Vlissingsche Courant
TWEEDE BLAD
Het jaar] Q3g
PLOUVIER VOOR UW MAILSCHOENEN
Crisis-Publicafiën.
Uit de Vlissingsche Courant
van vóór 50 jaar.
van de
van
Zaierdag 2 Januari 1937. No. 1.
STEUNVERGOEDING ERWTEN EN
VELDBOONEN.
De Nederlandsche Akkerbouwcentrale
maakt bekend, dat de steunvergoeding
voor groene erwten van de kwaliteits
klasse C, gedenatureerd in het tijdvak van
21 December 1936 tot en met 26 December
1936 1.50 per 100 kg zal bedragen.
Voor in datzelfde tijdvak gedenatureer
de groene erwten van de laagste klasse en
andere erwten, zal die steunvergoeding 1
per 100 kg bedragen.
Voor veldboonen welke blijkens de datee
ring van het dorschbriefje in genoemd tijd
vak zijn gedorscht, is de steunvergoeding
op 2 per 100 kg vastgesteld.
Een terugblik
(Slot).
Het is vooral
de houding van Duitschland,
dat door de aansluiting bij Italië zoo be
langrijk versterkt is en het wantrouwen in
Duitschland's en ten deele cok in Italië's
bedoelingen, dat tot deze bewapening drijft.
Het is begrijpelijk, dat Duitschland zich
tracht te herstellen van den slag, dien het
door den wereldoorlog is toegebracht. Maar
de wijze, waarop het dit doet, door de we
reld telkens voor voldongen feiten te plaat
sen en zich van aangegane overeenkomsten
naar eigen believen te ontdoen, ontrust die
wereld in hooge mate en neemt alle onder
ling vertrouwen weg. Waar het zich boven
dien wapent op een wijze en met een snel
heid, die in geen verhouding staan tot zijn
behoefte en voor die bewapening zelf zijn
bevolking honger doet lijden en zich tegen
internationale samenwerking en verdragen
ter bevestiging van collectieve veiligheid
verzet en zeer beslist Rusland en Oost-Euro
pa buiten elk verdrag ter beveiliging van
den vrede tracht te houden en van West-
Europa af te scheiden, kan het niet anders
of men moet voor nieu\ye Duitsche verras
singen vreezen. Tenville van de samenwer
king met Italië heeft het zijn Oostenrijk-
sche aspiraties voorloopig opgeborgen en
zelfs een overeenkomst met Oostenrijk ge
sloten. Maar de houding der nationaal so
cialisten in Danzig en het conflict, dat deze
met den Volkenbond en met Polen gezocht
hebben, toonen, dat die aspiraties zich
thans naar de in het Oosten verloren ge
bieden richten. Maar ver over die gebieden
heen strekt het tegenwoordige Duitschland,
volgens de in „Mein Kampf" aangegeven
richtlijn, de handen uit naar de Westelijke
gebieden van Rusland, terwijl het zijn in
vloed in de Zuid-Oostelijke Europeesche
landen tracht te versterken. Het Duitsch-
Japansche verdrag, dat tegen het commu
nisme gericht heet, is van die politiek het
gevolg. En de aansluiting aan Italië, dat
naar een overheerschende politiek in de
Middellandsche Zee streeft en daarbij tegen
Engeland en ook ten deele tegen Frankrijk
opbotst, geeft aan die politiek, die tot een
Duitsch-Italiaansche agressie wordt omge
vormd, haar in hooge mate zorgwekkend
karakter.
De opstand in Spanje
heeft het acute karakter van dit gevaar
duidelijk voor oogen gesteld.
In Spanje strijden, sinds de republiek er
gevestigd werd, de rechtsche en linksche
partijen om de macht. In de constituante,
die nog een tijdlang als Cortes fungeerde,
hadden de linkschen de meerderheid. Daar
na kwamen de rechtschen aan het bewind.
