25 BRIEVEN UIT BELGIE De abonne's 100 een wysvinger. De Van Artevëlde-feesten. „Brussel Vlaamsch". Vlaande- rens Economische Ontwikkeling. Br is feest in Vlaanderen I Gent viert de nagedachtenis van Jacob van Artevelde. Het zesde eeuwfeest van zijn. glorierijk „gubernatoraat" (bestuurschap). Verleden Zondag luidde Iriokke Roeland het hoogtij in en de Gentenaars gingen op in een groot- schen huldestoet, met die van Brugge en Oostende, met die uit het land van Waas en het Meetjesland, sluitend een nieuwen band om de glorie van het verleden, dat Gent aan Artevelde dankt. Zonder het wijs beleid en den moed van Jacob van Arte velde, die alle Vlaamsche zustersteden wil de vereenen in een sterken band, was Vlaanderen wellicht vergaan in de duister nis der historie. Jacob van Artevelde, die leefde van 1287 tot 1345, wordt hier geëerd als de grootste Vlaamsche volksleider die ooit geleefd heeft. Om zijn volk economisch een weg naar zee te openen en het onaf hankelijk te maken van Frankrijk, sloot hij een verbond met Eduard III van Engeland, dat een verbond tegen. Frankrijk werd. Daardoor haalde Van Artevelde zich de vijandschap van Frankrijk op den hals de ■welvaart en den vrede, die hij zijn volk en, Vlaanderen gebracht had, kostte hem zijn dood. Het gelukte Frankrijk den roem van den grooten volksleider verdacht te maken en kleine menschen liepen in die val. Zoo als alle werkelijk grooten werd ook hem eerst na zijn dood de kroon der eere gege ven en nog ieder jaar doet Gent eerherstel aan zijn nagedachtenis. En nu men het zes de eeuwfeest der aanvaarding van zijn be stuurschap viert, is dat eerherstel gewor den tot een luisterrijk getuigenis van dank baarheid aan den grooten volksleider die Jacob van Artevelde was. In zijn toespraak tot het gepeupel, dat. aangevoerd door Geeraard Denijs, den om- gekochten vertegenwoordiger van Vlaan- derens vijanden, gekomen was om hem te vermoorden, zei Van Artevelde „O, gezel len, gij eischt mijnen dood Herinnert gij U dan niet, dat ik mijne rust, .mijn goed en mijn leven prijs gaf voor Vlaanderens ver lossing en voor uwe welvaart Dat gij hier, op dezelfde plaats, waar gij nu mijn bloed vergieten wilt, hebt gezworen mij bij te staan en te verdedigen tot ter dood? Zijt gij het niet, die mij met opgeheven handen smeektet U vrijheid en nering te geven? Heeft God mijn stoute pogingen niet geze gend? O, bekent het, mijne gezellen, ik ten minste heb mijn woord gehouden ik heb Vlaanderen opgeheven uit den hongers nood, het verlost uit de verdrukking, het doen herleven en schitteren in voorspoed, in roem en in grootheid. En voor dank vraagt ge mijn hoofd? Is dat de dank voor al het goed dat ik heb gedaan, met Gods hulp? Het zij zoo, mijn leven kunt ge ne men, maar ik zeg U, vooraleer ge in over macht tot deze euveldaad overgaat, over weegt wien gij onwetend tot werktuig dientweet, dat de vijanden van onze vrij heid U hebben verblind, om Vlaanderen in nerlijk te verscheuren, opdat het machte loos instorte en ontzenuwd den nek buige onder het schandelijk juk van den overwel diger. Zijt gij dan geen zonen van Vlaan deren meer? Heeft Gent Uw wiege niet gedragen, om U in dienst te willen stellen van opruiers eener vreemde macht? Wilt gij U bezoedelen aan broederbloed, ten bate van vreemde indringers? Neen, neen, dat mag niet zijn, gij zult mij nog aanhooren. Tri noodkreet van het bedreigde