Middenstand en Pers hebben elkaar noodig
lüist m
Vakkleeding!
V olkskleeding-Magazijn
De voorzitters der Middenstands-
vereenigingen aan het woord
De Kamer van Koophandel
en de Pers.
De doorslaggevende beteekenis
van dagbladreclame.
dat wij het eenigst speciaal en
meest gesorteerd adres zijn
in Zeeland voor al uw
L. J. M. QUASTERS,
Voovzitter Middenstandsvereeniging
„Gemeenschappelijk Belang", Af-
deeling Vlissingen van den Konink
lijken Nederl. Middenstandsbond.
Aan uw verzoek om een artikeltje, als
bijdrage voor uw jubileum-nummer met
bovenstaanden titel, voldoe ik gaarne, al
hoewel U mij in een moeilijk parket brengt
met uw verzoek om onomwonden mijn er
varing met uw blad weer te geven.
Critiek is er altijd uit te oefenen, vooral
op hen die aan den weg timmeren en om
nu in een jubileum-nummer zulks te doen
zou ik hoogst ongepast vinden.
Het is nu eenmaal moeilijk om het een
iedereen precies naar den zin te maken en
toch geloof ik dat het commercieel niet
goed bekeken zou zijn, indien U niet zou
trachten zooveel mogelijk door de klippen
>een te zeilen.
Uit persoonlijke ervaring weet ik wat
het beteekent eens per week een blad uit
te'geven en des te meer stijgt die beteeke-
nis door het uitgeven en verzorgen van een
dagblad en het voorzien onzer stadgenco-
ten van leesbare lectuur.
Wat betreft den Middenstand en uw me
dewerking, moet ik zeggen dat U steeds
bereid wordt gevonden uw kolommen open
te stellen en ik constateer zelfs in de laat
ste jaren nog verbetering.
Persoonlijk heb ik groote waardeering
voor uw bedrijf dat zich, ondanks de
moeilijke jaren die achter ons liggen, niet
alleen heeft weten te handhaven maar zelfs
weten te versterken.
Moge mijn gelukwenschen, die ik U
aanbied ter gelegenheid van uw 75-jarig
bestaan en de wensch dat uw courant zich
nog vele jaren zal mogen verheugen in
grooten groei en bloei, in vervulling gaan.
P. I. HAMMING,
Voorzitter van de Vereeniging van den
Chr. Handeldrijvenden en Industrieelen
Middenstand, af deeling Vlissingen.
De Directie en de Redactie verzochten
me, ter gelegenheid van het vijf en zeventig
jarig bestaan van dit blad, onder dit op
schrift iets te vertellen over mijn ervaring
met de „Vlissingsche Courant".
Zeer erkentelijk voor deze uitnoodiging
voldoe ik hier met genoegen aan.
Bij voorkeur stel ik niemand teleur. Toch
zeker niet op een verjaardag en dan nog
wel den vijf en zeventigsten.
Er is me niet om een artikeltje zonder
meer gevraagd, maar om een openhartig
geschreven stukje.
Van dit woordje „openhartig" stond ik
toch even te kijken. In Zeeland te vragen
openhartigheid Immers „Goed Zeeuwsch,
goed rond".
Als gast in deze kolommen past me ech
ter bescheidenheid. Ook aan dezen eisch van
fatsoen wil ik voldoen, zonder met de open
hartigheid in conflict te komen. Daarom
zal ik niet schrijven over Middenstand en
Pers, maar over Pers en Middenstand.
Het lijkt mij echter gewenscht eerst even
het begrip „Pers" nader te bezien. Naast
de dagbladpers kennen we ook het week
blad en de periodiek. Over deze laatste
twee zal ik het niet hebben. Niet omdat
ik de beteekenis van deze onderschat, maar
alleen omdat me verzocht is te schrijven
over mijn ervaring met de „Vlissingsche
.Courant". Dus met de dagbladpers.
De Pers en de Middenstand hebben tot
pp zekere hoogte dezelfde taak.
Zoowel de krant als de winkelier en de
ambachtsman of industrieel zijn er om het
publiek te dienen.
Het is dus zaak, zoowel van de Pers als
van den Middenstand steeds het laatste
nieuws te brengen tegen een zoo laag mo
gelijken prijs.
