500
300
25
PAVILJOEN WANDELPIER
„DE STER"
Onderjurken en Directoires
74e Jaargang
1936;
DitgaveFirma F. VAK DE VELDE Jr., Walstraat 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening E628T
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
TOEN DE GR00TE NAPOLEON TE VLISSINGEN VERTOEFDE.
Bespreking van te organiseeren feestelijkheden
Tentoonstelling
Kunsthandel D' h u y,
tot 2 uur geopend.
Zarlef per kilo en per stuk
iNo.228i
VLISSINGSCHE COURANT
S
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn f2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk f3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels fl.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 15 regels 50 ct. ledereregel
meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1 —5 regels f 1.—alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van een
anderen vinger.
AANGESLOTEN BI] HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit 3 bladen en een Kindercourant. - Eerste Blad
HERINNERINGEN AAN ZIJN BEZOEK OP 27 SEPTEMBER 1811.
Door H. Ch. G. J. VAN DE MANDERE.
Van. ouds is Vlissingen versterkte stad en
belangrijke vesting geweestreeds haar
ligging aan de zee en aan de breede
Scheldemond gaven daartoe aanleiding.
Philips van Bourgondië heet in 1489 de
stad te hebben ommuurd en van verster
kingen voorzien. Maxiiniliaan heeft veel
ertoe bijgedragen om haar krachtigen
weerstand mogelijk te maken. AIva wilde
bij Vlissingen een kasteel aanleggen na
de verdwijning der Spanjaarden heeft Wil
lem de Zwijger de stad versterkt met halve
manen en andere bolwerken van dien tijd.
Ook Prins Maurits heeft het belang va i
de vesting ingezien, en zoo telde zij een
negental bolwerken, en verschillende poor
ten, en ook krachtige versterkingen naar
de landzijde. Op den Westdijk was in het
begin der negentiende eeuw een batterij
het plein op het einde van den Westdyk
werd Leugenaar geheeten, naar men be
weerde tengevolge van de gissingen, die er
gemaakt werden omtrent de uit zee ko
mende schepen. Geen wonder, dat Napo
leon, nadat Vlissingen tengevolge van het
Verdrag van Fontainebleau van 16 Maart
1808, ten tijde dus, dat het verder onaf
hankelijk Koninkrijk Holland onder zijn
broeder Lodewijk bleef bestaan, haar lig
ging belangrijk oordeelde, zij was ook een
gewichtig verdedigingspunt tegen de macht
der Engelschen.
Bezoeken van Napoleon.
Napoleon is dan ook niet minder dan drie
keer in Vlissingen geweest. Het eerst in
1803, toen hij nog geen Keizer, doch
„slechts" Eerste Consul was. Hij heeft toen
niet slechts Vlissingen, doch ook Middel
burg bezocht, en in het bijzonder aandacht
geschonken aan het dok, de werf, de bat7
terijen en de magazijnen, waarinde oor-
logsvoorraden waren opgestapeld. Zijn be
zoek had geleid tot orders, die de kracht
der vesting aanmerkelijk zouden verhoo-
gen. Maar nauwelijks was hiermede in
1808 een aanvang gemaakt of de landing
der Engelschen in September 1809, hun in
name van Vlissingen en hun verblijf gedu
rende enkèle maanden, legden de reeds ten
deele uitgevoerde plannen lam. Toen de
Franschen de stad weer in him bezit had
den, werd opnieuw de hand aan het werk
geslagen, en 9 Mei 1810 kwam Napoleon zich
van den vooruitgang overtuigen. Hij was
toen in het gezelschap van Keizerin Maria
Louisa van Oostenrijk, die pas zijn gemalin
was geworden, van den lichtzinnigen Ko
ning Jerome van Westfalen, zijn jongste
broer, en van zijn stiefzoon Eugène de
Beauharnais, den Onderkoning van Italië.
Hij kon nog alle sporen van de Engelsche
bezetting zien, want het stadhuis, dat door
het bombardement niet minder had geleden
dan andere openbare gebouwen, lag nog in
slechten toestand voor hemheele rijen
van wobingen bleken tot den grond toe
verwoest. Wel vaardigde Napoleon op 15
Mei d.a.v. een decreet uit, waarbij hij twee
millioen francs vergoeding toezegde, maar
dit, voor dien tijd aanzienlijke bedrag was
maar ten deele toereikend om in de schade
te voorzien. Tal van inwoners van de stad
waren door gebrek getroffen, en bleven de
ellende geheel hun verder leven achter zich
aansleepen.