Vlaande ren zal uit mijn mond in uw hart nog weerklank vinden, U den sluier van de oogen rukken en U terugroepen tot het heiligst plichtsgevoel. Wee, wee over ons, mijne gezellen, indien gij doof blijft voor dezen plechtigen oproep. Gij zijt werktuigen eener vreemde macht, die mij kan dooden, maar Vlaanderen niet. Vlaanderen zal niet vergaan en over U oordeelen 1"...... De boeiende woorden van Van Artevelde vermochten een oogenblik de verblinde me nigte tot bedaren te brengen, maar de groote volksleider was nauwelijks uitge sproken of zijn lot was reeds beslist. Een sluipmoordenaar, Geeraard Denys, de aan voerder der bende zelf, was hem laf van achteren aangevallen en had hem met een feilen bijlslag neergeveld. Met gekloven hoofd stortte Van Artevelde neer en zijn laatste woorden waren „Volk Gent Vlaanderen v De vervlaamsching van Brussel is een werk van heropvoeding van onder af, van kind tot volwassene, een werk van geduld en langen duur. De leuze „Brussel Vlaamsch" is, in dit verband, op de eerste plaats een wekroep tot het Vlaamsche volk zelf. Want het zijn vooral de Vlamingen die de vervlaamsching van Brussel in hun hand hebben. Brussel is Vlaamsch-Brabant- sche grond en de ras-echte Brusselaar is een Brabander van Vlaamschen bloede. Doch hij is verfranscht en vervreemd van de Vlaamsche cultuur. Hij vraagt niet om Vlaamsch rechtsherstel, heeft ook geen be hoefte aan Vlaamschen strijd, noch aan Vlaamsch onderwijs of hooger Vlaamsch leven. Nochtans, het „Brabantsch" ont springt hem uit hart en mond, pittig en sappig, als de geueze uit zijn glas, vooral in onderonsjes en by spel en vermaak. Maar boekenvlaamsch verstaat hij slechts met groote moeiteHij leest uitsluitend Fransch. Correct Vlaamsch schrijven kan hij ook nietHij schrijft Fransch. Beschaafd Nederlandsch is hem geheel en al vreemd Hij spreekt Fransch Hij kan het Vlaamsch missen want met het Fransch kan hij in Brussel overal terecht en dat is hem vol doende. Die Brusselsche mentaliteit hebben ook de verfranschte ingeweken Vlamingen der hoofdstad en laten we er maar bijvoe gen, dat ook de franschsprekende Vlamin gen in andere Vlaamsche steden dezelfde mentaliteit zijn toegedaanFransch is voldoende, zeggen zij. Dit is bet resultaat van een honderdjarige verfranschingsfurie, van den gestadigen en ongenadigen druk van het officieele, vooral ook van den „struggle for life" tot wiens oplossing het Vlaamsch bijna overbodig was. Het Vlaamsch gemoedsleven kwam te Brussel noodgedwongen op den achtergrond te staan en verloor allen invloed op het gees tesleven, het ambtsleven, het zakenleven, het stadsleven. Vlaamsch werd voor Brus sel het alledaagsche, het achterlijke, het onnuttige, het ondeftige, ja, het boersche. Het werd naar de keuken verbannen, met den melkpot en de koffiekan. Daarentegen, sinds honderd jaar en meer en thans zoo erg als over dertig, veertig jaar, werd en is het Fransch voor de Brusselaars de hoo- gere taal, de beschaafde taal, de cultuur taal de taal der beleefdheid en der hoo- gere opvoeding, de taal hunner weten schappelijke kennissen, de taal hunner za ken of ambtsbezigheden, de taal hunner briefwisseling, de taal hunner sociale re laties, de taal van hun dagbladen, tijd schriften en leesboeken, de taal van hun godsdienstig leven, de taal der gewoonte, de tweede natuur. Fransch is voor hen. het uitwendig teeken van hun