1000 500 300 150 100 25 PEIGNOIRS 14 NOVEMBER 1V0.270 74e Jaargang >1936- Uitgavs: firma F. VAN OE VELDE Jr., Walstraat 58-80, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen Het Archief van het Vlissingsche Kuipersgilde Voor het Kind BOEKHANDEL D'HUIl, BADHUISSTRAAT IS „DE STER" Gebeurtenissenvan den dag Een K.LM.-besIuit, dat groote ontstemming wekt. GEDEELTELIJKE HEROPENING VAN DE ZEELAND-LIJN. VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves tigd zijn f2,20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland en Frankiijk f3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels fl.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 15 regels 50 ct. ledereregel meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1-5 regels fl.alles bij vooruitbetaling De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van een anderen vinger. AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS Dit nummer bestaat uit 3 bladen en een Kindercourant. - Eerste Blad lil. Accoord tusschen Vlissingen en Middelburg van 11 September 1545 in zake het herkeuren der haringtonnenMiddelburg beklaagt zich over Vlissingen in 1494 bij graaf Jan van Egmond. Klacht der Middel* burgers over de Vlissingsche kuipers bij het Hof van Holland, repliek der Vlissingers van 3 Juli 1500Het Vlissingsche kuipersgilde dateert minstens uit de 15e eeuwDe Vlissingsche magistraat vraagt aan de Veersche hoe daar het gebruik is. Perkamenten oorkonde van de Veersche gebruiken en de behandeling te Middelburg ondervonden Onder de nu te Vlissingen teruggekeerde bescheiden van het Vlissingsche kuipersgilde is een perkament van den 11 en September 1545, dat een accoord inhoudt tusschen Middelburg en Vlissingen over het herkeuren van de haringtonnen indien deze van buitenaf komen, zooals bepaald was in de ordonnantie die, zoo als we zagen, afgekondigd was den 18en Juli te Vlissingen; Gemachtigden van Burgemeesters en regeer ders van Middelburg, nl. „Mr. Jacop de Valydolyt", burgemeester van Middelburg en Lenaert van der Lisse, schepen aldaar, verder de „deken en beleeders" van het kuipersgilde te Middelburg, treffen ten overstaan van Cor nells van Weldam, raad in het hof van Hol land, een overeenkomst met den pensionaris van prelaat en edelen van Zeeland, Mr, Roelandt de Potte, den baljuw en de burge meesters van Vlissingen, nl. Mathys de Canoy, Heynrich Corn, zoen Roose en Jan Willems zoen, den deken der Vlissingsche kuipers en hun procureur, Mr. Gillis van Hanchuysen. In afwijking van de ordonnantie op het herkeuren van de haringtonnen van den llen Juli, den 18en afgekondigd door baljuw, burgemeesters en schepenen en den Raad der „stede van Vlis- singhen", zullen de Middelburgsche kuipers hun gekeurde en gebrande haringtonnen te Vlissingen in de haven mogen leveren aan boord van „de buysen ofte op de kaye aldaer", zonder dat deze door de Vlissingsche keur meesters herkeurd zullen worden. Wel zijn de Middelburgsche kuipers verplicht hen te waar schuwen, opdat de Vlissingers zich desge- wen'scht ervan kunnen overtuigen, dat de aan gebrachte tonnen te Middelburg gewaarmerkt zijn. Mochten de Vlissingsche keurmeesters bevinden, dat eenige tonnen niet ten rechte goedgekeurd zijn, dan kunnen zij deze weder aan de Middelburgsche kuipers retourneeren. Als loon voor de keurmeesters moeten de kuipers voor elke last tonnen, die zij leveren, een stuiver betalen. Omgekeerd zullen de Vlissingers dezelfde voorrechten genieten te Middelburg. Het accoord is geteekend door Cornelis van Weldam en diens adjunct Nicolaas