Maar de laatste verkiezingen leverden weer
een overgroote meerderheid aan links. De
regeering, die uit kracht van deze verkie
zingen gevormd werd, was links-republi-
keinsch. Azana, de president, is een voor
uitstrevend liberaal, de ministers waren in
overgroote meerderheid wat men ten on
zent vrijzinnig-democraten zou kunnen noe
men. Hef ongeluk voor deze regeering was,
dat de uiterst linksche elementen tengevol
ge van het voorafgaand strenge rechtsche
bewind uit den band sprongen en niet altijd
gemakkelijk in bedwang gehouden konden
worden, wat een felle reactie bij het recht
sche deel der bevolking veroorzaakte. Toch
ging de opstand niet van de bevolking uit,
maar van de generaals en een deel van het
legér, dat zijn bevoorrechte positie be
dreigd zag. De generaals met Franco aan
het hoofd, recruteerden de Rif-Kabylen en
brachten deze Moorsche soldaten tezamen
met het Spaansche vreemdelingenlegioen
naar Spanje over, waar zich fascisten en
Carlisten bij hen aansloten. Tegen deze mi
litair goed uitgeruste macht stond de regee
ring aanvankelijk vrijwel machteloos. Zij
moest een beroep op het volk, speciaal op
de arbeiders doen, ten gevolge waarvan de
uiterst linksche elementen steeds grooter
invloed kregen, waardoor de strijd langza
merhand een eenigszins ander karakter
kreeg. In dezen strijd nu, waarin aanvan
kelijk de opstandelingen in het voordeel
waren, maar thans een evenwichtstoestand
schijnt ingetreden, kregen de opstandelin
gen de hulp van Duitschland, Italië en Por
tugal, de regeering den steun van Rusland,
dat echter, minder goed van wapentuig
voorzien en ver afgelegen, dien steun niet
zoo intensief kon maken. De gevaren, die
hieruit dreigden, brachten de Fransche re-
g(. ering, die, steunende op het Volksfront
van radicalen, socialisten en communisten,
in een lastige positie raakte, tot het voor
stel van niet-inmenging, waarbij alle sta
ten zich aansloten, wat evenwel niet belette,
dat de steunverleening doorging en vrijwil
ligers uit alle landen, vaak met medeweten
der regeeringen, zich bij de beide strijden
de partijen aansloten. Ten einde hieraan een
eind te maken en zoo mogelijk ook den
strijd te beëindigen, hebben nu Frankrijk
en Engeland voorgesteld de niet-inmen
ging, ook tot het toelaten van vrijwilligers,
uit te breiden en tevens gezamenlijk in den
strijd te bemiddelen, waarna dan een volks
stemming in Spanje beslissen zou. Veel
kans op aanvaarding van dit voorstel is er
niet en Portugal heeft het dan ook al af
gewezen. Waarschijnlijk zal dus de indirecte
steunverleening doorgaan, totdat ze moge
lijk in een directe inmenging overgaat. Het
gevaar daarvan neemt toe naarmate de
opstandelingen meer in het nadeel raken,
omdat Duitschland en Italië niet zullen
dulden, dat in Spanje een aan hen vijandige
regeering de macht krijgt en daarmee hun
positie in de Middellandsche Zee enorm
verzwakt raakt, terwijl Duitschland's kolo
niale eischen, door Schacht nog pas drei
gend naar voren gebracht, zich bovendien
daartegen verzetten, immers Duitschland
over Spanje heen Afrika hoopt te bereiken.
Onder de ernstige bedreiging voor den
Europeeschen vrede en wellicht voor den
wereldvrede, die hieruit ontstaat, eindigt
1936.
Daarbij heeft zich de laatste dagen van
het jaar een nieuwe acute bedreiging ge
voegd door de gebeurtenissen, die
de spanning in Oost-Azië
tot een uiterste felheid hebben opgevoerd.
