mms
ÏHÏAND;
BRIEVEN UIT RELGIE
Tachtig jaren petroleum.
Kopstukken aan den maaltijd.
}>'t Is al Holland wat men ziet
Wat is er met den Belgischen
franc De; spanning dezer da
gen. „Enfant terrible
De stoere Ardennees, met bruingebrand
beendergelaat, boog van gestalte en ma
ger als brood, maar taai als sparrenbout,
die ons antwoordde op de vraag, of er dit
jaar veel toeristen waren in de streek, riep
bewonderend uit
't Is al Holland wat men bier ziet
Xn de omgeving van Dinant beeft men
de moeite genomen hiercmtrent eenigrzins
statistische gegevens te verzamelen, door
gedurende de laatste week, op verschil
lende uren van den dag, de auto's die pas
seerden te tellen en naar hun landsletters
te identificeeren Op de tien luxe wagens
telde men er gemiddeld zeven met de let
ters „NL" bij de nummerplaat.
Het toerisme in de Belgische Ardennen
leeft in hoofdzaak van de Nederlanders.
Zij komen echter voornamelijk per rijwiel.
Men herkent ze onmiddellijk aan hun hoo-
ge fietsen zonder „plaque" (nummerplaatje
waarvan ieder Belgisch rijwiel voorzien
moet zijn). Het zijn in meerderheid „trek
kers", bepakt en beladen met een mate
riaal tweemaal zoo groot als dat van een
carabinier in velduitrusting. Voorts zyn er
de wandeltoeristen, die te voet van boven
den Moerdijk naar de Fransche grens en
verder tippelen. Wij spraken er die dat in
den recordtijd vanéén dag gedaan
hadden„Bijna driehonderd kilometer, me
neer Toe nou, maak het een beetje
met ons, zult ge zeggen. Dat zeiden wij
.ook en op onze vraag hoe dat mogelijk
was (wij'l immers de beste tipelaar, zelfs
als hj een dag en een nacht achtereen
loopt, wat niet doenlijk is, toch niet meer
dan 'n honderd kilometer af zou kunnen
leggen), klonk het antwoord
Met het systeem „auto-stop", me
neer...
„Auto-stop" is een goedkoope sport. De
wandel-toerist die liever rijdt dan moe is
gaat midden op den weg staan, steekt bij
het naderen van een auto zijn hand op en
vraagt om mee te mogen rijden. Gewoon
lijk lukt het, als er plaats is ten minste.
Het systeem wordt hier veel toegepast en
niet door toeristen alleen. Bij de Fransche
grens botste onze auto bijna op twee jon
ge dames, die van den berm plotseling op
den weg sprongen, met de hand in de
hoogte, het bekende vragend gebaar om
mee te mogen rijden. Erg „toeristisch"
zagen zij er.niet uit en „Hollandsch" hee-
lemaal nietGitzwarte haren, donkere
oogen, het gelaat zeer kleurig geschminkt,
daarbij zeer opzichtig gekleed en zeer
doordringend geparfumeerd. Kennelijk Pa-
risiennes of minstens elegante Franqaises.
Hetgeen mijn reisgenoot, een Fransch con
frater, de belangstellende vraag ontlokte
Vous êtes sans doute de Paris, mes-
öemoiselles
Waarop een der twee prompt ant
woordde
De Paris? Wel nee, we binne van
Maokum
Het duurde even vooraleer de Fransch-
man, na een desgevraagde en verkregen
verklaring, zich kon reaiiseeren, dat „Mao
kum" gewoon „Amsterdam" beduidde en
zich de woorden herinnerend van den stoe-
ren Ardennees onzer vorige ontmoeting
herhaalde hij „En effet, on ne voit que
la Hollande ici". Werkelijk, 't is al Hol
land wat men hier ziet
In een overzicht van den econoraisehen
toestand in België over het tweede kwar
taal van 1938, verstrekt door de Nationale
Bank, waarin gewaagd wordt van een ver
scherping der crisis in de katoennijverheid
en de wolindustrie, die het dieptepunt der
depressie van 1934 nabij kcmt, treft men
de volgende zinsnede aan „De wolnotee-
ringen van België zijn alle in pence, wij)
die in Belgische francs beïnvloed worden
door de vrees voor een nieuwe devaluatie."
