500
300
25
WOENSDAG
13 APRIL
:No.89i
74e «Jaar gang;
UitgaveFirma F. VAN DE VELDE lr„ Walstraat 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287
Vorschiint dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
De DarJoncIlcn
Dr. Van Schelven in ons land.
§el»em»te«itssei»
«an Jew Jng
STADS- ENPROVINCIENIEUWS
1936!
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn f2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, üuitschland
en Frank: ijk f3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels fl.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel. Kleine advertenties van 1 -5 regels 50 ct. Iedere regel
meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1 5 regels fl.—alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van eén
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van een
anderen vinger.
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSW AARDE, INGESTELD DOOR, DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Turksch sperfort tusschen Engeland en Rusland
Turkije wenscht herziening der verdragen!
De laatste gebeurtenissen betrekking heb
bende op bet pact van Locarno hebben een
andere aangelegenheid volkomen op den
achtergrond gedrongen. Bijna de geheele
Europeesche pers heeft de verklaring van den
Turkschen minister van buitenlandsche za
ken, waarin deze aandrong op een oplossing
van het probleem van de versterking der
zeestraten, zonder commentaar weergegeven.
Bovenstaand vraagstuk heeft een juridi
sche en een politieke zijde. Juridisch ligt de
aangelegenheid zoo, dat het Turkije door
het verdrag van Juli 1923 verboden is, de
Dardanellen te versterken. Deze overeen
komst bepaalt verder, dat een "Volkenbonds
commissie onder voorzitterschap van een
Turk moet waken voor een vrije en onge
hinderde doorvaart door de zeestraat. In
alle gevallen, zoowel in vredes- als in oor
logstijd, is het recht van vrije doorvaart
zoowel voor handels- als oorlogsschepen
onbeperkt.
Deze overeenkomst is niet opgenomen in
het kader van het vredesverdrag van Lau
sanne, doch werd in aansluiting aan deze
vredesonderhandelingen afgesloten. Turkije
onderteekende de overeenkomst vrijwillig,
zoodat er een parallel met het Locarno-pact
valt waar te nemen. Deze parallel laat zich
bovendien nog verder doortrekken juist
omdat Turkije zich op aandringen van En
geland bereid verklaarde de overeenkomst
betreffende de Dardanellen' te onderteeke
nen, werden de militaire clausules van het
vredesverdrag van Sèvres niet in de over
eenkomst van Lausanne opgenomen en
Turkije werd in militair opzicht van alle
beperkingen bevrijd.
Engeland en de Dardanellen.
De grootste belangstelling voor de neu
traliseering van de Dardanellen toonde En
geland te Lausanne. Deze belangstelling
vindt zijn oorzaak in de ervaringen, die men
in den wereldoorlog had opgedaan en waar
uit de groote militaire beteekenis van deze
zeestraat was gebleken. De Dardanellen
bleken in den wereldoorlog" een onneembare
vesting te zijn. De verbinding tusschen Rus
land en de Geallieerden kon ondanks de
meest krachtige aanvallen van de verbon
den vloten niet tot stand worden gebracht
en de Engelschen verloren bij Gallipoli een
groot aantal van hun beste schepen.
De situatie is intusschen sinds den we
reldoorlog volkomen veranderd en gelijkt
ook op geen enkele wijze meer op den toe
stand onmiddellijk na het einde van den
burgeroorlog in Rusland, die op de confe
rentie te Lausanne in het brandpunt der
belangstelling stond. Er is op het oogen-
blik geen sprake meer van een mogelijke
interventie in Zuid-Rusland en daarom is
het oogenschijnlijk ook niet meer noodza
kelijk, den weg van de Middeïlandsche naar
de Zwarte Zee vrij te houden.
Turkije wenscht versterking.
Turkije heeft er zijnerzijds jaren lang aan
gewerkt, aan de Dardanellen een feitelijke
situatie te scheppen, die geenszins meer
met de juridische overeenkomt. Dit is
hoofdzakelijk met Russischen steun ge
schied. Voorloopig trachtte Turkije, die ook
de jure de volle souvereiniteit over de zee
straten bezit, deze militair, te beveiligen.
