Vlissingsehe Courant
DERDE BLAD
ER VIELEN DUIZENDEN
TE BEZUINIGEN,
VAN AMSTEL EN IJ
van de
van
Zaterdag 26 September 1936. N° 228
CRITIEK DER REKENKAMER OP.
LANDBOUW-CRISISORGANEN.
Het jaarverslag der Alg. Rekenkamer
maakt melding van haar bevindingen bij de
controle voor wat betreft do agrarische cri
sisinstellingen. Het „Handelsblad" ontleent
er het volgende aan met eenigen commen
taar
Allereerst wordt medegedeeld, dat door
bet omzetten van den Crisisaccountants
dienst van „Departementalen dienst" tot
„stichting aan het crisis-personeel „onge
rijmde uitkeeringen zijn gedaan tot een ge-
zamenltjk bedrag van 33.800 waarin de
Rekenkamer (toen het eenmaal gebeurd
was en terugvordering niet mogelijk was)
betreurende heeft berust".
Verder is de Rekenkamer gestuit op
.vaalt noodeloos hooge rijwielvergoedingen",
tot 200 k f 200 per jaar (voor 50 heeft
men een prima fiets Daarom is die ver
goeding voor de Zuivelcentrale terugge
bracht tot maximaal 50 per jaar en voor
andere crisis-instellingen soms nog tot een
lager maximum. Besparing... V ij f t i e n-
duizend gulden per jaar
Koffie, thee en sigaren
Aan de gewoonte, die bij verschillende
Crisis-organisaties bestond, n.l. verstrekking
van koffie, thee en sigaren, zoowel aan be
stuursleden als aan ambtelijk personeel, is
Oen -einde gekomen. Dat hierdoor vry groote
bedragen worden bespa «rd, blijke uit een
tweetal voorbeeldenéén provinciale orga7
nisatie gaf voor dit doel in één maand 325
Uit (dus vierduizend gulden per jaar).
By één der „centrales" kostte het schen
ken van koffie en thee voor het personeel,
jnet inbegrip van loon voor het keuken
meisjes, uitgaven voor gas, servies, enz.
1800 per jaar.
Geheime uitgaven van de
Varkenscentrale.
Vorig jaar had de Rekenkamer bezwaar
gemaakt tegen het geheim houden van z.g.
„propaganda-uitgaven" der Varkenscentrale.
Er is een onderzoek ingesteld, over welks
resultaat niets wordt medegedeeld (behal
ve„gebrekkige administratie en het
ontbreken van bewijsstukken" Maar wél
wordt medegedeeld, dat toen het onderzoek
begon, het „propagandafonds" terstond
werd opgeheven door de CentraleEr
was toen reeds 36.742 goed geld in ver
dwenen
De Rekenkamer had de aandacht van den
minister gevestigd op de hooge „bestuurs-
uitgaven" van één der crisiscentrales. Daar
na werd alléén al op vacantiegelden, reis-
vergoedingen e.d. tienduizend gul-
den bespaard benevens eenige duizenden op
het personeel in den buitendienst
Bij een éndere crisiscentrale bereikte de
Rekenkamer een besparing ^an elfdui
zend g-ulden op de vergoedingen voor de
bestuursleden.
In een ónder geval bewerkstelligde de
Rekenkamer de samenstelling van twee con
trole-organen, beperking van auto-gebruik
en bezuiniging op reis- en verblijfkosten.
Totale besparing20.000.
Onwettige beschikking over gelden
door Varkenscentrale.
Onder dit hoofd vprtelt het verslag o.a.
het volgende
„Een gewestelijke varkensorganisatie
keerde uit de opbrengst van oormerken en
vergunningen tot huisslachting sommen tot
een gezamenlijk bedrag van 10.000 uit aan
drie vereenigingen van landbouwers „uit
hoofde van de medewerking verleend, bij de
uitvoering van crisis-maatregelen" en bo
vendien 5000 aan een boeren- en tuinders-
bond „ter vorming van een fonds voor be
vordering van den varkenshandel".
