In (kzentSÈIBÊ-tffd DE TOESTAND IN ABESSIN1E. staat Gij èlkoogenblik aan besmetting Moot. Neem daarom eiken avond een 'AKKERTJE'! Daarmede voorkomt Gij dat de infectie doorzet, want 'AKKERTJES*zijn échte GRIEP-besti-ijders, die een GRIEP in weinige dagen verdrijven7 GEMENGD NIEUWS 8BII «g i HOOGWATER TE VLISSINGEN DE FUNCTIEN VAN ONZE ADMIRALITEIT. Nog steeds lijdelijk verzet van de inheemsche bevolking. De Italiaansche bladen publiceeren ko- lommenlange artikelen over het eultureele werk in Abessinië. Zij vergeten er echter bij te vermelden, dat alle plannen en her vormingsobjecten nog meer of minder op papier staan. De werkelijkheid ziet er men mag het betreuren of niet geheel anders uit. De Abessijnen houden op het oogenblik nog even weinig van de Italianen als vóór de annexatie. Het lot van den met zijn mil- lioenen gevluchten negus laat hun welis waar hoogst onverschillig, maar zij doen desondanks slechts ongaarne afstand van hun oude onafhankelijkheid en hun tegen stand neemt al naar de plaats en de om standigheden den vorm van den guerilla- oorlog of van het lijdelijk verzet aan. De Italianen trachtten in de eerste plaats de bevolking te ontwapenen, door onder bedreiging met de doodstraf de in levering van alle wapens te eischen. Het resultaat was gelijk nul en ook eenige executies, die daarop plaats vonden, bleven zonder noemenswaardig succes. Men heeft daarom zijn toevlucht genomen tot een min der autoritair middelmen koopt den Abessijnen de wapens thams af. De zwarten zijn flinke zakenlieden en de oogst aan tegen betaling ingeleverde machinegeweren, geweren en patronen was dientengevolge zeer groot. Nog geen rust en veiligheid. Maar van rust en veiligheid is des ondanks geen sprake. In Addis Abeba en omgeving patrouilleeren Italiaansche po- litietroepen, maar weinige kilometers bui ten de stad houdt iedere autoriteit op. Kieine troepen „gedemobiliseerde" soldaten van den negus stroopen door het onher bergzame land rond en overvallen niet slechts goederentransporten, maar zelfs ook militaire patrouilles. Nog ernstiger zijn de financieele moei lijkheden. De Abessijnen, die aan hun Maria-Theresiadaalders gewend zijn, staan zeer wantrouwend tegenover het Italiaan sche bankpapier. De autoriteiten hebben thans gedecreteerd, dat alle daalders bin nen een zekeren tijd tegen een gedwongen koers (5 lire) ingewisseld moeten worden. Het resultaat van deze verordening is, dat niemand iets verkoopt, tenzij dan, dat zij hiertoe onder bedreiging met gevangenis^- straf wordt gedwongen. Maar men kan niet alle Abessijnsche handelaren en boeren in de gevangenis sluiten. De voorziening der troepen, ambtenaren en Italiaansche burgers van levensmidde len is dientengevolge voor het grootste ge deelte op den import aangewezen. Maar jook deze is niet zoo eenvoudig. De haven van Dzjiboeti is overvuld met leveranties voor het leger, die intusschen lang niet al tijd met de daadwerkelijke behoeften over eenstemmen. Zeer dikwijls komen er goe deren aan, die niet gebruikt worden, ter wijl noodzakelijke artikelen slechts in on voldoende hoeveelheden of zelfs in het ge heel niet geleverd worden. De houding van de bevolking. Ook de houding van de bevolking geeft te denken. Het Abessijnsche volkskarakter is een eigenaardige mengeling van de meest krasse tegenstellingen. Onder de schijnbare onderworpenheid en onverschil ligheid, het zich-neer-leggen bij het onver- mijdelgke, verbergt zich een groote trots en een niet uit te roeien haat tegen alles, wat vreemdeling is. Zelfs in den meest primitieven Abessijn leeft de tweeduizend jaar oude traditie van zijn land, dat