LAND- EN TUINBOUW
RADIO-RUBRIEK
eenvoudige autocar-chauffeur, die opdracht
kreeg naar de schoonste streek van België
te rijden, zonder verdere aanduiding, bijna
onmiddellijk de richting der Ardennen
nam...
De Minister-president van België is op de
thuisreis van Amerika. Als deze regelen
verschijnen zal hij weer te Brussel zijn,
waar hem groote moeilijkheden wachten. De
heer Van Zeeland is in Amerika gedeco
reerd, aan de universiteit van Princetown
tot doctor „honoris causa" gepromoveerd,
hp is gefilmd en gefotografeerd, de kranten
hebben zijn konterfeitsel getoond in alle
schakeeringen Van Zeeland in een station,
op een vliegveld, op het dek van een schip,
in het zicht van het vrijheidsmonument,
voor de reede van New-York, Van Zeeland
kijkend naar de wolkenkrabbers, Van Zee
land in Washington Square, voor de beurs,
in Walïstreet, Van Zeeland op recepties,
bals en banketten, Van Zeeland officieel
ontvangen in het Witte Huis en met presi
dent Roosevelt confereerend over de wereld
economie
De weg terug was voor den Belgischen
Minister-president minder roemrijk. Nauwe
lijks was de boot in New York van wal,
of hij vernam de aankondiging van de reso
lutie der liberalen, die het aftreden van hun
Minister eischen. En nog was de boot niet
in Europa aan wal of de radio meldde hem,
dat de liberale Minister van Justitie, de
heer de Laveleye, te Bergen door oud-strij
ders gemolesteerd en deerlijk mishandeld
werd men trok hem de kleeren van het
lijf, de haren van het hoofd en verwondde
hem ernstig aan het gelaat. Dit is reeds
de tweede maal dat de heer Laveleye, die
nog slechts zeer kort Minister is, bij een
door hem afgelegd officieel bezoek, het
slachtoffer werd van een tegen hem gerich
te gewelddadige antipathie-betooging. Tot
nog voor enkele weken was de heer Lave
leye voorzitter der liberale partij. Hij was
de man, die bij het aftreden van zijn partij
genoot Bovesse, als Minister van Justitie, in
opdracht zijner groep naar Minister-presi
dent Van Zeeland gezonden werd om hem de
voorwaarden der liberalen voor verdere me
dewerking aan de regeering voor te leggen
en die terugkwam van die boodschap met...
een ministerportefeuille, welke hem door
Minister Van Zeeland was aangeboden, zon
der dat ook maar eenigszins met de voor
dat doel door de liberalen gestelde voor
waarden rekening gehouden werd. Deze
zonderlinge handelwijze van den voorma-
ligen voorzitter der liberale partij, was het
begin der groote antipathie, die thans aller
wegen tegen den heer Laveleye tot uiting
komt en nog verhoogd werd door zijn hou
ding bij de behandeling van het amnestie-
ontwerp. De heer De Laveleye weigert ech
ter heen te gaan. en klampt zich krampach
tig aan zijn ministerszetel vast. Hij trotseert
de dwangbevelen zijner partij, de algemeene
afkeuring der openbare meening, de veront
waardiging en het sarcasme der pers van
alle richtingen, de spotprenten die hem
voorstellen als een publiekelijk gesteenigde.
met het onderschrift „Wat men om een
ministersportefeuille lijden kan". Het is een
unicum in de politieke geschiedenis van
België, dat een man, die in zijn eigen partij
pers genoemd wordt een voorbeeld
van cynisch arrivisme, van uitgesproken
tweezakkerij, van volstrekt misprijzen zij
ner beginselen en van geniepig verraad der
oud-strijders", een man die door zijn eigen
partij en door de openbare meening veroor
deeld en niet langer als Minister gewenscht
wordt, zóó vast aan zijn zetel gehecht is.
Deze houding van den heer De Laveleye
maakt de oplossing van de onvermijdelijke
kabinetswijziging voor den heer Van Zee
land niet gemakkelijker. In parlementaire
kringen acht men het echter waarschijnlijk,
dat Minister Van Zeeland een kabinetscrisis
zoo lang mogelijk zal trachten tegen te hou
den. Niettemin zal hij onmiddellijk bij zijn
aankomst te Brussel een onderhoud hebben
met den heer Colonvaux, voorzitter der libe
rale partij, ten einde te voorzien in de ver
vanging der liberale Ministers De Laveleye,
Hoste en Denis, drie extra-parlementairen,
wier uittreden door de liberalen geëischt
wordt.
