1000 500 300 150 100 25 Alex de Haas ZATERDAG DEVALUATIE, MIDDENSTAND EN PUBLIEK. Paviljoen Wandelpier IVo.252 74e Jaargang 1936- UitgaveFirma F. VAN DE VELDE Ir., Walstraat 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen STADS-EN PROVINCIENIEUWS VUSSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS.' Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves tigd zijn f2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk f3.40. Voor de overige landen bij weke!, verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels fl.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 ct. Iedere regel meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1—5 regels fl.—alles bij vooruitbetaling De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van een anderen vinger. AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Dit nummer bestaat uit 3 bladen en een Kindercourant. - Eerste Blad EEN INGEWIKKELD, MAAR HOOGST BELANGWEKKEND VRAAGSTUK. Al zijn wij er ons van bewust, dat het woord devaluatie dat wij hierboven bezigen eigenlijk niet geheel juist kan worden ge noemd, omdat de gulden officieel niet op een bepaalde basis is gedevalueerd, voor de groote massa bestaat er geen verschil van beteekenis tusschen de depreciatie waarmede wij feitelijk te doen hebben en devaluatie. Men interesseert zich meer voor de prac- tische gevolgen van een en ander, gevolgen waarbij de middenstand in even sterke mate betrokken is als het publiek, dat immers bij den middenstand koopen moet. Een van de vragen, die in verband hiermede thans in het brandpunt der belangstelling staan, is de kwestie van de prijsverhooging en van hetgeen men ongemotiveerde prijsopdrijving pleegt te noemen. Een vraag die ook veel belangstelling heeft getrokken, maar wier beteekenis met het voortschrijden der weken geleidelijk ge ringer wordt om redenen die hierna zullen blijken, is is het redelijk om ook den voor raad waarover men beschikte toen de gul den in waarde verminderde, tegen hooge- ren prijs te verkoopen? Ja, zeggen sommigen neen, zeggen an deren. Wie heeft gelijk? Zooals in zoovele gevallen, zijn ook hier de geleerden het niet eens. Voor beide standpunten valt wat te zeggen. Men kan om te beginnen vaststellen, dat mettertijd alle artikelen die moeten worden ingevoerd, in prijs verhoogd zullen worden de strijd vraag over al of niet prijsverhooging van bestaande voorraden, zal dus door den tijd zelf worden opgelost en waarschijnlijk zal dit proces zoo lang niet duren. Maar daar om is het momenteel van niet minder groo te beteekenis, terwijl de kwestie ook theoretisch bijzonder interessant kan wor den genoemd. De voorstanders van prijsverhooging re deneeren ongeveer aldus Als ik den voor raad waarover ik beschikte toen de gulden in waarde verminderde, verkoop tegen de prijzen die toen in mijn bedrijf golden, neem ik verlies. Want straks moet mijn voorraad worden aangevuld en dan moet ik voor hetzelfde artikel heel wat meer aan mijn leverancier betalen, zoodat hierdoor een belangrijk deel van mijn dikwijls om vele redenen reeds bescheiden winst, wordt opgeslokt. Wil ik mijn bedrijf gaande hou den, dan moet ik geregeld mijn voorraad kunnen aanvullen. Nieuwe voorraad kost meer en dus moet ik, hetgeen thans in mijn bezit is, verkoopen tegen hoogeren prijs. Zij die zoo redeneeren, nemen dus bewust op het onderhavige deel van hun voorraad grootere winst dan anders het geval zou zijn geweest, maar zij meenen dat dit vol komen rechtmatig is en in geen geval tot de „ongemotiveerde prijsopdrijving" kan worden gerekend. Neen, zeggen echter anderen. Iedere be hoorlijke zakenman heeft voorraad van diverse artikelen. Om dien voorraad te kun nen inkoopen moet hij over bedrijfskapitaal beschikken, dat langer of korter tijd in den goederenvoorraad kan worden vastgelegd. Wanneer U dus 10 stuks van een bepaald artikel hebt gekocht, dan zult U den in koopsprijs met diverse onkosten verhoogen, op het geheel een redelijk winstpercentage leggen en zoo komt U aan een verkoops prijs waartegen niemand bezwaar kan ma