Intusschen beperkte Ankara zich daarbij
tot het in stand houden van de oude verde
digingswerken, om op het beslissende mo
ment steeds klaar te staan. Dit oogenblik
scheen voor Turkije gekomen, toen de ont
wapeningsconferentie ineenstortte en 'ook
Duitschland den Volkenbond verliet.
Men zal zich herinneren, dat Turkije op
dit tijdstip het probleem der zeestraten of
ficieel te Genève ter sprake bracht. Enge
land bleek toen nog steeds een tegenstan
der van nieuwe versterking te zijn en daar
ook Frankrijk de Turksche wenschen niet
ondersteunde, liep de geheele zaak dood.
Maar sinds dien tijd heeft Turkije de Dar
danellen eigenlijk weer versterkt. Het door
de conventie verboden in stelling brengen
van zwaar geschut heeft inde meest be
langrijke forten reeds plaats gevonden, de
garnizoenen zijn versterkt en reeds op het
oogenblik zou het geen kinderspel zijn, om
de Dardanellen aan te vallen.
De Turksche politiek was, sinds Kemal
Ataturk aan haar hoofd staat, steeds met
de gedachte bezield, een evenwicht tus
schen Engeland en Rusland te houden. Dit
thema heeft Turkije uiterst handig en in
vele variaties weten te bespelen. De betrek
kingen niet. sovjet-Rusland zijn zeer nauw,
zonder dat de communistische propaganda
de mogelijkheid heeft, in Turkije 'n vrucht
baar arbeidsveld te vinden. En de betrek
kingen met Engeland zijn zeer goed, on
danks het feit, dat de Britsche en Tuncsche
belangen in Voor-Azië nog al eens op elkaar
botsen.
Geen belang meer bij eeii vrije
doorvaart.
In de Dardanellenkwestie moest Turkije
logischerwijze door de beide mogendheden
gelijktijdig ondersteund worden. Voor Rus
land beteekenen de versterkte zeestraten
sperforten, die het tegen verrassing uit het
Zuiden beschermen. En voor Engeland be
teekenen de zware kanonnen aan den Bos
porus eveneens veiligheid tegenover verras
singen in Voor-Azië. Zooals de zaken op
het oogenblik liggen, hebben de beide groo
te mogendheden veel minder belang bij een
vrijen zeeweg, dan wel bij een buffer, die
mogelijke tegenstellingen bij tijds vermag
op te vangen.
Het is dan ook waarschijnlijk, dat dé
Turksche wenschen dit keer gehoor zullen
vinden. Natuurlijk zou Turkije de Locarno-
aangelegenheid tot precedent kunnen ne
men en het verdrag van Lausanne kortweg
opzeggen. Aanleiding tot een dergelijke
daad heeft Ankara echter niet, want ten
slotte is Turkije in den Volkenbondsraad
vertegenwoordigd, en een dergelijke ver-
dragsscbending zou Genève maar weer voor
nieuwe moeilijkheden plaatsen. Binnen af-
zienbaren tijd zal men zich wel aan de con
ferentietafel zetten en alles wijst er op, dat
ook in het Turksche geval tot een herzie
ning der verdragen zal worden besloten.
(Nadruk verboden)
Vreeselijke ervaringen in Abessinië.
Naar men weet was dr. Van Schelven met
de „Christiaan Huygens" uit Port Said ver
trokken om, na de emoties in Abessinië, in
eigen land herstel te zoeken van zijn ver
wondingen.
Zijn toestand was van dien aafd, dat een
rustkuur noodzakelijk was en daarom was
het aanvankelijke plan om aan boord te
blijven tot Amsterdam. De boe treis heeft
hem echter zoo goed gedaan, dat dr. Van
Schelven zich krachtig genoeg gevoelde om
in Genua van boord te gaan en met den
boottrein van de maatschappy Nederland
naar Arnhem te vertrekken, waar hij he
denochtend is aangekomen.