De Kamer bracht dit onder de aandacht
van den minister en uit het antwoord bleek,
dat deze van oordeel was, dat de organisatie
op onwettige wijze over de bovengenoemde
sommen had beschikt. Ook zeven andere ge
westelijke varkensorganisaties hadden zich
aan dergelijke handelingen schuldig ge
maakt. Eén harer had 18.260.51 afgezon
derd „voor de oprichting van een stichting
ter bevordering van ie varkenshouderij en
varkensfokkerij" Te d;en aanzien schreef de
minister in 1935 aan de Rekenkamer, dat
reeds zijn ambtsvoorganger in 1934 aan den
Regeeringsco.mmissaris voor den steun aan
de varkenshouderij opdracht had gegeven,
de bedoelde centrale te bewegen,
die fondsvorming ongedaan te maken".
De minister stond machteloos
Het verslag voegt er aan toe „Dat het
n.l. onzeker was of dwangmaatregelen kon
den slagen". En zij laat er op volgen
„Doch hoe te verkrijgen, dat het gebeur
de ongedaan werd gemaakt Degenen, die
schenkingen hadden ontvangen, konden op
geenerlei wijze tot terugbetaling worden
verplicht. Dagvaarding van het bestuur der
centrale c.q. kon leiden tot veroordeeling
van de vereeniging om te betalen, doch deze
bezat de gelden niet meer. Tegen dagvaar
ding van de bestuursleden in privé zou het
verweer worden gevoerd, dat hunne hande
lingen door de vereeniging waren gesanc-
tionneerd.
De Rekenkamer was na de uiteenzetting
van den minister voor zich zelf overtuigd,
dat de onrechtmatig gebruikte gelden voor
het Rijk verloren waren en dat optreden in
rechten tegen de organisaties of tegen de
leden daarvan slechts zou leiden tot hooge
uitgaven zonder nut. Niettemin waren de
sommen, bij de aangelegenheid betrokken,
zóó hoog, dat eenige zekerheid diende
te worden verkregen, of er geen middelen
waren, om het ministerieel vernietigings-
besluit practisch effect te doen sorteeren.
De Rekenkamer verzocht daarom den mi
nister, alsnog het advies van den lands
advocaat in te winnen.
Aldus geschiedde, doch ook deze rechts
geleerde zag geen uitweg uit de moeilijk
heid".
Na dit ongelooflijke staal van geldvermor-
sing en ministerieele machteloosheid te heb
ben gelateerd, Iaat het verslag laconiek vol
gen, dat bij weer een andere provinciale cri
sisorganisatie 22.500 per jaar werd bezui
nigd opreis en verblijfkosten I
Bestuurslid tevens controleur.
Op haar verderen speurtocht kwam de
Rekenkamer bt] een provinciale crisis-orga
nisatie, waar al héél wonderlijke toestanden
en verhoudingen bleken te bestaan. Er
werkten 50 man kantoorpersoneel, waarvan
er voorloopig direct al 8 (of 16 als over
bodig konden worden ontslagen.
Maar bovendien kregen daar de bezol
digde districts-secretarissen nog v a-
catiegeld op den koop toe tot groo-
tere glorie der tekorten van het boeren-
steunfonds (Landbouwcrisisfonds). Doch
dat was nog niet eens het ergste één der
bestuursleden had tevens een baantje als
bezoldigd crisiscontroleur hij was dus, om
zoo te zeggen, zijn eigen chef. Toen de Re
kenkamer hierop aanmerking maakte, liet
deze altruïst zijn bestuurslidmaatschap loo-
pen, klaarblijkelijk omdat het vacatiegeld
hem minder opbracht dan het controleurs
salaris.
Na dan nogmaals een geval te hebben
verteld van bezuiniging op reis- en verblijf
kosten van provinciale controleurs (deze
werden in één keer per controleur en per
jaar teruggebracht van 300 op 100 gulden
per jaar meldt zij ten slotte nog, dat bij
den Centralen Crisiscontröledienst (die in
1935 heeft gekost 1.580.000) een bespa
ring werd verki-egen van 40.000.
