ooc
151
Nederland geeft den gouden standaard tijdelijk prijs
MAANDAG
Egalisatiefonds van f 300.000.000 zal waardevermindering
van den gulden zooveel mogelijk tegengaan.
EERSTE BLAD
No.229
74e Jaargang
>1936-
UitgaveFirma F. VAN DE VELDE Jr., Walstraat 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op /omlag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
fiegemng waarschuwt tegen prijsopdrijving en hamsteren.
^cSicuytcnisscn
unn dem «IgEgg
VUSSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn f2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk f3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent.
M
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels fl.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 ct. ledereregel
meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1 —5 regels f 1.alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eener A
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor: Jl
gulden bij levens- Cflfï gu'den bij O (Tl (Tl gu'den bij verlies 4
1 lange ongeschikt- •"fcfiggl door qB 11S van een
heid tot werken. CJ'Uw een ongeluk. CJH/W hand, voet of oog. J
gulden bij verlies A S"|D gulden bij verlies ftf* gulden bij verlies
van IB lil vaneen M H| vaneen
J een duim. wijsvinger. LJ%J anderen vinger.
AANGESLOTEN BIJ HET
BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE
NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
0-
Minister-president dr. H. Colijn heeft hedenmorgen voor de
radio een toespraak tot het Nederlandsche volk gehouden, waarin
hij allereerst het ontstaan van het goudbloc memoreerde.
De Minister-president bracht voorts in herinnering, dat het
verlaten van den gouden standaard door Zwitserland dwong tot
herziening van de tot dusver door ons land gevoerde monetaire
politiek.
Nederland werd hierdoor immers het eem'ge land dat den
gouden standaard nog handhaafde, zoodat elke deining op het
terrein der internationale wisselmarkt zich in bijzondere mate
zou openbaren tegen den Nederlandschen gulden.
Er moet rekening gehouden worden met eenige waarde
vermindering van den gulden tegenover de buitenlandsche
valuta en teneinde te verhinderen dat de goudvoorraad van de
Nederlandsche bank op niet te verantwoorden wijze zal ver
zwakken, heeft de Regeering den uitvoer van goud verboden.
De Regeering zal den Staten-Generaal een wetsontwerp tot in
stelling van een egalisatiefonds van omstreeks 300 millioen gulden
doen toekomenmet behulp hiervan kan invloed worden uit
geoefend op den loop der wisselkoersen, waardoor onnoodige
daling van de waarde van den gulden kan worden voorkomen.
Eenige verhooging van het binnenlandsche prijspeil zal
wellicht onvermijdelijk zijn, doch de Regeering waarschuwt uit
drukkelijk tegen ongerustheid, waartoe geenerlei aanleiding
bestaat.
Een wetsontwerp tot het tegengaan van onredelijke prijs
opdrijving zal dezer dagen worden ingediend.
Wij publiceeren thans den volledigen tekst van de radiorede
landsche regeering den laatsten tijd den
gang van zaken op monetair gebied ge
volgd.
Niet omdat zij twijfelde aan de juistheid
harer eigen politiek. Het tegendeel is waar.
De aanpassing aan de gewijzigde interna
tionale verhoudingen op economisch en fi
nancieel terrein was hier te lande een heel
eind en in Ned.-Indie nagenoeg geheel ge
slaagd en men mocht hopen, dat het eind
van een zeer moeilijke weg in het zicht
was.
Oorzaak van bezorgdheid.
De bezorgdheid der regeering vond haar
oorzaak dan ook in hetgeen hier en daar
om ons heen plaats greep en waarvan ge
ducht mocht worden, dat de voornaamste
pilaar onder het reeds gehavende goudbloc
bezwijken zou. Men mocht zich niet ver
helen, dat de positie van Zwitserland en
Nederland heel veel moeilijker zou worden,
indien Frankrijk zich genoodzaakt zou zien
het Belgische voorbeeld van 1935 te volgen
en eenigen tijd den gouden standaard prijs
te geven.
Toch meende de regeering, toen bekend
werd, dat Frankrijk den gouden standaard
ging verlaten, en zij zich daarover in den
nacht van Vrijdag op Zaterdag te beraden
had, hare beproefde politiek nog niet te
mogen prijsgeven. Vandaar dat in de
ochtendbladen van Zaterdag de mededee-
ling verscheen, dat de regeering hare tot
nu toe gevolgde monetaire politiek onver
anderd zou handhaven. Op die houding was
mede van invloed de op dat tijdstip vol
strekt ongegronde verwachting, dat Zwit
serland den gouden standaard zou blijven
handhaven.
