1000
500
300
150
100
25
33e Algemeene Vergadering
der Vereeniging voor M.U.L.O.
WOENSDAG
IV0.307-
74e Jaargang
1936
Uitgave: Firma F. VAK DE VELDE Jr., Walstraat 58-60,Viissingen. Teiet. 10. Postrekening Ë628T
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
DE OPENBARE VERGADERING
STADS- EN PROVINCIENIEUWS
VUSSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn f2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk f3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels f 1.25; iedere regel meer 25 cent Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 et. p. regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 ct ledereregel
meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1-5 regels fl.—, alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van een
anderen vinger.
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste blad
EEN OPENINGSREDE IN MINEUR.
Gisteravond kwamen de congresgangers
en genoodigden bijeen in Grand Hotel Bri
tannia, waar de afdeeling Zeeland ter gele
genheid van haar 10-jarig bestaan een
feestavond aanbood. Tot de aanwezigen be
hoorden om. de wethouders W. P. Edelman
en W. Anker, met den gemeente-secretaris
den heer F. Bisschop, terwijl wij voorts den
inspecteur van het L.O. in de inspectie
Goes, den heer B. J. A. Stoopman, opmerk
ten.
Aan den uitstekend geslaagden feest
avond, die onder leiding stond van den pen
ningmeester der afdeeling Zeeland, den heer
J. E. Harthoorn, werd medewerking ver
leend door de Vlissingsche Damesgymnas-
tiekvereeniging „Lichaamsontwikkeling",
onder leiding van haar directeur den heer
L. van der Steen, door „Het Zuid Beve-
landsch a capella-koor", onder leiding van
den heer S. J. Tamminga, een muzieken-
semble onder leiding van den heer Pot, door
den heer J. Belderok Jr. (voordracht), ter
wijl de hoofdbestuursleden, de heeren Re
geling en Paradies, gedichten van laatstge
noemden declameerden.
De aardige liedjes van het koor, de sier
lijke en gracieuse oefeningen van de dames-
gymnastiekvereeniging, de geestige voor
dracht van den heer Belderok, het viel alles
evenzeer in deri smaak, zoodat de op hoog
peil staande feestelijke bijeenkomst (die
met een staande gezongen, resp. aange
hoord Wilhelmus en Zeeuwsche Volkslied
werd geopend) een succes is geworden, niet
in de laatste plaats voor de jubileerende
afdeeling Zeeland.
Van de Dinsdag gehouden huishoudelijke
vergadering valt nog te vermelden, dat de
heer Peters te Utrecht tot lid van het
Hoofdbestuur werd gekozen de. huishou
delijke vergadering werd hedenmorgen
vóór den aanvang der openbare zitting,
voortgezet.
DE OPENBARE VERGADERING.
Hedenmorgen werd de openbare vergade
ring van het congres geopend door den
voorzitter van het hoofdbestuur, den heer
A. Lobstein, waarna de voorzitter van de
afdeeling Zeeland, de heer Waverijn een
kort en kernachtig welkomstwoord sprak.
De voorzitter verwelkomde vervolgens
den hoofdinspecteur van de 2e hoofdinspec
tie, de heer Van Es, den inspecteur van de
Inspectie Middelburg, den heer Wit, de
Wethouders, de heeren W. P. Edelman en
W. Anker, den inspecteur van de Inspectie
Goes, den heer Stoopman, den vertegen
woordiger van de hoofdenvereeniging, den
heer F. G. Lemmers en voorts vertegen
woordigers van zusterorganisaties.
Hierna werden in een eerbiedige stilte de
dooden herdachtzij die de vereeniging in
het afgeloopen jaar ontvielen, waarbij spe
ciaal het op nog jeugdigen leeftijd overlij
den van den heer Jansen werd gememo
reerd.
REDE VAN DEN VOORZITTER.