Een ton bezuinigd op het oormerken
van biggen
In haar vorige jaarverslag had de Reken
kamer voorstellen aan de hand gedaan ter
bezuiniging van 225.000 bij de provinciale
landbouwcrisisorganisaties. Daarover merkt
zij thans het volgende op
„Deze voorstellen zijn niet tot uitvoering
gekomen. Waarom niet, is aan de Rekenka
mer niet duidelijk geworden.
„Een zijdelingsch gevolg dezer voorstellen
is vermoedelijk geweest het onderzoek naar
de werkwijze bij het oormerken van var
kens, waarbij bleek, dat een geheele cate
gorie van personen, daarmede belast, kon
worden gemist. Daaruit vloeit, naar de Ka
mer ondershands heeft vernomen, een be
zuiniging voort van omstreeks 100.000 per
jaar".
In een kantteekening geeft minister Dec
kers toe, dat op de crisisambtenaren, die een
blikje in de biggenoortjes knijpen, een ton
is bezuinigd De Rekenkamer had dus „on
dershands" goed vernomen
Het Prinselijk bezoek. Amster-
damsche leutigheid. Officieel weet
men beter. Indrukken van Me-
rijntje Gijzen. Ned. film met over
weldigend succes. Diamant en
kleederdrachten.Geen zesdaagsche.
Wanneer oudtijds tegen April het jaar-
lijksche Koninklijk bezoek aan de hoofd
stad werd aangekondigd, was het de minder
kiesche gewoonte van sommige Amsterdam-
niers hoewel volstrekt niet kwetsend be
doeld om dit bezoek in verband té brén
gen met een persoonlijke aangelegenheid.
„De Kening komt zijn geld halen" zei men
dan, en algemeen werd toen ook geloofd,
dat met de uitbetaling daarvan de Neder-
landsche Bank belast was, hoewel in werke
lijkheid de vereffening van het vorstelijk
honorarium in Den Haag plaats had, via
het ministerie van financiën. Zooals ook
heden ten dage nog gebruikelijk. Geen won
der, dat de immer leutige Amsterdammer 't
ochtendbezoek van Prins Bernhard aan den
president der Nederlandsche Bank onmid
dellijk weer in een soortgelijk verband heeft
gebracht. De variaties laten we maar ach
terwege.
Er zijn trouwens velerlei moppen op dit
chapitre getapt, o.a. deze, dat de Prins wel
eens zou hebben willen weten of alles wel
safe was met de financiën van Nederland
en of de Prinsesenfin, een gewichtige
stap als het huwelijk onderneemt men niet,
zonder dat vooraf de huwelijksvoorwaarden
geregeld zijn. Waarop dan stereotiep gere
ageerd werd met de opmerking, dat het den
Prins nog wel zou „meevallen". Alles na
tuurlijk schertsend bedoeld, zonder dat
iemand geloof hecht aan het verzinsel. Ver
rassend was daarom nog het officieel be
richt omtrent het voornemen van den Prins
zich in verbinding te stellen met de Han
delsvereniging, ten einde op haar bureaux
zijn practische handelskennis te verrijken.
Deze instelling echter, zoo vernamen we, is
niet de eenige waaraan de Prins zich tijde
lijk zal verbinden. Ook het Amsterdamsche
beurs- en handelswezen en de scheepvaart
ondernemingen hebben zijn belangstelling
en op de kantoren dezer instelling hoopt
Prins Bernhard meerdere ervaringen op te
doen.
Men kan zich voorstellen met hoeveel
pretentie sommige kantoormenschen al
spreken van hun toekomstige collega en de
aanstaande kennismaking. Juist iets voor
Amsterdam, waar tusschen al het „busi
ness" en puur-zakelijke van iederen dag
zich maar zoo weinig romantisme en
sprookjesachtige voordoet.
Er wordt ook al gespeculeerd op de vlotte
populariteit van den Prins. De firma H. bij
voorbeeld heeft een Bernhar.l-bril in den
handel gebracht, een bril zooals de Prins
er een draagt, doch dan voorzien van een
kroontje.