Zondag 11 Juli, viert het kerelenland
Groeninghe, waar 635 jaren geleden de
Vlaamsche goedendags de lansen en de
hoofden der Leliaerts tot gruizelementen
sloegen. Onder de muren van Kortiijk dans
ten de leeuwen op de gouden standaarden en
Zondag trekken de leeuwenstandaarden ten
optocht, voor de 635ste herdenking van den
in 1302 te Groeninghe gewonnen guldenspo
renslag. Onder den kreet „Vlaanderen ende
die Leu" hakten de kerelen er op los en
Groeninghe zag den dageraad der Vlaam
sche volksbevrijding. Twee maanden te vo
ren was het oude wachtwoord uitgegeven.
„Schild en Vriend", waarmede Brugge be
vrijd werd en dat aanleiding gaf tot den
Groeningherslag. Op 19 Mei 1302 werd
Brugge, door het ingrijpen van Breydel en
De Coninck, van de Fransche heerschappij
verlost. 1700 vreemdelingen vonden den
dood in de bekend gebleven „Brugsche
Metten". Al wie door zijn tongval verried
Franschman te zijn, wanneer men van hem
het wachtwoord eischte (na te zeggen)
„Schild en Vriend" verloor het leven. Men
heeft de oude methode in eere gehouden
al slaat men de afstammelingen der
Leliaerts niet meer dood, men eischt bij
sommige gelegenheden nog het oude wacht
woord. Ook nu werden voor de guldenspo-
renfecsten, op 11 dezer in alle Vlaamsche
steden en dorpen te houden, uitnoodigingen
verzonden met de aanduiding „Inkom vrij
voor allen van Schild en Vriend",
„Wegkoers voor beginnelingen" meldt
een spandoek boven de straat, in een Brus-
selsche buitenwijk. De renners in den dop
drommen bij de startstreep samen, wach
tend het sein tot vertrek. Een jongmensch,
gekleed als renner, in shirt en korte broek,
loopt blijkbaar naar een fiets te zoeken.
Plotseling heeft hij er een en verrast de
andere beginnelingen door te beginnen voor
't begin. Niemand van de renners zet hem
na, want het startschot is nog niet gelost,
maar wel galmt het van alle kanten „Houdt
den dief". Niemand echter houdt den dief,
doch een vlugge politieagent wil het wagen.
Hij doet namelijk wat de vóór het begin
beginnende beginneling deed, neemt' ook een
fiets van een renner en spurt den diefachti-
gen speudo-renner achterna. Doch deze
laatste heeft reeds een grooten voorsprong.
Wij zijn hem, in een volgauto, bijna gepas
seerd en geven aan de geen kwaad vermoe
dende toeschouwers langs den weg een tee-
ken am den dief aan te houden, doch het
teeken wordt verkeerd begrepen. De men-
schen langs den weg juichen den in duize
lingwekkende vaart voorbij rennenden fiet
sendief hartstochtelijk toe. Met onvermin
derde snelheid sprint hij verder. Eensklaps
zwaait iemand met een vlaggetje. Een oor-
verdoovend gejuich stijgt op. De pseudo-
renner kan niet verder meer, het publiek
verspert hem den weg. En bij een bocht
wordt hij plotseling van zijn fiets gerukt.
Hij denkt dat de politie-agent hem inge
haald heeft en tracht te ontkomen. Doch de
nieuwsgierigen, die daar samengestroomd
zijn, omsluiten he.m in den engen kring.
Men werpt hem juichend een krans toe.
Sterke armen tillen den verbluften fietsen
dief op, boven de menigte. Daar gaat weer
een krans over zijn hoofd. Er klinkt hoera
geroep en de dief wordt gehuldigd als de
winnaar van den „Wegkoers voor beginne
lingen". Maar, o wee, daar komt de achter
volgende politie-agent aanrennen. De fiet
sendief ziet hem en bedenkt zich geen
oogenblik. Lenig ais een jonge rat rukt hij
zich los, springt van de hem dragende
schouders over de hoofden van het juichen
de publiek op den beganen grond en zet het,
nog getooid met de twee kransen, op een
loopen, nagezet echter door den fietsenden
politie-agent. Men heeft ze geen van beiden
meer terug gezien. Het waren alle twee
verkleede fietsendieven
Het beheer der landbouwzaken.
Met het departement van Landbouw is
het in ons land zoo'n spelletje van kieke
boe. Zoo zie je het en zoo is het weer weg,
aldus schrijft het Officieel orgaan van den
Alg. Ned. Zuivelbond.
