TWEEDE BLAD
ftob's
Muontt&ren
BINNENLAND
FEUILLETON
HETfiUIS
IN DE STILTE
van de
Donderdag 16 Juli 1936. No. 166
EERSTE KAMER.
.(Vervolg zitting van 15 Juli.)'.
Begrooting Landbouw Crisisfonds.
De heer Kolff (c.h.) meent, dat de mi
nister zelf de reorganisatie van het land
bouwcrisisapparaat ter hand had kunnen
nemen, in stede van daarvoor in te stel
len de commissie-Van Loon. Hij hoopt,
dat de commissie tot een sterke decentrali
satie zal adviseeren.
De crisis-accountantsdienst bepale zich
uitsluitend tot de controle der verschillen
de organisaties. Is de aanhoudende uit
breiding van het personeel van dezen
dienst wel noodzakelijk en gewenscht De
regeering bevordere den uitvoer van land
en tuinbouwproducten zooveel mogelijk.
Wat de tuchtrechtspraak betreft, zegt
spreker, dat dubbele berechting nog steeds
voorkomt. De uitspraken van de tucht
rechtcolleges moeten openbaar gemaakt
worden.
De heer Mendels (s.d.) zegt, dat de mi
nister voor alle regeeringsbureaux den
privaat-rechterlijken vorm heeft gekozen,
omdat hij met de rechtspositie van het
personeel, dat een tijdelijke taak heeft,
geen raad wist. Maar het Rijksambtena
renreglement, aldus merkt spreker op,
kent toch tijdelijke ambtenaren. Het
dienstverband, geregeld volgens het ar-
beidsovereenkomstenbesluit, werd voor het
personeel dat een meer leidende functie
heeft niet geschikt geacht en daarom
werd dit personeel in afzonderlijke stich
tingen onder gebracht. Spreker betoogt,
dat het geheele personeel der crisisinstel
lingen werkzaam is volgens de bepalin
gen van de arbeidsovereenkomst van het
burgerlijk wetboek.
Welke misstanden of wanverhoudingen
op het landbouwcrisisbureau hebben vier
juristen genoopt, plotseling ontslag te ne
men? De minister is spaarzaam in zijn
mededeelingen. Het is niet juist, een ad
vocaat, wiens levenswandel veel te wen-
ischen overlaat, als chef aan te stellen van
een kleine juridische afdeeling, boven vier
juristen van onbesproken gedrag.
De heer Otten (v.d.) betoogt, dat een
verdere verlaging van de prijzen der land
bouwproducten niet mogelijk is. De export
van onze landbouwvoortbrengselen moet
zooveel mogelijk worden gehandhaafd.
Spreker gelooft niet, dat vermindering
van dé' melkproductie voordeel zal ople
veren. De teeltregeling zal z.i. niet leiden
tot een vermindering van deze productie,
doch zij kan nog niet gemist worden in
verband met de vleeschvoorziening.
De vergadering wordt om half vijf ver
daagd tot hedenmorgen 11 uur.
Vergadering van Donderdag 16 Juli.
Voortgezet wordt de behandeling van
de begrooting van het landbouw-crisis-
fonds voor 1936.
De heer De Marchant et d'Ansembourg
(n.s.b.) merkt op, dat bij de behandeling
van. het vaste-lasten ontwerp in de Twee
de Kamer de meerderheid het crisisbeleid
heeft afgekeurd. Doch men heeft aan die
afkeuring niet de consequentie verbonden,
om de regeering tot aftreden te dwingen.
Ook in deze Kamer zal wel een meerder
heid voor deze begrooting zijn, hoewel het
goed zal zijn, de begrooting niet goed te
keuren, omdat de gevoerde politiek funest
voor ons land is.
De regeering faalt in haar landbouw-
crisisbeleid, omdat zij de vele steunmaat
regelen dictatoriaal aan de boeren op
legt. De heerschende mentaliteit ten aan
zien van de beteekenis van den landbouw
is mede oorzaak van dit falen.