Die spanning bestaat al jaren tengevolge
van Japan's streven zich na de verovering
van Mantsjoerije nog andere Chineesche
gebieden toe te eigenen en China geheel
onder zijn macht te brengen. Bij het stre
ven naar een hegemonistische positie in
Oost-Azië, die het door de onderwerping
van China hoopt te bereiken, stuit het
echter oob op Rusland, dat den laatsten
tijd tot een sterke militaire macht in Oost
Azië is uitgegroeid. Het onlangs gesloten
Duitsch-Japansch verdrag is een poging
zich tegen het gevaar van dien kant te be
veiligen. Maar dit verdrag maakt het ge
vaar van Oost-Aziatische verwikkelingen
voor Europa zeer acuut, omdat het Duitsch
land allicht aanleiding zou geven zijn plan
nen ten opzichte van Oost-Europa bij een
Oost-Aziatischen oorlog zoo mogelijk tot
uitvoering te brengen, wat een in werking
treden van het .Fransch-Russisch verdrag
en daarmee een Europeeschen oorlog ten
gevolge zou hebben.
De kans nu op een Oost-Aziatischen oor
log ia juist de 1 atste dagen enorm geste
gen door de gevangenneming van den
Chineeschen dictator, Tsjiang Kai sjek,
door troepen, die een directe oorlogsverkla
ring aan Japan eischen, waartegen Tsjiang
Kai sjek, bewust van China's machteloos
heid tegenover Japan en van het streven
van het Japansche leger, dat in Japan de
feitelijke macht uitoefent, een oorlog te
forceeren, zich steeds verzet heeft. De lig
ging van ons Indië maakt, dat een derge
lijke oorlog voor ons land, voor
Nederland
een rechtstreeksch gevaar kan worden. Maar
dit gevaar is het eenige niet. Het bewust
zijn, dat anderr dan in 1914 een wereld
oorlog ons niet onberoerd zou laten, maar
wij er naar alle waarschijnlijkheid recht
streeks in betrokken zouden worden, is
thans tot vrijwel 'alle lagen en partijen on
zer bevolking doorgedrongen en openbaart
zich wel heel duidelijk in het door alle par
tijen goedgekeurde streven naar verster
king onzer weermacht. Het heeft waar
schijnlijk dit goede gevolg, dat het ons ge
voel van nationale saamhoorigheid, ons
nationaal bewustzijn, verlevendigt en ver
sterkt.
Dit nationaal bewustzijn kwam ook tot
levendige uiting bij de verloving van
Prinses Juliana met Prins Bemhard van
Lippe-Biesterfeld, die een golf van geest
drift over ons land deed gaan. Onstuimig
werden de jong-verloofden overal waar zij
zich vertoonden, door menschen-menigten
toegejuicht. Het was of men behoefte ge
voelde zijn liefde voor het Oranjehuis en
voor de Prinses nog eens in alle duidelijk
heid uit te spreken in dezen gevaarvollen
en zorgelijken tijd, waardoor deze verlo
ving tot een hoogtepunt in ons nationaal
leven werd en ons de dreigende zorgen
voor een oogenblik deed vergeten.
Hoe groot echter die zorgen nog altijd
zijn, al schijnt dan een eerste teeken van
opleving zichtbaar, ook in het buitenland
leert de wetgeving van dit jaar, die zich
nog grootendeels om de crisis beweegt. Als
voorbeelden van deze crisiswetgeving zij
herinnerd aan de wet tot voorkoming van
opvordering van hypothecaire schulden, tot
financiering van versnelden bruggebouw,
tot verlaging van de salarissen van den
Raad van State, de Rekenkamer en de
Rechterlijke macht, tot oprichting van een
naamlooze vennootschap voor financiering
van de industrie, tot het nemen van maat
regelen tegen mechanisatie in de sigaren-
industrie, tot het verstrekken van een cre-
diet voor werkverruiming en tal van wijzi
gingswetten als wijziging van de Pensioen
wet voor ambtenaren, wijziging dei pacht
wet, van de wet op de Inkomstenbelasting
en de Leerplichtwet. Maar vooral ook open
baarde zich de wereldcrisis in het loslaten
van den gouden standaard, gevolg van de
devaluatie van den Franschen en Zwitser-
scher. franc met de daaraan verbonden
maatregel tegen prijsopdrijving, wat een
radicale ommekeer in onze muntpolitiek
beteekende. Andere wetten droegen even
zeer, zij het in ander opzicht, het merk-
teeken van dezen tijd, als die tot instelling
van een weerfonds ter versterking der
weermacht, die tot verbod van gewapende
weerkorpsen, tot wijziging van de wet op
het Nederlanderschap enz. Daarnaast kwa
men nog wetten tot stand tot uitbreiding
van de bescherming van minderjarigen, tot
vogelbescherming, tot bestuurshervorming
in Indië enz.