„We kunnen niet aannemen, dat overwe
gingen van landsbelang hierbij een rol van
beteekenis spelen het schijnt meer van de
personen af te hangen, die voor het beheer
der betreffende departementen bij het in
ejkaar passen eener regeering in aanmer
king komen en hoe deze over het beheer
ervan denken. Daaruit zou men .moeten af
leiden, dat het zuiver toeval is of er een af
zonderlijk departement van Landbouw is of
niet.
Wrj kunnen niet zeggen, dat dit een erg
verheffenden indruk op ons maakt en mis
schien was het maar het beste, dat men zich
ook in landbouwkringen maar niet al te
druk meer over dit geval maakte, want met
de argumenten vóór of tegen een afzonder
lijk landbouw-departement schijnt toch geen
rekening te worden gehouden, als er hoo-
gere politiek in het spel is.
Intusschen kunnen wij één departement
van economische zaken, waaronder alle za
ken van landbouw, nijverheid en handel
ressorteeren, niet onjuist achten. Natuurlijk
zien wij ook wel de voordeelen van een af
zonderlijk departement van landbouw met
een deskundig Minister aan het hoofd
vooral voor de binnenlandsche aangelegen
heden maar voor ons weegt altijd nog
zeer zwaar en is na dien tijd nog zwaarder
gaan wegen, het belang, dat onze landbouw
bij het afsluiten van handelsverdragen e.d.
heeft. Dit belang achten wij beter gediend
in één departement van economische zaken,
waarbinnen de landbouw- en industrieele
belangen moeten worden afgewogen onder
één verantwoordelijk Minister, dan dat deze
belangen door een industrieel georiënteerd
departement moeten worden behartigd, dat
ook de leiding bij het voeren der onderhan
delingen heeft. Naar onze opvatting is
„landbouw" bij het voeren van onderhande
lingen, hetzij als apparaat, hetzij als verte
genwoordiging nog steeds niet overeenkom
stig het belang, dat de landbouw bij deze
onderhandelingen heeft, ingeschakeld. Ook
meenen wij, dat de directie van den land
bouw in één groot algemeen departement
beter tot haar recht komt dan in een klein
landbouwdepartement, waar tenslotte alles
via den Minister moet loopen en het dan
geheel van dezen bewindsman afhangt of
er een evenwichtige toestand tusschen
landbouw- en industrieele zaken verkregen
zal worden of niet.
Wat de persoon van den nieuwen Minis
ter betreft, die de landbouwzaken nu weer
zal gaan behartigen, bestaat natuurlijk het
bezwaar, dat hij niet landbouwkundig ge
oriënteerd is. De directeur-generaal van den
landbouw moet hier voor de aanvulling zor
gen. Overigens ligt ons nog in het geheu
gen, dat de heer Steenberghe ons destijds
met de melksteunbeperking heeft opge
knapt, en het is de vraag of wij die waren
kwijt geraakt indien hij aan het bewind
was gebleven. Wij hopen, dat hij intusschen
tot het inzicht is gekomen, dat men in het
landbouwbedrijf uiterst voorzichtig met be
perkingen en dat soort regelingen moet zijn,
omdat het nu eenmaal geen industrie is, die
men naar behoefte kan inkrimpen en uit
zetten.
Overigens heeft hij zich, vooral na zijn
Ministerschap, doen kennen als een groot
voorstander van ordening van het bedrijfs
leven. In de baksteenindustrie heeft hij ge
tracht op grond van de Wet op verbindend
en onverbindend verklaren van onderne
mersovereenkomsten een saneering in dit
bedrijf toe te passen, die nogal ver moet zijn
gegaan. Althans zijn opvolger Gelissen
die toch waarschijnlijk ook niet afwijzend
tegenover een, ordening in het algemeen
stond heeft hij er niet toe kunnen krij
gen deze wet daarop toe te passen. Overi
gens meenen wij in hem een overtuigd pro
tectionist te moeten zien. Dat dit zeer be
denkelijk voor den landbouw kan zijn, be
hoeven wij niet nader uiteen te zetten.
Intusschen kan men aannemen, dat
iemand als vertegenwoordiger eener in
hoofdzaak voor de binnenlandsche markt
werkende industrie anders over deze dingen
kan denken als de Minister, die voor het
geheele Nederlandsche bedrijfsleven verant
woordelijk is en wrj kennen Minister'Steen
berghe voldoende om te weten, dat hij de
realiteit der dingen wel ziet, en ook wel vat
baar voor steekhoudende argumenten is.
