Vlissingsche Courant 3 n DERDE BLAD VAN AMSTEL EN IJ BRIEVEN UIT BELGIE van de van Zaterdag 8 Mei 1937. No. 107. Het Zeelandia-jubilé. Constan ten Nobels hartelijk gehuldigd. Prachtvolle revuegroote belang stelling. Feestavond met echt Zeeuwsch cachet. Melkhuis Von delpark verdwijnt. Geheim re dactiebureau in woelige dagen. Wilde bussen gehandicapt. Drin gend beroep op de regeering ge daan. Er is groote belangstelling geweest wij verwachtten trouwens niet anders voor de feestelijke viering van Zeelandia's derde lustrum, zoodat in de toch zeer ruime zaal van Maison Boer geen plaats onbezet bleef. Harerzijds heeft de jubilaresse niet nage laten den gasten een waarlijk hoofsche en feestelijke ontvangst te bereiden, waarvan zij ongetwijfeld de meest aangename in drukken hebben meegenomen. Nadat, der gewoonte getrouw, door alle aanwezigen staande het Zeeuwsche volks lied was gezongen, werd door den heer Friitz, tweeden secretaris, de feestrede uit gesproken (voorzitter Nobels was in ver band met de voorbereidingen ten tooneele ttfdelijk verhinderd). Een woord van wel kom aan de talrijke gasten vormde hiervan de inleiding en toen volgde, als vanzelfspre kend, een meer speciale welkomstgroet, ge richt tot den ruim 82-jarigen heer Constan ten Nobels, oud-Vlissinger, den oprichter der vereeniging, welke sympathieke woor den door het publiek werden onderstreept met een langdurig krachtig applaus, ter wijl velen zich van hun zetel verhieven. Uiteraard viel er voor den feestredenaar Veel te memoreeren hij begon met woor den van dank voor zijn mede-bestuurders, leden en donateurs, de medewerkende T.R. O. (tooneel-revue-operette-vereeniging van Zeelandia's jongeren). Voorts werden ook de Vlissingsche Courant en haar vertegen woordiger, die nu reeds zooveel jaren hun belangstelling hadden getoond, onder luid applaus waardeerend herdacht. Daarna volgden nog eenige historische bijzonderheden, deels ook aan de hand van interessante gegevens van den heer Nobels Sr., omtrent de oprichting van Zeelandia en haar lief en leed (den lezer uit een vroe gere publicatie in de Vlissinger reeds be kend), waarna mededeeling werd gedaan van de vele gelukwenschen, die in tele gram- en briefvorm waren ingekomen, w.o. uit Zeeland, voorts van de zustervereni gingen in Rotterdam en Den Haag en uit Amsterdamsche vereenigingskringen. Even zoovele bewijzen van hartelijk medeleven met de Zeeuwsche vereeniging. Hiermede was het officieele gedeelte van den feest avond beëindigd en het woord aan de T.R. O., met de in onze courant reeds aangekon digde non-stop-feestrevue „Is 't waar of niet?" De Zeelandia-bezoekers zijn op het ge bied van revues en operettes door deze too- neelafdeeling nog al verwend. Dat het ge- bodene op den feestavond ditmaal wel iets zéér bijzonders zou zijn, mocht daarom ver wacht worden en de revue-opvoering heeft deze verwachting zeker niet teleur gesteld, zelfs overtroffen. De 17 tafereelen van deze non-stop-revue zijn een onafge broken show geweest van schitterende cos tumes, elegante dansen, artistieke décors, lichteffecten en amusant spel, waartoe de geestige tekst en handeling, deels met be trekking tot het werk der vereeniging, zich al buitengewoon leenden. De vele aardige liedjes, o.a. „Is 't waar of niet?", werden spoedig door de stampvolle zaal overgeno men. Hoewel plaatsruimte ons belet dit alles uitvoerig te bespreken, willen wij uitzon derlijk toch nog even met waardeering mel ding maken van de vele keurig verzorgde tableaux, zooals die met het enorme Zeeuw sche wapen, geflankeerd door Zeelandia- jeugd in Zeeuwsche kleederdracht, en het Zeeuwsche dorpsstraatje met torenperspec tief, als décor voor de scène met den Zeauwschen ijsco en zijn vermakelijk pu bliek. De uitvoerenden hebben ditmaal zich zelf overtroffen, doch er is voor de revue ook weer prachtig artistiek werk geleverd door den auteur-regisseurvoorzitter W. J. No bels, den