gen
Babbeltjes uit en over ons bedrijf
jubileum-nummer
zeldzaam
26-
Achter de zetmachine.
Aan het loket.
PERSPENNING
van de Onderlinge Vereeniging
„De Zeeuwsche Pers".
Hl
beknopte nieuwsuitzending gegeven. Aardig
is het dan toch ook weer om nog eens de
stem te hooren van haar, met wie je lan
gen tijd draadloos zoo „nauw" verbonden
bent geweest, nl. de omroepster van het
A.N.P., juffrouw Anna, zooals zij op ons
bureau werd genoemd.
Lang behoefden we echter van deze
„ouderwetsche" manier van nieuwsvoorzie
ning geen gebruik te maken, daar P.T.T. al
spoedig voor een noodleiding had gezorgd,
door tijdelijk een telefoonader buiten
bruik te stellen en hierop de telexverbinding
aan te sluiten.
Dat men op een redactiebureau ook een
weinig aanleg dient te hebben voor het op
lossen van letterpuzzle's, zal wellicht iet
wat vreemd klinken, maar toch is het zoo.
Wanneer, zooals is voorgekomen, in den
voornacht de type-arm met de letter e af
breekt en de machine lustig door blijft
ratelen, zender de e af te drukken, nu
dan beschikt men 's morgens over een
flinken voorraad puzzles, daar door
het ontbreken van deze letter, zooals men
begrijpen zal, de gekste combinaties ont
staan. Het is dan ook een „leuk" karwijtje
om bij het bewerken der kopij alle e's er
bij te moeten plakken.
O
Natuurlijk zal iedereen wel begrijpen, dat
het niet de bedoeling is geweest, met bo
venstaande te wijzen op een slechte wer
king van de machine. Verre van dat
Enkele storingen daargelaten, kan men
niet anders dan vol lof zijn over dit staaltje
van menschelijk vernuft. Wq hebben U met
een en ander echter slechts een klein beeld
willen geven van enkele der vele moei
lijkheden waarvoor men zich op een re
dactiebureau geplaatst ziet.
Laten wij tenslotte dit telex-praatje be
sluiten met een woord van groote waar
deering voor de technische afdeeling der
P.T.T., in het bijzonder aan het adres van
de speciaal voor dezen tak van dienst op
geleide monteurs, die steeds hun best doen
om alles zoo goed mogelijk te doen func-
tionneeren en eventueele storingen zoo snel
dit kan te verhelpen.
Door J. MARIJS.
Met een gebaar van ergernis legde de
voorman-maehinezetter zijn vakblad voor
zich op de tafel, zcodat zijn vrouw hem
met verwonderd-vragenden blik aankeek.
„Dat is nou weer 'ns echt Amerikaan-
sche opschepperij", begon hij. „Verbeeldt
je, hier staat, dat 'n Amerikaansche ma-
chinezetter op 'n Intertype de prestatie
heeft geleverd van 20.000 letters per uur.
't. Is gewoonweg onmogelijk".
En de voorman nestelde zich nog eens
gemakkelijk in zijn stoel om zijn vrouw
hiervan naderen uitleg te geven. Deze,
gewoon hoog op te zien tegen de vakkunde
en bekwaamheid van haar man, zette zich
tot belangstellend luisteren.
„Kijk 'ns, vrouw De zetmachine is ge
bonden aan een bepaalden loop en snelheid,
en al kan deze misschien nog wel wat op
geveerd worden, de constructie is zoodanig,
dat deze snelheid niet overschreden kan
worden. Een productie van zeg 10.000 let
ters per uur mag dan ook als een bijzon
dere prestatie beschouwd worden. Temeer
daar toch ook aan de arbeids-energie van
den machinezetter grenzen zijn gesteld".
Eenmaal op dit thema van zijn geliefd
vak aangeland, was Jan niet spoedig uit
gepraat, en hij ging dus voort met ver
schillende bijzonderheden mede te deelen
over zijn mooie en vernuftige machine,
totdat hij eindelijk bemerkte, dat zijn ega
hoeveel moeite de goede ziel zich ook gaf
haar man bij deze technische uiteenzettin
gen te volgen, waarvan zij echter al heel
weinig begreep achter haar handwerkje
v/as ingedut.