Wij willen daarom niet bij voorbaat bezwa
ren tegen zijn beheer der landbouwzaken
uitsprekel^al kunnen zijn antecedenten ons
op dit punt niet geheel geruststellen."
Bladluizen en haar bestrijding.
De eerste bestrijding tegen bladluizen,
begint reeds in den winter, vooral is dit
mogelijk bij de «vruchtboomen, rozen enz.
Immers deze worden in den winter be
spoten met vruchtboomcarbolineum, deze
is dan in de eerste plaats bedoeld als de
bestrijding in eivorm, welke op het hout
overwinteren. Tot voor kort was men over
de resultaten meer tevredep dan thans.
Vroeger was men ruimschoots in de ge
legenheid vergelijkingen te maken met on
behandelde hoornen, terwijl er niet zoo
precies opgelet werd, of de bestrijding wel
voldoende resultaat had opgeleverd.
Hierin is evenwel groote verandering
gekomen.
Alles wordt nauwkeurig nagegaan, men
kent de ziekten en insecten beter en goede
fruitkweekers controleeren met zorg de
resultaten der bespuitingen. Zoo gaat het
ook met de besproeiing met v.b.v 't Blijkt
dat evenals vorig jaar, niettegenstaande
een goede winterbehandeling met v.b.c. er
toch nog bladluizen op de hoornen voor
komen. Evenwel is het verschil ten op
zichte van de onbehandelde vruchtboomen
met (v.b.v.) toch nog groot. De onbespo
ten boomen zitten op de meeste plaatsen
volop in de bladluis en tellen meer gekrulde
blaadjes dan de gezonde.
Maar we staan thans voor het feit, dat
dus niettegenstaande een goede winterbe
handeling met vruchtboomcarbolineum, er
nog bladluizen zijn. Noodig is het de be
strijding flink aan te pakken, we zullen
dan onze toevlucht moeten nemen tot een
nicotine-bespuiting. Hiervoor wordt het
meest gebruikt een oplossing van 1 ons op
100 liter. Het verdient aanbeveling hierbij
van een uitvloeier gebruik te maken. Een
zorgvuldige bespuiting is gewenscht, vooral
omdat vele bladen gekruld zijn.
Men diene met nicotine evenwel voor
zichtig te zijn, omdat het een onzer zwaar
ste vergiften is en gevallen van vergifti
ging nogal eens voorkomen.
Nicotinevergiftiging kan ontstaan, als
de vloeistof met de huid in aanraking
komt. Het moet dus sterk worden afgera
den, om bij het gereed maken met de han
den er aan te komen, mocht men de hand
of arm bevochtigd hebben, dan spoele men
het vergift ten spoedigste af.
Wil men dus van de bladluizen zien af te
komen, dan spuite men goed met nicotine
ook al zijn de bladen gekruld, ook dan nog
valt het resultaat van een bespuiting mee.
JAARVERGADERING VAN DE A.V.R.O,
Heden heeft in het Concerthuis te Assen
öe A.V.R.O. haar algemeene ledenverga
dering gehouden. De voorzitter van de
A.V.R.O., de heer G. de Clercq, sprak een
openingsrede uit, waarin hij wees op het
feit, dat dit de tiende algemeene ledenver
gadering was sinds December 1927, het
tijdstip der constitueering der vereeniging.
Het tweede lustrum is dus bijna volbracht*
Spr. stelde de vergadering voor namens de
A.V.R.O. een telegram te zenden aan H.M.
de Koningin van den volgenden inhoud i
„De algemeene vergadering „Radio Om
roep" in algemeene vergadering te Assen
bijeen, betuigt uwe Majesteit haar trouw
en aanhankelijkheid".
Na een opsomming te hebben gegeven
wat de A.V.R.O. buiten haar eigenlijke
programma's nog aan haar leden heeft
geboden, constateerde spreker, dat de
band met de luistervinken hechter is dan
ooit tevoren en de A.V.R.O. is dus kern
gezond.
De bemoeiingen van de Radio-Contróle
Omroepcommissie en de Algemeen Pro
gramma-Commissie hebben in het afge-
loopen jaar geen moeilijkheden opgeleverd*
Ook de verhouding met de andere omroep-
vereenigingen was goed.