hij superieur aan alle „jongere" staten acht. De taal van geweld, waarmede de Italianen deze gevoelens beantwoorden, is misschien niet geheel juisteen oplossing als in som mige protectoraten, waarbij plaats aan een inheemsch vorst overgelaten wordt, zou zonder twijfel beter geweest zgn. Ras Goegsa, die iets dergelijks verwacht had, is bitter teleurgesteld. Groot voordeel van de annexatie hebben tot dusverre slechts de haven van Dzjiboeti en de Dzjiboeti-Addis Abeba-spoorweg ge had. De laatste heeft met de Italiaansche autoriteiten een gunstige overeenkomst ge sloten, waarbij de directie van de spoor wegmaatschappij zich verplicht heeft, een deel van haar ma^eriaalbehoefte uit Italië te betrekken en den Italianen voor hun transporten gereduceerde tarieven te reke nen, terwijl de Italianen zich verplicht heb ben, de lire, die de maatschappij op deze wijze ontvangt, tegen een vastgestelden koers in francs om te wisselen. Misschien zal dit alles niet van langen duur zijn, want waarschijnlijk zullen de Italianen op zekeren dag van Asmara naar Addis Abeba een eigen spoorweg aanleg gen. Maar dat ligt nog in de toekomst. Voorloopig komt het kolonisatiewerk van het imperium noch den Italianen noch den Abessijnen ten goede, maar zijn het enkel en alleen de zakenlieden aan de kust van Fransch-Somaliland, die er de voordeelen van plukken. Valsche aangifte van diefstal met braak. Aan het begin van deze week heeft een arbeider te Gaanderen bij de politie aangifte gedaan, dat te zijnen huize, tijdens afwezigheid van de bewoners, was ingebroken, waarbij een geldkistje, inhoudende 300 gulden, was ont vreemd. De politie stelde een scherp onderzoek in, waaruit gisteren is komen vast te staan, dat het verhaal van de inbraak geheel ver zonnen is. De arbeider blijkt de gelden, welke hij als penningmeester van de plaatselijke afdee ling, van den algemeenen Nederlandschen metaalbewerkersbond onder zich had, te eigen bate te hebben aangewend. De man, die lid van den Raad der ge meente Doetinchem is, is in arrest gesteld. Door gloeiend \jzer ge troffen. Gistermiddag zftn in de ijzergieterij „De Industrie" te Vaassen, drie arbeiders door gloeiend rjzer getroffen, waardoor zij ernstige brandwonden over het geheele lichaam kregen. Men vreesde voor het leven van een van hen. Nadat de beide plaatselijke genees- heeren de eerste hulp hadden verleend, zijn de gewonden naar het Algemeen Zieken huis te Apeldoorn overgebracht. Botsing tusschen twee motorrijwielen. Gisteravond is in de Vlierboomstraat te 's-Gravenhage een 50-jarige man, met zijn motorrijwiel in botsing gekomen met een ander motorrij wiel. Eerstgenoemde kwam zoodanig te vallen dat hij met een schedelbasisfractuur en een gebroken sleutelbeen naar het Roode Kruis-ziekenhuis moest worden ver voerd. Kattendieven aangehou den. Naar aanleiding van een groot aantal klachten, dat in verschillende deelen van Soest katten werden vermist, heeft de politie drie inwoners van Soest, als verdacht van kattendiefstallen aangehouden. Een fungeerde als opkooper en betaalde aan de beide „kattenmeppers" naar gelang van de grootte en de kleur van de katten 25 cent tot 1.50 per stuk. De velletjes werden als surrogaat van bont in den handel gebracht. Tegenover de politie hebben alle drie een volledige beken tenis afgelegd. Zij zijn ter beschikking van den Officier van Justitie te Utrecht ge steld. Papierver bruik der dag bladen moet in Duitschland met 10% verminderd wor den. De Duitsche dagbladen hebben opdracht ontvangen het papierverbruik met 10 te verminderen. Deze maatregel die binnen het kader van het vierjaren-plan genomen