Vooral tegenwoordig met de snelle ver
anderingen in de mode is dit niet gemakke
lijk. Niet alleen voor den middenstand, maar
ook niet voor de Pers. Ook op het gebied
van lectuur wisselt de mode snel.
Toch is de taak van de Pers van verdere
strekking. De Pers beïnvloedt heel sterk
de publieke opinie. „Men" hecht groote
waarde aan wat er in de krant geschreven
wordt. Daarom rust op de Redactie een
groote verantwoordelijkheid.
Bovendien moet de Redactie van een
„neutraal", d.i. kleurloos, blad er steeds op
bedacht zijn vrede met alle menschen te
houden. Dat is een moeilijke opgaaf. Of dit,
wat de „Vlissingsche Courant" betreft,
steeds gelukt, laten we hier in het midden.
Mogelijk vindt de één dit blad soms te veel
naar links, een ander daarentegen weer te
veel naar rechts georiënteerd (waaruit dus
wel blijkt dat de gulden middenweg wordt
bewandeld Red. V.C.).
Het lijkt me erg moeilijk als redacteur
van een neutraal blad steeds eigen gevoelen
en inzicht achter te stellen bij de neutra
liteit van de krant.
Echter kunnen we wel constateeren, dat
de „Vlissingsche Courant" steeds bij is met
haar berichten en hiervoor geen moeite en
kosten ontziet. Denk slechts aan het dure
Telex-apparaat, dat dag en nacht in wer
king is.
De krant en de middenstand hebben el
kaar noodig. Een krant zonder advertenties
is haast niet denkbaar. Niet alleen omdat
zulk een krant veei actueel nieuws zou
missen nieuws, dat altijd met meer of min
der aandacht gelezen wordt, maar ook om
dat de advertentie-opbrengst van zeer groot
belang is voor de exploitatie.
Zonder advertenties zou de „Vlissingsche
Courant" haar abonnementsgeld beduidend
moeten verhoogen. Dit zou waarschijnlijk
gepaard gaan met veel bedankjes van abon-
né's. Immers zou het abonnementsgeld dan
voor tal van lezers een te groote uitgaaf
worden.
Nu moet U echter niet denken, dat de
middenstanders adverteeren om den abon
nementsprijs te drukken, opdat U voor
2.20 per kwartaal of voor 17 cent per
week iederen dag uw krant zult krijgen.
De advertentie is een belangrijke schakel
in het distributieproces.
Mogelijk was adverteeren vroeger niet zoo
noodig als tegenwoordig. In „de goeie ouwe
tijd" werd koningin mode niet zoo intens
gediend als nu.
Toen werd op de zilveren bruiloft dikwijls
hetzelfde costuum gedragen als op de
groene. Tegenwoordig doet men dat niet
meer. Alles is nu aan mode onderhevig.
Niet alleen de snit van uw costuum en het
model van uw auto, maar zelfs, zoowel de
kleur van uw keuken als die van uw kousen.
Met deze factoren heeft de middenstan
der rekening te houden. De mode wisselt
snel. De middenstander dient het publiek
van alle veranderingen op de hoogte te
houden. Daartoe heeft hij naast de étalages,
persoonlijke reclame enz. ook de adverten
tie noodig.
Geen enkele zaak kan zich de weelde ver
oorloven geen reclame te maken. De adver
tentie-reclame is er om de aandacht van
het publiek op de betreffende zaak te ves
tigen.
Adverteeren is duur. Deze opmerking
wordt meermalen gehoord en er zit een
grond van waarheid in.
Juist omdat adverteeren niet goedkoop
is, is het zaak goed uit te kijken in welk
blad men adverteert. De reclame-waarde
van alle kranten is niet gelijk. Persoonlijk
heb ik er b.v. niets aan te adverteeren in
een blad dat in Groningen of Maastricht
veel lezers heeft. Mijn advertenties moeten
in Vlissingen en omgeving gelezen worden
om profijtelijk te zijn.
De vraag, die de adverteerder zich te
stellen heeft, is deze: Door hoeveel en
door welke menschen moet mijn adver
tentie gelezen worden.
In dit verband zegt de oplaag van een
blad heel weinig. Want het komt heel dik
wijls voor, dat twee of meer gezinnen ge
zamenlijk een abonnement op een krant
hebben. Het voornaamste is, dat de krant
druk gelezen wordt, want dan is de
kans groot, dat ook uw advertentie veel
gezien en gespeld wordt.
