1ÊÊ
1000
500
300
100
25
MAANDAG
2 NOVEMBER
74e Jaargang
1936-
Uitgavefirma F. VAN DE VELDE lr„ Ifalstraat 58-60, Viissingen. Telei. 10. Postrekening 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
De ontploffingsramp aan boord van het Grieksche
tankschip „Petrakis Nomikos".
TOT DUSVER 13 DOODEN EN 1 VERMISTE.
f$e$»eua*fem«sscm
Am tlgseg
STADS- EN PROVINCIENIEUWS
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn f2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk f3.40. Voor de overige landen bij wekei. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent.
fill
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels f 1.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 15 regels 50 ct. ledereregel
meer 10 ct (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1 -5 regels f 1alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van een
anderen vinger.
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS'
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Eerste blad.
Het tankschip is eenige dagen geleden
te Schiedam aangekomen voor een alge-
meene revisie en machine-reparatie.
Aan boord bevond zich dan ook sedert
Zaterdagmorgen vroeg een groote repara-
tieploeg van de werf Wilton, toen te ruim
kwart over negen de eerste ontploffing in
de bunkerruimte plaats vond. Een stuk van
het achterdek werd weggeslagen en in pa
niek vluchtten de aan boord aanwezigen
van boord. Spoedig herstelde men zich ech
ter en keerde men aan boord terug om de
schade op te nemen en de eerste hulp te
verleenen.
Reeds toen waren er verscheidene gewon
den en waarschijnlijk reeds eenige dooden,
zoodat groot alarm werd gemaakt en alle
geneeskundige hulp uit de omgeving gere-
quireerd werd, terwijl ook de brandweer
van Schiedam, Delft en Rotterdam om as
sistentie werd verzocht.
Bovendien begaf zich een groote hulp
ploeg, bestaande uit arbeiders van de werf
zelf aan boord, om het opruimingswerk ter
hand te nemen.
Daardoor bevonden zich zeer vele perso
nen aan boord van het Grieksche schip en
was het niet goed na te gaan, wie daar
aanwezig waren, toen te ongeveer 10 uur
een tweede ontploffing
volgde, die veel. heviger dan de eerste was.
Menschen, die zich aan boord bevonden
en ongedeerd op den wal kwamen, vertel
den ons naderhand, dat een regen van stuk
ken ijzer rondom en bij hen neerdaalde.
Het geheele dek ging omhoog, het ach
terdek spleet open, de schoorsteen sloeg
stuk en eenige luiken vlogen omhoog.
Eenige tientallen nieuwe gewonden zag
men hier en daar verspreid op het dek en
in de ruimen liggen.
Een groote kraan op de kade tegenover
het schip boog dubbel en het groote tand
wiel ervan vloog ongeveer 500 meter ver
weg, over de loodsen heen, het veld in.
Stukken ijzer sloegen door het dak in de
ketelloods, doch veroorzaakten daar geluk
kig geen persoonlijke ongevallen.
Wie zich nog aan boord bevond en de
beschikking had over zijn ledematen, ijlde
van boord, waarhij gezegd moet worden,
dat degenen, die gewonden in hun buurt
zagen, niet van boord gingen dan nadat
zij deze gewonden op de kade hadden kun
nen dragen.
Het werd duidelijk, dat nog meer ont
ploffingen verwacht konden worden.
Hoe gaarne men ook aan boord een nader
onderzoek naar de slachtoffers had inge
steld, de veiligheid van de reddingsploeg
gedoogde niet een nog langer verblijf aan
boord toe te staan. Iedereen verliet dan ook
het schip in de zekerheid, dat er nog slacht
offers aan boord waren, doch zelfs de kade
en de naaste omgeving van de haven moes
ten ontruimd worden, omdat men niet kon
voorzien, welken omvang een volgende ont
ploffing zou hebben.
Inderdaad volgde te ongeveer half elf een
'derde ontploffing, minder hevig dan
de tweede, die bovendien geen persoonlijke
ongelukken veroorzaakte, dank zij den ont
ruimingsmaatregel.