Bij de Olympische spelen, die in
Duitschland
gehouden werden, maakten onze sportmen-
schen en vooral onze zwemsters, een bui
tengewoon goed figuur.
Deze Olympische spelen waren door de
Duitsche reg nering zeer grootsch opgezet
en openbaarden ook daardoor het streven
naar het steeds grooter opvoeren van fees
ten en dergelijke, dat de tegenwoordige
Duitsche regeering zoozeer kenmerkt, en
waarmee zij ongetwijfeld ook de bevolking
wil afhouden van een ontevredenheid nver
het systeem en over de slechte economische
toestanden, die in het Duitsche rijk heer-
schen en waaraan de geweldige uitgaven
voor de bewapening zeker niet in de laat
ste plaats schuld zijn. Ook het Neuren-
bergsch partijcongres, waar Hitier zijn
jaarlijksche rede hield, was in grootschen
stijl opgezet.
De Rijksdagverkiezingen leverden de na
tionaal socialisten, trouwens de eenige par
tij, die in Duitschland gedoogd wordt, een
meerderheid van ongeveer 98 procent. Ten
einde het land in staat te stellen zijn be
hoefte aan grondstoffen zonder hulp van
het buitenland, die bij het gebrek aan de
viezen al moeilijker verkrijgbaar werd, te
voldoen, werd een vierjarig plan vastge
steld voor de uitvoering waarvan een com
missie werd benoemd met Goering met
vrijwel dictoriale macht aan het hoofd.
De verhouding tot
Frankrijk
werd er tengevolge van de opzegging van
hec Looarno-verdrag en de herbezetting
van het Rijnland dit jaar niet bete" op.
In Frankrijk zelf bleek men buitengewoon
verontwaardigd over deze nieuwe daad van
Duitschland. De behoefte aan toenadering
tot de bondgenooten, in de eerste plaats
tot Engeland, werd er sterker door. Met
Polen werden de vriendschapsbanden nau
wer aangehaald door het bezoek van den
inspecteur-generaal van het Poolsche leger
en later van den Poolschen minister Beek
aan Parijs.
De verkiezingen leverden een groote
meerderheid voor hét Volksfront, de com
binatie van radicalen, socialisten en com
munisten, wat de regeering van Blum, den
socialistischen leider, aan het bewind
bracht. De voortdurende stakingen en be
zetting van fabrieken door stakers plaatste
deze re geer in g voor een moeilijke taak. De
devaluatie van den franc was een maat
regel, die ook in Zwitserland en ons land
zijr. rechtstreekschen invloed deed voelen.
België,
sinds den wereldoorlog zoo nauw met
Frankrijk samengaande, maakte zich al
meer van dit land los om een eigen onaf
hankelijke koers te volgen. Toch bleek de
rede van koning Leopold, die een neutra
lere houding in het internationale leven
aankondigde, niet de volstrekte beteekenis
te hebben, die men aanvankelijk daaraan
toekende en bleef België zijn Locarno-ver-
plichtingen getrouw.
Met het Rexisme heeft het fascisme zijn
intree gedaan in de Belgische politiek. Bij
de laatste verkiezingen haalde het een on
gedacht aantal stemmen ten koste der ka
tholieken. Door zijn verbond met het
Vlaamsch-nationaal verbond, dat weer een
accoord aanging met de Vlaamsche katho
lieken, versterkte het bovendien zijn posi
tie. Een Rexistische betooging werd dooi
de regeering verboden en verhinderd.