Zaterdag in den loep van den namiddag
ontving de regeering evenwel door haren
gezant te Bern de mededeeling van den
Zwitserschen Bondsraad, dat men integen
deel in Bern besloten had tot aanpassing
van den Zwitserschen franc aan de leidende
valuta's en men dus tot prijsgeving van
den gouden standaard zou overgaan.
Dit feit maakte een hernieuwde overwe
ging van het Nederlandsche standpunt
noodzakelijk.
De positie van de Zwitsersche Nati ale
Bank was banktechnisch sterker dan die
van de Nederlandsche zusterinstelling. Toen
dus de sterkere van de beide banken den
strijd meende te moeten opgeven, moest in
de nationale en internationale geldwereld
wel de vraag opkomen nu het eene goud
land na het andere den gouden standaard
Minister-president dr. H. Colijn
aan het woord.
Alvorens een nadere motiveering te ge
ven van het in den nacht van Zaterdag op
Zondag genomen besluit der regeering in
zake onze monetaire' politiek, roep ik eerst
in de herinnering terug, dat een zeker aan
tal landen in 1933, tijdens de Londensche
wereldconferentie, als hun gemeenschappe
lijk gevoelen tot uitdrukking brachten, dat
het wenschelijk was den zgn. gouden stan
daard te handhaven, d.w.z. door afgifte van
goud aan elkander de onderling bestaande
muntverhoudingen in het wisselverkeer te
verzekeren.
Deze landen waren 6 in getal, al. Frank
rijk, Italië, Zwitserland, België, Polen en
Nederland.
Van deze 6 konden Italië en Polen den
laatsten tyd niet meer meegerekend wor
den, terwijl België, na het vorige jaar een
devaluatie zijner munt te hebben doorge
maakt, onlangs wel weer tot het goud te
rugkeerde, «doch niet meer behoorde tot het
oorspronkelijk goudbloc.
Zoo waren er van. de 6 dan maar 3 meer
overgebleven nl. Frankrijk, Zwitserland en
Nederland, en wel is waar behoorde ook
Amerika sinds eenigen tijd tot de landen
die het wisselverkeer door goudafgifte
steunden, doch de goudwaarde van den
dollar was daar nog niet definitief, de dol
larwaarde kon nog door den president der
V. S. verder verlaagd worden, nadat hij
reeds 40 van zijn waarde had ingeboet,
niet zonder bezorgdheid heeft de Neder-
heeft moeten prijsgeven, nu van de twee
laatst overgeblevenen de sterkste van de
twee de vlag strijkt, waarom zou nu de
laatst overgeblevene het wèl kunnen hou
den?
De positie van Nederland.
Dit alles noopte er toe om opnieuw de
positie van Nederland in beschouwing te
nemen.
Nederland zou nu, met Amerika, dat al
40 gedevalueerd had en waar de moge
lijkheid van verdere devaluatie nog aanwe
zig was èn met België, dat ook reeds ge
devalueerd had, deel blijven uitmaken van
een trio, waarin het het eenige lid was
het eenige land zelfs in de geheele wereld
dat zijn oude muntpariteit ongerept
had weten te bewaren.
Het was hard van die eerepositie afstand
te moeten doen en het besluit is der regee
ring dan ook onnoemelijk zwaar gevallen,
maar persoonlijke gevoelens moesten wijken
voor het belang van het land. Zij heeft
toch die handhaving van hare aan den
gouden standaard gebonden muntpolitiek
niet alleen beoordeeldvan economise^
standpunt, maar haar steeds ook gezien als
een zaak van financieele waardigheid, die
nimmer vrijwillig mocht werden prijsgege
ven, doch alleen als gevolg van overmacht,
alleen als er volstrekte noodzaak toe be
stond.
Die volstrekte noodzaak was, naar het
oordeel der regeering ingetreden nu Neder
land feitelijk, d.w.z. in het licht van de
geboorte van het goudbloc, het eenig over
gebleven lid van dat bloc was gebleven
en het eenige land, dat de oude muntpari
teit had gehandhaafd.