Reeds aan het einde van 1810, nadat op
7 Juli van dat jaar het onafhankelijk Ko
ninkrijk Holland was opgeheven en onze
Nederlanden bij Frankrijk waren ingelijfd,
was er sprake van een nieuw bezoek van
Napoleon, nu niet slechts aan Zeeland,
doch aan geheel het Nederlandsche gebied,
Verschillende omstandigheden veroorzaak
ten uitstel, en zoo was heteerst op 18
September 1811, dat Napoleon, in gezel
schap opnieuw van Maria Louise, Com-
piègne verliet. Hij ging over Vlaanderen en
bezocht eerst Blankenberge en Ostende om
vandaar naar Zeeuwsch-Vlaanderen te ko
men, de Schelde over te steken, Vlissingen
en Middelburg te bezoeken. Hij keerde toen
vandaar over Terneuzen naar Antwerpen
terug, hervatte daarna zijn reis over Helle-
voetsluis en Gorkum naar Utrecht, om ver
volgens over Amsterdam naar Den Haag
te reizen en tenslotte iets van het Ooste
lijk deel van het land te bezichtigen. De
rijke hofstoet, die Napoleon vergezelde en
die eerst 11 November te St. Cloud terug
keerde, toonde wel aan, dat hij bezield was
met den wensch om den Hollander" de
grootheid van zijn macht te toonen. Hij
wilde echter ook met wat hij het nieuwe
deel van zijn volk noemde, kennis maken,
ja, hij wilde zelfs trachten de Hollanders,
die hem als koppig en weerstrevend waren
voorgesteld, voor zich te winnen.
Vlootparade op de Schelde.
Ter gelegenheid van des Keizers bezoek
was een gedeelte van de Fransch-Holland-
sche vloot op de Schelde gecommandeerd.
Napoleon had vanuit Ostende te paard
langs het strand een inspectie gehouden.
Hjj wenschte niet den weg naar Sluis te
nemen, en moest zich zoodoende over het
Zwin laten zetten, waartoe slechts een vis-
scherschuit aanwezig was. Hij ging er in
met Caulaincourt en Mouton, benevens
twee jagers van de Keizerlijke Garde, die
geen van allen de schitterende monteering
van hun uniform droegen. Zoo wisten de
visschers niet wien zij overbrachten en ga
ven op de vraag wat de overtocht moest
kosten, ten antwoord, dat de reiziger, dien
zij wel als een voornaam heer erkenden,
het zelf moest uitmaken. Napoleon werd
getroffen door het slechte zeil, dat de vis
schers gebruikten, gevolg van armoede en
ziekte. Hoewel de regen bij den overtocht,
die een. half uur duurde, neerstroomde,
was Napoleon door de antwoorden der vis
schers zoo goed geluimd, dat hij hen als
veergeld 100 Napoleons deed uitkeeren en
een pensioen van 300 francs toezegde.
Reeds dadelijk, toen zij aan den overkant
kwamen en den prefect van het Departe
ment van de monden van de Schelde, Ba
ron Pycke, met een a&.ital voorname hee-
ren daar zagen staan om den Keizer af te
wachten, begrepen zij een machtig, man te
hebben overgevaren. Maar eerst later wis
ten zij, dat het Napoleon was, en een zeer
vrijgevige Napoleon.
De Keizer gebruikte dezen dag van 24
September 1811 voor de inspectie van het
fort Oranje bij Cadzand, en de forten Na
poleon, Imperial en het middenfort nabij
Breskens. Daarna begaf hij zich per sloep
naar de vloot, die daar reeds, enkele dagen
in een uitgestrekte linie ten anker lag. Er
waren niet minder dan 21 linie-schepen, 11
fregatten en 12 brikken, voor het grootste
deel Fransche, ten deele Hollandsche, ten
deele, maar niet meer dan een viertal,
Deensche of met een Deensche bezetting
bemand. Er was op gerekend, dat de Kei
zer zich aan boord van het fregat „Miner
va", dat 32 stukken droeg en onder bevel
van den kapitein-luitenant Ossewaarde
stond, zoubegeven. Men had het daartoe
opgeschilderd, van beddegoed en al het
noodige voorzien. Toen Napoleon overvoer,
was het een mooie herfstdag hij bezocht
achtereenvolgens de acht grootste linie
schepen, die vooraan lagen. Toen hij op de
„Charlemagne" was, die tevens als admi
raalschip fungeerde, begon de wind zoozeer
op te steken, dat men niet alleen een
nieuw anker moest uitwerpen, maar het
onmogelijk voor Napoleon was om het
schip te verlaten. Hij was ongeduldig, en
niemand weersprak hem graag in zulke
buien, maar niemand ook nam de verant
woordelijkheid op zich om hem naar wal te
doen roeien. Wel kwamen, gelijk uit het
verhaal van Gysberti Hodenpijl, waaraan
wij verschillende gegevens ontleenen, blijkt,
koeriers uit Breskens met dépêches en
rapporten naar de vloot, die dan altijd
eerst naar de „Minerva" gingen, waar men
den Keizer veronderstelde, doch Napoleon
kon niet naar wal geroeid worden. Hij had
geen last van zeeziekte, klaagde wel, dat
het slingeren van het schip hem het wer
ken belette. Hij had de Ministers van Ma
rine en Binnenlandsche Zaken bij zich, en
werkte geheel den dag met hen. Eigenhan
dig schreef hij een briefje aan den Prins
Aarskanselier Oambacérès te Parijs, waarin
hij mededeelde, dat hij het goed maakte.