ken en die U een bestaansmogelijkheid biedt. Of de gulden nu minder waard is geworden, doet niet ter zake want als U die 10 stuks van het bewuste artikel ver koopt, maakt U zooveel winst. Straks moet U uw voorraad aanvullen. Welnu, dan is er in de situatie niets veranderd. U moet bedrijfskapitaal in uw nieuwen voorraad steken. De prijzen zijn omhoog gegaan. CJ hebt dus meer kapitaal voor dezelfde hoe veelheid artikelen noodig, maar daar staat tegenover, dat U straks bij verkoop ook zooveel méér ontvangt. Er is dus hoege naamd geen aanvaardbare reden aan te voe ren, waarom U den voorraad waarover U beschikte toen de gulden deprecieerde, ook tegen hoogeren prijs zou mogen verkoopen en op deze wijze een zoet extra-winstje in de wacht sleepen. 9 9 9 Beide redeneeringen zullen aanhangers en bestrijders vinden. En tegen de laatste re deneering (hoewel tegen haar theoretische juistheid o.i. weinig aangevoerd zal kunnen worden) zullen de menschen uit de practijk in bepaalde gevallen te berde brengen, dat men inderdaad meer bedrijfskapitaal noo dig heeft voor de nieuwe inkoopen maar het geld niet bezit 1 De omvang en beteekenis van de zaak maakt het onge- wenscht, dan voorloopig maar met een kleineren voorraad tevreden te zijn. En de bank is niet bereid grooter crediet te ver- leenen. Geef dan als theoreticus eens een afdoend antwoord Resumeerend zouden wij willen zeggen, dat als regel voor prijsverhooging-van voor raden waarover handelaren beschikten op den dag dat de gulden deprecieerde, geen aanvaardbaar motief aan te voeren is. Men mag echter niet allen over één kam sche ren en dient niet uit het oog te .verliezen, dat er bedrijven kunnen zijn, waar de kwes tie van het benoodigde bedrijfskapitaal en het beschikbare crediet van dusdanige be teekenis is, dat men ook den aanwezigen voorraad tegen hoogeren prijs verkoopen móét. Waar het laatste argument echter niet zóó klemmend is, zou een inventarisatie van den voorraad misschien oplossing bren gen in dien zin, dat men weet (rekening houdend met den normalen omzet) hoe lang men waarschijnlijk met den beschikbaren vooraad toe kan. En als men dan publi ceert, dat tot een bepaalden datum tegen de oude prijzen wordt verkocht, maar dat nadien de verkoopsprijs hooger moet zijn, zal niemand U van prijsopdrijving, laat staan van onredelijke prijsopdrijving be schuldigen. Een vraag, waarover men het in mid denstandskringen niet eens is, luidthoe groot mag (moet) de prijsverhooging zijn? Te dien aanzien hebben wij houvast aan een circulaire van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken, waarin deze verschil lende artikelen opsomt, die niet in prijs verhoogd mogen worden. Wanneer prijs verhooging echter onvermijdelijk is, aldus de circulaire, dan zij uitdrukkelijk vastge steld, dat het bedrag waarmede de winke lier zijn prijs verhoogt, nooit grooter mag zijn, dan het bedrag hetwelk hij zelf meer aan den leverancier moet betalen. En de Minister licht dan in het volgende voor beeld zijn bedoeling toe Indien dus bijv. een deken tot nu toe door den winkelier werd ingekocht voor 5.50 en verkocht voor 7.terwijl de nieuwe offerte van den leverancier met 10 55 cent ver hoogd is, dan mag de winkelier dezen de ken aan het publiek niet hooger verkoopen dan voor maximaal 7.0.55 7.55. Een behoorlijk zakenman pleegt ech ter te rekenen met een bepaald winst- percentage waarvan de ervaring hem geleerd heeft, dat het redelijk is en hem een behoorlijk bestaan biedt. Inkoops prijs, verhoogd met expeditiekosten, invoer rechten, omzetbelasting, en tal van andere factoren die in ieder bedrijf anders zijn, vormen den kostprijs. En de kostprijs is het uitgangspunt voor het bepalen van den verkoopsprijs. Als een artikel dus voor 8.wordt ingekocht, er komt 1.kos ten op, totaal 9.en de winkelier maakt 20 winst, dan is de verkoopsprijs 10.80. Als de leverancier zijn prijs 10 verhoogd wordt de inkoop 8.80. Moet de winkelier dus verkoopen voor 10.80 80 ct. 11.60? Afgaand op de ministerieele circu laire zou men moeten antwoorden ja. Maar de zakenman zegtnee en redeneert aldus Mijn inkoopsprijs ia nu 8.80. De onkos ten bedragen 1.