Ambulance-auto's reden af en aan en
spoedig waren tal van autoriteien ter
plaatse, waaronder de leden van het parket
te Rotterdam. Van alle kanten kwamen de
angstige verwanten der werfarbeiders om
te vragen of man of zoon tot de slachtof
fers behoorde.
De directie kon echter geen antwoord ge
ven, daar zij zelf nog in het onzekere tastte.
Groote ongerustheid heerschte echter in
de rijen van de Schiedamsche brandweer.
Verscheidene leden daarvan bevonden
zich voor hulpverleening aan boord, toen
de tweede ontploffing geschiedde. De com
mandant, ir. Eikema, was juist even tevo
ren in gesprek geweest met den hoofd
brandmeester Nieuwenhuis. Verscheidene
leden der Schiedamsche brandweer liepen
kwetsuren en verwondingen op. De onder
commandant Van der Plas moest gewond
naar het ziekenhuis worden vervoerd.
Een brandwacht werd circa lo meter om
hoog geslingerd, doch kwam wonder boven
wonder nabij een hekwerk terecht, waarin
hij bleef hangen, zoodat hij nagenoeg on
gedeerd bleef.
Blijkens de dikke zwarte rookkolom, die
uit het achterschip opsteeg en steeds don
kerder werd, moest er aan boord
©en felle brand
woeden. Werkeloos moest men aanzien, hoe
het schip aan de kade een voortdurend ge
vaar voor de omgeving vormde en met
angstige spanning wachtte men op nieuwe
exploties.
Tegen 12 uur, toen de rookwolk iets min
der dicht werd, waardoor men hoopte, dat
de brand in felheid was afgenomen, deed
de directie een beroep op vrijwilligers, die
bereid waren aan boord te gaan om de si
tuatie op te nemen.
Eenige arbeiders, een lid van de E.H.B.O.
en een Roode Kruis-soldaat, tezamen zes
man, meldden zich.
Een hunner beschreef later den chaos
aan boord, waar het geheele dek was open
gespleten, evenals de geheele huid aan
stuurboordzij. Hij had met zijn maat willen
probeeren bij de ketels in de tanks te ko
men, doch de machinekamer stond in een
laaienden gloed en er was geen bijkomen
aan. Door het geheele schip en in het. bij
zonder in de tanks zat echter een sterke
trilling, alsof al het ijzer vibreerde, waaruit
kon worden afgeleid dat er in de ruimen en
in de tanks nog een groote spanning zit,
die door de gasvorming, tengevolge van de
hitte-ontwikkeling, waarschijnlijk, voortdu
rend 1 grooter zal worden en dan tot nieuwe
explosies zal leiden.
Een steeds grooter terrein van de werf
heeft men ontruimd, opdat geen slachtof
fers van komende explosies zullen vallen.
Vol spanning zit men op eenigen afstand te
wachten, machteloos om verdere rampen
tegen te houden. Zoo ging Schiedam den
Zaterdagmiddag in.
Het geheele achterschip in brand.
Zaterdagmiddag te ongeveer half drie
stond het geheele achterschip van de „Pe
trakis Nomikos" in brand. Een zware rook
kolom, waarin af en toe de gloed der vlam
men zichtbaar was, steeg er uit omhoog.
Nog steeds moest men werkloos toezien,
zonder te kunnen ingrijpen, aangezien het
explosiegevaar nog steeds aanwezig is. Toen
tot ontruiming van de werf werd besloten,
werden de naast het Grieksche schip ge
meerde vrachtschepen van de Rotterdam-
sche Lloyd, de „Kertosowo" en „Modjokar-
to" verhaald en naar de Lloydkade gesleept.
Ook het tankschip „Rotterdam" van de
A.P.C., dat in reparatie aan den overkant
van de haven lag, is verhaald.
Alle bemanningen van de nog in de buurt
liggende schepen en dokken enz., zijn van
boord gegaan.