Adverteeren in de „Vlissingsche Courant"
heeft bewezen doeltreffend te zijn.
Dit blad wordt nagenoeg huis aan huis ge
lezen, zoowel in Vlissingen als in de om
liggende plaatsen.
Mogelijk vindt de Directie in het feit van
het vijf en zeventig jarig bestaan der krant
aanleiding den regelprijs van de adverten
ties iets te verlagen. Dit zou den midden
stand ten goede komen. En waar er een
wisselwerking is tusschen Pers en Midden
stand, komt die verlaging ook de krant ten
goede, in den vorm van meer en grooter
advertenties.
Als slot van dit artikeltje moge ik de
Directie en de Redactie hartelijk feliciteeren
met dit 15e kroonjaar en den wensch uit
spreken, dat er steeds een goede en zuivere
verhouding blijft bestaan tusschen de „Vlis
singsche Courant" en de Vlissingsche Mid
denstand. Kon het zijn, dat de verhouding
zoo werd, dat de Directie van de „Vlissing
sche Courant" aanleiding zou kunnen vin
den haar advertentiekolommen uitsluitend
voor de Vlissingsche middenstandsadverten-
ties open te stellen.
J. HENNING,
Voorzitter der R. K. Middenstands
vereeniging „De Hanze".
Alvorens een en ander over bovenstaand
onderwerp te schrijven, eerst mijn geluk
wenschen aan de Firmanten, Redactie, ad
ministratief en technisch personeel bij het
75-jarig jubileum der „Vlissingsche Cou
rant".
Service is een pracht woord, maar het
klinkt mij te zakelijk voor de uiterst ge
moedelijke en hulpvaardige bediening, die
men steeds, 't zij voor een kleine of groote
opdracht op het Kleine Marktje ondervindt.
En juist die gemoedelijke sfeer is van
zoo'n groot belang, als men eens meent
iets recht te moeten zetten. Want steeds
weer komt men tot de ervaring, dat men
er èn voor de algemeene èn voor de indivi-
dueele middenstandsbelangen een open oor
en een goed hart heeft.
Het bevreemdt dan ook zeer, dat de mid
denstand in het algemeen, te weinig gebruik
maakt van de diensten die de „Vlissingsche
Courant" zoo gaarne bieden wil.
Sinds geruimen tijd bijv. bestaat nu de
rubriek „Van en Voor onzen Middenstand".
De naam is als het ware een uitnoodiging
aan de plaatselijke middenstandsbesturen
om hun wenschen voor deze rubriek ken
baar te maken, maar laten wij eerlijk zijn,
verder als een critiek op sommige hier ver
schenen artikelen hebben wij het niet ge
bracht.
Met inachtname van de zakelijke belan
gen der courant, zou deze rubriek toch
meer het sociaal economisch nut van den
middenstand kunnen behandelen. Het pu
bliek behoort toch eens te weten, dat
Jansen de bakker en Pieterse de slager
leden zijn van het Groote Nederlandsche
Middenstandsbedrijf. Een bedrijf waar
honderdduizenden arbeiders (sters) werk
zaam zijn.
De belangstelling, die de „Vlissingsche
Courant" volgens mijn ervaring voor den
middenstand blijkt te bezitten, verdient
door den middenstand beter begrepen en...
gebruikt te worden.
En als ik dan ook voor de toekomst voor
de „Vlissmger" mijn beste wenschen uit
spreek, dan wensch ik haar ook toe de
waardeering van den middenstand, waarop
zij door haar houding het volste recht heeft.
Door W. BERDENIS VAN BERLEKOM,
Voorzitter van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken v. d. Zeeuwsche Eilanden.
Vlissingenwie dit woord uit
spreekt of hoort, denkt onwillekeurig aan
havens, booten, kranen.
Hij ziet in verbeelding de groote nieuwe
buitenhaven, de diep het land indringende
binnenhavens hij denkt aan mailtreinen
en de fraaie passagiersschepen der Mij.
Zeeland met hare voortreffelijke service op
Engeland; aan de werven, fabrieken en kra
nen onzer Koninklijke Schelde, aan tal van
nijvere industrieën en een actieven midden
stand. En ook aan een badbedrijf, dat in den
zomer duizenden trekt, waardoor een le
vendig strand- en hotelleven en een be
langrijke vreemdelingen-industrie is ont
staan.
