sn TWEEDE BLAD VLISSINGSCHE COURANT Keizer Karei V vertrekt van Vlissingen naar Spanje Uit de Vlissingsche Courant van vóór 50 jaar. T 18 ter r se ur- ?rd VAN ZATERDAG 9 JULI 193S NUMMER 159 17 September 1556 I. Keizer Kavel doet afstand van de regeevingZijn vertrek naar Spanje uitgesteld door geldgebrek. De vloot in Zeeland gereedgemaakt- Gage der zeeliedenVertrek van Gent over Sas van Gent naar VlissingenAankomst te Vlissingen aan het havenhoofd Versiering aldaar. Verblijf op het kasteel van West- Souburg. Zijn zusters blijven te Vlissingen. Naar men weet, deed Keizer Karei V den 25sten October 1555 te Brussel afstand van de regeering, na de opvolging geregeld te hebben in de Nederlanden, die nu ver- eenigd waren en zouden blijven naar men meende onder de dynastie, die naar Maximiliaan van Oostenrijk, 's kei zers grootvader, genoemd was. In den krijg tegen Frankrijk had men het voordeel van den samenhang van alle Nederlandsche gewesten leeren inzien en door de „prag matieke sanctie" had Karei de erfelijkheid der souvereine macht in de mannelijke en vrouwelijke linie des keizers voor alle eeuwen vastgelegd. De illusie van Philips van Bourgondië scheen verwezenlijkt en niemand kon ver moeden, dat nog geen twintig jaar later alles gistte, woelde en op losse schroeven stondDe tranen, die in de groote zaal van het Brusselsche paleis werden vergo ten op dien 25sten October, toen de door zorgen en ziekte gebogen keizer in tegen woordigheid der Staten-Generaal de re geering plechtig overdroeg aan zijn zoon, die tranen, samenstemmend met de snik ken, waarmede de hf erscher na zijn lange rede in zijn armstoel zonk, waren de ken- teekenen eener algemeene diepe smart bij het aftreden van een geliefden meester. „Treffend was zijn weemoedig vriendelijk afscheid van zijn dienaren, zijn ernstig woord tot z$n zoon en opvolger, tot de Jertegenwocrdigers zijner Nederlandsche onderdanen" ,- tragisch het oogenblik, toen ée gebroken man hij was nog slechts t>5 jaar met zijn zuster, Koningin Maria van Hongarije, de landvoogdes der Neder landen, onder doodsche stilte, langzaam, steunend op den schouder van den 22-jari gen prins Willem van Oranje, de zaal ver liet, gevolgd door zijn aangewezen opvol ger, Philips, die in onze geschiedenis zoo berucht zou worden. Men weet ook, dat Karei niet dadelijk na zijn afstand naa»r Spanje vertrok, hoe-, zeer hij dit ook begeerde eerst den 8en Augustus 155^verliet hij Brussel, den 28en nam hij te Gent afscheid van zijn zoon en- ging naar Zeeland, waar de vloot wachtte die hem naar zijn bestemming moest bren gen. De reden, dat zijn vertrek zooveel later plaats had dan oorspronkelijk het plan was, moet gezocht worden in gebrek aan geld. Hij liet in de havens van Zeeland een vloot uitrusten, die op zijn laatst in No vember 1555 klaar moest zijn. Den 27en September van dat jaar was „Monsieur de Bèvres" nl. Maximiliaan van Bourgon dië, markies van Veere en Vlissingen, Heer van Beveren, admiraal der vloot, naar Zeeland vertrokken om toebereidselen tot het vertrek der vloot te maken 1) Hij wilde niet vertrekken, zonder het Keizer lijk Huis te hebben ontslagen, maar dit kon hij niet ontslaan zonder de leden ervan te betalen de achterstallige schulden aan zijn dienaren beliepen reeds een som van 200.000 kronen en zijn schatkist was ledig. .Wel benutte hij dezen tijd, om de regeering over zijn andere rijken aan Philips over te dragen (bijv. Castilië, Leon, Granada, Na varre, Aragon, de Indien, Sicilië enz.), maar dit had ook in Spanje kunnen ge beuren. Nadat eindelijk het geld uit Spanje was gekomen, zóu Karei in Juni '56 ver trekken. In dé eerste dagen van Mei werd het lid van 's keizers Raad Micault, Heer d'Indevelde naar Zeeland