In don loop van Zaterdagmiddag ver
scheen in de rookkolom, die uit het achter
schip van de „Petrakis Nomikos" opsteeg,
een steeds feller wordende vuurgloed, en
tegen 4 uur laaiden de vlammen hoog op.
Gelukkig kwamen deze vlammen niet van
binnen uit, doch werden zij veroorzaakt
doordat het houtwerk van de verblijven van
officieren en bemanning op het achterschip,
dat als een ouderwetsche campagne omhoog
is gebouwd, in lichte laaie stond.
Nog steeds was de omgeving van het
schip afgezet en de verzamelde leden van
de Schiedamsche brandweer en de weinige
andere personen, die op de werf aanwezig
waren, bleven zoo veel mogelijk achter de
dekking, die de groote loodsen boden, aan
gezien men nog steeds ontploffingsgevaar
vreesde. Het was een griezelig denkbeeld,
dit brandende schip aan de kade, dat aan
stonds als een bom kon werken en dat op
sluipende wijze zijn onheil kon verrichten
op een oogenblik, dat niemand er op ver
dacht zou zqn.
Het resultaat va.n het tegen 4 uur inge
stelde onderzoek was, dat men besloot het
vuur te lijf te gaan. Met twee stralen naar
het achterschip werd het vuur aangetast,
en tegen het vallen van de duisternis wer
den de noodige schijnwerpers op het schip
gericht, om het blusschingswerk te kunnen
doen voortgaan.
De eerste droeve taak was het hergen
van de drie deerlijk verminkte lijken, die
vrijwilligers, die des middags omstreeks 12
uur even aan boord waren geweest, op het
dek hadden zien liggen. Het was het stoffe
lijk overschot van een arbeider van Wilton-
Feijenoord, die aanvankelijk niet geïdenti
ficeerd kon worden, van den omgekomen
hoofdbrandmeester Nieuwenhuisen en van
den Schiedamschen politieagent Hoek.
In jassen gewikkeld werden de lijken
naar een der loodsen overgebracht en tegen
den avond vervoerd naar het R.-K. Zieken
huis de Dr. Nolet-stichting. In een der rui
men werd nog een vierde lijk waargenomen,
vrijwel zeker van een der leden der Griek
sche bemanning, doch aan berging daarvan
viel voorloopig tengevolge van den vuur
gloed niet te denken.
Enkele deskundigen, alsmede de burge
meester van Schiedam, de heer Van Haaren
en de leden der directie van Wilton-Feijen-
oord hebben, in den namiddag den kapitein
en den eersten stuurman van het Grieksche
tankschip een uitvoerig verhoor afgenomen,
wat trouwens tevoren reeds met.de overige
leden der bemanning was geschied. Duide
lijke gegevens heeft dit verhoor niet opge
leverd, zoodat men nog in het duister tast
omtrent de oorzaak der eerste ontploffing.
Met nadruk hielden zoowel kapitein als
eerste stuurman echter vol, dat de kleine
stuurboordtank,die bij de tweede ontplof
fing in de lucht is gevlogen, sedert eenige
weken niet in gebruik is geweest en niet
met vloeistof gevuld was.
De meening van den commandant
der Amsterdamsche brandweer,
den heer Gordijn.
De heer Gordijn verklaarde, dat het
uiterst moeilijk zou zijn, de oorzaak van de
eerste ontploffing -in het ketelruim op te
sporen. Zoo vele factoren kunnen daartoe
hebben bijgedragen. Aan boord van een
tankschip kan allicht ergens een lek ont
staan, waardoor olie wegvloeit, die in ge
val van reparaties aan boord door een of
andere oorzaak verwarmd wordt en als zij
de goede verbrandingswarmte heeft ge
kregen, vlam. vat.
Hoewel men niet met volkomen zeker
heid kan spreken, achtte de heer Gordijn
het toch wel zeer waarschijnlijk, dat de
tweede ontploffing als indirect, gevolg van
de eerste moet worden beschouwd.