Engeland
zag het afgeloopen jaar een dubbele troons
wisseling. Koning George V werd bij zijn
52e week 1886.
De op te richten Vlissingsche Duinwater
leiding Mij., wier hoofdzetel alhier zal ge
vestigd zijn, zal met een maatschappelijk
kapitaal van 160.000 werken, hetwelk zal
verdeeld zijn in 80 gewone aandeelen aan
toonder, elk groot 1000, en 80 prioriteits-
aandeelen mede aan toonder, ook groot
1000. Deze aandeelen zijn of zullen bij on-
derhandsche inschrijving worden geplaatst.
Als commissarissen zullen optreden de hee-
ren C. L. van Woelderen, directeur der Mij.
„Zeeland", J. A. E. Musquetier, ingenieur
van de Waterstaat, Jos. van Raalte, direc
teur der Kon. Mij. „de Schelde", allen alhier
en M. C. Wurfbain, bankier te Arnhem en
J. G. W. Siegers, industrieel te Amsterdam.
Als directeur zal optreden de heer J. L.
Gruber, ingenieur alhier.
De nieuwe raderstoomboot, die ten dien
ste van den provincialen stoombootdienst
aan de Kon. Mij. „de Schelde" alhier besteld
is, zal geheel van staal worden vervaardigd.
Hare lengte zal 41.15 M. zijn, de grootste
wijdte 6.10 M. en de diepgang 1.83 M. In het
voorschip zal de 2e klasse kajuit en in het
achterschip de le klasse kajuit geplaatst
worden. De beide kajuiten, zoowel als alle
hutten voor de equipage, zullen van electri-
sche gloeilampen worden voorzien in den
mast zal een groot booglicht worden aange
bracht voor den dienst bij laden en lossen.
De verwarming der beide kajuiten zal ge
schieden door middel van koperen buizen,
met stoom gevuld.
De stoommachine zal oscilleerend zijn,
van het triple compound systeem, een ver
mogen van 450 ind. paardenkrachten heb
ben, en van patentraderen zijn voorzien.
De stalen stoomketel zal op 10 atmosphe-
ren druk werken met een warmwateropper
vlak van 1400 vierk. voet.
Bij een gewone vaart zal het schip 12
Eng. mijlen per uur moeten loopen.
Ds. J. A. van Boven, predikant bij de
Ned. Herv. Gemeente te Souburg, heeft be
dankt voor het beroep naar Breedevoort.
Beroepen te Oostburg, ds. J. G. Klomp,
Ned. Herv. predikant te 's-Graveland.
dood opgevolgd door zijn zoon, die als
Eduward VIII den troon besteeg, maar in 't
eind van het jaar afstand deed van den
troon tengevolge van zijn voorgenomen hu
welijk met mevrouw Simpson en werd op
gevolgd door zijn broer onder den naam
George VI.
Een bezoek van den Poolschen Minister
Beek versterkte .de banden met Polen. In
Palestina nam de onrust af.
Spanje
beleefde een jaar van uiterste verwarring
en opstand en van een binnenlandschen
strijd, die nog voortduurt en met de uiter
ste felheid en wreedheid gevoerd wordt. De
erkenning door Duitschland en Italië van
de regeering der opstandelingen was oor
zaak van een beroep op den Volkenbonds
raad, waarvan alleen een weinig zeggende
resolutie van dien Raad het resultaat was.
De beide
Donau-landen
Oostenrijk en Hongarije, haalden op de
conferentie te Weenen hun nauwe vriend
schapsbanden met Italië nog wat nauwer
aan.
Het bezoek van den Roemeenschen ko
ning aan Praag versterkte de Kleine En
tente, terwijl het bezoek van den Roemeen
schen Minister aan Warschau de vriend
schap met Polen bevestigde.
Rusland
kreeg dit jaar een nieuwe grondwet, waar
in een lichte toenadering tot democratische
instellingen te bespeuren viel.
FEUILLETON
Een wintersportroman
van Peter Krayenbïïhl.