muzikalen leider en arrangeur J. A. v. d. Ancker en diens medewerker W. P. A. Franse. Om volledig te zgn zij ten slotte ook nog even gereleveerd, dat zoowel de hoogbejaar de heer Constantijn Nobels als voorzitter Nobels, in den loop van den avond ten too neele moesten verschijnen om hartelijke speeches en ovaties in ontvangst te nemen. Eerstgenoemde werd daarbij in treffende bewoordingen en onder groote stilte toege sproken door zijn kleinzoon, Wim Nobels, vooraanstaand lid der tooneclafdeeling een waarlijk ontroerend oogenblik. Résumé een prachtig geslaagde feest avond en een recht feestelijke stemming. Met als onmisbaar slot de dansfinale. Aan het volijverig Zeelandia,-bestuur langs dezen weg ook onze hartelijke geluk wenschen met het jubilé, waarbij tevens onzen dank voor de immer in den Zeelan- dia-kring genoten gastvrijheid en sympa thieke ontvangst. Op thans naar het zilve ren feest z Een der oudste, vroeger meest bezochte recreatie-lokaliteiten in het Vondelpark staat op het punt van verdwijnen het in den lande algemeen bekende Melkhuis, waaraan eertijds ook een groote speeltuin verbonden was. Zoo vredig als het rustieke gebouw daar lag, onder schaduwrijk geboomte, met aan de achterzijde een voorbeeldig onderhouden koestal en daarachter weer een. malsche weide, waarin zich grazend vee bevond, mocht het een oase te midden van het stadsgewoel heeten. Doch de crisis, de concurrentie van het nieuwe café-restaurant (onlangs in koepel- vorm fraaier nog herbouwd) en de moderne eischen die men thans aan recreatie-gele genheden stelt, deden het bezoek verminde ren. De terrassen echter bleven op warme zomerdagen druk bezocht. Nu tracht men door slechting van het oude Melkhuis en bouw van een nieuw pa viljoen het intern-bezoek weer wat op peil te brengen. Het is intusschen lang niet algemeen be kend, dat van uit dit oude, rustige landhuis in de woelige dagen van de (onder Domela) opkomende volksbeweging in het geheim propaganda is gevoerd voor het toen sterk rev. getinte socialisme, o.a. ook met het doel om van het industrieels Zaandam een „roode gemeente" te maken, hetgeen inder daad deels gelukt is. Een oude Amsterdammer, wiens woning grensde aan het Vondelpark, vertelde ons daarvan de volgende bijzonderheden. In het Melkhuis, geëxploiteerd door een Noordhol- landsche boerenfamilie, fungeerde de zoon, kortweg Hannes genoemd, als chef, welke functie niet veel anders inhield dan het schenken van melk of limonade, die daarna door bejaarde knechts op de terrassen werd geserveerd. In dit groote paviljoen was er alleen op regendagen of in den winter, tg- dens ijsvermaak, veel bezoek. De twintig jarige Hannes, die al vroeg brilde en zoo op het oog 'een niet al te snuggeren indruk maakte en liefst weinig sprak, was in wer kelijkheid buitengewoon begaafd. Hij had trouwens ook de H.B.S. bezocht, wat naar de opvattingen van die dagen voor iemand uit den boerenstand ongeveer gelijk stond met de studie aan een universiteit. Hannes nu was onder den invloed van Domela een vurig aanhanger van het so cialisme geworden, schreef in het geheim voor „Recht voor Allen", de Haagsche „Volksstem" en redigeerde bovendien van achter zijn buffet het „Volksblad voor de Zaan", een der eerste socialistische bladen in de Zaanstreek. Deze propaganda werd, aanvankelijk onder diep geheim, krachtig gesteund door dominee Bax, destijds een zeer populair Herv. predikant te Zaandam. Zooals vele ouderen nog wel bekend zal zijn, is ds. Bax als propagandist later meer op den voorgrond getreden, op een zijner spreek-tournees met Domela zelfs eens bij na gesteenigd geworden. Hannes, wiens ouders zich in het geheel niet voer zijn politieke gezindheid interes seerden, mogelijk zelfs geen flauw begrip van socialisme hadden, bleef het Melkhuis toch voorbeeldig dienen. Tusschen de kop pen chocolademelk en limonades door wer den van uur tot uur vurige propaganda- artikelen geschreven, die