sn
TWEEDE BLAD
VLISSINGSCHE COURANT
Keizer Karei V vertrekt van Vlissingen naar Spanje
Uit de Vlissingsche Courant
van vóór 50 jaar.
T
18
ter
r se
ur-
?rd
VAN ZATERDAG 9 JULI 193S NUMMER 159
17 September 1556
I.
Keizer Kavel doet afstand van de regeevingZijn vertrek naar Spanje
uitgesteld door geldgebrek. De vloot in Zeeland gereedgemaakt-
Gage der zeeliedenVertrek van Gent over Sas van Gent naar
VlissingenAankomst te Vlissingen aan het havenhoofd
Versiering aldaar. Verblijf op het kasteel van West-
Souburg. Zijn zusters blijven te Vlissingen.
Naar men weet, deed Keizer Karei V
den 25sten October 1555 te Brussel afstand
van de regeering, na de opvolging geregeld
te hebben in de Nederlanden, die nu ver-
eenigd waren en zouden blijven naar
men meende onder de dynastie, die
naar Maximiliaan van Oostenrijk, 's kei
zers grootvader, genoemd was. In den krijg
tegen Frankrijk had men het voordeel van
den samenhang van alle Nederlandsche
gewesten leeren inzien en door de „prag
matieke sanctie" had Karei de erfelijkheid
der souvereine macht in de mannelijke en
vrouwelijke linie des keizers voor alle
eeuwen vastgelegd.
De illusie van Philips van Bourgondië
scheen verwezenlijkt en niemand kon ver
moeden, dat nog geen twintig jaar later
alles gistte, woelde en op losse schroeven
stondDe tranen, die in de groote zaal
van het Brusselsche paleis werden vergo
ten op dien 25sten October, toen de door
zorgen en ziekte gebogen keizer in tegen
woordigheid der Staten-Generaal de re
geering plechtig overdroeg aan zijn zoon,
die tranen, samenstemmend met de snik
ken, waarmede de hf erscher na zijn lange
rede in zijn armstoel zonk, waren de ken-
teekenen eener algemeene diepe smart bij
het aftreden van een geliefden meester.
„Treffend was zijn weemoedig vriendelijk
afscheid van zijn dienaren, zijn ernstig
woord tot z$n zoon en opvolger, tot de
Jertegenwocrdigers zijner Nederlandsche
onderdanen" ,- tragisch het oogenblik, toen
ée gebroken man hij was nog slechts
t>5 jaar met zijn zuster, Koningin Maria
van Hongarije, de landvoogdes der Neder
landen, onder doodsche stilte, langzaam,
steunend op den schouder van den 22-jari
gen prins Willem van Oranje, de zaal ver
liet, gevolgd door zijn aangewezen opvol
ger, Philips, die in onze geschiedenis zoo
berucht zou worden.
Men weet ook, dat Karei niet dadelijk
na zijn afstand naa»r Spanje vertrok, hoe-,
zeer hij dit ook begeerde eerst den 8en
Augustus 155^verliet hij Brussel, den 28en
nam hij te Gent afscheid van zijn zoon en-
ging naar Zeeland, waar de vloot wachtte
die hem naar zijn bestemming moest bren
gen.
De reden, dat zijn vertrek zooveel later
plaats had dan oorspronkelijk het plan
was, moet gezocht worden in gebrek aan
geld. Hij liet in de havens van Zeeland een
vloot uitrusten, die op zijn laatst in No
vember 1555 klaar moest zijn. Den 27en
September van dat jaar was „Monsieur
de Bèvres" nl. Maximiliaan van Bourgon
dië, markies van Veere en Vlissingen,
Heer van Beveren, admiraal der vloot,
naar Zeeland vertrokken om toebereidselen
tot het vertrek der vloot te maken 1) Hij
wilde niet vertrekken, zonder het Keizer
lijk Huis te hebben ontslagen, maar dit
kon hij niet ontslaan zonder de leden ervan
te betalen de achterstallige schulden aan
zijn dienaren beliepen reeds een som van
200.000 kronen en zijn schatkist was ledig.
