300 150 25 DONDERDAG IVO.208 74e Jaargang Uitgave: Firma F. VAK DE VELDE Jr., Walstraat 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen Veiligheid en Luchtvaart. Het rapport der commissie-Kooien. STADS- EN PR0VINCIEN1EUWS Hoeders Bolhoeden Hooge Hoeden HOLLAERS-VERBERKT van ELECTRISCH KOKEN 1936: VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves tigd zijn f2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk f3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent. ïv ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels fl.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 ct. ledereregel meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1-5 regels fl.—alles bij vooruitbetaling De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand; voet of oog. gulden bij verlies van een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van een anderen vinger. AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSW AARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste blad Eindelijk ïs dan het verslag verschenen der commissieKooien, ingesteld na de achtereenvolgende K.L.M.-rampen, en tot doel hebbende een onderzoek te doen naar de mogelijkheid van verhooging der veilig heid van het luchtverkeer. Hoewel de commissie haar rapport aan vangt met de mededeeling, dat deze veilig heid, voor wat ons land betreft, „in het al gemeen op hoog peil" staat, wordt verder op toch eenige critiek geformuleerd, welke althans wat één belangrijk punt betreft, yrijwel vernietigend is. Geconstateerd wordt bijv. we zullen het voorshands nog niet over de zwaarste critiek hebben dat het vliegtuigperso- neel onvoldoende getraind is om in geval Van brand of brandgevaar haar paraatheid en tegenwoordigheid van geest voldoende te kunnen ontwikkelen. De commissie meent daarom, dat het houden van brandoefenin gen door de leden der bemanning van ver keersvliegtuigen wettelijk dient te worden voorgeschreven. Voorts wordt een verscherping van het rijkstoezicht op de exploitatie van de Indië- lijn noodig geacht. De inrichtingen van den radio- en meteorologischen dienst op de Nederlandsche luchtvaartterreinen voldoen naar het oordeel der commissie niet aan de daaraan te stellen eischen. Zij dringt er op aan, dat zoo spoedig mogelijk wetenschap pelijke, te De Bilt opgeleide meteorologen op de vliegvelden worden aangesteld, i De wijze van salaris-bepaling der piloten •wordt door de commissie zeer verwerpelijk geacht. Een zeer belangrijk deel van het tralaris der K.L.M.-piloten wordt bepaald öoor het aantal vlieguren (vlieggelden) Deze vlieggelden bevorderen natuurlijk dat 'de piloten onder alle omstandigheden zul len willen doorvliegen. Do commissie meent, 'dat de vlieggelden aanmerkelijk dienen te worden verminderd en daartegenover het grondsalaris moet worden verhoogd. Maat staf voor de bepaling van de grootte van het salaris zou voorts kunnen zijn het tijd vak, waarin de piloot tot volle tevredenheid Van zijn directie zijn functie heeft uitge oefend* We hebben hiermee slechts enkele punten Van critiek der commissieKooien op het beleid van het K.L.M.-bestuur aangegeven. En nu komt de zwaarste bemerking, die er tevens één is, welke een verklaring kan bevatten van de vorige aangegeven tekort komingen. De commissie heeft zich nl. Verplicht geacht te wijzen op een omstandigheid, welke haar inziens in bepaalde gevallen het zelfstandig oordeelen en handelen van het rijkstoezicht ernstig in den weg kan staan. In den raad van be- bestuur van de K.L.M. toch heeft een aantal regeeringsambtenaren zitting, die door bun aanwezigheid aldaar een belemmerenden invloed uitoefenen op de zelfstandigheid van het rijkstoezicht. Dit is toch wel een duidelijke aanwijzing van ambtelijk bederf, dat de noodlottigste gevolgen kan hebben. Er is een rijkstoe zicht op het bestuur van de K.L.M., maar een aantal regeeringsambtenaren, die teza men invloed kunnen uitoefenen op dat rijkstoezicht, zetelen in den raad van be stuur van de K.L.M. M.a.w. de heeren hou den toezicht op hun eigen beleid Dat laatste is een gevaar, dat niet alleen/ de veiligheid van het burgerlijk luchtver keer van