1000
500
300
150
100
25
PEIGNOIRS
14 NOVEMBER
1V0.270
74e Jaargang
>1936-
Uitgavs: firma F. VAN OE VELDE Jr., Walstraat 58-80, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
Het Archief van het Vlissingsche Kuipersgilde
Voor het Kind
BOEKHANDEL D'HUIl, BADHUISSTRAAT IS
„DE STER"
Gebeurtenissenvan den dag
Een K.LM.-besIuit, dat groote ontstemming wekt.
GEDEELTELIJKE HEROPENING VAN DE ZEELAND-LIJN.
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn f2,20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland
en Frankiijk f3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels fl.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 15 regels 50 ct. ledereregel
meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1-5 regels fl.alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van een
anderen vinger.
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS
Dit nummer bestaat uit 3 bladen en een Kindercourant. - Eerste Blad
lil.
Accoord tusschen Vlissingen en Middelburg van 11 September 1545 in zake
het herkeuren der haringtonnenMiddelburg beklaagt zich over
Vlissingen in 1494 bij graaf Jan van Egmond. Klacht der Middel*
burgers over de Vlissingsche kuipers bij het Hof van Holland, repliek
der Vlissingers van 3 Juli 1500Het Vlissingsche kuipersgilde
dateert minstens uit de 15e eeuwDe Vlissingsche magistraat
vraagt aan de Veersche hoe daar het gebruik is. Perkamenten
oorkonde van de Veersche gebruiken en de behandeling
te Middelburg ondervonden
Onder de nu te Vlissingen teruggekeerde
bescheiden van het Vlissingsche kuipersgilde
is een perkament van den 11 en September 1545,
dat een accoord inhoudt tusschen Middelburg
en Vlissingen over het herkeuren van de
haringtonnen indien deze van buitenaf komen,
zooals bepaald was in de ordonnantie die, zoo
als we zagen, afgekondigd was den 18en Juli
te Vlissingen;
Gemachtigden van Burgemeesters en regeer
ders van Middelburg, nl. „Mr. Jacop de
Valydolyt", burgemeester van Middelburg en
Lenaert van der Lisse, schepen aldaar, verder
de „deken en beleeders" van het kuipersgilde
te Middelburg, treffen ten overstaan van Cor
nells van Weldam, raad in het hof van Hol
land, een overeenkomst met den pensionaris
van prelaat en edelen van Zeeland, Mr,
Roelandt de Potte, den baljuw en de burge
meesters van Vlissingen, nl. Mathys de Canoy,
Heynrich Corn, zoen Roose en Jan Willems
zoen, den deken der Vlissingsche kuipers en
hun procureur, Mr. Gillis van Hanchuysen. In
afwijking van de ordonnantie op het herkeuren
van de haringtonnen van den llen Juli, den
18en afgekondigd door baljuw, burgemeesters
en schepenen en den Raad der „stede van Vlis-
singhen", zullen de Middelburgsche kuipers
hun gekeurde en gebrande haringtonnen te
Vlissingen in de haven mogen leveren aan
boord van „de buysen ofte op de kaye aldaer",
zonder dat deze door de Vlissingsche keur
meesters herkeurd zullen worden. Wel zijn de
Middelburgsche kuipers verplicht hen te waar
schuwen, opdat de Vlissingers zich desge-
wen'scht ervan kunnen overtuigen, dat de aan
gebrachte tonnen te Middelburg gewaarmerkt
zijn. Mochten de Vlissingsche keurmeesters
bevinden, dat eenige tonnen niet ten rechte
goedgekeurd zijn, dan kunnen zij deze weder
aan de Middelburgsche kuipers retourneeren.
Als loon voor de keurmeesters moeten de
kuipers voor elke last tonnen, die zij leveren,
een stuiver betalen. Omgekeerd zullen de
Vlissingers dezelfde voorrechten genieten te
Middelburg.
Het accoord is geteekend door Cornelis van
Weldam en diens adjunct Nicolaas Nicolay,
secretaris van het Hof van Holland te Mid
delburg.