Nicolay, secretaris van het Hof van Holland te Mid delburg. Hierdoor was een einde gekomen aan een twist, die al geduurd had van het einde der 15e eeuwimmers 1494, in ieder geval na 1 October1) van dat jaar zendt het Middel burgsche kuipersgilde een request aan den stad houder-generaal van Holland, Zeeland en Friesland, graaf Jan van Egmond hij be kleedde die functie van 1485^-1495 en den Raad van Holland in zake het keuren der haringtonnen. De Middelburgers beklagen zich erover, dat de keurmeesters van Vlissingen en Veere zich aanmatigen de tonnen van de Mid delburgsche kuipers te keuren en daarvoor gelden te heffen. In zooverre zij dit ook doen, terwijl zij „upt water leggen", dus in de haven of op de reede, is zelfs de mogelijkheid niet uitgesloten, dat zij „tonnen van buyten" krijgen en omgekeerd „tscepe senden", waartegen dus Middelburg niet zou kunnen concurreeren. Wenschelijk wordt in verband daarmee ge acht, dat er een „generaal keurmeester" voor geheel Walcheren wordt aangesteld en dat een ieder volstaan kan „mitten brant van zynre stede", dus het stadsbrandmerk, (voor Vlissin gen de flesch, voor Middelburg een burcht) met het teeken van den meesterkuiper. Deze maatregel werd niet genomen, maar wel gingen de Vlissingers voort met het den Middelbur gers lastig te maken, m.a.w. zij bevoorrechtten hun eigen kuipers, vandaar dat het kuipers gilde te Middelburg een eisch indiende bij het Hof van Holland tegen de Vlissingsche kuipers. Vermoedelijk was dit in 1499, daar 3 Juli 1500 de Vlissingers van repliek dienden. De Mid delburgers beklaagden zich erover, dat de „regierders van den ambochte van den cuypers binnen Vlissinghen"2) had ik geen gelijk met mijn hypothese in het eerste artikel, dat de ordonnantie van 1545 een nieuwe en niet de eerste was in het jaar 1498 met geweld uit een schip in de haven van Vlissingen een aantal tonnen hadden gehaald en meegenomen, terwijl 'ze den schipper hadden beleedigd en gehinderd. Zij wilden de tonnen slechts terug geven „tot zij hadden een nieuwe belastinghe" waarvan men nog nooit gehoord had. Verder moesten de Middelburgers 12 grooten van het last haring betalen als tol (dat is dus de reeds genoemde haringtol) en „dat meer es" ook nog twee grooten van „elck pont" „dat wy bewaren an harinck", dus van' de haring in depót werd van iedere zes gulden die ze aan waarde had een stuiver geëischt„als poorters van Middelburch", zoo klagen ze verontwaardigd, hadden ze daar van vrijgesteld moeten zijn. De Vlissingers beantwoordden voor het Hof van Holland dezen eisch met het volgende. Zij hadden een ordonnantie op de .haringnering gemaakt „tot proufyte van den gemeynen coopman", in het bijzonder „up die groetheyt ende dat vollen.van den tonnen"3). Naar aan leiding van de door het hof gemaakte ordon nantie van 12 Aug. 1494 hadden ook zij een „statuyt ende ordonnantie" gemaakt en keur meesters ingesteld „omme te sien ende scouwen de tonnen"dit was toch wel zeer noodig daar „die stapel van den harinck es tot Vlis- singe" ook te Veere is een „statuut" op de grootte der tonnen gemaakt „ende zyn aldaer oick wairdierders ende kuermeesters, die heb ben een stuver daechs, daer die van Vlissin ghen niet meer en hebben dan eenen groot" (de helft dus). In Juli van het jaar 1501 antwoordde het Middelburgsche kuipersgilde voor het hof van Holland bij monde van hun advocaat. Middel burg was „die principaelste stede van Zeelant, toebehoorende mijnen genadighen heere" dit in tegenstelling met Vlissingen, dat niet meer aan den landsheer behoorde, maar aan de Heeren van