Vlissingsehe Courant DERDE BLAD ER VIELEN DUIZENDEN TE BEZUINIGEN, VAN AMSTEL EN IJ van de van Zaterdag 26 September 1936. N° 228 CRITIEK DER REKENKAMER OP. LANDBOUW-CRISISORGANEN. Het jaarverslag der Alg. Rekenkamer maakt melding van haar bevindingen bij de controle voor wat betreft do agrarische cri sisinstellingen. Het „Handelsblad" ontleent er het volgende aan met eenigen commen taar Allereerst wordt medegedeeld, dat door bet omzetten van den Crisisaccountants dienst van „Departementalen dienst" tot „stichting aan het crisis-personeel „onge rijmde uitkeeringen zijn gedaan tot een ge- zamenltjk bedrag van 33.800 waarin de Rekenkamer (toen het eenmaal gebeurd was en terugvordering niet mogelijk was) betreurende heeft berust". Verder is de Rekenkamer gestuit op .vaalt noodeloos hooge rijwielvergoedingen", tot 200 k f 200 per jaar (voor 50 heeft men een prima fiets Daarom is die ver goeding voor de Zuivelcentrale terugge bracht tot maximaal 50 per jaar en voor andere crisis-instellingen soms nog tot een lager maximum. Besparing... V ij f t i e n- duizend gulden per jaar Koffie, thee en sigaren Aan de gewoonte, die bij verschillende Crisis-organisaties bestond, n.l. verstrekking van koffie, thee en sigaren, zoowel aan be stuursleden als aan ambtelijk personeel, is Oen -einde gekomen. Dat hierdoor vry groote bedragen worden bespa «rd, blijke uit een tweetal voorbeeldenéén provinciale orga7 nisatie gaf voor dit doel in één maand 325 Uit (dus vierduizend gulden per jaar). By één der „centrales" kostte het schen ken van koffie en thee voor het personeel, jnet inbegrip van loon voor het keuken meisjes, uitgaven voor gas, servies, enz. 1800 per jaar. Geheime uitgaven van de Varkenscentrale. Vorig jaar had de Rekenkamer bezwaar gemaakt tegen het geheim houden van z.g. „propaganda-uitgaven" der Varkenscentrale. Er is een onderzoek ingesteld, over welks resultaat niets wordt medegedeeld (behal ve„gebrekkige administratie en het ontbreken van bewijsstukken" Maar wél wordt medegedeeld, dat toen het onderzoek begon, het „propagandafonds" terstond werd opgeheven door de CentraleEr was toen reeds 36.742 goed geld in ver dwenen De Rekenkamer had de aandacht van den minister gevestigd op de hooge „bestuurs- uitgaven" van één der crisiscentrales. Daar na werd alléén al op vacantiegelden, reis- vergoedingen e.d. tienduizend gul- den bespaard benevens eenige duizenden op het personeel in den buitendienst Bij een éndere crisiscentrale bereikte de Rekenkamer een besparing ^an elfdui zend g-ulden op de vergoedingen voor de bestuursleden. In een ónder geval bewerkstelligde de Rekenkamer de samenstelling van twee con trole-organen, beperking van auto-gebruik en bezuiniging op reis- en verblijfkosten. Totale besparing20.000. Onwettige beschikking over gelden door Varkenscentrale. Onder dit hoofd vprtelt het verslag o.a. het volgende „Een gewestelijke varkensorganisatie keerde uit de opbrengst van oormerken en vergunningen tot huisslachting sommen tot een gezamenlijk bedrag van 10.000 uit aan drie vereenigingen van landbouwers „uit hoofde van de medewerking verleend, bij de uitvoering van crisis-maatregelen" en bo vendien 5000 aan een boeren- en tuinders- bond „ter vorming van een fonds voor be vordering van den varkenshandel". De Kamer bracht dit onder de aandacht van den minister en uit het antwoord bleek, dat deze van oordeel was, dat de organisatie op onwettige wijze over de bovengenoemde sommen had beschikt. Ook zeven andere ge westelijke varkensorganisaties hadden zich aan dergelijke handelingen schuldig ge maakt. Eén harer had 18.260.51 afgezon derd „voor de oprichting van een stichting ter bevordering van ie varkenshouderij en varkensfokkerij" Te d;en aanzien schreef de minister in 1935 aan de Rekenkamer, dat reeds zijn ambtsvoorganger in 1934 aan den Regeeringsco.mmissaris voor den steun aan de varkenshouderij opdracht had gegeven, de bedoelde centrale te bewegen, die fondsvorming ongedaan te maken". De minister stond machteloos Het verslag voegt er aan