is, heeft ten doel het verbruik van hout te verminderen, dat thans bij de ver vaardiging van textielweefsels en zelfs van levensmiddelen wordt benut. Uit 100 kilo hout kan 60 kilogram ruwe suiker of 25 kilo gist bereid worden. De productie van houtsuiker zal het mogelijk maken de tot nu toe voor suikerbiet-cultuur gebruikte gronden te bestemmen voor den verbouw van broodgraan. De moord op den jeug digen Mattson. De oud-gedeti neerde Fred Orrin Haynes die er van ver dacht wordt betrokken te zijn geweest bij de ontvoering van den jongen Mattson en dien de Amerikaansche politie reeds ver scheidene dagen zocht, heeft zich aange meld. Hij is aan een langdurig verhoor on derworpen. De overstroomingen in de Vereenigde Staten. De overstroomingen, waardoor verscheidene staten van het midden-westen worden ge teisterd, nemen steeds ernstiger vormen aan. Hevige regenval doet de rivieren voort durend verder wassen. De door de over stroomingen aangerichte materieele schade kan nog niet overzien worden, doch is in elk geval zeer groot. In de overstroomde gebieden ligt het geheele verkeer stil. In enkele laag gelegen gebieden staan vele woonhuizen geheel onder water, en in vele gevallen zijn de bewoners door booten op 't nippertje gered. In den staat Illinois zijn de scholen en mijnen meerendeels gesloten. Groot is ook het aantal doorgebroken dij ken. Duizenden arbeiders uit de werkver schaffing zijn gerequireerd om de dijken te versterken. Onbekend menschenras in S. i a m. Zijn er nog onbekende vol keren op aarde? Wanneer men onder „volk" een vrij groot aantal menschen, die door hun ras aan elkaar verwant zijn, ver staat, neen, dan nietindien men echter geruchten hoort, dat het in Azië of in Zuid- Amerika gelukt is, om leden te ontdekken van een tot dusverre onbekend ras, dan be hoeft zulk een bericht volstrekt niet te be rusten op sensatie, want het is zeer goed mogelijk, dat. er op afgelegen plaatsen nog menschen wonen van een ras, dat sinds lang elders is verdwenen. De ethnologische wetenschap onderzoekt steeds de waarheid van dergelijke berich ten, en toen dan ook eenige jaren geleden een Zweedsche ingenieur in het onherberg zame Noorden van Siam een zwervenden Mongolenstam ontmoette, die, naar hij meldde, in geen enkele Mongoolsche groep kon worden gerangschikt, verwierp de we tenschap deze mogelijkheid geenszins. In tegendeel, men rustte een expeditie uit, on der leiding van den Oostenrijker Bernatzik. om te trachten, deze geheimzinnige men schen op te speuren. Daar het gebied, waar in de Mongolen zouden voorkomen, n.l. tus schen Siam en Annam, nog nooit door Europeanen was betreden, was deze expe ditie des te interessanter, doch tevens ge vaarlijker. Doch de moeite is met succes beloond. Drie maanden lang hoorde .men niets van de expeditie, doch thans is zij, volgens de Oostenrijksche couranten, veilig in Nan, de oude koningsstad in Siam, aangekomen. De onderzoeker, die door zijn vrouw en slechts weinige dragers werd begeleid, heeft vier weken lang door de woeste, on herbergzame oerwouden getrokken. Het ia hem gelukt, om in contact te komen met niet minder dar vier vertegenwoordigers van verschillende groepen van dezen stam, de Ka-tong-Luang, en, wat voor hem, als onderzoeker, het belangrijkste was, hij heeft verscheidene weken te midden van hen geleefd vandaar de langdurige afwe zigheid van de expeditie. Op grond van zgn anthropologische, taal kundige en ethnologische studiën, trekt Bernatzik de conclusie, dat het hier gaat om een stam, die een overblijfsel is van een Mongooisch ras. Zij gebruiken een zelf standige, zeer primitieve taal, en kunnen