Veere, zeer ter snede opge merkt om een ten voordeele van Middelburg partijdig oordeel uit te lokken. In Middelburg komen „dyveersche natiën van coopluyden", daarom brengen de Vlissingers daar ook hun haring, zoodat de haringnering daar ook kan en moet bloeien ,als tot' Vlissinghe en elders". Nog eenige jaren geleden is een desbetreffende ordonnantie gepubliceerd, zoodat de Middel burgsche tonnen streng gekeurd worden. Zelfs wordt er voor gezorgd, dat als onderweg tus schen Middelburg en Vlissingen de tonnen be schadigd worden, door deze ruw in het ruim der schepen te werpen, er Middelburgsche kuipers aanwezig zijn, om deze weer dadelijk in orde te maken. Reeds lang vóór de ordon nantie van 1494 was dit gewoonte, dus toen „die stede van Vlyssinghe graefflyck was", maar ook later „binnen den tyden van heeren Heyndric4) ende Wolphaert5), heeren van der Vere" waren de Middelburgers nooit tegengewerkt in dit opzicht, men was tevreden met de Middelburgsche keuring en men hief geen rechten van hen „tot nu cortelinghe toe". Nu kunnen de Vlissingers wel zeggen, dat zij „statuten" gemaakt hebben om zich aan de ordonnantie te houden en dat zij daarom van elke last tonnen een halve stuiver nemen, maar dat moeten zij dan maar van hun eigen lieden heffen, want in de ordonnantie wordt dat in het geheel niet voorgeschreven. De Middelburgers zijn altijd vrij en onbelast geweest, dank zij hun eigen voorschriften, terwijl die heffing van een halven stuiver door de Vlissingers op eigen houtje geschied is, althans „sonder octroy te hebbene van mynen genadighen heere".6) Reeds den lien October 1500 had Vlissingen aan de Middelburgsche regeering medegedeeld, dat het brandgeld wordt geheven „voor tghemeene welvaert van der visscherie", terwijl andere plaatsen dat ook betalen en het ge noten wordt door de keurmeesters als belooning voor hun moeite. We zagen dat eerst in 1545 de twist werd beslecht, terwijl bepaald werd, dat de Vlis singers dezelfde voorrechten zouden genieten als zij in Middelburg hun haringtonnen brachten. Middelburg had dus moeten zwich ten, maar de Vlissingers hadden hen listig met hun eigen wapens verslagen. Immers bij de schenking van den Heer Snouck Hurgronje is ook een verklaring op perkament van den 5en September 1545, die blijkbaar wel zoo over tuigend was, dat de Middelburgers de vlag moesten strijken. Wat blijkt namelijk het geval Wel hadden de Middelburgsche kuipers zeer verontwaardigd gedaan over de heffing bij de herkeuring te Vlissingen van vreemde tonnen, maar onomstootelijk stond vast, dat men in Middelburg precies hetzelfde gedaan had. Men oordeele„Burghmeesters ende schepenen der stede van der Vere" verklaren „voor die ge rechte waerheyt" op verzoek van den baljuw, burgemeesters en schepenen van Vlissingen het volgende. Voor de Veersche magistraat zijn na oproep verschenen Pieter Cornelisse, oud 72 jaar, Thomas Jacopsse, 51 jaar, keurmeester „van den harinck", Jacop Jorisse, 30 jaar, keur meester van de tonnen, Andriès Stevensse, 29 jaar, Cryn Loysse, 29 jaar, beiden dekens van het kuipersgilde te Veere, allen kuiper en in wonend poorter. Onder eede „aen den heyligen gedaen" hebben zij verklaard wat volgtPieter Cornelisse deelt mede, dat reeds langer dan vijfenveertig jaar „gestatueert endè geordon- neert" is, dat de haringtonnen gekeurd moeten worden, van wanneer die ordonnantie dateert weet hij niet, maar wel bevestigt hij, dat alle tonnen, die van buiten kwamen, ook al had den zij het keurteeken van het brandijzer, te Veere herkeurd moesten worden, terwijl voor elk last 3J^ groot betaald werd. Ook bevestigt hij, dat de tonnen, waaraan iets mankeert, door een „vrijen meester" van Veere in orde ge maakt werden, die daarvoor betaald werd de afgekeurde tonnen werden onbruikbaar ge maakt door een gat in den bodem of in de duigen te slaan, waarna ze teruggegeven werden. Op de desbetreffende vraag antwoordt hij, dat ook de tonnen uit Middelburg altijd volgens zijn heugenis desgelijks behandeld werden en dan ook „tongelt" onkosten, van 3groot dus) geheven is. Hij >zelf is keurmeester geweest en heeft persoonlijk „on geld" in ontvangst genomen en afgedragen aan den Rentmeester der domeinen ten behoeve „van mynen genadiger* re van Beveren als here van der Vere". Desgelijks getuigde hij dat het gebeurd was, dat tonnen, in Veere vervaardigd en gekeurd, te Middelburg de bodem werden ingeslagen, omdat ze de Mid delburgsche keur niet konden halen. Meer kan hij niet zeggen. Alsnu wordt Thomas Jacopsse, Jacop Jorisse, Andries Stevensse en Cryn Loysse gevraagd of het hun bekend is, dat er >Je Veera een ordonnantie op het keuren van de tonnen is. De beide eersten weten het niet, maar de beide laatsten, die nu ter tijde dekens zijn, zeggen, dat in hun gildebrief van 1480 staat, dat alle tonnen gekeurd „ende gebrant" moeten zijn, voor zij naar zee gaan. Ook zij bevestigen, dat alle tonnen, van buiten komen de, te Veere „gheherkuert" worden, wat 3 groot kost voor elk last. Alle vier weten zeer goed, dat dit te Veere „ordonnantie ende coustume" is, zoo lang het hun heugt, terwijl het nog dagelijks geschiedt. Zij weten niet, dat de tonnen, waaraan iets mankeert, door een Veerschen vrijmeester „gebetert" worden tegen betaling, maar wel dat de eigenaars dier af gekeurde tonnen ze weer mee mogen riemen of verkoopen mogen aan den Veerschen „vry- meester" „voor wracken". Ook bevestigen zij, dat Middelburg ook altijd voor de te Veere herkeurde tonnen 3\4 groot betaald heeft voor het last. Jacop Jorisse deelt ook nog mede, dat hij 8 of 9 jaar geleden met een anderen Veer schen kuiper „jongen Andries" negen last tonnen te Middelburg gebracht heeft, die hier te Veere „gekuert ende gebrant" waren. Te Middelburg heeft men van de negen last „een grooten hoop" afgekeurd, meer weet hij niet. Omdat nu het „recht heyscht eischt) ende redene bewyst", dat men alle „warachtighe saecken behoort te oorcondene", vooral als daarom gevraagd wordt zooals de Vlis singers gedaan hebben Is het zegel van Veere aan dezen brief gehangen den 5en Sept. anno 1545. Hiermee konden de Vlissingers wel heel duidelijk demonstreeren, dat Middelburg's ver ontwaardiging maar een schijnmanoeuvre was, vandaar dat 6 dagen later het accoord tus schen de beide rivalen tot stand kwam. In een volgend artikel zullen we zien hoe Middelburg zich van den Vlissingschen haring- handel tracht meester te maken. H. G. VAN GROL, Archivaris. 1) Den 12en Augustus 1494 nl. was een ordonnantie afgekondigd op het maken van haringtonnen, het zout, de haringvangst enz. en afgekondigd door den landsheer, wat 1 October gepubliceerd was. Zie Inventaris de Stoppelaar, No. 678. 2) Vgl. Rijks Geschiedk. Publicatiën, Deel 75, No. 359, 390. 3) Rijks Gesch. Publ., Deel 75, No. 390. 4) Hendrik van Borssele, heer van Veere, overleden 1474, Maart 15. 5) Wolfert van Borssele, heer van Veere, overleden 1486, April 29na diens dood kwa men Veere en Vlissingen aan Anna van Borssele en haar man Philips van Bourgondië, waardoor zij aan het tweede stamhuis kwamen, den bastaardtak der Bourgondiërs. 