500
100
25
22 JANUARI
EERSTE BLAD
«No. 18
76e Jaargang
1938-
litiaviFirma F. IM DE I/EIDE Ir., Walstra! St-iO,Vlissingii. Islil. 10. Postrekening 6628?
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd ep Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
IN HET CENTRUM VAN DEN STRIJD IN ZUID-CHINA.
STADSNIEUWS
DE KONINGIN EN DE PRINSES
MAKEN EEN WANDELING.
SdieurlcMisscw
unit Jew Jag
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn f2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk f3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels fl.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 ct iedere regel
meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1—5 regels f 1.—alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van een
anderen vinger.
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
„WIJ CHINEEZEN ZULLEN WINNEN".
{Van een bijzonderen correspondent)
De. Japansche en Chineesche verkla
ringen van de laatste dagen met de
daarop gevolgde terugroeping van de
wederzijdsche diplomatieke vertegen
woordigers waren de inleiding tot een
nieuwe phase in het Oost-Aziatische
conflict, welke in de eerste plaats ge
kenmerkt wordt door een verhoogde
militaire activiteit.
Over Kanton, de hoofdstad van Zuid-
China, huilen de alarmsirenes. Mijn wagen
hotst over een brug over de rivier, die vol
booten, jonken en stoomschepen ligt, en
wringt zich door nauwe, van menschen
wemelende winkelstraten, door de stoffige
wijken van de voorstad, waar winkels,
kramen en stinkende koeliekeukens tus-
schen de steeds spaarzamer wordende lee-
men hutten staan. Volgepakte riksja's met
eeuwig roepende, dravende koelies versper
ren ons den weg.
Geen mensch neemt er notitie van de
gierende sirenes. Sedert vier maanden is er
minstens twee maal per dag luchtalarm,
als de Japanners de spoorwegen met bom
men bestoken. Waarom zou men er zich
dan druk om maken? Wie let er tegen
woordig in Kanton nog op de roode vlag
gen, die op alle politiebureaus, door de ver
keersagenten op alle kruispunten aan de
lichtmasten worden opgehangen, om dege
nen te waarschuwen, die in het daverende
gewoel van de Chineesche millioenenstad
i onheilspellende stem van de sirenes niet
hebben gehoord?
Als ik, rijdend tusschen leege rijstvelden
en vijvers, meen reeds buiten de stad op
het land te zijn, buigt de chauffeur plot
seling af.Vlak voor ons staat tusschen
moestuinen een rij moderne betonvilla's,
leigrauw geverfd om ze onzichtbaar te
maken voor het oog van de vijandelijke
vliegers, evenals de pagoden, standbeelden,
en alle gebouwen van de Zuid-Chineesche
hoofdstad, die vroeger wit waren. Immers,
zouden deze scherp afstekende, witte voor
werpen den Japanschen vliegers, die dage
lijks de stad van de lucht uit bestoken, ge
makkelijk tot oriënteeringspunten kunnen
dienen. En zeker is het van belang, dat
deze groep van afgelegen villa's aan -het
oog van den vijand wordt onttrokken, w'ant
hier, achter een haag van woest uitziende
soldaten, die met het geweer aan den
schouder, het hoofd door den stalen helm
gedekt, iederen vreemden indringer met
wantrouwende blikken opnemen, bevindt
zich de met een zeker waas van geheim
zinnigheid omgeven residentie van den
Gouverneur van de Zuid-Chineesche provin
cie Kwantoeng, generaal Woe-Teh-Sjen.
Een "kenner van Japan.
In den voortuin van de villa zijn mans-
hooge barricaden van zandzakken opgewor
pen tegen het splintergevaar bij een Ja-
pansch luchtbombardement. En, echt Chi-
neesch op deze echt oorlogsachtig aan
doende barricaden staan de kooien met de
verschillende vogelsoorten, die iedere Chi
nees met heel zijn sentimenteele dieren
liefde welke zich evenwel tot de vogels
beperkt koestert en verzorgt. Nu, tegen
den avond, mogen de gevederde bonte zan
gers genieten van de koele buitenlucht.
Een stramme officier leidt mij door den
doolhof van gangen tusschen de zandzak-
kenbarricaden naar de voordeur en dan sta
ik voor een slanken .man met glad achter
over gekamd, grijzend haar. Achter den bril
met donkere glazen kijken een paar ver
standige oogen, vol jeugdig vuur, mij aan.
