TWEEDE BLAD GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND Uit de Vlissingsche Courant van vóór 50 jaar. Wel «gelaat» lagf «le saieeum van üe Zaterdag 23 Januari 1337. No. 19. „Burgemeester en Wethouders van Vlis- singen brengfen ter algemeene kennis, dat in navolging van de reeds bestaande Roomsch Katholieke en Christelijke internaten op de buitenplaats „Presikhaaf" te Arnhem, een internaat op algemeenen grondslag zal wor den geopend in Februari 1937. In deze "Instelling zullen werklooze meis-r jes van 16 jaar en ouder voor een periode van 3 maanden kunnen worden opgenomen, teneinde zich in de huishoudelijke vakken te bekwamen, lessen worden gegeven in koken, wasschen, strijken, naaien, huishou delijk werk enz. Het internaat biedt plaats voor 40 meis jes. De opleiding zoowel als het verblijf is geheel gratis. Verwacht wordt echter, dat de meisjes bereid zijn na afloop van den cursus een huishoudelijke betrekking te aanvaarden. In de keuze van deze betrek king zijn de meisjes geheel vrij en de Openbare Organen voor Arbeidsbemidde ling zullen alle medewerking bij de plaat sing verleenen. Aanmeldingen kunnen worden gericht tot de Gemeentelijke Arbeidsbeurs alhier, Hen drikstraat 12, waar eveneens alle ge- wenschte inlichtingen zullen worden ver strekt". Vlissingen, 23 Januari 1937. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris. F. BISSCHOP. DELVEN WATERLEIDING. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen brengen ter openbare kennis, dat door den Polder Walcheren in de maanden Augustus tot en met November 1937 zullen worden gedolven of gebaggerd de zich in deze gemeente bevindende nog niet gedol ven gedeelten van de Dijkhoeksprink. Vlissingen, 23 Januari 1937. Burg. en Wetli. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. De Haagsche „Zedenzaak". Omtrent bovengenoemde zaak wordt in liet Voorloopig- Verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot vaststelling der Justïtiebegrooting 1937 nog het volgende medegedeeld Verschillende leden waren van oordeel, dat over de z.g. Haagsche zedenzaak niet meer behoefde te worden uitgewijd. Naar hun gevoelen was daaromtent in vergade ringen der Staten-Generaal stellig reeds voldoende gesproken. Het verheugde hen, dat de Minister, hoe ongaarne deze daartoe blijkbaar overging, ten slotte in de Tweede Kamer zoodanige mededeelingen heeft ge daan, dat aanvankelijk gerezen bezwaren geheel kwamen te vervallen. Eenige dezer leden wenschten hunne bevreemding uit te spreken over de omstandigheid, dat het mogelijk is geweest, dat iemand, die door zijne uit deze zaak bekende gedragingen reeds jaren geleden met de politie in aan raking" kwam, niettemin in zoo gewichtige staatsambten kon worden benoemd en be vorderd. Andere leden meenden, dat behoefte be staat aan eene instantie, welke zorg draagt, dat bij overweging van benoeming of promotie van ambtenaren, met hetgeen bij de politie te hunnen aanzien bekend is, ernstig kan worden en wordt rekening ge houden. Nevens de feiten, in dit geval aan het licht getreden, noemden deze leden als voorbeeld de zaak -van den commissaris van politie te Nijmegen al waren de feiten hier van gansch anderen aard ten bewijze, dat de gevaren, welke zij op dit gebied aanwezig achten, geenszins denkbeeldig zijn. Sommige leden achtten de vraag, of in die z.g. Haagsche zedenzaak politie en justi tie met de toodige voorzichtigheid hebben gehandeld, door de behandeling in de Tweede Kamer niet voldoende opgelost. Het, feit, dat de rechtbank, het voorhanden bewijsmateriaal tegen den thesaurier-gene raal niet voldoende achtte om zijn hechte nis te verlengen, heeft, aldus deze leden, te dien opzichte gegronden twijfel doen rij zen en die twijfel is niet opgeheven door de mededeelingen, die de Minister aan het slot van zijn dupliek in de Tweede Kamer heeft gedaan van een verklaring, welke in ieder geval niet de bewering van het als onbe trouwbaar bekende jongmensch V., dat een