Dit was ock voor hem aanleiding zoo
zachtjes aan ter ruste te gaan om krach
ten te verzamelen voor den nieuwen oag.
Den volgenden morgen te acht uur, tij
dens het halfuurtje, dat de machinezetters
benutten om hun machines voor het werk
van den dag gereed te maken het
schoonmaken, poetsen en smeren der vitale
onderdeelen - kwam het gesprek al spoe
dig op het bewuste bericht. Ook het oor
deel der collega-zetters was vernietigend
en zij g'aven daaraan, elk naar zijn wijze,
uiting.
„Ze binne gek was het bondige oordeel
van Gijs, in de wandeling „de zwijger' ge
noemd.
Jan, „de dikke", stopte een versche pijp,
blies dikke rookwolken uit en gaf daarna
enkele andere staaltjes van Amerikaan-
schen bluf ten beste, terwijl Peet, „de
kroot", zoo genoemd vanwege zijn gezonde
gelaatskleur, op zijn luidruchtige manier
zijn meening demonstreerde.
Het werd een drukke dag ter zetterij.
Verschillende stukken, stad- en provincie-
nieuws, verslagen en advertenties, omvang
rijke kopij van velerlei aard. gaven de ge
zellige drukte, welke aan het gereedmaken
van een dagblad onvermijdelijk verbon
den is.
De motoren, der zetmachines zoemden,
het getik der zetters op het toetsen bord,
het vallen der matrijzen in den verzame
laar en bij de distribueering in het maga
zijn, vormden tezamen het rhythmische lied
van den arbeid.
De rappe handen bewogen zich over de
keyborden 3n vormden de matrijzen tot
regelsin regelmatigen gang werden de
gegoten regels in den verzamelhaak uit-
gestooten.
De patroon was niet kwaad. Hij wist dat
het zenuwspannend werk aan de zetma
chine wel eens eenige verpoozing vereischt
in den vorm van een trekje aan sigaar,
sigaret of pjjp doch op een drukken dag
vergat zelfs de „dikke" zijn pijp te stoppen.
Intens waren gedachten en handelingen
er op gericht om den kostbaren tijd zoo
veel mogelijk te benutten. En tusschen al
de veelvoudige geluiden door, rammelde het
steeds in het brein van den voerman-ma-
chinezettertwintig-duizend, twintig-dui
zend, twintig-duizend
Al eenige malen hadden zyn naast hem
zittende collega's steelsgewijze naar hem
gekeken. Wat mankeerde den „lange" van
daag Hij zweeg als een „mof" en na
enkele vergeefsche pogingen staakte de
„kroot" die veel van een „gïjntje" hield
zijn pogingen hem uit zijn tent te lok
ken.
Hij kreeg den „lange" vandaag niet op
„de kast"
Steeds vlugger volgden de gegoten re
gels elkaar op binnenland, buitenland,
stadsnieuws er. ten slotte de „kleintjes" en
grootere advertenties, welke op de drie
magazijn-machine met zijmagazijnen, gezet
werden. De productie was dezen dag buiten
gewoon, maar haalde bij lange-na niet de
20.000
Toen, tegen drie uur, rinkelde eensklaps
het alarm-signaal van den verreschrijver,
ter waarschuwing, dat een bijzonder be
langrijk bericht werd doorgezonden. Enkele
minuten later kwam de hcofd-redacteur in
eigen persoon de zetterij opgestormd
„Chef nog een berg kopij Moet beslist
nog in de Krant, met 'n bijzonder soort
letter Verlovmg van Prinses Juliana
Terstond was alles in rep en roer. De
chef overlegde met den voorman-machine-
zetter, over het type letter, waarin deze
heuglijke tijding zou gezet worden Vette
Nobel-antiek, over 2 kolom.
En een lange, lange strook kopij sleepte
achter den hoofd-redacteur aan.