toe „Dat het n.l. onzeker was of dwangmaatregelen kon den slagen". En zij laat er op volgen „Doch hoe te verkrijgen, dat het gebeur de ongedaan werd gemaakt Degenen, die schenkingen hadden ontvangen, konden op geenerlei wijze tot terugbetaling worden verplicht. Dagvaarding van het bestuur der centrale c.q. kon leiden tot veroordeeling van de vereeniging om te betalen, doch deze bezat de gelden niet meer. Tegen dagvaar ding van de bestuursleden in privé zou het verweer worden gevoerd, dat hunne hande lingen door de vereeniging waren gesanc- tionneerd. De Rekenkamer was na de uiteenzetting van den minister voor zich zelf overtuigd, dat de onrechtmatig gebruikte gelden voor het Rijk verloren waren en dat optreden in rechten tegen de organisaties of tegen de leden daarvan slechts zou leiden tot hooge uitgaven zonder nut. Niettemin waren de sommen, bij de aangelegenheid betrokken, zóó hoog, dat eenige zekerheid diende te worden verkregen, of er geen middelen waren, om het ministerieel vernietigings- besluit practisch effect te doen sorteeren. De Rekenkamer verzocht daarom den mi nister, alsnog het advies van den lands advocaat in te winnen. Aldus geschiedde, doch ook deze rechts geleerde zag geen uitweg uit de moeilijk heid". Na dit ongelooflijke staal van geldvermor- sing en ministerieele machteloosheid te heb ben gelateerd, Iaat het verslag laconiek vol gen, dat bij weer een andere provinciale cri sisorganisatie 22.500 per jaar werd bezui nigd opreis en verblijfkosten I Bestuurslid tevens controleur. Op haar verderen speurtocht kwam de Rekenkamer bt] een provinciale crisis-orga nisatie, waar al héél wonderlijke toestanden en verhoudingen bleken te bestaan. Er werkten 50 man kantoorpersoneel, waarvan er voorloopig direct al 8 (of 16 als over bodig konden worden ontslagen. Maar bovendien kregen daar de bezol digde districts-secretarissen nog v a- catiegeld op den koop toe tot groo- tere glorie der tekorten van het boeren- steunfonds (Landbouwcrisisfonds). Doch dat was nog niet eens het ergste één der bestuursleden had tevens een baantje als bezoldigd crisiscontroleur hij was dus, om zoo te zeggen, zijn eigen chef. Toen de Re kenkamer hierop aanmerking maakte, liet deze altruïst zijn bestuurslidmaatschap loo- pen, klaarblijkelijk omdat het vacatiegeld hem minder opbracht dan het controleurs salaris. Na dan nogmaals een geval te hebben verteld van bezuiniging op reis- en verblijf kosten van provinciale controleurs (deze werden in één keer per controleur en per jaar teruggebracht van 300 op 100 gulden per jaar meldt zij ten slotte nog, dat bij den Centralen Crisiscontröledienst (die in 1935 heeft gekost 1.580.000) een bespa ring werd verki-egen van 40.000. Een ton bezuinigd op het oormerken van biggen In haar vorige jaarverslag had de Reken kamer voorstellen aan de hand gedaan ter bezuiniging van 225.000 bij de provinciale landbouwcrisisorganisaties. Daarover merkt zij thans het volgende op „Deze voorstellen zijn niet tot uitvoering gekomen. Waarom niet, is aan de Rekenka mer niet duidelijk geworden. „Een zijdelingsch gevolg dezer voorstellen is vermoedelijk geweest het onderzoek naar de werkwijze bij het oormerken van var kens, waarbij bleek, dat een geheele cate gorie van personen, daarmede belast, kon worden gemist. Daaruit vloeit, naar de Ka mer ondershands heeft vernomen, een be zuiniging voort van omstreeks 100.000 per jaar". In een kantteekening geeft minister Dec kers toe, dat op de crisisambtenaren, die een blikje in de biggenoortjes knijpen, een ton is bezuinigd De Rekenkamer had dus „on dershands" goed vernomen Het Prinselijk bezoek. Amster- damsche leutigheid. Officieel weet men beter. Indrukken van Me- rijntje Gijzen. Ned. film met over weldigend succes. Diamant en kleederdrachten.Geen zesdaagsche. Wanneer oudtijds tegen April het jaar- lijksche Koninklijk bezoek aan de hoofd stad werd aangekondigd, was het de minder kiesche gewoonte van sommige Amsterdam- niers hoewel volstrekt niet kwetsend be doeld om dit bezoek in verband té