Dit is temeer mogelijk, doordat een nood
zakelijk geachte constructie voor tanksche
pen in de „Petrarkis Nomikos" niet geheel
aan de voorschriften voldeed. De heer Gor
dijn doelde op de zgn. „cofferdam", be
staande uit twee zware ijzeren schotten,
welker tusschenruimte met water is gevuld,
zoodat er een waterschot ontstaat, dat van
de kiel tot het dek loopt.
De cofferdam vain het achterschip der
„Petrakis nomikos" liep echter niet geheel
tot het dek door en op de hoogte waar
zich de ontplofte kleine stuurboordstank
bevond, niet zoover onder het dek, werd
deze slechts door een enkele ijzeren wand
van het achterschip gescheiden. Het ligt
derhalve voer de hand, dat de warmte
ontwikkeling tengevolge van den aanvan-
kelijken brand en de eerste ontploffing tot
explosie van de kleine taink heeft geleid.
De heer Gordijn sprak als zijn overtuiging
uit, dat het certificaat, dat het schip gas-
vrq was, was uitgereikt na een zorgvuldig
onderzoek, dat inderdaad op volkomen af
wezigheid van gas had gewezen. Dikwijls
blijven er echter aan de wanden der tanks
met hun vele oneffendheden, klinkbouten
enz., dikke korsten opgedroogde olie kle
ven. Bij warmte-ontwikkeling kunnen de
meest vluchtige deelen van deze olie en
gassen vormen, die in verbinding met lucht
explosief kunnen zijn en als er ook wel
eens benzine in deze tanks heeft gezeten,
wat aan boord van het Grieksche schip wel
eens het geval schijnt te zijn geweest, zelfs
hoogst gevaarlijk kunnen zrjn.
Of dit alles ook hier zoo is gegaan valt
niet met zekerheid te zeggen, doch moge
lijk is het in elk geval. Daarbij komt, dat
de cofferdam van het achterschip ook na
genoeg geen water bevatte toen de Schie
damsche brandweer Zaterdagmorgen na de
eerste ontploffing aan boord kwam. Men
was o.a. bezig met het pompen van water
in de cofferdams, toen de noodlottige we-
der-ontploffing volgde.
Toen men het tegen vier uur waagde
aan boord te gaan, kon men duidelijk waar
nemen hoe de bedoelde kleine tank aan
stuurboordzijde uiteen was gereten. De
overeenkomstige tank aan bakboordzijde,
waarvan men den geheelen dag ontploffing
had gevreesd, stond rood-gloeiend. Had er
ontploffingsgevaar bestaan, dan had dit
natuurlijk reeds ingetreden lang voor dat
de tank een zoo hooge temperatuur had
bereikt.
Hoewel natuurlijk in de overige tanks
soortgelijke reacties als in de kleine stuur
boordtank zouden kunnen optreden, achtte
de heer Gordijn dat niet waarschijnlijk
meer. Het vuur zal eerder af- dan toene
men en de temperatuur aan boord van het
tankschip zal dalen, waardoor het ontplof
fingsgevaar geringer wordt.
De slachtoffers.
Blijkens een officieel politierapport zijn
bij de rarnp de volgende personen om het
leven gekomen:
K. L. Schellenberg, 36 jaar, te Rotter
dam M. Nieuwstraten, 45 jaar, te Schie
dam W. B. de Jong, 67 jaar, te Vlaardm-
gen G. J. H. T. Schulz te Rotterdam
P. Maan, 22 jaar, te Rotterdam C. Nieu
wenhuisen, 44 jaar, hoofdopzichter bij den
bestratingsdienst te Schiedam J. J. Hoek,
politie-agent te Schiedam. Er is verder neg
een lijk gevonden van een werkman bij Wil-
ton-Feijenoord, dat nog niet is geïdentifi
ceerd. Bovendien heeft men nog een lijk
van een Grieksch lid van de bemanning van
het in brand geraakte schip gevonden en
vermoedt men dat er aan boord nog een
drietal lijken zich bevinden, welke men ten
gevolge van de groote hitte, die nog op het
schip heerscht, niet kan bereiken.