Het zal hem aangenaam zijn geweest, dat
de Keizerin naar Antwerpen was gereisd,
waar zij op hem wachtteMaria Louise
had reeds tevoren tevenover haar vader
geklaagd over Walcheren met zijn onge
zond klimaat, dat men ging bezoeken
Te Vlissingen.
Zoo goed als dit mogelijk was, werden
enkele vlootmanoeuvres uitgevoerd. De
Deensche schout-by-nacht Van Dockum
liep met zijn smaldeel door tot Terneuzen
de Hollandsche schout-bij-nacht Ruysch
was de eenige Hollandsche officier, die aan
des Keizers tafel werd gevraagd. Onder het
gebulder van de kanonnen landde de Keizer
op 27 September. De prefect was aanwezig
om hem te begroeten, en het kan niet ver
bazen, dat geheel Vlissingen d«aar nauw
samengedrongen stond om den machtigen
heerscher te zien. Een deel van zijn gevolg,
waaronder beroemde .persoonlijkheden wa
ren als de maarschalken Berthier,prins
van Neufchatel en Mortier, hertog van
Treviso, en zijn grootmaarschalk Droc,
hertog van Vrioul, en ook zijn op dat
oogenblik fungeerende Minister van Politie
Savary, hertog van Rovigo, en voorts ge
heel de stoet van adjudanten, onder wie de
Nederlander Dirk van Hogendorp, de jon
gere broeder van den bekenden Gijsbert
Karei, vergezelde hem. Maar ook hier was
de Keizer eenvoudig gekleedover een
witten pantalon met hooge rijlaarzen, droeg
hij een grijze half opengeslagen jas, die een
groene uniformrok deed zien. Napoleon
moetVlissingen wel veranderd hebben ge
vonden, want niet alleen begon de stad op
nieuw te verrijzen, maar men had de forten
Montebello (later de Nolle) en St. Hilaire
(later de Ruyter) reeds gebouwd en van
veel vuurmonden voorzien, terwijl ook de
wallen aan de zeezijde waren versterkt. De
Engelschen hadden wel mijnen aangebracht
om de sluis te doen springen, maar dit was
gebrekkig geschied en zoodoende slechts
ten deele gelukt. Daartegenover meenden
de bewoners van Walcheren, dat de Fran
sche ingenieurs bij de uitvoering der dijken
en zeewering zoo willekeurig waren te
werk gegaan, dat men voor allerlei rampen
moest vreezen.. De Fransche genie echter
leerde al doende alleen was het voor de
bewoners van het eiland niet aangenaam
hen de mijnkamers onder de zeedijken te
zien aanleggen, die in korten tijd Vlissin
gen en omgeving, zoo dit uit militair oog
punt noodzakelijk was, in de lucht konden
doen springen.
Napoleon is slechts een enkelen dag in
Vlissingen gebleven. Hij inspecteerde de
vestingwerken en het dok, waaraan een
paar duizend Spaansche krijgsgevangenen
werkten. Hij hield ook audiëntie, die echter
niet langer dan vijf minuten duurde.
Stoute politiemannen
Hij gaf daarbij blijk, dat hij ontevreden
was over de Vlissingsche politie, die een
sloep, waarin een groote voorraad Engelsch
goud was aangetroffen, wel had buit ge
maakt, maar de opvarenden had laten
gaan, omdat dit smokkelaars waren geble
ken. Napoleon was er niet zoo zeker van,
dat het maar smokkelaars waren, en hij
schreef erover aan Savary, die zich in
middels naar Antwerpen had begeven. De
Vlissingsche politie-commissaris was een
jonge man, en Napoleon, die toch al vrees
de, dat de Zeeuwen neiging zouden vertoo-
nen met de Engelschen in verstandhouding
te leven, meende, dat een krachtige hand
noodig was.