Hierdoor was een einde gekomen aan een
twist, die al geduurd had van het einde der
15e eeuwimmers 1494, in ieder geval na
1 October1) van dat jaar zendt het Middel
burgsche kuipersgilde een request aan den stad
houder-generaal van Holland, Zeeland en
Friesland, graaf Jan van Egmond hij be
kleedde die functie van 1485^-1495 en den
Raad van Holland in zake het keuren der
haringtonnen. De Middelburgers beklagen zich
erover, dat de keurmeesters van Vlissingen en
Veere zich aanmatigen de tonnen van de Mid
delburgsche kuipers te keuren en daarvoor
gelden te heffen. In zooverre zij dit ook doen,
terwijl zij „upt water leggen", dus in de haven
of op de reede, is zelfs de mogelijkheid niet
uitgesloten, dat zij „tonnen van buyten" krijgen
en omgekeerd „tscepe senden", waartegen dus
Middelburg niet zou kunnen concurreeren.
Wenschelijk wordt in verband daarmee ge
acht, dat er een „generaal keurmeester" voor
geheel Walcheren wordt aangesteld en dat een
ieder volstaan kan „mitten brant van zynre
stede", dus het stadsbrandmerk, (voor Vlissin
gen de flesch, voor Middelburg een burcht)
met het teeken van den meesterkuiper. Deze
maatregel werd niet genomen, maar wel gingen
de Vlissingers voort met het den Middelbur
gers lastig te maken, m.a.w. zij bevoorrechtten
hun eigen kuipers, vandaar dat het kuipers
gilde te Middelburg een eisch indiende bij het
Hof van Holland tegen de Vlissingsche kuipers.
Vermoedelijk was dit in 1499, daar 3 Juli 1500
de Vlissingers van repliek dienden. De Mid
delburgers beklaagden zich erover, dat de
„regierders van den ambochte van den cuypers
binnen Vlissinghen"2) had ik geen gelijk
met mijn hypothese in het eerste artikel, dat de
ordonnantie van 1545 een nieuwe en niet de
eerste was in het jaar 1498 met geweld uit
een schip in de haven van Vlissingen een
aantal tonnen hadden gehaald en meegenomen,
terwijl 'ze den schipper hadden beleedigd en
gehinderd. Zij wilden de tonnen slechts terug
geven „tot zij hadden een nieuwe belastinghe"
waarvan men nog nooit gehoord had. Verder
moesten de Middelburgers 12 grooten van het
last haring betalen als tol (dat is dus de reeds
genoemde haringtol) en „dat meer es" ook nog
twee grooten van „elck pont" „dat wy bewaren
an harinck", dus van' de haring in depót werd
van iedere zes gulden die ze aan waarde
had een stuiver geëischt„als poorters van
Middelburch", zoo klagen ze verontwaardigd,
hadden ze daar van vrijgesteld moeten zijn.
De Vlissingers beantwoordden voor het Hof
van Holland dezen eisch met het volgende.
Zij hadden een ordonnantie op de .haringnering
gemaakt „tot proufyte van den gemeynen
coopman", in het bijzonder „up die groetheyt
ende dat vollen.van den tonnen"3). Naar aan
leiding van de door het hof gemaakte ordon
nantie van 12 Aug. 1494 hadden ook zij een
„statuyt ende ordonnantie" gemaakt en keur
meesters ingesteld „omme te sien ende scouwen
de tonnen"dit was toch wel zeer noodig
daar „die stapel van den harinck es tot Vlis-
singe" ook te Veere is een „statuut" op de
grootte der tonnen gemaakt „ende zyn aldaer
oick wairdierders ende kuermeesters, die heb
ben een stuver daechs, daer die van Vlissin
ghen niet meer en hebben dan eenen groot"
(de helft dus).
In Juli van het jaar 1501 antwoordde het
Middelburgsche kuipersgilde voor het hof van
Holland bij monde van hun advocaat. Middel
burg was „die principaelste stede van Zeelant,
toebehoorende mijnen genadighen heere"
dit in tegenstelling met Vlissingen, dat niet
meer aan den landsheer behoorde, maar aan
de Heeren van Veere, zeer ter snede opge
merkt om een ten voordeele van Middelburg
partijdig oordeel uit te lokken. In Middelburg
komen „dyveersche natiën van coopluyden",
daarom brengen de Vlissingers daar ook hun
haring, zoodat de haringnering daar ook kan
en moet bloeien ,als tot' Vlissinghe en elders".