Immers sprak het vanzelf, dat elke
deining op het terrein der internatio
nale wisselmarkt zich in bijzondere
mate zou openbaren tegen den Neder
landschen gulden.
Een voortdurende en. toenemende
druk op den gulden en daardoor op
den goudvoorraad der Nederlandsehe
Bank moest met zekerheid worden
aangenomen.
In elk geval kon de mogelijkheid om
onze tot nu toe gevolgde monetaire
politiek blijvend te handhaven niet lan
ger aanwezig worden geacht.
Wat kon verwacht worden.
Maar hoe werd dan het beeld van den
toestand
Zóó dat men dan enkele weken, of, op
zijn best, een paar maanden zou blijven
doorworstelen, met doorloopende sterke
schommelingen in den rentevoet, met al de
daaraan voor het bedrijfsleven verbonden
bezwaren, om dan ten slotte tóch te ein
digen met het prijsgeven van den gouden
standaard, doch dan met een op onverant
woordelijke wijze verzwakten goudvoorraad
van de Nederlandsche Bank.
Dit moest worden voorkomen, cmdat wij,
temidden van deze grenzenlooze verwarring
op financieel terrein niet weten wat de toe
komst ons nog brengen kan.
Daarbij kwam dan nog, dat men zien-
deroogen aan sommigen de gelegenheid
bleef schenken om, door middel van het
afvloeiende goud van de Nederlandsche
Bank, zich in een nabije toekomst winsten
te verzekeren, waarop niet alleen geen en
kele zedelijke aanspraak bestond, doch die
bovendien aan het land ernstige schade
berokkende.
In die overwegingen wortelt het besluit
van de regeering om met ingang van 27
September den uitvoer van goud te ver
bieden.
Daardoor is verzekerd, dat de Nederland
sche goudschat ter beschikking blijft van
het eigen land en van liet algemeen be
lang.
De beteekenis van het uitvoer
verbod van goud.
Wat beteekent deze maatregel nu
eigen lijk
Hij beteekent, dat wy den zgn. gou
den standaard tydelyk hebben Prijsge
geven, zooals dat ook het geval is ge
weest van af Augustus 1914 tot eind
April 1925.
In zooverre is het dus ook voor ons niet
iets nieuws.
Beteekent het nu ook waardeverminde
ring van den gulden, zooals door devaluis-
ten gewenscht wordt.
Met volkomen zekerheid valt dit niet te
zeggen.
In de periode 19141925 zijn er tijden
geweest, dat de waarde van den gulden,
met betrekking tot pond en dollar, 1 a-
g e r dan normaal kwam te liggen, d<och
er waren ook perioden waarbij het omge
keerde het geval was.
Nu is dit laatste t h a ns niet te ver
wachten en moet er met het eerste, d.i.
eenige waardevermindering van den gulden
tegenover buitenlandsche valuta, gerekend
worden.
Twee factoren oefenen daarop voor
namelijk invloed uit.
De eerste is de kapitaalbeweging en de
tweede de aanpassing, voor zooveel nog
noodig, aan het buitenlandsche prijspeil.
In het oog moet worden gehouden dat
het wenschelijk is, dat de weggevloeide ka
pitalen weer naar Nederland terugkeeren,
waardoor kapitaal vlucht vanzelf wordt
tegengegaan, en ook dat de concurrentie
mogelijkheden voor onzen export ten zeer
ste de aandacht verdienen.
Dit brengt mee, dat de regeering den
nieuw geschapen toestand niet geheel aan
zijn eigen ontwikkeling kan overlaten.
Het betalingsverkeer blijft volkomen
vrij.
Maar wel stolt de regeering zich
voor onverwijld aan de Staten-Generaal
te doen toekomen een ontwerp van wet
tot instelling van een Egalisatiefonds
van omtrent S00 millioen gulden, ten
einde daardoor harerzijds invloed te
kunnen oefenen op den loop der wissel
koersen met het buitenland, gelijk En
geland ook heeft gedaan en in Frank
rijk en Zwitserland in overweging is.
Daardoor hebben we het in de hand,
in samenwerking met de Nedci land
sche Bank, onnoodige daling van de
waarde van den gulden te voorkomen.