61 Rijks Gesch. Publ., Deel 75. No. 402, Geëtaleerd collectie Kinderplaten, Kinderboeken, Legpuzzles, Fröbelwerk, enz. MODERNE ook extra wijde maten vanaf f 2.89. St. JacobsstraatS.Tel. 494 Een K.L.M.-besIuit dat groote ont stemming wekt. (Hoofdartikel) Reputaties zijn teer men zij er voor zichtig mee (Hoofdartikel 2e blad) 7 Januari wordt als nationale feest dag beschouwd. (Binnenland) Raadsoverzicht. (Stadsnieuws) Rede van Minister Colijn over de Rijks- begrooting 1937. (Tweede Kamer) Rede van vice-admiraal L. J. Quant over „de maritieme defensie". (Marine en Leger) Rumoerige zitting van de Fransche Kamer. (Buitenland) Hevige strgd nabij Madrid. (Buitenland); ZIE VERDER EVENTUEEL LAATSTE BERICHTEN Toen kort geleden het besluit bekend werd, dat de Zeeuwsche luchtlijn gedurende de wintermaanden niet zou worden gevlo gen, heeft men zich in Zeeland zeer teleur gesteld gevoeld. Reeds verscheidene jaren wordt in onze provincie intensief propa ganda voor het luchtverkeer gemaakten met succes. Want de belangstelling voor de luchtvaart nam merkbaar toe en van de z.g. „Zeeuwsche lijn", die in de zomer maanden bovendien tot Knocke, de Belgi sche badplaats, wordt doorgetrokken, werd regelmatig druk gebruik gemaakt. Wanneer wij in verband hiermede er aan herinneren, dat in den afgeloopen zomer door ruim 8000 passagiers van de Zeeland-lijn gebruik werd gemaakt, behoeven wij hieraan niet veel toe te voe gen. De Zeeuwen zijn de laatste jaren air- minded". De K.L.M. die hun met de Zeeuw sche lijn uit het isolement, veroorzaakt door de toch altijd nog min of meer gebrek kige en in ieder geval zeer trjdroovende verbindingen te land en te water, heeft verlost, is hun lief. Er bestaat een Zeeuw sche Vereeniging voor Luchtvaart, een bloeiende Walchersche Zweefvliegclub de N.V. van Melle's Confectionery Works te Breskens heeft een eigen vliegveld waar herhaaldelijk demonstraties worden gege ven die de belangstelling voor de luchtvaart ten goede komen de Zeeuwsche pers ver leent op velerlei wijze steun. Zoo zouden wij kunnen doorgaan. Toen dan ook in het begin van de vorige maand bekend werd, dat met ingang van 11 October de Zeeuwsche luchtlijn geduren de de wintermaanden zou worden stopge zet, wekte deze mededeeling groote teleur stelling en onmiddellijk hebben de bestu ren van de betrokken gemeenten, evenals het Provinciaal Bestuur, getracht dezen maatregel ongedaan te krijgen of althans te bereiken, dat de Zeeuwsche lijn vroeg in 1937 weer zou worden gevlogen. Men be treurde het genomen besluit, maar legde er zich noodgedwongen bij neer, omdat werd medegedeeld, dat financieele redenen hiertoe noopten. Walcheren en Zeeuwsch-Vlaan deren geïsoleerd. Thans komt echter het besluit van den Raad van Bestuur der K.D.M., dat met ingang van 14 December a.s. het traject RotterdamHaamstede weder zal worden gevlogen, nl. 3 maal per week en dat het in de bedoeling ligt op 15 Februari of 1 Maart de lijn naar Vlissingen door te trekken. Dit beteekent dus, dat het traject HaamstedeVlissingen gedurende de win termaanden niet wordt geëxploiteerd. En het beteekent tevens dat de sympathie van de Zeeuwen voor „hun" lijn een geduchte knauw zal krijgen wanneer dit besluit ge handhaafd blijft. Noodgedwongen heeft men er genoegen mee genomen, dat de luchtverbinding werd stopgezetwant het kon blijkbaar nu een maal niet anders. In Zeeland is echter nimmer propaganda gemaakt voor onderdeelen van de Zeeland-lijn, maar voor de Zeeuwsche lijn als geheel. Moge plaatselijk chauvinisme op ver schillend gebied nog wel eens een rol spe len, hiervan was bij de propaganda voor de Zeeuwsche lijn gelukkig