.Wel benutte hij dezen tijd, om de regeering
over zijn andere rijken aan Philips over te
dragen (bijv. Castilië, Leon, Granada, Na
varre, Aragon, de Indien, Sicilië enz.),
maar dit had ook in Spanje kunnen ge
beuren. Nadat eindelijk het geld uit Spanje
was gekomen, zóu Karei in Juni '56 ver
trekken. In dé eerste dagen van Mei werd
het lid van 's keizers Raad Micault, Heer
d'Indevelde naar Zeeland gezonden om de
Vlaamsche schepen, die den keizer zouden
vergezellen, te bevoorraden. In Juli moes
ten de levensmiddelen ververscht worden,
daar ze door de buitengewone warmte van
dat jaar bedorven waren omdat het geld
weer ontbrak, moest Micault van den abt
en de burgers van Middelburg de voor dit
doel noodzakelijke gelden leenen. Twee
Spaansche commissarissen moesten voor de
proviandeering zorgen van het Spaansche
gedeelte der vloot.
In de maand Juni ontsloeg Karei het
Keizerlijk Huishet bestond toen nog uit
450 personen zonder de lijfwacht. Aan het
hoofd van het Keizerlijk Huis stond de
hertog van Alva, die Grootmeester was
Jean de Hennin, graaf de Bossu was opper
stalmeester, ik noem deze namen, omdat
ze ons in later tijd maar al te bekend zijn.
In het midden der maand Juni brak mede
door de hitte in dit jaar en de alle be
schrijving tartende erbarmelijke hygiëni
sche toestanden in Brussel een hevige
epidemie uit, zoodat de keizer aan het
einde der maand verhuisde naar buiten
naar het kasteel Sterrebeke, Philips ging
naar Tervueren. Inmiddels kwam zijn
dochter Marie, vergezeld van haar man,
aartshertog Maximiliaan, Koning van Bo-
heme, zoon van den Roomschen koning
Ferdinand, Kareis broer, nog afscheid ne
men van den keizer. Nadat zij vertrokken
waren, ging Karei dienzelfden dag, den
8en Augustus, naar Gent.
Een ooggetuige vertelt.
Een ooggetuige, Jean de la Roche, van
wien we verder niets weten, heeft ons in
pen „Discours de l'embarquement de .Char
les Quint" 2) verteld, wat hij zelf heeft
beleefd. Aan hem geef ik nu het woord
zijn verhaal is daarom ook belangwekkend,
omdat veel van wat hij vertelt, in onze
onmiddellijke omgeving geschied is
Nadat de keizer orde had gesteld op de
zaken van het keizerrijk, ontving Ilij den
koning van Boheme, de koningin en haar
kinderen, den hertcg van Brunswijk, den
hertog van Holstein en meerdere heeren
om hun den koning, zijn zoon, aan te be
velen, onder welke bedrijven zijn oorlogs
vloot in Zeeland werd uitgerust, de toe-
.bereidselen waren zoo omvangrijk, dat het
wel leek of hij eenig koninkrijk moest ver
overen, gezien het aantal schepen waarop
degenen, die er mee belast waren, zoo
wel in Holland als in Zeeland beslag leg
den, zoodat velen niet konden gelooven, dat
schip, dat de Vlamingen in den laatsten
oorlog hadden buitgemaaktverder de
Licorne (d.i. Eenhoren, ook wel zee
eenhoren of narwal) van Duinkerken. Deze
dertien schepen, met de 19 bovengenoemde,
tezamen 32, waren alle schepen van 100,
200, 300 of 400 tot 800 ton, en de andere,
zooals ik reeds opmerkte, kleine brigan
tijnen (kleine schepen, lichte snelroeiende
vaartuigen door riemen voortbewogen), in
't algemeen alle goed uitgerust. Er was
geen schip, waarvan de verschansing niet
verhoogd was en van schietgaten voorzien
om meer artillerie er op te kunnen plaatsen.
Afgescheiden van deze toebereidselen
waren, wat de zeelieden betreft, al deze
lieden samengeraapt en niet veel bijzonders
de besten waren bijtijds weggegaan, om ter
vischvangst uit te zeilen, vreezen de tegen
gehouden te worden, terwijl ze meer konden
verdienen in hun gewone bedrijf. De gage
van den zeeman op hét oorlogsschip bedroeg
op 4 duiten na vier gulden per maand, wat
nog niet eens twee kronen is, die der schip
pers is 12 kronen, die der stuurlieden 10
per maand. De genoemde Heer van Wacken
is admiraal der vloot en kapitein Maigret
(dat is Gerard van Msckere) vice-admiraaL
Toen alles gereed was en de keizer ge
heel orde had gesteld op zijn zaken, af-
scneid genomen had van de gezanten en
hen achtergelaten had bij zijn zoon (Philips
II dus), vertrok hij van Gent op Vrijdag den
28en Augustus 1556, in een draagstoel (nl.
tusschen 2 paarden), gekleed in een wa
penrok van zwart laken en een eenvoudige
tabbaard van dezelfde stof.