Een dergelijke erkenning van het bestuur
zelf der rijksbank in België „vrees voor
een nieuwe devaluatie", is teekenend voor
de onzekerheid die in handelskringen be
staat ten opzichte der stabiliteit van den
Belgischen franc. Deze onzekerheid wordt
nog versterkt door de berichten in de En-
gelsche bladen (de „News Chronicle" was
er het eerst mee), dat er onderhandelin
gen gaande zijn tusschen België en Enge
land die tot doel hebben aanpassing van
het Belgische muntstelsel aan het pond
sterling. Deze berichten, door de Belgische
bladen overgenomen, worden docr den mi
nister van financiën in vage termen tegen
gesproken, maar „Le Peuple", lijfblad van
den heer Spaak, eersten minister, hetwelk
dus in nauwe betrekking staat tot de Bel
gische regeeringskringen en daar desbe
treffend een onderzoek instelde, loochent
het bestaan van bovengenoemde onderhan
delingen niet. En „Het Laatste Nieuws"
merkt hierbij op, dat dringend opheldering
gewenscht is. Men vraagt zich af, hoe een
aansluiting van de Belgische valuta bij
het pond sterling mogelijk zou zijn zonder
een devaluatie, daar Engeland zelf den
gouden standaard heeft verlaten. Het ge
devalueerde Engelsche pond is thans een
vlottende munt, die niet aan een bepaalde
goudpariteit gebonden is. België is nog het
eenige land in Europa, dat den gouden
standaard trouw gebleven is, In Belgische
middens geeft men zich rekenschap van
het nadeel, dat dit stelsel voor het land
oplevert, wijl het de speculatie vergemak
kelijkt, omdat de speculanten daarbij
slechts een zeer beperkt risico loopen.
O
In een oorlogsherdenking dezer dagen
gehouden te Brussel, werd de onvergetelij
ke rede herhaald die wijlen koning Albert
uitsprak tijdens de memorabele zitting in
bet Belgisch parlement, op den vierden
Augustus 1914. Het slot van die koninklij
ke toespraak luidde„Indien de vijand
onze neutraliteit, aan wier eischen wij
steeds nauwgezet hebben voldaan, ten
spijt, ons grondgebied schendt, zal bij alle
Belgen geschaard vinden rondom den
Vorst, die nimmer zijn grondwettelijken
eed zal verraden en de regeering, die met
het vertrruwen van het gansche volk is
bekleed. Ik heb vertrouwen in. onze toe
komst een land dat zich verdedigt dwingt
den eerbied af van allen. Dit land zal niet
vergaan. God zal met ons zijn in deze
rechtvaardige zaak
De verwachtingen van den Koning wer
den in de vier verschrikkelijke jaren van
den oorlog geen oogenblik teleurgesteld.
Het Vlaamsche volk vooral heeft meer dan
zijn deel gedragen in de beproevingen, het
geen door de oorlogsche en na-oorlogsehe
regeeringen van België niet altijd genoeg
werd gewaardeerd het heeft, naar 's Ko-
nings woord, gedenkend de zege van Grce-
ninghe (Guldensporenslag), koppig en
hardnekkig, met de jongens uit het Wa
lenland, eiken duim grondgebied met zijn
bloed verdedigd. Ook thans, nu weer op
nieuw onweer dreigt boven Europa, zijn
Vlaanderen en Wallonië, in hun overwe
gende meerderheid, geschaard rond den
waardigen opvolger van Koning Albert,
die met realiteitszin de Belgische buiten-
landsche politiek op de veilige banen van
de strenge neutraliteit heeft geleid,
De kleine jongen, 'n dreumes van 'n jaar
of zes, zat in de autobus NoordZuid, te
Brussel. Een dame, ongetwijfeld zijn moe
der, zat naant hem. En daarnaast nog een
dame, met de eerste in gesprek. Wat zij
zeiden ging buiten mijn belangstelling,
maar plotseling hoorde ik het jongetje
hooggestemd uitroepen
's Niet waar mama, we zijn niet naar
de zee geweest, je mag niet jokken...