Nog eenige jaren geleden is een desbetreffende
ordonnantie gepubliceerd, zoodat de Middel
burgsche tonnen streng gekeurd worden. Zelfs
wordt er voor gezorgd, dat als onderweg tus
schen Middelburg en Vlissingen de tonnen be
schadigd worden, door deze ruw in het ruim
der schepen te werpen, er Middelburgsche
kuipers aanwezig zijn, om deze weer dadelijk
in orde te maken. Reeds lang vóór de ordon
nantie van 1494 was dit gewoonte, dus toen
„die stede van Vlyssinghe graefflyck was",
maar ook later „binnen den tyden van heeren
Heyndric4) ende Wolphaert5), heeren van
der Vere" waren de Middelburgers nooit
tegengewerkt in dit opzicht, men was tevreden
met de Middelburgsche keuring en men hief
geen rechten van hen „tot nu cortelinghe toe".
Nu kunnen de Vlissingers wel zeggen, dat zij
„statuten" gemaakt hebben om zich aan de
ordonnantie te houden en dat zij daarom van
elke last tonnen een halve stuiver nemen, maar
dat moeten zij dan maar van hun eigen lieden
heffen, want in de ordonnantie wordt dat in het
geheel niet voorgeschreven. De Middelburgers
zijn altijd vrij en onbelast geweest, dank zij
hun eigen voorschriften, terwijl die heffing
van een halven stuiver door de Vlissingers op
eigen houtje geschied is, althans „sonder
octroy te hebbene van mynen genadighen
heere".6)
Reeds den lien October 1500 had Vlissingen
aan de Middelburgsche regeering medegedeeld,
dat het brandgeld wordt geheven „voor
tghemeene welvaert van der visscherie", terwijl
andere plaatsen dat ook betalen en het ge
noten wordt door de keurmeesters als belooning
voor hun moeite.
We zagen dat eerst in 1545 de twist werd
beslecht, terwijl bepaald werd, dat de Vlis
singers dezelfde voorrechten zouden genieten
als zij in Middelburg hun haringtonnen
brachten. Middelburg had dus moeten zwich
ten, maar de Vlissingers hadden hen listig met
hun eigen wapens verslagen. Immers bij de
schenking van den Heer Snouck Hurgronje is
ook een verklaring op perkament van den 5en
September 1545, die blijkbaar wel zoo over
tuigend was, dat de Middelburgers de vlag
moesten strijken. Wat blijkt namelijk het geval
Wel hadden de Middelburgsche kuipers zeer
verontwaardigd gedaan over de heffing bij de
herkeuring te Vlissingen van vreemde tonnen,
maar onomstootelijk stond vast, dat men in
Middelburg precies hetzelfde gedaan had. Men
oordeele„Burghmeesters ende schepenen der
stede van der Vere" verklaren „voor die ge
rechte waerheyt" op verzoek van den baljuw,
burgemeesters en schepenen van Vlissingen het
volgende.
Voor de Veersche magistraat zijn na oproep
verschenen Pieter Cornelisse, oud 72 jaar,
Thomas Jacopsse, 51 jaar, keurmeester „van
den harinck", Jacop Jorisse, 30 jaar, keur
meester van de tonnen, Andriès Stevensse, 29
jaar, Cryn Loysse, 29 jaar, beiden dekens van
het kuipersgilde te Veere, allen kuiper en in
wonend poorter. Onder eede „aen den heyligen
gedaen" hebben zij verklaard wat volgtPieter
Cornelisse deelt mede, dat reeds langer dan
vijfenveertig jaar „gestatueert endè geordon-
neert" is, dat de haringtonnen gekeurd moeten
worden, van wanneer die ordonnantie dateert
weet hij niet, maar wel bevestigt hij, dat alle
tonnen, die van buiten kwamen, ook al had
den zij het keurteeken van het brandijzer, te
Veere herkeurd moesten worden, terwijl voor
elk last 3J^ groot betaald werd. Ook bevestigt
hij, dat de tonnen, waaraan iets mankeert, door
een „vrijen meester" van Veere in orde ge
maakt werden, die daarvoor betaald werd de
afgekeurde tonnen werden onbruikbaar ge