Toen ik aan iemand vroeg, waarom hij
zoo eenvoudig in het zwart gekleed was
met zoo'n somber gelaat, kreeg ik ten ant
woord dat hij rouw droeg over iemand, van
Het kasteel van West-Souburch 1750
hier teekende Keizer Karei 7 Sept. 1-556 de oorkonde, waarin hij afstand deed van de Duitsche
keizerskroon het behoorde oorspronkelijk aan de Heeren van West-Souburch. kwam later aan
den bastaardtak der Bourgondiërs (bijv. Jacques van Bourgondië. heer va.n Falaix) werd in
1567 door Philips II verkocht aan Jeronimus de Rollé, gedeeltelijk verwoest door Geuzen en
Spanjaarden, die het beurtelings bezetten in 1572 12 Juli 1578 verkocht aan Philips van Marnix
Heer van St. Aldegonde, door diens erfgenamen in 1638 verkocht aan Middelburg. Weder in
1679 verkocht aan Isaac van Perre, na wiens dood het aan zijn broeder Cornelia van Perre
kwam in 1746 aan zijn neef Adriaan Steengracht, daarna in 1773 aan Cornelis Steengracht.
Later voor afbraak verkocht, daar het geheel vervallen was. Het stond ten Westen van de kerk
van West-Souburg, waarvan het kerkhof nog over is, aan den ouden kleiweg naar Vlissingen,
waarvan het begin nog te zien is, doch die nu doodloopt op het vliegveld. Een paar armzalige
slooten, resten der slotgrachten, zijn het eenige overblijfsel.
de vloot alleen moest dienen tot geleide
van den keizer, maar eerder, dat er een
aanslag gepleegd zou worden op Engeland
of een ander land. Bovendien wou men
niet aannemen, dat hij het land in zoo'n
verwarden tijd de oorlog met Frankrijk
was nog niet ten einde aan de handen
van zijn nog weinig ervaren zoon zou
overlaten, waar een machtig Frankrijk
diens naaste buurman was. Niettegen
staande al die verschillende geruchten en
meeningen vorderden de toebereidselen der
vloot zoodanig na veel strubbeling, dat on
geveer half Augustus alle schepen klaar
waren en bevoorraad, zoowel met levens
middelen, waarvan de meeste in Holland
waren gekocht, als met geschut, kruit en
kogels en andere munitie eveneens daar
opgeëischtbovendien had men ongeveer
5000 zeelieden bestemd voor de verdedi
ging en bemanning der schepen, met inbe
grip van de gewone bemanning, de solda
ten niet medegerekend, tenzij dan enkele
Spanjaarden van de 7 schepen van Don
Louis de Carmide 3).
Het totaal aantal oorlogsschepen tot con-
voyeering van den keizer bedroeg 37. Ten
eerste waren 19 groots schepen bewapend,
nl. tien Spaansche en negen Hollandsche
hulken, daarbij meegerekend het schip van
den keizer, dat aan een Spaansch koopman
behoorde, ©sn heel mooi en goed gebouwd
schip van. ongeveer 400 ton 4) men had
erin een speciale hut voor Zijne Majesteit
ïafcsn maken, zestien voet in het vierkant
metend, wel gesloten en voorzien met groen
dubbel genomen laken, opdat de wind er in
geen geval zou kunnen doordringen. De ge
noemde hut was gemaakt op het bovendek,
op het achterkasteel, eromheen en er onder
waren twintig andere hutten voor zijn offi
cieren. Te Campvere of anders genoemd
Vere waren nog 13 andere schepen, zoowel
groote als middelmatige, nl. acht groote
hulken van den keizer, een andere van den
Heer van Beveren (nl. Maximiliaan van
Bourgondië, heer van Veere en Vlissingen,
tevens 's keizers admiraal), en een galjoen
van 80 ton, dat de Heer van Wacken (nl.
Adolf van Bourgondië van Wacken-Capelle),
commissaris-generaal en admi2-aal van de
vloot, opzettelijk had laten bouwen, de
Vellette van Dieppe en ©sn Bretonsch
wie hij zeer veel gehouden had, die hij Plus
oultre 5) noemde en die sinds kort over
leden was. Daarna vroeg ik, waarom hij
zoo langzaam gedragen werd in deze draag
stoel, die meer op een doodkist leek dan op
iets anders, terwijl bijna nooit iemand zoo'n
hooge vlucht genomen had, en men zeide
mij, dat dit het tegengestelde was, omdat
zijn adelaar, die gewóón was hem te dragen,
lijdende was aan gezichtsblindheid, omdat hij
te veel gekeken had in de schittering van
de wassende maan.