strafbaar feit zou zijn begaan, kon staven, terwijl het mede door den Minister in het geding gebrachte nachtrapport der politie van ruim 13 jaren her zulks evenmin kon doendaargelaten nog, dat dit rapport, naar men had vernomen, eerst zeer kort voor de behandeling der zaak in de Twee de Kamer te voorschijn is gekomen en in elk geval niet heeft behoord tot het bij de inhechtenisneming ter beschikking der jus titie staande materiaal. Verscheidene leden vroegen, of de Minis ter reeds heeft voldaan aan zijn voornemen om zich met de pers in verbinding te stel len, ten einde te voorkomen, dat in den vervolge publicaties omtrent strafrechtelij ke vooronderzoeken worden gedaan, gelijk hier is geschied, waar de betrokkenen met naam en toenaam in de bladen werden ver meld. Bovendien is dit niet het eenige ge val, waarin zulks plaats vond. Gewezen werd op het zg. „tarweschandaal" in Gel derland dat later bleek elke beteekenis te missen waarbij een jonge man, die zou blijken volkomen onschuldig te zijn, met preciesen naam en kwaliteit in ver schillende dagbladen werd vermeld als be trokken bij knoeierijen en als deswege in voorloopige hechtenis gesteld. Wende de Minister, aldus de aan het woord zijnde leden, al zijnen invloed aan om te bereiken, dat dergelijk optreden van de zijde der pers voortaan worde nagelaten. Enkele leden stelden de vraag, waarom niets meer wordt vernomen omtrent de zaak van den gewezen hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage. Het salonrijtuig, waarmee H. M. de Koningin naar Innsbrück reisde. Het Tweede Kamerlid de heer Vos heeft de volgende vragen aan den Minister van Watex'staat gesteld Wil de Minister mededeelen, hoe het te verklaren is, dat de breuk in de veer van het salonrijtuig, waarmede H. M. de Ko ningin op 16 Januari jl. naar Innsbrück reisde, welke breuk volgens een openbaar gemaakte mededeeling van de Nederïand sche Spoorwegen niet kon worden gezien, daar deze door een tuimelplaat verborger. werd, nochtans niet aan de aandacht van het Duitsche personeel is ontsnapt? Is er in het voorgevallene aanleiding ge vonden om de. controle op den toestand der spoorwegrijtuigen te verscherpen? Wil de Minister mededeelen, of ook het toezicht op het andere spoorwegmateriaal met voldoende scherpte wordt toegepast? Het bezoek der Nederïandsche Ministers aan Zweden. De Ministers Deckers en Gelissen hebben gisteren de modelboerderij bezocht der Se parator maatschappij en een bezoek ge bracht aan de fabrieken der Aga maat schappij, in de nabijheid van Stockholm. De stad Stockholm heeft in het stadhuis een lunch aangeboden. Des avonds vond een diner plaats in het Ministerie van Bui- tenlandsche Zaken, waar behalve de waar nemend Minister van Buitenlandsche Za ken, Westman, de andere leden der regee ring, hooggeplaatste ambtenaren van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken en vooraanstaande vertegenwoordigers der in dustrie aanzaten. Minister a.i. Westman wees op de goede betrekkingen tusschen Nederland en Zweden. Minister Deckers beantwoordde deze rede. Nederland en Ethiopië. Het Ministerie van Buitenlandsche aZken maakt bekend, dat de Fransche regeering zich, bij ontstentenis van een Neaerland- scken consulairen post in Ethiopië, bereid heeft verklaard het Fransche consulaat- generaal te Addis Abeba te belasten met de waarneming der Nederïandsche belan gen daa/r te lande. Het optreden tegen de N.S.B. Aan het Voorloopig Verslag van de Eer ste Kamer over het wetsontwerp tot vast stelling der Justitiebegrooting 1937 wordt het volgende ontleend Enkele leden achtten het onjuist, dat de regeering ten opzichte van leden der na tionaal socialistische beweging een andere houding aanneemt, dan tegenover hen, die tot andere bevolkingsgroepen behooren. Zij stelden de vraag, waarom de N.S.B. vaak op huns inziens kleine wijze wordt gehinderd, gelijk b.v. het geval was bij het vervoer van de N.S.B.-klok. Sommige leden merkten op, dat bij het vervoer der N.S.B.