13)
Er blijft Dieter tenslotte niet anders over
dan te gehoorzamen. Hij biedt nogmaals
zijn welgemeende excuses aan en vraagt
verlof later nog eens naar haar toestand
te mogen informeeren.
Grace voelt, dat zij zich tegen deze jeug
dige vasthoudendheid behoort te verzetten,
maar ze weet, dat het toch niet zal hel
pen.
Wel, u moet doen, wat u niet laten
kuntzegt ze met een lichte zucht. Het
ontgaat Dieter niet, dat zij hem met haar
grijze oogen scherp opneemt
Onderweg bemerkt hij de roode bloedvlek
op zijn zakdoek en met de verliefdheid van
een schooljongen denkt hij dat kan nie
mand mij afnemen.
Grace daarentegen zou zich reeds dank
baar gestemd voelen, als iemand haar van
de, door Dieter's pijp veroorzaakte pijn in
haar heup verloste
Maar als ze door de onpractische draai
deur van het Grand Hotel de veel te warme
hal betreedt, gaat haar toch onwillekeurig
deze gedachte door .het hoofd de winter in
de bergen is werkelijk mooi, maar wat de
mensch zoekt, wat de vrouw zoekt, is al
tijd meer dan louter een stuk natuur. Het
gaat steeds weer om den mensch, een be
paalden menschof eigenlijk om dien
eenen mensch, die voor den ander is voor
bestemd
Een partij schaak met mr. Arien.
De tweede les voor de skibabies begint
dezen middag inderdaad precies op tijd.
Sommigen mopperen weliswaar iets over
een dwaze discipline, welke geen rekening
houdt met het feit, dat zij voor hun genoe
gen uit zijn, maar dat zijn degenen, die
anders toch ook bij de derde of vierde les
zouden zijn uitgevallen. Dieter kent dat en
hij stoort er zich niet aan. De anderen ech
ter weten van verbazing niet, hoe zij het
hebben die Prausnitz is vandaag een heel
ander mensch dan gisteren
Volkamen beheerscht, rustig en met lief
de voor zijn werk brengt Dieter zijn les ten
einde. Hij weet elkeen van zijn goede zijde
aan te pakken en is velen met zeldzame
courtoisie behulpzaam; hij wekt enthousias
me en voldoening over de geringste presta
tie en slechts weinigen zijn er, wien de een
voudige oefening aan het eind van de les
niet gelukt is niemand die bemerkt, dat
Dieter tien minuten te vroeg uitscheidt om
dan plotseling te verdwijnen
Hij heeft iets in het hoofd dat hem naar
Antonswil drijft. Hij wil een brief schrij
ven. Hij zou weliswaar veel eenvoudiger
zijn van de telefoon gebruik te maken,
maar Dieter heeft er eenig bezwaar tegen
om de stem, die hij zoekt langs den nuch-
teren draad te vernemen, zonder degene,
met wie hij spreekt, te zien.
In Antenswil is een aardige lunchroom
met als eenige inconveniënt, dat zij veel te
klein is voor het groote aantal bezoekers.
Dieter neemt de gezellige dikke eigenares
terzijde en krijgt een plaatsje op de sofa
in haar woonkamer toegewezen.
Hij weet precies wat hij schrijven wil,
tenminste hij wist het, maar nu hij het
vragend-blanke papier voor zich heeft, laat
zijn geheugen hem plotseling in de steek...
Hij peinst en piekert, maar de juiste woor
den, de eenige juiste bewoordingen willen
hem niet te binnen schieten. Zij zoemen in
zijn oor en zweven voor zijn geestesoog als
speelsche libellen, maar als hij ze grijpt en
ze op papier leest, is hun glans weg
Bovendien bevalt zijn schrift hem niet en
hij moet erkennen, dat hij daar eigenlijk
nooit genoeg aandacht aan heeft geschon
ken dat moet voortaan anders worden...
Ten einde raad besluit Dieter alle keurige
volzinnen achterwege te laten en grimmig
nuchter komt hij tenslotte tot het volgende
simpele epistel
Hoe gaat het er mee, Grace Ik zit
in de lunchroom van Hauck en hoop,
dat je het mij door een paar regels wilt
laten weten. Je Dieter.
