag en per
stuk kosten, brengen verder geld in het
laadje der Lone Piners. En dan worden in
vele films koeien gebruikt, soms wel twee
duizend tegelijk. Die moeten worden ge
huurd, en dat kost wesr vijftig cent per
dag en per stuk, tenminste als ze alleen
maar moeten grazen of loopen. Als het vee
opgejaagd moet worden kost dat een dollar
per stuk, want de beestjes verliezen er door
aan gewicht. Voshell sluit contracten met de
vier restaurants in het dorp, en die zitten
dan eiken avond propvol. Dan is er hout
noodig voor allerlei decors, werklui worden
aangenomen om hutten te bouwen, heinin
gen te spannen enzoovoort, auto's en
vrachtwagens vullen de garage's en ver
oorzaken drukte en bedrijf bij de stedelijke
benzinepompen, land wordt gehuurd om er
William Boys als Hopalong (Bill)
Cassidyde schrik der bandieten
de opnamen te maken, en zoo zijn er tal van
andere dingen, die geld opbrengen voor de
dorpsbewoners.
Deze hebben nu de handen ineengeslagen
en zullen van het jaar op gemeenschappe
lijke kosten een complete straat bouwen,
die vroeger jaren in het Wilde Wes
ten gebruikelijk was, met houten hotels,
houten kroegen en een houten gevangenis.
Ooi: wordt er een gebouw gezet waarin de
binnenopnamen gemaakt kunnen worden.
DE BELANGSTELLING VAN HET
AMERIKAANSCHE BIOSCOOPPUBLIEK
ZOU VERMINDEREN.
Hoewel de statistici nog pas kort geleden
hebben uitgerekend, dat gemiddeld vijf-en-
dertig procent der bevolking van de Ver-
eenigde Staten iedere week naar de bios
coop gaat, begint men zich in dat land der
„filmfans" bij uitstek toch ongerust te ma
ken over eenige verschijnselen, die er op
wijzen, dat de belangstelling voor de film
er bij het groote publiek aan het afnemen
is. Om die vermindering van de belangstel
ling tegen te gaan, hebben de Amerikaan-
sche filmproducers, filmsverhuurders en
bioscoop-exploitanten gemeenschappelijk
een campagne van echt Amerikaansche af
metingen op touw gezet onder het motto
„Terug naar de bioscoop een motto,
dat men een paar jaar geleden weJ voor
het tooneel, maar niet voor de film moge
lijk zou hebben geachtDe campagne zal
van 1 September tot 31 December duren en
er wordt een prijsvraag aan verbonden met
een eersten prijs van 50.000 dollar en een
tweeden prijs van 25.000 dollar.
Het totale bedrag van de meer dan vijf
duizend geldprijzen is een kwart millioen
dollar, schrijft het Vaderl. Om te finnen
moet de deelnemer vragen kunnen beant
woorden, die betrekking hebben op 94
nieuwe films, die gedurende de bewuste
vier maanden in omloop worden gebracht.
Een boekje van 32 bladzijden, dat de regels
van de prijsvraag bevat, wordt verspreid
in een oplaag van honderd millioen exem
plaren. Dat de Amerikaansche filmindus
trie inderdaad met aanmerkelijke moeilijk
heden te kampen heeft, blijkt duidelijk uit
een vergelijking tusschen eenige cijfers van
nu en van tien jaar geleden. In 1927 waren
er in Hollywood 246 regisseurs en 34 pro
ducers, die gezamenlijk 743 films vervaar
digden tien jaar later waren er 234 regis
seurs en 220 producers, die 384 films heb
ben vervaardigd. Terwijl het aantal der
filmmakers op het artistieke gebied (de
regisseurs) dus vrijwel constant bleef, wa
ren er op het financieele gebied bijna zeven
maal zooveel ondernemers noodig om de
helft van het aantal films tot stand te bren
gen
HOLLYWOODSCHE BELEGGINGEN.
De onrust welke den laatsten tijd
heerscht op de effectenbeurzen, die tot nu
toe steeds een geliefkoosd beleggingster
rein waren voor de Hollywoodsche sterren,
is de oorzaak ervan dat velen van hen hun
kapitaal steken in particuliere ondernemin
gen. De eerste stars, die het financieele
roer omgooiden en tot nieuwe methoden
van belegging overgingen zijn Milton Ber-
le, Jack Oakie, Bob Burns en Richard Lane.
Dit viertal ging onderscheidelijke bankaf-
rekeningen met elkaar vergelijken om tot
de ontdekking te komen dat elk voor zich
in den waan verkeerde, dat hij de eerste
was die het initiatief genomen had om zich
vrij te maken van de schommelingen, wel
ke effecten eigen plegen te zijn. Berle ver
telde daarop, dat hij een aardig sommetje
gestoken had in een modemagazijn en een
importfirma van parfumerieën te New
York.
Oakie gaat prat op zijn compagnonschap
in een kweekerij waar uitsluitend orchidee-
en en gardenia's gekweekt worden. Hij
heeft ook geld gestoken in de nieuwe on
derneming van zijn vrouw, een tijdschrift
over dieren, dat prachtig opgang maakt.
Een golf oef enter rein is Burn's belegging.
Dit levert hem niet alleen een aardige
winst op, maar verschaft den komiek te
vens de gelegenheid kosteloos deze sport
te beoefenen.
Van al deze nieuwe beleggingen spant
die van Richard Lane de kroon. Hij heeft
een jongen tandarts volledig geïnstalleerd
en ontvangt 30 percent van alles wat er in
toekomst wordt omgezet. Lane heeft op
soortgelijke wijze nog in talrijke andere
zaken geld gestoken
Tot de vele anderen in Hollywood die
hun transacties naar een veiliger beleg-
gingsgebied verplaatsen, behoort Barbara
Stanwyck met haar renpaarden Lucille
Ball en haar bloemen-rinkelCharles Rug-
gles met zijn veeartsenykundig instituut en
zijn winstgevenden sinaasappelboomgaard.
Een groot aantal stars hebben ook aan-
deelen in het restaurant- en hotelbedrijf.