maakt door een gat in den bodem of in de
duigen te slaan, waarna ze teruggegeven
werden. Op de desbetreffende vraag antwoordt
hij, dat ook de tonnen uit Middelburg altijd
volgens zijn heugenis desgelijks behandeld
werden en dan ook „tongelt" onkosten,
van 3groot dus) geheven is. Hij >zelf is
keurmeester geweest en heeft persoonlijk „on
geld" in ontvangst genomen en afgedragen aan
den Rentmeester der domeinen ten behoeve
„van mynen genadiger* re van Beveren als
here van der Vere". Desgelijks getuigde hij
dat het gebeurd was, dat tonnen, in Veere
vervaardigd en gekeurd, te Middelburg de
bodem werden ingeslagen, omdat ze de Mid
delburgsche keur niet konden halen. Meer kan
hij niet zeggen. Alsnu wordt Thomas Jacopsse,
Jacop Jorisse, Andries Stevensse en Cryn
Loysse gevraagd of het hun bekend is, dat er
>Je Veera een ordonnantie op het keuren van
de tonnen is. De beide eersten weten het niet,
maar de beide laatsten, die nu ter tijde dekens
zijn, zeggen, dat in hun gildebrief van 1480
staat, dat alle tonnen gekeurd „ende gebrant"
moeten zijn, voor zij naar zee gaan. Ook zij
bevestigen, dat alle tonnen, van buiten komen
de, te Veere „gheherkuert" worden, wat 3
groot kost voor elk last. Alle vier weten zeer
goed, dat dit te Veere „ordonnantie ende
coustume" is, zoo lang het hun heugt, terwijl
het nog dagelijks geschiedt. Zij weten niet, dat
de tonnen, waaraan iets mankeert, door een
Veerschen vrijmeester „gebetert" worden tegen
betaling, maar wel dat de eigenaars dier af
gekeurde tonnen ze weer mee mogen riemen
of verkoopen mogen aan den Veerschen „vry-
meester" „voor wracken". Ook bevestigen zij,
dat Middelburg ook altijd voor de te Veere
herkeurde tonnen 3\4 groot betaald heeft voor
het last. Jacop Jorisse deelt ook nog mede, dat
hij 8 of 9 jaar geleden met een anderen Veer
schen kuiper „jongen Andries" negen last
tonnen te Middelburg gebracht heeft, die hier
te Veere „gekuert ende gebrant" waren. Te
Middelburg heeft men van de negen last „een
grooten hoop" afgekeurd, meer weet hij niet.
Omdat nu het „recht heyscht eischt) ende
redene bewyst", dat men alle „warachtighe
saecken behoort te oorcondene", vooral als
daarom gevraagd wordt zooals de Vlis
singers gedaan hebben Is het zegel van
Veere aan dezen brief gehangen den 5en Sept.
anno 1545.
Hiermee konden de Vlissingers wel heel
duidelijk demonstreeren, dat Middelburg's ver
ontwaardiging maar een schijnmanoeuvre was,
vandaar dat 6 dagen later het accoord tus
schen de beide rivalen tot stand kwam.
In een volgend artikel zullen we zien hoe
Middelburg zich van den Vlissingschen haring-
handel tracht meester te maken.
H. G. VAN GROL,
Archivaris.
1) Den 12en Augustus 1494 nl. was een
ordonnantie afgekondigd op het maken van
haringtonnen, het zout, de haringvangst enz. en
afgekondigd door den landsheer, wat 1 October
gepubliceerd was. Zie Inventaris de Stoppelaar,
No. 678.
2) Vgl. Rijks Geschiedk. Publicatiën, Deel
75, No. 359, 390.
3) Rijks Gesch. Publ., Deel 75, No. 390.
4) Hendrik van Borssele, heer van Veere,
overleden 1474, Maart 15.
5) Wolfert van Borssele, heer van Veere,
overleden 1486, April 29na diens dood kwa
men Veere en Vlissingen aan Anna van
Borssele en haar man Philips van Bourgondië,
waardoor zij aan het tweede stamhuis kwamen,
den bastaardtak der Bourgondiërs.
61 Rijks Gesch. Publ., Deel 75. No. 402,
Geëtaleerd collectie Kinderplaten,
Kinderboeken, Legpuzzles,
Fröbelwerk, enz.
MODERNE
ook extra wijde maten
vanaf f 2.89.