Ik was eerst geamuseerd door den plot-
selingen uitval en meer nog, omdat die
weinig kieskeurige dame zoo fijn voor de
waarheid werd gesteld door haar eigen
zoontje maar dadelijk kreeg ik medelij
den met het ventje, wien het huilen nader
dan het lachen stond. Het strenge gezicht
zijner moeder stond op onweer, weerlichtte
beurtelings van rood op bleek, dus ver
wachtte ik me aan een uitbarsting. Maar
zij beheerschte zich, keek het kind drei
gend aan en snauwde het iets toe van
„zwijgen als groote mehschen praten."
Waarop haar Fransch-getaalde vriendin
leuk meende te zijn. door lachend te zeg
gen
O ma chère, quel enfant terrible
De moeder lachte zuurzoet mee, doch
haar kind, onthutst en teleurgesteld,
schudde nauw zichtbaar het hoofd en
fluisterde in een snik „Je mag niet jok
ken
Hoe ver staan we vatn het goddelijk
woord „Indien ge niet wordt als een van
deze kleinen...?" Een kind dat zoo spon
taan de waarheid spreekt, de ongeschon
den waarheid der kinderlijke natuur, noemt
onze samenleving een „enfant terrible."
Hoe „terrible" moet zij dan zelf niet zijn?
DE GESCHIEDENIS EENER WERELD-
INDtJSTRIE.
Kort geleden was het tachtig jaren ge
leden, dat voor de eerste maal door destil
latie van aardolie een bruikbare brandstof
werd verkregen. Er zijn heel wat experi
menten voor noodig geweest, om de aard
olie een plaats te kunnen geven in de rij
der indu;trieele producten, maar daarna
ontwikkelde zij ook spoedig tot een van de
belangrijkste handelsgoederen ter wereld
Toen men in 1857 voor het eerst met
succes destilleerde, was de aardolie reeds
duizenden jaren bekend. Zij werd zelfs hier
en daar gebruikt, maar wel op geheel an
dere wijze dan tegenwoordig. Zoo was zij
bekend als geneesmiddel en als product
cm de naden in scheepswanden te dichten.
Ook als wagensmeer werd de olie op vele
plaatsen verkocht. Maar van een groot af
zetgebied voor aardolie was er tot cp het
oogenblik, dat de petroleumlamp uitge
vonden werd (in het midden van de vorige
eeuw), nog geen sprake. Eerst met de ver
werking van de aardolie tot een bruikbare
bchtolie (petroleum) werd de basis gelegd
tot de enorme ontwikkeling van deze be
langrijke grondstof, waarom in de laatste
tientallen jaren dikwijls verbitterd gestre
den is.
De petroleumproductie beliep in het jaar
1857 nauwelijks 300 ton. Maar reeds tien
jaren later was de jaarlijksche productie
tot een half millioen ton gestegen, terwijl
in 1877 de grens van twee millioen werd
bereikt. Deze enorme productie is des te
verrassender, wijl in dezen tijd als voor
naamste verbruiksgebied de petroleumlamp,
welke betrekkelijk weinig olie verbruikt, in
aanmerking kwam. Men krijgt echter door
deze cijfers een aardig beeld van de groote
verbreiding der petroleumverlichting.
Kort voor het jaar 1900 scheen de aard-
olie-industrie voor een. grocte crisis te
staan, want steeds meer drong het elee-
trische licht de petroleumlamp óp den ach
tergrond. Maar er kwam spoedig redding.
Een nieuwe groote afnemer kwam op de
proppen de automobiel. De perir.de der
hcht-olie-productie werd afgelost door een
tijd van voortdurend stjjgend benzinever
bruik. Dit noodzaakte natuurlijk de olie-
ir.dustrie tot een geheele reorganisatie van
haar bedrijf. En dat deze reorganisatie niet
voor iiiet9 is geweest, bewijzen de enorm
gestegen productiecijfers. In 1907 was de
aardolieproductie reeds 20 millioen ton
grooter dan in 1897, in 1927 bedroeg dit
cijfer 180 millioen ton en in het afgeloopen
jaar 246 millicen ton, een recordstand
welke in het loopende jaar echter nog
overtroffen zal worden. Over de laatste
veertig jaar bedraagt de totale productie
ongeveer 4250 millioen ton.