„Dat is onmogelijk, chef Dat kan om
4 uur niet klaar besliste de „lange
En om even 4 uur moesten de vormen op
de rotatie-pers En wat was er na het
zetten en opmaken der vormen nog alle
maal niet te doen, eer dat de vormen pers
klaar waren
„Doe je bestprobeer het eens zei
toen de patroon, die er een eer in stelde
dat ook alle post-abcnné's denzelfden avond
nog door de „Vlissingsche Courant" van de
blijde mare op de hoogte werden gesteld.
Plots verstrakte het gezicht van den
voorman en een grimmige, vastberaden
trek kwam te voorschijn.
Het verwisselen van magazijnen en het
stellen der formaatbekkens enz. op twee
kolom waren het werk van een oogenblik.
Met een robuste beweging zette „de lange"
zich voor het toetsenbord en begon te
tikken. Duizelingwekkend snel vlogen de
vingers over de toetsen de eene gezette
regel wachtte in den verzamelaar op den
anderen werd „weggestuurd" en gegoten.
In minder dan geen tijd was de galei vol-
gezetde regels naar den proeftrekker
gebracht om gecorrigeerd te worden. Het
jongmaatje der zetterij werd gerequireerd,
om den loodpot bij te vullen.
Vol verbazing stonden patroon en chef
naar de wonderlijke snelheid der machine
te staren
Toen, te 3 minuten vóór 4, stond de
„lange" op, schoof z'n stoel achteruit en
zei laconiek „Ziezoo, 't is gebeurd".
Te verbluft om op 't oogenblik iets te
zeggen, en mede doordat de tijd drong,
werd het zetsel in den vorm geplaatst en
alle vormen werden gepragd, tot stypen ge
goten en daarna in de rotatiepers
vastgeklemd.
Eerst toen deze in razend tempo de cou
ranten uit zijn stalen mechanisme te voor
schijn tooverde, en de patroon met vol
doening constateerde dat „de bcot" voor
de „Overjordaansche" abonné's gehaald
kon worden, kwamen de machinezetters
tot de werkelijkheid terug en begon men
zich te realiseeren, welk een geduchte
prestatie hier was verricht.
De „dikke" verzocht den chef voor de
aardigheid eens na te rekenen hoeveel let
ters het artikel over de verloving bevatte.
Nog vóór het einde van den werktijd
kwam de chef met de verbluffende mede-
deeling, dat het artikel 22.784 letters be
vatte
Een oogenblik van stilte volgde. Toen
barstte de „kroot" uit in een luid hoera
voor den „lange" spoedig door de overige
collega's en chef gevolgd.
Het werd den voorman-maehinezetter
vreemd te moede. Dus tochdus
tochmompelde hij. Dus tóch is het
mogelijk en hij had dus zeker een wereld
record bereikt
Het hoera zwol in zijn ooren aan tot een
bruischend geroep, een koor waarmee
patroon, chef, redactie, technisch en kan
toorpersoneel instemde. De zetmachines na
men duizelingwekkende gestalten aan en
dansten om hem heen de rotatie-pers
raasde met donderend geweldja, het
scheen of al die machines hem dreigden te
verpletteren. Het zweet brak hem uit hij
gaf een schreeuw van angst enwerd
wakker.
„Man, je doet me verschrikken wat doe
je raar Je hebt zeker gedrcomd Toen
met een blik op den wekker „Gauw,
je hebt je verslapen het is kwart vc t
acht
Nog onwezenlijk van de doorgestane
emotie, wipte de voorman uit bed, scbcot
zijn kleedingstukken aan, maakte toilet en
vloog de deur uit.
Om 10 over acht stapt de „lange" de
zetterij in, met gelach en een ironisch
„goeden middag!" door zijn collega's
verwelkomd.
Door H. M. HARINCK Jr.
Het was eenige weken geleden op een
middag tegen 3 uur dat de geheele admi
nistratie op de redactiekamer de thee stond
te gebruiken. De eene maal geschiedt dit
wat luidruchtiger dan de andere, maar
altijd is het een gezellig oogenblik. Dien
middag kwam ook de a.s. groote gebeurtenis
bij ons dagblad ter sprake, n.l. het 75-jarig
bestaan. De hoofdredacteur zat met de
handen in het haar om de drukte die het
jubileumnummer meebracht en keek al
zuchtend naar een lijstje op zijn bureau
waar het werk dat nog verricht moest wor
den, stond aangegeven.