gezonden om de Vlaamsche schepen, die den keizer zouden vergezellen, te bevoorraden. In Juli moes ten de levensmiddelen ververscht worden, daar ze door de buitengewone warmte van dat jaar bedorven waren omdat het geld weer ontbrak, moest Micault van den abt en de burgers van Middelburg de voor dit doel noodzakelijke gelden leenen. Twee Spaansche commissarissen moesten voor de proviandeering zorgen van het Spaansche gedeelte der vloot. In de maand Juni ontsloeg Karei het Keizerlijk Huishet bestond toen nog uit 450 personen zonder de lijfwacht. Aan het hoofd van het Keizerlijk Huis stond de hertog van Alva, die Grootmeester was Jean de Hennin, graaf de Bossu was opper stalmeester, ik noem deze namen, omdat ze ons in later tijd maar al te bekend zijn. In het midden der maand Juni brak mede door de hitte in dit jaar en de alle be schrijving tartende erbarmelijke hygiëni sche toestanden in Brussel een hevige epidemie uit, zoodat de keizer aan het einde der maand verhuisde naar buiten naar het kasteel Sterrebeke, Philips ging naar Tervueren. Inmiddels kwam zijn dochter Marie, vergezeld van haar man, aartshertog Maximiliaan, Koning van Bo- heme, zoon van den Roomschen koning Ferdinand, Kareis broer, nog afscheid ne men van den keizer. Nadat zij vertrokken waren, ging Karei dienzelfden dag, den 8en Augustus, naar Gent. Een ooggetuige vertelt. Een ooggetuige, Jean de la Roche, van wien we verder niets weten, heeft ons in pen „Discours de l'embarquement de .Char les Quint" 2) verteld, wat hij zelf heeft beleefd. Aan hem geef ik nu het woord zijn verhaal is daarom ook belangwekkend, omdat veel van wat hij vertelt, in onze onmiddellijke omgeving geschied is Nadat de keizer orde had gesteld op de zaken van het keizerrijk, ontving Ilij den koning van Boheme, de koningin en haar kinderen, den hertcg van Brunswijk, den hertog van Holstein en meerdere heeren om hun den koning, zijn zoon, aan te be velen, onder welke bedrijven zijn oorlogs vloot in Zeeland werd uitgerust, de toe- .bereidselen waren zoo omvangrijk, dat het wel leek of hij eenig koninkrijk moest ver overen, gezien het aantal schepen waarop degenen, die er mee belast waren, zoo wel in Holland als in Zeeland beslag leg den, zoodat velen niet konden gelooven, dat schip, dat de Vlamingen in den laatsten oorlog hadden buitgemaaktverder de Licorne (d.i. Eenhoren, ook wel zee eenhoren of narwal) van Duinkerken. Deze dertien schepen, met de 19 bovengenoemde, tezamen 32, waren alle schepen van 100, 200, 300 of 400 tot 800 ton, en de andere, zooals ik reeds opmerkte, kleine brigan tijnen (kleine schepen, lichte snelroeiende vaartuigen door riemen voortbewogen), in 't algemeen alle goed uitgerust. Er was geen schip, waarvan de verschansing niet verhoogd was en van schietgaten voorzien om meer artillerie er op te kunnen plaatsen. Afgescheiden van deze toebereidselen waren, wat de zeelieden betreft, al deze lieden samengeraapt en niet veel bijzonders de besten waren bijtijds weggegaan, om ter vischvangst uit te zeilen, vreezen de tegen gehouden te worden, terwijl ze meer konden verdienen in hun gewone bedrijf. De gage van den zeeman op hét oorlogsschip bedroeg op 4 duiten na vier gulden per maand, wat nog niet eens twee kronen is, die der schip pers is 12 kronen, die der stuurlieden 10 per maand. De genoemde Heer van Wacken is admiraal der vloot en kapitein Maigret (dat is Gerard van Msckere) vice-admiraaL Toen alles gereed was en de keizer ge heel orde had gesteld op zijn zaken, af- scneid genomen had van de gezanten en hen achtergelaten had bij zijn zoon (Philips II dus), vertrok hij van Gent op Vrijdag den 28en Augustus 1556, in een draagstoel (nl. tusschen 2 paarden), gekleed in een wa penrok van zwart