„Vreemdelingen-industrie", het woord
doet nog iets onwennig aan, maar waarom
zouden wij in onzen tijd van moderne za
kelijkheid den commercieelen kant van deze
stijgende ontwikkeling niet bij de zakelijke
bedrijven indeelen?
Vlissingen heeft zich door dit alles ont
wikkeld en verheven tot de eerste haven
en industriestad onzer provincie en neemt
met het volste recht deze plaats in.
O zeker, zoowel haven-verkeer al3 in
dustrie-uitbreiding konden een sneller tem
po volgen, maar wg mogen niet vergeten,
dat ook hier crisistegenspoeden remmend
hebben gewerkt en wij mogen dankbaar
zijn, dat desondanks de polsslag van durf
en energie niet is verslapt.
Hoe is de verhouding van Vlissingen tot
de Kamer van Koophandel en omgekeerd?
Wat heeft deze Kamer voor Vlissingen ge
daan?
Bij mijn weten is die verhouding altijd
voortreffelijk geweest. Is niet een promi
nente figuur als wijlen Jos. van Raalte vele
jaren lid en voorzitter van de Vlissingsche
Kamer geweest en heeft hij ook niet, na de
reorganisatie, nog eenige jaren met krach
tige hand de gereorganiseerde Kamer ge
leid? Hebben niet altijd vooraanstaande
industrieelen en nijvere middenstanders
zitting genomen in de afdeelingen Groot-
en Kleinbedrijf? Zij vonden en vinden daar
tot op den huidigen dag gelegenheid om
de belangen hunner stad te bepleiten. Zij
deden dit met groote vitaliteit en vonden
verdienden weerklank in de Kamer.
En omgekeerd wat deed de Kamer voor
Vlissingen
Zonder aarzelen is mijn antwoord „zoo
veel zij maar eenigszins kon". Zg steunde
de requesten, stimuleerde alles wat tot ver
deren bloei van de handelsstad kon strek
ken en toen het groote havenprobleem aan
de orde kwam, nam de Kamer na ernstige
debatten het standpunt in, dat deze nieuwe
havenplannen gesteund moesten worden.
Als ware het alleen uit de overweging
dat Nederland, aan den mond der veelbe
sproken Schelde, zoowel uit het gezichts
punt van internationale prestige, als van
handelspolitiek standpunt daar een eerste
klasse zeehaven broodnoodig had. Deze ge-
dachtengang leidde er toe, dat de Kamer
van Koophandel voor een aanzienlijk be
drag in het kapitaal der haven partici-
pi eerde.
Beantwoordt deze haven aan de ver
wachtingen
Niemand kan deze vraag thans definitief
beantwoorden, daarvoor zijn die verwach
tingen te zeer gevarieerd.
Maar het is een feit, dat dank zij een
zeer opbloeiend kolen- en oliebunkerbe
drijf, de haven een beeld vertoont van le
vendigheid en activiteit, die zoo zeer in het
kader van Vlissingen passen.
En de verdere mogelijkheden zgn veelzij
dig en onbegrensd.
Wat heeft de Zeeuwsche pers voor Vlis
singen gedaan?
Het antwoord is niet moeilijk te geven
de Zeeuwsche pers heeft altijd pal gestaan
voor de belangen van Zeeland's eerste
industrie- en havenstad. En het blad, dat
thans een jubileum viert en naar aanlei
ding waarvan ik deze gedachten opschrijf,
heeft in deze propaganda steeds een eerste
plaats ingenomen. Daarvoor mag Vlissin
gen en heel Zeeland de „Vlissingsche Cou
rant" dankbaar zijn.
Laat ik besluiten met een wensch
Moge de jubilaresse van heden haar weg
vervolgen op dezelfde wijze, waarop zij dien
tot heden heeft afgelegd objectief strij
dend voor het welzijn van deze nijvere stad
en haar bloeivan de stad, waaraan zg
haar naam verbonden heeft.
Door C. SLEWE,
Directeur „Cebuco",
De beteekenis van dagbladreclame kan
men van tweeërlei gezichtshoek uit be
schouwen, n.l. van den kant der abonné's
bekeken èn van de zijde van den adver
teerder bezien.