St. JacobsstraatS.Tel. 494
Een K.L.M.-besIuit dat groote ont
stemming wekt. (Hoofdartikel)
Reputaties zijn teer men zij er voor
zichtig mee (Hoofdartikel 2e blad)
7 Januari wordt als nationale feest
dag beschouwd. (Binnenland)
Raadsoverzicht. (Stadsnieuws)
Rede van Minister Colijn over de Rijks-
begrooting 1937. (Tweede Kamer)
Rede van vice-admiraal L. J. Quant
over „de maritieme defensie".
(Marine en Leger)
Rumoerige zitting van de Fransche
Kamer. (Buitenland)
Hevige strgd nabij Madrid.
(Buitenland);
ZIE VERDER EVENTUEEL
LAATSTE BERICHTEN
Toen kort geleden het besluit bekend
werd, dat de Zeeuwsche luchtlijn gedurende
de wintermaanden niet zou worden gevlo
gen, heeft men zich in Zeeland zeer teleur
gesteld gevoeld. Reeds verscheidene jaren
wordt in onze provincie intensief propa
ganda voor het luchtverkeer gemaakten
met succes. Want de belangstelling voor
de luchtvaart nam merkbaar toe en van de
z.g. „Zeeuwsche lijn", die in de zomer
maanden bovendien tot Knocke, de Belgi
sche badplaats, wordt doorgetrokken, werd
regelmatig druk gebruik gemaakt.
Wanneer wij in verband hiermede er aan
herinneren, dat in den afgeloopen zomer
door ruim 8000 passagiers
van de Zeeland-lijn gebruik werd gemaakt,
behoeven wij hieraan niet veel toe te voe
gen.
De Zeeuwen zijn de laatste jaren air-
minded". De K.L.M. die hun met de Zeeuw
sche lijn uit het isolement, veroorzaakt
door de toch altijd nog min of meer gebrek
kige en in ieder geval zeer trjdroovende
verbindingen te land en te water, heeft
verlost, is hun lief. Er bestaat een Zeeuw
sche Vereeniging voor Luchtvaart, een
bloeiende Walchersche Zweefvliegclub de
N.V. van Melle's Confectionery Works te
Breskens heeft een eigen vliegveld waar
herhaaldelijk demonstraties worden gege
ven die de belangstelling voor de luchtvaart
ten goede komen de Zeeuwsche pers ver
leent op velerlei wijze steun. Zoo zouden
wij kunnen doorgaan.
Toen dan ook in het begin van de vorige
maand bekend werd, dat met ingang van
11 October de Zeeuwsche luchtlijn geduren
de de wintermaanden zou worden stopge
zet, wekte deze mededeeling groote teleur
stelling en onmiddellijk hebben de bestu
ren van de betrokken gemeenten, evenals
het Provinciaal Bestuur, getracht dezen
maatregel ongedaan te krijgen of althans
te bereiken, dat de Zeeuwsche lijn vroeg in
1937 weer zou worden gevlogen. Men be
treurde het genomen besluit, maar legde
er zich noodgedwongen bij neer, omdat
werd medegedeeld, dat financieele redenen
hiertoe noopten.
Walcheren en Zeeuwsch-Vlaan
deren geïsoleerd.
Thans komt echter het besluit van den
Raad van Bestuur der K.D.M., dat met
ingang van 14 December a.s. het traject
RotterdamHaamstede weder zal worden
gevlogen, nl. 3 maal per week en dat het
in de bedoeling ligt op 15 Februari of 1
Maart de lijn naar Vlissingen door te
trekken. Dit beteekent dus, dat het traject
HaamstedeVlissingen gedurende de win
termaanden niet wordt geëxploiteerd. En
het beteekent tevens dat de sympathie van
de Zeeuwen voor „hun" lijn een geduchte
knauw zal krijgen wanneer dit besluit ge
handhaafd blijft.
Noodgedwongen heeft men er genoegen
mee genomen, dat de luchtverbinding werd
stopgezetwant het kon blijkbaar nu een
maal niet anders. In Zeeland is echter
nimmer propaganda gemaakt voor
onderdeelen van de Zeeland-lijn,
maar voor de Zeeuwsche lijn als geheel.
Moge plaatselijk chauvinisme op ver
schillend gebied nog wel eens een rol spe
len, hiervan was bij de propaganda voor de
Zeeuwsche lijn gelukkig geen sprake. En
het is zeer te betreuren, dat de K.L.M.,
zonder dit overigens te willen natuurlijk,
aan de verheugende eenheid die te dien
aanzien gebleken is, een einde doet komen.