De belangen van ons land mogen niet
ondergeschikt gemaakt worden aan staats
vormen in het buitenland. De sanctie
maatregelen tegen Italië heeft ook voor
onzen landbouw nadeelige gevolgen, ge
had'. Maar het fascistisch Italië heeft de
overwinning behaald en door de opheffing
van sancties over 52 demo-liberale staten
gezegevierd vroolijkheid)
De N.S.B. zal aan deze begrooting haar
steun niet kunnen geven.
De heer Van den Bergh (lib.) betoogt,
dat de gevoerde landbouwpolitiek voor
diverse producten bevredigende resultaten
heeft opgeleverd.
Alleen voor onze zuivelindustrie, welke
70 van den landbouw omvat, hebben de
maatregelen tot nu toe gefaald. Tegen
over een sterke toename der boterpro-
ductie staat een reusachtige achteruit
gang van den export. De laatste jaren is
de uitvoer van boter naar Engeland geste
gen, maar tegen belachelijk lage prijzen.
De margarine-omzet is sterk verminderd,
waaraan de clandestiene eigen margarine-
fabrieatie met behulp van lager belaste
spijsvetten niet vreemd is. De Minister
streve naar een meer bevredigende prijs
regeling.
De heer De la Bella (s.d.) betoogt, dat
de heffing op boter geleidelijk met 32 cent
per kilogram is geheel onvoldoende. De mar-
op margarine met 40 cent per kilogram
is verhoogd. Het groote deel der bevol
king dat op margarine is aangewezen on
dervindt hier sterk de nadeelen van. De
vermindering van de heffing met 4 cent
per kilogram geheel onvoldoende. De mar-
garineprijzen dienen sterk verlaagd te
worden. Groote groepen van onze bevol
king zijn nu van deze producten verstoken
hetgeen de volksgezondheid op den duur
moet schaden.
De regeering zou, blijkens haar mede
deelingen, de grootste objectiviteit betrach
ten ten aanzien van de verhouding tus-
schen coöperaties en handel. De praktijk
laat evenwel, aldus spreker, ruimte voor
twijfel. Een coöperatie te Haarlem zou
melk IV2 cent goedkooper kunnen bezor
gen dan vroeger, maar de voorwaarden,
welke de minister stelde, maakten de re
geling onuitvoerbaar en de prijsverlaging
onmogelijk. Een eerlijke poging van een
paar coöperaties, om de distributiekosten
te verlagen, werd onmogelijk gemaakt.
Eenerzijds streeft de regeering naar loons
verlaging, doch anderzijds houdt zij de
vermindering van de kosten voor levens
onderhoud tegen. In Haarlem is onrecht
geschied en de minister stelle een nieuw
onderzoek in.
De Paleïs-Raadhuiskwestïè te Amsterdam.
Blijkens het eindverslag over het ontwerp
van wet tot goedkeuring van de overeen
komst, houdende afstand om niet door de
gemeente Amsterdam aan den staat van het
Koninklijk Paleis aan den Dam, te Amster
dam en uitkeering door den Staat aan de
gemeente Amsterdam van een bedrag groot
10 millioen gulden, voor den bouv; van een
nieuw raadhuis, verklaarde men vrij alge
meen zich met de voorgestelde regeling te
kunnen vereenigen.
Slechts enkele bezwaren werden daarte
gen geopperd.
Zoo billijkten eenige leden wel is waar ten
volle, dat de gemeente Amsterdam prijs
stelt op den bouw van een nieuw raadhuis,
doch betreurden zij, dat de te dien aanzien
met het rijk getroffen schikking inhoudt,
dat heb aloude paleis aan den Dam voor
goed aan zijne oorspronkelijke bestemming
zal worden onttrokken. In stede van het
daaraan te doen beantwoorden, wordt de
huidige toestand bestendigd, waarbij het
slechts weinige dagen per jaar in gebruik
is. Deze leden waren ook van meening, dat
de gemeente Amsterdam uit overwegingen
150. Enige minuten gingen voorbij. Toen hoorde Rob geritsel
achter zich. Rob keek om en stond tegenover een gebaarde,
bruine man, gekleed als een Arabier. Andere gewapende man
nen kwamen te voorschijn. Op een teken van den hoofdman
werd R.ob gegrepen, gebonden, en geblinddoekt weggeleid.