De belangrijkste petroleumlanden.
Een overzicht over de belangrijkste pe
troleumlanden tcont aan, dat de Vereenig-
de Staten tot omstreeks 1900 de grootst
producent waren. Daarna kon Rusland
deze plaats veroveren. In de eerste twintig
jaren der systematische aardolie-verwer
king bedroeg het aandeel der V.S. in de
wereldproductie meer dan 90 Later
kwamen naast Rusland ook Mexico, Roe
menië, Nederlandscb-Indië, Pelen, Perzië en
Irak hun deel opeischen. Aan de Neöer-
landsch-Indische olie-industrie zijn de na
men van dr. Deterding en Kessler onaf
scheidelijk verbonden.
Op een kleine uitzondering na hebben
genoemde landen zelf slechts een gering
aardolieverbruik, terwijl anderzijds groote
industriestaten, met een groote behoefte
aan petroleum en benzine, in eigen land
hoegenaamd niet over aardolie beschikken,
Dit heeft tengevolge gehad, dat er zien
een enorm handelsverkeer met aardolie
ontwikkelde en dat er een geweldige vloot
geschapen werd, om dezen oliestroom ovei
de zeeën te leiden. Bij de organisatie daar
van moet in het bijzender de naam van
dr. Deterding, die de fusie tusschen Ko
ninklijke en Shell tot stand bracht, ge
noemd worden.
Ongeveer een halve eeuw geleden ver
scheen het eerste tankschip, nog een zeil
boot, op zee. Thans houdt een vloot van
1500 tankschepen met een tonnenmaat van
meer dan 9 millioen bruto-register-tcn er
zich mede bezig om de vloeibare lading
over de wateren te dragen. Hierbij kan nog
aangeteekend worden, dat Nederland zicli
op het gebied van den bouw van tank
schepen een grooten naam verworven
heeft.
Eenige cijfers bewijzen het best den
enormen omvang van dezen bande.) In
het afgelocpen jaar werd door de 12 be
langrijkste olielanden ongeveer 72 millioen
ton aardolie en bijproducten geëxporteerd.
De behoefte der Europeesche landen be
droeg alleen reeds 32 millioen ton.
Dat deze geweldige vlucht der aardolie
industrie niet slechts aan het groeiende
benzineverbruik mag werden toegeschre
ven, is bekend. In de laatste veertig jaren
zijn er vele nieuwe verbruiksmogelijkheden
ontdekt. Er zij hier slechts herinnerd aan
de vele soorten smeerolie, welke op het
oogenblik in den handel zijn en voor ver
schillende doeleinden bijzonder gunstige
eigenschappen bezitten en ook aan de
stookolie, wélke in de industrie den land
bouw en het verkeerswezen nog steeds aan
beteekenis wint. Al deze gebruiksmogelijk
heden doen de aardolie in het huidige
economische leven een rol van beteekenis
spelen.
Geheelonthouder en vegetariër tegen wil
en dank.
Hoezeer onze tijd ook moge gelijken op
dien van het oude Rome, in een opzicht
onderscheidt hij zich toch aanmerkelijk
de staatslieden van Europa en Azië en
überhaupt de kopstukken van alle poli
tieke richtingen, zijn wat betreft hun le
venshouding zeer nuchter en verafschu
wen de door de ouden zoo geprezen luc-
culische maaltijden. Men kan natuurlijk
niet zeggen, dat alle politici in dit op
zicht puriteinen zijn, maar ook diegenen
onder hen, die wel van een natje en een
droogje houden, blijven toch altijd matig.
Tot hen behoort bijvoorbeeld de vroegere
ministerpresident Léon Blum.
Als schrijver en kunstenaar houdt Léon
Blum ervan, het leven van de aesthetische
zijde te beschouwen en hij probeert de
nuchtere zaken des levens althans nog
met een schijn van poëzie te omgeven..
Hij droeg b.v. aan zijn vrouw een kook
boekje op, dat slechts in een gering aan
tal exemplaren gedrukt werd.