laken en een eenvoudige tabbaard van dezelfde stof. Toen ik aan iemand vroeg, waarom hij zoo eenvoudig in het zwart gekleed was met zoo'n somber gelaat, kreeg ik ten ant woord dat hij rouw droeg over iemand, van Het kasteel van West-Souburch 1750 hier teekende Keizer Karei 7 Sept. 1-556 de oorkonde, waarin hij afstand deed van de Duitsche keizerskroon het behoorde oorspronkelijk aan de Heeren van West-Souburch. kwam later aan den bastaardtak der Bourgondiërs (bijv. Jacques van Bourgondië. heer va.n Falaix) werd in 1567 door Philips II verkocht aan Jeronimus de Rollé, gedeeltelijk verwoest door Geuzen en Spanjaarden, die het beurtelings bezetten in 1572 12 Juli 1578 verkocht aan Philips van Marnix Heer van St. Aldegonde, door diens erfgenamen in 1638 verkocht aan Middelburg. Weder in 1679 verkocht aan Isaac van Perre, na wiens dood het aan zijn broeder Cornelia van Perre kwam in 1746 aan zijn neef Adriaan Steengracht, daarna in 1773 aan Cornelis Steengracht. Later voor afbraak verkocht, daar het geheel vervallen was. Het stond ten Westen van de kerk van West-Souburg, waarvan het kerkhof nog over is, aan den ouden kleiweg naar Vlissingen, waarvan het begin nog te zien is, doch die nu doodloopt op het vliegveld. Een paar armzalige slooten, resten der slotgrachten, zijn het eenige overblijfsel. de vloot alleen moest dienen tot geleide van den keizer, maar eerder, dat er een aanslag gepleegd zou worden op Engeland of een ander land. Bovendien wou men niet aannemen, dat hij het land in zoo'n verwarden tijd de oorlog met Frankrijk was nog niet ten einde aan de handen van zijn nog weinig ervaren zoon zou overlaten, waar een machtig Frankrijk diens naaste buurman was. Niettegen staande al die verschillende geruchten en meeningen vorderden de toebereidselen der vloot zoodanig na veel strubbeling, dat on geveer half Augustus alle schepen klaar waren en bevoorraad, zoowel met levens middelen, waarvan de meeste in Holland waren gekocht, als met geschut, kruit en kogels en andere munitie eveneens daar opgeëischtbovendien had men ongeveer 5000 zeelieden bestemd voor de verdedi ging en bemanning der schepen, met inbe grip van de gewone bemanning, de solda ten niet medegerekend, tenzij dan enkele Spanjaarden van de 7 schepen van Don Louis de Carmide 3). Het totaal aantal oorlogsschepen tot con- voyeering van den keizer bedroeg 37. Ten eerste waren 19 groots schepen bewapend, nl. tien Spaansche en negen Hollandsche hulken, daarbij meegerekend het schip van den keizer, dat aan een Spaansch koopman behoorde, ©sn heel mooi en goed gebouwd schip van. ongeveer 400 ton 4) men had erin een speciale hut voor Zijne Majesteit ïafcsn maken, zestien voet in het vierkant metend, wel gesloten en voorzien met groen dubbel genomen laken, opdat de wind er in geen geval zou kunnen doordringen. De ge noemde hut was gemaakt op het bovendek, op het achterkasteel, eromheen en er onder waren twintig andere hutten voor zijn offi cieren. Te Campvere of anders genoemd Vere waren nog 13 andere schepen, zoowel groote als middelmatige, nl. acht groote hulken van den keizer, een andere van den Heer van Beveren (nl. Maximiliaan van Bourgondië, heer van Veere en Vlissingen, tevens 's keizers admiraal), en een galjoen van 80 ton, dat de Heer van Wacken (nl. Adolf van Bourgondië van Wacken-Capelle), commissaris-generaal en admi2-aal van de vloot, opzettelijk had laten bouwen, de Vellette van Dieppe en ©sn Bretonsch wie hij zeer veel gehouden had, die hij Plus oultre 5) noemde en die sinds kort over leden was. Daarna vroeg ik, waarom hij zoo langzaam gedragen werd in deze draag stoel, die meer op een doodkist leek dan op iets anders, terwijl bijna nooit iemand zoo'n hooge vlucht genomen had, en