151. Rob had geen idee, waar hij heen gebracht werd, maar
aan het ruisen van de bomen hoorde hij, dat de tocht door
het woud voerde. Plotseling werd halt gehouden, een hoorn-
toon weerklonk, die dadelijk door een andere werd beantwoord.
Toen ging het weer verder.
(Morgen vervolg
van piëteit en traditie nieb in de gedane
transactie had mogen treden.
Voorts betoogden zij, dat het tegenwoor
dige raadhuis onlangs aanzienlijk was uit
gebreid, zoodat die gemeente beter had ge
daan met, indien zij al behoefte had aan een
geheel nieuw raadhuis, gunstiger tijden af
te wachten en dan uit ..eigen middelen dat
gebouw te stichten. Het paleis aan den Dam
had dan tevens kunnen worden gerestau
reerd voor representatieve doeleinden.
Verscheidene leden achtten het bedrag,
hetwelk, indien de te dier zake bestaande
voornemens zullen worden ten uitvoer ge
legd, aan den bouw van een nieuw raadhuis
zal worden besteed, te hoog. Deze leden
achtten zuinigheid ook op dat stuk geboden
en dezelve hier niet in genoegzame mate be
tracht. Bovendien vestigden zij er de aan
dacht op, dat het raadhuis, indien eenmaal
gebouwd, nog aanzienlijke exploitatiekosten
zal vorderen, welke kosten voortdurend zul
len blijven drukken op de toch reeds in fi
nancieel opzicht niet sterke gemeente Am
sterdam.
Vele andere leden verklaarden de geop
perde bezwaren niet te deelen. Zij juichte
de, na een overleg var jaren gekozen, oplos
sing alleszins toe en brachten hulde aan de
genen, die aan hare totstandkoming hadden
medegewerkt. Bovendien achtten zij hier een
goed werkobject aanwezig.
Ten slotte legden zij" den nadruk op de
nationale beteekenis van.de gedane transac
tie, waardoor een historisch monument van
de grootste waarde rijkseigendom wordt en
dat daarnevens de hoofdstad in staat wórdt
gesteld, zich een raadhuis te verschaffen,
dat beantwoordt aan de eischen des tijds.
Suppletoire begrooting handel, nijverheid
en scheepvaart voor 1935.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging en verhooging van het tiende hoofd
stuk der rijksbegrooting voor 1935, waar
bij het eindcijfer wordt verhoogd met
13.676.685.
De eigenlijke verhooging bedraagt ech
ter slechts 145.000, aangezien het overi
ge bedrag door daartegenoverstaande mid
delenopbrengst kan worden gecompen
seerd. Dit betreft o.a. de volgende bedra
gen 460.000 aan de commissie voor den
uitvoer naar Frankrijk van vleesch en
vleeschwaren tot bet doen van uitkeeringen
van 1 voor elk lam, dat blijkens in 1933
gehouden inventarisatie in het bezitwerd
bevonden van diegenen, die toen het houden
van schapen als hoofd- of nevenbedrijf uit
oefenden
ongeveer 1.800.000 aan den rijksvoor
lichtingsdienst voor pluimveeteelt te Beek
bergen voor den export van eieren naar
Duitschland en mede ter dekking van de
uitgaven- voor de expositie op het pluimvee
congres te Rome en van een tekort op de
uitgaven van de in September 1934 te Am
sterdam gehouden land- en tuinbouwten
toonstelling
10.000.000 aan de stichting „Nederland-
sche Zuivelcentrale" tot het doen van uit-
keéringen aan melkveehouders.
Deze uitgaven worden geheel uit de ont
vangsten bestreden.
De C.P.N. en de a.s. verkiezingen.
De communistische partij van Nederland
heeft zich met een schrijven gewend tot het
partijbestuur der S.D.A.P., naar aanleiding
van de a.s. parlementsverkiezingen.
Daarin wordt verklaard, dat de a.s. ver
kiezingscampagne gericht moet zijn op een
verandering van het regeeringsbeleid, waar
bij inplaats van de huidige „aanpassingspo
litiek" een politiek komt in overeenstem
ming met de wenschen van de overgroote
meerderheid van het Nederlandsche volk.