In de Tugchin3ki en City-foyers zagen we
al heel wat jongelui met deze gekroonde
bril „getooid".
Voorts etaleert men in Zuid reeds Bern-
hard-tabak, waarvan, naar het heet, de
Prins geregeld gebruiker is. Lippische geel
rood-koekjes blijken ook bijzonder in trek.
Vermoedelijk zijn we hiermede nog niet
aan het eind van deze reclame-campagne:
went het terrein voor haar toepassing is
schier onbegrensbaar.
Volgens Shaw ïs er met uitzondering van
den Bijbel geen boek ter wereld meer gele
zen dan Bunjan's „Christenreize", iets wat
men, vergelijkenderwijs ook zou kunnen
zeggen van De Jong's „Merijntje Gijzen" en
Malot's „Alleen op de wereld", beide ro
mans uit het kinderleven, al beperkt de po
pulariteit van „Merijntje" zich dan voorloo
pig nog tot binnen onze grenzen.
Voorloopig omdat er reeds verschillen
de vertalingen van dit aangrijpend boek in
bewerking zijn, nevens filmreproducties voor
hot buitenland.
Dat deze film elders, in de landstaal, het
tot een ongekend succes zal brengen en het
lezen van het hoek in het buitenland sti-
muleeren, staat voor ons vast,
In ieder geval toont óns publiek voor de
film ver tooning een zoo overweldigende be
langstelling, dat men de Haagsche film er
nu reeds geluk mee kan wenschen. Het
succes zal elders in ons land niet geringer
zijn, al ware het slechts o,m de indrukwek
kende vertolking van Merijntje (Marcel
Krols), de Kruik (Piet Bron) en Janekee
(Mimi Boesnach).
Onwillekeurig gaan onze gedachten terug
naar de onvergetelijke eerste Merijntje-
opvoering door het Hofstadtooneel (wij ga
ven er destijds een uitvoerig verslag van),
toen Sisca Kremer en Nap de Ia Mar beide
eerstgenoemde rollen vervulden.
Het kwam ons voor dat zoowel Sisca
als Nap in hun vertolking meer het gevoels
element naar voren brachten, de Merijntje
van Sisca zelfs inniger en dieper was, en
de Kruik van de la Mar minder geforceerd
ruw, dan respectievelijk van deze hoof dp er-
sonen in de film.
Maar vergelijkingen gaan dik wijl 9 mank:
en Bron, kunstenaar van beteekenis, zal
wel Zijn eigen en goed verdedigbare opvat
ting van deze rol hebben. Zijn ontroerend
spel maakt overigens diepen indruk.
De Jong ia zonder twijfel beter auteur dan
acteur. Diens vertolking, eigenlijk een mis
lukking, haalt het in verte niet van die van
Gilhuys, die onder on3 een hoogbejaarden,
witgelokten en reeds gebogen dorpspriester
gaf, vriendelijk, bewegelijk en in de ge
sprekken met de Kruik en Merijntje vol
fijnen tact en gesticulatie. Geeft de film in
baar bliksemsnel afwisselende tafereelen
ook niet te vee' onbelangrijks De hande
ling bij het Hofstad-tooneel leek ons in haar
noodzakelijke samenvatting korter, kern
achtiger en daarom ook boeiender. Tusschen
eik tafereel vulde daar de spreker het in
de handeling ontbrekende even aan. Zoo zijn
er enkele bedenkingen.
Maar Merijntje, het nietige, stellig niet
mooie Brabantsche jochie Krols men.
moet het zien, om te golooven dat een kind
van 13 jaar, opgevoed tusschen kool en
knollen, plotseling tot zulk een hooge kunst
van uitbeelding in staat is. Onbewust. „De
oogen en gelaatsexpressie doen bij hem
alles", zei ons een kunstenaar in het City,
„dan wordt hij werkelijk ook héél mooi". En
volkomen juist. Er worden dan ook heel
wat tranen geschreid wanneer dat lieve
stemmetje aan het woord is.
