Vlissingsche Courant TWEEDE BLAD Het jaar] Q3g PLOUVIER VOOR UW MAILSCHOENEN Crisis-Publicafiën. Uit de Vlissingsche Courant van vóór 50 jaar. van de van Zaierdag 2 Januari 1937. No. 1. STEUNVERGOEDING ERWTEN EN VELDBOONEN. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt bekend, dat de steunvergoeding voor groene erwten van de kwaliteits klasse C, gedenatureerd in het tijdvak van 21 December 1936 tot en met 26 December 1936 1.50 per 100 kg zal bedragen. Voor in datzelfde tijdvak gedenatureer de groene erwten van de laagste klasse en andere erwten, zal die steunvergoeding 1 per 100 kg bedragen. Voor veldboonen welke blijkens de datee ring van het dorschbriefje in genoemd tijd vak zijn gedorscht, is de steunvergoeding op 2 per 100 kg vastgesteld. Een terugblik (Slot). Het is vooral de houding van Duitschland, dat door de aansluiting bij Italië zoo be langrijk versterkt is en het wantrouwen in Duitschland's en ten deele cok in Italië's bedoelingen, dat tot deze bewapening drijft. Het is begrijpelijk, dat Duitschland zich tracht te herstellen van den slag, dien het door den wereldoorlog is toegebracht. Maar de wijze, waarop het dit doet, door de we reld telkens voor voldongen feiten te plaat sen en zich van aangegane overeenkomsten naar eigen believen te ontdoen, ontrust die wereld in hooge mate en neemt alle onder ling vertrouwen weg. Waar het zich boven dien wapent op een wijze en met een snel heid, die in geen verhouding staan tot zijn behoefte en voor die bewapening zelf zijn bevolking honger doet lijden en zich tegen internationale samenwerking en verdragen ter bevestiging van collectieve veiligheid verzet en zeer beslist Rusland en Oost-Euro pa buiten elk verdrag ter beveiliging van den vrede tracht te houden en van West- Europa af te scheiden, kan het niet anders of men moet voor nieu\ye Duitsche verras singen vreezen. Tenville van de samenwer king met Italië heeft het zijn Oostenrijk- sche aspiraties voorloopig opgeborgen en zelfs een overeenkomst met Oostenrijk ge sloten. Maar de houding der nationaal so cialisten in Danzig en het conflict, dat deze met den Volkenbond en met Polen gezocht hebben, toonen, dat die aspiraties zich thans naar de in het Oosten verloren ge bieden richten. Maar ver over die gebieden heen strekt het tegenwoordige Duitschland, volgens de in „Mein Kampf" aangegeven richtlijn, de handen uit naar de Westelijke gebieden van Rusland, terwijl het zijn in vloed in de Zuid-Oostelijke Europeesche landen tracht te versterken. Het Duitsch- Japansche verdrag, dat tegen het commu nisme gericht heet, is van die politiek het gevolg. En de aansluiting aan Italië, dat naar een overheerschende politiek in de Middellandsche Zee streeft en daarbij tegen Engeland en ook ten deele tegen Frankrijk opbotst, geeft aan die politiek, die tot een Duitsch-Italiaansche agressie wordt omge vormd, haar in hooge mate zorgwekkend karakter. De opstand in Spanje heeft het acute karakter van dit gevaar duidelijk voor oogen gesteld. In Spanje strijden, sinds de republiek er gevestigd werd, de rechtsche en linksche partijen om de macht. In de constituante, die nog een tijdlang als Cortes fungeerde, hadden de linkschen de meerderheid. Daar na kwamen de rechtschen aan het bewind. Maar de laatste verkiezingen leverden weer een overgroote meerderheid aan links. De regeering, die uit kracht van deze verkie zingen gevormd werd, was links-republi- keinsch. Azana, de president, is een voor uitstrevend liberaal, de ministers waren in overgroote meerderheid wat men ten on zent vrijzinnig-democraten zou kunnen noe men. Hef ongeluk voor deze regeering was, dat de uiterst linksche elementen tengevol ge van het voorafgaand strenge rechtsche bewind uit den band sprongen en niet altijd gemakkelijk in bedwang gehouden konden worden, wat een felle reactie bij het recht sche deel der bevolking veroorzaakte. Toch ging de opstand niet van de bevolking uit, maar van de generaals en een deel van het legér, dat zijn bevoorrechte positie