Er zrjn tal van gewonden, waarvan
ernstig gekwetst zijn de 50-jarige J. van
der Plas, hoofdopzichter van de gemeente
werken te Schiedam en plaatsvervangend
brandweercommandant, die een zware
hersenschudding en een bekkenfractuur
heeft, H. J. Voort, 56 jaar, te Schiedam,
die een gecompliceerde beenbreuk en een
bloeduitstorting heeft opgeloopen en J. P<
Verboom te Rotterdam, die een gecompli
ceerde armfractuur heeft.
Minder zwaar gewond zijn P. van der
Broek te Rotterdam, C. Paessen te Rotter
dam, J. Onderdelinden te Rotterdam, W.
de Broeder te Rotterdam, C. van Pel te
Schiedam, A. de Krom te Rotterdam, A.
van Oost te Rotterdam, T. Houtman te
Schiedam, C. Kramer te Rotterdam, P. de
Smit te Rotterdam, N. van Genden te
Schiedam en voorts de Grieken N. Kionle-,
kas en T. Leonardos.
Betreffende de omgekomen slachtoffers
kan nog nader worden medegedeeld, dat
thans ook is gevonden het geheel verkool
de lijk van den 57-jarigen gehuwden "Corn e-
lis Verneys, te Rotterdam. Uit de op het
lijk gevonden voorwerpen kon de identiteit
worden vastgesteld. Het tragische van dit
geval is, dat de getroffene op 31 October
is geboren en dus juist op zijn verjaardag is
omgekomen. Het lijk lag in het ruim m het
achterschip.
Vermist worden nog de 33-jarige donkey
man Antonus Alofouzos en nog een don
key-man, die ook nergens te vinden is. Om
trent het lot van dezen man wordt het ver
moeden geuit, dat hij waarschijnlijk nog op
een plaats in het schip kan zijn waar men
op het oogenblik nog geen toegang heeft
of dat hij bij de tweede ontploffing over
boord geslagen en in de Maas terecht ge
komen is. In verband hiermede wordt door
de rivierpolitie op het oogenblik in de om
geving van het schip gedregd.
Het lijk dat op de algemeene begraaf
plaats in het lijkenhuisje werd geborgen,
blijkt thans te zijn dat van den vierden
machinist Constans Evangelos. Dit slacht
offer is eveneens een Griek.
De teraardebestelling van den ager.t
Noek zal Woensdag op een nog nader vast
te stellen tijdstip rnet corpseer op de alge
meene begraafplaats te Schiedam geschie
den.
De toestand van P. de Smit, die even
eens in het katholieke ziekenhuis is opge
nomen, was gistermiddag dezelfde als Za
terdag. Hij heeft een gecompliceerde frac
tuur aan beide heenen. De overige patiënten
die in het katholieke ziekenhuis zijn opge
nomen, maken het naar omstandigheden
redelijk wel.
De heer C. van Pelt, die een zenuwinstcr-
ting heeft gehad, zal vandaag het zieken
huis weer kunnen verlaten.
De tweede Griek, die in het ziekenhuis
was opgenomen en die lijdende is aan een
oogontsteking, zal eveneens binnenkort ont
slagen kunnen worden.
Wat betreft de pogingen, welke aange
wend zijn om de overige slachtoffers te
bergen, vernemen wij nog dat het dreggen
in de omgeving van het tankschip zeer be
moeilijkt is door het hooge water.
Nog twee slachtoffers.
Zondagavond zijn de heeren Van der
Plas, plaatsvervangend commandant van
de Schiedamsche brandweer, en Van Galen,
die werden gewond, aan hun blessuren be
zweken.
Volgens officïeele opgave van Zondag
avond zijn er thans dertien doo
den te betreuren, terwijl nog twee
personen vermist worden.
Deelneming van H.M. de Koningin.