Verder wijst de C.P.N. erop, dat een
nieuwe situatie wordt geschapen, doordat
voor het eerst de N.S.B. aan de Tweede Ka
mer-verkiezingen zal deelnemen.
Dit maakt een nieuwe strijdformatie
noodzakelijk, waarbij alle partijen, die de de
mocratische en grondwettelijke rechten des
vólks weuschëh té behouden verhoeden, da.t -
de N.S.B. groeit door de verdeeldheid der
tegenstanders.
De C.P.N. wijst op de verheugende resul
taten, die de samenwerking der anti-fascis
tische krachten in een land als Frankrijk
heeft geboekt, waar aan het fascisme daar
door ernstige slagen zijn toegebracht.
De bedreiging van de onafhankelijkheid
van Nederland van de zijde van het fascisti
sche Duitschland, aldus het schrijven
maakt het tevens tot een belang van de
eerste orde, dat de N.S.B. deze voorpost
van het Hitler-fascisme in Nederland
wordt teruggedrongen.
De C.P.N. doet daarom een beroep op het
partijbestuur van de S.D.A.P. om in het be
lang van het Nederlandsche volk onderhan
delingen te openen om te komen tot een
eenheidslijst, waarop de candidaten van S.
D.A.P. en C.P.N. gezamenlijk voorkomen.
De C.P.N. stelt zich bij de a.s. verkiezin
gen niet ten doel eigen verkiezingswinst te
verkrijgen ten koste van de democratische
partij, doch streeft naar den nederlaag van
de fascistische en reactionaire groepeerin
gen.
Zij stelt daarom voor een niet-aanvals-
verdrag tusschen deze democratische par
tijen.
Propaganda voor Nederland per rijdend
reisbureau.
Geméld wordteen nieuw en origineel
idee, om propaganda te maken voor Neder
land, teneinde het vreemdelingenbezoek te
bevorderen en meer bekendheid te geven
aan ons mooie land en alles wat het pres
teert, zal worden uitgevoerd door mevrouw
F. RepeliusPerel, te 's-Gravenhage, die bij
voldoende deelname van belanghebbenden
en belangstellenden een reis zal maken door
Europa en Noord-Amerika per rijdend reis
bureau, nl. een auto met als reisbureau in
gerichte z.g. caravan. Dit reisbureau zal alle
mogelijke inlichtingen over Nederland ge
ven op een propaganda makende wijze. Alle
inlichtingen worden gratis verstrekt, terwijl
er kwistig propaganda-materiaal zal uitge
reikt worden.
De A.N.V.V. heeft zich bereid verklaard
de gelden, die voor deze reis noodig zijn, te
beheeren, terwijl ook in overleg met A.N.V.
V. de route wordt bepaald.
Gelden voor dit doel kunnen gestort wor
den op de giro van A.N.V.V. (Algemeene
Nederlandsche Vereeniging voor Vreemde
lingenverkeer) no. 42463, onder vermelding
propagandarëis per rijdend reisbureau.
Alle verdere inlichtingen worden gaarne
verstrekt door mevrouw F. RepeliusPerel,
Van Alkemadelaan 187, Den Haag.
MARINE EN LEGER
De le luitenant B. F. M. Wijtenburg, van
het 8e reg. infanterie te Arnhem, zal optre
den als detachements-commandant van de
groep dienstplichtigen van het 8e en 19e
regt. inf. die aan de vierdaagsche afstands-
marschen te Nijmegen zal deelnemen.
Directeur Artillerie-Inrichtingen.
Bij Kon. besluit van 15 Juli 1936 is
aan den heer D. Rijnders, op zijn verzoek,
wegens het bereiken van den pensioenge
rechtigden leeftijd, met ingang van 1 Octo
ber 1936 eervol ontslag verleend uit zijn
functie van directeur, voorzitter der direc
tie van het staatsbedrijf der artillerie-in
richtingen, zulks onder dankbetuiging voor
de vele en gewichtige diensten door hem
gedurende vele jaren aan den lande bewe
zen.
Oud-gezagvoerder Karei overleden.
Op 50-jarigen leeftijd is te 's-Gravenhage
overleden de heer J. Karei, oud-gezagheb
ber bij de gouvernements-marine. De veras-
sching van het stoffelijk overschot zal
plaats hebben te Driehuis-Westerveld a.s.