-klok, hetwelk plaats vond onder geleide van een aantal leden der nationaal socialistische beweging in militaire formatie, het stellig de wijze, waarop een en ander geschiedde, is ge weest, welke ingrijpen der politie noodig maakte. Eenige leden, gispend de lompheid en brutaliteit, waarmede men van de zijde der genoemde beweging poogt bijeenkomsten van tegenstanders te verstoren, meenden, dat politie en justitie daartegen krachtiger nog dan tot dusver, zullen hebben op te treden. In verband met het te Utrecht ge beurde ter vergadering van de vereeniging De Dageraad, stelden deze leden de vraag, welke maatregelen zijn of zullen worden getroffen tegen de ambtenaren, van wie, naar zij meenden te weten, is komen vast te staan, dat zij aan deze wanordelijkheden hebben deelgenomen. Wijders herinnerden de leden hier aan het woord, aaii eene voor korten tijd ver schenen brochure, getiteld geheime mach ten, waarin Joodsche medeburgers in hunne godsdienstige gevoelens worden gekrenkt. Zij zouden gaarne vernemen, of daarin geen aanleiding wordt gevonden den uitgever dier brochure strafrechtelijk te vervolgen of te dezer zake op andere wijze in te grijpen. DE BETEEKENIS VAN ONS KONINGSCHAP. In een feestelijke bijeenkomst van de R.K. studenten vereeniging Sanctus Tho mas Aquinas te Amsterdam, die haar acht ste lustrum vierde, heeft Prof. Mr. C. P. M. Romme, hoogleeraar aan de R.K. Handels- hoogeschool te Tilburg, heden een belang wekkende rede gehouden over „De betee kenis van ons Koningschap". Voer d'e verklaring van de liefde van het Nederïandsche Volk voor het Oranjehuis wordt gemeenlijk een overweg'end beroep gedaan op de historie. Toch is deze niet bij machte de innerlijke verknochtheid van het volk van Nederland aan het huis van Oranje afdoende te verklaren. Een eerste grondslag voor het 'gevoel van veiligheid in onze Nationale Monarchie is het onafhankelijk bestaan en voortbe staan van het hoofd van Staat. De grond slag voor de boven partijdigheid van den dr ager der Kroon, zijn onbetwistbaar toe- behooren onverdeeld aan het geheele volk, is daarmede gelegd. Vindt het gevoel van veiligheid onder de regeering van Oranje zijn eersten grond slag in het onafhankelijk bestaan en voort bestaan van den Koning als drager van gezag zijn voornaamste rechtvaardiging vindt dat gevoel in de koninklijke werkda- digheid, de werkdadigheid als koninklijke leidsman van een mondig volk. Het grocte staat'kundige moment van de verandering, welke zich voltrokken heeft in de verhouding tusschen vorst en volk sinds Willem I de souvereiniteit der Ne derlanden aanvaardde, schijnt spr. hierin gelegen te zijn dat bet volk, van half- mondig, is geworden tot een mondig volk. Hierdoor is de taaie des konings een an dere geworden dan zij daarvoor was, be staat die taak normaliter in datgene, waar toe zij vaak beperkt werd en wordt ge acht de bewerking van eenheid van doel stelling tusschen regeering en parlement. Er deze taak bestaat niet alleen in die ge makkelijker tijden, waarin „de wil der rechtsgenooten" zich manifesteert in een vaste parlementaire meerderheid. Deze taak bestaat ook in de moeilijke omstandigheid, de feitelijkheid van het heden, dat een vaste parlementaire meerderheid ontbreekt en dat het daarom onmogelijk is eenheid van doelstelling tusschen regeering" en par lement ten volle te bewerken. In zulk een tijd behoort het tot 's konings taak, om die eenheid van doelstelling niet ten volle te bereiken als zij is langs den daarvoor geëigenden weg van het parlementair-ge vormde kabinet, te benaderen, zooveel mo gelijk te bewerken, door de vorming van koninklijke kabinetten, waarvan hij zich de wetenschap heeft verschaft, dat ze op zoo veel mogelijk belangrijke punten het ver trouwen des volks hebben. In zulk een tijd van verminderden en verminderenden volks invloed behoort het daarenboven tot 's ko nings taak om op te sporen de diepere oorzaken, waardoor de mondigheid