Doch plots veerde hij omhoog ik moet
nog een artikel voor het jubileumnummer
hebben, getiteld „Aan het loket", en zich
vervolgens wendend tot een der leden der
administratie zei hij „Schrijf jij dat nu
eens".
Er werd gelachen, er werden bedenkin
gen geopperd, want alles wat zich aan het
loket afspeelt is niet geschikt om openlijk
beschreven te worden. Maar na eenig over
leg werd het „verzoek" aangenomen en
namen wij op ons iets over onze loket-erva
ringen te vertellen.
S=
Er zullen niet veel Vlissingers gevonden
worden, die nog nooit op het bureau der
courant zijn geweest. Velen wisten den weg
naar het loket te vinden maar hoewel het
nu ongeveer 15 jaar g'eleden is dat de kan
toren der „Vlissingsche Courant" verbouwd
werden, gebeurt het toch nog wel eens dat
iemand door den ouden ingang binnenkomt
en rustig eenigen tijd in de gang aan het
oude loket staat te kloppen. „Hier moet
U niet meer zijn", is het stereotiep ant
woord van den bediende, die er heen gaat.
De anderen gnuiven en er klinken uitroe
pen als „Dat verleeren de menschen nu
nooit, over honderd jaar kloppen ze nog
aan dat loket".
De eenige jaren terug ingevoerde adver
tentie-rubriek „Onze Kleintjes" is een
attractie geworden. Er zal wel geen enkele
burgerlijke stand zijn, waar zooveel „Klein
tjes" aangegeven wprden als aan het loket
op ons kantoor, en danveelal nog drie
tegelijk. Soms weten wij zelf niet wie er
het eerst geholpen moet worden, want de
stroom neemt steeds toe. Deze komt met
een „Kleintje" van 8 regels, dat echter
maar 50 cent mag kosten en de administra
tie dan heel wat werk bezorgt om het zoo
te bekorten dat het niet meer dan 5 regels
beslaateen ander wil een „Kleintje" van
3 regels beslist op 5 regels gezet hebben,
wat technisch onmogelijk is. Doch alles
wordt in het werk gesteld om de cliënten
zoo goed mogelijk te bevredigen. Een enkele
maal komt het wel eens voor dat een echt
„kleintje" via het loket op het kantoor be
landt.
Bij de dagelyksche bezoekers aan het
loket behoort ook de post. Een trouwe
klant, waar echter zelden iets aan verdiend
wordt. Naast de meer bezadigde naturen
treffen wij onder hen een bijzonder vroo-
lijken klant aan. Na een fikschen klop op
het raam begroet hij ons zeer joviaal met
een „Goeden morgen" en informeert dan
zeer belangstellend „Alle heeren weer pre
sent?" Tevens probeert hij dan een vischje
uit te werpen om een sigaartje te ver
schalken, wat echter niet altijd gelukt.
Wij hebben nóg een vasten bezoeker aan
ons loket. Getrouw iederen avond, even na
6 uur komt hij met zijn pijpje in den mond
aan ons kantoor om de couranten voor de
abonné's op den Abeele af te halen. Even
een praatje over het weer (hij weet nl. zeer
juist de weersverwachting te zeggen) en
hij vertrekt met zijn couranten naar de be
woners in zijn omgeving, die hem ongetwij
feld een dankbaar hart toedragen nu zij des
avonds hun courant nog kunnen lezen.
Iets wat ons nog steeds veel ongemak
bezorgt, is het afgeven van brieven aan
het loket. Wij bedoelen hier de „brieven
onder letters". Hoewel wij er reeds her
haaldelijk in de courant op hebben gewezen,
dat deze in de bus gedeponeerd dienen te
worden, komt het nog geregeld voor dat
men de brieven afgeeft.