De beteekenis die dagbladreclame heeft
voor den adverteerder hangt echter ten
nauwste samen met haar beteekenis voor
de abonné's.
Dit is van een zoo onverbiddelijke logica,
dat iedere adverteerder dit altijd en immer
als uitgangspunt dient te nemen, wanneer
hij voor de keuze van een reclamemiddel
staat of hem een propositie hiervoor wordt
gedaan. En dan zal den zakenman steeds
weer de doorslaggevende beteekenis van
dagbladreclame blijken.
Immers in een dagblad verwacht
de abonné niet alleen advertenties te vinden,
maar daar zoekt hij of zij deze zelfs
In den bioscoop wordt de reclame U op
gedrongen en wekt ze zelfs bij het publiek
misnoegdheid, omdat men niet naar den
bioscoop is gegaan om projectieplaatjes of
andere reclame te bekijken, doch om films
te zien. Op een krant daarentegen abonneert
men zich óók om de advertenties.
Er is practisch geen enkel ander reclame
middel, waar dat het geval mee is geen
vrouw abonneert zich op een vrouwenblad
omdat er advertenties in staan het zou
geen ander tijdschrift één abonné kosten
zoo er geen enkele advertentie in stond
de straten en wegen zouden zeker niet
minder bewandeld worden zoo de aanplak
borden en -zuilen ontbraken, naar den post
bode zou met niet minder belangstelling
worden uitgekeken als hij nooit reclame
drukwerken bezorgde (integendeelwant
dan zou men weten, dat hij altijd wat be
langrijks bracht
Maar een dagblad? Als morgen aan den
dag een krant geen advertenties meer zou
opnemen, zouden de abonné's dat als een
zeer groot inconveniënt gevoelen. Want de
advertentie-kolommen van een dagblad
bevatten evengoed nieuws als het redactio-
neele gedeelte het zijn niet alleen de
advertenties voor voedings- en genotmidde
len en gebruiksartikelen, maar ook de
advertenties van tooneel-, concert,- bios
coopprogramma's veilingenverkoopin-
gen aandeelhoudersvergaderingen emis
sies uitlotingen e.a.financieel nieuws
familieberichten etc. etc. Hiernaar wordt
zoowel door de vrouw als door den man
uitgekeken, eiken dag weer opnieuw.
Iedere abonné op de „Vlissingsche Cou
rant" kan de waarheid hiervan bij zichzelf
overwegen. Het is trouwens méér dan
overtuigend gestaafd door een onderzoek
van adverteerderszijde bij meer dan 7500
huisvrouwen (dus evenveel ais Vlissingen,
Souburg en Koudekerke tezamen tellen)
enkele jaren terug in de groote steden van
het land gehouden, onder de verschillende
klassen der bevolking.
Het is zelfs op deze gewildheid van de
krantenadvertenties, dat de uitgevers van
gratis advertentieblaadjes speculeeren. Zij
ontberen evenwel juist dat deel der annon
ces hetwelk de waarde van de andere ver
heft zij missen begrijpelijkerwijs veelal
ork de belangstelling van de betere standen.
Immers alleen dat waarvoor betaald moet
worden, heeft waarde in iemand's oog.
Op grond van het bovenstaande kan een
dagblad zich dan ook met evenveel recht
het universeele, officieele advertentie
medium noemen, als het de universeele,
officieele nieuwsbrenger is.
Ik meen mij in dit jubileum-nummer van
de „Vlissingsche Courant" tot bovenstaande
ontwikkeling van de hiervoor door mij ge
geven stelling ta mogen bepalen. Ik besluit
met de opmerking, dat de grocte rol die de
..Vlissingsche Courant" in het leven van
Vlissingen en het verdere gewest heeft ge
speeld, economisch zoowel als cultureel,
voor een niet gerjng deel ook op het conto
van haar advertentie-publiciteit mag wor
den geboekt. Want, in de advertentiekolom
men van de „Vlissingsche Courant" staat
de geschiedenis van het zaken- zoowel als
van het familieleven dezer stad en omge
ving evenzeer beschreven als in het redac-
tioneele gedeelte.
Groenewoud C8
Vlissingen
En dat U door onzen
geweldigen omzet hier
in, profiteert van onze
lage prijzen.