Op deze wijze vertrok de keizer, verge
zeld van zijn zoon, ook aanwezig waren o.a.
de hertog van Sa.voy.e, de hertog van Aer-
schot, de graaf d'Hoogstraten, graaf Arem-
berg, graaf van Megen, graaf va.n Mans-
feld, juist uit Frankrijk gekomen en op
eerewoord vrijgelaten, de heer van Bossu,
allen ridders van het Gulden Vlies, verder
waren tegenwoordig Spaansche edelen, als
o.a. de hertog van Medina-Celi, Don An-
tonzus de Toledo, Don Luis de Carvajal,
Don Louis de Avila en meerdere heeren
van deze natie. Zijn zoon, de koning, ver
gezelde hem met een deel der bovengenoem-
den tot aan de plaats, waar hij zou over
nachten, Sasq genoemd dus Sas van
Gent op vier mijlen van Gentde overi
gen keerden in de stad terug, na den keizer
tot buiten de poorten der stad te hebben
geleid.
Den Zaterdag daarop vertrokken zijn zus
ters, de koninginnen6) uit Gent om zich
bij den keizer te voegenen den daarop
volgenden dag, dus Zondagmorgen vertrok
Zijne Majesteit uit Gent, vergezeld van zijn
beide zusters, om te gaan naar Nieuvar (d.i.
Nieuwvaert) anders genoemd Nieuwha-
ve .7), een kerspel op een afstand van een
halve mijl gelegen van de plaats van ver
trek hier wachtte de Heer van Wacken,
de admiraal hem op met heuden (een soort
boeier), die in orde gebracht waren om hem
naar Walcheren over te brengen, het voor
naamste eiland van Zeeland, waar al de
oorlogsschepen, waarover ik straks sprak,
verzameld waren.
Dadelijk toen de keizer en de beide ko
ninginnen waren ingescheept, nam de ko
ning van Engeland (nl. zijn zoon Philips II,
die met Maria Tudor, koningin van Enge
land gehuwd was, zij stierf 1558) afscheid
van Zijne Majesteit en de beide koningin
nen vervolgens, toen de zeilen geheschen
werden, beval hij ze in de hoede van God
aan en keerde weder naar Gent terug.
De wind was zoo gunstig voor den over
tocht van den keizer, dat, terwijl Zijne
Majesteit ongeveer te 9 uur vertrokken
was, hij reeds tusschen twaalven en een uur
te Wilsinde aankwam. Dat wil niet zeggen
Welsings tusschen Rammekens en Arnemui-
den, aan de zuidoostkust van Walcheren,
maar Vlissingen8). De afstand tusschen
beide plaatsen bedraagt ruim 6 Vlaamsche
mijlen. Nauwelijks hadden de bewoners der
plaats gezien dat de keizer naderde, of zij
groetten met saluutschoten uit kanonnen
en donderbussen. Toen hij aangekomen was,
en aan wal gestapt aan het hoofd het
Westerhavenhoofd en ontvangen door de
voornaamsten der stad, wandelde Zijne Ma
jesteit, door twee edellieden onder den arm
gesteund te voet vanaf de landingsplaats
naar den ingang der sterkte, wat ongeveer
achtentwintig schreden was. p)
Nadat hij de opschriften bekeken had, die
aan den ingang waren aangebracht, trad
hij de vesting binnen, waar een zeer kleine
muilezel klaar stond, die door hem dadelijk
bestegen werd. Boven den uitgang der
sterkte was een klem tooneel, waarop
symbolisch waren voorgesteld Kracht. Vol-
hai'ding, Eendracht die de Liefde voedden,
waaronder was geschrevenConcordia
nutrit Amorem dit alles aangeduid door
jonge lieden, zeer landelijk uitgedost, en
het tooneel evenzooHij bekommerde
zich niet om de stad, hield er zich niet op
en trok verder naar een plek, genaamd
Zumbur dus Souburg naar een vrij
mooi kasteel voor dit land, dat zoo gemak
kelijk mogelijk was ingericht, een gunstigen
wind voor zijn vertrek afwachtend. De twee
koninginnen bleven te Vlissingen evenals
de hertogin van Lotharingen, die hen was
komen vergezellen met haar hofdames de
zen hadden een bleek en kleurloos gelaat,
want ik kan verzekeren, dat zij reeds zeer
in hun nadagen waren en dat het zeer noo-
dig was dat zij zich uit de samenleving
terugtrokken.