Ook Roosevelt houdt wel van een lekker
hapje, toch eet hij evenals de andere Ame
rikanen zeer weinig. Hij geeft de voor
keur aan zelf geschoten fazanten en pa
trijzen. Na het eten gebruikt hij een kop
mokka en dat is voor hem het essentieele
van den maaltijd. Ook zijn collega, de pre
sident van Brazilië houdt veel van sterke,
geurige koffie. Maar toch is dit een plato
nische liefde, want deze dictator heeft een
zwak hart en het gebruik van de koffie is
hem derhalve ten strengste verboden.
Mussolini, zijn lotgenoot.
Dezen dictator is ten strengste het ge
bruik van wijn verboden, het artikel dat
in Italië een zoo belangrijke plaats in
neemt. Slechts bij bijzondere gelegenheden
brengt hij een wijnglas aan zijn lippen, an
ders drinkt hij water of koude melk.
Bovendien is hij een consequent vegetariër.
Op zijn bureau staat altijd een schaal met
fruit. Sedert verscheidene jaren heeft Mus
solini niet de geringste hoeveelheid vleesch
tot zich genomen. Hij werd evenwel niet
uit principieele gronden vegetariër, maar
ook hier hebben de doktoren hun woordje
meegesproken. Voordat hij aan het be
wind kwam verschilde het dagelrjksch
menr.u zeer veel van het huidige. Hij ver
zwolg bergen maccaroni, at vleesch,
dronk zceten Siciliaanschen wijn. Maar
toen hij goed en wel het bewind in han
den had, begon Mussolini aan ernstige
maagkrampen te lijdende artsen «schre
ven een dieet voor en de machtige durfde
niet te weerstreven.
Hitier en de Linzer taart,
Hitier neemt tegen zeven uur des mor
gens zijn eerste ontbijt, hetgeen bestaat
uit havermout. Zijn tweede maal is het
middagmaal, dat hij nuttigt temidden der
kameraden. Als nagerecht gebruikt de
Führer wat fruit, maar wijn, koffie en
tabak zijn voor hem contrabande. Hitiers
avondeten bestaat onveranderlijk uit saJade
en gekookte eieren. „Dikwijls eet ik eieren
met salade en de overige keeren eet ik
salade piet eieren", moet hij tegen een
Engelsch journalist gezegd hebben. Toch
heeft deze asceet nog een lievelingsge
recht de Linzer taart en booze tongen
beweren, dat dit de voornaamste reden
voor de Anschluss is geweest.
De tafel van den Mikado.
Deze onderscheidt zich door een een
voud, die absoluut niet Oosterseh is. Het
ontbijt bestaat geheel uit koffie of thee,
eieren en vruchten. Maar de Mikado noudt
wel van afwisseling en zoo wordt zijn
middagmaal den eenen dag geserveerd in
Japanschen stijl, den volgenden dag in
Amerikaanschen of Europeesehen stijl.
Deze maaltijd bestaat uit ten hoogste
twee gangen. Men zal zelden vleesch op
zijn tafel aantreffen en nooit wijn of li
keuren.
Stalin houdt van snoepgoed.
De levenshouding van Stalin verschilt in
niets van die zijner volksgenooten. Zijn lie
velingskostje is lamsvleesch, op specifiek
Russische wijze toebereid. Zooals alle Rus
sen houdt hij van zoetigheden maar heeft
een open plekje in zijn hart voor snoep
goed, dat uit walnoten is bereid. Stalin
is geen geheelonthouder en drinkt den
donkeren Kaukasischen wijn uit zijn ge
boortestreek. Maar ook hij veracht alle
overdaad, alle luxe en zjjn maaltijden zou
den den aan vijf gangen gewenden Fran-
schen haast armoedig toeschijnen.
DE NATIONALE FILM BELEEFT
VRIJDAG 2 SEPTEMBER HAAF
PREMIÈRE.