brén gen met een persoonlijke aangelegenheid. „De Kening komt zijn geld halen" zei men dan, en algemeen werd toen ook geloofd, dat met de uitbetaling daarvan de Neder- landsche Bank belast was, hoewel in werke lijkheid de vereffening van het vorstelijk honorarium in Den Haag plaats had, via het ministerie van financiën. Zooals ook heden ten dage nog gebruikelijk. Geen won der, dat de immer leutige Amsterdammer 't ochtendbezoek van Prins Bernhard aan den president der Nederlandsche Bank onmid dellijk weer in een soortgelijk verband heeft gebracht. De variaties laten we maar ach terwege. Er zijn trouwens velerlei moppen op dit chapitre getapt, o.a. deze, dat de Prins wel eens zou hebben willen weten of alles wel safe was met de financiën van Nederland en of de Prinsesenfin, een gewichtige stap als het huwelijk onderneemt men niet, zonder dat vooraf de huwelijksvoorwaarden geregeld zijn. Waarop dan stereotiep gere ageerd werd met de opmerking, dat het den Prins nog wel zou „meevallen". Alles na tuurlijk schertsend bedoeld, zonder dat iemand geloof hecht aan het verzinsel. Ver rassend was daarom nog het officieel be richt omtrent het voornemen van den Prins zich in verbinding te stellen met de Han delsvereniging, ten einde op haar bureaux zijn practische handelskennis te verrijken. Deze instelling echter, zoo vernamen we, is niet de eenige waaraan de Prins zich tijde lijk zal verbinden. Ook het Amsterdamsche beurs- en handelswezen en de scheepvaart ondernemingen hebben zijn belangstelling en op de kantoren dezer instelling hoopt Prins Bernhard meerdere ervaringen op te doen. Men kan zich voorstellen met hoeveel pretentie sommige kantoormenschen al spreken van hun toekomstige collega en de aanstaande kennismaking. Juist iets voor Amsterdam, waar tusschen al het „busi ness" en puur-zakelijke van iederen dag zich maar zoo weinig romantisme en sprookjesachtige voordoet. Er wordt ook al gespeculeerd op de vlotte populariteit van den Prins. De firma H. bij voorbeeld heeft een Bernhar.l-bril in den handel gebracht, een bril zooals de Prins er een draagt, doch dan voorzien van een kroontje. In de Tugchin3ki en City-foyers zagen we al heel wat jongelui met deze gekroonde bril „getooid". Voorts etaleert men in Zuid reeds Bern- hard-tabak, waarvan, naar het heet, de Prins geregeld gebruiker is. Lippische geel rood-koekjes blijken ook bijzonder in trek. Vermoedelijk zijn we hiermede nog niet aan het eind van deze reclame-campagne: went het terrein voor haar toepassing is schier onbegrensbaar. Volgens Shaw ïs er met uitzondering van den Bijbel geen boek ter wereld meer gele zen dan Bunjan's „Christenreize", iets wat men, vergelijkenderwijs ook zou kunnen zeggen van De Jong's „Merijntje Gijzen" en Malot's „Alleen op de wereld", beide ro mans uit het kinderleven, al beperkt de po pulariteit van „Merijntje" zich dan voorloo pig nog tot binnen onze grenzen. Voorloopig omdat er reeds verschillen de vertalingen van dit aangrijpend boek in bewerking zijn, nevens filmreproducties voor hot buitenland. Dat deze film elders, in de landstaal, het tot een ongekend succes zal brengen en het lezen van het hoek in het buitenland sti- muleeren, staat voor ons vast, In ieder geval toont óns publiek voor de film ver tooning een zoo overweldigende be langstelling, dat men de Haagsche film er nu reeds geluk mee kan wenschen. Het succes zal elders in ons land niet geringer zijn, al ware het slechts o,m de indrukwek kende vertolking van Merijntje (Marcel Krols), de Kruik (Piet Bron) en Janekee (Mimi Boesnach). Onwillekeurig gaan onze gedachten terug naar de onvergetelijke eerste Merijntje- opvoering door het Hofstadtooneel (wij ga ven er destijds een uitvoerig verslag van), toen Sisca Kremer en Nap de Ia Mar beide eerstgenoemde rollen vervulden. Het kwam ons voor dat zoowel Sisca als Nap in hun vertolking meer het gevoels element naar voren brachten, de Merijntje van Sisca zelfs inniger en dieper was, en de Kruik van de la Mar minder geforceerd ruw, dan respectievelijk van deze