van het volk aan practische beteekenis heeft verlo ren, om op den grondslag der diagnose de genezing van dit kwaad te bevorderen, want van den constitutioneelen vorst mag men vragen, dat hij niet alleen zichzelf op den bodem dei- constitutie stelt maar te vens, dat, indien die bodem dreigt te ver zakken, hij het noodige beraamt, om den grondslag te versterken. Maar hiertoe is de taak des konings, sedert hij gesteld is over het mondige volk, niet beperkt. Op hem is ook blijven rusten de plicht, het algemeen welzijn te bevorde ren naar eigen inzicht. Dat de constitutioneele positie des ko nings ten onzent zou zijn die van hoogsten ambtenaar in den staat, meent spr. met beslistheid te moeten ontkennen. Of de Kroon de juiste maat houdt aan politieken invloed in een stelsel van even wicht tusschen vorst en volk, wordt be- invloed door de kracht der Koninklijke per soonlijkheid, die kracht beteekent met na me een waarborg zoo voor een terugtreden als voor een optreden der Kroon, al naar gelang de aard van het onderwerp terug treden dan wel optreden constitutioneel vordert. Zoo zie ik, aldus eindigde spr., ten on zent de beteekenis van het Koningschap vorderend de kracht en de beheersching, karakter en geest van hen, die in het evenwichtsgeheel der constitutioneele mo narchie hebben samen te werken aan het gemeene welzijn van volk en staat. Aanbesteding Zuiderzeewerken. Op Woensdag 24 Februari 1937 zal, on der goedkeuring van den Minister van Wa terstaat, door of vanwege den waarnemend directeur-generaal der Zuiderzeewerken, in de Statenzaal van het Departement van Waterstaat te 's-Gravenhage, worden aan besteed Het maken van deelen van den Meerdijk van den noord-oostelijken polder, met bijko mende werken, in perceelen en combinaties daarvan. Filmreportage uit Krynica. De Nederïandsche journaalfabrieken „Profilti" te Den Haag, en „Polygoon" te J/e week 1887. De Gemeenteraad heeft op 14 Januari Aan den heer G. van de Putte, onderwijzer aan school C, op de meest eervolle wijz« ontslag verleend wegens zijn benoeming als hoofd der school te Domburg evenzoo op diens verzoek, wegens hoogen leeftijd, aan den heer K. Blonk, als lid van het alge meen armbestuur benoemd werden tot lid van de -Zeemans- en Visschersbeurs de heer I. Harder tot lid van het algemeen arm bestuur de heer C. F. Maenhout tot leden der commissie van toezicht op het lager onderwijs de heeren Jos. van Raalte, J. Wilkens en F. N. van der Bilt. In dezelfde zitting van den Gemeente raad werd met 7 tegen 5 stemmen beslo ten tot overschrijving der concessie van de Vlissingsche Duinwaterleiding ten name eener Naamlooze Vennootschap. Er is een voorloopige commissie ge vormd die de leiding op zich zal nemen om ook in Vlissingen op waardige wijze het heuglijke feit van 's Konings 70sten verjaardag te vieren. In de voorloopige commissie hebben zitting genomen de hee ren Hackstroh, Hazenberg, Forbes Wels, Van der Hurk, Spanjaard, Van Uye Pie- terse, Veldheer en Musquetier, terwijl nog andere heeren zullen worden uitgenoodigd zich bij hen te voegen, om gezamenlijk op een nadere bijeenkomst een definitief be stuur te kiezen en plannen te ontwerpen voor een luisterrijke feestviering. Aan den burgemeester, den heer Arie Smit, is be reids het eere-voorzitterschap aangeboden. De Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier vergaderde op 17 Januari ten raad- huize, in welke vergadering werden herbe noemd, respectievelijk tot voorzitter en tot waarnemend-voorzitter, de heeren J. Ver- kuijl Quakkelaar en P. J. Siegers .terwijl in die vergadering mede plaats had de in stallatie van de onlangs nieuw gekozen leden der Kamer, de heeren Jos. van Raalte en J. Wilkens. Door Gedep. Staten van Zeeland is het toezicht op den machinebouw van de voor den Prov. Stoombootdienst op de werf der Kon. Mij. „de Schelde" te bouwen stoom boot, opgedragen aan den heer J. Vt Ahrensman, le machinist op het stoom- transportvaartuig „Coertzen" alhier. >5 