deftigheid, hun stand, hun verfijning. De scherpste taalwet is niet voldoende om daarin verandering te brengen. Daarvoor is noodig een voorbeel dig voorgaan van alle stambewuste Vla mingen. te Brussel, die er hun Vlaamsche stadgenooten van willen overtuigen, dat zij in hun handel en wandel het Vlaamsch de plaats moeten doei innemen van het Fransch, in al e hierboven vermelde pun ten. Reeds gaan honderden fiere Vlamin gen dien weg van het sprekende voorbeeld en zij kunnen daarbij slechts winnen. Zij kunnen daarbij winnen de achting van Vla mingen en Walen, want den Brusselaars is de voorname rol weggelegd pioniers te zijn der saamhoorigheid, der ééndracht en der eenheid van het onderling begrijpen en vertrouwen in hun land. Zij hebben daarbij het schocme voorbeeld van den sympathiek- sten aller Brusselaars, hun Koning, dien gentleman voor Waal en Vlaming, die bei de landstalen even correct en volledig spreekt en als rasecht Vlaamsch Braban der zijn kinderen een degelijke Vlaamsche opvoeding geeft. Als alle Vlaamsche Bra banders aldus deden werd het parool „Brussel Vlaamsch" den dag van morgen bewaarheid. Met den exporthandel, die in de economi sche ontwikkeling van Vlaanderen een voorname plaats inneemt, gaat het nog lang niet naar wei.sch. Een. der groote oor zaken daarvan is het feit, dat de Vlaam sche industrieelen hun producten meestal niet rechtstreeks ir het buitenland aan den man brengen. De Vlaamsche producten be reiken hun bestemming via vreemde agen ten en niet zelden onder vreemde merken. De vervlaamsching van het onderwijs en van het openbaar leven neemt een handi cap weg die zich op exportgebied sterk deed gevoelen. Want bij het aanknoopen van 'nieuwe handelsrelaties is officieele voorlichting gewenscht. Vóór den oorlog ontbraken twee factoren voor een volledige ontwikkeling van den Vlaamschen exporr: Belgische financieele instellingen in het buitenland (uitvoerbanken, filialen) en een degelijke handelsvloot. De toestand van 1938 komt in den grond overeen met dien van 19051910. De moeilijkheden zijn nog toegenomen. Zij kenmerken den huidigen export en bepalen zich tot invoerrestric- ties, wisselbeperkingen, autarkie en ver mindering van de relatieve voordeelen die de handelsstroomen doen ontstaan, mede tengevolge van de mechanisatie der pro ductie en van de contingenteeringen, die den uitvoerhandel nog meer belemmeren dan de invoerrechten. LICHT OP VOOR AUTO'S, FIETSEN EN VOERTUIGEN SCHAAKSPEL RedacteurJ. D. C. DE VRIES. Zwart. PROBLEEM No. 585. R. L'Hermet, (De Schelde). Wit: Ke7, Df4, Pc7, p: b2, b5, e3 (6). ZwartKc5, Lb3, Pf3, p b6 (4)* Mat in twee zetten. OPLOSSING PROBLEEM No. 583. 1 Pe6—f4. A Ke5Xf4 B Dg3xf± C Dg3—43 D Dg3 verder op de derde rij E Verder Dc7xd.6$ Dc7Xc3^: Pf4—g6$ of Pf4Xd3$ Pf4g6+ 2 Pf4d3± Goede oplossingPion B, A. C. Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag September uur 10 7.57 11 7.55 12 7.52 13 7.50 HOOGWATER TE VLISSINGEN September Zaterdag 10 2.32 14.39 Zondag 11 3.03 15.11 Maandag 12 3.37 15.46 Dinsdag 13 4.11 16.21 PARTIJ No. 654. Fransche verdediging. Wit: D. May. Zwart; S. Rubinstein. 1. e2e4 e7e6 2 d2d4 d7d5 3 Pblc3 Pg8—f6 4 Lelg5 LfSe7 5 e4e5 Pf6—e4 Gewoonlijk speelt men Pfd7, 6 Pc3Xe4 Op 6 LXe7 kan volgen Pxc3 7. L x d8, P X dl8 Lxc7, PXb2 enz. met ge lijk spel. 6 d5Xe4 L x is minder goed. 7 Lg5xe7 Le3 was beter. Zwart had dan den slechtsten pionnenstand. 