hoof dp er- sonen in de film. Maar vergelijkingen gaan dik wijl 9 mank: en Bron, kunstenaar van beteekenis, zal wel Zijn eigen en goed verdedigbare opvat ting van deze rol hebben. Zijn ontroerend spel maakt overigens diepen indruk. De Jong ia zonder twijfel beter auteur dan acteur. Diens vertolking, eigenlijk een mis lukking, haalt het in verte niet van die van Gilhuys, die onder on3 een hoogbejaarden, witgelokten en reeds gebogen dorpspriester gaf, vriendelijk, bewegelijk en in de ge sprekken met de Kruik en Merijntje vol fijnen tact en gesticulatie. Geeft de film in baar bliksemsnel afwisselende tafereelen ook niet te vee' onbelangrijks De hande ling bij het Hofstad-tooneel leek ons in haar noodzakelijke samenvatting korter, kern achtiger en daarom ook boeiender. Tusschen eik tafereel vulde daar de spreker het in de handeling ontbrekende even aan. Zoo zijn er enkele bedenkingen. Maar Merijntje, het nietige, stellig niet mooie Brabantsche jochie Krols men. moet het zien, om te golooven dat een kind van 13 jaar, opgevoed tusschen kool en knollen, plotseling tot zulk een hooge kunst van uitbeelding in staat is. Onbewust. „De oogen en gelaatsexpressie doen bij hem alles", zei ons een kunstenaar in het City, „dan wordt hij werkelijk ook héél mooi". En volkomen juist. Er worden dan ook heel wat tranen geschreid wanneer dat lieve stemmetje aan het woord is. Ongetwijfeld zal, ondanks tekortkomin gen, deze belangrijke Nederlandsche film, waarvan inzonderheid de illustratieve ver zorging de fraaie landschappen en dorps taf ereelen wij denken o.a. het indruk wekkend kerkinterieur geprezen dient te worden in hooge mate de aandacht trek ken. Te Amsterdam wordt zy thans drie maal per dag voor een geheel uitverkocht huis vertoond. Dat beteekent 3000 bezoe kers. Aangezien wjj ter plaatse vernamen, aai de film in October ook naar Zeeland gaat achten wij het niet ondienstig om nevens het in de filmrubriek reeds geresumeerde, onze persoonlijke indrukken hier nog te la ten volgen. Van Joodsche zijde bleek deze week groo te belangstelling te bestaan voor het 25- jarig jubileum aan onze Diamantbeurs. Wcesperstraat en omliggende straten waren rijkelijk bevlagd, zelfs het dundoek van vreemde mogendheden als Japan, China, Turkije enz. ontbraken, niet en dat was goed gezien, want de diamanthandel is in ternationaal, vindt zjjn voornaamste afne mers juist in Oostersche Janden. Met de komst van het Prinselijk paar had dit vreemde vlagvertoon dus niets te maken. In de beurs zelf werd, zooals vanzelf spreekt, een „schitterende" jubileum-ten toonstelling gehouden van duizenden kun stig geslepen groote en kleine juweelenB waarvan de clou werd gevormd door de collectie-Asscber. Er was derhale ook hier niets nieuws onder de zon, want deze be roemde, veel vertoonde verzameling (waar de ongeveer 6V2 millioen) heeft men meer malen kunnen bewonderen. Waarvan op deze interessante show geen indruk werd gegeven en dat mocht by zooveel feeste lijks verklaarbaar heeten was de zorge lijke toestand, waaronder de Amsterdam sche diamantnijverheid nog steeds gebukt gaat, meer dan de diamanthandel. Of deze eens zoo bloeiende nijverheid ooit weer zal opleven mag twijfelachtig heeten. DE FILM IN DIENST VAN DE OLYMPISCHE SPELEN. Aam een artikel dat de heer G. E. van der Werff Jr. in het tijdschrift „Licht en Cultuur" schreef, ontleenen wij Wanneer er nog menschen zijn die niet ten volle den enormen vooruitgang van de filmtechniek begrijpen, noch haar wezen lijke cultureéle beteekenis, dan zou ik ze willen toeroepenbezoek groote sportge beurtenissen en overtuig u 1 De sport, in haar algemeene beteekenis en ontdaan van alle franje die haar doorgaans meer ont siert dan verfraait, de sport als physical culture heeft zich immers in den loop der jaren een plaats veroverd van beteekenis. Zij heeft zich ingeschakeld in het wereldge beuren zij staat niet langer als „alleen maar sport" op het tweede plan, integen deel, zij werd cultuur en draagt heden ten dage niet weinig bij in het groote