Naar aanleiding van het voorloopige rap
port van de televisie-commissie zijn bespre
kingen gehouden tusschen deze commissi^
en de omroepvereenigingen. Omtrent de re
sultaten van deze onderhandelingen kon
spr. nog geen mededeelingen doen, doch
wel zeide hij dat het op het oogenblik nog
zeer de vraag is, of het ooit zoover zal
komen, dat de televisie in de maatschappij
een rol zal spelen als de omroep thans
vervult. Binnen afzienbaren tijd valt aan
het populair worden van de televisie
geenszins te denken.
Hierna constateerde spreker dat het de
vereeniging zeer voorspoedig gaat, maal!
er zijn eenige verschijnselen, die speciaal
onder de oogen moeten worden gezien. Het
eerste is dat van het constant blijven van
het ledental., het tweede dat van de om
laag buigende kromme lijn van de bijdra
gen per hoofd der luistervinken. Het derde
dat van de critiek, zoowel wat den toon er
van betreft als haar frequentie. Wat het
constant blijven van het ledental betreft,
spreker is van meening, dat het hoogste;
ledental nog niet is bereikt. Hoezeer de
vereeniging de vermindering van de contri
buties betreurt, het verschijnsel is ver
klaarbaar en gelukkig niet verontrustend.
Het derde punt betreft de critiek. Er is
veel critiek aldus spr. en ook zeer
veel onredelijke critiek. Want het is ml
eenmaal onmogelijk, het iederen luisteraar
individueel naar den zin te maken. Laten
wij daarom allen, behalve propagandisten
voor onzen omroep, missionarissen zijn
voor het verbreiden van de redelijkheids
gedachte.
\.>®'dSasag®ïz®BB «Maeloë a> en
^caaBesjjlnQBcxlsBQQcsBsjj®
Ga, by een onbewaakt strandgeüeelt©
nimmer verder in zee dan kniehoogte, als
ge wilt baden, wanneer er een krachtige
branding staat.
EEN FOCH-FIL1VI ZONDER FOCH.
Op verschillende manieren kan men den
buitengewonen levensloop en daden van
een groot man weergeven en voor het pu
bliek aannemelijk maken. Maar noodzake
lijk is en blijft toch steeds het talent van
dengeen, die zich met dat werk bezig houdt.
Noch de zeer middelmatige cineast Bu-
hot, noch de vervaardiger van den oor-
spronkelijken tekst, die door Wagenaar in
het Nederlandsch is bewerkt in een hier en
daar wel wat te bloemrijken stijl, zijn figu
ren van de portée van een Foch, aldus het
Vad.
Een gegeven als het leven van maar
schalk Foch te entameeren, vereischt,
naast talent, methode. Men kan het met
een methode al dan niet eens zijn, zij voor
onderstelt in ieder geval een houding, een
inzicht van waaruit men te werk gaat, en
volgens welke men de verschillende proble
men die zich bij de verwezenlijking van het
werk voordoen, behandelt en zift. Methode
ook ten opzichte van de artistieke proble
men, die bij elke film te pas komen.
Van het leven van maarschalk Foch
heeft men de periode in beeld willen bren
gen, die hem het meest bekend heeft ge
maakt den wereldoorlog. Men wilde geen
speelfilm maken, en nam tot een documen
taire zijn toevlucht. Men wilde ook geen
gefabriceerde stukken film gebruiken, en
nam slechts oude filmjournaals uit dien
tijd. Ten onrechte bleek men de opinie toe
gedaan, dat een trouwe en waarachtige
weergave van een groote historische figuur
in een grooten, historischen tijd, slechts
door échte documenten gegarandeerd kon
zijn. (Het is voldoende bekend, dat er geen
noodzakelijke verhouding bestaat tusschen
de waarachtigheid van de opneming en die
van de voleindigde film).
Men was dus aangewezen op zeer onvol
ledig materiaal. En door middel van zulk
een onvolledig materiaal dacht men, een
zoo veelomvattende figuur en tijd te kun
nen uitbeelden en een waarheidsgetrouw
document te makenMen ging zóó te
werk als de plaatjes ontbreken, dan zeg
gen wij het er wel bij in den tekst
En zoo maar voortplakkend en montee-
rend, vulde men zes rollen filmband. Zon
der eenig oordeel des onderscheids. Al maar
schietende kanonnen, voorthollende solda
ten, uiteenspattende granaten en mijnen, en
daar tusschendoor, als een verouderd heer
tje van vroeger, op een bordes of spelend
met rijzweep of maarschalkstaf Foch
Een uur en twintig minuten lang.