be dreigd zag. De generaals met Franco aan het hoofd, recruteerden de Rif-Kabylen en brachten deze Moorsche soldaten tezamen met het Spaansche vreemdelingenlegioen naar Spanje over, waar zich fascisten en Carlisten bij hen aansloten. Tegen deze mi litair goed uitgeruste macht stond de regee ring aanvankelijk vrijwel machteloos. Zij moest een beroep op het volk, speciaal op de arbeiders doen, ten gevolge waarvan de uiterst linksche elementen steeds grooter invloed kregen, waardoor de strijd langza merhand een eenigszins ander karakter kreeg. In dezen strijd nu, waarin aanvan kelijk de opstandelingen in het voordeel waren, maar thans een evenwichtstoestand schijnt ingetreden, kregen de opstandelin gen de hulp van Duitschland, Italië en Por tugal, de regeering den steun van Rusland, dat echter, minder goed van wapentuig voorzien en ver afgelegen, dien steun niet zoo intensief kon maken. De gevaren, die hieruit dreigden, brachten de Fransche re- g(. ering, die, steunende op het Volksfront van radicalen, socialisten en communisten, in een lastige positie raakte, tot het voor stel van niet-inmenging, waarbij alle sta ten zich aansloten, wat evenwel niet belette, dat de steunverleening doorging en vrijwil ligers uit alle landen, vaak met medeweten der regeeringen, zich bij de beide strijden de partijen aansloten. Ten einde hieraan een eind te maken en zoo mogelijk ook den strijd te beëindigen, hebben nu Frankrijk en Engeland voorgesteld de niet-inmen ging, ook tot het toelaten van vrijwilligers, uit te breiden en tevens gezamenlijk in den strijd te bemiddelen, waarna dan een volks stemming in Spanje beslissen zou. Veel kans op aanvaarding van dit voorstel is er niet en Portugal heeft het dan ook al af gewezen. Waarschijnlijk zal dus de indirecte steunverleening doorgaan, totdat ze moge lijk in een directe inmenging overgaat. Het gevaar daarvan neemt toe naarmate de opstandelingen meer in het nadeel raken, omdat Duitschland en Italië niet zullen dulden, dat in Spanje een aan hen vijandige regeering de macht krijgt en daarmee hun positie in de Middellandsche Zee enorm verzwakt raakt, terwijl Duitschland's kolo niale eischen, door Schacht nog pas drei gend naar voren gebracht, zich bovendien daartegen verzetten, immers Duitschland over Spanje heen Afrika hoopt te bereiken. Onder de ernstige bedreiging voor den Europeeschen vrede en wellicht voor den wereldvrede, die hieruit ontstaat, eindigt 1936. Daarbij heeft zich de laatste dagen van het jaar een nieuwe acute bedreiging ge voegd door de gebeurtenissen, die de spanning in Oost-Azië tot een uiterste felheid hebben opgevoerd. Die spanning bestaat al jaren tengevolge van Japan's streven zich na de verovering van Mantsjoerije nog andere Chineesche gebieden toe te eigenen en China geheel onder zijn macht te brengen. Bij het stre ven naar een hegemonistische positie in Oost-Azië, die het door de onderwerping van China hoopt te bereiken, stuit het echter oob op Rusland, dat den laatsten tijd tot een sterke militaire macht in Oost Azië is uitgegroeid. Het onlangs gesloten Duitsch-Japansch verdrag is een poging zich tegen het gevaar van dien kant te be veiligen. Maar dit verdrag maakt het ge vaar van Oost-Aziatische verwikkelingen voor Europa zeer acuut, omdat het Duitsch land allicht aanleiding zou geven zijn plan nen ten opzichte van Oost-Europa bij een Oost-Aziatischen oorlog zoo mogelijk tot uitvoering te brengen, wat een in werking treden van het .Fransch-Russisch verdrag en daarmee een Europeeschen oorlog ten gevolge zou hebben. De kans nu op een Oost-Aziatischen oor log ia juist de 1 atste dagen enorm geste gen door de gevangenneming van den Chineeschen dictator, Tsjiang Kai sjek, door troepen, die een directe oorlogsverkla ring aan Japan eischen, waartegen Tsjiang Kai sjek, bewust van China's machteloos heid tegenover Japan en van het streven van het Japansche leger, dat in Japan de feitelijke macht uitoefent, een oorlog te forceeren, zich steeds verzet heeft. De lig