beschouwd worden als de zuiverste voor beelden van de z.g. bamboe-cultuur. Daar- onHer verstaat men de cultuur van de be woners van Zuid-Oost-Azië, wier huizen uit bamboe bestaan, en wier wapens, werktui gen en dergelijke uitsluitend uit bamboe zijn vervaardigd. Daar de Ka-tong-Luangs op een veel lagere trap van ontwikkeling staan dan hun naburen, werden zij door deze verdreven tot in de oerwouden, waar zij zich thans bevinden. Zevende serie. Oefening 25. Deze week wordt het da» gelijksche kwartiertje ochtendgymnastiek begonnen met een solo voor het „Hoofd des gezins", die door een feillooze uitvoe ring van oefening 25 het misschien ge schokte vertrouwen in zijn kracht kan her stellen. Het volkomen gestrekte lichaam steunt alleen op handen en voeten, zooals de teekening aangeeft. Nu doorzakken in de armen tot u languit voorover op den grcind ligt. Een heel kort oogenblikje ont spannen blijven liggen, daarna weer snel opduwen met de armen. Deze oefening, die voor dames en kinderen minder geschikt is, voor loopig vijf maal herhalen en tus schen iedere beweging even blijven liggen* Er kan niet genoeg op gewezen worden, dat U bij al deze oefeningen diep en regel matig blijft ademhalen. De verleiding om bij deze zwaardere oefeningen de adem een tijd lang in te houden is groot, maar het is absoluut verkeerd. Het is waarschijnlijk ook niet noodig, dat U de taak van den stofzuiger overneemt, dus doet U deze oefening, waarbij vlak boven den grond adem gehaald moet worden, op een stof vrijen vloer Oefening 26. Een eenvoudige zwaai- oefening, die weer voor iedereen geschikt is. De teekening geeft de 'bedoeling al dui delijk weer. We staan met de beenen iets gespreid, goed rechtop en beide armen losjes zij waarts. Nu de ar men laten vallen y r en door laten zwaaien naar rechts. Zoo regel matig dertig maal, maar vooral niet stijf. Ook de schouders ont spannen. Een slank makende oefening is nummer 27. Op den rug liggen met de armen langs het hoofd of zijwaarts en de beenen zoo hoog mogelijk opgetrok ken, maar de voe len plat op den grond. Daarna beide beenen naar boven strekken en dan weer gebogen neer zetten. Twintig maal herhalen. Oefening 28. Huppen met kruisen van de beenen. Beurtelings zijn linker- en rech terbeen voor. Bij eiken sprong even door- veeren in de knieën en enkels, zoodat f alles veerkrachtig verloopt. De beste proef op de som is er naar te luiste ren het moet zoo goed als onhoorbaar gaan, dan is het ze ker goed. Wij vestigen er nog even de aandacht op, dat het de be doeling is iederen morgen een minuut of tien, vijftien, te oefenen. Neemt U dan telkens de vier laatste oefeningen en neemt er dan ook nog een stuk of vier van vorig# series bij. Voor die extra oefeningen kunt U dan steeds andere nemen. Januari Zaterdag 16 3.24 15.52 Zondag 17 4.03 16.30 Maandag 18 4.47 17.15 DE LEIDING DER STAATS- MARINE IN ÉEN HAND. Het jaar 1937 is zijn loop begonnen en ongetwijfeld dringt bg velen de vraag zich op wat zal dit jaar brengen voor ons volksbestaan en voor de samenhang van ons imperium met zijn meer dan 70 mil- Iioen bewoners, terwijl het voorafgaande jaar reeds zoo dreigend-donkere schaduwen heeft vooruitgeworpen aldus vraagt „On ze Vloot". Ziende op de omstandigheden zou er wellicht eenige plaats kunnen zgn voor twijfelmoedigheid, doch, hoewel wij ten volle erkennen dat Hooger Macht dan menschelijk kunnen beschikt over het lot van volken en staten, zoo meenen wij niet temin dat van een passieve berusting tot een haastig verderf ons overkome geen sprake mag zijn, dat een natie die onder de moeilijkst denkbare omstandigheden in staat is