via weekbladen en in brochurevorm hun weg vonden door heel het land. Ook tallooze strijdliederen en gedichten volgden want Hannes was even begaafd dichter als publicist. Daar Hannes als plichtsgetrouwe zoon slechts bij uitzondering er toe te bewegen was zijn toonbank te verlaten, kwam al wat in die veelbewogen dagen ageerde en propageerde heimelijk naar het Melkhuis, waar dan gediscussieerd en geconfereerd werd, dikwijls fluisterend, over gewichtige aangelegenheden als internationale con gressen, propagandatochten en perspublici- teit. Het moet zelfs voorgekomen zgn, dat tijdens zulke geheime besprekingen mannen als dr. Kuyper, Van Tienhoven e.a. hef tige bestrijders van het socialisme toe vallig de zaal binnenkwamen om zich te vermeien in de landelijke rust van de om geving, onbewust van de plannen die in hun onmiddellijke nabijheid werden uitge broed. Als een typische bijzonderheid vertelde onze zegsman nog, dat Hannes de noncha lante gewoonte had zijn meestal keurig ge- styleerde, rake artikelen en gedichten in aftandsche sigarenkistjes op te bergen en deze dan in het buffet deponeerde. Titels en „strekking" werden met potlood op de deksels aangegeven. Kwam er nu een of andere gegadigde, een partij-redacteur of uitgever, om copy vragen het „Volksblad v. d. Zaan" werd steeds rijkelijk voorzien, soms geheel door hem volgeschreven dan kon uit „voorraad geleverd" worden. Men had bovendien nog keuze uit de merken .heftig", „kalm", „bijtende spot", „weten schappelijk", „afbrekend", enz. Zoo neemt het thans langzaam onder de mokerslagen verdwijnende oude, vertrouw de Melkhuis, pleistersplaats van vele ge liefden, nog een stukje historie mee uit de dagen toen uitingen van den geest als hier geschetst nogheel erg contrabande waren Begrijpelijkerwijs heerscht er in de be trokken kringen groote ontstemming over de dezer dagen geweigerde vergunningen voor busdiensten tusschen Amsterdam Rotterdam, AmsterdamArnhem enz. Tot dusver worden deze diensten, hoewel clandestien, nog geregeld onderhouden. Op bepaalde uren ziet men drommen reizigers wachten op de komst der bussen. Het ver trek heeft voornamelijk plaats van Dam rak, Rokin, Rozengracht en Prins Hendrik kade. De kort geleden in haar optreden tegen de zgn. wilde bussen zoo actieve verkeers politie, laat deze diensten thans ongemoeid hetgeen den reizigers een gevoel van vei ligheid geeft. Een stilte echter, die een storm vooraf gaat, want als gevolg van de jongste ver gunning-weigeringen, waarbij de voornaam ste tourondernemingen alhier betrokken zijn, verwacht men in de komende dagen weer inbeslagnemingen, in welk geval men een groot aantal chauffeurs der bussen zal moeten ontslaan, want de ondernemers zien nu reeds in dat verder verzet hopeloos zal zgn. Van uit Amsterdam is intusschen een dringend beroep op de regeering gedaan om voorloopig, althans gedurende de eerst volgende zomermaanden, van dwangmaat regelen af te zien. Corres Pondent. Mei-ZondagDe beleefde douanier. Vlaamsch-Waalsche verbroedering. Het Belgisch menu. De élite der burgerschap. Brussel, betoogings-Zondag. Iedere Zon dag heeft zijn betooging te Brussel. Deze is er een van de oud-strijdersvereenigingen tegen, de door de regeering voorgestelde „amnestie aan de Vlaamsche activisten" (herstel in hun politieke rechten van stem recht en verkiesbaarheid). Er gaan veel Fransche opschriften in den stoet, veel roe pen van onverzoenlijkheid en uitingen van haat. Men wil „De dooden wreken" en „De verraders aan de galg" hebben. Een goed hartig Brusselaar, die naast mij op den doortocht staat, moppert luid Awel, de oorlog is pertang lang afge- loopen, da ze de dooden laten rusten en de traiters (verraders) vergeten, de leven den zullen dan oek 'n bits je rust hebben De vredelievende Brusselaar heeft gelijk. Want de Zondag is te schoon om haatge voelens uit te dragen, zij het dan in een betooging. Het bloemenmeisje op den bou