Dit is ook onvermijdelijk met het oog op
het binnenlandsche prijspeil.
Verhooging van dat prijspeil zal niet ge
heel zijn te ontgaan. Wat we uit het buiten
land moeten betrekken zal duurder worden
indien de gulden belangrijk in waarde dalen
zou. Maar voor het binnenland ligt de zaak
ten deele anders.
Daarom is ook een woord van ernstige
waarschuwing tegen onnoodige prijsopdrrj
ving op zijn plaats. Wie zich daaraan schul
dig maakt verricht een onsociale, een on
vaderlandslievende daad en de regeering zal
niet aarzelen daartegen op te treden met
alle bevoegdheden waarover zij beschikt en
die haar verder bij de wet zullen worden
verleend.
Een ontwerp van wet tot het tegengaan
van onredelijke prijsopdrijving zal dezer da
gen aan de Staten-Generaal worden aange
boden.
Ook het koopend publiek waarschuw ik
met ernst tegen het zgn. „hamsteren" van
goederen. Daarvoor bestaat geen enkele
reden.
Er bestaat geen gebrek aan goederen,
dus is de vlucht in de goederen niet noodig.
Wel is zulk een vlucht in de goederen, een
buitengewone vraag naar goederen, oorzaak
van prijsstijging die anders geheel of ten
deele zou zijn uitgebleven.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Nederland geeft den gouden standaard
tijdelijk prijs.
Egalisatiefonds van 300 millioen gulden
zal waardevermindering van den gul
den zooveel mogelijk tegengaan.
De regeering waarschuwt tegen prijs
opdrijving en „hamsteren".
Devaluatie van den Zwitserschen franc.
Blijft de Zeeland-lijn ïn de komende
wintermaanden gehandhaafd
(Provincie)
Conferentie van den minister van so
ciale zaken met de besturen der groote
gemeenten inzake de steunverleening.
(Binnenland).
Morgenavond vergadert de Eerste Ka
mer. (Binnenland).
Verklaring van de drie Nederlandsche
Middenstandsbonden. Binnenland
Ook Griekenland heeft besloten zyn
valuta aan te passen.
(Laatste Berichten)'.
De Effectenbeurs is morgen weer ge
opend. (Laatste Berichten).
ZIE VERDER EVENTUEEL
LAATSTE BERICHTEN
„ftUGGET"
GLANS
GEWONE DOOS 10CT,
.GROOTE DOOS 20 CT.
Laat ons volk niet vervallen in de fouten
die elders, onder dergelijke omstandighe
den, wel eens gemaakt zijn. Laat ons onze
koele bezinning behouden.
De moeilijkheden waarvoor we zullen
komen te staan, zijn ongetwijfeld vele en
groot. Ze zijn te overwinnen, maar niet als
het volk een anderen kant uit trekt dan de
regeering. De regeering kent haar koers,
ze volgt een doelbewuste lijn nu zij den
nieuwen toestand onder de oogen heeft te
zien. Ze acht zichzelf in staat om de voor
naamste schokken op te vangen en den
koers naar de haven te vinden. Maar voor
waarde daarbij is, dat men in het land met
den raad en de aanwijzingen van de regee
ring rekening houdt en die niet, bewust of
onbewust, wederstreeft.
Rustig blijven
Voor de eerstvolgende dagen is die raad
allereerst Rustig blijven. Niet zenuwach
tig worden en nog minder zenuwachtig
handelen. Doe zooveel mogelijk pre
cies wat ge ook de vorige week en een
maand geleden gedaan nebt. Doe alsof er
niets veranderd was, dan zult ge dra be
merken, dat er inderdaad maar heel weinig
veranderingen behoeven in te treden.
Als ons volk zich op die wijze gedraagt
dan zullen we, met Gods hulp, ook dezen
nieuwen schok wel te boven komen.
Ik ben niet getreden in allerlei techni
sche beschouwingen, zooals bijv. over de
werking van het in te stellen Egalisatie
fonds.
Het volk als geheel heeft daaraan geen
behoefte en de personen die dat moeten
weten, kunnen zich vervoegen bij de direc
tie der Nederlandsche Bank.
Wel moet ik nog iets zeggen over de ver
klaringen te Parys, te Londen en te Wash
ington afgegeven, waarbij ook België zich
heeft aangesloten.