streven het peil der menschen omhoog te voeren. De jongste en grootste sportgebeurtenis aller eeuwen bewees het enkele weken ge leden opnieuwde Olympische Spelen te Berlijn. Zoo ooit dan heeft men in Berlijn begrepen van welk een onschatbare waarde de filmcamera voor de sport gebleken is. Reportage. Want niet alleen dat duizenden menschen in Nederland rustigjes des Maandags in het bioscooptheater beleefden en bekeken, wat zich des Zondags in Berlijn afspeelde, waarbij de filmische reportage een snelheid en volmaaktheid bereikte, die vóórdien slechts door de foto-reportage der dagbla^ den werd benaderd, maar het publiek in de theaters zag het bovendien beter Men denke daarbij maar eens, dat wij in Berlijn om nu eens bij de zwemsport te blijven met een slordige 20.000 bezoekers in het zwemstadion probeerden de enerveeren- de gebeurtenissen, die daar te zien waren, alle te volgen, terwijl het Hollandsch bios coopbezoekend publiek ruim een halve dag later in de gelegenheid was vanuit een comfortabel feauteuiltje alles rustig te over zien en mee te genieten, doordat de lens van de filmcamera zich overal opstelde waar wat te zien was endoordat het cameraoog nauwkeuriger en scherper is dan het meest volmaakte menschelijke Deskundige en leek, vóór- en tegenstan der van „de bioscoop" zijn het er roerend over eens de Berlijnsche Spelen waren het best en het meest volledig op het witte doek te zien. Vooral bij het zwemmen en hardloopen bewees de camera zulke voor treffelijke diensten voor den toeschouwer qp het filmdoek onderschiedde men gezich ten, men herkende onze athleten en zag hun individueele prestaties, terwijl men vanaf de tribune onmogelijk zijn landge- nooten stuk voor stuk onderscheiden kon. De filmcamera beslist Belangrijker dan voor het publiek was de film tijdens de Olympische Spelen voor de deelnemers aan de wedstrijden. In het bijzonder bij de athletiek de waarach tige en oudste Olympische sport had de camera een taak van het grootste belang zij was jury en bjj haar berustte het eind oordeel wanneer de wedstrijd-jury het niet eens was. Bij het hardloopen bijv. hebben wij dat dagelijks kunnen meemaken. Aan de startrevolver van starter Miller was een draad bevestigd die „contact maakte" met den filmchronometer aan de finish zoodra het startschot klonk, dus bij het overhalen van de haan der startrevolver, begon de chronometer te loopen. De filmcamera nu was op de finish (eindstreep) gericht en daardoor was het mogelijk, dat de laatste 10 meter van elke loop zóódanig werd ge filmd, dat èn finish èn chronometer heide op de film kwamen Niet zoodra was de film ontwikkeld na twee-drie minuten of men draaide hem even op het doek af, zoo langzaam als dat gewenscht was... en de juiste volgorde van aankomst was onomstooteïijk vastgesteld Vooral by liet loopen op korten afstand (100 M. bijv.) waarbij meerdere hardloopers schijnbaar tegelijkertijd met de borst het eindstreep lint aanraakten, bracht de filmcamera dan de doorslaggevende beslissing. Drie- of viermaal op een dag gebeurde het, dat de jury met haar uitslag wachtte totdat de film zou hebben beslist. Wy her inneren ons het geval van de 80 M. hor denloop voor dames, waarbij de jury alge meen van oordeel was, dat Signorina Te- stori uit Italië als tweede was aangekomen in de finale en dus de zilveren Olympische medaille had veroverd. Dit resultaat werd bekend gemaakt onder voorbehoud dat de „tijdfilm" nog de definitieve beslissing moest brengen. De film werd ontwikkeld en na een klein kwartiertje kwam de recti ficatie volgens de film was mej. Testori slechts vierde in de volgorde van aankomst en viel dus buiten de prijzen. Gevolg he vige tranenvloed bij de Italiaansche 1 Nog nergens elders en nooit daarvóór is deze tijdfilm zoo snel ontwikkeld, als dit in Berlijn gebeurde. In 1934, bij de Europee- scbe kampioenschappen te Turijn, gaf de jury op Zaterdag als beslissing in de finale van de 100 meter1. Borchmeyer, 2, Chris Berger. Na protest van Nederland werd op Zondagmorgen de film ontwikkeld