7 Dd8Xe7 8 c2——c3 Beter was misschien De2. 8 Pb8—d7 9 Ddlc2 f7—f5 10 f2—f3 Het meest speelt men hier exfö e.p. Wit hoopt door ©Xf3 11 Pgxf3 een voor sprong in ontwikkeling te krijgen. 10 c7c5 11 f3x«4 c5Xd4 12 c3Xd4 f5xe4 13 0—0—0 Zoowel deze als de korte rbkade rijn ge vaarlijk door de open c- en f-baan. 13 Pd7b6 14 Dc2x«4 Lc8d7 15 Pgl—f3 Ld7—a4ü Een zeer sterke zet. Na 16 Tel dreigt Tc8| en Lc2f in het bezit eener Polls, zyn gratis verzekerd tegen ongelukken voor a 1 nnn guHsaM! levenslange on- IUUU geschiktheid tot werken. Cfifi gulden by dood door een ylIU ongeluk. AAA gulden by verlies van een OUU band. voet of oog. flCA gulden tg verlies Van luu duim. gulden by verlies Van gulden bQ verlies Van een anderen 16 Tdl—d2 Pbdd5M Zwart toomt hiermee duidelijk het gevaar van een achterstaand en pion aan. 17 Lfld3 O—O—0 18 Kcl—bl Kc8b8 19 Thl—cl Td8c8 20 Tclxc8f Th8 X c8 Nu is zwart meester van de c-baan. 21 De4xh7 De7—c7 Dreigt mat op cl. 22 Ld3c2 Pd5—b4 23 Pf3el Dc7c4ü 24 b2b3 Dc4c3 25 Td2—dl La4b5 26 Dh7—e4 Pb4—45 27 a2a4 Een ernstige verzwakking van de roka- de-stelling. Maar wit had al een verloren stelling. 27 Dc3b4 Dreigt Pc3f 28 De4—f3 Lb5—e2ü Wit geeft op. PARTIJ No. 655. Bondswedstrijden te Groningen. Siciliaansche partij. Wit: Th. C. L. Kok. Zwart: H. Krameri (Den Haag), {Leeuwarden), 1 e2 c4 c7-c5 2 42—d4 c5Xd4 3 DdlXdé Pb8c6 4 Dd4e3 Pg8—f6 5 Pbl—c3 47—45 6 e4Xd5 Pf6Xd5 7 Pc3xd5 Dd8xd5 8 c2c4 Dd5e5 Deze stelling had ook kunnen ontstaan uit een midden-gambiet. 9 De3xe5 Er dreigde Pcd4 gevolgd door Pdc2t^ 9 Pc6Xe5 10 Lel—d2 Lc8—f5 11 Pgl—f3 Pe5xf3f 12 g2xf3 0—0—0 13 0—0—0 g7g6 14 Lfl—g2 Lf8g7 15 Thl—el Td8d4 16 b2b3 Th 8d8 17 Ld2e3 Td4Xdlf 18 TelXdl Lg7b2f 19 KclXb2 TdSxdl 20 f3—f4 a7a6 21 Lg2—f3 Tdl—gl 22 Lc3c5 Lf5h3 23 Lc5Xe7 Lh3—g2ï Wit geeft op. J. D. C. DE VRIES. EEN ROMANTISCHE HUIS-INDUSTRIE. Ergens in het Wilde Westen van Amerika ligt een dorp, dat luistert naar den naam Lone Pine. Dit dorp is in het gelukkig be zit van een romantische industrie, een in dustrie die zich met twee woorden laat aanduiden, en Hopalong Cassidy heet. Maar Hopalong Cassidy, zult u misschien zeggen, is een figuur uit Mulford's serie cowboy romans. Inderdaad, en natuurlijk is Hopa long Cassidy dientengevolge ook een beken de figuur in de bioscoop. Hopalong Cassidy dan, is eigenlijk de voornaamste reden van bestaan van het gehucht Lone Pine, een verzameling huizen, hutten, stallen, winkels en café's, gelegen langs een klei neren autoweg, die naar Mount Whitney voert. Als men er drie huizenblokken in de oene of andere richting loopt, is men Lone Pine uit, en staat in de Mojave woestijn, waar veldmuizen, hyena's en een paar schapen honderd mijlen kunnen ronddolen zonder iets tegen te komen dat op twee beenen loopt. Tusschen den weg en de Sierra Nevada bergen zijn weilanden, waar beekjes, afkomstig van de eeuwige sneeuw op de bergtoppen, de woestijn in een strook sappig grasland hebben omgetooverd, maar deze kleine oase's in het barre zand zijn gering in aantal. Als dus Hopalong en Windy er niet waren zou de bevolking van deel zijn biezen pakken. Er zijn mis schien super-intePectueele stadsmensclien, die nooit van Hopalong gehoord heb ben, maar millioenen menschen over de heele wereld rekenen den forschen cowboy met de straffe hand en het edele gemoed tot hun beste vrienden, en vooral de jeugd amuseert