ging van ons Indië maakt, dat een derge lijke oorlog voor ons land, voor Nederland een rechtstreeksch gevaar kan worden. Maar dit gevaar is het eenige niet. Het bewust zijn, dat anderr dan in 1914 een wereld oorlog ons niet onberoerd zou laten, maar wij er naar alle waarschijnlijkheid recht streeks in betrokken zouden worden, is thans tot vrijwel 'alle lagen en partijen on zer bevolking doorgedrongen en openbaart zich wel heel duidelijk in het door alle par tijen goedgekeurde streven naar verster king onzer weermacht. Het heeft waar schijnlijk dit goede gevolg, dat het ons ge voel van nationale saamhoorigheid, ons nationaal bewustzijn, verlevendigt en ver sterkt. Dit nationaal bewustzijn kwam ook tot levendige uiting bij de verloving van Prinses Juliana met Prins Bemhard van Lippe-Biesterfeld, die een golf van geest drift over ons land deed gaan. Onstuimig werden de jong-verloofden overal waar zij zich vertoonden, door menschen-menigten toegejuicht. Het was of men behoefte ge voelde zijn liefde voor het Oranjehuis en voor de Prinses nog eens in alle duidelijk heid uit te spreken in dezen gevaarvollen en zorgelijken tijd, waardoor deze verlo ving tot een hoogtepunt in ons nationaal leven werd en ons de dreigende zorgen voor een oogenblik deed vergeten. Hoe groot echter die zorgen nog altijd zijn, al schijnt dan een eerste teeken van opleving zichtbaar, ook in het buitenland leert de wetgeving van dit jaar, die zich nog grootendeels om de crisis beweegt. Als voorbeelden van deze crisiswetgeving zij herinnerd aan de wet tot voorkoming van opvordering van hypothecaire schulden, tot financiering van versnelden bruggebouw, tot verlaging van de salarissen van den Raad van State, de Rekenkamer en de Rechterlijke macht, tot oprichting van een naamlooze vennootschap voor financiering van de industrie, tot het nemen van maat regelen tegen mechanisatie in de sigaren- industrie, tot het verstrekken van een cre- diet voor werkverruiming en tal van wijzi gingswetten als wijziging van de Pensioen wet voor ambtenaren, wijziging dei pacht wet, van de wet op de Inkomstenbelasting en de Leerplichtwet. Maar vooral ook open baarde zich de wereldcrisis in het loslaten van den gouden standaard, gevolg van de devaluatie van den Franschen en Zwitser- scher. franc met de daaraan verbonden maatregel tegen prijsopdrijving, wat een radicale ommekeer in onze muntpolitiek beteekende. Andere wetten droegen even zeer, zij het in ander opzicht, het merk- teeken van dezen tijd, als die tot instelling van een weerfonds ter versterking der weermacht, die tot verbod van gewapende weerkorpsen, tot wijziging van de wet op het Nederlanderschap enz. Daarnaast kwa men nog wetten tot stand tot uitbreiding van de bescherming van minderjarigen, tot vogelbescherming, tot bestuurshervorming in Indië enz. Bij de Olympische spelen, die in Duitschland gehouden werden, maakten onze sportmen- schen en vooral onze zwemsters, een bui tengewoon goed figuur. Deze Olympische spelen waren door de Duitsche reg nering zeer grootsch opgezet en openbaarden ook daardoor het streven naar het steeds grooter opvoeren van fees ten en dergelijke, dat de tegenwoordige Duitsche regeering zoozeer kenmerkt, en waarmee zij ongetwijfeld ook de bevolking wil afhouden van een ontevredenheid nver het systeem en over de slechte economische toestanden, die in het Duitsche rijk heer- schen en waaraan de geweldige uitgaven voor de bewapening zeker niet in de laat ste plaats schuld zijn. Ook het Neuren- bergsch partijcongres, waar Hitier zijn jaarlijksche rede hield, was in grootschen stijl opgezet. De Rijksdagverkiezingen leverden de na tionaal socialisten, trouwens de eenige par tij, die in Duitschland gedoogd wordt, een meerderheid van ongeveer 98 procent. Ten einde het land in staat te stellen zijn be hoefte aan grondstoffen zonder hulp van het buitenland, die bij het gebrek aan de viezen al moeilijker verkrijgbaar werd, te voldoen, werd een vierjarig plan vastge steld voor de uitvoering