Hij draagt een uniform van een ondefini
eerbaar blauwe kleur, met hoogen kraag.
„Dus u komt uit Japan", zegt generaal
Woe-Ten-Sjen in vloeiend Engelsch, terwijl
een bediende geruischloos de gevulde thee
kopjes op de tafel in de kamer neerzet. De
kamer is modern en zakelijk ingericht, ge
heel als zoo menige moderne Hollandsche
woning, „ik ken Japan en de Japanners
zeer goed. Ruim 25 jaar geleden heb ik aan
J'! militaire academie in Japan gestudeerd
en later heb ik het land nog eens bezocht.
Als burgemeester van Sjanghai, na het
eerste incident in het jaar 1932 heb ik veel
met de Japanners te maken gehad. Nu zijn
de Japanners onze nationale vijanden en de
oorlog woedt over het land. Het is interes
sant, wat u daar vertelt, dat Japan met
dezen oorlog slechts onze Kwo.mintangre-
geering voor haar anti-Japansche houding
met geweld van wapenen wil straffen en
tot bezinning brengen, en dat er in Japan
geen haat tegen het Chineesche. volk be
staat. Gelooft u mij, in Japan vergist men
Zich omtrent de ware gezindheid van het
Chineesche volk in dit conflict. Niet alleen
de leiders van onze regeering, het heele
Chineesche volk van 450 millioen zielen is
er thans van doordrongen, dat Japan de
vijand is, en is tot alles bereid, om de on
afhankelijkheid van de Chineesche natie te
redden.
De Japanners denken ons Chineezen door
dezen oorlog tot andere gedachten te kun
nen brengen, ons een lesje te geven, opdat
wij Japan's vrienden zullen worden. Doch
de Japanners hebben onzen Chineeschen
gedachtengang steeds verkeerd begrepen
en onjuist beoordeeld. Juist het tegendeel
bereiken de Japanners thans door dezen
oorlog. Ik ken de Japanners goed, ik ken
hun plannen aangaande een groot Aziatisch
rijk, dat zij door Chineesch-Japansche sa
menwerking zouden willen opbouwen. Maar
Japan's daden zijn anders 'dan deze ideale
plannen. De Japanners vergeten ons
groeiend nationaalbewustzijn, vergeten on
ze ontzagwekkende cultureele prestaties, de
eindelooze uitgestrektheid van ons Chi-
neesch grondgebied, de 450 millioen van
ons Chineesche volk. Onze financieele po
sitie is ongeschokt door den oorlog.
Daardoor kunnen wij iedere gewenschte
hoeveelheid oorlogsmateriaal in het bui
tenland aankoopen".
V 9 9
Een telefoon rinkelt. Een bediende komt
binnen en stoot een paar woorden uit in
het harde Kantonneesche dialect. De gou
verneur loopt vlug naar het toestel. Boven
den schoorsteenmantel van de kamer hangt
een levensgroot portret van dr. Soen Yat
Sen, den vader van het tegenwoordige Chi
na. Jaren lang was de i-evolutionnair Woe-
Teh-Sien, in. wiens huis ik hier zit, als een
van de oudste partijleden een der naaste
medewerkers van Soen Yat Sen en zijn
hoofdadjudant. Hij was commandant van
het leger in Kwantoeng en hoofd der politie
in Kanton.
„Zoo, dus in Bias-Bay", herhaalt gouver
neur Woe-Teh-Sjen de telefonische mede-
deeling. Dan komt hij met een glimlach vol
vertrouwen naar mij toe „Ze melden mij
daar juist de landing van de Japanners in
Bias-Bay bij Hongkong. Best, laten zij
maar naar Kanton komen. Wij zrjn gereed
hun een warme ontvangst te bereiden. En
dat beteekent voor de Japanners een nieuw
front, waar ze tienduizenden nieuwe troe
pen in het gevecht zullen moeten brengen".
„Wij Chineezen, zullen winnen".