Een jongen brengt het briefje naar het
Grand Hotel. Dieter bestelt nog een tweede
kop koffie en wacht. Hij heeft van kinds
been af altijd graag op iets gewacht en dat
hij zich daarin steeds met een zeker genoe
gen heeft getraind, bewijst wel, dat hij tot
de positieve karakters behoort.
Er wordt geklopt en mevrouw Hauck
treedt binnen.
U hebt er toch niets tegen .meneer, al3
ik u
Natuurlijk niet, valt Dieter haar in de
rede, terwijl hij den nieuwen bezoeker be
leefd groet. Het is een eerbiedwaardige,
oude heer met een markanten kop, bijna
spierwit haar en breede forsche schouders.
Misschien hebt u wel een schaakspel
voor me, mevrouw Hauck Daarmee zal ik
meneer niet het minste storen
U stoort mij in het geheel niet. Ik
behoor ook maar tot de bezoekers en ik ben
ai dankbaar, dat ik niet daar buiten in het
gedrang behoef te zitten, antwoordt Dieter,
De nieuw aangekomene, in wiens accent hij
onmiddellijk den vreemdeling herkent, im
poneert hem op de een of andere manier
en wien dat bij Dieter gelukt, die moet in
derdaad iets beteekenen. Maar waarom
voelt hij zich zoo tot dezen onbekende aan
getrokken Dieter zal het spoedig erva
ren
Als u met een middelmatigen speler
geholpen bent
De waardige oude heer is weliswaar
probleem specialist, maar op dit moment
verheugt het hem oprecht in Dieter een
partner in het koninklijk spel te vinden.
Weldra zijn beiden in een feilen strijd ge
wikkeld.
Dieter bewondert in stilte de buitenge
woon ridderlijke speelwijze van zijn tegen
stander, wien het kennelijk minder om
winst dan wel om een aesthetisch bevredi
gend spel te doen is. En dit laatste is weer
zoo geheel in overeenstemming met Dieter's
persoonlijke opvattingen, dat hij zich zoo
veel mogelijk op remise toelegt. Het is zijn
beurt en twijfelend overlegt hij, of het mis
schien het beste is zijn dame op te offeren
als plotseling de deur wordt geopend en
Grace binnen treedt.
Goeden middag, meneer Prausnitz
Wel Pap, hoe bevalt het je hier
Dieter is door deze onverwachte ver
schijning totaal in de war en tevens woe
dend op zichzelf, dat hij zoo ontdaan is en
dit overduidelijk demonstreert door een
paar stukken van het bord te gooien. Hij
had zich immers ook allang behooren voor
te stellen.
Wat zal ik er van zeggen, Grace, wij
spelen pas een half uurtje, zegt mr. Arlen.
Wil je thee
Dieter vliegt overeind om thee voor
Grace te halen. Hij is blij althans een paar
minuten alleen te kunnen zijn
GraceMr. Arlen neemt haar hand
en trekt haar naar zich toe. Je bent mijn
dochter, kind, maar ik ben niet alleen je
vader, ik ben ook je vriendDaarom
Grace, raad ik je dringend wees voorzich
tig 1
Dank je PapKijk me een aan, ik
ben volkomen nuchter. Ik heb altijd maar
één wil mezelf trouw te zijn en mijn eigen
weg te gaan. Wij zijn het volkomen eens,
b'este Pap.
Zoo is het, Grace
Dieter keert terug met thee. Hij heeft
zich intusschen geheel hersteld op zijn
openhartig jongensgelaat ligt slechts diepe
ernst te lezen.
Een telegram van mama, Pap. Grace
schuift het hem over de tafel heen toe.
Ze komt met den trein van 6 uur.
Nogal onverwacht hè Wat zal de
reden daarvan zijn
Misschien die dr. Gemter of Hemder,
over wien ze laatst zoo enthousiast schreef.
(Wordt vervolgd.)