waarvan een com missie werd benoemd met Goering met vrijwel dictoriale macht aan het hoofd. De verhouding tot Frankrijk werd er tengevolge van de opzegging van hec Looarno-verdrag en de herbezetting van het Rijnland dit jaar niet bete" op. In Frankrijk zelf bleek men buitengewoon verontwaardigd over deze nieuwe daad van Duitschland. De behoefte aan toenadering tot de bondgenooten, in de eerste plaats tot Engeland, werd er sterker door. Met Polen werden de vriendschapsbanden nau wer aangehaald door het bezoek van den inspecteur-generaal van het Poolsche leger en later van den Poolschen minister Beek aan Parijs. De verkiezingen leverden een groote meerderheid voor hét Volksfront, de com binatie van radicalen, socialisten en com munisten, wat de regeering van Blum, den socialistischen leider, aan het bewind bracht. De voortdurende stakingen en be zetting van fabrieken door stakers plaatste deze re geer in g voor een moeilijke taak. De devaluatie van den franc was een maat regel, die ook in Zwitserland en ons land zijr. rechtstreekschen invloed deed voelen. België, sinds den wereldoorlog zoo nauw met Frankrijk samengaande, maakte zich al meer van dit land los om een eigen onaf hankelijke koers te volgen. Toch bleek de rede van koning Leopold, die een neutra lere houding in het internationale leven aankondigde, niet de volstrekte beteekenis te hebben, die men aanvankelijk daaraan toekende en bleef België zijn Locarno-ver- plichtingen getrouw. Met het Rexisme heeft het fascisme zijn intree gedaan in de Belgische politiek. Bij de laatste verkiezingen haalde het een on gedacht aantal stemmen ten koste der ka tholieken. Door zijn verbond met het Vlaamsch-nationaal verbond, dat weer een accoord aanging met de Vlaamsche katho lieken, versterkte het bovendien zijn posi tie. Een Rexistische betooging werd dooi de regeering verboden en verhinderd. Engeland zag het afgeloopen jaar een dubbele troons wisseling. Koning George V werd bij zijn 52e week 1886. De op te richten Vlissingsche Duinwater leiding Mij., wier hoofdzetel alhier zal ge vestigd zijn, zal met een maatschappelijk kapitaal van 160.000 werken, hetwelk zal verdeeld zijn in 80 gewone aandeelen aan toonder, elk groot 1000, en 80 prioriteits- aandeelen mede aan toonder, ook groot 1000. Deze aandeelen zijn of zullen bij on- derhandsche inschrijving worden geplaatst. Als commissarissen zullen optreden de hee- ren C. L. van Woelderen, directeur der Mij. „Zeeland", J. A. E. Musquetier, ingenieur van de Waterstaat, Jos. van Raalte, direc teur der Kon. Mij. „de Schelde", allen alhier en M. C. Wurfbain, bankier te Arnhem en J. G. W. Siegers, industrieel te Amsterdam. Als directeur zal optreden de heer J. L. Gruber, ingenieur alhier. De nieuwe raderstoomboot, die ten dien ste van den provincialen stoombootdienst aan de Kon. Mij. „de Schelde" alhier besteld is, zal geheel van staal worden vervaardigd. Hare lengte zal 41.15 M. zijn, de grootste wijdte 6.10 M. en de diepgang 1.83 M. In het voorschip zal de 2e klasse kajuit en in het achterschip de le klasse kajuit geplaatst worden. De beide kajuiten, zoowel als alle hutten voor de equipage, zullen van electri- sche gloeilampen worden voorzien in den mast zal een groot booglicht worden aange bracht voor den dienst bij laden en lossen. De verwarming der beide kajuiten zal ge schieden door middel van koperen buizen, met stoom gevuld. De stoommachine zal oscilleerend zijn, van het triple compound systeem, een ver mogen van 450 ind. paardenkrachten heb ben, en van patentraderen zijn voorzien. De stalen stoomketel zal op 10 atmosphe- ren druk werken met een warmwateropper vlak van 1400 vierk. voet. Bij een gewone vaart zal het schip 12 Eng. mijlen per uur moeten loopen. Ds. J. A. van Boven, predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Souburg, heeft be dankt voor het beroep naar Breedevoort. Beroepen te Oostburg, ds. J. G. Klomp, Ned. Herv. predikant te 's-Graveland. dood opgevolgd door zijn zoon, die als Eduward VIII den