De commissie voor de zaken der Waal- sche Kerken heeft tot haar voorzitter ge kozen den heer J. H. Gerlach, Waalsch pre dikant te Middelburg. Ds. A. M. Venker, Ned. Herv. predikant te Brouwershaven, heeft bedankt voor het beroep naar Schoondijke. Naar men ons uit Koudekerke meldt, heeft zich aldaar een jongen voor de natio nale militie laten inschrijven, die nog ter school gaat en een lengte heeft van 1.05 meter. Onze berichtgever voegt erbij, dat hij zonder gebreken is. Haarlem, zijn in de gelegenheid gesteld, met speciale toestemming van het Prinse lijk paar, opnamen te vervaardigen van H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard, tijdens hun verblijf te Krynica. Deze reportage, welke nog aangevuld is met opnamen uit de schitterende omge ving van Krynica, zal van morgen af in de meeste bioscoop-theaters tot vertooning worden, gebracht. FEUILLETON Een wintersportroman van Peter Krayenbiilil. 29) Het zal Gugelhofer met de meer ge vorderden zijnzegt Grace. Zij zullen het spoedig g-ewa;ar worden, want plotseling komt er beweging in den groep. De een na den ander suist omlaag in de richting van het dal. Pas op, mr. Arlen, we zullen het moe ten ontgelden, laat Dieter zijn waarschu wende stem hooren en hij blijkt goed te hebben gezien. De volgelingen van Gugelhofer hebben zich in een dubbele rij opgesteld langs den weg, die de slee moet passeeren. Reeds van verre worden zij met een luid „Hallo" be groet, het sein voor de inzittenden om zich te bukken en op alles voor te bereiden. De koetsier laat de zweep knallen en de paar den reageeren onmiddellijkEen veel stemmig koor brult een oorverdoovend „Ski heil onbarmhartig worden eenige tientallen harde sneeuwballen op de inzit tenden afgevuurd, een paar belegeraars probeeren zelfs zich aan te haken, maar In enkele seconden is het leed geleden en Die ter en Grace zwaaien met hun zakdoeken een spottenden afscheidsgroet Vertel mij eens, jonge vriend, wendt mr. Arlen zich tot Dieter, jij bent im mers vakman, wat is nu eigenlijk de aar digheid, de philosofische pointe om het zoo maar eens te zeggen, van die skilooperij? Ik heb er absoluut geen verstand van en ik zal het ook wel niet meer leeren, maar het moet toch een zekere bekoring hebben, want iedereen is er dol op Dieter denkt een oogenblik na. „Ja, dat is niet met één woord te zeg gen. De voornaamste reden is misschien het feit, dat men bij het skiën a.h.w. voortdurend in een roes verkeert en aange zien de mensch tegenwoordig over het al gemeen tot grauwe nuchterheid is veroor deeld, laat hij maar al te graag, wanneer zich daartoe de gelegenheid voordoet, zijn zielsslinger eens naar den anderen kant doorslaan Je bevrijdt je van den druk, waar onder we allen min of meer gebukt gaan, meent Grace er aan te m<feten toevoegen, je glijdt weg van de aarde, je raakt aan het zweven en mèt den bedwelmenden roes dei- snelheid ontwaakt een machtsgevoel, omdat men de ruimte zelf denkt te over winnen Om tenslotte met gebroken botten te blijven liggen, remt Dieter het enthou siasme van de, nu eens bij uitzondering dwepende ijongedame. 't Heeft evenwel ook zijn goede zijde, want het vereischt voortdurend de noodige waakzaamheid, moed, tegenwoordigheid van geest en zelf- beheersching En hoe staat het dan eigenlijk met dat springen, dat in sommige wintersport plaatsen zoo druk wordt beoefend? wil mr. Arlen nog weten. Dat is een soort artisticiteit en be hoort eigenlijk in het circus thuis. Er zijn ook menschen, die met een motorfiets over hindernissen springen of met een vliegtuig onder een brug door zeilenIk spring zelf ook en heb mijn 60 meter gehaald, maar de echte skiër doet het met een slecht geweten, omdat het eigenlijk niets anders is dan een sensationeel kijkstuk, een overdrijving" Toch behoort er, dunkt me, nogal wat moed toe Ja, maar waar het vooral op aan komt, is de kunst je evenwicht te bewaren, gaat Dieter voort. Je kunt tenslotte den sprong niet wagen zonder