De koninginnen waren gehuisvest in het
h;.:s van den Vlissingschen baljuw10)
nu het pand no. 37, Bellamypark, hoek
Breestraat en de hertogin van Lotharin
gen was bij haar, maar bleef er slechts
twee dagen en keerde toen terug naar Gent
met den hertog van Aerschot.
Alzoo bleven er de koninginnen, een gun
stigen wind afwachtendzij troffen het, dat
hun logies tegenover de hoofdkerk was, en
er ging geen uur, geen dag voorbij of zij
keken naar welken kant het haantje ge
keerd was. (Dit staat er letterlijk, nl.„de
quel costê estoit tourné le cochet").
Op Maandag den laatsten dag der maand
Augustus, waren zij gaan kijken naar de
schepen, voor hun vertrek gereedgemaakt,
zij waren daartoe in een klein vaartuig ge
stapt en er was geen oorlogsschip noch
koopvaarder of ze groetten met kanon
schoten, eveneens de Fransche schepen, die
toen wel ten getale van.; 60 of 70 waren,.
Bretagnera ert Normandiërs.
H. G. VAN GROL,
Archivaris.
Dit schreef Jan van der Beke aan den
president van de rekenkamer te Rijsel. Vgl.
M. Gachard, Retraite et Mort de Charles
Quint", p. 106, note 2.
2) Vgl. La Bibliothèque Nationale Paris,
Notices et Extraits etc. par M. Gachard.
Tome Ier p. Ill etc.
s) Don Luis de Carvajal, kapitein-generaal
van de vloot van Guipuzcoa (één der Bas-
kische provinciën, de Biscayers waren van
oudsher beroemde zeelieden).
4) Het was El Espiritu Santo genoemd
en behoorde aan Martin Ximenez de Ber-
tendonakapitein er op was diens zoon
Antonio. Het mat in werkelijkheid 565 ton.
(Archives de Simancas, Contadurias gene
rales, la época, liasse 517).
s) „Plus oultre", „steeds verder" was
's keizers trotsche devies, dat wel ©en
schrille tegenstelling was met dit tragisch
slot van een vaak schitterende regeerings-
periode.
6) nl. Maria, koningin-weduwe van Hon
garije en Leonora, koningin-weduwe yan
Frankrijk.
7) De Nieuwe Vaert was een verbindings
kanaal «van Gent naar Sas van Gent, aan
't einde lag dus Nieuwhaven, nu verdwenen,
maar 't lag ten noordwesten van Sas van
Gent en ten oosten van Philippine. Van
Nieuwhaven voer men langs het eiland,
waarop Biervliet lag, naar de Wester-
schelde. Nieuwhaven was dus de voorhaven
van Sas van Gent.
g) Zie Gachard, Bibliothèque Nationale
Paris, Tome Ier, p. 114, note 1.
8) Dit was het Rondeel, een groot steenen
bolwerk, ook Keizerspoort genoemd, in 1548
op last van den keizer gebouwd. Nu Ro
tonde met standbeeld van De Ruyter.
10) nl. Matthys Caimoyezijn sterfhuis
werd aangekocht door de stad om er het
stadhuis in te vestigen, daar het oude stad
huis aan de noordzijde van de Bree
straat, nu 13 en 15 te klein geworden
wasdit oude stadhuis, het oudste dus,
werd 17 Febr. 1559 ten verkoop ingezet.
Kooper werd Pieber Carbonnier, rentmees
ter van Maximiliaan van Bourgondië. Den
14 Mei 1597 werden „het oude en het nieuwe
stadhuis" verkocht, omdat het toen nieuw
ste stadhuis op de Groote Markt was ge
bouwd het is in 1809 verbrand.
28e weeh 1888.
In de voorjaarsvergadering der Prov. Sta
ten van Zeeland werd herbenoemd tot bui
tengewoon lid van Ged. Staten de heer J.
M. Kakebeeke.
Op het adres van W. H. Martin te Vlis
singen, verzoekend aan de Staten uit de
provinciale fondsen een subsidie van
ƒ12.000 voor een aanleg- en wandelpier
vóór het badhotel aldaar, werd afwijzend
beschikt.
Op de veilingen in het Goesche land wor
den niettegenstaande den grooten ker-
senvoorraad goede prijzen besteed. Vol
gens taxatie was de opbrengst 5 h 6 cent
per kilo.