Ongetwijfeld zal, ondanks tekortkomin
gen, deze belangrijke Nederlandsche film,
waarvan inzonderheid de illustratieve ver
zorging de fraaie landschappen en dorps
taf ereelen wij denken o.a. het indruk
wekkend kerkinterieur geprezen dient te
worden in hooge mate de aandacht trek
ken. Te Amsterdam wordt zy thans drie
maal per dag voor een geheel uitverkocht
huis vertoond. Dat beteekent 3000 bezoe
kers.
Aangezien wjj ter plaatse vernamen, aai
de film in October ook naar Zeeland gaat
achten wij het niet ondienstig om nevens
het in de filmrubriek reeds geresumeerde,
onze persoonlijke indrukken hier nog te la
ten volgen.
Van Joodsche zijde bleek deze week groo
te belangstelling te bestaan voor het 25-
jarig jubileum aan onze Diamantbeurs.
Wcesperstraat en omliggende straten waren
rijkelijk bevlagd, zelfs het dundoek van
vreemde mogendheden als Japan, China,
Turkije enz. ontbraken, niet en dat was
goed gezien, want de diamanthandel is in
ternationaal, vindt zjjn voornaamste afne
mers juist in Oostersche Janden. Met de
komst van het Prinselijk paar had dit
vreemde vlagvertoon dus niets te maken.
In de beurs zelf werd, zooals vanzelf
spreekt, een „schitterende" jubileum-ten
toonstelling gehouden van duizenden kun
stig geslepen groote en kleine juweelenB
waarvan de clou werd gevormd door de
collectie-Asscber. Er was derhale ook hier
niets nieuws onder de zon, want deze be
roemde, veel vertoonde verzameling (waar
de ongeveer 6V2 millioen) heeft men meer
malen kunnen bewonderen. Waarvan op
deze interessante show geen indruk werd
gegeven en dat mocht by zooveel feeste
lijks verklaarbaar heeten was de zorge
lijke toestand, waaronder de Amsterdam
sche diamantnijverheid nog steeds gebukt
gaat, meer dan de diamanthandel. Of deze
eens zoo bloeiende nijverheid ooit weer zal
opleven mag twijfelachtig heeten.
DE FILM IN DIENST VAN DE
OLYMPISCHE SPELEN.
Aam een artikel dat de heer G. E. van
der Werff Jr. in het tijdschrift „Licht en
Cultuur" schreef, ontleenen wij
Wanneer er nog menschen zijn die niet
ten volle den enormen vooruitgang van de
filmtechniek begrijpen, noch haar wezen
lijke cultureéle beteekenis, dan zou ik ze
willen toeroepenbezoek groote sportge
beurtenissen en overtuig u 1 De sport, in
haar algemeene beteekenis en ontdaan van
alle franje die haar doorgaans meer ont
siert dan verfraait, de sport als physical
culture heeft zich immers in den loop der
jaren een plaats veroverd van beteekenis.
Zij heeft zich ingeschakeld in het wereldge
beuren zij staat niet langer als „alleen
maar sport" op het tweede plan, integen
deel, zij werd cultuur en draagt heden ten
dage niet weinig bij in het groote streven
het peil der menschen omhoog te voeren.
De jongste en grootste sportgebeurtenis
aller eeuwen bewees het enkele weken ge
leden opnieuwde Olympische Spelen te
Berlijn. Zoo ooit dan heeft men in Berlijn
begrepen van welk een onschatbare waarde
de filmcamera voor de sport gebleken is.
Reportage.