het vertrouwen, dat je heelhuids geneden zult aankomen. Dat vertrouwen èn die balanceerkunst zijn dingen, die het leven tegenwoordig meer dan ooit vereischt Wat je daar zegt, is volkomen juist, Prausnitz en dat klopt met nieeningen van anderen. M'n vrouw enfin, je weet er alles van, beweert, dat we in het tijd perk van de visschen leven. Ik heb het sterrebeeld weliswaar nooit bestudeerd, maar het kan, dunkt me wel uitkomen. In ieder geval moet men tegenwoordig als een visch in elke positie, hetzij hoog of laag, zijn evenwicht kunnen bewaren Zeg Pap, weet je wat we met z'n drieën in die slee eigenlijk vormen? Mr. Arlen en Dieter radon tevergeefs. Een driehoek. Aardig gevonden, Grace, weert Dieter, die het een pijnlijke opmerking vindt, af, maar mr. Arlen gaat er op in. Dan ben ik zeker de basis en jullie de beiden beenen. Je bedoelt waarschijnlijk, dat ik me maar stil moet houden om het daarboven bij jullie niet te laten w ke lenNou, wees maar gerust, je zult geen last van me hebben, zoolang jullie je behoorlijk gedragen Onder deze en dergelijke opmerkingen komen zij al spoedig in de nabijheid van de Sennhut. Grace stapt uit en bindt haar ski's onder om het laatste gedeelte van den weg, welke door de meterhooge sneeuw voor de slede onbegaanbaar is, alleen af te leggen. Dieter zou haar graag vergeze'i hebben, maar zij wijst zijn aanbod zeer be slist van de hamd Nee, Dieter, jij kunt je voorloopig in de Sennhut beter niet laten zienMaar Pap, voel jij er niet wat voor om eens met dien kluizenaar kennis te maken? Dank je, Grace, ik houd me er maar liever buiten. Je bent dit zarkje zelf begon nen je moet dus ook maar alleen de ver antwoording dragen Nou, probeert dan maar eens een half uurtje aardig tegen elkaar te zijn ook zon der schaakbord, zegt Grace met een veel- beteekenenden blik op Dieter en daarna stapt ze weg. Dieter voelt zich plotseling in een uitge laten stemming en hij besluit deze zeld zame gelegenheid niet te laten voorbijgaan: Ik hoop niet, dat u mij al te vrijpostig vindt, mr. Arlen, maar er moet me een opmerking van het hartU bent de beste papa, die ik mq kan voorstellen Zoo, vind je dat en waarom dan vraagt mr. Arlen glimlachend. Wel, omdat u niet alleen de vader, maar ook de vriend van uw dochter bent Ja, hm, maar zelfs' dat kan tot groote onaangenaamheden aanleiding geven Dat heb ik het vorig jaar nog ervaren, toen we onze zomervacantie in Ostende dooi brachten. Ik liep daar op een snik- lieeten dag in m'n badjas met Grace naar het. strand, zooais we meestal samen wan delen. Zij had mij ingehaakt en we verkeer den beiden in de beste stemmingMaar 's middags je zult het niet willen ge- looven zit ik alleen op het terras en daar zie ik plotseling een ouden kennis op me afkomen, een vroegeren schoolkame raadJe kent dat type menschen mis schien niet, maar ik bedoel een van dat soort, dat zich bij een bijzondere gelegen heid veertig jaar later plotseling herinnert, dat je samen nog op de schoolbanken hebt gezeten en daaruit de vrijmoedigheid put je „als vriend tegenover vriend" iets onder je welwillende aandacht te '-vengen. En dat deed hij dan ookIk wist waarlijk niet hoe ik het had. Onze oude vriendschap, zoo meende hij, gaf hem het recht, mij on der vier oog'en er even op te wijzen, dat ik toch wel wat heel erg tegen het decorum zondigde door midden op den dag zoo ver trouwelijk met een zeenimph langs het strand te flaneeren. Bijna iedereen wist toch, dat ik getrouwd was, mzoovoort Dieter lacht en wil weten, wat mr. Arlen den goeden vriend, die hem zijn feilen meende te moeten toonen, heeft geant woord. Daar heeft Grace later zelf voor ge zorgd. Ik hield me van den domme en be loofde plechtig beterschap De man heeft het tóch aangevoeld, al heeft hij er dan een verkeerde uitlegging aan gegeven. Het gebeurt niet vaak, dat een vader zijn kind zoo als een zelfstandig mensch beschouwt (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1937 | | pagina 5