geweest een rijk te grondvesten 62 malen grooter dan het eigen geboorte land, dat zulk een natie ook in staat moet zijn onder minder moeilijke omstandigheden dat rijk te behouden en te bevestigen. Een óud-Nederlandsch spreekwoord zegt„Tot Gods hulpe behoort arbeid". Het is de plicht van ieder Nederlander; naar zijn vermogen en naar de positie waarin hij geplaatst is, zijn aandeel bij te dragen in den arbeid welke verricht moet worden ter instandhouding onzer volks- en rgksgemeenschap. Ook de opbouw van de weermacht is een deel van dien arbeid. En de opbouw van de zeemacht is dit nog in zeer bijzondere mate, omdiat ons rijk voor verreweg het grootste deel door zeeën wordt begrensd en omgeven deel door zeeën'wordt begrensd en omgeven en de inwendige rijksverbindingen zee ver bindingen zijn (Indische Archipel, zeewegen naar de Oost en naar de West). Wij zullen de bespreking van den op bouw der zeemacht in het nieuwe jaar be ginnen bij het begin, n.l.de organisatie. Het schibboleth van iedere organisatie is eenheid van leiding. Waar deze eenheid van leiding ontbreekt, treedt spoedig het ge vaar op van verslapping van het verant woordelijkheidsbesef met de daaraan ver bonden kwade gevolgen in het bgzonder geldt dit voor een militaire organisatie. In hoeverre beantwoordt de orga nisatie van onze marine aan bet beginsel „eenheid van leiding" Herhaaldelijk is-ons door belangstellen den de vraag gesteld geworden, o.a. door journalisten die belangrgke marinegebeur tenissen hadden te „verslaan", „wie is nu toch de eigenlijke chef van de marine is dat de commandant der marine te Willems oord of is dat de chef van den marinestaf aan het Departement van Defensie En de commandant der zeemacht in Ned.- Indië is deze ondergeschikt aan een dezer beide autoriteiten of is hij geheel zelf standig?" Naar den staatsrechtelijken vorm zijn deze vragen niet moeilijk te beantwoorden immers volgens de grondwet berust het oppergezag over de zeemacht bij de Kroon, welke dit praerogatief uitoefent via den Minister van Defensie voor zoover dit het moederland aangaat en via den Minister van Koloniën door den Gouverneur-Gene raal van Ned.-Indië en door de Gouver neurs van Suriname en van Curasao, voor zoover dit de overzeesche getoiedsdeelen aangaat, echter onder voorbehoud, zooals de Indische staatsregeling het uitdrukt, van „de administratieve betrekkingen tot het Departement van Defensie." Uiteraard is bovengenoemde vraag daar mede organisatorisch allerminst bevredi gend beantwoord. Want uit dit antwoord bltjkt dat de drager of draagster van de kroon de eenige uiteindelijk beslissende autoriteit is in marinezaken zonder dat zich een ander orgaan van gelijke autoriteit daarnevens kan plaatsen. Voor een beslis sing van de Kroon is echter noodig de mede-onderteekening van den betrokken minister en hier komt nu reeds de eerste moeilijkheid voor het beleid ten aanzien van de staatsmarine (dus van één organi satie) zijn twee ministers verantwoordelijk en berust derhalve de beslissing in mari- tiem-technische zaken bij twee organen met gelijke autoriteit (het feit dat op dit oogen blik de portefeuilles van Defensie en Ko loniën in één hand zijn vereenigd kan hier buiten beschouwing blijven). Deze moeilijk heid krijgt nog meer relief wanneer men daarbij bedenkt dat de Minister van Kolo niën niet beschikt over maritiemdeskundige adviseurs, immers de militaire afdeeling van het Departement van Koloniën is sa mengesteld uit Indische-leger-deskundigen, aan wie men bezwaarlijk den eisch kan stellen dat zg naast de zeer omvangrijke landmacht-technische vraagstukken ook nog de niet minder