E)e nationale film „Veertig jaren" met
steun van regeeringszijde vervaardigd,
dank zij het initiatief van een aantal ver-
eenigingen op nationalen grendslag m de
financieele medewerking van tal van on
dernemingen en personen hier te lande, zal
op Vrijdag 2 September a.s. haar Necer-
landsche première beleven in 51 bioscoop
theaters, o.a. te Vlissingen en Midde'burg
In de daaraanvolgende weken zal de
film in ruim 100 theaters in andere plaat
sen ter vertooning worden gebracht ter
wijl wanneer de film in alle plaatsen
van ons land, waar bioscopen zjn ver
toond is een groot aantal reizende bios
coop-ondernemingen de vertooningen zaï
verzorgen in die plaatsen, waar geen bios-
cocp ia. Het spreekt vanzelf, dat hiermede
heel wat tijd gemoeid is. In tal van ge
meenten zal de film dan ook pas in Octo-
bei'-November kunnen worden vertoond
51 copieëneen unicum
Wanneer men bedenkt, dat het grootste
aantal copieën, dat tot nu toe van een film
m ons land in roulatie werd gebracht 16
bedraagt (De Jantjes), zal men begrijpen,
dat een film, die met 51 copieën in roula
tie gaat een unicum in de geschiedenis
van het Nederlandsehe bioscoopbedrijf is
en dat vermoedelijk ook wel zal blijven! De
organisatie der distributie, welke is opge
dragen aan Loet C. Barnstijn's Standaard
films, heeft dan ook heel wat voeten in de
aarde. De vertooninger voor veveenigingen.
patronaten etc. meegerekend, omvat het
gebied dezer distributie ongeveer 40.000
voorstellingen.
Het blijkt overigens wel, dat er in ons
heele land een ongewoon groote belang
stelling voor de film bestaat, in het bij
zonder bij de gemeentebesturen, wier aan
dacht op de film is gevestigd door eer
missive van den Mini ter van Binnenland
scbe Zaken. Er zijn reeds tal van gemeen
ten in ons land, waar het college van B
en W. besl ten heeft om van de vertoo
ningen der nationale film geen vermake
lijkheidsbelasting te heffen. Ook het ar-
rangeeren van voorstellingen voor school
kinderen is in tal van plaatsen ter hand
genomen. Zoo zullen in Rotterdam 10.000
en in Den Haag 40.000 schoolkinderen de
fiim gaan zien.
Er schijnt soms nog we) eens verwar
ring te heerschen omtrent de nationale
film, aangezien er in den laatrten tiid di
verse films worden aangeboden, die door
haar titel of door de toevoeging van het
woord „nationaal" voor de nationale film
„Veertig Jaren" zouden kunnen worden
aangezien. Het betreft hier echter mees
tentijds smalfilms van amateurs, terwijl de
nationale film een groote speelfilm is, ge
maakt met de modernste middelen der op
name-techniek, onder regie van Edmond T.
Gréville.
De film heeft een lengte van circa 2300
meter, met een vertooningsduur van 85
minuten. De Centrale Commissie voor de
Filmkeuring verklaarde haar toelaatbaar
voor personen van iederen leeftijd en gaf
de film bovendien nog een speciale aanbe
veling.
CORRIGAN NAAR HOLLYWOOD.
De R.K.O. Radio Studio heeft medege
deeld, dat een contract is afgesloten met
Douglas Corrigan, de vlieger, die met een
negen jaar oud vliegtuig naar Californië
wilde vliegen en in Ierland terecht kwam.
voor een film, welke getiteld zal zijn „Mijn
vlucht naar Ierland".
DE FRANSCHE FILM ZEGEVIERT
OVER DE GEHEELE WERELD
Het nieuwe filmseizoen staat reeds weer
voor de deur, het oude seizoen wordt af
gesloten en de balans wordt opgemaakt
Ook in Frankrijk aeett men de boeken af
gesleten en men Kan met een gerust ge
weten verklaren, dat dit voorbije seizoen
zeer gunstig is geweest voor de Fransche
filmindustrie.
Slaat men een vluchtigen blik op te of-
ficieele statistieken, dan blijkt dat er dit
jaar niet minder dan 10.863.226 meter
film werd uitgevoerd, waarbij dan nog
432.192 meter negatief komt, bestemd om
buiten Frankrijk te worden afgedrukt. De
waarde van dit filmmateriaal bedraagt
volgens dezelfde statistieken 22.242.000
francs, resp. 1.581.000 francs. Daarbij
dient opgemerkt te worden, dat dit zuivei
de waarde van het materiaal vertegen
woordigt, niet die van het kunstwerk. Om
het bedrag te leeren kennen, dat Frankrijk
door dezen uitvoer ontving, moet nmn de
genoemde cijfers minstens,- met drie ver
menigvuldigen.