Want niet alleen dat duizenden menschen
in Nederland rustigjes des Maandags in
het bioscooptheater beleefden en bekeken,
wat zich des Zondags in Berlijn afspeelde,
waarbij de filmische reportage een snelheid
en volmaaktheid bereikte, die vóórdien
slechts door de foto-reportage der dagbla^
den werd benaderd, maar het publiek in de
theaters zag het bovendien beter Men
denke daarbij maar eens, dat wij in Berlijn
om nu eens bij de zwemsport te blijven
met een slordige 20.000 bezoekers in
het zwemstadion probeerden de enerveeren-
de gebeurtenissen, die daar te zien waren,
alle te volgen, terwijl het Hollandsch bios
coopbezoekend publiek ruim een halve dag
later in de gelegenheid was vanuit een
comfortabel feauteuiltje alles rustig te over
zien en mee te genieten, doordat de lens
van de filmcamera zich overal opstelde
waar wat te zien was endoordat het
cameraoog nauwkeuriger en scherper is
dan het meest volmaakte menschelijke
Deskundige en leek, vóór- en tegenstan
der van „de bioscoop" zijn het er roerend
over eens de Berlijnsche Spelen waren het
best en het meest volledig op het witte
doek te zien. Vooral bij het zwemmen en
hardloopen bewees de camera zulke voor
treffelijke diensten voor den toeschouwer
qp het filmdoek onderschiedde men gezich
ten, men herkende onze athleten en zag
hun individueele prestaties, terwijl men
vanaf de tribune onmogelijk zijn landge-
nooten stuk voor stuk onderscheiden kon.
De filmcamera beslist
Belangrijker dan voor het publiek was
de film tijdens de Olympische Spelen voor
de deelnemers aan de wedstrijden. In het
bijzonder bij de athletiek de waarach
tige en oudste Olympische sport had de
camera een taak van het grootste belang
zij was jury en bjj haar berustte het eind
oordeel wanneer de wedstrijd-jury het niet
eens was. Bij het hardloopen bijv. hebben
wij dat dagelijks kunnen meemaken. Aan
de startrevolver van starter Miller was een
draad bevestigd die „contact maakte" met
den filmchronometer aan de finish zoodra
het startschot klonk, dus bij het overhalen
van de haan der startrevolver, begon de
chronometer te loopen. De filmcamera nu
was op de finish (eindstreep) gericht en
daardoor was het mogelijk, dat de laatste
10 meter van elke loop zóódanig werd ge
filmd, dat èn finish èn chronometer heide
op de film kwamen Niet zoodra was de
film ontwikkeld na twee-drie minuten
of men draaide hem even op het doek
af, zoo langzaam als dat gewenscht was...
en de juiste volgorde van aankomst was
onomstooteïijk vastgesteld Vooral by liet
loopen op korten afstand (100 M. bijv.)
waarbij meerdere hardloopers schijnbaar
tegelijkertijd met de borst het eindstreep
lint aanraakten, bracht de filmcamera dan
de doorslaggevende beslissing.
Drie- of viermaal op een dag gebeurde
het, dat de jury met haar uitslag wachtte
totdat de film zou hebben beslist. Wy her
inneren ons het geval van de 80 M. hor
denloop voor dames, waarbij de jury alge
meen van oordeel was, dat Signorina Te-
stori uit Italië als tweede was aangekomen
in de finale en dus de zilveren Olympische
medaille had veroverd. Dit resultaat werd
bekend gemaakt onder voorbehoud dat de
„tijdfilm" nog de definitieve beslissing
moest brengen. De film werd ontwikkeld
en na een klein kwartiertje kwam de recti
ficatie volgens de film was mej. Testori
slechts vierde in de volgorde van aankomst
en viel dus buiten de prijzen. Gevolg he
vige tranenvloed bij de Italiaansche 1
Nog nergens elders en nooit daarvóór is
deze tijdfilm zoo snel ontwikkeld, als dit in
Berlijn gebeurde. In 1934, bij de Europee-
scbe kampioenschappen te Turijn, gaf de
jury op Zaterdag als beslissing in de finale
van de 100 meter1. Borchmeyer, 2, Chris
Berger. Na protest van Nederland werd op
Zondagmorgen de film ontwikkeld en het
resultaat werd onmiddellijk gewijzigd No.
1 was Berger en no. 2 Borchmeyer
Door deze cn dergelijke voorbeelden Is
de enorme beteekenis van de film by de
sport voldoende aangetoond waar recht
vaardigheid een allereerste eisch is, zal wel
niemand dit willen ontkennen.