levard denkt er blijkbaar niet anders over. Want nauwelijks is de sombere stoet voor bij, cf zij uit haar vreugd in een innig, doch zakelijk liedje „Voicï le beau mai qui ramène, Le blanc muguet qui porte veine „Hier is de mooie Mei, met haar witte lelietjes-van-dalen, die geluk aanbrengen" En bijna iedereen koopt een bosje lelietjes van dalen. De arme midinette steekt het op haar corsage de onverschillige chauffeur hecht het aan den richtingswijzer van zijn auto, als een talisman de meneer van de „aardige attentie", overhandigt het meteen aan de dame van zijn gezelschap het oud moedertje draagt het eerbiedig mee naar huis „voor het Lieve Vrouwke van de Mei" en de achtergebleven oud-strijder uit den stoet koopt het voor zijn makker, den „Onbekenden Soldaat", die ook een bosje meibloemen op zijn graf zal hebben. Zoo verkoopt het bloemenmeisje geluk, in kleine bouquetjes van „ne franc", fgne- kleine bloempjes, gewikkeld in zilverpapier, waaruit Meigeuren opstijgen. Die frissche lente-bloemen zuiveren de stad van haar leelijkheid en de menschen van hun sombere gedachten. Men ziet de melaatsche gevels niet meer en denkt aan de schoonheid die er wellicht achter verborgen ligt, in stille tui nen met boom en en bloemen en zingende vogels er in. Men denkt verder aan zon en aan zee, aan zwemmen en aan kampeeren, aan al de heerlijkheid van den komenden zomer <f 9 Naar het voorbeeld van Frankrijk bestu deert ook de Belgische regeering de instel ling van een „douane-prijs", tot bedragen van 15.000 tot 20.000 francs, uit te reiken „aan de douaniers die zich, in alle omstan digheden, onderscheiden hebben door hun hulpvaardigheid en beleefdheid jegens bui- tenlandsche toeristen". Het is ambtelijk ge zegd, maar de bedoeling is goed De staat organiseert zijn propaganda niet alleen op papier, maar ook daadwerkelijk aan de grens, den ingang van het land. Ook zijn grensbeambten worden voortaan beleefd verzocht den buitenlandschen toerist te be groeten met een „Welkom Vreemdeling De douanier kan door zijn optreden de propaganda voor zijn land zeer bevorderen. Maar hij kan ze ook afbreken en den goeden naam van zijn land schade toebrengen, in dien hij zich achterdochtig, lastig en twist ziek toont en in den buitenlandschen toe rist, vooral als hij hem niet kan verstaan, een verdacht individu ziet. Onze eeuw van comfort en snelheid is er nog niet in ge slaagd een einde te maken aan den sensatie ieder vrij mensch aan de grens gedwongen moet ondergaan Niets aan te geven Niets, meneer Even kijken De koffers worden overhoop gehaald, in tieme dingen aan profane blikken geofferd en dan komt het een pietluttig voorwerk-, in het buitenland gekocht en niet aa- >e- geven, omdat het vrijwel geen v /rde heeft Ah, je wou dus toch smokkek Pardon meneer, ik tutoyeer ji ook niet en ik smokkel nog veel minder. Dat ding koot me nog geen drie franc, ik dacht niet dat ik het aan moest geven Ik dacht, ik dachtBetalen zal-je. Tienmaal de waarde, wegens verzuim van aangifte Van bovenstaand dialoog tusschen een argeloos reiziger en een zoo even plichts getrouw als ontactisch kommies waren wij dezer dagen aan de Nederlandsch-Belgische grens getuige. In Frankrijk en België wil men dat ach terdocht-systeem geleidelijk afschaffen. Het systeem is niet meer van onzen tijd en het is dus maar goed, dat het verdwijnt. Men kan, zelfs aan de grens, ook optreden met tact en beleefdheid en zonder de.* buiten landschen toerist den indruk te geven dat hij een ongewen schte vreemdeling is. °°1 Uïl®mspae||®l Teksten en illustraties van tl. Kanneqielcr 285. Baas Garenklos, die trots was op zijn twee gewichtige knechten, die hofkleerma- kers waren, rende zo hard hij kon naar ai de kleermakers uit zijn stadje. En hen allen vertelde hij, dat hij twee hofkleermakers in zijn werkplaats had. Teen zij dit allen ver namen, besloten zij al de kleermakers van naburige steden naar Mcedam te roepen. Zij zouden dan de hofkleermakers verzoeken op de vergauering te komen van de kleer makers van Meedam en omgeving. Tevre den rende Garenklos weer naar zijn werk plaats terug en vertelde aan Tijl en Lamme, dat zij uitgenodigd zouden worden op een groot kleer.makersfcest. „Goed", sprak Tijl, „wij zullen komen en zeg mijn broeders in het vak, dat ik hun een gcede raad zal geven En vertel hen, dat wij van Tijleghem en Lamius heten. 