Een redacteur van het A.N.P. is dr. Van
Schelven tot Dusseldorf tegemoet - gereisd
en heeft in den trein een onderhoud met
hem gehad en van hem, na de min of meer
fragmentarische berichtgeving over zijn
lotgevallen, een aaneengeschakeld relaas
gehoord, van hetgeen hem is overkomen.
Dr. Van Schelven zelf voelde er eerst niet
veel voor. Zijn toestand was bevredigend,
zeide hij. Wel voelde hij zich nog wat slap,
doch dit zou, naar hij hoopte,, spoedig beter
worden. Voor het overige was er, naar hij
opmerkte, weinig nieuws.
Toen kwam mevrouw Van Schelven, die
in gezelschap van haar zestienjarigen zoon,
haar man tot Port Said was tegemoet ge
reisd, den journalist te hulp en te samen
wisten zij dr. Van Schelven aan het praten
te krijgen en hem verschillende bijzonder
heden te laten vertellen.
Dr. Van Schelven vertelt.
„Wij konden niet werken", a;<ius dr. Van
Schelven, „als wij by elkaar .bleven. De.am
bulance moest zich splitsen. Dat was onze
overtuiging en hoewel wij de gevaren daar
aan verbonden, niet onderschatten, hebben
wij zulks gedaan. Het hoofdbestuur van het
Roode Kruis was er nooit veór geweest.
Steeds had men in Den Haag gezegd bij el
kaar blijven en, achteraf gezien, is gebleken,
dat het splitsen inderdaad cuitengewone
groote risico's met zich bracht.
Wij meenden echter, dat het belang van
onzen arbeid het vorderde. De eenheid, waar
ik toe behoorde, ontmoette een aantal re
bellen. Nu moet men zich van rebellen ui
Abessinië geen verkeerde voorstelling ma
ken. Dit zijn eenvoudig wilden,, die in ben
den van do bergen komen,, geheel naakt zijn
en rooven en plunderen waar zij maar kun
nen. Wanneer een Abessijnsch escorte
dergelijke rebellen ontmoet, wordt er
zonder meer op hen geschoten. Ons escorte
viel dan ook dadelijk de rebellen aan en bij
deze vechtpartij vielen verschillende doo-
den. Wij trachtten den strijd te doen eindi
gen en toen onze begelëiders twee gevangen
rebellen ook wilden dooden, het bén wij dit
belet. Dit ging zelfs niet zonder dat wij de
menschen op de meest krachtige manier
dwongen met de moordpartij op te houden.
Waarschijnlijk heeft dit optreden mij het
leven gered. Want de rebellen namen
wraak. Wij zagen ze om ons heen sluipen
en inderdaad werd onze eenheid, -korten tijd
later overvallen; Wij verdedigden ons zoo
goed wij konden. Echter was de overmacht
te groot.
Onze gids zag ik naast mijneervallen
en daarna werd mij alles zwart voor de;
oogen en zakte ik ineen. Ik was door twee
kogels in de borstkas getroffen.
Hoe lang ik daar bewusteloos gelegen
heb, weet ik niet. Toen ik echter bijkwam,
stond een Abessijnsch roover voor mij met
de p.unt van zijn speer op mijn buik. Ik
dacht toen, dat 't met mij afgeloopen was en
iedere seconde- verwachtte ik, dat de wilde
toe zou steken. Hij deed dit evenwel niet
en ik bemerkte, dat hij bijzondere aandacht
had voor mijn horlogeketting. Ik maakte
die los en gaf hem deze. Daarna maakte
ik een beweging alsof ik schieten wou
hoewel mijn revolver kwijt was en daar
op retireerde de roover langzaam.
De haat der, rebellen ging-in de eerste
plaats tegen de Abessiniërs zelf. Voor hen
kenden zij geen genade. De blanken waren
nog zoo kwaad niet; zoo dachten zij blijk
baar.
Van de he! !u den hemel.
Nooit zal ik vergeten .hoe ik twee dagen
daar gelegen heb in de woestijn, bij tijden
het bewustzijn verliezen -'e, gekweld door
pijn en dorst, met een aantal Ijken om mij
heen en de sluipende hyena's in. de onmid
dellijke nabijheid.