zich wat graag met Cassidy's listen en knokpartijen en met zijn onafschei- delijken kameraad Windy. In het werkelijke leven heeten zy Bill Boyd en George Hayes. De meeste fims die zij maken worden aan den voet van Mount Whitney opgenomen, en zoo komt het dat Lone Pin-s, ondanks het feit dat de woestijn slechts voor een handelaar in zand iets aantrekkelijks kan bezitten, toch floreert. Verleden jaar hebben de filmmenscben voor een totaalbedrag van zevenhonderd duizend dollar in het stille dorpje verteerd, een gemiddelde van duizend dollar voor iedere man, vrouw en kind. Niet slecht voor zoo'n gehucht. En dan heeft men er niet eens een kamer van koophandel of een vereeniging voor vreemdelingenverkeer. Ds eenige plek in het dorp waar 's avonds een beetje vertier te vinden is luistert naar den naam van „Lion's Club". Het is een echte cowboy-kroeg, waar een „hillbilly- band", zoo'n strijkje van een valschen ama teur-violist, een wrakke piano en een paar guitaren na de volbrachte dagtaak den boel óp stelten probeert te zetten. Jack Voshell heeft uitgelegd waaraan die zevenhonderdduizend dollars weggaan. In de eerste plaats wordt voor iedere film een vijf en twintigtal cowboys van de plaatselijke ranches geëngageerd, die elf c1 liars per dag verdienen. De opnamestaf bestaat, de acteurs meegerekend, gewoon lijk ui. een kleine honderd personen, waar voor Sherman dan het plaatselijk hotel af huurt. Minstens dertig paarden, die van drie tot wel vijftig dollar per dag en per stuk kosten, brengen verder geld in het laadje der Lone Piners. En dan worden in vele films koeien gebruikt, soms wel twee duizend tegelijk. Die moeten worden ge huurd, en dat kost wesr vijftig cent per dag en per stuk, tenminste als ze alleen maar moeten grazen of loopen. Als het vee opgejaagd moet worden kost dat een dollar per stuk, want de beestjes verliezen er door aan gewicht. Voshell sluit contracten met de vier restaurants in het dorp, en die zitten dan eiken avond propvol. Dan is er hout noodig voor allerlei decors, werklui worden aangenomen om hutten te bouwen, heinin gen te spannen enzoovoort, auto's en vrachtwagens vullen de garage's en ver oorzaken drukte en bedrijf bij de stedelijke benzinepompen, land wordt gehuurd om er William Boys als Hopalong (Bill) Cassidyde schrik der bandieten de opnamen te maken, en zoo zijn er tal van andere dingen, die geld opbrengen voor de dorpsbewoners. Deze hebben nu de handen ineengeslagen en zullen van het jaar op gemeenschappe lijke kosten een complete straat bouwen, die vroeger jaren in het Wilde Wes ten gebruikelijk was, met houten hotels, houten kroegen en een houten gevangenis. Ooi: wordt er een gebouw gezet waarin de binnenopnamen gemaakt kunnen worden. DE BELANGSTELLING VAN HET AMERIKAANSCHE BIOSCOOPPUBLIEK ZOU VERMINDEREN. Hoewel de statistici nog pas kort geleden hebben uitgerekend, dat gemiddeld vijf-en- dertig procent der bevolking van de Ver- eenigde Staten iedere week naar de bios coop gaat, begint men zich in dat land der „filmfans" bij uitstek toch ongerust te ma ken over eenige verschijnselen, die er op wijzen, dat de belangstelling voor de film er bij het groote publiek aan het afnemen is. Om die vermindering van de belangstel ling tegen te gaan, hebben de Amerikaan- sche filmproducers, filmsverhuurders en bioscoop-exploitanten gemeenschappelijk een campagne van echt Amerikaansche