Er was, evenzeer als het vorig jaar, een
bezoek aan Middelburg voorzien. Maar het
oponthoud op de vloot had alles in de war
gebracht. Op 27 September reeds verwacht
te de Middelburgsche maire, de heer Bijle-
veld den Keizer, en bijkans den geheelen
dag stond hij met zijn gezelschap op den
Vlissingschen weg, terwijl op een zilver
schenkbord de gouden sleutels der stad op
een fluweelen kussen lagen. Er waren gar
des d'honneur, over wie bevel werd gevoerd
door den heer Boddaert, die als zijn onder
commandanten had de heeren Van Doorn
en Van der Mandere. Maar het gezelschap
wachtte vergeefs, en vernam eerst laat op
den avond, dat de Keizer den volgenden
dag over Middelburg naar Veere zou rijden.
Zoo stond men te half acht opnieuw opge
steld, doch een met grooten spoed rijdende
garde d'honneur kwam vertellen, dat de
Keizer geen eerbetoon wilde. De heer Bijle-
veld bleef stand houden, ook toen de Hol
landsche stalmeester Van Lennep, die voor
de koets van Napoleon uitreed, hem toe
riep Geen eerbewijzen. Bij Napoleon's
voorbijgaan barstte een „Leve de Keizer"
los, waarop deze halt deed houden, en de
maire toesnelde om met een korte toe
spraak de sleutels der stad aan te bieden.
Maar Napoleon voegde hem ten antwoord
toe „gardez les", (houdt ze). Wel knoopte
hij met den heer Bijleveld een gesprek aan,
waaruit bleek, dat men hem hetzij te Vlis
singen, hetzij elders had wijs gemaakt, dat
er zooveel sterfte in Middelburg heerschte.
Daarvan was niets waar, terwijl integen
deel Middelburg zich uitgesloofd had om
den Keizer feestelijk te ontvangen.
Napoleon trok eerst naar Veere. Hij be
merkte daar dat de vestingwerken in slech
ten staat waren, en gaf daarom aan de
aanwezige genie-officieren opdracht, dat zij
over twee dagen te Antwerpen bij hem
zouden komen om hem plannen en bestek
ken ter verbetering voor te leggen.
De terugreis.
De Keizer was dus niet al te vriendelijk
gestemd, toen hij van Veere terugkeerde.
De maire van Middelburg had niet geweten
wat verder te doen, was naar den prefect
ter gelegenheid van het aanstaande Huwelijk van
Prinses Juliana met Prins Bernhard.
De Burgemeester van Vlissingen verzoekt belangstellenden uit
de burgerij van deze gemeente op MAANDAG 28 SEPTEMBER
a.s., 's avonds HALF NEGEN in de groote zaal van het „Concert
gebouw" aan de Emmastraat, alhier, bijeen te komen, ter be
spreking van te organiseeren feestelijkheden ter gelegenheid van
het aanstaande huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard.
van Schilderstukken
te Breda.
van GERKIT DE MOREE
en JAN HOHMANN
bij
Badhuisstraat 15 - Vlissingen.
gegaan om te vragen of hij nu op den
Veerschen weg den Keizer opnieuw moest
opwachten en of des avonds, als de Keizer
terugkeerde, de stad verlicht kon worden.
Maar de prefect wist het zelf al even wei
nig als de maire. Om half een des middags
kwam de Keizer alweer terug geen oogen
blik hield hij zich in Middelburg op de
Abdij, geheel voor zijn verblijf in orde ge
bracht, liet hy in den werk elij ken zin des
woords links liggen. Hij reed door naar
Vlissingen en ging daar den volgenden dag
scheep naar Terneuzen.
Men had toen te Terneuzen eën nieuwe
haven aangelegd, die zoowel bij hoog als
laag water wel 40 linieschepen kon be
vatten. Er was ook een dok gemaakt en
groote magazijnen, en hier was Napoleon
zoo tevreden, dat hij den aanwezigen voor-
naamsten ingenieur zelf het ridderkruis
van het Legioen van Eer uitreikte. Toen de
inspectie afgeloopen was, ging Napoleon
weer op zijn jacht, liet ach eerst naar fort
Bath brengen en vervolgens naar Antwer
pen, waar hij eerst 's nacht pas om 1 uur
aankwam. Het is bekend, dat Napoleon,
en hierin deed hij niet voor Frederik den
Groote onder, weinig nachtrust noodig had.