troon besteeg, maar in 't eind van het jaar afstand deed van den troon tengevolge van zijn voorgenomen hu welijk met mevrouw Simpson en werd op gevolgd door zijn broer onder den naam George VI. Een bezoek van den Poolschen Minister Beek versterkte .de banden met Polen. In Palestina nam de onrust af. Spanje beleefde een jaar van uiterste verwarring en opstand en van een binnenlandschen strijd, die nog voortduurt en met de uiter ste felheid en wreedheid gevoerd wordt. De erkenning door Duitschland en Italië van de regeering der opstandelingen was oor zaak van een beroep op den Volkenbonds raad, waarvan alleen een weinig zeggende resolutie van dien Raad het resultaat was. De beide Donau-landen Oostenrijk en Hongarije, haalden op de conferentie te Weenen hun nauwe vriend schapsbanden met Italië nog wat nauwer aan. Het bezoek van den Roemeenschen ko ning aan Praag versterkte de Kleine En tente, terwijl het bezoek van den Roemeen schen Minister aan Warschau de vriend schap met Polen bevestigde. Rusland kreeg dit jaar een nieuwe grondwet, waar in een lichte toenadering tot democratische instellingen te bespeuren viel. FEUILLETON Een wintersportroman van Peter Krayenbïïhl. 13) Er blijft Dieter tenslotte niet anders over dan te gehoorzamen. Hij biedt nogmaals zijn welgemeende excuses aan en vraagt verlof later nog eens naar haar toestand te mogen informeeren. Grace voelt, dat zij zich tegen deze jeug dige vasthoudendheid behoort te verzetten, maar ze weet, dat het toch niet zal hel pen. Wel, u moet doen, wat u niet laten kuntzegt ze met een lichte zucht. Het ontgaat Dieter niet, dat zij hem met haar grijze oogen scherp opneemt Onderweg bemerkt hij de roode bloedvlek op zijn zakdoek en met de verliefdheid van een schooljongen denkt hij dat kan nie mand mij afnemen. Grace daarentegen zou zich reeds dank baar gestemd voelen, als iemand haar van de, door Dieter's pijp veroorzaakte pijn in haar heup verloste Maar als ze door de onpractische draai deur van het Grand Hotel de veel te warme hal betreedt, gaat haar toch onwillekeurig deze gedachte door .het hoofd de winter in de bergen is werkelijk mooi, maar wat de mensch zoekt, wat de vrouw zoekt, is al tijd meer dan louter een stuk natuur. Het gaat steeds weer om den mensch, een be paalden menschof eigenlijk om dien eenen mensch, die voor den ander is voor bestemd Een partij schaak met mr. Arien. De tweede les voor de skibabies begint dezen middag inderdaad precies op tijd. Sommigen mopperen weliswaar iets over een dwaze discipline, welke geen rekening houdt met het feit, dat zij voor hun genoe gen uit zijn, maar dat zijn degenen, die anders toch ook bij de derde of vierde les zouden zijn uitgevallen. Dieter kent dat en hij stoort er zich niet aan. De anderen ech ter weten van verbazing niet, hoe zij het hebben die Prausnitz is vandaag een heel ander mensch dan gisteren Volkamen beheerscht, rustig en met lief de voor zijn werk brengt Dieter zijn les ten einde. Hij weet elkeen van zijn goede zijde aan te pakken en is velen met zeldzame courtoisie behulpzaam; hij wekt enthousias me en voldoening over de geringste presta tie en slechts weinigen zijn er, wien de een voudige oefening aan het eind van de les niet gelukt is niemand die bemerkt, dat Dieter tien minuten te vroeg uitscheidt om dan plotseling te verdwijnen Hij heeft iets in het hoofd dat hem naar Antonswil drijft. Hij wil een brief schrij ven. Hij zou weliswaar veel eenvoudiger zijn van de telefoon gebruik te maken, maar Dieter heeft er eenig bezwaar tegen om de stem, die hij zoekt langs den nuch- teren draad te vernemen, zonder degene, met wie hij spreekt, te zien. In Antenswil is een aardige lunchroom met als eenige inconveniënt, dat zij veel te klein is voor het groote aantal bezoekers. Dieter neemt de gezellige dikke eigenares terzijde en krijgt een plaatsje op de sofa in haar woonkamer toegewezen. Hij weet precies wat hij schrijven wil, tenminste hij wist het, maar nu hij het vragend-blanke papier voor zich heeft, laat