De voorzitter van het hoofdbestuur, de
heer A. Lobstein uit Hilversum, sprak een
uitvoerige openingsrede uit, waarin h\j o.a.
zei, dat 't onderwijs den invloed van de on
gunst der tijden ondervindt. Het jaar 1936
staat met sombere tinten in de geschiedenis
van het M.U.L.O. opgeteekend en in het
Onderwijsverslag treffen ons op bijna iedere
bladzijde van. dit lijvige boekdeel de pessi
mistische klanken uit de verslagen van
hoofdinspecteurs en inspecteurs. De crisis
doet zijn invloed gelden op het gedrag en
de werklust der leerlingen er ontstaat
nonchalance en oppervlakkigheid, een zeker
fatalisme, een houding van wat-geeft-het,
of-ik-al-werk. De leerlingen die onze scho
len verlaten hebben de grootste moeite een
eenvoudige betrekking te vinden en loopen
soms maanden na het behalen van hun
diploma rond zonder te weten wat zij zullen
aanpakken.
Na te hebben gememoreerd, dat het
Schooltoezicht over het algemeen de mee
ning is toegedaan dat de U.L.O.-onderwij-
zers him werk met ambitie verrichten, zei
spr., dat er een toestand van onrust in het
corps is, veroorzaakt door de ongunstige
salarispositie en door het wankele van de
betrekking. In dit verband las spr. een
citaat uit het Onderwijsverslag voor.
De leuze dat het onderwijs niet in zijn
vitale belangen mag worden getroffen, is al
lang ter zijde gesteld, aldus de voorzitter.
De Onderwijs-Bezuinigingswet, in 1936 van
kracht geworden, bevat enkele artikelen die
si eciaal voor het U.L.O. van ingrijpenden
aard zijn en in dit verband memoreerde
spr. het nieuwe artikel 57, met de nieuwe
verhoudingsgetallen, waarin aan het U.L.O.
eischen worden gesteld, die geen ander
onderwijsinstituut kent. Na te hebben stil
gestaan bij de moeilijkheden die dit artikel
en de eischen waaraan leerlingen voortaan
moeten voldoen, met zich brengen, besprak
spr. den nadeeligen invloed van
de 80-leerlingenscJiaal.
Tengevolge hiervan kwamen tal van U.L.
O.-leerkrachten op wachtgeld. Verschillen
den zijn herplaatst, maar op 15 November
1936 waren er bij het geheele U.L.O. 5
hoofden en 119 onderwijzers en onderwijze
ressen op wachtgeld, waarvan 42 hij het
openbaar U.L.O. Voor de afvloeiing van
overtollige leerkrachten bestaan geen wet
telijke voorschriften het H.B. heeft zelf
regelen .vastgesteld, die zoowel met de be
langen 'van de onderwijzers als van het
onderwijs rekening houden.
Klassen van meer dan 40 leerlingen zijn
geen uitzondering meer bij het U.L.O. De
resultaten van het onderwijs kunnen in
dergelijke groote klassen niet op peil blij
ven. Spr. hoopte, dat de wensch door vele
Kamerleden uitgesproken, dat bij verbete
ring der economische verhoudingen, de her
ziening van de leerlingenschalen in gunsti
ger zin het eerst aan de beurt komt, spoe
dig in vervulling moge gaan.
Met betrekking tot
de depreciatie van den gulden
zei spr. o.m., dat deze in de kringen der
ambtenaren en onderwijzers met ongerust
heid is ontvangen. „Van het toch reeds
zoo smalle salaris kan niets meer af, mè,g
ook niets meer af. Want millioenen hebben
de ambtenaren en onderwijzers jaarlijks
aam de schatkist moeten offeren, om den
gulden mee op peil te houden". Spr. toonde
zich sceptisch gestemd ten aanzien van de
verwachting, dat bij een mogelijke verbe
tering der economische toestanden ook de
ondeiwijzers niet achteraan zullen komen,
want in de geschiedenis der salarisregeling
kwamen zij steeds achteraan, zooals zij nog
in vele opzichten achteraan komen. In dit
verband besprak de voorzitter de afwijzende
houding der regeering om de ziekteverlof
regeling der onderwijzers gelijk te maken
aan die der Rijksambtenaren.