Want het ligt voor de hand, dat men op
Schouwen van deze mogelijkheid tot lucht
verbinding met Noord-Nederland gedu
rende de wintermaanden, dankbaar gebruik
zal maken en dat men den thans genomen
maatregel zal toejuichen. Schouwen zal
zich hierdoor sterker nog dan voordien het
geval was, op het Noorden i.e. op Rotter
dam oriënteeren en dit kan de eenheid in
Zeeland niet ten goede komen. De Zeeuw
sche lijn dient o.i. in haar geheel
te worden geëxploiteerd of tijdelijk stop ge
zet, wanneer de K.L.M. de sympathie en
steun die zij in Zeeland geniet, niet wil
verspelen. En deze meening wordt dóór
verschillende autoriteiten gedeeld.
Wanneer deze luchtverbinding slechts
tot Haamstede wordt gevlogen, beteekent
dit, dat men vooral Walcheren en Zeeuwsch-
Vlaanderen rp een niet te verantwoorden
wijze isoleerthet traject Haamstede—*
Vlissingen wordt in nog geen tien minuten
gevlogen en wanneer de verbinding Rotter
damHaamstede dus gedurende de winter
maanden wordt gehandhaafd, ware het wel
zeer onrechtvaardig, Walcheren en
Zeeuwsch-Vlaanderen aan hun lot over te
laten, nadat men toch waarlijk bewezen
heeft, de luchtvaart te willen steunen.
Wie na 15 December vanuit Zeeuwsch-
Vlaanderen of Walcheren naar Noordelijk-
Nederland wil vliegen, moet dus maar op dei
een of andere wijze zien, dat hij in Haam
stede komt. Met de vliegmachine doet men
er vanuit Vlissingen nog geen tien minuten
over.
Dan moet men van Vlissingen eerst per
autobus naar Wolphaartsdijk of per trein
naar Goes en vandaar per bus naar
Katscheveervan Wolphaartsdijk, resp*
Katscheveer gaat het per boot naar Zierik-
z" 5en vandaar brengt de tram U naar
Haamstede. Een reisje, dat ongeacht de
ellende van de aansluitingen, alleen aan
werkelijken reistijd 2 uur 49 min. of 3 uur
29 minuten vergt, waarbij in Zierikze©
nog2 uur 53 wachten komt op dë
tramaansluiting, tenzij men een auto
huurtOm van de kosten die niet malsch
zijn, maar niet te spreken. Voor hen, dië
uit Zeeuwsch-Vlaanderen komen (en dit
zijn óók Nederlanders) komt hier nog de
reis bij van him woonplaats in Zeeuwsch-
Vlaanderen naar Breskens, vandaar met
de hoot over de Wester-Schelde naar Vlis
singen enz. Het eerste gedeelte dezer reis
moet men natuurlijk ook maken, als men
op het vliegveld Vlissingen het K.L.M.-
toestel gereed vindt staanmaar straks
mag men hier nog een reisje van minstens
5 uur 45 minuten aan vast knoopen om
naar Haamstede te komen.
Het behoeft dus niet te verwonderen, dat
onder deze omstandigheden de bewoners
uit de genoemde deelen van ons land voor
dergelijke reisgenoegens zullen bedanken
en maar liever den trein nemen, al duurt dë
vervelende reis dan ook schrikwekkend
lang. En dit alles terwille van 10 minuten
vliegen van Haamstede naar Vlissingen
Neen, de K.L.M. had verstandiger gé-
daan het nu eenmaal genomen besluit on$
de Zeeuwsche lijn gedurende de winter
maanden niet te exploiteeren, te handha
ven, al heeft dit ook veel teleurstelling!
veroorzaakt. Maar als men inderdaad doefy
wat thans in het voornemen ligt, ver
vreemdt men velen van zich (en wellicht
voor goed) die altijd zeer welwillend
tegenover de K.L.M. hebben gestaan ea
haar op velerlei wijze steunden.
Wil men de Zeeuwsche lijn gedurende dë
wintermaanden exploiteeren, dan graagiS
Maar dan ook „de Zeeuwsche
1 ij n en niet een gedeelte hiervan