ons land raakt, maar evenzeer een financieel karakter draagt. Immers, de K.L.M. heet nog nimmer zich zelf te kun nen bedruipen, maar moet van jaar op jaar worden geholpen uit de publieke middelen die hulp beloopt thans tezamen reeds zeer vele millioenen. Wanneer zal de overheid hïer toch einde lijk eens aan zich zelve den eisch gaan stel len, welke de Belgische regeering thans aan zich en haar ambtenaren stelt nadat enkele groote financieel© schandalen de publieke opinie tegen de bestaande verhou dingen ter zake hadden opgezet, nl. dat overhel sper sonen noch bestuursambtenaren op eenigerlei wijze zitting mogen hebben in de besturen van ondernemingen, welke door de overheid worden gecontroleerd. Ten aanzien van de K.L.M. blijken dezelfde ver houdingen te bestaan, welke ook voor de Spoorwegen gelden. Onlangs immers werd bekend, dat de secretaris-generaal van het departement van Waterstaat president commissaris der Spoorwegen is. En deze zelfde secretaris-generaal had o.m. tot taak om aan den minister het uiteindelijke ad vies uit te brengen inzake te verleenen concessies aanautobusondernemers. Deze laatsten kwamen met hun aanvragen dus regelmatig bijden duvel te biech ten We hebben nog niet vernomen, dat in dien toestand verandering is gebracht. En nu verluidt weder zoo iets omtrent den in vloed van regeeringsambtenaren in het be stuur der K.L.M. Ofwel omgekeerdin vloed van bestuursleden der K.L.M. in de regeering. Daar dient toch een einde aan te komen Teraardebestelling wethouder J. de Meij, De begrafenis van het stoffelijk overschot Van den heer J. de Meij, wethouder der ge meente Vlissingen, zal plaats vinden op a.s. Zaterdagmiddag om 2 uur vanaf het sterf huis aan den Singel. Alle verenigingen, or ganisaties en corporaties die behoefte ge voelen aan den overleden stadsbestuurder Öe laatste eer te bewijzen, worden verzocht te bewerkstelligen, dat him deputaties desgewenscht met omfloerste vaandels en/of Vlaggen zich uiterlijk kwart voor twee op het trottoir aan den Singel nabij het sterfhuis opstellen. Bloemen moeten gezon den worden aan het adres Singel 10. Op den doodenakker zal de Arbeiders Zangvereniging eenige liederen zingen, doch er zal niet worden gesproken. Het overlijden van wethouder de Meij. De afdeeling Vlissingen .der S.D.A.P. meldt ons j. „Naar dr. Staverman, de voorzitter van het ziekenfonds „Walcheren" en de „Ver- eeniging voor Ziekenhuisverpleging" ons machtigt te melden, kan het overlijden van den wethouder voor sociale zaken en finan ciën, den heer de Meij, in geen enkel ver band worden gebracht met eventueele on regelmatigheden, die in het beheer van de fondsen dezer vereenigingen door den heer de Meij zouden zijn begaan. Uit een ingesteld onderzoek is reeds ge bleken, dat de financiën der beide fondsen, waarover de heer de Meij sedert eenige tien tallen jaren het beheer voerde, in de meest volmaakte orde door hem zijn nagelaten. Ook de burgemeester van Vlissingen, de heer C.- A. van Woelderen, machtigt ons te verklaren, dat de heer de Meij zijn taak als wethouder op de meest consciëntieuze wijze heeft verricht en dat hij den hem toever trouwden fondsen steeds op de meest nauw gezette wijze heeft verantwoord. Uit nagelaten brieven van den overledene is gebleken, dat zijn heengaan moet worden toegeschreven aan de depressie, die zich van hem meester maakte, toen hem te laat bleek, dat de financieele bijstand, die hij den spoorwegambtenaar van H. eenige jaren ge leden uit eigen middelen had gegeven en waarin hij zelf niets anders dan een vrien dendienst had gezien, door de justitie wel licht volgens het formeele recht als een laakbare daad zou kunnen worden be schouwd. Het is n.l. gebleken, dat de gearresteerde van H., behalve de fraude, welke onlangs aan het licht kwam, reeds eerder malver saties tot een belangrijk bedrag had ge pleegd, teneinde een zijner familieleden voor een financieele catastrofe te behoeden. Na zijn daad wendde hij zich tot den heer de Meij, die hem uit eigen middelen en ten koste van een belangrijk offer in staat stel de zijn geweten te verlichten door de ont brekende gelden aan te zuiveren, toen er