men zeide mij, dat dit het tegengestelde was, omdat zijn adelaar, die gewóón was hem te dragen, lijdende was aan gezichtsblindheid, omdat hij te veel gekeken had in de schittering van de wassende maan. Op deze wijze vertrok de keizer, verge zeld van zijn zoon, ook aanwezig waren o.a. de hertog van Sa.voy.e, de hertog van Aer- schot, de graaf d'Hoogstraten, graaf Arem- berg, graaf van Megen, graaf va.n Mans- feld, juist uit Frankrijk gekomen en op eerewoord vrijgelaten, de heer van Bossu, allen ridders van het Gulden Vlies, verder waren tegenwoordig Spaansche edelen, als o.a. de hertog van Medina-Celi, Don An- tonzus de Toledo, Don Luis de Carvajal, Don Louis de Avila en meerdere heeren van deze natie. Zijn zoon, de koning, ver gezelde hem met een deel der bovengenoem- den tot aan de plaats, waar hij zou over nachten, Sasq genoemd dus Sas van Gent op vier mijlen van Gentde overi gen keerden in de stad terug, na den keizer tot buiten de poorten der stad te hebben geleid. Den Zaterdag daarop vertrokken zijn zus ters, de koninginnen6) uit Gent om zich bij den keizer te voegenen den daarop volgenden dag, dus Zondagmorgen vertrok Zijne Majesteit uit Gent, vergezeld van zijn beide zusters, om te gaan naar Nieuvar (d.i. Nieuwvaert) anders genoemd Nieuwha- ve .7), een kerspel op een afstand van een halve mijl gelegen van de plaats van ver trek hier wachtte de Heer van Wacken, de admiraal hem op met heuden (een soort boeier), die in orde gebracht waren om hem naar Walcheren over te brengen, het voor naamste eiland van Zeeland, waar al de oorlogsschepen, waarover ik straks sprak, verzameld waren. Dadelijk toen de keizer en de beide ko ninginnen waren ingescheept, nam de ko ning van Engeland (nl. zijn zoon Philips II, die met Maria Tudor, koningin van Enge land gehuwd was, zij stierf 1558) afscheid van Zijne Majesteit en de beide koningin nen vervolgens, toen de zeilen geheschen werden, beval hij ze in de hoede van God aan en keerde weder naar Gent terug. De wind was zoo gunstig voor den over tocht van den keizer, dat, terwijl Zijne Majesteit ongeveer te 9 uur vertrokken was, hij reeds tusschen twaalven en een uur te Wilsinde aankwam. Dat wil niet zeggen Welsings tusschen Rammekens en Arnemui- den, aan de zuidoostkust van Walcheren, maar Vlissingen8). De afstand tusschen beide plaatsen bedraagt ruim 6 Vlaamsche mijlen. Nauwelijks hadden de bewoners der plaats gezien dat de keizer naderde, of zij groetten met saluutschoten uit kanonnen en donderbussen. Toen hij aangekomen was, en aan wal gestapt aan het hoofd het Westerhavenhoofd en ontvangen door de voornaamsten der stad, wandelde Zijne Ma jesteit, door twee edellieden onder den arm gesteund te voet vanaf de landingsplaats naar den ingang der sterkte, wat ongeveer achtentwintig schreden was. p) Nadat hij de opschriften bekeken had, die aan den ingang waren aangebracht, trad hij de vesting binnen, waar een zeer kleine muilezel klaar stond, die door hem dadelijk bestegen werd. Boven den uitgang der sterkte was een klem tooneel, waarop symbolisch waren voorgesteld Kracht. Vol- hai'ding, Eendracht die de Liefde voedden, waaronder was geschrevenConcordia nutrit Amorem dit alles aangeduid door jonge lieden, zeer landelijk uitgedost, en het tooneel evenzooHij bekommerde zich niet om de stad, hield er zich niet op en trok verder naar een plek, genaamd Zumbur dus Souburg naar een vrij mooi kasteel voor dit land, dat zoo gemak kelijk mogelijk was ingericht, een gunstigen wind voor zijn vertrek afwachtend. De twee koninginnen bleven te Vlissingen evenals de hertogin van Lotharingen, die hen was komen vergezellen met haar hofdames de zen hadden een bleek en kleurloos gelaat, want ik kan verzekeren, dat zij reeds