Waarheen gaat nu al dit filmmateriaal?
België blijkt wel de beste afnemer te zijn
met 2.488.000 meter. Dan volgt Zwitser
land met 1.466.000 meter film. Voor beide
landen is het zeer begrijpelijk, dat zij goe
de afnemers van Fransche films zijn, om
dat in beide landen het Fransch een der
officieele talen is. Op de derde plaats volgt
echter (en dat zou niemand verwachten)
Griekenland met 630 000 meter, dan En
geland met 520.000 meterZweden met
514.000 meter en Canada met 486.000 me
ter. De Fransche koloniën tezamen namen
1.740.279 meter af, hetgeen een waarde
vertegenwoordigt van 3.486.000 francs.
De Fransche film wint echter overal
meer en meer veld, zelfs in Duitschland
met zijn zeer strenge censuurbepalingen en
in Griekenland, dat een der landen is, waar
de deviezencentrale de zwaarste eischer-
stelt en slechts spaarzaam gelden beschik
baar stelt voor den invoer van Fransche
waren, neemt de invoer van Fransche
films steeds in belangrijkheid toe. Grieken
land voerde bijv. in het eerste kwartaaj
van 1938 149.732 meter in tegen 70.00U
meter in hetzelfde tjjdvak in 1937. In Roe
menië, Zweden en ook in Nederland stijgt
de invoer van Fransche films gedurig Er
i3 geen land, Tsjecho-Slowakije uitgezon
derd, waar de invoer van Fransche films
teruggeloopen is.
HOLLYWOOD ENGAGEERT DE
AUTORADIO.
„Calling all cars!' Calling all cars!!"
Iedere bioscoopbezoeker kent dezen uit-
.oep. In elke film van „gangsters" en
I .gunmen", het befaamde corps der Ame-
j .'ikaansche politie, komt hij meermalen
voor en heeft daarin zelfs zulk een burger
recht verkregen, dat men zich nauwelijks
een dergelijke film zou kunnen voorstel
len, waarin deze karakteristieke woorden
ontbreken.
Van de technische installatie, die voor
het uitzenden van dit alarm en het ont
vangen hiervan benoodigd is, ziet de toe
schouwer gewoonlijk niet veel. De ver-
eischte vlotheid en gang van een film la
ten trouwens niet toe, dat de camera-man
zich hiermede uitvoerig zou bemoeien, te
meer waar dan gewoonlijk de intrige juist
haar hoogtepunt bereikt en de ontknoo
ping nadert.
Dat het inmiddels toch een feit is, dat
deze scène niet onopgemerkt voorbijgaat,
blijkt wel hieruit, dat iedereen, ook al
verstaat hij geen Engelsch, dezen uitroep
kent en begrijpt. En al ziet men gewoon
lijk op het witte doek slechts enkele
„close ups" van den omroeper op het
hoofdbureau en snel voortstuivende politie
wagens, de autoradio was hierdoor a» po
pulair voordat er eigenlijk nog een wer
kelijk goed toestel op de markt was ver
schenen.
Het is begrijpelijk, dat bij de scenario
schrijvers, onvermoeibare zoekers als zij
zijn naar nieuwe sensatie, de autoradio een
goed onthaal vond. Zij zagen onmiddellijk
de groote mogelijkheden, die hierdoor voor
hen openstonden en zij hebben er een grif
gebruik van gemaakt.
Het behoeft dus ook geen verwondering
te wekken, dat ook in films van geheel
ander genre de autoradio een belangrijke
rol ging spelen, wat mede zijn oorzaak
vond in den opgang, die de autoradio in
Amerika reeds bij zrjn eerste verschijnen
beleefde.
Zoo heeft de film ook de autoradio in
Europa populair gemaakt. Het is een suc
ces voor onze groote radiofabrieken, dat
zij de zoo verworven populariteit door
verbetering der technische eigenschappen
en vereenvoudiging der bediening hooger
hebben weten op te voeren.