en het resultaat werd onmiddellijk gewijzigd No. 1 was Berger en no. 2 Borchmeyer Door deze cn dergelijke voorbeelden Is de enorme beteekenis van de film by de sport voldoende aangetoond waar recht vaardigheid een allereerste eisch is, zal wel niemand dit willen ontkennen. Leni RiefenstahI's Olympische Film, Binnenkort zal 's werelds waardeering stellig uitgaan naar een persoonlijk film evenement van grootsche allure de Olym pische film van Leni Riefenstahl. Deze be gaafde Duitsche filmt niet zelf zij regis seert in hoofdzaak, zooals zij dat ook deed tijdens de Winterspelen in Garmisch Par- tenkirchen in het begin van dit jaar. Haar groote film werd vervaardigd door 10 film operateurs waaronder één Hollander met tientallen assistenten. Meerdere kilo meters film werden door haar menschen gedraaidwaarvan natuurlijk slechts enkele procenten zullen worden gebruikt O.m. is de Olympische fakkeltocht, van Olympia in Griekenland via de Balkan- staten naar Berlijn, geheel door de film lens vastgelegd Bij de springnummers zoowel bij afhïetiek als bij de ruitersport verborgen verschillende operateurs zich in tallooze schuilplaatsen, vanwaar zij on gehinderd hun werk deden. Er werd heel veel gebruik gemaakt van zelfwerkende camera's. Die werden dan op karretjes geplaatst, die op rails naast de loophaan (bij het hardloopen bijv.) „mee liepen" met dezelfde snelheid als waarmee de loopers hun baantje trokken Daardoor was het mogelyk de athleten gedurende 60 tot 80 meter van terzijde te filmen. Zelfs aan de polsstokken werden' automatische filmtoestellen verhonden om de camera de „luchtreis" te doen meemaken (De laatste natuurlijk niet by de officieele sprongen, maar alleen by de proefsprongen I) Bij het zeilen filmden de operateurs de booten in volle vaart vanaf de dobberende boeien 1 Eerst over enkele maanden zal Leni RiefenstahI's film geheel gereed zyn om de halve wereld te worden doorgezonden als machtig demonstratie-middel van wat daar in Augustus in de Duitsche hoofdstad gebeurde, In tegenstelling met alle opna men van de groote film-maatschappyen Fox Movie-Tone-News, Paramount-news, Ufa-journaals e.a. is de Olympische film van mej. Riefenstahl een rijks-opdracht ge* weest van den propaganda-minister Goe- bels, die een groote bewondering voor dó maakster koestert 1 Laat mij dan besluiten, na een woord van waardeering voor wat de Duitsche filmkunst presteerde met het grapje, dat de laatste dagen opgang deed in en om de Olympische Stadions en dat kenmerkend is voor het groote aantal filmmenschen dat er werkte, nl. de opmerking, die ik heel vaak hoorde „trap niet op die mols hoopmisschien zit er een filmoperateur onder OUD BEHANGSELPAPIER EN DE „WITTE ENGEL". Men moet maar niet goed op de hoogte zijn met de mode en uw leverancier weet u een mooi patroontje behangselpapier van één of twee jaren geleden in de handen te duwen. Doch behangselpapier van het jaar 1854 schijnt moeilijk verkrijgbaar te zijn. Daarvan weet men u bij de requisieten-af- deeling der Warner Bros studio's meer te vertellen. De film „De Witte Engel", die het leven van de beroemde verpleegster Florence Nightingale tot grondslag heeft, eischte voor het reconstrueeren harer wo ning, behangselpapier anno 1854. Scouts werden er op uitgezonden en na lang zoe ken trof men een rijken voorraad aan in... Australië. WARNER BROS BREIDEN STUDIO'S UIT. Warner Bros hebben om reden van tech- nischen aard een plan ontwofrpen tot uit breiding van hare studio's, omvattende het bouwen van twee nieuwe soundstages, twee kleedkamers, een fotografisch atelier en een make-up afdeeling. Het gebouw, waar de administratie ia ondergebracht bevat 70 lokalen en een ver gaderzaal, waar de wekeltjksche conferen ties worden gehouden. De verbouwing geeft de studio de beschikking over 20 sound stages. Nieuwe gebouwen voor requisieten, havenaanleg, winkels en een groote kweek school zullen verrijzen. De kosten worden geraamd op 1.000.000 dollar.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1936 | | pagina 9