Op zekeren dag komt er weer iemand
met een dergelijken brief. Beleefd maken wij
hem er op attent, dat de brief in de bus
gestopt dient te worden. Op de vraag waar
deze zich dan bevindt, klinkt het antwoord
,In den muur, tusschen de ramen en de
deur", terwijl tevens een handgebaar naar
de tijdinghal wordt gemaakt met de toe
voeging „hier om het hoekje". Even later
komt de bewuste persoon terug met de
boodschap, dat hij „om den hoek" geen
brievenbus kon vinden. Wat is echter het
geval? Bij informatie bleek dat hij om den
hoek van het Groenewoud bij boekhandel
Timmerman was gaan kijken Na dit voor
val komt het niet meer voor dat hij zijn
brieven aan het loket afgeeft"de bus weet
hij nu wel te vinden.
Een courantenbureau dient met alles op
de hoogte te zijn. Naar de meest uiteen-
loopende zaken wordt gevraagd of geïnfor
meerd. Vreemdelingen komen binnenloopen
met de vraag naar een pensionlijst of vra
gen „the postoffice here?" stadgenooten
informeeren welke films er in Goes of Mid
delburg loopen, receptenbriefjes worden
aangeboden, de wolhandkrab wordt ge
toond, benevens een meikever, die in de
maand December boven den grond komt
kruipen enz. enz. Zelfs kwam iemand ons
oude couranten te koop aanbieden die wij
konden krijgen tegen 10 cent de kilo. „Er
had immers in de courant gestaan Oude
couranten, 10 cent per kilo".
Ook als wisselkantoor is het gemakke
lijk een courantenbureau in de buurt te
hebben. Wanneer wij een meisje met witte
jasschort aan, afgezet met blauwe banden,
aan het loket zien verschijnen, weten wij al
hoe laat het is. Er moet dan weer „wat
groot geld klein gemaakt worden". Doch
men heeft getoond, dat men dezen kleinen
dienst op prijs weet te stellen wij genieten
nog na van de „smakelijke" verrassing, die
wij indertijd tot belooning mochten ont
vangen.
In de middaguren krijgen we nogal eens
bezoek van jonge menschen. Zij, die een
gewichtigen stap in het leven gaan doen.
komen genoeglijk met hun beiden naar ons
bureau gewandeld, niet om daar aangifte
van hun huwelijk te doen, maar om dit
zwart op wit te laten „zetten". Zoodra er
een paartje aan het loket verschijnt, voelen
wij bij intuïtie dat de dienst, van onzen
„verlovings-, ondertrouw- of geboorte-spe
cialist" verlangd wordt, die dan ook direct
aanwezig is. Vooral sinds de circulaires of
kaarten voor deze aangelegenheden een bij
zender en apart cachet hebben gekregen,
zijn ze zeer in trek.
Een aardig voorval, dat zich eenige jaren
geleden aan ons loket afspeelde, dient aan
de vergetelheid ontrukt. Op een mi "ag
werd er geklopt. De bediende, die het
dichtst bij het loket zat, ging er heen. Een
dame stond voor hem Alvorens haar bood
schap te doen, vroeg ze zeer beleefd „of ze
eerst haar kousen even mocht optrekken".
Hiertegen bestond natuurlijk geen bezwaar
en het loket werd beleefdheidshalve even
gesloten. Na eenigen tijd, toen wij dachten
dat het zoo wat gebeurd kon zijn, wilde de
bediende het raampje weer openen, maar
nauwelijks had hij het op een kier of een
stem klonk hem tegen„Nie kieken, ik
bin nog liie klaar". Vanzelfsprekend liet hij
van schrik het raampje vallen
Uit al deze voorvallen blijkt wel, dat er
nogal eenige afwisseling heerscht op het
kantoor. Het is er dan ook geen oogenblik
rustig, want staat er niemand aan het loket,
dan rinkelt de telefoon. Zoo gaat het dag
in, dag uit. Van 's morgens 8 tot 's avonds
8 uur zonder onderbreken. En al is het dan
des avonds niet zoo druk al9 overdag, toch
gebeurt het we! eens dat juist tegen slui
tingstijd iemand nog vlug de hal binnen
schiet en zich aan het loket vervoegt.
Degene, die dan aanwezig is heeft het daar
mets op begrepen, want 8 uur is sluitings
tijd. Hij laat U echter daarvan niets merken
en begroet U als gewoonlijk met een vrien
delijk „Goeden avond".