omvangrijke marine- technische vraagstukken beheerschen. Het overleg tusschen den Minister van Defensie en zijn ambtgenoot van Koloniën terzake van de in overzeesche gebiedsdeelen gesta tioneerde zeemacht zal uiteraard, aange zien deze laatstgenoemde bewindsman niet over marine-deskundige adviseurs beschikt, geruimen tijd vorderen aleer de verschil lende kwesties tot klaarheid zijn gebracht. Als gevolg van deze dubbele leiding loopt de correspondentie over „het dagelijksch bestuur" der Staatsmarine van het Depar tement van Defensie met den commandant der zeemacht in Indië over het Departement van Koloniën en over den Gouverneur- Generaal. Zulk een omweg moet belangrgke vertraging met zich brengen bg het nemen van besluiten zoo heeft het overleg over de 2 October 11. goedgekeurde personeels organisatie ongeveer 8 maanden geduurd. De klachten die men vrg geregeld in de couranten kan lezen over groote vertraging op dit stuk kunnen dan ook voor een be langrijk deel op het systeem van „dubbele leiding" worden teruggevoerd. Men bedenke hierbij wel, dat het geen kwestie van personen is, maar uitsluitend van systeem en in dit systeem kunnen de bekwaamste personen werkzaam zgn op de verschillende posten zonder dat voor het landsbelang schadelijke lacunes zijn te ver mijden en zonder dat het hoogst mogelijke rendement is te verkrijgen. De historische groei der verhoudingen speelt hier bovendien een groote rol. Vroe ger, d.w.z. een dertig jaar geleden was het zwaartepunt van de maritieme verdediging gelegen in het moederland, geleidelijk aan met de toenemende beteekenis van den Pacific echter heeft dat zwaartepunt zich verplaatst naar Ned.-Indië, zoodat de taak der maritieme verdediging van plaatselijk toezicht door den drang der omstandig heden is geworden tot bescherming van den samenhang van het rijksgeheelde werke lijkheid is verre boven den staatsrechtelij ken vorm uitgegroeid. De bemoeiingen met de marine in Ned.-Indië hebben zich zeer vermenigvuldigd en de eenheid van beheer is daardoor sterker dan ooit op den voor grond gekomen. Er is echter nog een tweede moeilijkheid die los staat van het feit dat het beheer der Staatsmarine aan twee departementen is toevertrouwd en dat is ook weer een moeilijkheid waarbij de werkelijkheid den staats- en administratief r^chtelgken vorm over het hoofd is gegroeid. Vroeder toen er nog een afzonderlijk Departement van Ma rine bestond waren de ministers op een hooge uitzondering na vakdeskundigen, na de samenvoeging echter kreeg de marine zuiver politieke ministers, die bovendien ten minste dubbel zooveel te beheeren kre gen als een vroegere vakdeskundige mi nister. Nu kan men in het algemeen niet van een minister verwachten dat hg naast zijn in onzen tgd zeer drukke ambtsbezig heden van meer algemeenen aard (samen werken met het parlement, diverse bespre kingen, verleenen van audiënties, het vol doen aan representatieve verplichtingen) tevens nog de vaktechnische coördinatie van zgn departements-afdeelingen verzorgt en daarbij technische beslissingen persoon lijk neemt. Dit is voor één mensch, hoe be kwaam ook, te zwaar. Beziet men daar naast de competentie der departements- afdeelingen, dan valt er te constateeren dat iedere afdeeling haar eigen gebied heeft (stafzaken, personeelzaken, materieel- zaken, enz.) en haar eigen bevoegdheid, doch geen der afdeelingshoofden heeft, om dat zg van gelijke autoriteit zgn, de be voegdheid een vaktechnische eindbeslissing, die mede de overige af deelingen aangaat, den Minister ter teekening tfoor te

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1937 | | pagina 6