Ik had geen kracht om op te staan.
Adem kon ik nauwelijks halen. Met een
riem trachtte ik mijn. wonden af te binden
en uitgeput door het hevig bloedverlies
bleef ik uur na uur liggen.
De dorst, welke ik leed was net ergste. Ik
voelde in mijn zakken en vond een medi
cijn, welke ik gretig slikte.
Langzamerhand drong het tot mij door,
dat ik uit deze hel moes; wegkomen,
omdat het anders onherroepelijk met mij ge
daan zou zijn. Ik sleepte mij voert en na een
niet te vertellen lijden, bereikte -ik een dorp.
Hier beduidde ik, dat ik water moest heb
ben. Het duurde echter uren voor ik het
kreeg. Het geheele dorp liep eerst uit om
mij te zien en toen begonnen alle inwoners
te delibereeren wat zij met mij zouden doen
en of ze mij water zouden geven. Eindelijk
kreeg ik het lang begeerde te c'rinken. Toen
werd ik het dorp uitgejaagd, en kroop meer
dan. ik liep naar het volgende dorp.
Het was een waanzinnige toestand. Alle
dorpen werden bewoond door rooversben-
den, die elkaar bevochten en die bang voor
elkander waren. Hoe ik eindelyk in Kwo-
ram gekomen ben, weet ik nog niet
Mevrouw VanSchelven viel. haar man in
de rede en wees op zijn handen, welke vol
kerven en sneden waren. „Zoo is hij over de
rotsen gekropen", voegde zy hieraan toe.
„Eigenlijk hebben de brieven van mijn
vrouw mij het leven gered", zoo ging dr.
Van Schelven .verder^.want ik.nad een pak
brieven in mijn binnenzak en daardoor werd
de kogel iets gestuit. Had deze 'n millimeter
verder gegaan, dan zou ik u naar alle
waarschijnlijkheid nu niet meer kunnen
vertellen.
In Kworam kwam ik in een hemel ver
geleken met wat ik had moeten doorstaan.
Ik was er de gast van den Negus en werd
twee dagen in den keizerlijken schuilkelder
verpleegd. Ik zou toen per vliegtuig naar
Dessie gaan, maar deze toezegging van den
Negus is hem duur te staan gekomen, want
beide vliegtuigen, welke hij voor mij be
stemd had, werden vernield. Op het veld
stond de machine voor mijn vertrek al ge
reed, toen Italiaansche bommenwerpers er
bommen op wierpen. Toen zou ik des na
middags met een tweede vliegtuig vertrek
ken. Ik stond al gereed om in de cabine
te stappen toen- wederom de Italianen na
derden en bommen lieten vallen Ik maakte
dat ik uit de buurt kwam en de Italianen
misten aanvankelijk met hun bommen-
werpen. Daarna vlogen zij zeer laag. over
het terrein en vernielden met mitrailleurs
de machine.
De Negus besloot toen, dat ik per auto
naar Dessie zou gaan. Daartoe stelde hy
zijn eigen muilezel te myner leschikktng
Drie uur moest ik op dit dier rijden om
by het begin van den autoweg naar Dessie
te komen. Met de keizerlijke auto ging het
toen verder, Echter waren wij nog niet aan
het eind van onze ellende, want bij het
oversteken van een rivier, geraakte de ben
zinetank lek en vulde deze zien met water.
Wy moesten toen wachten tot er een
vrachtauto met gewonden kwam en daarbij
konden wij nog een plaatsje krijgen.
Zoo kwamen wij in Dessie. dat mij na
alle doorgestane ontberingen cd verschrik
kingen werkelijk een paradijs leek.
Nu moet men zich ook van dien tocht
naar Dessie vooral geen te mooie voorstel
ling maken. Herhaaldelijk werd onze ka
ravaan door Italiaansche vliegtuigen ge
bombardeerd en het mag werkelijk een
wonder heeten, dat wij zonder groote onge
lukken in ons basiskamp aankwamen.
U kunt zich voorstellen hoe vreemd ik
mij voelde toén ik weer in een bed lag.