(wij veronderstellen nu maar, dat hierin geen verandering is gekomen), de kostprijs is dus 9.80. Hier bij tel ik 20 winst, zoodat ik voor 11.76 moet verkoopen. Volgens de ministerieele circulaire is de ze prijs 0.16 /.ongemotiveerd" te hoog maar de zakenman zal het ongemotiveerde hiervan niet kunnen inzien en zegt, dat han delen volgens de aanwijzingen vervat in de ministerieele circulaire, eenvoudig betee- kent, dat hij met minder winst tevreden moet zijn, zoodat hij de verhooging die zijn leverancier toepast, niet op zijn klan ten verhalen kan. In middenstandskringen vraagt men zich dus af, of het billijk moet worden genoemd, dat de lasten van de depreciatie op deze wijze uitsluitend door den handel gedragen moeten worden. Het volgen van de o.i. re delijke gedragslijn, zou echter onvermijde lijk direct het vraagstuk van loonsverhoo- gingen aan de orde stellen omdat de hui dige salarissen niet op de hoogere prijzen gebaseerd zijn. En als men het zoo beziet, dat voor loonsverhoogingen op groote schaal misschien de tijd nog niet gekomen zou zijn, dragen de zakenmenschen niet uitsluitend de lasten der depreciatie, maar dragen zij ze ten deele door met een gerin gere winst tevreden te zijn, zij hét dan ook noodgedwongen. Want ook het koopend publiek, dat met hetzelfde inkomen koopen moet tegen verhoogde prijzen (al zijn die niet zóó sterk verhoogd als de handelaar noodig acht) brengt een offer want het moet een grooter deel van zijn inkomen besteden aan de artikelen die men noodig heeft. Wij snijden al deze onderwerpen, waar over natuurlijk veel meer te zeggen valt, even vluchtig aan, om hen die ons bepaal de vragen over dit onderwerp stelden, even te doen zien hoe ontzaglijk ingewikkeld het vraagstuk is en hoevele zijden het be zit, die aandachtige bestudeering waard zijn. Natuurlijk zijn wij gaarne bereid op be paalde onderdeelen dieper in te gaan, wan neer men dat mocht wenschen. Wie(n) mogen wij dus het woord geven over dit wel uitermate actueele onderwerp? J. VOORSTELLEN AAN DEN GEMEENTERAAD. Opheffing functie vakonderwijzeres in de nuttige handwerken. Reeds in hun schrijven van 19 Juni 1986 vestigden Gedeputeerde Staten van Zee land er de aandacht op, dat de toekenning van een extra-bijdrage uit het werkloos- heidssubsidiefonds aan de gemeente mede afhankelijk wordt gesteld van de voor waarde, dat opheffing van de functie van vak onderwijzer cs in de nuttige handwerken aan de centrale zevende klasseschool dient te geschieden, zoodra aan deze school een vacature van klasse-onderwijzer ontstaat. Zooals U uit het voorstel tot benoeming van een vijfde leerkracht aan school K blijkt, bestaat momenteel aan de centrale zevende klasseschool een vacature. De op de voordracht geplaatste personen zijn alle onderwijzeressen die in het bezit zijn van de akte nuttige handwerken, zocdat de te benoemen leerkracht tevens kan worden belast met het geven van dat vak-onderwijs. Hierdoor kan de functie van onderwijze res in de nuttige handwerken aan deze school worden opgeheven. Naar aanleiding van bet vorenstaande stellen wij U voor voor aan de tegenwoor dige onderwijzeres in de nuttige handwer ken aan school K mevrouw H. Tietema-Pol met ingang van 1 Januari 1937 als zooda nig eervol ontslag te verleenen, zulks onder toekenning van wachtgeld, ingevolge de thans geldende verordening. Vacature Secretaris-rentmeester van het Gasthuis. Hierbij hebben wij de eer U aan te bie den een door het College van Regenten over het Gasthuis ingediende aanbeveling, ter voorziening in de vacature van secreta ris-rentmeester, welke op 1 Januari a.s. ontstaat door het met ingang van genoem de-, datum verleende eervol ontslag aan den heer M. Meijer. 1. de heer G. A. de Ruiter. 2. de heer J. van der Hof. Vacature Secretaris-rentmeester Burger-Weeshuis. Hierbij hebben wij de eer U aan te bie den een door het College van Regenten over het Burger Weeshuis ingediende aan beveling ter voorziening in de vacature van secretaris-rentmeester, welke op 1 Ja nuari a.s. ontstaat door het met ingang- van genoemden datum verleende eervol ontslag aan den heer M. Meijer, 1. de heer G. A. de Ruiter. 