Ik sta naast den gouverneur en samen
kijken wij naar de stad Kanton, die zich
langzamerhand in duisternis hult. De ruiten
van de kamer beginnen onder het blaffende
snelvuur van de batterijen, het ratelen van
de machinegeweren, de verre, doffe uitbar
stingen van de Japansche bommen, licht te
vibreeren. „Goddank, de Japanners vliegen
in hun gewone richting, verklaart de gene
raal, nadat hij zich aan de wolkjes van het
afweergeschut met kennersblik heeft geo
riënteerd. „Als ze hierheen gekomen waren,
hadden wij minstens een half uUr in den
vluchtkelder moeten gaan en dan zou ik te
laat zijn gekomen op een groot diner in
Kanton, waarvoor ik uitgenoodigd ben".
En de gouverneur wijst op een nieuw ge
bouwd, bomvrij onderkomen in den voor
tuin, waarvan de deuren uitnoodigend open
staan.
Plotseling komt de generaal heel dicht op
mij af en zegt levendig „Versta mij wel,
China is vast besloten, dezen oorlog tot het
bittere einde vol te houden. Zelfs al worden
wij door Japan, dat in militair opzicht veel
sterker is dan wij, verslagen, den oorlog als
als zoodanig zullen wjj Chineezen winnen".
VOORSTELLEN VOOR DEN
GEMEENTERAAD.
A.s. Vrijdag komt de Vlissingsche Ge
meenteraad in vergadering bijeen o.m. ter
behandeling van onderstaande voorstellen
Commissie van toezicht Nijver
heidsonderwijs.
Ter voorziening in de vacature, welke op
1 Januari jl. is ontstaan in de Commissie
van Toezicht op het Nijverheidsonderwijs
door de periodieke aftreding van den heer
J. A. Gijzeis, hebben wij de eer U ter be
noeming in deze vacature het volgende
door deze Commissie aanbevolen dubbeltal
aan te bieden
1. de heer J. A. Gijzeis, aftredend
2. de heer P. C. de Rooij, electrotechnisch
ingenieur»
Koker 12 cachets 5 Oct. Proef doosje 2 stuks JOct
Wijziging der gemeentebegrooting
over 1937.
Nadat de begrooting der gemeente en
die der bedrijven voor 1937 in Uwe verga
dering van 22 December 1936 waren vast
gesteld en aan de goedkeuring van Gedepu
teerde Staten van Zeeland waren onderwor
pen, ontvingen wij van dat college een
brief, gedagteekènd 13/26 Augustus 1937
Nr. 69, le afd., waarin verschillende op
merkingen over die begrootïngén waren
vermeld.
Deze opmerkingen beoogden eenerzijds
verhooging van eenige posten der inkom
sten, anderzijds verlaging van meerdere
posten der uitgaven, teneinde tot vermin
dering van de rijksbijdrage uit het werk-
loosheidssubsidiefonds te geraken.
Daar wij ons met de beschouwingen van
Gedeputeerde Staten op vele punten niet
konden vereenigen, werden wij in de gele
genheid gesteld daarover van gedachten te
wisselen met de commissie uit genoemd
college, di© de financieele aangelegenheden
met de gemeenten meer in het bijzonder
behandelt.
De bezwaren van Gedeputeerde Staten
werden na de bespreking door ons uitvoe
rig beantwoord, bij ons schrijven dd. 7 Oc
tober jl.
In aanmerking nemende de omstandig
heid, dat de rijkscommissie van overleg
betreffende de gemeem .r-grootingen een
belangrijk aandeel neemt in het toezicht op
de samenstelling der begrooting, hebben wij
het dienstig geoordeeld, het door ons ge
voerde financieele beleid belichaamd in de
begrootingsposten eveneens bij die com
missie te bepleiten.
Wij mochten het genoegen smaken, dat
blijkens het van Gedeputeerde Staten ont
vangen schrijven, dd. 10/11 Januari jl., zoo
wel dat college als de commissie van over
leg ten aanzien van meerdere posten zich
er mede konden vereenigen, dat de raming
geschiedde als in ons schrijven was aange
geven.
Wat betreft enkele onderwerpen bleven
nog bezwaren bestaan, welke wij van zoo
danig" belang achtten, dat wij daarover een
onderhoud verzochten met de financieele
commissie uit Gedeputeerde Staten.
Intusschen hadden wij ook een uitvoerig
schrijven ontvangen van dat college over
de gemeentebegrooting voor 1938, zoodat
ook hierover van gedachten zou kunnen
worden gewisseld.