zeer in hun nadagen waren en dat het zeer noo- dig was dat zij zich uit de samenleving terugtrokken. De koninginnen waren gehuisvest in het h;.:s van den Vlissingschen baljuw10) nu het pand no. 37, Bellamypark, hoek Breestraat en de hertogin van Lotharin gen was bij haar, maar bleef er slechts twee dagen en keerde toen terug naar Gent met den hertog van Aerschot. Alzoo bleven er de koninginnen, een gun stigen wind afwachtendzij troffen het, dat hun logies tegenover de hoofdkerk was, en er ging geen uur, geen dag voorbij of zij keken naar welken kant het haantje ge keerd was. (Dit staat er letterlijk, nl.„de quel costê estoit tourné le cochet"). Op Maandag den laatsten dag der maand Augustus, waren zij gaan kijken naar de schepen, voor hun vertrek gereedgemaakt, zij waren daartoe in een klein vaartuig ge stapt en er was geen oorlogsschip noch koopvaarder of ze groetten met kanon schoten, eveneens de Fransche schepen, die toen wel ten getale van.; 60 of 70 waren,. Bretagnera ert Normandiërs. H. G. VAN GROL, Archivaris. Dit schreef Jan van der Beke aan den president van de rekenkamer te Rijsel. Vgl. M. Gachard, Retraite et Mort de Charles Quint", p. 106, note 2. 2) Vgl. La Bibliothèque Nationale Paris, Notices et Extraits etc. par M. Gachard. Tome Ier p. Ill etc. s) Don Luis de Carvajal, kapitein-generaal van de vloot van Guipuzcoa (één der Bas- kische provinciën, de Biscayers waren van oudsher beroemde zeelieden). 4) Het was El Espiritu Santo genoemd en behoorde aan Martin Ximenez de Ber- tendonakapitein er op was diens zoon Antonio. Het mat in werkelijkheid 565 ton. (Archives de Simancas, Contadurias gene rales, la época, liasse 517). s) „Plus oultre", „steeds verder" was 's keizers trotsche devies, dat wel ©en schrille tegenstelling was met dit tragisch slot van een vaak schitterende regeerings- periode. 6) nl. Maria, koningin-weduwe van Hon garije en Leonora, koningin-weduwe yan Frankrijk. 7) De Nieuwe Vaert was een verbindings kanaal «van Gent naar Sas van Gent, aan 't einde lag dus Nieuwhaven, nu verdwenen, maar 't lag ten noordwesten van Sas van Gent en ten oosten van Philippine. Van Nieuwhaven voer men langs het eiland, waarop Biervliet lag, naar de Wester- schelde. Nieuwhaven was dus de voorhaven van Sas van Gent. g) Zie Gachard, Bibliothèque Nationale Paris, Tome Ier, p. 114, note 1. 8) Dit was het Rondeel, een groot steenen bolwerk, ook Keizerspoort genoemd, in 1548 op last van den keizer gebouwd. Nu Ro tonde met standbeeld van De Ruyter. 10) nl. Matthys Caimoyezijn sterfhuis werd aangekocht door de stad om er het stadhuis in te vestigen, daar het oude stad huis aan de noordzijde van de Bree straat, nu 13 en 15 te klein geworden wasdit oude stadhuis, het oudste dus, werd 17 Febr. 1559 ten verkoop ingezet. Kooper werd Pieber Carbonnier, rentmees ter van Maximiliaan van Bourgondië. Den 14 Mei 1597 werden „het oude en het nieuwe stadhuis" verkocht, omdat het toen nieuw ste stadhuis op de Groote Markt was ge bouwd het is in 1809 verbrand. 28e weeh 1888. In de voorjaarsvergadering der Prov. Sta ten van Zeeland werd herbenoemd tot bui tengewoon lid van Ged. Staten de heer J. M. Kakebeeke. Op het adres van W. H. Martin te Vlis singen, verzoekend aan de Staten uit de provinciale fondsen een subsidie van ƒ12.000 voor een aanleg- en wandelpier vóór het badhotel aldaar, werd afwijzend beschikt. Op de veilingen in het Goesche land wor den niettegenstaande den grooten ker- senvoorraad goede prijzen besteed. Vol gens taxatie was de opbrengst 5 h 6 cent per kilo. Het ziet er voor de handelaren niet erg rooskleurig uithet regenachtige weer doet veel nadeel, want de vroege soorten rotten; en scheuren voor zij rijp zijn. Nu reeds werden partijtjes