af metingen op touw gezet onder het motto „Terug naar de bioscoop een motto, dat men een paar jaar geleden weJ voor het tooneel, maar niet voor de film moge lijk zou hebben geachtDe campagne zal van 1 September tot 31 December duren en er wordt een prijsvraag aan verbonden met een eersten prijs van 50.000 dollar en een tweeden prijs van 25.000 dollar. Het totale bedrag van de meer dan vijf duizend geldprijzen is een kwart millioen dollar, schrijft het Vaderl. Om te finnen moet de deelnemer vragen kunnen beant woorden, die betrekking hebben op 94 nieuwe films, die gedurende de bewuste vier maanden in omloop worden gebracht. Een boekje van 32 bladzijden, dat de regels van de prijsvraag bevat, wordt verspreid in een oplaag van honderd millioen exem plaren. Dat de Amerikaansche filmindus trie inderdaad met aanmerkelijke moeilijk heden te kampen heeft, blijkt duidelijk uit een vergelijking tusschen eenige cijfers van nu en van tien jaar geleden. In 1927 waren er in Hollywood 246 regisseurs en 34 pro ducers, die gezamenlijk 743 films vervaar digden tien jaar later waren er 234 regis seurs en 220 producers, die 384 films heb ben vervaardigd. Terwijl het aantal der filmmakers op het artistieke gebied (de regisseurs) dus vrijwel constant bleef, wa ren er op het financieele gebied bijna zeven maal zooveel ondernemers noodig om de helft van het aantal films tot stand te bren gen HOLLYWOODSCHE BELEGGINGEN. De onrust welke den laatsten tijd heerscht op de effectenbeurzen, die tot nu toe steeds een geliefkoosd beleggingster rein waren voor de Hollywoodsche sterren, is de oorzaak ervan dat velen van hen hun kapitaal steken in particuliere ondernemin gen. De eerste stars, die het financieele roer omgooiden en tot nieuwe methoden van belegging overgingen zijn Milton Ber- le, Jack Oakie, Bob Burns en Richard Lane. Dit viertal ging onderscheidelijke bankaf- rekeningen met elkaar vergelijken om tot de ontdekking te komen dat elk voor zich in den waan verkeerde, dat hij de eerste was die het initiatief genomen had om zich vrij te maken van de schommelingen, wel ke effecten eigen plegen te zijn. Berle ver telde daarop, dat hij een aardig sommetje gestoken had in een modemagazijn en een importfirma van parfumerieën te New York. Oakie gaat prat op zijn compagnonschap in een kweekerij waar uitsluitend orchidee- en en gardenia's gekweekt worden. Hij heeft ook geld gestoken in de nieuwe on derneming van zijn vrouw, een tijdschrift over dieren, dat prachtig opgang maakt. Een golf oef enter rein is Burn's belegging. Dit levert hem niet alleen een aardige winst op, maar verschaft den komiek te vens de gelegenheid kosteloos deze sport te beoefenen. Van al deze nieuwe beleggingen spant die van Richard Lane de kroon. Hij heeft een jongen tandarts volledig geïnstalleerd en ontvangt 30 percent van alles wat er in toekomst wordt omgezet. Lane heeft op soortgelijke wijze nog in talrijke andere zaken geld gestoken Tot de vele anderen in Hollywood die hun transacties naar een veiliger beleg- gingsgebied verplaatsen, behoort Barbara Stanwyck met haar renpaarden Lucille Ball en haar bloemen-rinkelCharles Rug- gles met zijn veeartsenykundig instituut en zijn winstgevenden sinaasappelboomgaard. Een groot aantal stars hebben ook aan- deelen in het restaurant- en hotelbedrijf.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1938 | | pagina 7