286. Baas Garenklos liet op een groot stuk papier met mooie letters schrijven, dat de hofkleermakers „Van Tijleghem en Lamius" morgen op het grote stadsplein aan alle kleermakers iets zou leren, dat misschien velen niet meer wisten. Hij liet er bij schrij ven, dat zij beiden de beroemde hofkleerma kers van den schatrijken sultan in het Verre Oosten waren. Dit papier liet hij op een bord plakken op het stadsplein. Mijnheer Sleutel, de poortdienaar, las ook de woorden op het grote papier. En hij las de namen „Van Tijleghem en Lamius". Deze namen kwamen hem zo bekend voor zouden het Tijl en Lamme zijn? Maar neen, dat kon met, want dat waren toch geen hofkleer makers geweest Hoofdschuddend ging hij naar huis terug. Hij zou toch de volgende dag ook eens gaan kijken naar die vreemde snaken. Hij was er niet gerust op. (Maandag vervolg.) Het „Front Démocratique Wall on" heeft te Charleroi een meeting gehouden waar voor het den Vlaamschen activist prof. Vrijdaghs als spreker uitgenoodigd had. De redevoering van prof. Vrijdaghs oogstte veel succes en werd aan het slot met een dankbaar applaus beloond. De Waalscbe bladen gaven het verslag van die rede zon der commentaar, doch een zekere Brussei- sche franskiljonsche pers verweet het be stuur van bovengenoemde Waalsche veree niging, dat zij, door de organisatie van Waalsch-Vlaamsche propaganda-meetings, in de kaart der activisten speelt. Het be stuur der vereeniging heeft er in het open baar op geantwoord, met het volgende com muniqué „Wij organiseeren in het Waal sche land nationale verbroederings-bijeen komsten, zooals de christen-democraten die in het Vlaamsche land organiseeren. Deze massa-bijeenkomsten hebben derhalve geen ander doel dan de Vlaamsch-Waalsche ver broedering te bewonderen en het wegnemen van onnoodig misverstand tusschen onze beide nationale volksgroepen. Uw verwijt, dat wij beter iederen anderen Vlaming dan prof. Vrijdaghs als spreker hadden kunnen vragen, wijzen wij met beslistheid terug. Prof. Vrijdaghs was in dit geval juist de aangewezen persoon, omdat hij activist en lid van den Raad v?~ Vlaanderen is. Beter dan de zg. „vleesch-noch-visch-Vlamingen" zijn de consequente Vlaamsche activisten bevoegd over het Vlaamsche extremisme te oordeelen. En zijn de mannen van den Raad van Vlaanderen, als het er op aankomt, niet de baanbrekers v?n de Vlaamsche beweging na den oorlog geweest? Dat u dat niet be grepen hebt, duidt er op, dat gjj nog een uitlegging noodig hebt als prof. Vrijdaghs ons gaf. Prof. Vrijdaghs heeft zijn stand punt te Charleroi, voor een bijna uitsluitend Waalsch gehoor, rustig uiteen kunnen zet ten. Hij werd niet eenmaal onderbroken en aan het slot zijner rede zelfs met applaus beloond. Hetgeen pleit voor de objectiviteit der Walen, die gelukkig geen bevooroor deelde franskiljons zijn, zooals men te Brussel wel aantreft". Met dit laatste compliment kunnen de Brusselsche franskiljons het doen De eethuizen in de volkswijken der groote steden van België dragen den typischen naam van „Friturcs". Volgens de Fransche naamaanduiding zijn dat instellingen waar gebakken en gebraden wordt. Doch men bakt en braadt er in hoofdzaak aardappe len, „pataten" zeggen de Vlamingen. Van daar het bastaardwoord „patates-frites", voor de in reepjes gesneden en in vet of olie gebakken aardappelen, die in België tot het voornaamste volksvoedsel behooren. Het nationale menu in België vermeldt altiju „patates-frites" en inzonderheid voor den kleinen man staat er