geen sprake. En het is zeer te betreuren, dat de K.L.M., zonder dit overigens te willen natuurlijk, aan de verheugende eenheid die te dien aanzien gebleken is, een einde doet komen. Want het ligt voor de hand, dat men op Schouwen van deze mogelijkheid tot lucht verbinding met Noord-Nederland gedu rende de wintermaanden, dankbaar gebruik zal maken en dat men den thans genomen maatregel zal toejuichen. Schouwen zal zich hierdoor sterker nog dan voordien het geval was, op het Noorden i.e. op Rotter dam oriënteeren en dit kan de eenheid in Zeeland niet ten goede komen. De Zeeuw sche lijn dient o.i. in haar geheel te worden geëxploiteerd of tijdelijk stop ge zet, wanneer de K.L.M. de sympathie en steun die zij in Zeeland geniet, niet wil verspelen. En deze meening wordt dóór verschillende autoriteiten gedeeld. Wanneer deze luchtverbinding slechts tot Haamstede wordt gevlogen, beteekent dit, dat men vooral Walcheren en Zeeuwsch- Vlaanderen rp een niet te verantwoorden wijze isoleerthet traject Haamstede—* Vlissingen wordt in nog geen tien minuten gevlogen en wanneer de verbinding Rotter damHaamstede dus gedurende de winter maanden wordt gehandhaafd, ware het wel zeer onrechtvaardig, Walcheren en Zeeuwsch-Vlaanderen aan hun lot over te laten, nadat men toch waarlijk bewezen heeft, de luchtvaart te willen steunen. Wie na 15 December vanuit Zeeuwsch- Vlaanderen of Walcheren naar Noordelijk- Nederland wil vliegen, moet dus maar op dei een of andere wijze zien, dat hij in Haam stede komt. Met de vliegmachine doet men er vanuit Vlissingen nog geen tien minuten over. Dan moet men van Vlissingen eerst per autobus naar Wolphaartsdijk of per trein naar Goes en vandaar per bus naar Katscheveervan Wolphaartsdijk, resp* Katscheveer gaat het per boot naar Zierik- z" 5en vandaar brengt de tram U naar Haamstede. Een reisje, dat ongeacht de ellende van de aansluitingen, alleen aan werkelijken reistijd 2 uur 49 min. of 3 uur 29 minuten vergt, waarbij in Zierikze© nog2 uur 53 wachten komt op dë tramaansluiting, tenzij men een auto huurtOm van de kosten die niet malsch zijn, maar niet te spreken. Voor hen, dië uit Zeeuwsch-Vlaanderen komen (en dit zijn óók Nederlanders) komt hier nog de reis bij van him woonplaats in Zeeuwsch- Vlaanderen naar Breskens, vandaar met de hoot over de Wester-Schelde naar Vlis singen enz. Het eerste gedeelte dezer reis moet men natuurlijk ook maken, als men op het vliegveld Vlissingen het K.L.M.- toestel gereed vindt staanmaar straks mag men hier nog een reisje van minstens 5 uur 45 minuten aan vast knoopen om naar Haamstede te komen. Het behoeft dus niet te verwonderen, dat onder deze omstandigheden de bewoners uit de genoemde deelen van ons land voor dergelijke reisgenoegens zullen bedanken en maar liever den trein nemen, al duurt dë vervelende reis dan ook schrikwekkend lang. En dit alles terwille van 10 minuten vliegen van Haamstede naar Vlissingen Neen, de K.L.M. had verstandiger gé- daan het nu eenmaal genomen besluit on$ de Zeeuwsche lijn gedurende de winter maanden niet te exploiteeren, te handha ven, al heeft dit ook veel teleurstelling! veroorzaakt. Maar als men inderdaad doefy wat thans in het voornemen ligt, ver vreemdt men velen van zich (en wellicht voor goed) die altijd zeer welwillend tegenover de K.L.M. hebben gestaan ea haar op velerlei wijze steunden. Wil men de Zeeuwsche lijn gedurende dë wintermaanden exploiteeren, dan graagiS Maar dan ook „de Zeeuwsche 1 ij n en niet een gedeelte hiervan

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1936 | | pagina 1