H.M. de Koningin heeft den burgemees
ter van Schiedam verzocht Haar oprechte
deelneming over te brengen aan de nage
laten betrekkingen van de slachtoffers van
de ramp bij WiltonFeijenoord, en heeft
naar den toestand der gewonden laten in-
formeeren.
De noodlottige scheepsramp te Schie
dam heeft tot dusver 13 dooden ge-
eischt. Verschillende gewonden verkee-
ren in levensgevaar 1 persoon wordt
nog vermist. (Eerste pagina)_
Opvoering van „Het voorste legioen",
een merkwaardig stuk. (Stadsnieuws)
Wat voor den middenstand gedaan
wordt. (Middenstandspagina);
Vergadering der Federatie Zeeland van
den Vrijzinnig Democratischen Bond.
(Provincienieuws);
Weer 2 slachtoffers van onbewaaktert
overweg. (Gemengd Nieuws)
Vliegtuigongeluk in Thüringen eischfc
10 dooden. (Luchtvaart);
Nederland speelt gelijk tegen Noor
wegen. (Sportnieuws);
Rede van Mussolini over de positie van
het fascistisch Italië. (Buitenland);
ZIE VERDER EVENTUEEL
LAATSTE BERICHTEN
De directie van WiltonFeijenoord
maakt bekend, dat zij van Z. Exc. Minis
ter Gelissen een telegram heeft ontvangen
van den volgenden inhoud„De groots
scheepsbrand met zoo noodlottig verloop
heeft mij diep getroffen. Terwijl ik gaarne
hulde breng aan de dappere redders, geef
ik U tevens de verzekering, dat ik met
het lot der slachtoffers zeer begaan ben".
Blijkens mededeeling, hedenmorgen van
den burgemeester van Schiedam bedraagt
het aantal dooden 13, terwijl bovendien
nog 1 slachtoffer wordt vermist.
Vijf slachtoffers zijn in het gemeentelijk
ziekenhuis te Schiedam overleden, vijf in
het Roomsch-Katholieke Ziekenhuis en drie
lijken zijn naar het lijkenhuisje op de be
graafplaats rechtstreeks overgebracht.
Van de gewonden zijn er 8 ernstig en 4
minder ernstig gewond, terwijl vijf hunner
het ziekenhuis reeds weder hebben mogen
verlaten.
SCHILDERIJEN VAN LOUIS HEYMANS.
De te Middelburg woonachtige schilder
Louis Heymans exposeert tot en met
Maandag 9 November nieuw werk bij
Kunsthandel D'huy.
Het is een merkwaardig verschijnsel, dat
deze schilder zoo sterk uiteenloopende on
derwerpen kiesteen verschijnsel dat niet
verklaard kan worden door het feit, dat hij
de techniek volmaakt beheerscht en dus
bij de keuze zijner onderwerpen niet ge
remd wordt door de moeilijkheden dei'
vormgeving. Dit laatste is wel degelijk het
geval en het is in verschillende der ge-
exposeerde werken duidelijk bespeurbaar.
Veeleer moet de verklaring van dit merk
waardige verschijnsel gezocht worden in
bet feit, dat deze schilder zelf nog niet de
finitief in de een of andere richting geko
zen heeft. Dientengevolge sien wij „aardi
ge" doekjes en werken die wij niet kun
nen bewonderen, naast ware juweeltjes
van schilderkunst. Deze schilder kan mooie
doeken scheppen en het wai*e te hopen, dat
hij spoedig .met zich zelf tot klaarheid komt
ten aanzien van de vraag, waér zijn groot
ste kracht ligt.
Vergissen wij ons, als wij aannemen, dat
dit in de lichteffecten, in de speling van
zon en schaduw, licht en donker, het geval
zal zijn? Het is tenminste een de aandacht
trekkend feit, dat juist die doeken, waarin
de lichtval een rol van beteekenis speelt,
o.i. tot de beste der geëxposeerde werken
moeten worden gerekend. Heel mooi von-