onlangs wederom malversaties aan het licht kwamen, was de heer de Meij niet verder bij machte van H. te helpen, hoewel de spoor wegen bereid waren, van een aanklacht af te zien, zoo het ontbrekende tijdig werd aangezuiverd (gelijk bekend, heeft de offi cier van justitie te Middelburg niettemin een strafvervolging tegen van H. gelas De heer de Meij, die meende in deze zaak slechts als getuige te zijn gehoord, kwam tot zijn ontsteltenis tot de ontdekking, dat de officier van justitie overwoog, hem in deze zaa.k als medeverdachte te betrekken. De teleurstelling over het feit, dat een vriendendienst, die belangrijke offers van hem had gevergd, wellicht tot een schan daal rondom zijn persoon zou uitgroeien, was de laatste schakel in den keten van tra gische omstandigheden, die den heer de Meij in den dood hebben gedreven.'* Nieuw raadslid, In verband met het overlijden van den heer J. de Meij is door den voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van. leden van den Gemeenteraad, tot raads lid benoemd de heer W. J. Castel. Wij ver wijzen in dit verband naar de in ons blad voorkomende publicatie. Spreekuur Maatschappelijk Hulpbetoon en Sociale Zaken. Wij maken onze lezers opmerkzaam op de publicatie van. het Gemeentebestuur, waarin wordt medegedeeld, dat het spreek uur voor zaken met betrekking tot de In stelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon en Sociale Zaken, thans is vastgesteld op Maandag, Woensdag en Vrijdag, telkens van 1012 uur v.m, 1 Een tragisch einde. Uit piëteit jegens den thans ontslapen wethouder onzer gemeente, den heer J. de Meij, hebben wij gemeend ons gisteren te moeten onthouden van het publiceeren van bijzonderheden met betrekking tot deze tragische gebeurteniswij hebben ons daarom bepaald tot het schrijven van het „In Memoriam" dat men in ons blad van gisteravond heeft gelezen. Nu de soc.-dem. pers echter uitvoerige bijzonderheden publiceert, meenen wij goed te doen onze lezers kennis te laten nemen van hetgeen de soc.-dem, pers over het ge beurde schrijft. Aan een artikel onder bovenstaanden titel, ontleenen wijl „Door zijn dood heeft onze partijgenoot De Meij naar het uiterste middel gegrepen om een verdenking, die hrj ten onrechte tegen zich voelde rijzen, den kop in te drukken. Hij was zich vjn geen kwaad be wust aan de fraude aoor het gemeente raadslid Van H. in zijn hoedanigheid als spoorwegambtenaar gepleegd, had hij geen deel en toen hij dezen in staat stelde het moet hem zijn laatste spaarduitjes hebben gekost om de door dezen verduisterde gelden aan te zuiveren, werd hij slechts gedreven door gevoelens van deernis met den man, die zich in moeilijkheden had werkt. Hij wilde niet in de eerste plaats diens daad verheimelijken, hij wilde haar vooral door een persoonlijk offer ongedaan maken. Of De Meij zich hierdoor in formeel op zicht aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt wordt van weinig beteekenis, ge meten aan de moreele verdienste van zijn handelwijze. De benadeelde en later weer in haar bezit herstelde partij, de Nederland sche Spoorwegen, deelde blijkbaar De Meij's intuïtieve en op eenvoudige gevoelsoverwe gingen gegronde zienswijze, dat een gedelgd feit ook een geboet feit is. Want na de her haalde malversaties van Van H. nam de directie het standpunt in, dat een strafver volging achterwege kon blijven, mits de verduisterde gelden werden aangezuiverd. De justitie heeft echter een ander stand punt ingenomen. Op last van den officier van justitie, mr. Van der Peltz, is een ver volging tegen Van H. ingesteld en uit ver schillende uitlatingen tijdens het onderzoek, welke onzen pg. De Meg als getuige ter oore kwamen, kon men afleiden, dat het Van H. zelfs als een bezwarende omstan digheid werd aangerekend, dat hij de hulp van vrienden had ingeroepen. Men kan zich voorstellen, dat het De Meij, wiens zenuwgestel na een zware ziek te van eenige jaren geleden reeds vrij sterk was aangedaan, op meer dan gewone wgze moet hebben gegriefd, dat hierdoor een smet werd geworpen op een element in de zaak, dat slechts de persoonlijke vriend schapsrelaties tusschen hem en Van H. betrof. De