Onderwijspolitiek.
Heeft de aanpassingspolitiek ons per
soonlijk sterk getroffen, aldus spr., niet
minder sterk heeft deze politiek het on
derwijs aangetast. Het voorbeeld van de
regeering heeft o.m. de gemeentebesturen
tot een onderwijs-politiek gevoerd, die niet
gehandhaafd kan blijven, wil het onderwijs
hiervan niet de grootste nadeelen ondervin
den. De zorg voor het onderwijs berust bij
de gemeentebesturen, die er in tijden van
hoogconjunctuur een eer in stelden het
onderwijs zoo goed mogelijk te verzorgen.
Wat is er van al dat schoons overgebleven
vroeg spreker, die in dit verband het ont
slag van boventallige onderwijzers (veelal
onder pressie van het Rijk), het afschaffen
van vakleeren en de inkrimping van het
aantal uren voor vakonderwijs besprak,
evenals het feit, dat de voorziening van
nieuwe leermiddelen tot de kleinst moge
lijke proporties is teruggebracht. Citeei'end
uit het meergenoemde Onderwijsverslag
1935 zei spr. o.m. „Het eenige wat over
bleef, was te zorgen, althans te trachten te
zorgen, dat de afbraak zoo geleidelijk mo
gelijk geschiedde en zoo ,min mogelijk
schade toebracht. Veel, wat met zorg,
moeite, liefde en toewijding tot stand
was gebracht, moest worden afgebroken,
met de sombere gedachte dat in de eerste
jaren geen sprake zou zijn van herstel".
De jonge onderwijzers.
Een uitwas van de bezuinigingspolitiek
is de aanstelling van de kweekeling met
acte en spr. kwam er tegen op, dat aan
dergelijke jonge krachten een volledige
dagtaak wordt toevertrouwd, terwijl zij
worden afgescheept met een salaris, dat
dien naam niet verdient. Spr. weet niet
hoe groot het aantal kweekelingen met acte
doch hem is bekend, dat er alleen bij
het Prot. Christ. Onderwijs thans 1529 zijn
tegen een gemiddeld salaris van 4.per
week. Bij het U.L.O. te Rotterdam zijn
leerkrachten die reeds 7 jaar L.O.-bevoegd-
heid bezitten en wier namen 6y2 jaar voor
komen op de lijst van bij voorkeur benoem
baren velen van hen bezitten diverse di
ploma's en acten voor zoover zij wel eens
werkzaam zijn, ontvangen zij voor een volle
maand arbeid 13.42. Spr. zeide te kunnen
waardeeren, dat een gemeentebestuur zijn
U.L.O.-school te hulp wil komen bij de
moeilijkheid var. te groote klassen, maar
dan dient het gebruik te maken van zijn
bevoegdheid tot het aanstellen van een bo
ventallig onderwijzer. Kweekelingen met
hoofdacte of speciale bevoegdheden en dan
nog wel als leeraren aan M.U.L.O.-scholen,
wie had daar vroeger ooit aan kunnen en
durven denken aldus spr.
Het nieuwe spellingsbesluit.
Over het nieuwe spellingsbesluit zei de
voorzitter, dat men hierdoor in de vacantie
niet aangenaam werd verrast.
De Minister noemde dit spellingkwesties
in engerên zin. Maar de regels omtrent de
verbuigingsuitgangen, het geslacht der
zelfstandige naamwoorden en betreffende
de prominale aanduiding werden op losse
schroeven gezet. In het spellingsbesluit van
1934 werden hieromtrent imperatieve voor
schriften gegeven, terwijl het nieuwe spel
lingsbesluit aan den eenen kant een vrijheid
laat, die tot ongewenschte toestanden kan
leiden, en aan den anderen kant noodzaakt
de geslachten der woorden te onderscheiden
volgens een lijst die log in den maak is en
die een opgave zal bevatten van de kenne
lijk mannelijke zelfstandigheden. De chaos
in de spelling dreigt terug te keeren en spr.
betreurt dit te meer, daar de spelling-Mar-
chant uitstekend voldeed.