Leni RiefenstahI's Olympische Film,
Binnenkort zal 's werelds waardeering
stellig uitgaan naar een persoonlijk film
evenement van grootsche allure de Olym
pische film van Leni Riefenstahl. Deze be
gaafde Duitsche filmt niet zelf zij regis
seert in hoofdzaak, zooals zij dat ook deed
tijdens de Winterspelen in Garmisch Par-
tenkirchen in het begin van dit jaar. Haar
groote film werd vervaardigd door 10 film
operateurs waaronder één Hollander
met tientallen assistenten. Meerdere kilo
meters film werden door haar menschen
gedraaidwaarvan natuurlijk slechts
enkele procenten zullen worden gebruikt
O.m. is de Olympische fakkeltocht, van
Olympia in Griekenland via de Balkan-
staten naar Berlijn, geheel door de film
lens vastgelegd Bij de springnummers
zoowel bij afhïetiek als bij de ruitersport
verborgen verschillende operateurs zich
in tallooze schuilplaatsen, vanwaar zij on
gehinderd hun werk deden.
Er werd heel veel gebruik gemaakt van
zelfwerkende camera's. Die werden dan op
karretjes geplaatst, die op rails naast de
loophaan (bij het hardloopen bijv.) „mee
liepen" met dezelfde snelheid als waarmee
de loopers hun baantje trokken Daardoor
was het mogelyk de athleten gedurende 60
tot 80 meter van terzijde te filmen. Zelfs
aan de polsstokken werden' automatische
filmtoestellen verhonden om de camera de
„luchtreis" te doen meemaken (De laatste
natuurlijk niet by de officieele sprongen,
maar alleen by de proefsprongen I)
Bij het zeilen filmden de operateurs de
booten in volle vaart vanaf de dobberende
boeien 1
Eerst over enkele maanden zal Leni
RiefenstahI's film geheel gereed zyn om
de halve wereld te worden doorgezonden
als machtig demonstratie-middel van wat
daar in Augustus in de Duitsche hoofdstad
gebeurde, In tegenstelling met alle opna
men van de groote film-maatschappyen
Fox Movie-Tone-News, Paramount-news,
Ufa-journaals e.a. is de Olympische film
van mej. Riefenstahl een rijks-opdracht ge*
weest van den propaganda-minister Goe-
bels, die een groote bewondering voor dó
maakster koestert 1
Laat mij dan besluiten, na een woord
van waardeering voor wat de Duitsche
filmkunst presteerde met het grapje, dat
de laatste dagen opgang deed in en om
de Olympische Stadions en dat kenmerkend
is voor het groote aantal filmmenschen
dat er werkte, nl. de opmerking, die ik
heel vaak hoorde „trap niet op die mols
hoopmisschien zit er een filmoperateur
onder
OUD BEHANGSELPAPIER EN DE
„WITTE ENGEL".
Men moet maar niet goed op de hoogte
zijn met de mode en uw leverancier weet
u een mooi patroontje behangselpapier van
één of twee jaren geleden in de handen te
duwen. Doch behangselpapier van het jaar
1854 schijnt moeilijk verkrijgbaar te zijn.
Daarvan weet men u bij de requisieten-af-
deeling der Warner Bros studio's meer te
vertellen. De film „De Witte Engel", die
het leven van de beroemde verpleegster
Florence Nightingale tot grondslag heeft,
eischte voor het reconstrueeren harer wo
ning, behangselpapier anno 1854. Scouts
werden er op uitgezonden en na lang zoe
ken trof men een rijken voorraad aan in...
Australië.
WARNER BROS BREIDEN STUDIO'S
UIT.
Warner Bros hebben om reden van tech-
nischen aard een plan ontwofrpen tot uit
breiding van hare studio's, omvattende het
bouwen van twee nieuwe soundstages, twee
kleedkamers, een fotografisch atelier en
een make-up afdeeling.
Het gebouw, waar de administratie ia
ondergebracht bevat 70 lokalen en een ver
gaderzaal, waar de wekeltjksche conferen
ties worden gehouden. De verbouwing geeft
de studio de beschikking over 20 sound
stages. Nieuwe gebouwen voor requisieten,
havenaanleg, winkels en een groote kweek
school zullen verrijzen.
De kosten worden geraamd op 1.000.000
dollar.