2. de heer J. P. Ventevogel. Benoeming vyfde leerkracht school K. In verband met het bepaalde in artikel 1 van paragraaf 7 van de Wet van 22 Februari 1936 (Stbl. Nr. 100) wordt het aantal verplichte leerkrachten aan scholen voor gewoon lager onderwijs, uitsluitend het zevende leerjaar of het zevende en hoogere leerjaren omvattende, op gelijke wijze geregeld als voor scholen voor uit gebreid lager onderwijs. Deze bepaling is in werking getreden met ingang van 1 September 1936. Daar het gemiddeld aantal leerlingen van STOOMWASSCHERIJ „ZEELAND" Langevielesingel D 197. Telef. 637, Middelburg Zarief per feiio en per sink school K, de centrale zevende klasseschool aan de Groote Markt, over het afgeloopen jaar 138% bedroeg, dient ingevolge het bo venstaande aan deze school een vijfde leer kracht te worden benoemd. Het kwam ons gewenscht voor te bepa len, dat de te benoemen leerkracht in het bezit moest zijn van de hoofdakte, terwijl het bezit van de akte Engelsch tot aanbe veling zou strekken. Na gepleegd overleg met het hoofd der school en met den inspecteur voor het lager onderwijs, wier adviezen worden overge legd, hebben wij de eer U de volgende voor dracht aan te bieden 1. Mej. J. H. van Bers, tijdelijk plaats vervangend Hoofd der Roomsch-Katholieke Meisjesschool te Koewacht 2. Mej. A. C. Cruson, onderwijzeres aan de openbare lagere school te Sluis 3. Mej. S. Bakker, onderwijzeres aan de openbare lagere school te Wilhelminadorp (gemeente Kattendijke) 4. Mej. H. van Bers, onderwijzeres aan de Roomsch-Katholieke meisjesschool te Goes Op grond van bovengenoemde adviezen zijn deze personen door ons op de voor dracht geplaatst in de volgorde, waarin aan hen de voorkeur wordt gegeven. Zooals' U bekend zal zijn, dient deze be noeming te geschieden met ingang van een door ons College nader te bepalen datum. Extra uitkeerïng van 2 aan door M. H. B. gesteunden. In zijne vergadering van lé September j.l. besloot het bestuur van ae gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbe toon, een voorstel te doen o.m, in verband met de verloving van H.K.H. Prinses Juli ana, aan de door deze instelling verzorgde behoeftigen een extra-uitkeering te ver strekken van 2.per gezin en 1. voor ieder alleenstaand persoon. Alvorens dit voorstel aan uwen Raad over te leggen, hebben wij ons tot het Col lege van Gedeputeerde Staten van Zeeland gewend, teneinde het oordeel van dit Col lege daarover te vernemen. Bij hun brief van 16 October j.l. hebben Gedeputeerde Staten ons medegedeeld, dat in beginsel fegen deze extra-verstrekking geen bezwaar bestaat. In verband hiermede hebben wij de eer uwen Raad voor te stellen te besluiten een extra-uitkeering zooals hierboven is aan gegeven door h^t bestuur dei gemeente lijke instelling voor Maatschappelijk Hulp betoon, te doen plaats hebben. De kosten van deze extra-uitkeering zul len 450.bedragen, waarvoor de be grooting, te oordeelen naar den stand der uitgaven op heden, wel ruimte zal bieden. Subsidie Vereeniging voor Lucht bescherming en Ned. Ver. van Radio-Amateurisme. In een overgelegd schrijven verzoekt het bestuur van de Vereeniging voor Luchtbescherming Vlissingen en Omstre ken ter versterking van de geldmiddelen der vereeniging een toelage van 200. beschikbaar te willen stellen. Het ligt in het voornemen van genoemd bestuur een uitgebreide propaganaa-actie te voeren, teneinde Int ledental zooveel mogelijk uit te breiden en de bevolking meer bekend te maken met de middelen voor bescherming tegen luchtaanvallen. Tevens verzoekt de Commissie van Voor bereiding tot oprichting van een Nationa- len Waarschuwingsdienst ten behoeve van de luchtbescherming in een overgelegd schrijven een kleine subsidie te willen ver leenen aan de Nederlandsche Vereeniging voor Internationaal Radio Amateurisme. Het doel van deze Commissie is een permanent waarschuwingsnet over geheel Nederland te vormen