Deze bespreking had heden plaats. Ten
aanzien van de begrooting voor 1937 heb
ben wij overeenstemming bereikt, terwijl
over de begrooting voor 1938 nader eene
briefwisseling zal worden gevoerd.
In de begrooting voor 1937 zullen nog
eenige wijzigingen moeten worden aange
bracht, welke op den hierbij gevoegden
staat zijn vermeld.
Ten aanzien van de geraamde inkomstèn
zullen de posten betreffende de opbrengst
der belastingen volgens de nader verkre
gen gegevens gewijzigd moeten worden.
Het geraamde batig saldo over 1935 kon
thans nader worden becijferd op 4092.78.
Voorts achten wij van belang te vermel
den, dat het gereserveerde restant van het
batig slot van den dienst over 1933 ad
74.350 in de begrooting voor 1937 moet
worden opgenomen, terwijl de nog onge
dekte uitgaven wegens werkverschaffing,
enz. over 1931 en 1932, ad 59.400 daaruit
zullen worden bestreden.
Eveneens moet ten bate van deze be
grooting worden gebracht het gereserveer
de bedrag ad 4080 betreffende den stei
ger aan den Koningsweg.
Wat betreft de begrooting van uitgaven
moesten de posten wegens onderhoud van
straten en pleinen (Nr. 355) en wegens
wandelplaatsen en plantsoenen (Nr. 357)
door ons met klem worden verdedigd.
Eerstgenoemde post werd ten bedrage van
16.000 voldoende geacht. Voorshands
mag deze post worden geraamd op 20.000
in plaats van op 22.900, terwijl voor het
onderhoud van plantsoenen 15.000 in
plaats van 16.580 mag worden uitgegeven.
Wij hebben er voor zorggedragen, dat
voor 1937 deze posten niet zijn overschre
den.
De geraamde bedragen der gemeentelij
ke subsidies kunnen nog steeds geen in
stemming' vinden bij de hoogere colleges,
niettegenstaande wij met klem van redenen
herhaaldelijk de nuttigheid daarvan heb
ben betoogd.
Aangetrokken door het fraaie weder heb
ben de Koningin en de Prinses hedenoch
tend een wandeling in den Paleistuin ge
maakt.
Hadden wij gegronde hoop, dat de eisch
der regeering, dat nog 1000 moest wor
den bezuinigd op de geraamde bedragen,
was prijs gegeven, uit den brief van 10 Ja
nuari jl. bleek ons, dat nog eene verminde
ring van 720 werd noodig geacht.
Daar het ons gebleken was, dat tenge
volge van de opgelegde subsidie-regeling
voor de kinder-herstellings- en vacantieko-
lonies, welke bestaat uit een bijslag van
0.50 resp. 0.25 per dag en per kind, tot
een klein bedrag gebruik kon worden ge
maakt van de geraamde subsidie van
1500, hebben Gedeputeerde Staten er in
berust, dat de aangegeven verlagingen, ten
bedrage van 720, daardoor geacht konden
worden te zijn gecompenseerd.
Zooals U bekend zal zijn heeft de Reini
gingsdienst de belangstelling van de hoo
gere organen. De bezetting en de werkwij
ze van dezen dienst werden aan het oordeel
onderworpen van een efficiency-ingenieur.
Het deswege uitgebrachte rapport werd
door ons uitvoerig bestreden.
Door de commissie wordt thans nog
maals op besparing van uitgaven bij den
reinigingsdienst aangedrongen door het in
voeren van maatregelen, welke de interne
regeling van den dienst raken en waarover
wij ons nog moeten beraden.
Ten aanzien van de bezetting van den
dienst hebben wij er op gewezen, dat sedert
1933 het aantal werklieden is verminderd
van 21 (19 man, 1 jeugdig persoon en 1
van gemeentewerken) tot 18 man, waaron
der 1 jeugdig persoon. Bij ziekte onder het
personeel en tijdens de verlofdagen moeten
losse werkkrachten in dienst worden ge
nomen. Daar deze werkwijze tot besparing
van uitgaven in 1937 heeft geleid, zal dit
voordeel op de beg-rooting tot uitdrukking
komen.