Maar nog merkwaardiger vond ik, dat wij
niet geregeld gebombardeerd werden. Aan
het front was "ik daar zoo aan gewoon ge
raakt, dat de stilte in Dessie mij trof".
Abessinië en het Abessijnsche volk.
Vervolgens vroeg de journalist dr. Van
Schelven wat zijn indruk was van het Abes-"
sijnsche volk, van hun beschaving en cul
tuur.
„Het. is een vrijgevochten, tuchtlooze be
volking. Italiaansch protectoraat zal zon
der twijfel zegenrijk zijn voor dit volk."
Maar aan den anderen kant gun ik nie
mand, dat hij zijn vrijheid verliest.
Het land is eigenlijk te greot. De Abes
siniërs bewonen nauwelijks drie provincies.
De overige hangen er maar zoo wat aan.
Zij zijn nu eens voor den Negus, dan weer
tegen den Negus.
Er is geen saamhoorigheidsg.evoel en men
kan dan ook van een Abessijnsche natie
niet spreken.
;Wat wij meegemaakt hebben, bewijst wel
duidelijk hoe primitief en ongeciviliseerd de
toestanden daar zijn en hoe er inderdac£l
nog de eerste--grondslagen voor een geor
dende samenleving gelegd moeten worden.
0 o e
Mevrouw Van Schelven las 's Maandags
in de krant, dat haar man gewond was. Zij
kon niet lijdelijk wachten op nadere berich
ten, maar besloot dadelijk handelend op te
treden. Met haar 16-jarigen zoon vertrok
zij denzelfden avond naai* Rome en dank zij
de bemiddeling van onzen gezant aldaar
kreeg zij toegang totde hoogste militaire
autoriteiten. Deze stelden alles in het werk
om haar te helpen. Er werd zelfs 60 kilo
gram vliegpost achtergehouden om haar 'n
plaats in het vliegtuig van Rome naar As
mara te geven. Wanneer rij dan in Asmara
aangekomen zou rijn, zou zij op eigen gele
genheid en eigen risico over het gevechts
terrein moeten gaan om dan de Abessijn
sche troepen en de daarachter gelegen
Roode Kruis colonnes te bereiken.
Mevrouw van Schelven greep deze gele
genheid aan. Maar.kort voor haar vertrek
ontving zij een telegram van haar man, van
den volgenden inhoud „Packet of your
letters saved my life. Kworam now."
Zij besloot nu een anderen weg te volgen
en ging van Rome naar Marseille en van
daar met een Fransch schip naar Djiboeti.
In Suez heeft rij toen haar man ontmoet en
is met hem via Port Said teruggereisd.
Dr. van Schelven was vol lof over de
hulp, welke hij van tal van autoriteiten
heeft ondervonden. Dr. Lampe van de Ne
derlandsche ambulance heeft als een vader
voor hem gezorgd in de eerste dagen na zijn
verwondingen. Ook de heer Boddard, de
Fransche gezant te Addis Abeba, heeft ge
daan wat hö, kon. Tenslotte was de maat
schappij „Nederland" zoo vriendelijk om
ons van Port Said naar Den Haag gratis
terug te brengen. Dit medeleven en deze
hartelijke gastvrijheid heeft ons zeer ge
troffen.
Ik heb, zoo besloot dr. van Schelven, van
den Negus voor mijn vertrek nog een on
derscheiding gekregen. Ik ben namelijk be
noemd tot officier in de orde van de H.
Drieeenheid.
Tenslotte wist dr. van Schelven ook nog
mee te deelen, dat jhr. dr. van der Does
zich eveneens op de terugreis b.-vindt.
Het perspectief voor de ambulance.
De Nederlandsche ambulance is eigenlyk
de eenige, welke nog niet gebombardeerd is,
zoo vertelde dr. van Schelven nog onder zyn
andere reisavonturen door. Daarom is de
stemming in Dessié in het Nederlandsche
kamp zoo goed. Zij, die op de vooruitge
schoven posten zijn, worden door de voort
durende bombardementen wol down. Wij
hebben wel iets bereikt, doch naar verhou
ding van het geld, de moeite en. inspanning
is dit toch eigenlyk bitter weinig. We» heD-
ben wij zeer veel informatief Werk gedaan
en dat kan later van groote waarde zyn
voor het Roode Kruis. In elk geval hebben
wij geleerd, dat men niet meet beginnen
met een bovenbouw van een ambulance,
maar dat, vooral ia ongeciviliseerde stre-
„De Dardanellen". (Hoofdartikel.)'