Het examen.
Dit jaar namen aan de beide examens in
totaal ruim 13.200 candidaten deel, waar
van alleen aan ons examen 9550. ,Spr. kon
een geweldigen groei constateeren, van 27
candidaten in 1907 tot eerstgenoemd aantal
in 1936. Ten opzichte van het vorig jaar
is er een toename van ruim 2000. En gere
kend naar de voorloopige opgaven kan het
volgend jaar op plm. 14.500 candidaten
worden gerekend. De organisatie van dit
omvangrijke examen blijft een moeilijke
taak. Het M.U.L.O.-diploma is voor velen
een begeerd bezit geworden, terwijl ook de
maatschappij dit diploma naar waarde weet
te schatten.
Nog steeds ontbreekt in deze openings
rede het geluid dat een betere toekomst
inluidt, zei spr. vervolgens. De moeilijk
heden zijn grooter geworden, ons onderwijs
lijdt onder de slagen van de noodlottige
tijdsomstandigheden. Nog zien wij geen ver
betering, al zijn er kleine symptomen die
tot een hoopvol verwachten aanleiding ge
ven. Spr. vermeldde in dit verband de mo
gelijkheid van vrije sollicitatie voor het
hoofdschap, waardoor de U.L.O.-onderwij-
zers wettelijk niet langer van promotie zijn
uitgesloten toch dient nog krachtig te
worden gepropageerd voor het programma
punt, dat bepaalt dat tot hoofd van een
M.U.L.O.-school alleen de bevoegde leer
krachten benoemd kunnen worden, die bij
het M.U.L.O. werkzaam zijn.
Spr. constateerde nog een tekort in de
onderwijzers-opleiding speciaal wat den
natuur-wetenschappelijken kant betreft,
hetgeen gebleken is uit de groote belang
stelling die er bleek te bestaan bij bespre
kingen, polemieken en cursussen met be
trekking tot het onderwijs in natuurkunde
en natuurlijke historie.
In het slot van zijn inleiding, erkende spr.
dat deze openingsrede pessimistisch is. Het
kon echter nog erger, want in deze voor de
wereld zoo donkere dagen brandt voor ons
toch nog het heldere licht der vrijheid,
waarzonder spr. zelfs deze rede vol pessi
mism e en critiek niet had kunnen houden.
Wij danken die vrijheid aan onze constitu
tioneel monarchie, aan onze democratische
instellingen en zien in het Koningshuis het
symbool van onze nationale eenheid en
volkskracht. Met het uitspreken van den
wensch, dat het prinselijk huwelijk, Prinses
Juliana, Prins Bernhard, H.M. de Koningin
en ons volk ten zege moge zijn, opende spr.
de 33e Algemeene Vergadering. (Applaus).
Na het staande gezamenlijk zingen van
het Wilhelmus, werd besloten aan H.M. de
Koningin een telegram van hulde te zenden
met de beste wenschen voor H.M. en voor
het Prinselijk paar.
Vervolgens kwamen de voorstellen aan
de orde en wel eerst het in 1935 uitgestelde
voorstel van de afdeeling Amsterdam „De
Algemeene Vergadering spreekt de wen-
schelijkheid uit, het aantal vrijstellingen
voor moderne talen, rekenen en wiskunde
zooveel mogelijk te beperken." Het H.B.
vermeldde in het prae-advies, in dezen te
gen dwingend optreden te zijn. Het meent
aan iedere school te moeten overlaten in
hoeverre het wenschelijk en bereikbaar is,
het volledige programma af te werken.
Het voorstel werd verdedigd namens de
afdeeling Amsterdam. Het H.B. achtte het
te kennen geven van deze wenschelijkheid,
het intrappen van een open deur en was
van meening dat de vrijstellingen niet on-
noodig worden gegeven en beperkt worden
tot die leerlingen die in het bewuste vak
niet meer kunnen.