In verband met het bovenstaande heb
ben wij de eer U voor te stellen de hierbij
gevraagde wijziging der begrooting voor
te stellen.
Verlaging van legesheffingen.
Naar aanleiding van de bij de behande
ling der gemeentebegrooting voor 1938 ge
maakte opmerking dat het bedrag aan ge
meenteleges, groot 1.25 dat voor bewij
zen van Nederlanderschap wordt geheven,
te hoog zou zijn, hebben wij een onderzoek
ingesteld naar de grootte der bedragen die
aan leges in verschillende andere gemeen
ten op deze bewijzen worden geheven.
Ons is hieruit gebleken, dat het meeren-
deel dier gemeenten een bedrag lager dan
1.25 heft, waar evenwel tegenover staat,
dat ook aanmerkelijk hoogere bedragen
aan leges voor bewijzen van Nederlander
schap worden gevorderd.
Op bijgaanden staat gelieve U de gege
vens die ons ten dienste hebben gestaan,
aan te treffen.
Daar de beffing van een zoo hoog be
drag vaak tot onbillijkheden en dientenge
volge tot ontstemming der betrokkenen
aanleiding geeft, stellen wij U voor, de
leges voor een bewijs van Nederlander
schap, vermeld in artikel 1 sub f der leges-
verordening, van 1.25 op 1 te willen
brengen en om dezelfde redenen gelijke
beslissing te willen nemen ten aanzien van
de leges voor een gezondheidspas, even
eens vermeld in artikel 1 sub f, welke zel
den wordt uitgereikt.
Aangezien het aantal der in het jaar
1937 afgegeven bewijzen van Nederlander
schap 469 bedroeg en ook voor de daarop
volgende jaren op een ongeveer gelijk aan
tal gerekend mag worden, zal na deze ver
laging jaarlijks dus een'bedrag van onge
veer 117 minder ontvangen worden.
Aangezien wij de navolgende legeshef
fingen, eveneens om redenen van billijk
heid, te hoog achten, stellen wij U voor
a. de legesheffing voor het legaliseeren
van een handteekcning, vermeld in artikel
1 sub c der verordening, te verlagen van
0.50 op 0.25
b. de heffing voor een afschrift of uit
treksel uit zoodanige stukken als volgens
de bepalingen der gemeentewet voor inge
zetenen verkrijgbaar moeten worden ge
steld, vermeld in artikel 1 sub p vast te
willen stellen
voor elke geheel of gedeeltelijk beschre
ven bladzijde van kwarto formaat op 0.50;
voor elke geheel of gedeeltelijk beschre
ven bladzijde van folio formaat op f 0.75
c. de heffing voor de werkzaamheden in
verband met het aanvragen van elk rijbe-
Dit nummer bestaat uit 3 bladen
en een Kindercourant.
Salamanca en Barcelona hevig gebom
bardeerd. (Buitenland).
Mooie opbrengst der weldadigheids
postzegels. (Binnenland).
Wordt de opleiding van onderwijzers
verlengd van 3 op 4 jaar?
(Sehoolnieuws).
ZEE VERDER EVENTUEEL
LAATSTE BERICHTEN
wijs en elk nummerbewijs als bedoeld in de
Motor- en Rijwielwet, van elk duplicaat
van die bewijzen en van elke verlenging
van een rijbewijs, vermeld in artikel 1 sub
x, te verlagen van 0.50 op 0.25
d. de heffing voor eene inlichting uit het
bevolkingsregister hetwelk sedert 1861 in
gebruik is, vermeld in artikel 1 sub v, te
verlagen van 0.50 op 0.25.
Laatstgenoemde inlichtingen werden in
1937 slechts 95 keeren verstrekt, aangezien
de hooge leges die voor deze eenvoudige
werkzaamheden worden geheven, velen van
het inwinnen van zoodanige inlichtingen
doen afzien.
Voor een duplicaat verlof tot begraven
wordt in de praktijk een bedrag van 0.40
aan leges geheven. Aangezien de verorde
ning niet uitdrukkelijk melding maakt van
dit geschrift, verdient het aanbeveling in
deze leemte te voorzien. Ook de leges voor
een verklaring bestemd tot het vervoeren
van een lijk, die eveneens in de praktijk
geheven worden, noemt de verordening
niet.