Toch maakt in den beginne, dit oude
materiaal grooten indruk, voordat het te
veel wordtryen vluchtende families die
langs de wegen trekken, de verwoesting
van een welvarend en vruchtbaar land, en
de moed van den cameraman, die onder het
heetst van het gevecht heeft doorgedraaid.
Want indien, zooals de meeste filmcritici,
de toeschouwer filmjournaals onder oogen
heeft gehad, die niet twintig jaar, maar
soms slechts twintig dagen geleden wer
den opgenomen, dan kan het niet anders,
of hij vergelijkt toen en nu en wellicht
denkt hij aan de toekomst.
Men vraagt zich dus af, wat de vervaar
digers eigenlijk hebben gewild. Een film
brengen over Foch? Maar Foch komt er
nauwelijks in voor. Een film brengen over
den grooten oorlog? Maar ook die komt
er, in haar eigenlijke wezen, niet in voor.
Door het vertoonen van oorlogsgruwelen
een afschrikwekkend voorbeeld geven
Maar de journaals van nu zijn technisch
beter, veel gruwelijker, en, laten wij het
erkennen, zelfs daardoor wordt niemand
afgeschrikt.
DE MAN VAN JEANETTE MACDONALD
Na het fantastisch huwelijk van Jeanette
MacDonald met Gene Raymond, een Holly-
wood-huwelijk, dat een vermogen kostte en
al daarom zoo merkwaardig was, omdat
noch Gene noch Jeanette al eens getrouwd
waren, is Gene Raymond voor alle film
fans ter wereld de held van den dag. Hier
onder laten wij eenige bijzonderheden uit
Gene Raymond's succesvolle carrière vol
gen t
Gene Raymond werd op 13 Augustus te
New York geboren. Hij was een echt kind
van het tooneel en trad voor het eerst op
toen hij vijf jaar oud was. Op veertien
jarigen leeftijd oogstte hij zrjn eerste groo
te succes in het tooneelstuk „Why Not",
terwijl achtereenvolgens verdere successen
volgden met „The Potter", „The graddle
Snatchers", „Sherlock Holmes", „War
song" en „Young sinners".
Toen hij met laatstgenoemd stuk op
tournée was, werd hij ontdekt door een
filmproductieleider en kreeg een contract.
Hij verscheen in verschillende lichte film
rollen, toonde echter in „Zoo in Budapest"
ook zijn dramatische capaciteiten.
Gene Raymond.
Gene heeft voor zijn succes hard ge
werkt en verdient zijn reputatie van veelzij
dig acteur ten volle. De films, waardoor
hij het meest bekend is geworden, zijn
„Red Dust", met Jean Harlow, „If I had
a million", „Flying down to Rio", met Do
lores del Rio, „I am Susanne", „Sady Mc
Kee", met Joan Crawford.
Behalve 'n talentvol filmacteur is lip ook
een zeer goed pianist en componist van
verscheidene populaire songs. Voor zijn rol
in de RKO-film „That Girl from Paris"
leerde hij saxophoon en is al hard op weg
om in deze edele kunst een ware virtuoos
te worden.
Gene is de sportieve figuur van Holly
wood en staat bekend als winnaar van ver
schillende kampioenschappen op het gebied
van zwemmen, paardrijden, golf en tennis.
EEN MILLIOEN DOLLAR VOOR
DISNEY'S EERSTE GROOTE
TEEKENFILM.
Walt Disney, de schepper van Mickey
Mouse en de vervaardiger van talrijka
teekenfilms, is bezig met „Sneeuwwitje",
de eerste teekenfilm, die den speelduur van
een hoofdfilm zal hebben.
Disney heeft onlangs een contract ge
sloten met RKO Radio, die zijn teekenfilms
zal uitbrengen.
Alhoewel RKO Radio een aanbod van
één millioen dollar ontving van William
Morris Agency voor de vertooningsrechten
van „Sneeuwwitje" in Engeland, heeft zjj
dit aanbod geweigerd en besloten ook in
Engeland de film zelf te exploiteeren.
KONINKLIJKE LEDEN VAN DE
POPEYE CLUB.
In talrijke landen hebben de bewonde
raars van den broemden zeeman Popeye
zich vereenigd tot Popeye Clubs, die re
gelmatig naar films van den spinazie-
kampioen gaan kijken. In ons land heeft
de club een enorme vlucht genomen vorig
jaar October telde zij 900, thans 9000
leden
De Nederlandsche Popeye Club deelt
met begrijpelijken trots mee, dat Prinses
Joséphine Charlotte en Prins Boudewijn
van België als lid zijn toegetreden.