Zaterdag na aankomst van trein 11.41 uur.
28)
fc;.j Naar hei Engelsch van
ADELINE SERGEANT
Een oogenblik keek Lancaster hem zwij
gend aan. Er lag een soort vragende uit
drukking in Lancaster's scherp, sluw ge
zicht. Hoever zal hij gaan? Dat was de
vraag die hem bezig hield. Tot hoever zou
het veilig zijn om een man als Everard te
dwarsboomen
„Mag ik vragen welke dokter u heeft?"
vroeg Hume plotseling.
„Wij waren bij een specialist in Londen",
verklaarde Lancaster. „Hij gaf ons advies,
dat wij opgevolgd hebben en ik ben zelf
dokter, zoodat we het niet noodig vonden
er een plaatselijken arts bij te halen."
„Dan", meende Hume, „zou ik u aanra
den dit alsnog onverwijld te doen. Als
Claire zoo ziek is, als u ons wilt doen ge-
looven, sta ik er op dat zij door iemand van
buitenaf wordt behandeld
„Ik ben zelf medicus", hehaalde Lancas
ter. „Ik weet heel goed, hoe ik Claire bij
die aanvallen moet behandelenhaar hart
is niet in orde."
Hume verbleekte bij die woorden.
>,Toch", zei hij, „heb ik het recht om
Claire te spreken. Ik zal er voor zorgen
dat zij kalm blijft, maar als zij ziek is, is
er des te meer reden om haar te bezoeken."
„Als u er zoo over denkt, meneer Hume",
zei Lancaster, terwijl hij plotseling van zijn
stoel opstond, „zal ik geen verdere bezwa
ren maken. Het risico neemt u op u?"
„Ik weet niet precies, wat u met risico
bedoelt, maar als u denkt, dat mijn bezoek
haar zal opwinden, moet ik u zeggen, dat
u zich vergist."
Een oogenblik leek Lancaster verbijsterd.
Zijn oogen vernauwden zich, terwijl hij
achterdochtig naar Hume keek.
„U hebt haar gezien u hebt haar ge
sproken, sedert u in Engeland kwam", riep
hij kwaad. „Zij is mij tenslotte te slim af
geweest
Hume noch Meynell achtten het raad
zaam te antwoorden en wachtten vol span
ning op de vragen die komen zouden, maar
Lancaster bleef met zijn oogen naar den
vloer gericht, zwijgen. Tenslotte beheersch-
te hij zich met moeite, keek op, en bewoog
zich langzaam naar de deur.
„Als u het riskeeren wilt", zei hij, met
effen stem, „zal ik u de gelegenheid ver
schaffen, die u wenscht. Komt u mee naar
Claire's kamer, dan zult u haar dadelijk
zien. Uw getuige kunt u meenemen."
„Kom Claude", sprak Hume. „We kun
nen beter samen gaan."
Daarna volgden zij Lancaster de ver
waarloosde trap op, die naar de eerste ver
dieping van het huis leidde. Toen zij links
den corridor doorgingen, zagen zij Nell Da-
venant, die op het punt scheen zich bij hen
te voegen, maar voor zij een paar stappen
gedaan had, wees Lancaster haar bevelend
terug. Claude hield plotseling stil. Hij wil
de haar iets toeroepen, maar toen hij Lan
caster's gebiedend handgebaar zag, kon hij
alleen maar een blik met Nell wisselen,
dien Lancaster opving.
„Zoo 1 Dus u hebt juffrouw Davenant
ook ontmoet?" vroeg hij zacht.
Claude gaf geen antwoord. Toen opende
Lancaster de deur van Claire's kamer.
„Treedt binnen inviteerde hij op rustig
spottenden toon. „Hier is Claire. Onder
vraagt haar, als u daar zin in hebt."
Hume liep op het bed toe en slaakte
een kreet. Inderdaad lag Claire daar, maar
stil bewusteloos. Maar één blik over
tuigde hem, dat Zij nog leefde, hoewel het
gezicht met de witte lippen en een glimp
van de glazige oogen, juist onder de lange
wimpers zichtbaar, hem een schrik op het
lijf joegen.