Hij toonde het te Antwerpen, want den
volgenden ochtend vroeg stond hij aan de
breede Scheldekade en inspecteerde het
Vlaamsche hoofd, destijds een vestingwerk,
nu nog het punt, van waar tot enkele ja
ren geleden de pont overvoer den. Gent-
schen weg op. Vier dagen is Napoleon met
Maria Louise te Antwerpen gebleven vier
dagen, die hij gebruikt heeft om plannen
voor versterking te ontwerpen, teneinde
Antwerpen, gelijk Vlissingen, te maken tot
een bolwerk tegén Engeland. Vier dagen,
die een aaneenschakeling van feestelijkhe
den vormden, totdat in den nacht van 3 op
4 October de Keizer Antwerpen onder het
licht der flambouwen verliet om zich naar
Willemstad in te schepen en zoo zijn reis
door Holland voort te zetten. De Keizerin
ging niet mede zij vertrok, enkele uren
later, naar Breda, en vandaar naar Gorin-
chem, waar zij zich weer bij haar gemaal
zou aansluiten. Zij was in dat opzicht de
tegenstelling van Napoleon's eerste gema
lin, Joséphine de Beauharnais, die punctu
eel was gelijk hij, hem nooit liet wachten.
Maria Louise was nooit tijdig klaar. Altijd
moest de Keizer wachten, en slechts zelden
bracht hij hét zoover, dat hij zijn ergernis
daarover verborg. Als men echter ziet, dat
hij niettemin ook bij zijn reis door Ne
derland toch wachtte, herinnert men
zich de uitlating van de jcrnge Keizerin
aan haar vader, dat ztf in het geheel niet
bang voor den Keizer is en veel meer den
indruk heeft, dat deze het voor haar is
DE MONETAIRE POLITIEK DER
NEDERLANDSCHE REGEERING.
Geen veranderingen te verwachten.
In verband met de zich opnieuw open
barende beweging op de wisselmarkt,
deelde de regeering gisteravond laat mede,
dat zij hare monetaire politiek onveran
derd handhaaft.
(Men zie in dit verband de berichten
inzake devaluatie van den Franschen
Franc in de' rubriek Buitenland. Red.).
DE MALVERSATIES BIJ DE BIJZ.
VRIJW. LANDSTORM.
Vragen aan den minister van
Binnenlandsche Zaken.
Het Eerste Kamerlid, de heer Mendels
heeft de volgende vragen gesteld aan den
minister van binnenlandsche zaken
Heeft de minister zich op de hoogte ge
steld van de malversaties die zich hebben
voorgedaan bij het beheer van de geldmid
delen van den Bij zonderen Vrij willigen
Landstorm in de gewesten Limburg en
Zeeland
Is de minister in staat en bereid inlich
tingen te verstrekken omtrent aard en om
vang dier malversaties met mededeeling
tevens van de voorschriften regelende het
beheer van de geldmiddelen van genoemd
instituut en van de wijze en frequentie der
controle die op dat beheer werd uitge
oefend
Hee^t de minister in het voorgevallene
aanleiding gevonden te overwegen of in dat
beheer en in die controle wijziging ware
aan te brengen?
Zaterdag- en Zondagavond
««au eliKff
125 jaar geleden bezocht Napoleon
Vlissingen. (Pagina 1).
Het Eerste Kamerlid de heer Mendels
heeft den Minister van Binnenlandsche
Zaken vragen gesteld inzake de mal
versaties bij den B.V.L. (Pagina 1).
Devaluatie van den Franschen franc
wisselmarkten van Parijs, Londen en
New-York heden en Maandag gesloten.
(Buitenland).
„Grftp de kansen
(Hoofdartikel, Tweede Blad).
Brltsch vliegtuig vermist.
(Luchtvaart).
De opstand in Spanje Bilbao gebom
bardeerd. (Buitenland)
Gaat de wereldtentoonstelling te Am
sterdam niet door? Regeering geeft
geen subsidie. XBinnenland).
ZIE VERDER EVENTUEEL
LAATSTE BERICHTEN
interlock, charmeuse,
zijde geplatteerd, zijde
wol, zijde geruwd,
zij op zij.
St. Jacobsstraat 8. Telef. 494.
STOOMWASSCHERIJ „ZEELAND"
Langevïelesinge! D 197.
Telef. 637, Middelburg