Wetsontwerp ingediend met betrekking
tot de Zeeuwsch-Ylaamscbe. Tramweg
Maatschappij. (Provincie.)
Jaarvergadering y. d. Prov. Zeeuwsche
Vereeniging „Het Groene Kruis".
Jaarvergadering Chr. Hist. Unie.
(Binnenland.)
Een interview met dr. van Schelven.
Jbr. v. d. Does eveneéns op de terug
reis.
Dessié door de Italianen bezet.
(Oorlog Italië-Abessinië.)
Het Japansche leger stelt eischen.
(Buitenland.)
Vonnissen in diverse Ossche strafzaken,
(Rechtszaken.),
Legervliegtuig in Ned.-Indië neerge
stort 3 dooden. (Luchtvaart.)
ZIE VERDER EVENTUEEL
LAATSTE BERICHTEN
ken, de onderbouw het belangrijkste is.
Al pratende was Zevenaar beréiVt en
daar deed rich nog een aardig voorval voor
bij de douane. Deze verzocht mevrouw van;
Schelven een koffer open te maken, doch.
toen de beambte den naam „Dr van Schel
ven" en het Roode Kruis-embleem zag,
bood hij zijn verontschuldigingen aan ca
zei „ik zie al wie u bent en u behoeft niet?
open' te maken."
Om zeven uur stoomde de f.rein het sta
tion Arnhem, binnen. Hier war.-n de kinde
ren van dr. van Schelven op het perroit
aanwezig, om hun vader en moeder en broer
te verwelkomen. Namens het hoofdbestuur
van het Nederlandsche Roode Kruis was de
heer B. W. de Kanter ter begroeting aan*
wezig. Een hartelijk welk mi tusschen
ouders en kinderen volgde en daarop ging
de familie van Schelven naar haar woning
iii Velp.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs.
Bij den gemeentelijken dienst derarbeïds»
bemiddeling alhier staan als werkzoekenden
ingeschreven
Mannen 1 drukker, 1 letterzetter, 1 be«
hanger, 23 grondwerkers, 1 loodgieter, 1
mandenmaker, 1 mastieker, 11 metselaars,
23 opperlieden, 21 schilders, S stucadoors,
45 timmerlieden, 3 ververs, 2 betonwerkers,
3 vlechters, 3 oprichters, 1 machinaal-hout-
bewerker,4 meubelmakers, 2 politoerders,
4 stoffeerders, 5 kleermakers, 2 wasschers,
2 schoenmakers, 300 metaalbewerkers, 4
drankbereiders, 11 brood/banketbakkers, 3
koks, 9 slagers, 1 tuinman, 6 magazijnbe
dienden, 3 reizigers/agenten, 7 winkelbe*
dienden, 7 chauffeurs, 11 kellners, 22 loo-
pers, 3 portiers, 5 sleepers, 26 transport-
Doelmatig adverteeren
wint een half millioen klanten.
In 1935 heeft er in Engeland een
zeer vooruitstrevende reclame
campagne voor Electriciteit ge-
loopen (die trouwens dit jaar
zeer energiek doorgevoerd
wordt).
Officieele gegevens over het re
sultaat toonen nu aan, dat men
ongeveer een half millioen nieuwe
klanten verwierfdus menschen,
die van andere verwarmings
methoden overgingen naar elec
triciteit.
Bovendien werden in datzelfde
jaar niet minder dan 250.000 elec-
trische kookapparaten geplaatst.
„Wij willen in 1936 een toename
van ruim een millioen electrici-
teits-verbruikers", verklaarde de
Electriciteits-Commissie.
Welnu, zij zijn goed op weg met
doelmatig adverteeren kan men
ongeveer alles bereiken.