9*9
Wij hebben getracht U een klein beeld
te geven van d* belevenissen op ons kan
toor. Er is zeer veel verscheidenheid in en
wij zouden aan het bovenstaande nog tal
rijke andere voorbeelden kunnen toevoegen.
Ook in de komende jaren zullen zeer
velen ons bureau bezoeken. Enhoe
meer U komt, hoe aangenamer het ons is.
Wij roepen U dus allen toe een hartelijk
„Tot ziens, aan het loket
i at
Onzekerheid tot het laatste oogenblik
Wij gelooven dat dit jubileumnummer van ons dagblad eenig
is in de geschiedenis van de Nederlandsche journalistiek, wanneer
wij rekening houden met de omstandigheden waaronder het in
elkaar moest worden gezet.
De te verwachten blijde gebeurtenis in het Prinselijk gezin heeft
bij onze voorbereidingen en tijdens den gang der werkzaamheden
namelijk een bijzonder groote rol gespeeld. Zooals in een dagblad
bedrijf nu eenmaal onvermijdelijk is, moest het technisch-samen-
stellen van ons jubileumnummer in de laatste week die aan ons
75-jarig bestaan voorafging, plaats vinden. Wij hadden reeds
besloten om het technisch en administratief personeel op den
nationalen feestdag 's middags vrij te geven. Maar natuurlijk konden
wij toen niet denken dat het heuglijke feit, dat heel Nederland
nu reeds weken in spanning houdt, zóó lang op zich zou laten wachten.
Maar de dagen verstreken en werden weken en de spanning
nam toe. Ook in ons bedrijf, waar men den tijd dringend noodig
had om ons jubileum-nummer gereed te krijgen. En iederen dag
opnieuw begon de arbeid in gespannen verwachtingzal de groote
gebeurtenis nu een feit worden, of nog niet? Aan den eenen kant
hoopten allen van wélhet zenuwspannende wachten zou dan ten
einde zijn. Maar aan den anderen kant keken velen onzer bezorgd
want de te verwachten geboorte in het Prinselijk gezin zou wellicht
de verschijning van een extra-nummer van ons dagblad noodig
maken. De hieraan verbonden arbeid èn het feit dat wij in dat
geval minstens een halven dag het werk voor het jubileum-nummer
moesten onderbreken, bracht ons in ernstige verlegenheid. En dus
werd alles op alles gezet. Met alle beschikbare krachten is in hoog
tempo snel doorgewerkt. En hoe lang wij in onzekerheid hebben
moeten verkeeren, blijkt misschien het best uit het feit, dat op het
oogenblik, dat wij dit artikeltje schrijven (Woensdagnamiddag
26 Januari; Vrijdag moet ons jubileumnummer gereed zijn!) de
toestand nog steeds onveranderd is.
En nóg een onzekerheid hield ons in de dagen die aan de ver
schijning van ons jubileum-nummer voorafgingen, in haar ban
gevangenHoe zal het met onze receptie gaan Maandagmiddag
hopen wij in Grand Hotel Britannia allen die belang stellen in het
wel en wee van ons dagblad te kunnen verwelkomen. Maar als
de geboorte eens precies in de uren zal vallen die wij voor de
receptie hebben vastgesteld?
Ongetwijfeld zou dit een zeldzaam 75-jarig bestaan worden,
waarbij met een beetje fantasie de heuglijke gebeurtenis in het
Prinselijk gezin als een uniek jubileum-geschenk zou kunnen worden
beschouwd. Aan den anderen kant is op het oogenblik dat wij dit
artikeltje schrijven, de mogelijkheid lang niet uitgesloten, dat a.s.
Maandag heel onze receptie uit elkaar spat, omdat onze staf
hals-over-kop naar de courant moet om een extra-nummer in
elkaar te zetten
Wij gelooven dan ook niets te veel te zeggen, wanneer wij
schrijven niet te kunnen aannemen, dat ooit een dagblad onder
zoo uitzonderlijke omstandigheden de voorbereidingen voor zijn
75-jarig bestaan heeft moeten treffen. In ieder geval wordt dit een
jubileum dat ons niet licht uit het geheugen zal gaan
m