voor bescherming der bevolking tegen luchtaanvallen, terwijl genoemde vereeniging van Radio-Amateu- risme hierbij haai' medewerking verleent. Het is gebleken, dat het door deze veree niging gevolgde systeem van waarschuwen vlug en zeker werkt, zoodat een volgens deze methode werkende waarschuwings dienst van groot nut voor de gemeente zal kunnen zijn voor bescherming harer bevol king. De leden dezer vereeniging stellen geheel belangeloos hun tijd en apparatuur voor dezen waarschuwingsdienst beschik baar, zoodat van deze leden bezwaarlijk gevergd kan worden bovendien nog in de kosten van de organisatie bij te dragen. Het komt ons dar ook billijk voor aan deze vereeniging een bijdrage in de noodzake- g)t»w deoi glasg Devaluatie, Middenstand en publiek. (Hoofdartikel). Voorstellen voor den Gemeenteraad. (Stadsnieuws), Roofoverval te Kloosterzande. (Provincie). Sir Henry Deterding treedt af. (Binnenland),. Portugal heeft diplomatieke betrekkin gen met Spanje geschorst. De rechtschen naderen Madrid. (Buitenland). De Rexïsten schijnen vastbesloten, de demonstratie morgen doorgang te doen vinden. Wordt Degrelle gearresteerd?, (Buitenland). Duitschland erkent de verovering van Abessinië door Italië. (Buitenland), De Tweede Kamer over de regeling van de pacht. (Tweede Kamer). ZIE VERDER EVENTUEEL LAATSTE BERICHTEN lijke kosten van de organisatie te verlee- nen. Aangezien het doel van genoemde veree-» nigingen in het belang van de gemeente moet worden geacht, hebben wij de eer U. voor te stellen a. .Aan de vereeniging voor Luchtbe scherming Vlissingen en Omstreken voor 1936 een bijdrage van 200 te verleenen. b. Aan de Nederlandsche Vereeniging voor Internationaal Radio Amateurisme een jaarlijksche subsidie van 10.te verleenen, ingaande met het jaar 1936. Salarisverhooging Keuringsveearts, In uwe vergadering van 28 Augustus 1936 werd op aandrang van de regeering voor verschillende ambtenaren een nieuwe salarisregeling vastgesteld. Hierbij werd onder meer voor den ge- meenschappelijken keuringsveearts, hoofd van dienst voor de vee- en vleeschkeurings- diensten Middelburg en Vlissingen de nieu we jaarwedde bepaald op 4500 tot 5500 met vier tweejaarlijksche verhoogingen van 250. Gelijk U bekend zal zijn, moet volgens de bestaande gemeenschappelijke regeling de vaststelling van deze jaarwedde geza menlijk met den raad der gemeente Middel burg geschieden. Deze laatste besloot de jaarwedde te be palen op 4631.25 tot 5557.50 met viet) tweejaarlijksche verhoogingen van 231.55, In verband met het vorenstaande hebben wij ons gewend tot Gedeputeerde Staten van Zeeland met het verzoek ons te willen berichten welke gedragslijn in dezen moet worden gevolgd. In hun schrijven van 16 October 1936 ge ven Gedeputeerde Staten ons in overwe ging aan U voor te stellen de jaarwedde van den betrokken functionaris op gelijke wijze vast te stellen als door den raad der gemeente Middelburg is geschied, aange zien van de zijde der regeering tegen dit besluit geen bezwaar bestaat. Hoewel in het algemeen ons evenals Ge deputeerde Staten dergelijke gebroken be dragen niet wenschelrjk voorkomen, kun nen wij ons, daar de door den raad der ge meente Middelburg vastgestelde regeling voor den belanghebbende voordeeliger is, wel met het gegeven advies vereenigen en stellen U mitsdien voor de jaarwedde van den genoemden hoofdambtenaar te bepalen op 4631.25 tot 5557.50 met vier twee jaarlijksche verhoogingen van 231.56,, zulks met ingang van 15 Februari 1936, overeenkomstig het besluit van den Raad van Middelburg. Crediet van 5000 voor eventueel© schadeloosstellingen naar aanlei ding van ongemotiveerde prijsop drijving. Ingevolge de wet van den 30sten Sep tember 1936, houdende tijdelijke maatrege len tot het tegengaan van prijsopdrijving (Stbl. Nr. 639D) is de burgemeester en ziju door hem aangewezen ambtenaren van po litie bevoegd, indien bij hem gegronde ver denking bestaat, dat deze wet wordt ovei'- treden, wegens overschrijding van maxi-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1936 | | pagina 1