handelingen van Van H. waren te veroordeelen geweest, maar was het te la ken, dat hij in den nood aan zgn vriend dacht en van hem hulp vroeg en verkreeg? De Meij zal zich dat als onbaatzuchtig vriend niet hebben afgevraagd. Hij moest op een kamer ten politiebureele vernemen dat het hier een „bezwarende omstandig heid" betrof. In deze gemoedsgesteldheid kreeg De Meij nog een tweede, veel schokkender, mede deeling. In een gesprek met den officier van justitie gewerd hem de tijding, dat deze rechterlijke ambtenaar nog overwoog, of hij De Meij in deze zaak als getuige of als medeverdachte zou hooren er dreigde hem, die in dc heele zaak slechts offers had bracht, een schandaal. De wethouder eener groote gemeente, beheerder van twee der v grootste ziekenfondsen in zgn district, be- Vlaiaar 1936! D e ni e u ws t e Hooge Hoeden ook in huur. Walstraat 78. Telefoon 178. last met het beheer over millioenen gemeen tegelden en tonnen ledencontributies, dreig de de smaad van een gerechtelijk onder zoek en vervolgingeen smaad, die zelfs door een vrijspraak nauwelijks zou zijn uit te wisschen." Dinsdagavond „heeft De Meij haastige afscheidsbrieven geschreven. Aan zijn vrouw schreef hij, dat hij een vriend en partijgenoot had geholpen, maar dat zijn ■daad blijkbaar niet als vriendendienst werd opgevat het schandaal zou hij niet kun nen dragen. Aan het ziekenfonds en de Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging deelde hij mee, dat hij de administratie tot den laatsten dag had bijgehouden en dat de financiën in orde waren. „Ik heb het fonds met mijn beste krachten gediend, tot den laatsten dag", schreef hij, „ik hoop, dat gij mijn vrouw niet zult vergeten". Toen zijn vrienden in den loop van den avond te zijnen huize kwamen, was hij niet thuis. Zij gingen hem zoeken, vonden wel zijn vrouw, die hem ook miste en even la ter reeds bracht de telefoon het bericht, dat wethouder De Meij uit het kanaal was opgehaald." Elders schrijft het blad 3 „Deze daad moet worden gezien als een uitvloeisel van de gebeurtenissen, die zich den laatsten tijd hebben voorgedaan met den voorzitter van de plaatselijke partij- afdeeling en van de gemeenteraadsfractie voor onze partij, bij wien als ambtenaar van de Nederlandsche Spoorwegen een kas tekort was geconstateerd. De Meij schijnt zich een en ander zoo te hebben aangetrok ken, dat hij daardoor tot zijn daad is ge komen." Voorts bevat de soc.-dem. pers onder staand In memoriam De Meij. „Een trouw partijgenoot, een goed mensch is heengegaan. Onze Jan de Meij, jarenlang de leider en de ziel van onze Vlissingsche arbeidersbeweging, is niet meer. De Meij kwam uit een oud-gereformeerd gezin en op jongen leeftijd moest hij in het groote gezin mee helpen verdienen. Als kleine jon gen van twaalf jaar trok hij met een hon denkar Zuid-Beveland door, om aan de be volking zijn waren te slijten en zoo mede te helpen de inkomsten van het gezin te ver- grooten. Het zal wel een lastige rakker geweest zijn en met zijn onverzettelijken wil dreef hij door, dat zijn oud-gereformeer de vader hem toestemming gaf in dienst te gaan bij de marine. In dienst heeft hij hard geblokt, maar daarnaast gaf hij zich aan de beweging. Hij is o.a. een van de mede oprichters van het marine-gebouw te Soe- rabaja. Toen hij den dienst verliet, kwam hij op nieuw in rijksdienst bij de betonning te Vlissingen. Het ligt voor de hand, dat hij spoedig na zijn komst te Vlissingen de oprichter was van de afdeeling der S.D.A.P., die met zes menschen begon. Toch vond hij bij al het werk voor de partij nog gelegenheid om te studeeren. voor stuurman en ongetwijfeld zou hij geslaagd zijn, indien hij niet afge keurd was voor de gi'oote vaart. Niet lang daarna werd hij ook afgekeurd voor de betonning en verliet den rijksdienst met een zeer klein pensioen. Hij kreeg daarna een betrekking bij het afdeelings- ziekenfonds Walcheren en hoe plichtsge trouw hij was, bleek wel uit het feit, dat hij, alvorens de betrekking te aanvaarden, met den partij-voorzitter overleg ging ple gen, of hij deze functie bij het Maatschap pij-fonds wel kon aanvaarden en of dit niet in strijd was