Het ziet er voor de handelaren niet erg
rooskleurig uithet regenachtige weer doet
veel nadeel, want de vroege soorten rotten;
en scheuren voor zij rijp zijn. Nu reeds
werden partijtjes op den afslag verkocht
tegen nauwelijks 6 cent per kilo. Land- en,
tuinbouw verlangen ook zeer naar droogte*
De kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te
Vlissingen heeft in de vacature-Klomp be
roepen ds. A. B. ter Haar Romeny te
Dedemsvaart.
In een vergadering van de sociëteit „Ne-
derlandsch Loodswezen" alhier, werd met
algemeene stemmen besloten tot het aan
gaan van een geldleening tot een bedrag
van ƒ25.000, teneinde voor haar rekening
aan den Zeeboulevard een nieuw gebouw,
daar te stellen, waarin men tevens voor
nemens is de wachtkamers der loodsen eit
roeiers aan te brengen.
Zulks geschiedt met het oog op het ver
vallen van het huurcontract van het be
staande gebouw op 1 Juli 1889, wat zoowel
voor huurder als verhum-der niet wensche-
lijk wordt geacht te vernieuwen.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
Bouw van het m.s. „Oranje"
vordert snel.
De bouw van de „Oranje", het nieuwe
vlaggeschip van de Stoomvaartmaatschap
pij „Nederland", in aanbouw bij de Neder
landsche Scheepsbouwmaatschappij te Am
sterdam, is inmiddels zoover gevorderd, dat
de bijzonder en slanke bouw van het 20.000
ton metende schip geheel is te zien. De
huidbeplating is bijna geheel gereed. Thans
worden de balken van het promenadedek
aangebracht. De onderliggende dekken zijn
reeds bijna geheel afgeklonken. Met het
uitdraaien van de gaten onder in het ach
terschip voor de drie schroefaskokers, is
een begin gemaakt.
In de koel- en vrieskamers is het hout
werk en de kurkisolatie grootendeels aan
gebracht. Ook de betimmering van de pro
viand- en bagageruimen en der linnenka
mers is voor een belangrijk deel gereed*
Op verschillende plaatsen zijn reeds de
voetribben en het sehotwei'k der hutten te
zien en worden de houten dekken gelegd*
Voorts is een aanvang gemaakt met het
aanbrengen van verschillende pijpleidingen*
Een totale lengte pijpleidingen van onge
veer 30 K.M. wordt aangelegd. Deze lengte
is nog gering in vergelijking met die der:
electrische leidingen, welke in het schip
zullen worden gemonteerd. Deze lengte zal
ruim 350 K.M. bedragen.
Het bijna 200 meter lange gevaarte zal bij
de tewaterlating op 8 September 9.200.000
K.G. wegen. Het ligt in het voornemen, dat
de „Oranje" in den nazomer van het vol
gend jaar zijn eerste reis naar Neder-
landsch-Indië zal maken.
Het s.s. „Houtman" heeft zijn laatste
reis beëindigd.
Na 25-jarigen dienst in de Indische wa
teren, is gisteren het s.s. „Houtman" van
de Koninklijke Paketvaart Maatschappij
aan de Lloydkade te Rotterdam aangeko
men, om daar voor dc laatste maal na een
reis de ti'ossen vast te maken.
Het schip meerde daar als alle andere
schepen van den Lloyd, maar toch had dit
oogenblik voor de bemanning een bijzondere
beteekenis. De „Houtman" nl. heeft zijn
laatste reis gemaakt met als passagiers
hoofdzakelijk employé's van de maatschap
pij, die met verlof naar het moederland
gingen.
Behalve in Indië heeft het schip ook een
tijdlang op Australië gevaren. Het zuster
schip van de „Houtman", de „Tasman", is
reeds tijdens den wereldoorlog getorpe
deerd.
Het 5069 ton metende vracht- en passa
giersschip werd in 1913 op de werven van
de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschap
pij te Amsterdam gebouwd en het wordt
nu dezer dagen naar de scheepsslooperij
N.V. Holland te Hendrik Ido Ambacht ge
sleept.
De „Rouen" aan den grond geraakt.
De pakketboot „Rouen", welke den dienst
onderhoudt tusschen Dieppe en Newhaven*
is gisteren bij den ingang der haven van
Newhaven aan den grond geraakt. Een ter
assistentie uitgevaren sleepboot is eveneens
vastgeraakt.
Ten slotte is de „Rouen" weer vlotge-
bracht Er waren tal van passagiers aan
boord.