zijn geheugen hem plotseling in de steek... Hij peinst en piekert, maar de juiste woor den, de eenige juiste bewoordingen willen hem niet te binnen schieten. Zij zoemen in zijn oor en zweven voor zijn geestesoog als speelsche libellen, maar als hij ze grijpt en ze op papier leest, is hun glans weg Bovendien bevalt zijn schrift hem niet en hij moet erkennen, dat hij daar eigenlijk nooit genoeg aandacht aan heeft geschon ken dat moet voortaan anders worden... Ten einde raad besluit Dieter alle keurige volzinnen achterwege te laten en grimmig nuchter komt hij tenslotte tot het volgende simpele epistel Hoe gaat het er mee, Grace Ik zit in de lunchroom van Hauck en hoop, dat je het mij door een paar regels wilt laten weten. Je Dieter. Een jongen brengt het briefje naar het Grand Hotel. Dieter bestelt nog een tweede kop koffie en wacht. Hij heeft van kinds been af altijd graag op iets gewacht en dat hij zich daarin steeds met een zeker genoe gen heeft getraind, bewijst wel, dat hij tot de positieve karakters behoort. Er wordt geklopt en mevrouw Hauck treedt binnen. U hebt er toch niets tegen .meneer, al3 ik u Natuurlijk niet, valt Dieter haar in de rede, terwijl hij den nieuwen bezoeker be leefd groet. Het is een eerbiedwaardige, oude heer met een markanten kop, bijna spierwit haar en breede forsche schouders. Misschien hebt u wel een schaakspel voor me, mevrouw Hauck Daarmee zal ik meneer niet het minste storen U stoort mij in het geheel niet. Ik behoor ook maar tot de bezoekers en ik ben ai dankbaar, dat ik niet daar buiten in het gedrang behoef te zitten, antwoordt Dieter, De nieuw aangekomene, in wiens accent hij onmiddellijk den vreemdeling herkent, im poneert hem op de een of andere manier en wien dat bij Dieter gelukt, die moet in derdaad iets beteekenen. Maar waarom voelt hij zich zoo tot dezen onbekende aan getrokken Dieter zal het spoedig erva ren Als u met een middelmatigen speler geholpen bent De waardige oude heer is weliswaar probleem specialist, maar op dit moment verheugt het hem oprecht in Dieter een partner in het koninklijk spel te vinden. Weldra zijn beiden in een feilen strijd ge wikkeld. Dieter bewondert in stilte de buitenge woon ridderlijke speelwijze van zijn tegen stander, wien het kennelijk minder om winst dan wel om een aesthetisch bevredi gend spel te doen is. En dit laatste is weer zoo geheel in overeenstemming met Dieter's persoonlijke opvattingen, dat hij zich zoo veel mogelijk op remise toelegt. Het is zijn beurt en twijfelend overlegt hij, of het mis schien het beste is zijn dame op te offeren als plotseling de deur wordt geopend en Grace binnen treedt. Goeden middag, meneer Prausnitz Wel Pap, hoe bevalt het je hier Dieter is door deze onverwachte ver schijning totaal in de war en tevens woe dend op zichzelf, dat hij zoo ontdaan is en dit overduidelijk demonstreert door een paar stukken van het bord te gooien. Hij had zich immers ook allang behooren voor te stellen. Wat zal ik er van zeggen, Grace, wij spelen pas een half uurtje, zegt mr. Arlen. Wil je thee Dieter vliegt overeind om thee voor Grace te halen. Hij is blij althans een paar minuten alleen te kunnen zijn GraceMr. Arlen neemt haar hand en trekt haar naar zich toe. Je bent mijn dochter, kind, maar ik ben niet alleen je vader, ik ben ook je vriendDaarom Grace, raad ik je dringend wees voorzich tig 1 Dank je PapKijk me een aan, ik ben volkomen nuchter. Ik heb altijd maar één wil mezelf trouw te zijn en mijn eigen weg te gaan. Wij zijn het volkomen eens, b'este Pap. Zoo is het, Grace Dieter keert terug met thee. Hij heeft zich intusschen geheel hersteld op zijn openhartig jongensgelaat ligt slechts diepe ernst te lezen. Een telegram van mama, Pap. Grace schuift het hem over de tafel heen toe. Ze komt met den trein van 6 uur. Nogal onverwacht hè Wat zal de reden daarvan zijn Misschien die dr. Gemter of Hemder, over wien ze laatst zoo enthousiast schreef. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1937 | | pagina 7