met zijn lidmaatschap van de S.D.A.P., omdat onze beweging zich uitge sproken had voor eigen beheerde fondsen. Zou dit het geval zijn geweest, dan had hg de betrekking niet aanvaard, ondanks het feit, dat zijn pensioen zeer laag was. Met dr. Staverman samen heeft hij het Vlissingsche ziekenfonds gemaakt tot een der beste in ons land, dat zelfs de vergelij king kon doorstaan met de beste in het buitenland. Een ziekenfonds beteekende voor hem, d e instelling, die de arbeiders- lem Veiligheid en luchtvaart. (Hoofdartikel.); Een communiqué van de afdeeling Vlis singen der S.D.A.P. Stadsnieuws. Bondsdagen Nederlandsche Bond van; Gemeente-ambtenaren. (Provincie.), Nog steeds verbitterde strijd in Spanje* Nabg Irun wordt hevig gevochten. (Buitenland.)] Suppletoire begrooting Binnenlandseha Zaken posten voor Luchtbescherming en v. h. Nationaal Fonds voor bijzon dere nooden. (Binnenland.)] ZIE VERDER EVENTUEEL LAATSTE BERICHTEN BEZOEKT DE DEMONSTRATIE op Vrijdag 4 September half drie. Toonzaal Koningsweg 45 N.V. P.Z.E.Mo klasse een zoo goed mogelijk geneeskundige verzorging zou kunnen geven. Het ligt voor de hand, dat De Meij, die ook een rol speelde in de plaatselijke poli tiek, aanvallers had, die hem zijn positie misgunden en op allerlei wijze trachtten hem verdacht te maken. Deze verdachtma kingen deden hem natuurlijk wel ontzagge lijk veel pijn. Wie hem gekend hebben var£ heel dichtbij, weten dat maar al te goed,, maar weten ook, dat hij nooit den moed] heeft verloren en steeds op zijn post is ge bleven en de schrijver van dit artikel weet zeer in het bijzonder, hoe groot en warm' hart hij had, hoe honderden bij hem kwa men om hulp, en dat hij steeds bereid was deze hulp te verstrekken. Steeds was hij bereid, anderen te helpen, familie of geen familie. Bij hem wist inderdaad nooit de rechterhand, wat de linkerhand deed. Dit kon hij doen, omdat hij voor zichzelf geen enkele behoefte had. Ik heb De Meij ook gekend in zrjn omgang met zijn vader, een) beschaafden fijnen man, tot zijn dood toe streng oud-gereformeerd, politiek lid dei; Staatkundig Gereformeerden. Deze omgang deed beiden kennen als twee menschen, met fijne karakters. Onze beweging in Vlissingen, zoowel het Insti tuut als de zangvereeniging, kortom, elk onderdeel van de Vlissingsche beweging* zal Jan de Meij missen. Voor het zieken fonds en voor de vereeniging voor zieken huisverpleging beteekent het eveneens een slag, terwijl de gemeente Vlissingen in hem verliest een knap gemeentebestuurder, een financier van groote allures, die helaas al leen in de moeilijkste jaren, in de crisis, wethouder in Vlissingen was en dus onder de allerongunstigste omstandigheden moest werken. Jan de Meij was een geboren ge meentebestuurder, die in elke stad in Ne derland op zijn plaats zou zijn geweest als bestuurder. De Merj had geen kinderen. Dit is hem en zijn vrouw altijd een groot leed geweest. Zijn vrouw blijft nu alleen achter* Ik weet, dat ieder, die haar man kende, steeds de grootste achting en waardeering voor hem had. Deze achting en waardee ring gaat ook naar haar uit, die hem bijna dertig jaar lang op zijn post te Vlissingen ter zijde stond,'* Meeting en demonstratie. Enkele dagen geleden deden wij mededee ling over de op Zondag 6 September hier ter plaatse te houden meeting en demon- tratie, welke uitgaat van N.V.V. en S.D.A, P. ter propageering van Het Plan van den. Arbeid. Van de zijde van de Gewestelijke Plan-commissie Zeeland deelt men ons me de, dat de voorbereidingen thans reeds zoo ver zijn getroffen, dat er eenige teekening in de zaak komt. Het aantal deelnemers van buiten stijgt nog met den dag en wanneer de weersge steldheid blijft zooals deze thans is, dan wordt op een record-aantal bezoekers gere kend. Zondagmiddag 12 uur vertrekken de ver schillende medewerkende zang- en muziek verenigingen van verschillende punten in de stad en rukken dan naar den Koude- kerkschen weg op, waar op het terrein van de V.C. „Vlissingen" de meeting wordt ge houden. Er werken 5 muziekverenigingen en 6 zangkorn mee. Aan de opvoering van

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1936 | | pagina 1