op den afslag verkocht tegen nauwelijks 6 cent per kilo. Land- en, tuinbouw verlangen ook zeer naar droogte* De kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Vlissingen heeft in de vacature-Klomp be roepen ds. A. B. ter Haar Romeny te Dedemsvaart. In een vergadering van de sociëteit „Ne- derlandsch Loodswezen" alhier, werd met algemeene stemmen besloten tot het aan gaan van een geldleening tot een bedrag van ƒ25.000, teneinde voor haar rekening aan den Zeeboulevard een nieuw gebouw, daar te stellen, waarin men tevens voor nemens is de wachtkamers der loodsen eit roeiers aan te brengen. Zulks geschiedt met het oog op het ver vallen van het huurcontract van het be staande gebouw op 1 Juli 1889, wat zoowel voor huurder als verhum-der niet wensche- lijk wordt geacht te vernieuwen. SCHEEPVAARTBERICHTEN Bouw van het m.s. „Oranje" vordert snel. De bouw van de „Oranje", het nieuwe vlaggeschip van de Stoomvaartmaatschap pij „Nederland", in aanbouw bij de Neder landsche Scheepsbouwmaatschappij te Am sterdam, is inmiddels zoover gevorderd, dat de bijzonder en slanke bouw van het 20.000 ton metende schip geheel is te zien. De huidbeplating is bijna geheel gereed. Thans worden de balken van het promenadedek aangebracht. De onderliggende dekken zijn reeds bijna geheel afgeklonken. Met het uitdraaien van de gaten onder in het ach terschip voor de drie schroefaskokers, is een begin gemaakt. In de koel- en vrieskamers is het hout werk en de kurkisolatie grootendeels aan gebracht. Ook de betimmering van de pro viand- en bagageruimen en der linnenka mers is voor een belangrijk deel gereed* Op verschillende plaatsen zijn reeds de voetribben en het sehotwei'k der hutten te zien en worden de houten dekken gelegd* Voorts is een aanvang gemaakt met het aanbrengen van verschillende pijpleidingen* Een totale lengte pijpleidingen van onge veer 30 K.M. wordt aangelegd. Deze lengte is nog gering in vergelijking met die der: electrische leidingen, welke in het schip zullen worden gemonteerd. Deze lengte zal ruim 350 K.M. bedragen. Het bijna 200 meter lange gevaarte zal bij de tewaterlating op 8 September 9.200.000 K.G. wegen. Het ligt in het voornemen, dat de „Oranje" in den nazomer van het vol gend jaar zijn eerste reis naar Neder- landsch-Indië zal maken. Het s.s. „Houtman" heeft zijn laatste reis beëindigd. Na 25-jarigen dienst in de Indische wa teren, is gisteren het s.s. „Houtman" van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij aan de Lloydkade te Rotterdam aangeko men, om daar voor dc laatste maal na een reis de ti'ossen vast te maken. Het schip meerde daar als alle andere schepen van den Lloyd, maar toch had dit oogenblik voor de bemanning een bijzondere beteekenis. De „Houtman" nl. heeft zijn laatste reis gemaakt met als passagiers hoofdzakelijk employé's van de maatschap pij, die met verlof naar het moederland gingen. Behalve in Indië heeft het schip ook een tijdlang op Australië gevaren. Het zuster schip van de „Houtman", de „Tasman", is reeds tijdens den wereldoorlog getorpe deerd. Het 5069 ton metende vracht- en passa giersschip werd in 1913 op de werven van de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschap pij te Amsterdam gebouwd en het wordt nu dezer dagen naar de scheepsslooperij N.V. Holland te Hendrik Ido Ambacht ge sleept. De „Rouen" aan den grond geraakt. De pakketboot „Rouen", welke den dienst onderhoudt tusschen Dieppe en Newhaven* is gisteren bij den ingang der haven van Newhaven aan den grond geraakt. Een ter assistentie uitgevaren sleepboot is eveneens vastgeraakt. Ten slotte is de „Rouen" weer vlotge- bracht Er waren tal van passagiers aan boord.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1938 | | pagina 3