Het voorstel werd hierna verworpen.
De afdeeling Noord-Friesland heeft het
voorstel ingediend „Voorstellen, die de
organisatie van het examen betreffen, wor
den slechts eens in de drie jaren in behan
deling genomen. In bijzondere gevallen kan
de alg. verg. op voorstel van het H.B. daar
van afwijken".
Het H. B. is tegen dit voorstel, daar de
organisatie van het examen een te be
langrijk onderdeel van het werk vormt.
Het voorstel wordt, nadat het is toege
licht en het H.B. bezwaren van practischen
en principieelen aard heeft ontvouwd, na
eenige discussie verworpen.
De hoofdbestuurder, de heer Paradies,
vond in zijn bestrijding gelegenheid, de
groote beteekenis van het examen in den
breede uiteen te zetten en te waarschuwen
tegen een ontwikkeling der vereeniging in
den zin van voornamelijk een vakbond te
worden.
Dezelfde afdeeling stelde voor
„De A-V. besluit om een commissie te be
noemen, die de vraag in studie neemt, of
het gewenscht is een diploma zonder wis
kunde als volledig diploma te laten gelden,
om daarnaast de mogelijkheid te scheppen
tot het behalen van een zoodanig diploma
A met aanteekening voor Algebra en Meet
kunde".
Het H.B. acht het ongewenscht wijziging
te brengen in de beteekenis van den naam
„volledig diploma" die thans burgerrecht
heeft verkregen als te beteekenen „met
wiskunde".
De afdeeling Friesland trekt haar voor
stel in.
Het hoofdbestuur stelt voor
„De A.V. draagt het H.B. op de moge
lijkheid en de wenschelijkheid te onderzoe
ken van aansluiting bij de Féderation Inter
nationale des Associations d'Instituteurs
(FI.A.I.)".
Het voorstel wordt na toelichting door
het hoofdbestuur dat het doel der federatie
en de financieele consequenties van even-
tueele aansluiting uiteenzet, aangenomen.
H
Vervolgens kwam aan de orde het voor
stel van het H. B.
„De A. V. draagt het H. B. op, zoo
krachtig mogelijk te ageeren tegen de ster
ke vermindering van de bedragen door vele
gemeenten uitgetrokken voor de leermid
delen. schoolboeken en schoolbehoeften, die
voor het onderzoek op de ULO-school nood
zakelijk zijn".
De voorzitter van het H. B. licht het
voorstel toe en wijst op het feit dat het
werken in de school dikwijls sterk wordt
bemoeilijkt, doordat men over onvoldoende
leermiddelen beschikt. Hij gaf het voor
beeld van een school, waar in een klas van
één leerboek 5 verschillende drukken in
gebruik waren, met alle gevolgen van dien.
Hij waarschuwde nadrukkelijk tegen het
door de gemeenten (meestal onder aan
drang van het Rgk) verlagen van het per
leerling jaarlyks beschikbaar gestelde bud
get voor het in het voorstel genoemde doel.
Spr. wees er op, dat de in onderwijskringen
dikwijls gehuldigde meening dat van dit
bedrag- ook eventueele nieuwe methoden en
wegens toeneming van 't aantal leerlingen
noodige meerdere boeken, moeten worden
aangeschaft, niet juist is. Voor dit
doel kan bij de gemeenteraden een afzon
derlijk crediet worden aangevraagd. In deo
breede zette spr. uiteen dat niettemin het
bewuste budget meestal veel te laag is en
aankoop van leermiddelen door de ouders
onvermijdelijk maakt, hetgeen spr. in strijd
noemt met de wet die de gemeenten uit
drukkelijk verplicht, de kosten van het on
derwijs te dragen met uitzondering van de
leermiddelen die uitsluitend thuis worden
gebruikt, welke leermiddelen echter niet
bestaan naar spr.'s overtuiging
Nimmer mogen leerlingen van het volgen
van MULO-onderwijs worden verstoken,
§clicm'lcni8scw
iiqgi dei» J«»b
Congres van de Vereeniging voor
M.U.L.O. de openbar© vergadering
heden gehouden. Eerste blad, pag. 1)
Verschillende huwelijksgeschenken aan
het Prinselyk paar aangeboden.