gewoonlijk niet veel meer bij. Het Ministerie van Volksgezondheid te Brussel heeft thans georganiseerd een „Na tionale Kruistocht voor de gezondheid", welke o.m. ten doel heeft, de Belgische huis moeder te wijzen op de noodige hygiene bij de bereiding van het eten. Men wil haar leeren de grootste voedingsproductiviteit te bereiken met de middelen waarover zij de beschikking heeft. Talrijk zijn de huismoe ders ook in betere kringen die niets of weinig weten van de kwaliteit en de voe dingskracht der voornaamste levensmidde len. Het Ministerie van de Volksgezondheid heeft in de nog g-een twee jaren van zijn bestaan zeer waardevolle en bruikbare ge gevens verzameld omtrent de hygiënische toestanden in België. Uit de laatste desbe treffende statistieken blijkt, dat de Belgen minder en slechter eten dan in het begin dezer eeuw. De Belgische keuken van voor den oorlog was over het algemeen degelij ker en ook het geslacht van voor den oorlog- is „steviger" dan het huidige, althans vol gens genoemde ministerieele gegevens. Koken is een geduldwerk en de moderne huisvrouw is in het geduld oefenen minder sterk. Haar man komt thuis en het eten is niet klaar, zij heeft er gewoon niet eens aan gedacht. Maar geen nood r in den win kel op den hoek, verkoopt men „patates- frites", gereed voor het gebruik. In de betere keukens gaat het even vlug Daar werkt men met blik soepen in blik, groen ten in blik, vleesch in blik, alles in blik. Want men eet met muziek in blik (van de radio). De moderne mensch moest eigenlijk ook een blikken maag en blikken hersens hebben, want smaak heeft hij niet meer noodig en gevoeldaarvoor zorgt de radio. En de geschiedschrijvers der toe komst zullen deze periode beschrijven als „De blikken eeuw". Sinds meer dan een eeuw is de elite der Belgische burgerschap meer een kwestie van promotie dan van erfelijkheid. De vorming dezer elite geschiedde bijna altijd op dezelfde manier Een begaafde kracht, voortgekomen uit het volk, tracht in de wereld vooruit te komen. De ouders be grijpen het ideale pogen van hun kind en steunen het naar hun vermogen. Is hun vermogen klein, geestelijk zoowel als finan cieel, dan mislukt de vorming gewoonlijk. Het mislukt genie ziet zich dan verplicht een werkkring te kiezen buiten zijn roeping. Grooter echter dan het aantal mislukten is dat der geslaagden, waaruit voortkomen de geleerden, de kunstenaars, de advocaten, de ingenieurs, de uitvinders, de geneesheeren, de economen, de bedrijfsleiders en de lei ders in het algemeen. De intellectueele elite die daaruit groeit tracht haar hooge positie te behouden en te verbeteren. Dik wijls gaat dat met groote moeilijkheden ge paard, want de zoo plotseling opgekomen elite is bij gebrek aan evenredige talenten in de nakomelingschap spoedig uitgeput. Soms ook put zij zichzelf uit, door een weelderig leven, zoodat zij reeds in de tweede generatie terugvalt in de verloren massa. Maar desondanks zal zij het hare hebben bijgedragen tot den vooruitgang der maatschappij. Dat de huidige gemeenschap de groote waarde van de vorming eener nieuwe intel lectueele elite begrijpt is -een verblijdend teeken van onzen tijd. In België althans is dat begrip reeds zoo ver gevorderd, dat de regeering op het gebied leiding tracht Ce geven, door op de lagere en de middelbare scholen die leerlingen te steunen, moreel en zoo noodig financieel, welke uitmunten door een bijzondere begaafdheid. Zij worden ver der in staat gesteld hoogere studies te maken en voorbereid op leidende functies. Het is een initiatief waarvoor deze en meer nog de komende generatie dankbaar mag zijn, want niemand weet hoeveel wijsheid, loor armoede en verwaarloozing van oplei ding, niet tot uiting kwam, hoeveel schoon heid aldus niet ontplooid werd, hoeveel aan leg, door miskenning, in onze huidige gene ratie versteend achterbleef I

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1937 | | pagina 11