„Zoo, nu hebt u Claire gezien", zei Lan
caster hatelijk „nu kunt u zelf beoordee-
len 0" het de moeite waard is. Misschien
bent u nu tevreden gesteld en zult u haar
verder met rust laten."
XXII.
Mislukt.
Nell had eenige uren in groote spanning
doorgebracht. Van het oogenblik af, dat zij
gehoord had dat Claire niet. in orde was
en zij uit haar kamer verbannen werd, ver
moedde zij, dat er iets niet in den haak
was. Wat er in den tijd, dat zij van Claire
gescheiden was, gebeurde, is zij. nooit te
weten gekomen. Den volgenden morgen
was het duidelijk genoeg, dat Claire zwaar
ziek was. Zij verkeerde in een toestand van
vreemde stompzinnigheid, waaruit het on
mogelijk was haar op te wekken en bij tus-
schenpoozen herhaalden zich de oude aan
vallen van kreunen en hardop schreeuwen,
totdat zij tenslotte scheen te verzinken in
een toestand van volkomen apathie, waar
in zij zich van niets bewust was.
In dezen toestand van apathie mocht
Everard Hume haar bezoeken. Op de bo
venverdieping wachtte Nell hem op en
wrong haar handen in wanhoop bij de ge
dachte dat het bijna onmogelijk zou zijn
een woox'd met hem te wisselen. Want
iemand die Claire in dien toestand zag, zou
zich natuurlijk verbeelden dat zij gevaarlijk
ziek was, terwijl Nell de overtuiging had
dat haar apathie veroorzaakt werd door
een bewelmend middel en dat Claire, zoo
spoedig dit was uitgewerkt, weer zich zelf
zou zijn. Hoe zij tot die overtuiging geko
men was, wist ze eigenlijk zelf niet, maar
zij was er zeker van, en zag uit naar een
gelegenheid om Hume te waarschuwen en
hem van haar vermoedens op de hoogte te
stellen.
Zij had gehoopt hen op hun weg naar
Claire's kamer te waarschuwen en hem
van haar vermoedens op de hoogte te stel
len, maar dit werd haar door Lancaster
onmogelijk gemaakt. Maar toen zij een
maal in Claire's kamer verdwenen waren,
kreeg zij een idee. Als zij Hume binnenshuis
niet kon spreken, zou zij er zeker in kun
nen slagen hem buiten te ontmoeten. Als
zij vlug de laan afliep naar den grooten
weg, zou ze er vroeg genoeg zijn om hen
te treffen en te vertellen dat Claire niet
zoo ziek was als zij er uit zag, en dat zij
waarschijnlijk binnen een paar dagen weer
normaal zou zijn.
Zachtjes, zonder ook maar iemand te ont
moeten, ging zij de trap af. Ook buiten
scheen de kust volkomen veilig. Zij ging
door een zijdeur naar buiten en begaf zich
over de binnenplaats naar een plantsoentje
aan den achterkant van het huis, vanwaar
een klein wit hek toegang gaf tot de laan.
Toen zij daar gekomen was, hoorde zy het
geluid van een deur die geopend werd, en
de stem van Lancaster, die zijn bezoekers
uitliet. Door de dicht ineen gegroeide hoo
rnen spoedde zij zich naar het witte hek.
Als zij dat eenmaal bereikt had, was zy
overtuigd de twee mannen te treffen, want
dan kon zij de laan aan beide zijden over
zien en hen, indien noodig, achterna snel
len, voor het geval zij een andere richting
namen. Maar toen zij het witte hekje be
reikt had, trad een gestalte van tusschen
de boomen naar voren en een ruwe stem
sprak
„Neen, niet verder gaan Ga naar huis
terug en blijf daar'"
Nell deinsde achteruit en kreeg een
hoogroode kleur. Niet zoozeer van verwon
dering om Cyril Lancaster daar te ont
moeten, dan wel van verontwaardiging om
zijn familairen toon. Wat bezielde hem, om
haar als een kind naar huis te sturen?
Zij besloot daarom voet bij stuk te hou
den en Cyril Lancaster, die daar als schild
wacht scheen te staan, te trotseeren.
(Wordt vervolgd.?