(Eerste blad)
Raad van Souburg. (Tweede blad)
Het zestigjarig bestaan van de Rijks
kweekschool te Middelburg.
(Tweede blad)
ZIE VERDER EVENTUEEL
LAATSTE KBklCHTEN
omdat hun ouders niet voldoende draag
krachtig zijn om leermiddelen aan te schaf
fen. (Luide instemming).
Verschillende afgevaardigden zetten do
moeilijkheden uiteen waarmede zij in hun
gemeenten te kampen hebben.
Wethouder EDELMAN deelde mede (eil
illustreerde dit aan de hand van Vlissing
sche voorbeelden) dat men niet steeds da
gemeenten verantwoordelijk kan stellen,
daar de noodlijdende gemeentebesturen in
hun besluiten niet vrij zijn ware dit wèl
zoo, dan zou'den de gemeentebesturen,
helpen.
De voorzitter is van de goede bedoelin
gen en den goeden wil van het gemeente
bestuur overtuigd en zette uiteen dat de ta
voeren actie zich voornamelijk zal richten
tot de regeeringsinstanties.
De afd. Den Haag heeft voorgesteld
„Het H. B. wendt in de regelingscom
missie zijn invoed aan, om de vraag zij ft
ge lid van een der samenwerkende veree-
nigingen?, voorkomende bij de vragen, ge
steld aan hen die voor examinator bij het
Mulo-examen in aanmerking wenschen te
komen, te doen vervallen."
Het H. B. heeft tegen aanneming vait
dit voorstel geen bezwaar.
r m
Aan de orde komt het voorstelAm
sterdam
„De A. V. geeft het H. B. in overweging
de beperkende bepaling voor niet-leden dei*
Mulo-vereeniging als examinator, in te
trekken."
Het H. B. heeft tegen aanneming vam
dit voorstel geen bezwaar.
e
De afd. Rotterdam stelt voor
„De regelingscommissie late voorwaarde
5 voor het examinatorschap het lidmaat j
schap van een der vereenigingen voor
Mulo, vervallen.
Het H. B. heeft tegen aanneming van
dit voorstel geen bezwaar.
Bovenstaande drie voorstellen komen
gezamenlijk in behandeling en worden na
mens de voorstellers, door de afdeeling
Rotterdam verdedigd en toegelicht.
Na eenige discussie worden de voorstel
len met algemeene stemmen aangenomen.
(De j-itiifitj duurt voort.
De feestelijkheden in onze stad.
Automobilisten e.a. let op
de versiering
Naarmate de feestdagen naderen, komt
er al meer en meer teekening in de versie
ring van onze stad. Overal is men bezig
met het plaatsen van eerepoorten, bogen
enz. Zoo ook zijn in de Badhuisstraat en
kele eerepoorten opgesteld. Gisteravond
omstreeks half vijf is er reeds een als
slachtoffer van het verkeer gevallen. Da
poort werd nl. door een auto aangereden,
waarbij de palen afknapten en de bumper
van den auto werd vernield. Direct is men
met de herstellingswerkzaamheden begon
nen, zoodat de poort eenigen tijd later weer
overeind stond. Gisteravond te half twaalf
is dezelfde poort wederom aangereden. De
politie heeft toen met de hulp van burgers
de poort, die dreigde ineen te vallen, aan
een boom vastgebonden. Voorts werd nog
een andere geraakt.
Voor de menschen die hun best doen onï
de straten zoo mooi mogelijk te maken, is
het natuurlijk niet prettig als telkens de
aangebrachte versieringen hersteld moeten
worden. Automobilisten e.a. worden daar
om verzocht hiermede rekening te willen
houden, zoodat hetgeen thans is geschied,
in het vervolg voorkomen wordt.